TWEEDE BLAD
Europa's groenlentuin.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
VRIJDAG 6 FEBRUARI 19 4
een raadseltje.
FEUIlLKTüN.
NIEUWE NAfiKLE
COURANT
Zoo wordt ons land wel eens genoemdt:
Europa's groententuin. Aan die benaming,
•lie niet zonder overdrijving is, werden wij
.lerinnerd, toen wij zoo pas het dikke re
geringsrapport van 140 bladzijden doorbla-
lerderi inzake de „Tuinbouwteüing in 1912."
«egt het „K. W."
Dit rapport geeft een vrij volledig over-
lieht over de tuinbouwculturen en de opper
vlakte grond, door den tuinbouw in gebruik
jenomen.
Het rapport loopt over de groententeelt,
mftteelt, do teelt van tuinbouwzaden, de
boomkweekerij, de bloemkweekerij en de
bollencultuur. Alleen met de tuinbouwge-
wossen voor den handel houdt het rapport
lich bezig, dus niet met het gekweekte voor
eigen gebruik.
Het rapport is zeer belangrijk. Er blijkt
uit, dat over 19i2 in het geheel circa
2.400.000 H.A. bouw-, gras- en tuingrond
aanwezig was, waarvan 58.520 H.A., dus
1.4 pCt., in gebruik bij de beroepstuinders.
Alle tuingrond beslaat dus 3 maal zooveel
terrein als de Haarlemmermeer groot is, of
8 maal de Beemster.
De 58.520 H.A. waren in 1912 beteeld met
groenten 22.433 H.A., ooft 24.429 H.A., tuin
bouwzaden 2775 H.A., boomkweekers-artike-
ïen 2527 H.A., bloemen 461 H.A. en bloem
bollen 5895 H.A.
Over elk dezer onderdeden volgen hier
iu eenige opgaven.
Wat do teelt van groenten betreft, staan
de provinciën Noord- en Zuid-Holland bo-
renaan, met respectievelijk 41 pCt. en 29.3
>Ot. der in het geheele land beteeide op
pervlakte. Beschouwt men de cijfers betref
fende het in de onderscheiden provinciën
gebruikte glas, zoo springt duidelijk in het
oog de groote intensiviteit der teelten in
Zuid-Holland. In het geheele land was voor
ie groententeelt in gebruik 477 H.A. plat
glas, waarvan 85.2 pCt. in Zuid-Holland. Het
grondoppervlak der komkommer -en toma-
tenkassen bedroeg43 H.A., waarvan 86.2
pCt. in Zuid-Holland; het grondoppervlak
der warenhuizen 64 H.A., waarvan 94.4 pCt.
in Zuid-Holland.
Het gebruik van glas is in de laatste jaren
'.norm toegenomen. In 1904 het jaar der
vorige opneming was er in gebruik 178
H.A. plat gras, terwijl het gebruik van kas
sen voor de groententeelt toen nog van na
genoeg geen beteekenis was.
Omtrent de onderscheiden voor den
nandel bestemde groenten beteeide opper
vlakten worden de volgende cijfers mede
gedeeld:
Vroege aardappelen 5893 H.A.; aardbeien
1084 H.A. in de open lucht en 29 H.A. onder
plat glas; asperges 224 H.A.; augurken 1132
H.A.boonen 2922 H.A.doperwten en
peulen. 1477 H.A.; komkommers t)0 H.A. in
de open lucht, terwijl onder plat glas wer-
len geteeld 373 li.A. en in kassen 17 H.A.;
bloemkool 2328 H.A. in de open lucht, 88
H.A. onder plat glas en 13 H.A. in kansen;
:oode kool 1933 H.A.witte en savoye-^ool
i944 H.A.; tomaten 37 H.A. in de open
lucht, terwijl niet minder dan bijna 60 H.A.
in kassen werden verbouwd; de teelt van
tomaten heeft m de laatste jaren dan ook
een enorme vlucht genomen.
IVat de ooftteelt betreft is die voor drui
ven en perziken in kassen sedert 1904 sterk
vooruitgegaan. In 1904 bedroeg de grond-
oppervlakte voor de druivenkassen 26 H.A.,
au 67 H.A. en voor de perzikenkassen iy3
H.A. in 1904 en 15y» H.A. thans.
Voor de totale ooftteelt werd in 1912 een
totaal van 24.430 H.A. gebruikt, tegen 19.914
H.A. in 1904.
De bloemkweekerij beslaat 461 H.A., ter
wijl voor deze teelt de volgende oppervlak
ken glas werden gebruikt: 19.8 H.A. grond-
wpervlakte voor de verwarmde kassen; 17.3
u.A. voor de niet verwarmde kassen; 6.3
H.A. met verwarmd plat gras, 11.8 H.A. voor
Miet verwarmd plat glas.
De boomkweekerij en besloegen 1912 eén
oppervlakte van 2526 H.A., tegen 2071 H.A.
In 1904. De belangrijkste provinciën in deze
zijn Zu'd-Holland (916 H.A.), Noord-Bra
bant (441 H.A.), Noord-Holland (312 H.A.)
en Gelderland (230 H.A.)
De bloembollencultuur wordt uitgeoefend
Ou uitsluitend voor die cultuur bestemde
«ronden, zoogenaamden bloen.bollengrond,
eii op bouw- en groentenland in. afwisseling
mot andere gewassen. De eigenlijke bloem-
bol'engrond, hoofdzakelijk in het oude bloem
bol Iengebied tusschen Haarlem en Leiden
voorkomende, is toch niet steeds geheel met
bloembollen bezet, maar men laat om de
twee, drie of meer jaren de bolgewassen af
wisselen met de zoogenaamde voor- of na-
teelt van groenten.
De totale oppervlakte bloembollengrond,
benevens het met bloembollen beteeide
bouwland, bedroeg 5888 H.A.; de uitge
strektheid bloembollengrond alleen 5050
H.A., terwijl de met bloembollen werkelijk
bezette oppervlakte 3879 H.A. bedroeg. Van
laatstgenoemde oppervlakte werd 2484 H.A.
aangetroffen in Zuid-Holland en 1357 H.A.
in Noord-Holland.
Onderstaande cijfers geven een overzicht
van de teelt der hoofdgewassen. Er was be
zet: met tulpen 1997 H.A.; met hyacinthen
i629 H.A.; met narcissen 697 H.A.; met bij
goed 556 H.A. Terwijl de tulpen overal
worden verbouwd, komen de hyacinthen
hoofdzakelijke slechts voor op de eigenlijke
bloembollengrondcn langs de duinen.
Tens lotte nog iets over de tuinbouwza
den. Terwijl in 1904 voor heel 't land een
met tuinbouwzaden beteeide oppervlakte van
867 H.A., werd opgegeven besloegen deze
teelten in 1912 een oppervlak van 2777II.A.,
hoofdzakelijk in No'ord-Holland 1516 H.A.
en Groningen 1026 H.A. Deze gewassen wer
den voor het grootste gedeelte verbouwd
door landbouwers.
Onder de geteelde zaden bedroegen de
grondoppervlakte: spinaziezaad 1508 H. A.;
radijs 52 H.A.sluitkoolzaad 120 H.A. en
O.-I.-zaad 114 H.A.
DE BEFRAFENIS VAN DEROULèDE.
De Parysche correspondent van de liberale
N. R. Ct. geeft de volgende treffende beschrij
ving van de begrafenis van den bekenden
Franschen katholieken patriot Paul Derou-
lède:
Een wonderbaarlijke wintermorgen. Over
de groote stad hangt, oneindig fijn, een lich
tende hemelsluier, geweven van gouden zon-
newas en tcerblauwen nevel.
De grauwe steen van Sint-Augu-stinus, op
het ruime plein aan het eind van den boule
vard Malesherbes, is met een warmen lich-t
gloed doorspeeld. Vooraan rijst de kerk op,
met haar romaansehe bogen en zuilen, haar
groote roset-ster, haar beelden, torens en koe
pel. Vóór bet kerkgebouw', op het plein, het
fijne bronzen ruisterstandbeeld van Jeanne
d'Arc, het zwaard opgeheven, de oogen ten
hemel geslagen. Rondom, tot zoover men zien
kan naar alle zijden, staat een dichte menigte
geschaard, eerbiedig, bewogen.
Over den boulevard Malesherbes komt
langzaam de reusachtige stoet aan. Het mu
ziekkorps, de groote wagens met bloemen,
de krans van Elzas-LotharingenDan de
eenvoudige lijkwagen, die voor de kerk stil
houdt.
De klokken luiden, hoog hoven de stad, en
den menschen klinken hun heldere, diepe
bronzen stemmen, als een hymne, die ten he
mel stijgt. Duizenden ontblnoten het hoofd,
de vronwen maken het teeken de6 krni6es.
'tis balf twaalf in den morgen. De zon
zendt haar heerlijksten gloed. Het muziek
korps is zich naast den lijkwagen komen
scharen. Als de kist, met vlaggedoek bedekt,
de kerk binnengedragen wordt, klinkt, als
een fiere, sehallerde stem, als de kreet van
den vurigen patriot, een krijgsfanfare van
trompetten.
Op dat oogenblik is 't opgeschrikt door
de muziek, is 'teen van die geheimzinnige
toevallen, die alleen de dichters doorgronden
kunnen stijgt een vlucht duiven van een
der torens op, klieft de ijle, gouden lucht en
verdwijnt.
En dit alles is zoo licht en stralend, zoo
ontroerend bekoorlijk, zoo d:chterlijk schoon,
dat het geen rouwdienst schijnt, geen begra
fenis, maar een apotheose.
„PLAATSELIJKE KEUZE."
De minister van Binnen!andsche Zaken heeft
zieh bij de algemeene beschouwingen over zijn
begrooting ten stelligste tegen plaatselijke
keuze verklaard, omdat bij dit stelsel volstrekt
in strijd acht met ons staatsrecht.
Zoolang het huidige ministerie achter de
groene tafel zit, bestaat er dus geen kans, dat
de Drankwet in dien geest zal gewijzigd wor
den.
Het „Nieuwsblad v. Nederland" gelooft, dat
de thans op touw gezette beweging voorals
nog een belemmering zal wezen voor een be
hoorlijke technische wijziging der Drankwet,
welke toch zoo broodnoodig is.
Bovendien waarschuwt hot blad tegen de be
weging voor plaatselijke keuze, als zijnde een
absolute miskenning van de werkelijkheid.
„We dwepen niet met de Drankwet, schrijft
bet, ze lijkt ons een legislatief mismaaksel, dat
heel wat ellende eii ergernjs en nadeel heeft
veroorzaakt. Haar men erkenne daarnaast, dat
de Drankwet inderdaad als een der middelen, zy
het ook een der grootste middelen, tot vermin
dering van het drankmisbruik mag beschouwd
worden. Daarnaast dient met waardeering ge
waagd te worden van den arbeid der afschaf
fers- en matigheidsvereenigingen, mag ook ver
meld worden de invloed van sport en open
luchtspel. kan zeker niet over het hoofd worden
gezien het juister inzicht, dat de groote massa
door allerlei invloeden heeft verworven om
trent de sociale beteekenis van den drank, het
maatschappelijk gevaar der drank-ellende."
Al deze arbeid heeft het drankmisbruik sterk
doen afnemen, maar voor de statistische cijfers
dienaangaande schijnen de voorstanders van
„local option" opzettelijk blind te blijven:
anneer zij meer kijk hadden op de werke-
Jijlheid, zouden zij begrijpen, dat we thans in
de goede richting zyn, dat ijzer nu eenmaal
niet met handen is te breken en dat men veel
verstandiger zou doen af te wachten, wat de
regeering voornemens is op hët stuk van ver
betering der Drankwet inplaats van nu de din
gen te willen forceeren. Komen de regeerings-
voorstellen bij de volksvertegenwoordiging in,
dan is er wellicht aanleiding om op verdere
verbetering aan te dringen, doch onder de
gegeven omstandigheden is het eenig gevolg
van de beweging voor .plaatselijke keuze, dat de
gemoederen der bevolking nog wat meer tegen
elkander worden opgezet, en dat is, waar reeds
zooveel de menseben onderling verdeeld houdt
toch waarlijk niet noodig.
