KOOT's
Piano handel
HARMONIUMS
ORGELS
BINNENLAND.
Donkere Spaarne No. 44,
klEUWS UIT OEN OMTREK
GEILL. CATALOGUS op
aanoraag gratis en franco.
Ingezonden Metiedeenng.
VOOR VROUWEN.
S i M US NIEUWS
HAARLEM.
föuziek.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij besch. van den Min. v. Landb. is, met
ing. van 1 Febr., aan J. Posthuma, op ver
zoek, eervol ontslag verleend als schrijver
bij den dienst der Rijkslandbouwproelsta-
tions, werkz. aan het R.-station te Hoorn.
DE V RUK AARTJES VOOR DE KAMER
LEDEN.
Naar aanleiding van de berichten, dat tal
van Kamerleden zoo gaarne vrijkaarten op
de spoorlijnen wensehen en waarschijnlijk
ook krijgen zullen, herinner» de N. R. Ct.
(aan het adres van hare bondgenooten!
zeer ad rem aan de spoorwegstaking 1903.
Dat intrekking van vrijkaarten bij eene
herhaling van gebeurtenissen als die van
1903 niet onwaarschijnlijk zou zijn, zegt het
het blad, ligt voor de hand. Ons kwam het
zelfs niet ondenkbaar voor, dat de maat
schappijen den tijdelijken stationschef te
Haarlem in de beruchte dagen van 1903, bui
ten de welwillende gave zouden willen hou
den!
„Dit echter schijnt niet het ra! te zijn.
Begrijpen wij het aanbod wel, dan zullen
op aanvrage van 65 de kaarten beschik
baar gesteld worden voor alle 100, zonder
onderscheid des persoons. Maar liet moet
aan de besturen der spoorwegmaatschap
pijen toch wonderlijk te moede worden, in
dien zij vernemen, wat ons gisteren ter oore
kwam: dat thans de leider van de beweging
voor de vrybiljetten is... de heer Hugen-
holtz.
„Zoo komt hoogmoed voor den val. Tien
jaar geleden drukte dit Kamerlid zich eige
ner autoriteit een pet met gouden randen
op het hoofd nu staat hij met de pet
in de hand.
„Variant: met den hoed in de hand komt
tnen door het gansche land."
BOND VAN R.K. GEMEENTERAADSLEDEN
IN NEojERLAND.
De heeren E. L. A. Penn, Den Haag; C.
M. van Stjjn, Warmond; J. H. M. Balvers,
Hillegom, die door den Bond van R. K. Ge
meenteraadsleden .werden uitgenooVgd een
oócnmi»sie van voorbereiding te vormen voor
het houden eener vergadering van R. K.
Raadsleden van gemeenten in het Noorden van
Zuil-Holland zenden een circulaire rond,
wannn een uitnoodiging tot het bijwonen van
eeue zoodanige vergadering te houden op
iWoensdag 4 Februa»; aes namiddags 3 uur te
Leiden in de zaal van den R. K. Volksbond,
Rapenburg. Op d^ze vergadering zal de beer
E. L. A. Penn te 's Gravenhage, penn.ng-
meester van den Bond als inleider optreden.
De aandacut wordt erop gevestigd, dat de
Hoogw. Bisschoppen van Nederland op de
meest duidelijke wijze 'hun wensch hebben
uitgesproken, dat de R. K. Raadsleden zich
in een Bond zuilen vereenden, ten einde
daar de middelen te vinden om hun taak als
Raad lid op goed-Katholii.ke wijze te vervul
len. zoomede dat de Bond slec. ts dan behoor
lijk werken kan, wanneer hij een zeer groot
getal Eden telt.
De verwachting wordt dan uitgesproken, dat
een groote opkomst moge toonen, dat het
belang der zaak in den kring der belangheb
benden op den juisten prijs wordt gesteld.
Het is volkomen waar, dat vele vrouwen
lijden aan kwalen als rugpijn, zenuwachtig
heid, pr.kkelbaarheid, hoofdpijn, enz., doch
mannen lijden er even goed aan. Er is dus
geen reden om dergelijke kwalen steeds als
vrouwenkwaien te beschouwen. Een feit is.
dat de nieren zoo nauw verbonden zijn met
de inwendige organen, dat wanneer de nieren
ziek worden, alles er onder lijdt.
Foster's Rugpijn Nieren Pillen helpen de
nieren om haar werk behoorlijk te verrich
ten, helpen haar om de onzuiverheden uit het
lichaam af te voeren, die de oorzaak van tal
van kwalen vormen.
Veel kommer zou voorkomen worden, indien
vrouwen op vastgestelde tijdperken Foster's
Rugpijn Nieren Pillen gebruikten. Hun uit
werking op terneerdrukkende pijnen en zwak
te is wonderlijk en zij zijn het best-bekenda
geneesmiddel vcor kwalen als rugpijn, duize
ligheid, waterzuchtige zwellingen, waterstoor
nissen, pijn in de lendenen, de zijden en
heupen, rheumatisciie pijnen enz.
Te Haarlem verkrijgbaar bij de heeren K. v.
Eden, Spaarne 38, en J. J Göppinger, Groote
Houtstr. 147a. Toezending geschiedt franco
na ontv. v. postwissel
Ajti/ 1.75 voor één. of 10.—
voor zm doozen. Eischt de
echte Foster's Rugpijn
Nieren Pillen, weigert
elke doos, die niet voor-
1 z'en is van nevenstaand
sa*- handelsmerk.
„ZANG EN VRIENDSCHAP".
Men schrijft ons:
Naar wij vernemen zal de Kon. Lièdertafel
.Zang en Vriendschap" op Dinsdag 10 Febr.
a.s. haar Se concert geven in dit seizoen.
Dien avond zullen twee solisten zich doen
hooren, nl. mevrouw Maria Versteegh, so
praan, uit Bussum, én de heer Joh. H. Ne-
lissen, bariton, uit Amsterdam. Voorts zal
optreden liet koor der Liedertafel, geaccom
pagneerd door 't bekende Utreehtscli Stedelijk
Orkest, alles onder de directie van den ta
lentvollen leider, den heer W. Robert,
Het bestuur heeft reeds sinds geruimen
tijd de wensch gekoesterd dergelijke meer
omvangrijke werken, die maar zeer zelden
op de programma's voorkomen, uit te voe
ren met orkestbegeleiding.
Uitgevoerd zullen o.s. worden „Scènes uit
de Frithjoi'sage" van Max Bruch, een prach
tig werk voor soli, koor en orkest, en „De
Lofzang," een heerlijke psalm, van Ph. Loots.
In een circulaire wordt door het Bestuur
aan donateurs en kunstlievende leden keunis
\au een en ander gegeven, in de hoop en het
vertrouwen, dat ook zij zulks op prijs zullen
stellen.
Men zal dan gedurende elk seizoen een zoo
danig concert trachten te geven. De avond te
voren is de generale repetitie, die voor het
publiek toegankelijk is a 50 ets.
Donateurs en kunstlievende leden bobben
op vertoon van diploma persoonlijk toegang
tot deze repetitie.
Zie verder de bepalingen op de program
ma's enz.
CARL FRIEDBERG.
Nu was er eindelijk eeas een volle zaal
voor een groot kunstenaar; een burger
lijke chansonnier krijgt ze den eersten keer,
een artist ais Friedberg moet er jaren voor
reizen en spelen. Maar laten we dan maar
tevreden zijn en aan den man-zelf gaan den
den. 't Ligt niet in den aard van zijn ver
schijning druk te praten over andere dingen,
dan de kunst-zelf; hij vraagt alleen om de
ernstigste aandacht voor 's componisten ziels
uiting; hij voelt zichzelf het middel tot uit
beelding, zijn persoonlijke optreden en spe
len is het eerste doel niet, wel de herleving
van 't kunstwerk. Daarom Is hij de idieele
artist: er is geen ijdelheid in zijn optreden,
geen egoïsme, het is 't tegenovergestelde van
:aile uiterlijkheid. De stijl van zijn klavier-
spel is gelijk aan het cello-spel van Hekking
en Casals. En natuurlijk is hij een absolute
persoonlijkheid. Hoort nu Friedberg Beetho
ven spelen en denk dan eens aan Grainier!
Het zijn uitersten: Grainger, die om de scuit-
tering van zijn pianistische gaven speelt,
Friedberg, die zich louter tracht tc verdiepen
in 't wezen van de kunst, Grainger, die met
electrisehe lampen zwaait, Friedberg, die de
gouden zon doet schijnen! Grainger de onna
denkende egoïst, Friedberg de zieh-zelf-ver-
loochenende kunstenaar. Ik mag niet denken
aan iets anders dan aan de allerzuiverste
schoonheid, wanneer Friedberg te spelen zit.
Twee Sonates van Beethoven (op 10 c moll en
op. 1U9) allereerst; nu hoort ge niet alleen
het ingehouden sentiment of de driftige ryth-
wen dezer Sonates, maar den wezenlijken,
diep-voeienden en denkenden Beethoven, zoo
wel den peinzend-drcomenden kunstenaar als
den gevoeligen mensck. En zóó leeft de spe
lende Friedberg op in deze wondere kunst,
dat hij alle verstandelijk-naar-voren-brengen
vergeet en heel zijn voordracht omhaalt met
het fijnkleurige kleed zijner muzikale beheer-
sching. Hij schijnt te spelen voor een paar
intieme menschen, niet alsof hij voor een
groot publiek zit. Hij kan de aandacht niet
trekken van hen, die een schitterenden so
list willen zien, hij is in zich zelf gekeerd
en weet alleen 'te droomen over de schoon
heid, die in zijn geest leven komt en er
nieuwe visioenen wekt. Hij is een fantastisch
dichter: denk eens aan 't Adagio uit de eerst
genoemde Sonate of aan het andante uit de
andere 1 In Friedberg's spel alleen leeft Beet
hoven in zijn volkomenheid. Er is hier niet
meer te spreken van oorspronkeiijk-gevonden
melodie-belichting, van een typisch-orkestra-
le klank, alles is artistieke volkomenheid, de
meest-id.eel-harmonische schoonheid: .zijn
spelen is tegelijkertijd interessant en bedwel
mend.
Nu Beethoven's Sonates de kinderseenen
van Robert Schumann, die van onzegbare tee-
derbeid waren na de donkerkleurige poe zie
van Beethoven. Hoort, hoe Friedberg nu „Von
fremden Landern eind Menschen" verhaalt,
geestig hij een „Curiüse Geschichte" vertelt,
met wat poëtischen eenvoud hij een „Bittendes
Kind" laat spreken; hoort zijn „Traumerei"
en de zuivere liefelijkheid in „Kind im
Einschlummern" en eindelijk zijn wonderbare
poëzie, wanneer „Der Dichter Spricht."
Het tweede deel bracht Chopin, Debussy,
Moszkowsky en Liszt. In Chopin en Liszt doet
Friedberg nieuwe dingen. Het is dezelfde mu
ziek niet: Het is heerlijk zooals Friedberg
met conventies breekt en de zuivere waar
heid geeft. Bij hem is een Nocturne of een
Etude (ditmaal in ges uur) van Chopin onein
dig veel meer dan een licht-bewogen kla
vierstuk, bij hem is het Scherzo in b -moll
wezenlijk verfijnde zinnelijkheid. Heel zijn
rijke fantastiek hoorden we eindelijk in De
bussy en Liszt. O, arme Grainger, die met
een koninklijk gebaar en vroolijke luidruchtig
heid van Liszt toch niets anders maakt dan
geweldige klankendavering, steenhard door de
ongevoelig-koude logica. Het is waar. zijn
rythmiek is heldhaftig, maar dit alleen heeft
geen waarde genoeg. „Minstrels" van De
bussy deed Friedberg leven als een wonder-
romantisch schilderij. Even scherp-geteekend
was „La Fille aux cheveux de lin" van den
zelfden componist. En dan eindelijk de „Val
se impromptu" en een der Rhapsodieën van
Liszt. Er leefde een weelderig carnavalsfeest
op#uit deze Rhapsodie, een onbeheerscht-jui-
ehende vreugdedans. Zóó leeft ETiedberg's fan
tasie, en deze alleen is geweldiger dan alle
gaven van Grainger samen.
H. F. A.
Men verzoekt ons te melden, dat Prof. Carl
Friedberg wellicht een tweede maal in dit
seizoen te Haarlem zal optreden.
