KOOT's Piano handel HARMONIUMS ORGELS BINNENLAND. Donkere Spaarne No. 44, klEUWS UIT OEN OMTREK GEILL. CATALOGUS op aanoraag gratis en franco. Ingezonden Metiedeenng. VOOR VROUWEN. S i M US NIEUWS HAARLEM. föuziek. UIT DE STAATSCOURANT. Bij besch. van den Min. v. Landb. is, met ing. van 1 Febr., aan J. Posthuma, op ver zoek, eervol ontslag verleend als schrijver bij den dienst der Rijkslandbouwproelsta- tions, werkz. aan het R.-station te Hoorn. DE V RUK AARTJES VOOR DE KAMER LEDEN. Naar aanleiding van de berichten, dat tal van Kamerleden zoo gaarne vrijkaarten op de spoorlijnen wensehen en waarschijnlijk ook krijgen zullen, herinner» de N. R. Ct. (aan het adres van hare bondgenooten! zeer ad rem aan de spoorwegstaking 1903. Dat intrekking van vrijkaarten bij eene herhaling van gebeurtenissen als die van 1903 niet onwaarschijnlijk zou zijn, zegt het het blad, ligt voor de hand. Ons kwam het zelfs niet ondenkbaar voor, dat de maat schappijen den tijdelijken stationschef te Haarlem in de beruchte dagen van 1903, bui ten de welwillende gave zouden willen hou den! „Dit echter schijnt niet het ra! te zijn. Begrijpen wij het aanbod wel, dan zullen op aanvrage van 65 de kaarten beschik baar gesteld worden voor alle 100, zonder onderscheid des persoons. Maar liet moet aan de besturen der spoorwegmaatschap pijen toch wonderlijk te moede worden, in dien zij vernemen, wat ons gisteren ter oore kwam: dat thans de leider van de beweging voor de vrybiljetten is... de heer Hugen- holtz. „Zoo komt hoogmoed voor den val. Tien jaar geleden drukte dit Kamerlid zich eige ner autoriteit een pet met gouden randen op het hoofd nu staat hij met de pet in de hand. „Variant: met den hoed in de hand komt tnen door het gansche land." BOND VAN R.K. GEMEENTERAADSLEDEN IN NEojERLAND. De heeren E. L. A. Penn, Den Haag; C. M. van Stjjn, Warmond; J. H. M. Balvers, Hillegom, die door den Bond van R. K. Ge meenteraadsleden .werden uitgenooVgd een oócnmi»sie van voorbereiding te vormen voor het houden eener vergadering van R. K. Raadsleden van gemeenten in het Noorden van Zuil-Holland zenden een circulaire rond, wannn een uitnoodiging tot het bijwonen van eeue zoodanige vergadering te houden op iWoensdag 4 Februa»; aes namiddags 3 uur te Leiden in de zaal van den R. K. Volksbond, Rapenburg. Op d^ze vergadering zal de beer E. L. A. Penn te 's Gravenhage, penn.ng- meester van den Bond als inleider optreden. De aandacut wordt erop gevestigd, dat de Hoogw. Bisschoppen van Nederland op de meest duidelijke wijze 'hun wensch hebben uitgesproken, dat de R. K. Raadsleden zich in een Bond zuilen vereenden, ten einde daar de middelen te vinden om hun taak als Raad lid op goed-Katholii.ke wijze te vervul len. zoomede dat de Bond slec. ts dan behoor lijk werken kan, wanneer hij een zeer groot getal Eden telt. De verwachting wordt dan uitgesproken, dat een groote opkomst moge toonen, dat het belang der zaak in den kring der belangheb benden op den juisten prijs wordt gesteld. Het is volkomen waar, dat vele vrouwen lijden aan kwalen als rugpijn, zenuwachtig heid, pr.kkelbaarheid, hoofdpijn, enz., doch mannen lijden er even goed aan. Er is dus geen reden om dergelijke kwalen steeds als vrouwenkwaien te beschouwen. Een feit is. dat de nieren zoo nauw verbonden zijn met de inwendige organen, dat wanneer de nieren ziek worden, alles er onder lijdt. Foster's Rugpijn Nieren Pillen helpen de nieren om haar werk behoorlijk te verrich ten, helpen haar om de onzuiverheden uit het lichaam af te voeren, die de oorzaak van tal van kwalen vormen. Veel kommer zou voorkomen worden, indien vrouwen op vastgestelde tijdperken Foster's Rugpijn Nieren Pillen gebruikten. Hun uit werking op terneerdrukkende pijnen en zwak te is wonderlijk en zij zijn het best-bekenda geneesmiddel vcor kwalen als rugpijn, duize ligheid, waterzuchtige zwellingen, waterstoor nissen, pijn in de lendenen, de zijden en heupen, rheumatisciie pijnen enz. Te Haarlem verkrijgbaar bij de heeren K. v. Eden, Spaarne 38, en J. J Göppinger, Groote Houtstr. 147a. Toezending geschiedt franco na ontv. v. postwissel Ajti/ 1.75 voor één. of 10.— voor zm doozen. Eischt de echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen, weigert elke doos, die niet voor- 1 z'en is van nevenstaand sa*- handelsmerk. „ZANG EN VRIENDSCHAP". Men schrijft ons: Naar wij vernemen zal de Kon. Lièdertafel .Zang en Vriendschap" op Dinsdag 10 Febr. a.s. haar Se concert geven in dit seizoen. Dien avond zullen twee solisten zich doen hooren, nl. mevrouw Maria Versteegh, so praan, uit Bussum, én de heer Joh. H. Ne- lissen, bariton, uit Amsterdam. Voorts zal optreden liet koor der Liedertafel, geaccom pagneerd door 't bekende Utreehtscli Stedelijk Orkest, alles onder de directie van den ta lentvollen leider, den heer W. Robert, Het bestuur heeft reeds sinds geruimen tijd de wensch gekoesterd dergelijke meer omvangrijke werken, die maar zeer zelden op de programma's voorkomen, uit te voe ren met orkestbegeleiding. Uitgevoerd zullen o.s. worden „Scènes uit de Frithjoi'sage" van Max Bruch, een prach tig werk voor soli, koor en orkest, en „De Lofzang," een heerlijke psalm, van Ph. Loots. In een circulaire wordt door het Bestuur aan donateurs en kunstlievende leden keunis \au een en ander gegeven, in de hoop en het vertrouwen, dat ook zij zulks op prijs zullen stellen. Men zal dan gedurende elk seizoen een zoo danig concert trachten te geven. De avond te voren is de generale repetitie, die voor het publiek toegankelijk is a 50 ets. Donateurs en kunstlievende leden bobben op vertoon van diploma persoonlijk toegang tot deze repetitie. Zie verder de bepalingen op de program ma's enz. CARL FRIEDBERG. Nu was er eindelijk eeas een volle zaal voor een groot kunstenaar; een burger lijke chansonnier krijgt ze den eersten keer, een artist ais Friedberg moet er jaren voor reizen en spelen. Maar laten we dan maar tevreden zijn en aan den man-zelf gaan den den. 't Ligt niet in den aard van zijn ver schijning druk te praten over andere dingen, dan de kunst-zelf; hij vraagt alleen om de ernstigste aandacht voor 's componisten ziels uiting; hij voelt zichzelf het middel tot uit beelding, zijn persoonlijke optreden en spe len is het eerste doel niet, wel de herleving van 't kunstwerk. Daarom Is hij de idieele artist: er is geen ijdelheid in zijn optreden, geen egoïsme, het is 't tegenovergestelde van :aile uiterlijkheid. De stijl van zijn klavier- spel is gelijk aan het cello-spel van Hekking en Casals. En natuurlijk is hij een absolute persoonlijkheid. Hoort nu Friedberg Beetho ven spelen en denk dan eens aan Grainier! Het zijn uitersten: Grainger, die om de scuit- tering van zijn pianistische gaven speelt, Friedberg, die zich louter tracht tc verdiepen in 't wezen van de kunst, Grainger, die met electrisehe lampen zwaait, Friedberg, die de gouden zon doet schijnen! Grainger de onna denkende egoïst, Friedberg de zieh-zelf-ver- loochenende kunstenaar. Ik mag niet denken