„De Tijd" geeft het volgende raadseltje en
zyn oplossing:
Hoe kan iemand vrij zijn in zijn vaderland
en toch als vaderlander niet vrii wezenf
't Heeft iets van een raadseltje voor eene
politieke kinderrubriek. Ziehier de oplossing:
Dezer dagen is „De Vaderlander" officieel
orgaan geworden van de Liberale Unie. De
heer Rnodhuyzen, lid van de Tweede Kamer
en secretarie van de Unie, is -van liet blad
hoofdredacteur.
Aangezi erde heer Roodhuyzen ook poli
tiek hoofdredacteur is van ..Het Vaderland",
werd er uit afgeleid, dat dit laatste blad nu
ook als orgaan der Liberale Unie moest wor-
j den beschouwd.
Neen, zegt bet „Vaderland", de heer Rood-
i buyzen is onze hoofdredacteur en wijl ons
I blad vrij is van de Liberale Unie, is ook zijn
j hoofdredacteur er vrij van. Alleen als hoofd
redacteur van „De Vaderlander" is hij Unie-
man.
HET ANTI-VRIJMETSELAARSBLAD
dat te Brussel verschijnt, (Stassarstraat 137)
heeft het nummer van deze maand gewijd aan
de Nederlandsche vrijmetselarij.
Men vindt erin het debat tusschen de hoeren
Van Wijnbergen en Lieftinck in de Tweede
Kamer en nog enkele interessante stukken.
Bijvoorbeeld een stuk van 17 October 1909
Nederland had toen bet Ministerie-Heems
kerk.
Let op, hoe in 1909 de Loges zich al aangord
den ten strijd.
„De beweging verwekt in de Nederland
sche Metselarij door de vergadering van 17
October 1909, te Utrecht, heeft tot gevolg
gehad, de noodzakelijkheid aan te toonen die
voor de Hollandscbe Loges bestaat, zich te
wapenen om weerstand te bieden aan het
klerikalisme, dat alles dreigt te veroveren;
Staat, Maatschappij, Kerk en School. Het
liberale protestantisme wordt fel bestookt en
schijnt terrein te verliezen.
Het klerikalisme houdt de tengels van het
staatsbestuur en maakt misbruik van de
macht, ten voordeele der reaktie. In verschil
lende Loges heeft men den kreet geslaakt:
Caveant consulesl"
Ziehier bet slot:
„Dat zal hen niet beletten, overal een
kraehtigen en onafgebroken strijd aan te
gaan tegen het onverdraagzaam klerikalisme,
fc.in
dat steeds de groote hinderpaal blijft in den
Staat, in de Maatschappij, in de Kerk en in
de School, tegen de ontvoogding van het
mensclidom.
Aldus schijnt het algemeen gevoelen te
zijn van de groote meerderheid der Neder
landsche Metselaren, te oordeelen naar de
verslagen die uitgebracht werden aan de bij
zondere kommissie ingesteld door de verga
dering van Metselaren, te Utrecht gehouden
in 1909."
Het blad bevat verder een naamlijst der leden
van de Loge te Zwolle.
Verder vinden wy erin een redevoering uit
1901 van den secretaris der Loge te 's-Graven-
hage br.: Van Meeteren Brouwer.
Let op de strijdwijze der Loge. Br.: Van
Meeteren'Brouwer zeide:
„Het is reeds meer dan eens verkondigd
en kan naar mijne bescheiden meening niet
genoeg verkondigd worden, dat men onge
merkt in mac.: geest moet arbeiden als
een vrii man, met een goeden naam.
Alle intriges en elk geknoei ter zijde zet
ten; ons opstellen als scherpschutters op een
gedekt terrein; een boom, een rots, een hek,
een paal diene ons als observatiepost, zonder
ons bloot te geven.
De profane wereld is niet gediend van ons
strevenwelnu men blyve binnen de muren.
Om openliik succes te krijgen moeten andere
factoren vooropgezet wordende vrouw, het
kind, het onderwiis moeten onze steunsels
zyn."
„Het „D. v. N. B." waaraan wij dit ontleenen,
zegt aan het slot deze mededeeling:
Wy komen op deze stukken terug.
TOEN EN NU.
Zien onze katholieke onderwijzers dat wel
scherp
Hoe geslagen de salaris-aktie terneer ligt,
zoo vraagt „D. v. N. B." zeer terecht I
Dan ging het toch anders onder het minis
terie-Heemskerk! Vergaderingen, meetings,
klinkende redevoeringen, waar Nederland van
opsprong.
En nu?
Alles rustig.
Is er dan geen salarisverhooging meer noo-
clie? Nijpen de behoeften niet meer? Zijn de tij
den goedkooper en de salarissen hooger gewor.
den
Of..-- is er een wetontwerp van de Regee
ring te wachten
Neen, neen. nogmaals neen!
Maar dan moeten dien vurigen aktiemakers
van de vorige regeeringsperiode de pennen zyn
uitgetrokken.
Men zou het zeggen.
Enkele jaren geleden trokken onze katho
lieke onderwijzers met de Toode en roze kolle
gaas op ter verovering van salarisverbooging.
Het was liun recht: de salarissen zijn te laag. De
toen gevoerde aktie heeft echter een oogenblik
den schijn gehad van een storm tegen het chris
telijk ministerie en minister Heemskerk
heeft zelfs gesproken van politieke motieven,
welke achter die beweging zouden schuilen.
Wat hem zeer euvel is geduid.
Wij hebben ons echter indertijd meermalen
afgevraagd, of de storm zoo geweldig zou heb
ben geblazen, indien daar in Den Haag een
liberaal ministerie had gezeteld inplaats van
een christelijk.
Het antwoord op de vraag is er nu.
De minister Cort van der Linden geeft geen
salarisverhooging, de schatkist is leeg, zegt
hij.
De onderwijzers berustten.
Op een vraag, in de Jaarvergadering van
den Bond van Ned. Onderwijzers gedaan, waar
om er nu geen aktie werd gevoerd, antwoordde
de voorzitter, de. heer Ossendorp, dat de Libe
rale Unie en de Vrijz.-Dem. Bond beloofd had
den voorstellen tot salarisverhooging der onder
wijzers aan de Kamer te zullen presenteeren.
De voorstellen zijn er.parade-posten.
Een ander voorstel der socialisten om de
miniipa te verhoogen.wederom een parade-
post.
Ik beschouw dergelijke voorstellen als mo
ties, heeft de heer'Cort van der Linden de
vorige week al gezegd.
Moties, welke een Minister naast zich neer
legt.
Summa sumlnarum: er komt van de salaris-
verbetering der onderwijzers voorloopig niet*.
Dat zien de besturen der onderwyzersverceai
gingen zoo goed als wjj.
Tech zijn ze als lamgeslagen.
Verroeren ze geen vin.
Zien onze katholieke onderwijzers dat wei
heel scherp?
Een goede vondst. Gistermorgen, vond
een tienjarige jongen in de Schoolstraat t«
Utrecht een couvert met een aantal coupons
er in ter waarde van f 4000. Toen het vent-
je het geld aan den eigenaar terugbracht,
kreeg hij een belooning van f 20.
Brutale overval. Gisterenavond om
streeks half tien zijn twee, tot nog toe
onbekende mannen, de woning binnenge
drongen van een bejaarde dame in de
Schoonderloostraat te Rotterdam. Zij was
alleen thuis en die mannen gaven voor,
haar te komen spreken over een leverantie
van kruidenierswaren.
Eenmaal binnen, deden zij in den gang
maskers voor, volgden de dame in de ach
terkamer, grepen haar bij de keel, en ter
wijl een hunner haar den loop van een re
volver tegen het voorhoofd drukte, vroeg
de ander haar om geld.
De oude dame, bevreesd voor erger, be
gaf zich met de mannen naar de voorkamei
en gaf hun een bankbiljet van f 200 uit
haar geldtrommel. Daarna zijn zij vertrok
ken.
Frans Rosier naar Leeuwarden, Men
schrijft uit Medemblik aan het Hbl.:
Frans Rosier is uit het Rijkskrankzinni-
•gengesticht naar de strafgevangenis te Leeu
warden overgebracht; zijn wensch is ver
vuld. Sedert zijn laatste ontvluchting uit
Medemblik (4 Sept. 1908) stond het bij hem
vast: ik wil naar Leeuwarden, want uit Me
demblik is ontkoming afgesneden; en dan,
de omgeving is onmiddellijk afgezet, dus
aanhouding volgt zeker.
Nóg minder werd de kans tot ontvluch
ting, sinds Rosier in de nieuwe versterkte
afdee'.ing werd ondergebracht; nimmer kwam
hij hier met andere verpleegden in aanra
king. Van toen af werd met zyn kunstma
tige melk-en-eierenvoeling geëindigd en ge
bruikte hij weer geregeld wat hem werd
voorgezet. Hij hield zich onledig met teeke
nen, boekbinden en vlechtwerk en legde
zich ijverig op de studie van Fransch toe.
Om bijzondere redenen was zijn overbren
ging naar Leeuwarden geheim gehouden.
D© Loterijwet Een Amsterdamsche
marktkoopman zekere P., houder van een
20ste Fortunalot heeft deze week op zijn
nummer de f 50.000 getrokken. Toen hij zich
ter uitbetaling by den betrokken hoofdagent
vervoegde, werd hem gezegd, dat er „niets"
en aan niemand wordt uitbetaald. De koop
man vervoegde zich vervolgens tot den di
recteur van „Fortuna", den heer Jansen,
die echter niet meer te Amsterdam vertoeft,
althans niet meer in zijn woning aan den
Amstel, waar het hoofdkantoor gevestigd is,
verblijf houdt. Van uitbetaling op de ^,For-
fcuna' -loten schijnt dus geen sprake meer
te zijn. De koopman heeft zich inmiddels
tot een rechtsgeleerde gewend.
Eon persdelict. Naar wij vernemen,
heeft de heer Henri Boers, Toassaintkade
te 's Gravenhage, een klacht wegens smaad
ingediend tegen den schrijver van een waar
schuwing tegen de handelingen van de Ned.
Levensverz. en Lijfrentebank aldaar, waar
van genoemde heer Boers directeur is, in
het Orgaan van de Nat. Vereeniging ter be
strijding van den Woeker; tegen den druk
ker van genoemd orgaan en tegen de re-
dactie en drukker van de Handeldrijvende
Middenstand, waarin het stuk in extenso is
overgenomen.
In bedoeld artikel wordt gesproken over
„de^ woekerpartijen" van genoemde bank.
Nog vernemen w(j, dat door het bestuur
der Vereeniging voor den Haagschen Geld
en Effectenhandel eon onderzoek wordt in
gesteld naar de feiten in bedoeld artikel
vermeld.
De inbraak jn de Bank van Leuning
te 's Gravenhage. De waarde van de bij'
de inbraak in de Bank van Leening te
's Gravenhage gestolen voorwerpen kan op
pl.m. f 12.000 geschat worden. De daders
hebben bij voorkeur gouden handringen,
armbanden en horlogekettingen en juweelen
weggekaapt. Horloges zelf schijnen zij niet
der moeite waard geacht te hebben om in
den roof Te begrijpen. Tot dusver is nog
geen spoor van de misdadigers ontdekt; ja,
toch, by de verdere onderzoekingen in
het gebouw der Bank is nog gevonden.,
een valsche snor of knevel.
Roman van Philip Laicus.
huis'" *)en knng." zeide ze. „Ik ga niet naar
man1bppftzejde vrouw Willifred ernstig, „mijn
gaan, en jifV08^' ^at nu liaar '1U'S moet
moet! Toon im Z't "ingedeeld, wat je doen
liui zul je '/-ion', y" eehoorzaarf bent, en
sleek laat. Maar - 36 n'0t 10 6
..Als u liet volstrekteehoorzaam zyn
wilt welaanik
fta'
En zonder Ofil te zien, Eir}ï Irma de
af en sloeg den hoek om, naar hare wonin<*
Vrnuw Willifred trad m de kanier.