GEMEENTEZAKEN.
Salarisregeling der politie.
Door het kader bij den Politiedienst is
verzocht wijziging te brengen in hun sa
larisregeling. Naar aanleiding van deze en
andere verzoeken heeft de burgemeester als
hoofd der politie een regeling ontworpen, d'.o
door B. en is overgenomen en naar aanlei
ding waarvan de volgende verordening wordt
voorgesteld
De iea.r'üksche bezcv1Hi<»in«* bed.-eüot voor
den hoofdinspecteur 2200 tot 2400den ad
junct-hoofdinspecteur 1900 tot 2100; de
inspecteurs 1500 tot 1800; den i aspecteur-
admini8trateuur 1200 tot 1600; de kler
ken 650 tot 950.
De verhoogingen voor het kader zullen zijn
tweejaarlijksche van 100; die van de klerken
tweejaarlijksehe van 50.Het komt den
burgemeester gewenscht voor het aantal agen
ten van politie le en 2e klasse uit te breiden;
de aanvangsjaarwedde der agenten 3e klasse
oenoeft niet gewijzigd te worden.
Voor de agenten 2e klasse stelt hij voor een
aanvangssalaris van 825; en die der le klas
se van 900 en verder aan de agenten le, 2e
en 3e klasse na 2 en 4 jarigen dienst in den
zelfden rang een verhooging van 25.
De bepaling betreffende het opleggen van
boete behoeft niet te worden gehandhaafd.
De burgemeester acht geen termen aanwezig
voor de invoering van een periodieke verhoo
ging van het loon der agenten 4e klasse, wier
uurloon 0.23) hooger is dan van agenten 3e
klasse, omdat hun betrekking niet vast is.
B. en W. stellen dus voor de bezoldiging
der agenten van politie te regelen als volgt:
Voor de agenten le klasse 900 tot 950.
2e klasse 825 tot 875.
8e klasse bij vaste aanstel
ling van ƒ750 tot ƒ800; bij aanstelling voor
een proeftijd 725.
Voor het bezit politie diploma met aantee-
kening wordt voorgesteld een verhooging van
25.—.
De verhoogingen zullen zijn tweejaarlijksche
van 25.
Voor agenten le, 2e en 3e klasse wordt voor
gesteld een vergoeding voor overuren van
0.25 per uur boven het gemiddeld aantal
diensturen.
De voorgestelde verhoogingen voor het jaar
1914 zullen een meerdere uitgaaf van onge
veer 6000 vorderen.
Makelaar in drogerijen.
De heer J. de Jong, Zijlstraat 29rood, ver
zoekt om te worden aangesteld tot makelaar
in drogerijen, chemicaliën en verfwaren.
B. en W. stellen voor het verzoek in te
willigen.
KEURING VAN TOEBEREIDE
VLEESCHWAREN.
De heer J. W. Demmers en 80 anderen, win
keliers in toebereide vleesebwaren, hebben
aan den Raad een adres gericht, waarin dank
wordt betnigd voor de aanbeveling van het
voorstel van B. en W. op 11 Juni 1913, inzake
wijziging der verordening op de keuring van
toebereide vleeschwaren en waarin nog eens
wordt aangedrongen bedoelde keuring bij de
handelaars aan huis te doen geschieden, en
zij verzoeken de belanghebbenden hij deze
zaak zelf te hooren.
Dit adres werd verzonden in Juli. Thans is
er antwoord van B. en W. op gekomen.
Hierin schrijven B. en W. o.m.:
Door ons is na het vallen van het besluit
in de vergadering van 11 Juni 1913, het ge
voelen gevraagd van den Directeur van het
Openbaar Slachthuis. Kort nadat deze zijn
rapport had uitgebracht, kwam een adres in
van handelaren in toebereide vleeschwaren.
Overeenkomstig een in dat hierbij overgeleg
de adres gedaan verzoek, hetwelk wij uit den
aard der zaak als meer bepaald tot ons col
lege gericht hebben beschouwd, is vervol
gens door den voorzitter en een lid van ons
college een commissie uit adressanten ter
nadere toelichting van hunne bezwaren en
wensehen te dezer zake ten raadhuize ont
vangen, bij welk "onderhoud de Directeur van
het Openbaar Slachthuis op ons verzoek ook
tegenwoordig was.
Naar aanleiding van het gevoerde onder
houd, waarbij vorenbedoelde commissie o.a.
mededeelde, dat in Amsterdam, Rotterdam,
's Gravenhage en Groningen een zoogenaam
de huiskeuring op toebereide vleeschwaren
bestaat, welke naar haar inzicht bevredigend
werkt, is vervolgens door ons aan den Di
reeteur van het Openhaar Slachthuis opge
dragen, aan de leiders der genoemde keu
ringsdiensten te verzoeken nadere inlichtin
gen daaromtrent te verschaffen, alsmede zoo
mogelijk toe te lichten, waarom naar hun
oordeel een huiskeuring doelmatiger is te
achten dan en mitsdien te verkiezen is boven
een keuring aan het slachthuis.
De Directeur van liet Openhaar Slachthuis
heeft aan de opdracht voldaan en tevens bij
de directeuren der slachthuizen te Arnhem,
Leiden en Dordrecht, in welke steden bedoel
de keuring bestaat, inlichtingen ingewonnen
omtrent de werking daarvan.
Alle door den Directeur van 't Openbaar
Slachthuis gestelde vragen en daarop inge
komen antwoorden, alsmede zijne aan ons
college uitgebrachte rapporten, zijn voor Uwe
leden ter inzage nedergelegd.
Voor een richtige beantwoording van de in
den aanhef dezes aangehaalde vraag (of een
zgn. huiskeuring geen beteren waarborg
geeft in het belang der volksgezondheid dan
de thans geldende wijze van keuring) is het
noodig, dat wordt vastgesteld:
I. Wat de tegenwoordige wijze van keuring
omvat.
II. Wat onder huiskeuring wordt verstaan.
III. Welke resultaten bij deze twee metho
den van keuring 'worden verkregen.
Ad I. De thans gebruikelijke keuring om
vat:
lo. een onderzoek van alle in de stad in
gevoerde waren, om uit te maken: a. of deze
bedorven ziin, d.i. in meerdere of mindere
mate in ontbinding zijn overgegaan; b. of
deze vóór of tijdens de bereiding in bederf
waren overgegaan, welke ontbinding door het
bereidingsprcces is gestuit;
2o. een onderzoek naar trichinen van alle
zijden spek, hammen enz.;
3o. een bacteriologisch onderzoek naar den
aard en het aantal in de waren aanwezige
microben;
4o. een chemisch onderzoek naar den aard
der gebruikte conserveeringsmiddelen en
naar de samenstelling der waren;
5o. een toezicht ten huize der winkeliers,
of de aanwezige waren nog in deugdelijken
staat verkeeren en of alle aanwezige waren
gekeurd werden.
Ad II. Men is niet volkomen eenstemmig
in de meening, wat nu eigenlijk onder huis
keuring is te verstaan. Er zijn er, die als
zoodanig noemen een zeer oppervlakkig toe
zicht op de waren ten huize van de winke
liers, met als hooge uitzondering het nemen
van een monster. Zoodanig blijkt te zijn
ingericht de huiskeuring, zooals die te Rot
terdam bestaat, welke door sommigen als
voorbeeld wordt gesteld. Anderen verstaan
onder huiskenring een deugdelijk onderzoek
op bederf ten huize van de winkeliers en het
nemen van monsters aldaar tot nader onder
zoek.
Ad. III. Het resultaat van de sub I be
doelde keuring aan het slachthuis is:
lo. dat alle bedorven waren uit de stad
worden geweerd, waarmede het gevaar van
vleesch vergiftiging zeer zeker wordt ver
minderd;
2o. dat het gevaar voor trichinen-ziek te
wordt te niet gedaan;
3o. dat men de samenstelling der vleesch
waren kan brengen op een bepaald peil wat
betreft, de voedingswaarde en de deugde
lijkheid.
Beantwoordt een bepaald product niet aan
redelijke eischen, dan kan men:
a. eene tweede zending ophouden, totdat
is uitgemaakt, of eene zelfde fout weer aan
wezig is;
b. deze tweede zending en alle verdere
zendingen, waaraan bedoelde fout wordt
waargenomen, beletten in de stad te komen.
Hierdoor wordt de fabrikant verplicht, zij
ne werkwijze te veranderen, terwijl de in
de stad ten verkoop aangeboden waar steeds
op eene bepaalde voedingswaarde en deug
delijkheid is te houden.
Blijkens de verkregen inlichtingen worden
bij de huiskeuring te Rotterdam door de
ambtenaren van den keuringsdienst niet ge
regeld monsters genomen; is het toezicht
op de toebereide vleeschwaren niet syste-,
matisch geregeld; bepaalt dat toezicht zicli
tot een oppervlakkig toezicht in den winkel,
voornamelijk op bederf; wordt naai- de sa
menstelling van de waar geen onderzoek in
gesteld (in de toekomst zal dit, wat vreem
ie bijvoegingen betreft, bijv. meel of kleur
stof of te veel water, door den keurings-
lienst geschieden); geschiedt afkeuring een
enkele maal, misschien 2 a 3 malen per jaar.
Let men nu op het feit, dat er te Haar
lem in den tijd van 1 Januari tot 20Juli
van het vorige jaar van 70 partijen vleesch
waren moesten worden afgekeurd tot een be-
lrag van bijna 500 K.G., terwijl in dien
,.ijd te Rotterdam geene afkeuring plaats
vond, dan is er alle reden voor de gevolg
rekking, dat de hier gebruikelijke keuring
betere waarborgen voor de volksgezondheid
geeft dan te Rotterdam gevolgde methode
van huiskeuring.
Wat betreft de tweede hierboven genoem
de wijze van huiskeuring zij opgemerkt, dat
let onderzoek op bederf daarbij eerst in
werking treedt, als reeds een gedeelte der
Waren aan het publiek is afgeleverd, zoodat
lat onderzoek dus steeds onvolledig is te
noemen. De vraag rijst, of het nog wel mo
gelijk is, om het toezicht op het al of niet
afleverbare der waren aan het publiek over
te laten aan de winkeliers zelve, zoo men
let op de volgende omstandigheden en fei
ten, in de practijk geconstateerd:
a. een aantal der winkeliers erkennen zelf
niet voldoende deskundig te zijn, om dit
te beoordeelen;
b. hun oogenblikkelijk voordeel brengt
mede de grens van het toelaatbare ruimer
te nemen, dan wenschelijk is;
c. een aantal hunner verzet zich ten sterk
ste tegen afkeuring van waren, die in ken-
nelijken staat van bederf verkeeren;
d. het is alhier voorgekomen, dat door
le ambtenaren van het openbaar slachthuis
bij de winkeliers bedorven waren werden
aangetroffen, die ter aflevering gereed la
gen ,en welke waren steeds frauduleus on
gekeurd in den winkel bleken te zijn ge
bracht.
Wél is het onderzoek der genomen mon
sters even goed uit te voeren als bij de
keuring aan het slachthuis, doch met de
keuring adn 't slachthuis, doch met de ge-
bedoelde keuring, eene verbetering van de
waren te verkrijgen.
Men kan niet meer met voldoende zeker
heid vaststellen, wie de fabrikant van een
bepaald product is, zoodra dit bij eenen winke
lier is, daar elke fabrikant zich dan achter
de mogelijkheid van verwisseling met an
dere waar kan verschuilen.
Middelen om eene tweede partij op te hou
den, totdat het onderzoek is afgeloopen, hoeft
men niet, evenmin als de macht, om derge
lijke waar in de toekomst te weren. De fabri
kant is derhalve niet genoodzaakt zijne werk
wijze be veranderen, zoodat de waren aan geen
enkelen regel gebonden in de stad komen.
Een onderzoek naar trichinen in de ham
men, enz., is bovendien bij deze huiskeuring
niet mogelijk.
Resumeerende, blijkt het derhalve, dat door
het onvolledig toezicht op bederf, door het
zonder resultaat blijven van het onderzoek
der monsters en door het onmogelijk zijn
van het trichinen-onderzoek ook deze wijze
van huiskeuring minder waarborg geeft in
het belang der volksgezondheid, dan de thans
geldende wijze van keuren.
Uit de inlichtingen, verstrekt door de lei
ders der keuringsdiensten in die plaatsen,
waar eene huiskeuring bestaat, blijkt dan ook,
dat aldaar geen betere waarborgen in het
belang der volksgezondheid gegeven worden.
Het tegendeel lijkt eerder het geval te zijn.
Wij wijzen hier slechts op de mededeeling van
den directeur van het openbaar slachthuis te
Groningen, dat aldaar in do jaren 1911 en
1912 te zamen slechts elf partijtjes vleesch
waren werden afgekeurd, en op die van den
direebeur van het openbaar slachthuis te Rot
terdam, dat hij in dit opzicht den dienst te
Rotterdam niet aLs voorbeeld zou willen stel
len.
Dc directeuren der openbare slachthuizen
in die steden, waar eene keuring aan het
slachthuis bestaat, blijken alleen aan die
keuring verre de voorkeur te geven boven
Je huiskeuring. Deze laatste kan alléén de
keuring aan het slachthuis aanvullen (zie
ook hierboven ad I, 5o), maar nimmer in
de plaats daarvan treden.
De Gezondheidscommissie vereeuigt zicli
blijkens haar voor uwe leden ter inzage
nedergelegde advies met de rapporten van
den Directeur van het openbaar slachthuis.
Op grond van al het vorenstaande kunnen
wij dan ook geen vrijheid vinden, om in
deze met nadere voorstellen bij uwen Raad
te komen, en wensehen wij slechts te hand
haven ons voorstel van 5 Juni 1913 tot her
ziening van het keurloon voor de keuring
van toebereide vleeschwaren.
Wij liebben de eer u voor te stellen het
ontwerp-besluit, gevoegd bij ons bedoeld!
voorstel, thans van uwe bekrachtiging lo
voorzien.
HEEMSCHUT EN VOLKSKUNST.
Donderdagavond hield de heer E. P. .T. To
tem Nolthenius, stichter en voorzitter ven
den Bond, op uitnoodiging van dc Noord-
Hollandsche Vereen i glim tot bevordering var
de Volkskunst een voordracht over: „Beern-
sehnt en Volkskunst."
Aan de hand van het verslag van de voor
dracht van den heer Gratama behandelde
spreker zijn ondeiwerp, waarbij voorop ge
steld werd dat volkskunst de uitiug bij uit
uemendheid is. Ze uitte zich in bouwwerken,
later in kunstnijverheid, die verdrongen werd
door aristoeratischen stijl. Grooter nog trad
ze op den voorgrond in de schilderkunst.
Het democratische zat daarin, dat die
kunst zich één met het volk gevoelt.
Volk en aristocratie worden door den heet
Gratama tegenover gesteld. Jlij meent dat
van de aristocratie geen groote blijvende
kracht is uitgbgaan. Dat gaf spr. niet toe,
wijzend op de Fransehe revolutie door aris
tocraten voorbereid.
Ook behoorden vele schilders tot de geze
ten burgers en werd gebouwd voor de goze
ten burgers, die zich „heeren" voelden. De
burgerij van toen had kunstgevoel; de tegen
woordige niet. Nu leest men. en leest nog
eens.
De opvoeding van thans is anders dan die
van vroeger. Thans is er geen harmonische
doch een verstandelijke ontwikkeling, ter
wille van het bestaan.
Moeilijk za! hierin verandering zijn te bron
gen, doeh dat is de reden dat kunstzin j?
verstompt. De 18e eeuw had kunstzin, omdat
ze de kunst beoefende.
Bewijzen zijn er te over en als nawerking
daarvan wordt in tal van vorstelijke huizen
nog een vak beoefend.
De groote kunstzin werd in de steden ge
vonden bü de burgerij, niet bij den adel, niet
bij het volk.
De burgers kwamen overal, de winkels lie
ten hen van alles zien, men kocht de voor
werpen niet kant en klaar, doch ze werden
vooraf besproken. De burgers gaven zelf lei
ding. Toen mocht dus in uitgebreiden zin
van een volkskunst gesprokeu worden.
Langzamerhand ontstond eeu industrie, die
gehoor gaf aan verschil in stand en smaak,
en de kunst werd de zaak van enkelen.
Met de opheffing der gilden gingen de tra-
el itiën verloren en dat te meer naarmate de
wetenschap toenam.
De kunst moet uitgaan van hen die arbei
den, (daarom nog niet van den arbeidenden
stand), die werken met de handen. Kunst kan
slechts door arbeiden ontstaan en door hen
die arbeiden begrepen worden.
Kunstenaars staan te hoog om ons de
kunst te brengen.
Wij zijn thans passief en moeten actief
worden, waardoor we meer zullen waardee-
ren wat anderen doen.
Dat zal dan meer bevrediging geven, .dat
zal de ware heemschut werden, weer schep
pen den bniselijken aard. Het huishouden
vindt men thans overal elders dan thuis.
Men moet leeren niet elders zoeken, wat
men thuis kan en moet vinden door te wer-
ken met eigen handen.
De scheppingsdrang te prikkelen is hel
doel van „Volkskunst". „Volkskunst" zal zoo
„Heemsehut" worden, want zij zal de men
schen terugbrengen aan den eigen haard.
Zij geeft lichtbeelden, die bedoelen gedach
ten op te wekken.
Zij heeft voorts een platen-bibliotheek aan
gelegd en een collectie voorwerpen. Al deze
dingen dienen om de beschouwers te brengen
tot het beoefenen van kunst. Niet mogen zii
opwekken tot navolgen, maar wel behooren
zij bij bestudeering gedachten op te wekken,
die aan nieuwe kunstdingen het aanzijn ge
ven. Voorts dienen als middelen otn het stre
ven van „Volkskunst" te bereiken: liet hou
den van tentoonstellingen en wedstrijden.
Verder het uitschrijven van prijsvragen en
het openen van winkels van dingen van
volkskunst. Maar bovenal geldt het persoon
lijk voorbeeld.
Spr. eindigde met een opwekking om den
bond te steunen.
De heer von Saher dankte den spreker.
VOLKSKUNST.
In de jaarvergadering van de Noord-Hol-
landsche Vereeniging tot bevordering van
volkskunst, onder voorzitterschap van den heer
E. A. von Saher, gehouden, werd het jaarver
slag der secretaresse, mej. Van Hasselt, gc '-
gekeurd, terwijl werd vastgesteld de rekening
en verantwoording over het afgeloopen jaar.
Tot lid van het bestuur werd gekozen de
heer W. K. van Borselen. Het bestuur werd
uitgebreid met mevr. Van WaverenReesink,
te Haarlem, mevr. BaandersFockema, te
Amsterdam en mej. N. van der Waerden, te
Hilversum.
De vergadering besloot voor een prijsvraag
over beeldsnijden, ïiitgesclïreveu door de Ver
eeniging voor Volkskunst te Zaandam twee
prijzen beschikbaar te stellen.
De vergadering sprak de wenschelijkheid
uit zich in verbinding te stellen met commis
sies voor huisvlijt-tentoonstelHngen. om te
trachteu belangstelling te wekken voor volkse
kunst, en wel door prijzen uit te loven voor de
beste voorwerpen, door degenen, die wensehen
in te zenden te helpen mot raad, modellen,
desnoods met gereedschappen en dergelijke,
en door tevens uit te stallen voorwerpen van
volkskunst.
DE KROOS PLAAG VERDWENEN?
Een der medewerkers van het „Alg. Hfold."
schrijft het volgende over het roede kroos
„Aznlla" in verband met de vorst:
Natuurlijk is het kroos, dat in den afgeloo
pen z-omer op zoo schrikbarende wijze onze
slooten en vaarten met een dikken deken over
dekte en grooten last veroorzaakte, door don
vorst verdwenen. Het is een subtropische
plant, die niet tegen de vorst kan. 't Zal echter
de vraag zijn of ook de kiemen, waaruit zich
de plant opnieuw ontwikkelen kan, gedood
weiden. Het in een sporeplant en de sporen
zijn naar den bodem verdwenen. Onmogelijk
is het echter niet, dat de temperatuur ook on
der het ijs zoo laag is geweest, dat dezo
sporen hun kiemkracht hebben verloren.
Mocht dit het geval zijn, dan zullen we den
volgenden zomer waarschijnlijk weinig last
van dit goedje hebben, dat bovendien geble
ken is pok geen mest voor. de roaenteler^