aan iets anders dan aan de allerzuiverste schoonheid, wanneer Friedberg te spelen zit. Twee Sonates van Beethoven (op 10 c moll en op. 1U9) allereerst; nu hoort ge niet alleen het ingehouden sentiment of de driftige ryth- wen dezer Sonates, maar den wezenlijken, diep-voeienden en denkenden Beethoven, zoo wel den peinzend-drcomenden kunstenaar als den gevoeligen mensck. En zóó leeft de spe lende Friedberg op in deze wondere kunst, dat hij alle verstandelijk-naar-voren-brengen vergeet en heel zijn voordracht omhaalt met het fijnkleurige kleed zijner muzikale beheer- sching. Hij schijnt te spelen voor een paar intieme menschen, niet alsof hij voor een groot publiek zit. Hij kan de aandacht niet trekken van hen, die een schitterenden so list willen zien, hij is in zich zelf gekeerd en weet alleen 'te droomen over de schoon heid, die in zijn geest leven komt en er nieuwe visioenen wekt. Hij is een fantastisch dichter: denk eens aan 't Adagio uit de eerst genoemde Sonate of aan het andante uit de andere 1 In Friedberg's spel alleen leeft Beet hoven in zijn volkomenheid. Er is hier niet meer te spreken van oorspronkeiijk-gevonden melodie-belichting, van een typisch-orkestra- le klank, alles is artistieke volkomenheid, de meest-id.eel-harmonische schoonheid: .zijn spelen is tegelijkertijd interessant en bedwel mend. Nu Beethoven's Sonates de kinderseenen van Robert Schumann, die van onzegbare tee- derbeid waren na de donkerkleurige poe zie van Beethoven. Hoort, hoe Friedberg nu „Von fremden Landern eind Menschen" verhaalt, geestig hij een „Curiüse Geschichte" vertelt, met wat poëtischen eenvoud hij een „Bittendes Kind" laat spreken; hoort zijn „Traumerei" en de zuivere liefelijkheid in „Kind im Einschlummern" en eindelijk zijn wonderbare poëzie, wanneer „Der Dichter Spricht." Het tweede deel bracht Chopin, Debussy, Moszkowsky en Liszt. In Chopin en Liszt doet Friedberg nieuwe dingen. Het is dezelfde mu ziek niet: Het is heerlijk zooals Friedberg met conventies breekt en de zuivere waar heid geeft. Bij hem is een Nocturne of een Etude (ditmaal in ges uur) van Chopin onein dig veel meer dan een licht-bewogen kla vierstuk, bij hem is het Scherzo in b -moll wezenlijk verfijnde zinnelijkheid. Heel zijn rijke fantastiek hoorden we eindelijk in De bussy en Liszt. O, arme Grainger, die met een koninklijk gebaar en vroolijke luidruchtig heid van Liszt toch niets anders maakt dan geweldige klankendavering, steenhard door de ongevoelig-koude logica. Het is waar. zijn rythmiek is heldhaftig, maar dit alleen heeft geen waarde genoeg. „Minstrels" van De bussy deed Friedberg leven als een wonder- romantisch schilderij. Even scherp-geteekend was „La Fille aux cheveux de lin" van den zelfden componist. En dan eindelijk de „Val se impromptu" en een der Rhapsodieën van Liszt. Er leefde een weelderig carnavalsfeest op#uit deze Rhapsodie, een onbeheerscht-jui- ehende vreugdedans. Zóó leeft ETiedberg's fan tasie, en deze alleen is geweldiger dan alle gaven van Grainger samen. H. F. A. Men verzoekt ons te melden, dat Prof. Carl Friedberg wellicht een tweede maal in dit seizoen te Haarlem zal optreden. GEMEENTEZAKEN. Salarisregeling der politie. Door het kader bij den Politiedienst is verzocht wijziging te brengen in hun sa larisregeling. Naar aanleiding van deze en andere verzoeken heeft de burgemeester als hoofd der politie een regeling ontworpen, d'.o door B. en is overgenomen en naar aanlei ding waarvan de volgende verordening wordt voorgesteld De iea.r'üksche bezcv1Hi<»in«* bed.-eüot voor den hoofdinspecteur 2200 tot 2400den ad junct-hoofdinspecteur 1900 tot 2100; de inspecteurs 1500 tot 1800; den i aspecteur- admini8trateuur 1200 tot 1600; de kler ken 650 tot 950. De verhoogingen voor het kader zullen zijn tweejaarlijksche van 100; die van de klerken tweejaarlijksehe van 50.Het komt den burgemeester gewenscht voor het aantal agen ten van politie le en 2e klasse uit te breiden; de aanvangsjaarwedde der agenten 3e klasse oenoeft niet gewijzigd te worden. Voor de agenten 2e klasse stelt hij voor een aanvangssalaris van 825; en die der le klas se van 900 en verder aan de agenten le, 2e en 3e klasse na 2 en 4 jarigen dienst in den zelfden rang een verhooging van 25. De bepaling betreffende het opleggen van boete behoeft niet te worden gehandhaafd. De burgemeester acht geen termen aanwezig voor de invoering van een periodieke verhoo ging van het loon der agenten 4e klasse, wier uurloon 0.23) hooger is dan van agenten 3e klasse, omdat hun betrekking niet vast is. B. en W. stellen dus voor de bezoldiging der agenten van politie te regelen als volgt: Voor de agenten le klasse 900 tot 950. 2e klasse 825 tot 875. 8e klasse bij vaste aanstel ling van ƒ750 tot ƒ800; bij aanstelling voor een proeftijd 725. Voor het bezit politie diploma met aantee- kening wordt voorgesteld een verhooging van 25.—. De verhoogingen zullen zijn tweejaarlijksche van 25. Voor agenten le, 2e en 3e klasse wordt voor gesteld een vergoeding voor overuren van 0.25 per uur boven het gemiddeld aantal diensturen. De voorgestelde verhoogingen voor het jaar 1914 zullen een meerdere uitgaaf van onge veer 6000 vorderen. Makelaar in drogerijen. De heer J. de Jong, Zijlstraat 29rood, ver zoekt om te worden aangesteld tot makelaar in drogerijen, chemicaliën en verfwaren. B. en W. stellen voor het verzoek in te willigen. KEURING VAN TOEBEREIDE VLEESCHWAREN. De heer J. W. Demmers en 80 anderen, win keliers in toebereide vleesebwaren, hebben aan den Raad een adres gericht, waarin dank wordt betnigd voor de aanbeveling van het voorstel van B. en W. op 11 Juni 1913, inzake wijziging der verordening op de keuring van toebereide vleeschwaren en waarin nog eens wordt aangedrongen bedoelde keuring bij de handelaars aan huis te doen geschieden, en zij verzoeken de belanghebbenden hij deze zaak zelf te hooren. Dit adres werd verzonden in Juli. Thans is er antwoord van B. en W. op gekomen. Hierin schrijven B. en W. o.m.: Door ons is na het vallen van het besluit in de vergadering van 11 Juni 1913, het ge voelen gevraagd van den Directeur van het Openbaar Slachthuis. Kort nadat deze zijn rapport had uitgebracht, kwam een adres in van handelaren in toebereide vleeschwaren. Overeenkomstig een in dat hierbij overgeleg de adres gedaan verzoek, hetwelk wij uit den aard der zaak als meer bepaald tot ons col lege gericht hebben beschouwd, is vervol gens door den voorzitter en een lid van ons college een commissie uit adressanten ter nadere toelichting van hunne bezwaren en wensehen te dezer zake ten raadhuize ont vangen, bij welk "onderhoud de Directeur van het Openbaar Slachthuis op ons verzoek ook tegenwoordig was. Naar aanleiding van het gevoerde onder houd, waarbij vorenbedoelde commissie o.a. mededeelde, dat in Amsterdam, Rotterdam, 's Gravenhage en Groningen een zoogenaam de huiskeuring op toebereide vleeschwaren bestaat, welke naar haar inzicht bevredigend werkt, is vervolgens door ons aan den Di reeteur van het Openhaar Slachthuis opge dragen, aan de leiders der genoemde keu ringsdiensten te verzoeken nadere inlichtin gen daaromtrent te verschaffen, alsmede zoo mogelijk toe te lichten, waarom naar hun oordeel een huiskeuring doelmatiger is te achten dan en mitsdien te verkiezen is boven een keuring aan het slachthuis. De Directeur van liet Openhaar Slachthuis heeft aan de opdracht voldaan en tevens bij de directeuren der slachthuizen te Arnhem, Leiden en Dordrecht, in welke steden bedoel de keuring bestaat, inlichtingen ingewonnen omtrent de werking daarvan. Alle door den Directeur van 't Openbaar Slachthuis gestelde vragen en daarop inge komen antwoorden, alsmede zijne aan ons college uitgebrachte rapporten, zijn voor Uwe leden ter inzage nedergelegd. Voor een richtige beantwoording van de in den aanhef dezes aangehaalde vraag (of een zgn. huiskeuring geen beteren waarborg geeft in het belang der volksgezondheid dan de thans geldende wijze van keuring) is het noodig, dat wordt vastgesteld: I. Wat de tegenwoordige wijze van keuring omvat. II. Wat onder huiskeuring wordt verstaan. III. Welke resultaten bij deze twee metho den van keuring 'worden verkregen. Ad I. De thans gebruikelijke keuring om vat: lo. een onderzoek van alle in de stad in gevoerde waren, om uit te maken: a. of deze bedorven ziin, d.i. in meerdere of mindere mate in ontbinding zijn overgegaan; b. of deze vóór of tijdens de bereiding in bederf waren overgegaan, welke ontbinding door het bereidingsprcces is gestuit; 2o. een onderzoek naar trichinen van alle zijden spek, hammen enz.; 3o. een bacteriologisch onderzoek naar den aard en het aantal in de waren aanwezige microben; 4o. een chemisch onderzoek naar den aard der gebruikte conserveeringsmiddelen en naar de samenstelling der waren; 5o. een toezicht ten huize der winkeliers, of de aanwezige waren nog in deugdelijken staat verkeeren en of alle aanwezige waren gekeurd werden. Ad II. Men is niet volkomen eenstemmig in de meening, wat nu eigenlijk onder huis keuring is te verstaan. Er zijn er, die als zoodanig noemen een zeer oppervlakkig toe zicht op de waren ten huize van de winke liers, met als hooge uitzondering het nemen van een monster. Zoodanig blijkt te zijn ingericht de huiskeuring, zooals die te Rot terdam bestaat, welke door sommigen als voorbeeld wordt gesteld. Anderen verstaan onder huiskenring een deugdelijk onderzoek op bederf ten huize van de winkeliers en het nemen van monsters aldaar tot nader onder zoek. Ad. III. Het resultaat van de sub I be doelde keuring aan het slachthuis is: lo. dat alle bedorven waren uit de stad worden geweerd, waarmede het gevaar van vleesch vergiftiging zeer zeker wordt ver minderd; 2o. dat het gevaar voor trichinen-ziek te wordt te niet gedaan; 3o. dat men de samenstelling der vleesch waren kan brengen op een bepaald peil wat betreft, de voedingswaarde en de deugde lijkheid. Beantwoordt een bepaald product niet aan redelijke eischen, dan kan men: a. eene tweede zending ophouden, totdat is uitgemaakt, of eene zelfde fout weer aan wezig is; b. deze tweede zending en alle verdere zendingen, waaraan bedoelde fout wordt waargenomen, beletten in de stad te komen. Hierdoor wordt de fabrikant verplicht, zij ne werkwijze te veranderen, terwijl de in de stad ten verkoop aangeboden waar steeds op eene bepaalde voedingswaarde en deug delijkheid is te houden. Blijkens de verkregen inlichtingen worden bij de huiskeuring te Rotterdam door de ambtenaren van den keuringsdienst niet ge regeld monsters genomen; is het toezicht op de toebereide vleeschwaren niet syste-, matisch geregeld; bepaalt dat toezicht zicli tot een oppervlakkig toezicht in den winkel, voornamelijk op bederf; wordt naai- de sa menstelling van de waar geen onderzoek in gesteld (in de toekomst zal dit, wat vreem ie bijvoegingen betreft, bijv. meel of kleur stof of te veel water, door den keurings- lienst geschieden); geschiedt afkeuring een enkele maal, misschien 2 a 3 malen per jaar. Let men nu op het feit, dat er te Haar lem in den tijd van 1 Januari tot 20Juli van het vorige jaar van 70 partijen vleesch waren moesten worden afgekeurd tot een be- lrag van bijna 500 K.G., terwijl in dien ,.ijd te Rotterdam geene afkeuring plaats vond, dan is er alle reden voor de gevolg rekking, dat de hier gebruikelijke keuring betere waarborgen voor de volksgezondheid geeft dan te Rotterdam gevolgde methode van huiskeuring. Wat betreft de tweede hierboven genoem de wijze van huiskeuring zij opgemerkt, dat let onderzoek op bederf daarbij eerst in werking treedt, als reeds een gedeelte der Waren aan het publiek is afgeleverd, zoodat lat onderzoek dus steeds onvolledig is te noemen. De vraag rijst, of het nog wel mo gelijk is, om het toezicht op het al of niet afleverbare der waren aan het publiek over te laten aan de winkeliers zelve, zoo men let op de volgende omstandigheden en fei ten, in de practijk geconstateerd: a. een aantal der winkeliers erkennen zelf niet voldoende deskundig te zijn, om dit te beoordeelen; b. hun oogenblikkelijk voordeel brengt mede de grens van het toelaatbare ruimer te nemen, dan wenschelijk is; c. een aantal hunner verzet zich ten sterk ste tegen afkeuring van waren, die in ken- nelijken staat van bederf verkeeren; d. het is alhier voorgekomen, dat door le ambtenaren van het openbaar slachthuis bij de winkeliers bedorven waren werden aangetroffen, die ter aflevering gereed la gen ,en welke waren steeds frauduleus on gekeurd in den winkel bleken te zijn ge bracht. Wél is het onderzoek der genomen mon sters even goed uit te voeren als bij de keuring aan het slachthuis, doch met de keuring adn 't slachthuis, doch met de ge- bedoelde keuring, eene verbetering van de waren te verkrijgen. Men kan niet meer met voldoende zeker heid vaststellen, wie de fabrikant van een bepaald product is, zoodra dit bij eenen winke lier is, daar elke fabrikant zich dan achter de mogelijkheid van verwisseling met an dere waar kan verschuilen. Middelen om eene tweede partij op te hou den, totdat het onderzoek is afgeloopen, hoeft men niet, evenmin als de macht, om derge lijke waar in de toekomst te weren. De fabri kant is derhalve niet genoodzaakt zijne werk wijze be veranderen, zoodat de waren aan geen enkelen regel gebonden in de stad komen. Een onderzoek naar trichinen in de ham men, enz., is bovendien bij deze huiskeuring niet mogelijk. Resumeerende, blijkt het derhalve, dat door het onvolledig toezicht op bederf, door het zonder resultaat blijven van het onderzoek der monsters en door het onmogelijk zijn van het trichinen-onderzoek ook deze wijze van huiskeuring minder waarborg geeft in het belang der volksgezondheid, dan de thans geldende wijze van keuren. Uit de inlichtingen, verstrekt door de lei ders der keuringsdiensten in die plaatsen, waar eene huiskeuring bestaat, blijkt dan ook, dat aldaar geen betere waarborgen in het belang der volksgezondheid gegeven worden. Het tegendeel lijkt eerder het