J? tr.crYeahuyzen. -&arteyorjssi Opruiming. Opruiming, STADSNItUWS. Staten-Gener^al. Bloembollencultuur. Letteren en Kunst. Leger en Vioot. sieEznüom Van onze Rechtbank TWEEDE KAMER. 3EWISSELDE STUR K EN. •"^Aardappelenwet. Ingediend is een wetsontwerp, houdende be palingen tot wering van ziekten van aardap pelen. Voorgesteld wordt o. a. te bepalen, dat tot wering van do a ardappelenziekte (zwarte schurft, „black scab"), veroorzaakt door >- dob otica", en van de diep schurft veroorzaakt door „Spongospora sub ter - ranea", door de kroon do in- en doorvoor van aardappelen uit bepaald aangewezen landen kan- worden verboden of niet dan voor waardelijk toegestaan; alsmede dat het verbo den is aardappel-en, waarvan de in- of door voer voorwaardelijk is toegestaan, in- of door te voeren langs andere dan door den minister van Landboouw, Nijverheid en Handel aan te wijz n eerste kantoren; en dat indien in- of doorvoer is toegestaan onder voorwaarde van voorafgaand onderzoek, voor dat onderzoek vergoeding van kosten wordt geheven naar door de Kroon vast te stellen tarief. Hoewel de ziekte bovengenoemd hier te lande tot dusver nog niet is voorgekomen, mo t zegt de minister van Landbouw, N. cu H. in zijne toelichting tot hot wetsont werp rekening worden gehouden met de me vlijkheid, dat zij bij invoer van pootaard- appelen haar intrede doet.. Is het op dezen grond reegis wenschelijk voorschriften tot we ring der gevreesde ziekte uit te vaardigen, ook het belang van onzen uitvoerhandel vordert dit, daar zonder deze voorschriften de invoer van aardappelen in de Vereenigde Staten van Amerika niet is toegestaan. Het maakt een punt, van ernstige ©verwo» ging uit, of niet de invoer van aardappelen uit Engeland en Schotland (niet uit Ierland, waar de ziekte slechts in zeer geringe mate is opgetreden, maar waar zij van overheids wege; zoo krachtig is bestreden, dat van eene ernstige uitbreiding geen sprake is) geheel dient te worden verboden of althans onder streng toezicht geplaatst. Aangezien mag worde» aangenomen, dat hier en daar in ons land de diepschurft voor komt, mo t ten opzichte van het gevaar van overbrenging voor deze ziekte een ©enig tins ander standpunt worden ingenomen dan voor de black scab. Daarom heeft de Minister gemeend krach- koming te moeten bevorderen van een alge- tens art. 1 der Piantenziektenwet de totstand- meenen maatregel van bestuur met provisori sche wetskracht van 23 Januari jX, houdende bepaling tot wering van de aardappel wrat- ziekte (zwarte schurft „black scab"), veroor zaakt door „Chrysophlyctis endobiotica" en van de diepschurft, veroorzaakt door „Spon gospora subterranoa". Daaruit volgt, echter nog niet, dat de voorgenomen maatregelen te gen beide ziektei. tegelijkertijd behoeven te worden genomen, daar wegens het minder ern stig karakter ten opzichte van de diepschurft, voorloopig althans, een meer afwachtende hou ding kan worden ca au ge nomen dan ten op zichte van de black scab bot geval is. Volgens art. 3 der Piantenziektenwet moet te gelijk met de afkondiging van een al geniee nen maatregel van bestuur als bedoeld in art. 1, een voorstel van wet, houdende regeling van het in dien maatrog 4 geregelde onder werp, aan de Tweede Kamer der Staten- Ge nei-aal worden gezonden. Het onderhavige wetsontwerp beoogt, aan dit voorschrift uit voering fce geven. Voorgesteld wordt te be palen, dat deze wet kan worden aangehaald ender den titel van „Aardappelwet". ner a.s. concurrenten. Voorts vragen wij ons af hoe hij aan do wetenschap is gekomen om schriftelijk te durven verklaren, dat da best© bollen niet naar Amerika worden ver zonden? of was hij wellicht in de gelegenheid om tijdens den pakt ij d bij alle exporteurs van bloem lollen naar Amerika eens een kijkje te gaan nemen, en leidde de daar opgedane er varing hem tot deze