W.CTWzamjrfsen. t3 artel [Oris straat Opruiming. .Opruiming* Sociale Berichten. Letteren en Kunst. Sport en Wedstrijden. Rechtszaken. KERKNIEUWS. Voetbalpraatje, schijnsel van een Oostersch volt, geisoleerd in het Oosten, maar zich één gevoelende met de Westersche wereld. De Christelijke godsdienst gaat boven rasgemeenschap en kent geen ge- ographische samenhoorigheid." Prachtig getuigenis omtrent den bescha- venden invloed van het Christendom! zoo toekent de „Gelderlander" hier aan. „Toch wordt die heilrijke invloed, waar het ons Indië geldt, door onze liberalen nog steeds miskend en wordt van hun zijde steeds scham per en smalend op de „kerstening" afgegeven. Spanje, dat zijn koloniën aan de weldaden der christelijke beschaving deelachtig maakte, moet daarvoor, in plaats van waardeering, veeleer de grofste verwijten hooren. Maar thans schrijft het „Handelsblad" aan het hoofd van het hier bedoelde artikel een woord van den Amerikaan W. H. Taft, dat in dit opzicht aan Spanje recht doet wedervaren. ,,'t Is mij een behoefte" schreef deze, „ter eere van de groote oude Spaansche monarchie te zeggen, dat de Spaansche de eenige natie is geweest. in staat om een Maleisch tropisch volk vatbaar te maken voor een opleiding tot zelf-1 bestuur." Kunnen Nederland of Engeland op derge lijke resultaten van kolonisatie wijzen? HET CENTRAALSTATION TE AMSTER DAM. Naar dooi- de „N. R. Ct." wordt vernomen, zal de vergrooting van het Centraal-station te Amsterdam, die is aangekondigd, hierin bestaan, dat er aan de drie bestaande per rons nog twee worden toegevoegd. In het geheel zal het Centraal-station dan dus vijf pe; ons tellen. Wat betreft de verbetering van den westelijken toegang tot het station, deze zal dienen om aan de treinen uit en naar de richtingen Haarlem en Zaandam een eigen spoor te geven. Het gevolg van deze werken zal zijn, dat het rangeerterrein om en nabij het Centraal-station, welk terrein zeker niet te groot was, alweder kleiner zal worden. Daarom ligt hot in de bedoeling een deel van o'. Westerdok en ook van bet Oosterdok te plempen en bij de be staande ran- -i-Lerrein. te voegen. DE 11 V A HEEMMERMEERSPOOE. Naar wij vernemen, zal de spoorlijn Am sterdam bovenkerkAalsmeer, een der lij nen van do Haarlemmermeerspoor, vermoe delijk 1 0< ober geopend worden. Zeker is dit nog nier, aangezien men er niet te veel op rekenen moet, dat geen nieuwe verras singen va i grondverzakkingen enz. de ope ning der iiju zullen ui.-tellen. De fundec- ringen van liet stationsgebouw a m den Am stelveen-chenweg te Amsterdam zijn ge legd. De lijn Aalsmeer—Uithoorn, met een zijtak naar Bovenkerk en Alpheji, komt ver moedelijk eerst in Mei van het volgende jaar in exploitatie. Jhr. G. J. J. N. DOMMER VAN FOLDERSVELD. t In den ouderdom van 67 jaren te Ubbergen «verleden de heer jhr. G. J. J. N. Dommer van Poldersveldt, lid van Gedeputeerde Staten van Gelderland. Van 1874 tot 1881 was hij burgemeester van Groesbeek en sedert 1879 lid van de Pro vinciale Staten van Gelderland. Hij was ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. De kennis van mijnheer. Een bewoner van den Overtoom te Amsterdam kreeg de zer dagen bezoek van iemand, die zeide eon goede kennis van mijn1 eer'e broer te zijn en dit zoo aannemelijk wist te maken, dat hij erin slaagde f 200 terieen te krijgen, naar het heette om een zaakje te koopeu. Later bleek, dat men hier met een oplichter te doen had, die, nadat van het geval bij de politie aangifte was gedaan, opgespoord en opgesloten is. El ctroteckniek in het spoorwegbedrijf. Rijdt men te Utrecht liet station binnen, dan bemerkt men, dat werklieden bezig zijn tusschen de rails kabels te leggen. Dit kabelsleggen, dat tussehen den treinenloop door moet geschieden, dient voor eene al- geheole electrische bediening van 36 wissels in het station Utrecht. De seinwachter kan door een eenvoudige vingerbeweging veel sneller met de wissels manipulee-ren. Bui tendien kan hij op het seinhuis dan zien, hoe de wissels liggen. Alleen door de elc- trotf—hi >k i; dit alles mogelijk. De Milliopnenerfenis. Uit Rouveen wordt aan de „Z. w. Ct." bericht 't Is hier tegenwoordig weer een heele drukte met de erfeniszaak-Pieter Teyler van der Hulst." Reeds zijn een 3-tal vergaderingen gehouden, waar als spreker optrad de heer Gerritaenuit Zutfen. Deze heer beweert, dat de erfenis van 68 millioen beslist binnen een half jaar sal los komen Dat van Marle uit Apeldoorn de saak niet heeft los gekregen, lag hieraan, volgens Ger ritsen, dat deze de zaak niet goed heeft, aan gepakt. Dat er veel belangstelling is hier ter. plaatse voor deze zaak, blijkt hieruit, dat de zalen 's avonds propvol waren, maar toen t op een collecteeren aanging, viel 't niet mee, ten minste op een vergadering werd slechts ruim ƒ2 opgehaald. Uit dit laatste zou men men kunnen afleiden, dat de menschen toch wel een sikkepitje wijzer worden Bjjna Raad-loos. Te Nuenen hebben twee leden van den gemeenteraad bedankt. Naar ver luidt zouden nog twee anderen dit voorbeeld volgen, zoodat dan, met den benoemden wet houder tot gemeente-ontvanger, de gemeente voor de verkiezing van vijf raadsleden zal ko men te staan. De bedankjes moeten zitten in het feit, dat de twee Raadsleden ook zin in het baantje van ontvanger hadden. en den zoon. Dat zijn vier man; daarbij komt nog de hond, dien jij nog wel zult kennen hè, en die het heele huis op stelten brengt, als hij ons in den neus krijgt. Dus, wat zouden wij daar kunuen uitvoeren?" „Op de eerste plaats is de boschwachter op onze hand." Ranzig keek zijn vrouw ten eeuen male ver bluft aau. „Z;e je, Ranzig,ging deze met een gevoel van meerderheid voort, „men moet nooit uit spraak doen over een zaak, welke men nog niet kent, maar eerst zich van ales op de hoogte stellen, dan eerst kan men zeggen of 't kan of niet." „Maar hoe is dat dan mogelijk?" „De boschwaehter heeft dezer dagen hoog gaande ruzie gehad met den huotvester. Hij heeft een oogje op Irma, en als wij hem be loven dat meisje in handen te spelen, doet bij alles wat wij willen." „Je hebt van nacht dus toch 'n slag van de molen beet gekregen!" merkte Ranzig schok schouderend aan. „Of heb jij soms óók 'n plan ermee hem w«s te maken, dat je inderdaad kunt volbrengen, wat je beloofd?" „Niets gemakkelijker dan dat," hernam grouw Ranzig en knipte met hare vingers. ^ie paar dnizend thalers nemen wij K>k Ciie Irma hij ons op. In de gewelven ie toor alles plaats." Ranzig sprong op en keek z'n vrouw ver- yard aan alsof hij haar niet verstaan had. „Non, waarom staar je mij zoo aan?" «Dat is 'n zeer ernstige geschiedenis." CIJFERS. In het Kath. Soc. Weekblad geeft de heer Emile Verviers een overzicht van de Ned. vakbeweging, waarin cijfers, die eenerzijds blijdschap, anderzijds droeve bezorgdheid wek ken. In het jaar 1907, het eerste jaar, waarin eene statistiek gegeven werd, bestonden er in ons land 1302 vakvereenigingen met 67,712 leden; terwijl op 1 Januari 1913 het aantal vakvereenigingen geklommen was tot 2800, met 189.030 leden. En nog steeds stijgt, door actie van verschillende zijden, het aantal der georganïseerden en daardoor ook de macht der organisaties. Deze bijna twee maal honderd duizend ge- organiseerden ziin voor een groot deel ook ge centraliseerd; velen evenw.el staan nog buiten de centrale organisatie, wat over het alge meen gesproken niet de beste toestand is. Bot singen, directe actie en dergelijke zullen eer der uitgaan van zelfstandig georganiseerden dan van hen, die in een centrale organisatie zijn verbonden. Yan de 189.030 vakbonders waren op 1 Jan. 1913 (sedert dien zijn de cij fers reeds weer sterk verbeterd) 101.428 in eene centrale organisatie. De centrale organisaties zijn ten getale van vijf: het Nat. Arbeids-Secretariaat (N. A. S.), dat anarchistisch is en 8.097 leden telt; het Ned. Verbond van Vakvereenigingen (N.V.V.), dat socialisch genoemd kan worden en 61.447 leden telt het Christelijk Nat. Vak verbond (Ohr. N.V.), dat Protestanten en in terconfessioneelen omvat en 7.944 leden telt; het Bureau van de R. K. Vakorganisatie (RJLV.) dat de katholiek georganiseerden om vat en 21.096 leden telt, en het onlangs op gerichte Ncd. Verbond van Neutrale Vak- tereen. (N.V.N.V.) ,dat 2844 leden telt, die zich van het N.V.V. hadden afgescheiden^, wijl dit te veel in socialistisch vaarwater koerste. Wanneer wij deze cijfers der centraal-geor- ganiseerden naderbij beschouwen, maken zij geen gunstigen indruk, merkt De Tijd hierbij op. Van de 101.428 georganiseerden, zijn er 21.096 katholiek. Nu is dit cijfer sinds 1 Jan 1913 wel veel verbeterd en telden wij op 1 Jan. 1911 reeds. 28.000 leden, een verbetering dus van 7000 leden in één jaar tijd, maar percents gewijze blijven wij toch in achterstand. Be- droe.vender is evenwel het lage cijfer van Pro testanten, interconfessioneelen en neutralen, die samen slechts 10.788 leden halen. Tellen wij de partijen der orde, als wij ze zoo noemen mogen, samen, dan komen wij tot 31.884. De partijen der socialisten en anarchisten tellen daartegenover 69.544. Er is dus onder het ge- loovig protestandsche gedeelte onzer werklie. den een groote achterstand of is hun aantal niet zoo groot, als men meent? Evenwel, velen,, die georganiseerd zijn, heb ben zich nog niet aangesloten bij een der vijf genoemde organisaties; hun aantal neemt echter af. Op den genoemden datum van 1 Jan. 1913 waren er nog 87.602 vakgeorganiseerden, die bij geen centrale organisatie waren aan gesloten. Deze niet-centraal-georganiseerden waren aldus verdeeld: Katholieken,, 9673; Pro testanten, 8382; interconfessioneelen, 1099; niet-confessioneelen, 73.448. Hier rijst de groo- