J? tr.crYeahuyzen. -&arteyorjssi
Opruiming.
Opruiming,
STADSNItUWS.
Staten-Gener^al.
Bloembollencultuur.
Letteren en Kunst.
Leger en Vioot.
sieEznüom
Van onze Rechtbank
TWEEDE KAMER.
3EWISSELDE STUR K EN.
•"^Aardappelenwet.
Ingediend is een wetsontwerp, houdende be
palingen tot wering van ziekten van aardap
pelen.
Voorgesteld wordt o. a. te bepalen, dat tot
wering van do a ardappelenziekte (zwarte
schurft, „black scab"), veroorzaakt door
>- dob otica", en van de diep
schurft veroorzaakt door „Spongospora sub ter -
ranea", door de kroon do in- en doorvoor van
aardappelen uit bepaald aangewezen landen
kan- worden verboden of niet dan voor
waardelijk toegestaan; alsmede dat het verbo
den is aardappel-en, waarvan de in- of door
voer voorwaardelijk is toegestaan, in- of door
te voeren langs andere dan door den minister
van Landboouw, Nijverheid en Handel aan te
wijz n eerste kantoren; en dat indien in- of
doorvoer is toegestaan onder voorwaarde van
voorafgaand onderzoek, voor dat onderzoek
vergoeding van kosten wordt geheven naar
door de Kroon vast te stellen tarief.
Hoewel de ziekte bovengenoemd hier te
lande tot dusver nog niet is voorgekomen,
mo t zegt de minister van Landbouw, N.
cu H. in zijne toelichting tot hot wetsont
werp rekening worden gehouden met de
me vlijkheid, dat zij bij invoer van pootaard-
appelen haar intrede doet.. Is het op dezen
grond reegis wenschelijk voorschriften tot we
ring der gevreesde ziekte uit te vaardigen, ook
het belang van onzen uitvoerhandel vordert
dit, daar zonder deze voorschriften de invoer
van aardappelen in de Vereenigde Staten van
Amerika niet is toegestaan.
Het maakt een punt, van ernstige ©verwo»
ging uit, of niet de invoer van aardappelen
uit Engeland en Schotland (niet uit Ierland,
waar de ziekte slechts in zeer geringe mate
is opgetreden, maar waar zij van overheids
wege; zoo krachtig is bestreden, dat van eene
ernstige uitbreiding geen sprake is) geheel
dient te worden verboden of althans onder
streng toezicht geplaatst.
Aangezien mag worde» aangenomen, dat
hier en daar in ons land de diepschurft voor
komt, mo t ten opzichte van het gevaar van
overbrenging voor deze ziekte een ©enig tins
ander standpunt worden ingenomen dan voor
de black scab.
Daarom heeft de Minister gemeend krach-
koming te moeten bevorderen van een alge-
tens art. 1 der Piantenziektenwet de totstand-
meenen maatregel van bestuur met provisori
sche wetskracht van 23 Januari jX, houdende
bepaling tot wering van de aardappel wrat-
ziekte (zwarte schurft „black scab"), veroor
zaakt door „Chrysophlyctis endobiotica" en
van de diepschurft, veroorzaakt door „Spon
gospora subterranoa". Daaruit volgt, echter
nog niet, dat de voorgenomen maatregelen te
gen beide ziektei. tegelijkertijd behoeven te
worden genomen, daar wegens het minder ern
stig karakter ten opzichte van de diepschurft,
voorloopig althans, een meer afwachtende hou
ding kan worden ca au ge nomen dan ten op
zichte van de black scab bot geval is.
Volgens art. 3 der Piantenziektenwet moet
te gelijk met de afkondiging van een al geniee
nen maatregel van bestuur als bedoeld in art.