verklaring? Natuurlijk is dit niet het geval en heeft hij dit soort van aanbeveling voor eigen huis aan gegrepen om daarmede de concurrentie te schaden. Hiermede heeft hij echter het doel voorbij gestreefd, want zeker toch is hij niet naïef genoeg om te veronderstellen, dat da Amerikaansche handelaren van hem den onbekende zoo maar zullen aannemen, op zijne schriftelijke verklaring, dat hij de al lerbeste bollen zal zenden en dus als een reddende engel zal optreden. Maar wanneer do concurrenten wier zendingen hij fei telijk zonder do minste aanleiding afkeurt eens onderling afspraken om zijn naam in Amerika niet méér fce ontzien, dan hij in zijn schrijven hunne zendingen ontziet, dan zou hij waarschijnlijk weldra ervaren, dat voor de opstelling van een 2de strooibiljet ter aanbe veling van zijn reiziger de aanleiding ont breekt. Ook van eene andere zijde bezien is dit soort van aanbeveling, vooral tegenover Amerikanen, misplaatst. ,Wij weten uit de praktijk, dat het beweren, als zouden de bes te bollen niet naar Amerika worden gezonden, j bij Amerikanen gemakkelijk ingang heeft ge- i vonden. Tot voor zeer korten tijd heeft de j geheele L-loembollenhandel juist door het i leveren van beste bloembollen hiertegen gestreden en volgens Amerikaansche tuin- bouwtijdschriften en volgens mondelinge ver klaringen van Amerikaansche importeurs is ten slotte bereikt, dat dit standpunt is over wonnen. Nu is het in het algemeen belang van het vak in elk opzicht ongewenscht, te b pjoeven aan dit praatje opnieuw voet te geven en bovenal voor eene Hollandsche fir ma ongepast om zich aan eene oplaaiïng van dit praatje schuldig te weten. Het is onnoodig hier den naam der bedoelde firma te noemen, zij blijve het geheim der redactie, maar voor eene herhaling van eene zoo ergerlijke hande ling hopen wij dat zij voortaan zich zal weten te behoeden. Wbld. v. Bl.C. EENE AFKEURENSWAARDIGE AAN BEVELING. Tot den Amorikaansehen handel richtte nis aanbeveling voor haren reiziger die voor ide eerste maal Amerika zal bezoeken op 2S December 1913 oene ons bekende en ,te Lisse gevestigde firma een schrijven, waarin de volgende zinsnede voorkomt: „Ongetwijfeld is het u bekend, evenals „dit aan de Amerikaansche bloemisten en „bloemkweckers algemèen bekend is, dat „de leste en de grootste bloembollen wor- „den gezonden naar de verschillende Euro- „peesche landen en niet naar Ame- r: k a". Wanneer wij aan deze zinsnede opehaar- heid geven, dan doen wij dit met de bedoe ling om daarover onze afkeuring uit te spre ken en om voor dit soort van aanbeveling den nieuweling exporteur in zijn eigen belang te waarschuwen. Hem, die voor het eerst Amerika zal laten bereizen, en dus overal voor proefonl.-rs moet aankloppen, past eene groote mate van omzichtigheid; vooral me i hij zich niet laten verleiden tot het vel len van een oordcel over de zendingen zij- VERBINDINGSSPOOR VOOR DE E.. N. E. T. Ter toelichting van haar verzoek om een verbindingBspoor te mogen maken van haar tramlijn op den hoek van de Rozenstraat en hel Sta! ionsplein met hare tramlijn naar Bloe mendaal, schrijft de directie der E. N. E. T. in haar adi-es aan den raad, waarvan zij gis teren melding maakten, het volgende: Uit het bijgevoegde schetsje blijkt h. i. dat het gewone verkeer van 't verbindings spoor geen de minste hinder zal ondervinden, aangezien dit, voor zoover het plaats vindt van het viaduct naar den Kruisweg, ermee evenwijdig loopt en voorzoover het plaats vindt van het viaduct naar het Stationsplein, reeds het bestaande spoor harer lijn naar Bloe mendaal heeft gekruist en dus niet ermee in aanraking komt, welke door het gewone ver keer worden gevolgd op de teekening duidelijk aangeven; dat adressant» het verbindingsspoor in de eerste plaats heeft gevraagd als dienstspoor, teneinde bij het in> en uit dienst gaan barer rijtuigen het' reeds zoo drukke Stationsplein te ontlasten, wat zij zich had gevleid dat do Raad reeds uit dien hoofde gunstig zou stem- njen voor haar verzoek; dat zij er met nadruk op wij3t dat, doör het binnenkort met dubbel spoor uitrusten van hare Bloemendaalscbe lijn, teneinde daarop een frequenteren dienst te kunnen invoeren, alsmede door het eveneens binnenkort in ex ploitatie brengen van hare lijn naar Overveen, het in- en uit dienst komen van wagens geene zeldzaamheid meer zal zijn, wil adressante zich op ieder oogenblik van den dag aan de behoefte van goéd en voldoend tramverkeer kunnen aanpassen, waarnaar zij, ook blijkens de hierboven genoemde verkeersverbetieiringén ernstig streeft; dat zij het vertrouwen heeft dat de Raad haar in dit streven zal willen steunen, aange zien dit in bet belang i3 van de ingezetenen der gemeente; dat zij voorts aan het dagelijksch bestuur van de gemeente had meegedeeld het verbin dingsspoor in de toekomst dringend noodzake lijk te achten, teneinde de mogelijkheid te openen den bewoners van Bloemendaal en van de uitgestrekte wijk om en nabij het Kle verpark eene directe verbinding te kunnen verschaffen met den Hout en de lijn van adressant» naar Zandvoort, welke nu slechts met overstappen zijn te bereiken, wat vooral in de zomermaanden, waarin vele ingezetenen zich met talrijke kinderen naar Zandvoort of jden Hout begeven, niet zonder omslag of oponthoud gepaard gaat en gepaard zal blijven gaan indien de Raad onverhoopt bij het hier- boven genoemd besluit mocht blijven; j dat tenslotte het kleine verbindingsspoor in het onverhoopte geval dat zich op de baanvakken naar Bloemendaal of Overveen een ongeval van emstigen aard zou voordoen, waarbij de in de remise van adressante steeds gereed staande nood wagen met hefwerktuigen, brancard en verbandmiddelen zou worden ge- requireerd, een dringende eisch zou bewijzen te zijn, aangezien deze nood wagen over het aangevraagde verbindingsspoor onmiddellijk! zou kunnen doorrijden naar do plaats des onheils, terwijl deze bij het ontbreken daar- I van, door het feit dat zij als aanhangwagen 'door een motorwagen wordt getrokken, eerst zou moeten rangeeren op het Stationsplein, j wat bij eene aanwezigheid van wagens naar j Bloemendaal, Overveen en Ceintuurbaan wel I eens zou kunnen blijken onmogelijk of wel uiterst tijdroovend te zijn; j dat adressante zich bezwaarlijk kan voor stellen dat de Raad de verantwoording zou willen dragen van het daaruit mogelijkerwijze voortvloeiende te laat komen dezer goedge schoolde hulpbrigade, aan wier snelle ver plaatsing bij het steeds toenemende tram- en gewone verkeer niet genoeg waarde kan worden toegekend. BILJARTCLUB. Woensdagavond hield do Biljartclub der Sociteit Vereeniging haar jaarvergadering on der voorzitterschap van den heer H. A. M. van Veen. De jaarverslagen, uitgebracht door den secretaris, den heer Weber en den penning meester, den heer Brakken, getuigden van bloei en vooruitgang. De financien konden er echter beter voor staan. In de plaats van den heer Van Veen, die Haarlem verlaat, werd tot voorzitter gekozen dr. W. P. J. T. van Linden Tol. De heeren Wagenaar Reisiger en Brakken werden als leden van het bestuur herkozen. Do heer Wagenaar Reisiger bracht dank aan den heer Van Veen voor wat hij voor de Bil jartclub heeft gedaan, hetgeen door applaus onderstreept werd. Medegedeeldwerd daarop dat voor den te houden wedstrijd met de biljartclub der Socië teit „Tivoli" te Utrecht een wisselbeker, be nevens draagmedailles zijn uitgeloofd. Zaterdag en Zondag speelt Haarlem te Utrecht. Later komt Utrecht hier. Voor de club komen uit de heeren dr. Van Linden Tol, Stol, v. d. Erve, jhr. van Panhuys en Po8thuma. Ook zullen een paar andere heeren als reserve meegaan naar Utrecht. GARNIZOENSBERIOHTEN. De dirig. officier van gez. 8e kl. (majoor) C. van der Worp, chef van de ziekeninriebting te Haarlem, wordt overgeplaatst naar 's-Gra- venhage en toegevoegd aan den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht. (Zitting van gisteren.) Mishandeling. Na de pauze stond terecht een jongen, die in den nacht van Zondag op Maandag 16 op 17 November met eenige vrienden uit was. Ze waren onder dien indruk van sterken drank en kregen ruzie over een meisje. Bekl. trok een mes en wilde den ander te lijf. Hij werd evenwel tegengehouden en liep toen door de Ged. Oude Gracht op. Een der anderen liep hem met een mes na, waarop bekl. toen stilstond en den ander, zekeren v. A. ter- wijl hij over hem heen gebukt stond, een steek in den rug gaf. De getroffene werd door zijn vrienden naar het St. Elizabethsgasthuis overgebracht, waar hij tot 12 Januari verpleegd werd. De deskundige moest constateeren, dat het een zeer ernstige verwonding was, hoewel niet levensgevaarlijk. Tijdens zijn verblijf in het Gasthuis heeft de mishandelde ook longont steking gehad, zeer waarschijnlijk als gevolg van deze verwonding. De getroffene zeide, dat hi), evenals beklaag de onder den invloed van sterken drank was en dat ook hij een mes in de hand had. Het O. M. eischte, in aanmerking nemende, dat ook de mishandelde aanleiding heeft ge geven,, tegen den bekl. v. D. een gevangenis straf van achtmaanden. Bekl. vroeg een lichtere straf; hij heeft zich altijd goed gedragen en gedurende den tijd, dat v. A. in het ziekenhuis lag, voor diens moe- j der gewerkt. Iljj moest een patroon zoeken. Een timmersmansknecht van Lisse was naar Haarlem geweest om een patroon te zoeken. Ze hadden toen een potje bier te veel gedron ken. Op Hillegom gekomen kreeg hij woorden met een der bewoners en gaf hem een paar ferme klappen. Geëischt werd hiervoor ƒ10 boete, subs. 10 dagen hechtenis. Een Volendammer. Voor de tweede maal verscheen een Volen dammer voor de heeren, wiens zaak een vorige maal was uitgesteld omdat de getuige niet van Urk kon overkomen. Gisterenmiddag was die getuige wederom verhinderd, wegens ijsgang en daarom verzocht de officier uitstel van behandeling dezer zaak. De bekl. een Volendammer had hiertegen wel bezwaren, want hij wilde wel gaavne bij de be handeling tegenwoordig zijn, doch van den an deren kant was het hem wel moeilijk óm de kos ten. Hjj was nu al meer dan 2.50 aan reisgeld kwijt en was nog niet gevorderd. De president zeide, dat hij niet terug hoefde te komen en dat vond hij best, maar dan wilde hij toch graag vertellen hoe de visscherij-inspecteur zich ge dragen had „als een leeuw," toen hij bij hem in de schuit kwam. En met veel pathos vertelde hjj toen hoe het geval zich had toegedragen. Ten slotte wilde hij, voor hij heenging, de heeren verzoeken of zij wilden zorgen, dat hij niet in de gevangenis zou komen. Hij had er nooit ingezeten en hoopten dat dit niet zou gebeuren ook. Dan informeerde hij nog hoe hij de uitspraak of hoe dat heet, te weten kan komen. President: Dat komt wel inde krant. Bekl. „Ja, ziet u, ik wil het liefst zoo gauw mogelijk wet. President. De officier of de griffier zal het je wel schrijven. Hij moest nog maar eens schrijven. Dat vond bekl. best en hij wenschte dus „Goeien dag samen!" Strooper of niet. Zekere A. was veroordeeld wegens strooperij. Hij ontkende evenwel in den bewusten nacht uit te zijn geweest. Met anderen, had hij ge werkt aan een schuurtje, dat hij achter zijn huis heeft getimmerd en in den avond, waarin de strooperij zou hebben plaats gehad, heeft hij tot na elf uur aan zijn schuurtje gewerkt.' Gisterenmiddag waren op zijn verzoek een viertal getuigen opgeroepen die zijn alibi moes te bewijzen. Zij wisten zich den juisten datum niet meer te herinneren, doch wisten wel aan te geven, dat het gebeurd zou moeten zijn in den tijd, dat zij bezig waren aan het schuurtje. Het O. M. gaf niet veel om deze verklarin gen en bleef bij zijn eenmaal genomen requisi- tori persisteeren, daar de veldwachters den man herkend hadden en onder eede dit meermalen bevestigd hadden. Met een mes gestoken. De volgende bekl., die niet verschenen was, moest terechtstaan omdat hij met een mes ge stoken had. Hij had n.l. in de wachtkamer van het sta tion te Warmer veer met een mes in de tafel gestoken en hoorde voor deze baldadigheid een boete eischen van 15.snbs. 10 dagen hech tenis. Rijwieldiefstal. In dronkenschap had een Yelsenaar een rij wiel weggenomen, dat onbeheerd voor een bierhuis stond. Hij zeida, dat hij het terug had willen bren gen. doch er de kans niet voor had, omdat hij den volgenden avond reeds door den veldwach ter was aangehouden. Hij had het rijwiel aan een logementhouder te koop aangeboden, doch het niet verkocht. Het O. M. eischte een gevangenisstraf van vijf maanden. Uitspraak in alle zaken Donderdag a.s. 12 Februari. DE KATHOLIEKE ILLUSTRATIE van deze week bevat de volgende PLATEN: Dr. D. A. H. W. Sloet. Een „Shelter" van een wereldstad. Een ruiter standbeeld van den vorigen Engelschen ko ning teParijs. De vulkaan Soekoerasjima in Japan in werking. Organistenwisseling in Winterswijk. Paul Deroulède 1'. Storm en orkaan aan de Westkust van New-Jersey. Van een staking, die heel ongelegen kwam. De Duitsche kroonprins en zijn doodskop huzaren te Langfnhr. Een mooi panorama van Parijs. Het Rijksmuseum te Amsterdam (5). De onafhankeli.ikkeidsi'eesten op Banka in Ned.-Indiö (3). De ZeerEerw. Pater Je- sualdusi" Hoe de loude en de storm een zee schip toetakelen. Herinnering aan den llOOen j sterfdag van Karei den Groote. Een interes sant kiekje in New-York. H. M. de Koningin en Prinses Juliana ie midden van het gar- nizoen van Den ITaag. Een verdienstelijk religieus. De HoogEerw. Heer Mgr. J. D. Jopen f. Een nationale tooneelwedstrijd voor R. K. Dilottantenclubs. Een typische foto uit de jongste vorStdagen. TEKST: De Kroon van Alviara (vervolg). Een groote macht (vervolg). Van Zierikzee naar Parijs (vervolg). Onafhankelijkheids feesten te Pangkal-Pihang op Banka. De ver borgen schat. Dr. D. A. H. W. Sloet. Freuel Thyra (vervolg). Bij onze pi a toe. HERHALINGSOEFENINGEN. Staat, aanwijzende de lichtingen en de korp sen, waartoe de ingelijfden van de militie te land behooren, die in 1914 voor herhalings oefeningen in werkelijken dienst moeten blij ven of komen, met vermelding tevens van den duur van het verblijf in werkelijken dienst: Lick- Getal tingen. Korpsen. dagen. 1907 de rog. inf. der Lste en der Hide divisie 11 de comp. wielrijders, met uitz. van de viermaanders der 2o comp. 11 de comp. hospitaalsoldaten 11 de rog. vest.-art. 11 het, reg. genietroepen, mot uitz. van de mil.-"telegrafisten 11 1908 de reg. inf. der lste en der lilde divisie 11* de comp. wielrijders, met uitz. van de vierniaanders der 2de en der 4de compagnie 11 de comp. hospitaalsoldaten ill de reg. vest,-art. 20 het reg. genietroepen, met uitz. van de mil.-telegrafistea 11 1909 de reg. infanterie 26 de comp. wielrijders 26 de comp. hospitaalsoldaten 26 de mitrailleurafd., met uitz. van de 4de afd. 26 de rog. veld-art,, met uitz. van de treinafdeeling '27 het kor;>s pontonniers 26 het korps pantser fort-art, 20 het reg. genietroepen, met uitz. van de miL-telegrafisten '26 1910 de regimenten infanterie 26 de comp. wielrijders 26 de comp. hospitaalsoldaten 26 de mitraiileurafdeelingen 26 het korps torpedisten 19 1911 de rog. cavalerie 20 de reg. veld-art,, met uitz. van de trein,afd. 27 het korps rijdende art. 27 het korps pontonniers 26 de reg. vest.-art. 27 het korps pantserfort-art. 27 het reg. genietroepen, met uitz. van de mil.-telegrafisten 26 19115 de rn iliciens -paa rden verzorgers 26 (St. CtJ) RANGLIJSTEN VAN ONDEROFFICIEREN. De inspecteur der infanterie heeft als zijn zienswijze aan de korps-commandanten mede gedeeld, dat aangezien de algemeene eischen voor bevordering tot adjudant-onderofficier (instructeur van -administrateur) gelijk zijn, een sergt.-majoor-instr., die voorkomt op de wapenlijst voor bevordering tot adj.lond.-off.- instr. en overgaat in den rang van sergt.-maj.- adm., ook bekoort te worden overgebracht op de bevorderingslijst voor adj.-ond.-off.-administra- teur. (Avp.) Voor den inbond dezer rnbriek stelt de Redactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stnkken, geplaatst of niet geplaatst, wordt den inzenders de copie niet terueces'even. Mijnheer de Redacteur 1 Verzoeke beleefd eenige plaatsruimte ia uw. veel gelezen blad. Bij voorbaat mijn dank. Uw blad lezende van j.l. Dinsdagavond, 3 Februari kwam ik een stukje tegen „Betere bestrating". Gaarne zou ik. de Edel Achtbare heeren Burgemeester en Wethouders in over weging' wenschen te geven eens een kijkje gaan, welke zelfs de uiterste grenzen van bet ouderlijke recht tot kastijding' verre over schreed. „Dat is een schandaal", zeide de dokter, na de v. oude aan het voorhoofd te hebben ver- boi: en, „ik ga terstond op bet politiebureau er aangifte van doen, opdat die barbaar ter verantwoording worde geroepen." Alvorens de dokter vertrok, beval hij nog aai;, het kind te bed te brengen en het eenige uren rust te gunnen, want dat er na deze op winding een groote ontspanning zou volgen. Egon stond met met het grootste genoegen xijn bed aan de kleino Irma af, en Irma zag niet weinig verbaasd al die toebereidselen aan. welke men om harentwil maakte, totdat eindelijk het haar pijn doende hoofd op het zachte kussen lag neergevlijd. Zooals de dok ter voorspeld had, viel het meisje eenige ©ogenblikken daarna in slaap. „Onze eend is inmiddels verbrand", wa6 de houtvester van meening, nadat de rust her steld was en de honger zieh des te meer deed gevoelen. ..Dat wel niet," zeide z'n vrouw;, „maar ze zal koud geworden zijn, want ik heb haar van *t vuur gezet." „Geef maar op, ze zal koud ook wel sma ken!" „Kijk eens vader, wat ik in de gang gevon den heb!" zei Egon en hief het touw van m'r.eer Ranzig omhoog. „Ha!" zeide tie hontvester, „dat is een cor pus delicti; steek het maar achter den spie gel, xc'n jongen, en kijk er dikwijls naar, op dat je moogt beseffen, hoe goed het je gaat!" Een uur later zat vrouw Willifred aau het bed van Irma, die zooeven wakker geworden was. „Moet ik weer naar huis?" vroeg het kind, alvorens het volkomen meester was vai\ haar denkvermogens, en keek daarbij vrouw Wil lifred vol angst aan. „Neen", zeide deze, glimlachend om den angst van het kind, „je gaat in geen geval meer naar huis en waarschijnlijk mag je bij ons blijven. Wil je dat?" Het gelaat van Irma verhelderde, alsof het door de zon werd beschenen; zij knikte even, min of meer schuchter. Toen greep zij do hand van vrouw Willifred en kuste die. IV. OP HET POLITIEBUREAU. De dokter hield woord; nog in den loop van den namiddag verscheen de geneesheer van het gerecht, om het kind te onderzoeken en rapport uit te brengen. Gevaarlijk waren I de verwondingen niet, maar zeer pijnlijk. Hij was van meeniug, dat het kind na een of twee j dagen het bed zou kunnen verlaten, maar j wegens de wonde aan het voorhoofd nog de kamer moest houden. Maar ook d&t zou over eenige dagen gene- zen zijn. Na het verslag van den gerechtedokter te hebben gehoord, meende de commissaris een arrestatie onnopdig. Nochtans werd de houtvester met zijn vrouw alsook het echtpaar Ranzig daags na Kerstmis op het commissariaat ontboden, om de voorvallen te constateeren, welke tot de laatste mishandeling geleid hadden. De houtvester verscheen en werd het eerst gehoord. Hij verhaalde wat er gebeurd was en voegde zijn bedenkingen omtrent de eigen lijke afkomst van het kind er bij, bedenkin gen, zooals bij zeide, die in nog hoogere mate door zijn vrouw werden gedeeld. De politie is aan het romantische maar al te zeer gewoon; bij nadere beschouwing lost het romantische zich op het proza van het alledaagsche leven; zij hechtte dus aan die geuite bedenkingen volstrekt geen gewicht. Niettemin sloeg men de papieren op, die der politie ter beschikking stonden, zonder even wel iets te vinden. De familie Ranzig stamde niet uit de stad; legitimatiebewijzen voor de kinderen waren er niet; hij had zich zeiven aangemeld, met vrouw en twee kinderen, een jongen, die achterlijk van geestvermogens was— dezelfde, dien onze lezers kennen onder den naam van Ingomar en een meisje, Ir ma geheeten. Verdere gegevens hestonden er niet, en de politie had destijds ook geen reden de aangifte van Ranzig in twijfel te trekken. Op grond mn deze aangiften was dan ook Ir ma als „Irma Ranzig" opgenomen in de school, waar zij zich gedroeg als eene opge wekte, opmerkzame leerlinge, als zij ter school verscheen; in haar uiterlijk echter was zij slordig, zij ontbrak dikwijls en huiswerk was er van haar niet te krijgen, ho? menigmaal gjj oolc deswege vermaand en gestraft was ge- worden, wanneer zij het niet maakte in de school; ook ontbraken alle schoolboeken. j j Nadat de houtvester het noodige gezegd I had, werd vrouw Ranzig in verhoor genomen, j Zonder terughouding gaf zij op de vraag naar naam en voornaam, geboorteplaats en datum j harer geboorte antwoord en verhaalde dan j de aangelegenheid, welke echter, volgens jliaar, zich werkelijk anders had toegedragen, j dan Willifred getuigd had. Het was slechts oen kleine terechtwijzing geweest, die irma had gekregen, omdat zij zoo'n schrikkelijk j leugenachtig kind was. De wonde hoven het i oog was het gevolg van een onstuimige be- weging door Irma gemaakt; van de ontvel- j ling op het hoofd, ten gevolge van het uitge- rukte haar, wist vrouw Ranzig niets af, maar het stuk touw, dat hij de akten was gevoegd, I moest zij erkennen, als het werktuig, waar- j mede de kleine terechtwijzing was toegediend. „Ge hebt nog een zoon?" vroeg de commie- 'saris na haar bedaard te hebben laten uit spreken. „Ja." „Hoe heet hij?" „Frans, maar wij noemen bem Ingomar.1* „Wanneer ie hij geboren?" „Den 24en October." „Van welk jaar?" „Hij wordt nn elf jaar." „Dus in 1848. Waar is hij geboren?" „Te Hiinfeld." De ambtenaar, eeu oude, in do praktijk doorkneed en uiterst geslepen, zette nu. in plaats vau eeu bril, een paar in montuur ge vatte notendoppen op. Deze notendoppen bad- deu elk een opening in het midden, waardoor men keek. Als uit een donker hol fonkelden zijn pupil len, en vrouw Ranzig, die aanvankelijk nieuwsgierig dat gedoe had gadegeslagen, kon geen blik van deze gloeiende oogappels afwenden. Zij was er als door betooverd. „Nu doe je mij dezelfde opgaven omtrent Irma! Waar is zij geboren?" Deze laatste vraag deed de ambtenaar vlug en met luide 6tem. „Welnu?" beet hij de verlegen gewor den vrouw toe: „Waar? Gauw wat! Waar prakkezeer je over?" „In., in.... Frankenthall" zeide vrouw Ranzig. „Waar ligt dat? Vlug wat, ik heb geen tijd! „In R'ijnpruisen." „En wanneer? Wat talm je toch? Je zult toch wel weten, wanneer je tónd geboren is?" „In het jaar 1855." „Datum." „Den 12 Mei." De commissaris nam zyn zonderlingen bril weer af, sloot het proces-verbaal en liet k$ti onderteekenen. „Zoo, je kunt vertrekken. Toen de vrouw buiten was. wendde de amb tenaar zich tot Willifred: „Haar zon ik kun* nen arresteereu, want ze heeft gelogen. Wan-i, neer haar opgaven juist waren, dan zon heit meisje thans eerst vier jaar zijn en liep nog. j lang niet naar school. Nu zullen we Ranzig, in verhoor te namen." (Wordt vervolgd'.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 6