geval te zijn. Wij wijzen hier slechts op de mededeeling van den directeur van het openbaar slachthuis te Groningen, dat aldaar in do jaren 1911 en 1912 te zamen slechts elf partijtjes vleesch waren werden afgekeurd, en op die van den direebeur van het openbaar slachthuis te Rot terdam, dat hij in dit opzicht den dienst te Rotterdam niet aLs voorbeeld zou willen stel len. Dc directeuren der openbare slachthuizen in die steden, waar eene keuring aan het slachthuis bestaat, blijken alleen aan die keuring verre de voorkeur te geven boven Je huiskeuring. Deze laatste kan alléén de keuring aan het slachthuis aanvullen (zie ook hierboven ad I, 5o), maar nimmer in de plaats daarvan treden. De Gezondheidscommissie vereeuigt zicli blijkens haar voor uwe leden ter inzage nedergelegde advies met de rapporten van den Directeur van het openbaar slachthuis. Op grond van al het vorenstaande kunnen wij dan ook geen vrijheid vinden, om in deze met nadere voorstellen bij uwen Raad te komen, en wensehen wij slechts te hand haven ons voorstel van 5 Juni 1913 tot her ziening van het keurloon voor de keuring van toebereide vleeschwaren. Wij liebben de eer u voor te stellen het ontwerp-besluit, gevoegd bij ons bedoeld! voorstel, thans van uwe bekrachtiging lo voorzien. HEEMSCHUT EN VOLKSKUNST. Donderdagavond hield de heer E. P. .T. To tem Nolthenius, stichter en voorzitter ven den Bond, op uitnoodiging van dc Noord- Hollandsche Vereen i glim tot bevordering var de Volkskunst een voordracht over: „Beern- sehnt en Volkskunst." Aan de hand van het verslag van de voor dracht van den heer Gratama behandelde spreker zijn ondeiwerp, waarbij voorop ge steld werd dat volkskunst de uitiug bij uit uemendheid is. Ze uitte zich in bouwwerken, later in kunstnijverheid, die verdrongen werd door aristoeratischen stijl. Grooter nog trad ze op den voorgrond in de schilderkunst. Het democratische zat daarin, dat die kunst zich één met het volk gevoelt. Volk en aristocratie worden door den heet Gratama tegenover gesteld. Jlij meent dat van de aristocratie geen groote blijvende kracht is uitgbgaan. Dat gaf spr. niet toe, wijzend op de Fransehe revolutie door aris tocraten voorbereid. Ook behoorden vele schilders tot de geze ten burgers en werd gebouwd voor de goze ten burgers, die zich „heeren" voelden. De burgerij van toen had kunstgevoel; de tegen woordige niet. Nu leest men. en leest nog eens. De opvoeding van thans is anders dan die van vroeger. Thans is er geen harmonische doch een verstandelijke ontwikkeling, ter wille van het bestaan. Moeilijk za! hierin verandering zijn te bron gen, doeh dat is de reden dat kunstzin j? verstompt. De 18e eeuw had kunstzin, omdat ze de kunst beoefende. Bewijzen zijn er te over en als nawerking daarvan wordt in tal van vorstelijke huizen nog een vak beoefend. De groote kunstzin werd in de steden ge vonden bü de burgerij, niet bij den adel, niet bij het volk. De burgers kwamen overal, de winkels lie ten hen van alles zien, men kocht de voor werpen niet kant en klaar, doch ze werden vooraf besproken. De burgers gaven zelf lei ding. Toen mocht dus in uitgebreiden zin van een volkskunst gesprokeu worden. Langzamerhand ontstond eeu industrie, die gehoor gaf aan verschil in stand en smaak, en de kunst werd de zaak van enkelen. Met de opheffing der gilden gingen de tra- el itiën verloren en dat te meer naarmate de wetenschap toenam. De kunst moet uitgaan van hen die arbei den, (daarom nog niet van den arbeidenden stand), die werken met de handen. Kunst kan slechts door arbeiden ontstaan en door hen die arbeiden begrepen worden. Kunstenaars staan te hoog om ons de kunst te brengen. Wij zijn thans passief en moeten actief worden, waardoor we meer zullen waardee- ren wat anderen doen. Dat zal dan meer bevrediging geven, .dat zal de ware heemschut werden, weer schep pen den bniselijken aard. Het huishouden vindt men thans overal elders dan thuis. Men moet leeren niet elders zoeken, wat men thuis kan en moet vinden door te wer- ken met eigen handen. De scheppingsdrang te prikkelen is hel doel van „Volkskunst". „Volkskunst" zal zoo „Heemsehut" worden, want zij zal de men schen terugbrengen aan den eigen haard. Zij geeft lichtbeelden, die bedoelen gedach ten op te wekken. Zij heeft voorts een platen-bibliotheek aan gelegd en een collectie voorwerpen. Al deze dingen dienen om de beschouwers te brengen tot het beoefenen van kunst. Niet mogen zii opwekken tot navolgen, maar wel behooren zij bij bestudeering gedachten op te wekken, die aan nieuwe kunstdingen het aanzijn ge ven. Voorts dienen als middelen otn het stre ven van „Volkskunst" te bereiken: liet hou den van tentoonstellingen en wedstrijden. Verder het uitschrijven van prijsvragen en het openen van winkels van dingen van volkskunst. Maar bovenal geldt het persoon lijk voorbeeld. Spr. eindigde met een opwekking om den bond te steunen. De heer von Saher dankte den spreker. VOLKSKUNST. In de jaarvergadering van de Noord-Hol- landsche Vereeniging tot bevordering van volkskunst, onder voorzitterschap van den heer E. A. von Saher, gehouden, werd het jaarver slag der secretaresse, mej. Van Hasselt, gc '- gekeurd, terwijl werd vastgesteld de rekening en verantwoording over het afgeloopen jaar. Tot lid van het bestuur werd gekozen de heer W. K. van Borselen. Het bestuur werd uitgebreid met mevr. Van WaverenReesink, te Haarlem, mevr. BaandersFockema, te Amsterdam en mej. N. van der Waerden, te Hilversum. De vergadering besloot voor een prijsvraag over beeldsnijden, ïiitgesclïreveu door de Ver eeniging voor Volkskunst te Zaandam twee prijzen beschikbaar te stellen. De vergadering sprak de wenschelijkheid uit zich in verbinding te stellen met commis sies voor huisvlijt-tentoonstelHngen. om te trachteu belangstelling te wekken voor volkse kunst, en wel door prijzen uit te loven voor de beste voorwerpen, door degenen, die wensehen in te zenden te helpen mot raad, modellen, desnoods met gereedschappen en dergelijke, en door tevens uit te stallen voorwerpen van volkskunst. DE KROOS PLAAG VERDWENEN? Een der medewerkers van het „Alg. Hfold." schrijft het volgende over het roede kroos „Aznlla" in verband met de vorst: Natuurlijk is het kroos, dat in den afgeloo pen z-omer op zoo schrikbarende wijze onze slooten en vaarten met een dikken deken over dekte en grooten last veroorzaakte, door don vorst verdwenen. Het is een subtropische plant, die niet tegen de vorst kan. 't Zal echter de vraag zijn of ook de kiemen, waaruit zich de plant opnieuw ontwikkelen kan, gedood weiden. Het in een sporeplant en de sporen zijn naar den bodem verdwenen. Onmogelijk is het echter niet, dat de temperatuur ook on der het ijs zoo laag is geweest, dat dezo sporen hun kiemkracht hebben verloren. Mocht dit het geval zijn, dan zullen we den volgenden zomer waarschijnlijk weinig last van dit goedje hebben, dat bovendien geble ken is pok geen mest voor. de roaenteler^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 2