1, een voorstel van wet, houdende regeling
van het in dien maatrog 4 geregelde onder
werp, aan de Tweede Kamer der Staten- Ge
nei-aal worden gezonden. Het onderhavige
wetsontwerp beoogt, aan dit voorschrift uit
voering fce geven. Voorgesteld wordt te be
palen, dat deze wet kan worden aangehaald
ender den titel van „Aardappelwet".
ner a.s. concurrenten. Voorts vragen wij ons
af hoe hij aan do wetenschap is gekomen
om schriftelijk te durven verklaren, dat da
best© bollen niet naar Amerika worden ver
zonden? of was hij wellicht in de gelegenheid
om tijdens den pakt ij d bij alle exporteurs van
bloem lollen naar Amerika eens een kijkje te
gaan nemen, en leidde de daar opgedane er
varing hem tot deze verklaring?
Natuurlijk is dit niet het geval en heeft hij
dit soort van aanbeveling voor eigen huis aan
gegrepen om daarmede de concurrentie te
schaden. Hiermede heeft hij echter het doel
voorbij gestreefd, want zeker toch is hij niet
naïef genoeg om te veronderstellen, dat da
Amerikaansche handelaren van hem den
onbekende zoo maar zullen aannemen, op
zijne schriftelijke verklaring, dat hij de al
lerbeste bollen zal zenden en dus als een
reddende engel zal optreden. Maar wanneer
do concurrenten wier zendingen hij fei
telijk zonder do minste aanleiding afkeurt
eens onderling afspraken om zijn naam in
Amerika niet méér fce ontzien, dan hij in zijn
schrijven hunne zendingen ontziet, dan zou
hij waarschijnlijk weldra ervaren, dat voor de
opstelling van een 2de strooibiljet ter aanbe
veling van zijn reiziger de aanleiding ont
breekt. Ook van eene andere zijde bezien
is dit soort van aanbeveling, vooral tegenover
Amerikanen, misplaatst. ,Wij weten uit de
praktijk, dat het beweren, als zouden de bes
te bollen niet naar Amerika worden gezonden,
j bij Amerikanen gemakkelijk ingang heeft ge-
i vonden. Tot voor zeer korten tijd heeft de
j geheele L-loembollenhandel juist door het
i leveren van beste bloembollen hiertegen
gestreden en volgens Amerikaansche tuin-
bouwtijdschriften en volgens mondelinge ver
klaringen van Amerikaansche importeurs is
ten slotte bereikt, dat dit standpunt is over
wonnen. Nu is het in het algemeen belang
van het vak in elk opzicht ongewenscht, te
b pjoeven aan dit praatje opnieuw voet te
geven en bovenal voor eene Hollandsche fir
ma ongepast om zich aan eene oplaaiïng van
dit praatje schuldig te weten. Het is onnoodig
hier den naam der bedoelde firma te noemen,
zij blijve het geheim der redactie, maar voor
eene herhaling van eene zoo ergerlijke hande
ling hopen wij dat zij voortaan zich zal
weten te behoeden. Wbld. v. Bl.C.
EENE AFKEURENSWAARDIGE AAN
BEVELING.
Tot den Amorikaansehen handel richtte
nis aanbeveling voor haren reiziger die voor
ide eerste maal Amerika zal bezoeken
op 2S December 1913 oene ons bekende en
,te Lisse gevestigde firma een schrijven,
waarin de volgende zinsnede voorkomt:
„Ongetwijfeld is het u bekend, evenals
„dit aan de Amerikaansche bloemisten en
„bloemkweckers algemèen bekend is, dat
„de leste en de grootste bloembollen wor-
„den gezonden naar de verschillende Euro-
„peesche landen en niet naar Ame-
r: k a".
Wanneer wij aan deze zinsnede opehaar-
heid geven, dan doen wij dit met de bedoe
ling om daarover onze afkeuring uit te spre
ken en om voor dit soort van aanbeveling den
nieuweling exporteur in zijn eigen belang
te waarschuwen. Hem, die voor het eerst
Amerika zal laten bereizen, en dus overal
voor proefonl.-rs moet aankloppen, past eene
groote mate van omzichtigheid; vooral
me i hij zich niet laten verleiden tot het vel
len van een oordcel over de zendingen zij-
VERBINDINGSSPOOR VOOR DE E.. N. E. T.
Ter toelichting van haar verzoek om een
verbindingBspoor te mogen maken van haar
tramlijn op den hoek van de Rozenstraat en
hel Sta! ionsplein met hare tramlijn naar Bloe
mendaal, schrijft de directie der E. N. E. T.
in haar adi-es aan den raad, waarvan zij gis
teren melding maakten, het volgende:
Uit het bijgevoegde schetsje blijkt h. i.
dat het gewone verkeer van 't verbindings
spoor geen de minste hinder zal ondervinden,
aangezien dit, voor zoover het plaats vindt
van het viaduct naar den Kruisweg, ermee
evenwijdig loopt en voorzoover het plaats
vindt van het viaduct naar het Stationsplein,
reeds het bestaande spoor harer lijn naar Bloe
mendaal heeft gekruist en dus niet ermee in
aanraking komt, welke door het gewone ver
keer worden gevolgd op de teekening duidelijk
aangeven;
dat adressant» het verbindingsspoor in de
eerste plaats heeft gevraagd als dienstspoor,
teneinde bij het in> en uit dienst gaan barer
rijtuigen het' reeds zoo drukke Stationsplein
te ontlasten, wat zij zich had gevleid dat do
Raad reeds uit dien hoofde gunstig zou stem-
njen voor haar verzoek;
dat zij er met nadruk op wij3t dat, doör
het binnenkort met dubbel spoor uitrusten van
hare Bloemendaalscbe lijn, teneinde daarop
een frequenteren dienst te kunnen invoeren,
alsmede door het eveneens binnenkort in ex
ploitatie brengen van hare lijn naar Overveen,
het in- en uit dienst komen van wagens geene
zeldzaamheid meer zal zijn, wil adressante
zich op ieder oogenblik van den dag aan de
behoefte van goéd en voldoend tramverkeer
kunnen aanpassen, waarnaar zij, ook blijkens
de hierboven genoemde verkeersverbetieiringén
ernstig streeft;
dat zij het vertrouwen heeft dat de Raad
haar in dit streven zal willen steunen, aange
zien dit in bet belang i3 van de ingezetenen
der gemeente;
dat zij voorts aan het dagelijksch bestuur
van de gemeente had meegedeeld het verbin
dingsspoor in de toekomst dringend noodzake
lijk te achten, teneinde de mogelijkheid te
openen den bewoners van Bloemendaal en van
de uitgestrekte wijk om en nabij het Kle
verpark eene directe verbinding te kunnen
verschaffen met den Hout en de lijn van
adressant» naar Zandvoort, welke nu slechts
met overstappen zijn te bereiken, wat vooral
in de zomermaanden, waarin vele ingezetenen
zich met talrijke kinderen naar Zandvoort of
jden Hout begeven, niet zonder omslag of
oponthoud gepaard gaat en gepaard zal blijven
gaan indien de Raad onverhoopt bij het hier-
boven genoemd besluit mocht blijven;
j dat tenslotte het kleine verbindingsspoor
in het onverhoopte geval dat zich op de
baanvakken naar Bloemendaal of Overveen
een ongeval van emstigen aard zou voordoen,
waarbij de in de remise van adressante steeds
gereed staande nood wagen met hefwerktuigen,
brancard en verbandmiddelen zou worden ge-
requireerd, een dringende eisch zou bewijzen
te zijn, aangezien deze nood wagen over het
aangevraagde verbindingsspoor onmiddellijk!
zou kunnen doorrijden naar do plaats des
onheils, terwijl deze bij het ontbreken daar-
I van, door het feit dat zij als aanhangwagen
'door een motorwagen wordt getrokken, eerst
zou moeten rangeeren op het Stationsplein,
j wat bij eene aanwezigheid van wagens naar
j Bloemendaal, Overveen en Ceintuurbaan wel
I eens zou kunnen blijken onmogelijk of wel
uiterst tijdroovend te zijn;
j dat adressante zich bezwaarlijk kan voor
stellen dat de Raad de verantwoording zou
willen dragen van het daaruit mogelijkerwijze
voortvloeiende te laat komen dezer goedge
schoolde hulpbrigade, aan wier snelle ver
plaatsing bij het steeds toenemende tram-
en gewone verkeer niet genoeg waarde kan
worden toegekend.
BILJARTCLUB.
Woensdagavond hield do Biljartclub der
Sociteit Vereeniging haar jaarvergadering on
der voorzitterschap van den heer H. A. M. van
Veen. De jaarverslagen, uitgebracht door den
secretaris, den heer Weber en den penning
meester, den heer Brakken, getuigden van bloei
en vooruitgang.
De financien konden er echter beter voor
staan.
In de plaats van den heer Van Veen, die
Haarlem verlaat, werd tot voorzitter gekozen
dr. W. P. J. T. van Linden Tol. De heeren
Wagenaar Reisiger en Brakken werden als
leden van het bestuur herkozen.
Do heer Wagenaar Reisiger bracht dank aan
den heer Van Veen voor wat hij voor de Bil
jartclub heeft gedaan, hetgeen door applaus
onderstreept werd.
Medegedeeldwerd daarop dat voor den te
houden wedstrijd met de biljartclub der Socië
teit „Tivoli" te Utrecht een wisselbeker, be
nevens draagmedailles zijn uitgeloofd.
Zaterdag en Zondag speelt Haarlem te
Utrecht. Later komt Utrecht hier.
Voor de club komen uit de heeren dr. Van
Linden Tol, Stol, v. d. Erve, jhr. van Panhuys
en Po8thuma. Ook zullen een paar andere
heeren als reserve meegaan naar Utrecht.
GARNIZOENSBERIOHTEN.
De dirig. officier van gez. 8e kl. (majoor)
C. van der Worp, chef van de ziekeninriebting
te Haarlem, wordt overgeplaatst naar 's-Gra-
venhage en toegevoegd aan den inspecteur van
den geneeskundigen dienst der landmacht.
(Zitting van gisteren.)
Mishandeling.
Na de pauze stond terecht een jongen, die
in den nacht van Zondag op Maandag 16 op 17
November met eenige vrienden uit was. Ze
waren onder dien indruk van sterken drank
en kregen ruzie over een meisje.
Bekl. trok een mes en wilde den ander te
lijf. Hij werd evenwel tegengehouden en liep
toen door de Ged. Oude Gracht op. Een der
anderen liep hem met een mes na, waarop bekl.
toen stilstond en den ander, zekeren v. A. ter-
wijl hij over hem heen gebukt stond, een steek
in den rug gaf.
De getroffene werd door zijn vrienden naar
het St. Elizabethsgasthuis overgebracht, waar
hij tot 12 Januari verpleegd werd.
De deskundige moest constateeren, dat het
een zeer ernstige verwonding was, hoewel niet
levensgevaarlijk. Tijdens zijn verblijf in het
Gasthuis heeft de mishandelde ook longont
steking gehad, zeer waarschijnlijk als gevolg
van deze verwonding.
De getroffene zeide, dat hi), evenals beklaag
de onder den invloed van sterken drank was
en dat ook hij een mes in de hand had.
Het O. M. eischte, in aanmerking nemende,
dat ook de mishandelde aanleiding heeft ge
geven,, tegen den bekl. v. D. een gevangenis
straf van achtmaanden.
Bekl. vroeg een lichtere straf; hij heeft zich
altijd goed gedragen en gedurende den tijd,
dat v. A. in het ziekenhuis lag, voor diens moe- j
der gewerkt.
Iljj moest een patroon zoeken.
Een timmersmansknecht van Lisse was naar
Haarlem geweest om een patroon te zoeken.
Ze hadden toen een potje bier te veel gedron
ken. Op Hillegom gekomen kreeg hij woorden
met een der bewoners en gaf hem een paar
ferme klappen.
Geëischt werd hiervoor ƒ10 boete, subs. 10
dagen hechtenis.
Een Volendammer.
Voor de tweede maal verscheen een Volen
dammer voor de heeren, wiens zaak een vorige
maal was uitgesteld omdat de getuige niet van
Urk kon overkomen.
Gisterenmiddag was die getuige wederom
verhinderd, wegens ijsgang en daarom verzocht
de officier uitstel van behandeling dezer zaak.
De bekl. een Volendammer had hiertegen wel
bezwaren, want hij wilde wel gaavne bij de be
handeling tegenwoordig zijn, doch van den an
deren kant was het hem wel moeilijk óm de kos
ten. Hjj was nu al meer dan 2.50 aan reisgeld
kwijt en was nog niet gevorderd. De president
zeide, dat hij niet terug hoefde te komen en
dat vond hij best, maar dan wilde hij toch graag
vertellen hoe de visscherij-inspecteur zich ge
dragen had „als een leeuw," toen hij bij hem
in de schuit kwam.
En met veel pathos vertelde hjj toen hoe het
geval zich had toegedragen.
Ten slotte wilde hij, voor hij heenging, de
heeren verzoeken of zij wilden zorgen, dat hij
niet in de gevangenis zou komen. Hij had er
nooit ingezeten en hoopten dat dit niet zou
gebeuren ook.
Dan informeerde hij nog hoe hij de uitspraak
of hoe dat heet, te weten kan komen.
President: Dat komt wel inde krant.
Bekl. „Ja, ziet u, ik wil het liefst zoo gauw
mogelijk wet.
President. De officier of de griffier zal
het je wel schrijven.
Hij moest nog maar eens schrijven.
Dat vond bekl. best en hij wenschte dus
„Goeien dag samen!"
Strooper of niet.
Zekere A. was veroordeeld wegens strooperij.
Hij ontkende evenwel in den bewusten nacht
uit te zijn geweest. Met anderen, had hij ge
werkt aan een schuurtje, dat hij achter zijn huis
heeft getimmerd en in den avond, waarin de
strooperij zou hebben plaats gehad, heeft hij tot
na elf uur aan zijn schuurtje gewerkt.'
Gisterenmiddag waren op zijn verzoek een
viertal getuigen opgeroepen die zijn alibi moes
te bewijzen.
Zij wisten zich den juisten datum niet meer
te herinneren, doch wisten wel aan te geven,
dat het gebeurd zou moeten zijn in den tijd,
dat zij bezig waren aan het schuurtje.
Het O. M. gaf niet veel om deze verklarin
gen en bleef bij zijn eenmaal genomen requisi-
tori persisteeren, daar de veldwachters den man
herkend hadden en onder eede dit meermalen
bevestigd hadden.
Met een mes gestoken.
De volgende bekl., die niet verschenen was,
moest terechtstaan omdat hij met een mes ge
stoken had.
Hij had n.l. in de wachtkamer van het sta
tion te Warmer veer met een mes in de tafel
gestoken en hoorde voor deze baldadigheid een
boete eischen van 15.snbs. 10 dagen hech
tenis.
Rijwieldiefstal.
In dronkenschap had een Yelsenaar een rij
wiel weggenomen, dat onbeheerd voor een
bierhuis stond.
Hij zeida, dat hij het terug had willen bren
gen. doch er de kans niet voor had, omdat hij
den volgenden avond reeds door den veldwach
ter was aangehouden.
Hij had het rijwiel aan een logementhouder
te koop aangeboden, doch het niet verkocht.
Het O. M. eischte een gevangenisstraf van
vijf maanden.
Uitspraak in alle zaken Donderdag a.s. 12
Februari.
DE KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
van deze week bevat de volgende
PLATEN: Dr. D. A. H. W. Sloet. Een
„Shelter" van een wereldstad. Een ruiter
standbeeld van den vorigen Engelschen ko
ning teParijs. De vulkaan Soekoerasjima
in Japan in werking. Organistenwisseling
in Winterswijk. Paul Deroulède 1'. Storm en
orkaan aan de Westkust van New-Jersey.
Van een staking, die heel ongelegen kwam.
De Duitsche kroonprins en zijn doodskop
huzaren te Langfnhr. Een mooi panorama
van Parijs. Het Rijksmuseum te Amsterdam
(5). De onafhankeli.ikkeidsi'eesten op Banka
in Ned.-Indiö (3). De ZeerEerw. Pater Je-
sualdusi" Hoe de loude en de storm een zee
schip toetakelen. Herinnering aan den llOOen
j sterfdag van Karei den Groote. Een interes
sant kiekje in New-York. H. M. de Koningin
en Prinses Juliana ie midden van het gar-
nizoen van Den ITaag. Een verdienstelijk
religieus. De HoogEerw. Heer Mgr. J. D.
Jopen f. Een nationale tooneelwedstrijd voor
R. K. Dilottantenclubs. Een typische foto uit
de jongste vorStdagen.
TEKST: De Kroon van Alviara (vervolg).
Een groote macht (vervolg). Van Zierikzee
naar Parijs (vervolg). Onafhankelijkheids
feesten te Pangkal-Pihang op Banka. De ver
borgen schat. Dr. D. A. H. W. Sloet. Freuel
Thyra (vervolg). Bij onze pi a toe.
HERHALINGSOEFENINGEN.
Staat, aanwijzende de lichtingen en de korp
sen, waartoe de ingelijfden van de militie te
land behooren, die in 1914 voor herhalings
oefeningen in werkelijken dienst moeten blij
ven of komen, met vermelding tevens van den
duur van het verblijf in werkelijken dienst:
Lick- Getal
tingen. Korpsen. dagen.
1907 de rog. inf. der Lste en der Hide
divisie 11
de comp. wielrijders, met uitz. van
de viermaanders der 2o comp. 11
de comp. hospitaalsoldaten 11
de rog. vest.-art. 11
het, reg. genietroepen, mot uitz. van
de mil.-"telegrafisten 11
1908 de reg. inf. der lste en der lilde
divisie 11*
de comp. wielrijders, met uitz. van
de vierniaanders der 2de en der
4de compagnie 11
de comp. hospitaalsoldaten ill
de reg. vest,-art. 20
het reg. genietroepen, met uitz. van
de mil.-telegrafistea 11
1909 de reg. infanterie 26
de comp. wielrijders 26
de comp. hospitaalsoldaten 26
de mitrailleurafd., met uitz. van de
4de afd. 26
de rog. veld-art,, met uitz. van de
treinafdeeling '27
het kor;>s pontonniers 26
het korps pantser fort-art, 20
het reg. genietroepen, met uitz. van
de miL-telegrafisten '26
1910 de regimenten infanterie 26
de comp. wielrijders 26
de comp. hospitaalsoldaten 26
de mitraiileurafdeelingen 26
het korps torpedisten 19
1911 de rog. cavalerie 20
de reg. veld-art,, met uitz. van de
trein,afd. 27
het korps rijdende art. 27
het korps pontonniers 26
de reg. vest.-art. 27
het korps pantserfort-art. 27
het reg. genietroepen, met uitz. van
de mil.-telegrafisten
26
19115 de rn iliciens -paa rden verzorgers 26
(St. CtJ)
RANGLIJSTEN VAN ONDEROFFICIEREN.
De inspecteur der infanterie heeft als zijn
zienswijze aan de korps-commandanten mede
gedeeld, dat aangezien de algemeene eischen
voor bevordering tot adjudant-onderofficier
(instructeur van -administrateur) gelijk zijn,
een sergt.-majoor-instr., die voorkomt op de
wapenlijst voor bevordering tot adj.lond.-off.-
instr. en overgaat in den rang van sergt.-maj.-
adm., ook bekoort te worden overgebracht op de
bevorderingslijst voor adj.-ond.-off.-administra-
teur. (Avp.)
Voor den inbond dezer rnbriek stelt de
Redactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stnkken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt den inzenders de copie niet
terueces'even.
Mijnheer de Redacteur 1
Verzoeke beleefd eenige plaatsruimte ia uw.
veel gelezen blad. Bij voorbaat mijn dank.
Uw blad lezende van j.l. Dinsdagavond, 3
Februari kwam ik een stukje tegen „Betere
bestrating". Gaarne zou ik. de Edel Achtbare
heeren Burgemeester en Wethouders in over
weging' wenschen te geven eens een kijkje
gaan, welke zelfs de uiterste grenzen van bet
ouderlijke recht tot kastijding' verre over
schreed.
„Dat is een schandaal", zeide de dokter, na
de v. oude aan het voorhoofd te hebben ver-
boi: en, „ik ga terstond op bet politiebureau
er aangifte van doen, opdat die barbaar ter
verantwoording worde geroepen."
Alvorens de dokter vertrok, beval hij nog
aai;, het kind te bed te brengen en het eenige
uren rust te gunnen, want dat er na deze op
winding een groote ontspanning zou volgen.
Egon stond met met het grootste genoegen
xijn bed aan de kleino Irma af, en Irma zag
niet weinig verbaasd al die toebereidselen
aan. welke men om harentwil maakte, totdat
eindelijk het haar pijn doende hoofd op het
zachte kussen lag neergevlijd. Zooals de dok
ter voorspeld had, viel het meisje eenige
©ogenblikken daarna in slaap.
„Onze eend is inmiddels verbrand", wa6 de
houtvester van meening, nadat de rust her
steld was en de honger zieh des te meer deed
gevoelen.
..Dat wel niet," zeide z'n vrouw;, „maar ze
zal koud geworden zijn, want ik heb haar van
*t vuur gezet."
„Geef maar op, ze zal koud ook wel sma
ken!"
„Kijk eens vader, wat ik in de gang gevon
den heb!" zei Egon en hief het touw van
m'r.eer Ranzig omhoog.
„Ha!" zeide tie hontvester, „dat is een cor
pus delicti; steek het maar achter den spie
gel, xc'n jongen, en kijk er dikwijls naar, op
dat je moogt beseffen, hoe goed het je gaat!"
Een uur later zat vrouw Willifred aau het
bed van Irma, die zooeven wakker geworden
was.
„Moet ik weer naar huis?" vroeg het kind,
alvorens het volkomen meester was vai\ haar
denkvermogens, en keek daarbij vrouw Wil
lifred vol angst aan.
„Neen", zeide deze, glimlachend om den
angst van het kind, „je gaat in geen geval
meer naar huis en waarschijnlijk mag je bij
ons blijven. Wil je dat?"
Het gelaat van Irma verhelderde, alsof het
door de zon werd beschenen; zij knikte even,
min of meer schuchter. Toen greep zij do
hand van vrouw Willifred en kuste die.
IV.
OP HET POLITIEBUREAU.
De dokter hield woord; nog in den loop
van den namiddag verscheen de geneesheer
van het gerecht, om het kind te onderzoeken
en rapport uit te brengen. Gevaarlijk waren
I de verwondingen niet, maar zeer pijnlijk. Hij
was van meeniug, dat het kind na een of twee
j dagen het bed zou kunnen verlaten, maar
j wegens de wonde aan het voorhoofd nog de
kamer moest houden.
Maar ook d&t zou over eenige dagen gene-
zen zijn.
Na het verslag van den gerechtedokter te
hebben gehoord, meende de commissaris een
arrestatie onnopdig.
Nochtans werd de houtvester met zijn
vrouw alsook het echtpaar Ranzig daags na
Kerstmis op het commissariaat ontboden, om
de voorvallen te constateeren, welke tot de
laatste mishandeling geleid hadden.
De houtvester verscheen en werd het eerst
gehoord. Hij verhaalde wat er gebeurd was
en voegde zijn bedenkingen omtrent de eigen
lijke afkomst van het kind er bij, bedenkin
gen, zooals bij zeide, die in nog hoogere mate
door zijn vrouw werden gedeeld.
De politie is aan het romantische maar al
te zeer gewoon; bij nadere beschouwing lost
het romantische zich op het proza van het
alledaagsche leven; zij hechtte dus aan die
geuite bedenkingen volstrekt geen gewicht.
Niettemin sloeg men de papieren op, die der
politie ter beschikking stonden, zonder even
wel iets te vinden. De familie Ranzig stamde
niet uit de stad; legitimatiebewijzen voor de
kinderen waren er niet; hij had zich zeiven
aangemeld, met vrouw en twee kinderen, een
jongen, die achterlijk van geestvermogens
was— dezelfde, dien onze lezers kennen onder
den naam van Ingomar en een meisje, Ir
ma geheeten. Verdere gegevens hestonden er
niet, en de politie had destijds ook geen reden
de aangifte van Ranzig in twijfel te trekken.
Op grond mn deze aangiften was dan ook Ir
ma als „Irma Ranzig" opgenomen in de
school, waar zij zich gedroeg als eene opge
wekte, opmerkzame leerlinge, als zij ter school
verscheen; in haar uiterlijk echter was zij
slordig, zij ontbrak dikwijls en huiswerk was
er van haar niet te krijgen, ho? menigmaal gjj
oolc deswege vermaand en gestraft was ge-
worden, wanneer zij het niet maakte in de
school; ook ontbraken alle schoolboeken. j
j Nadat de houtvester het noodige gezegd
I had, werd vrouw Ranzig in verhoor genomen, j
Zonder terughouding gaf zij op de vraag naar
naam en voornaam, geboorteplaats en datum
j harer geboorte antwoord en verhaalde dan
j de aangelegenheid, welke echter, volgens
jliaar, zich werkelijk anders had toegedragen,
j dan Willifred getuigd had. Het was slechts
oen kleine terechtwijzing geweest, die irma
had gekregen, omdat zij zoo'n schrikkelijk
j leugenachtig kind was. De wonde hoven het
i oog was het gevolg van een onstuimige be-
weging door Irma gemaakt; van de ontvel-
j ling op het hoofd, ten gevolge van het uitge-
rukte haar, wist vrouw Ranzig niets af, maar
het stuk touw, dat hij de akten was gevoegd,
I moest zij erkennen, als het werktuig, waar-
j mede de kleine terechtwijzing was toegediend.
„Ge hebt nog een zoon?" vroeg de commie-
'saris na haar bedaard te hebben laten uit
spreken.
„Ja."
„Hoe heet hij?"
„Frans, maar wij noemen bem Ingomar.1*
„Wanneer ie hij geboren?"
„Den 24en October."
„Van welk jaar?"
„Hij wordt nn elf jaar."
„Dus in 1848. Waar is hij geboren?"
„Te Hiinfeld."
De ambtenaar, eeu oude, in do praktijk
doorkneed en uiterst geslepen, zette nu. in
plaats vau eeu bril, een paar in montuur ge
vatte notendoppen op. Deze notendoppen bad-
deu elk een opening in het midden, waardoor
men keek.
Als uit een donker hol fonkelden zijn pupil
len, en vrouw Ranzig, die aanvankelijk
nieuwsgierig dat gedoe had gadegeslagen,
kon geen blik van deze gloeiende oogappels
afwenden. Zij was er als door betooverd.
„Nu doe je mij dezelfde opgaven omtrent
Irma! Waar is zij geboren?" Deze laatste
vraag deed de ambtenaar vlug en met luide
6tem. „Welnu?" beet hij de verlegen gewor
den vrouw toe: „Waar? Gauw wat! Waar
prakkezeer je over?"
„In., in.... Frankenthall" zeide vrouw
Ranzig.
„Waar ligt dat? Vlug wat, ik heb geen tijd!
„In R'ijnpruisen."
„En wanneer? Wat talm je toch? Je zult
toch wel weten, wanneer je tónd geboren is?"
„In het jaar 1855."
„Datum."
„Den 12 Mei."
De commissaris nam zyn zonderlingen bril
weer af, sloot het proces-verbaal en liet k$ti
onderteekenen.
„Zoo, je kunt vertrekken.
Toen de vrouw buiten was. wendde de amb
tenaar zich tot Willifred: „Haar zon ik kun*
nen arresteereu, want ze heeft gelogen. Wan-i,
neer haar opgaven juist waren, dan zon heit
meisje thans eerst vier jaar zijn en liep nog.
j lang niet naar school. Nu zullen we Ranzig,
in verhoor te namen." (Wordt vervolgd'.