„Het kind is vrceselijk bang, Bertold, je had
hel liever ihuis moeten brengen."
„Kom, kom, liet zal zoo'n vaart niet loopen,"
meende Bertold. „Tot nu toe hebben wij nog
geen handtastelijk recht, ons in de familieaan
gelegenheden van die Ranzings te mengen.
Een woordje zeggen staat iedereen vrij, maar
als Ranzing mij de deur bad gewezen, dan
had ik moeten gaan, en het meisje zou niet
meer bescherming genoten hebben, dan het
zonder mij heeft. Wij moeten bet afwachten.
Inmiddels dekte vrouw Willifred de tafel,
waarop ter eere van bet feest en 'smans be
noeming tot houtvester ditmaal zelfs een
fleseh wiin werd gereed gezet. De soep werd
opgediend en rondgedeeld en achter hunne
stoelen stonden de drie kden van het gezin.
„In den naamgebood de vader en leg
de zijn huismutsje weg.
„In den naam des Vaders en des Zoons en
des heiligen Geestes Amen," sprak Egon, ter
wijl allen het kruisteeken maaktén.
„Onze Vader
Reeds gedurende de laatste woorden nader
de schielijk het doordringende, schrille
schreeuwen van een kinderstem.
„Wat is dat?" riep vrouw Marie en spoeddu
zich naar het raam.
„Dat is het geschenk, hetwelk het Kerst
kindje ons zendt," antwoordde de houtvester.
„Den gast hebben wij: geef nu ook nog Uwen
zegen, Onze Lieve Heer!"
I „Hemel, Bertold, ze hebben het kind een1
oog uitgeslagen.
I „Dan moge de hemel hun genadig zijn! riep
Bertold en vloog de kamer uit.
Toen hij de voordeur opendeed, was Irma
nog zoowat 'n pas of tien van 't huis verwij
derd.
i Het kind holde voort met verward haar en I
't gelaat druipende van bloed; het schreeuw
de ijselijk en hield de linkerhand voor het
oog. Wie voorhij ging, bleef staan, en de eene
vroeg den ander, wat er gebeurd was, en toen
het kind door den houtvester in huis gebracht
werd, verzamelden de menschen zich voor de
deur.
„Egon loop gauw om den dokter! Marie,
water en compressen!"
Egon liep wat Lij loopen kon; maar toen
hij huiten kwam, werd hij door den nieuws- j
gierigen hoop zóó bestormd met vragen, dat
hij inlichtingen gaf, het kind waa thuis zoo*
geslagen; meer wist hij zelf niet, en ging nu
den dokter halen.
Een stuk of zes buurvrouwen, die aan een
medelijdend gemoed-een scherpe tong paarden
en hare gevoelens in lang niet uitgezochte
bewoordingen lucht gaven, stonden daar bij
een, om deze zes waren nog eenige straatslij
pers en opgeschoten jongens gegroepeerd,
die bij elk opstootje gaarne bereid zijn een of
andere rol te vervullen.
Eenige oogerblikken later kwam een man
van gemeen uiterlijk en met een kort eind
touw met knoopen in de hand, aangeloopen.
Hij had een rood, opgeblazen gezicht en een
blauwachtig geklcurden neus; op drie passen
afslands kon men, zelfs in deze frissehe win
terlucht, den jenever in hem ruiken.
Zonder zich te bedenken, slapte hy op het
huis van Willifred toe, stiet de deur open
schreeuwde met schorre stem naar binnen:
„Irma, dadcliik thuiskomen!"
Daarbij slrekte hij de met 't knoopige touw
gewapende hand uit naar de richting, van
waar hij gekomen nas.
„Dat moet de bullebak zijn!" zeide een
vrouw.
„De barbaar!.... de ontaarde vader!"....,,
klonk het van alle kanten.
„Hij heeft het touw nog in de hand," riep
een jongen'van negentien jaar.
Uit 't huis gaf een angstige gil antwoord op
het bevel naar huis te komen. Maar het meis- j
je kwam niet.
„Wil je komen, of moet ik je halen?" brul-
de de oude.
„Gaat er dan geen mensch heen, om den ke-
rel op z'n kop te slaan?" vroeg een onvervaar
de vrouw. 1
„Je zult Irma moeten halen," antwoordde de
heldere stem van den houtvester achter uit
de gang, „van zelve komt ze niet."
Natuurlijk groeide onder die samenspraak
het getal buitenstaanders aan.
Eindelijk besloot Heribert. de pleegvader
van órma, vertrouwend op zijn vroegere ver
richtingen alsjlercules eenige stappen den
gang in te gaan; hij kon nn Irma zien zitten
in de keuken. Bij den aanblik van hem ver
borg zij heur hoofdje angstig achter de rok
ken van vrouw Willifred.
Het kind was reeds vrijwel gereinigd van
het bloed, voor zoover dit niet voortdurend nit
een lange wonde hoven het linker oog vloei
de. Vrouw Willifred was juist bezig een eom-
pres op die wonde te leggen, in afwachting
dat de dokter zou komen, om te zeggen, wat
er verder gedaan moest worden. Deze wonde
had ook aanleiding gegeven tot vrouw Willi-
freds aanvankelijke veronderstelling, dat het
oog was uitgeslagen. Het kind hield het oog
gesloten, en zij zag slechts het bloed, dat van
onder de hand te voorschijn drong.
„Wil je oogenblikkeltik maken dat je weg
komt!" snauwde de houtvester den voorma-
ligen Hercules toe.
„Kom mee naar huis, Irma!"
„Er uit! Al het overige komt terecht!"
„Hoe durf jij in de gang van mijn huis
te vertoeven tegen mijn uitdrukkelijken will"
„Je hebt geen recht op m'n kind!"
„Het zal voor den commissaris van politie
blijken, of jij recht hebt op dit kind. Maar
nu er nit, het overige
De Hercules verschoot een oogenblik van
kleur. Doch alvorens hij nog iets kon ant
woorden, verrezen voor den houttvester eens
klaps eenige bondgenooten in de gedaanten
van ettelijke pootige kerels, die zieh wel i«
waar driemaal zouden bedacht hebben, om
zieh het kind aan te trekken, maar er vol
strekt geen been in vonden haar vader een
ferm pak slaag te gevpn.
Er vormde zich weldra een hoop, waarin
vuisten op schedels kraakten; met vreeselijka
snelle draaiingen wentelde bet mensclienklu-
wen zieh om zijn as tot op de straat, waar
het met ontzetterd gejoel en gefluit werd
ontvangen. Op dat oogenblik kwam van den!
eenen kant de door Egon gehaalde dokter,
van den anderen kant snelde een politie agent
toe, die de orde herstelde en voorloopig bo
ven allen twijfel verheven kon constateeren,
dat de onder den kunstenaarsnaam „Heri
bert" al6 jongleur en Hercules en overigen*
ook nog als dronkaard, landlooper en bede-,
laar van beroep der politie welbekende Fre-
derik Wilhelm Ranzig een respectabel*
dracht klappen had ontvangen en w at
alles onder voorbehoud van alie^bew' en
contrabewijzen, zooals de juristen zeg
De dokter kwam en onderzocht het beven
de kind, dat trillend als had het de koud*
koorts, nog altijd op een laag bankje in dé
keuken zat.
Behalve de wonden hoven het oog, veroor.
zaakt doordat het kind een hevigen stomp
in den rug ontvangen had en toen met het
voorhooTd tegen den scherpen kant der tafel
was geslingerd, vertoonde het hoofd verschil
lende bloedende ontvellingen, ontstaan doo*
het kind aan beur haar te trekken, waarbij
het haar werd uitgerukt De rag was oven
dekt met blauwe striemen, kortom, het^rm*
kind had blijkbaar een behandeling onder.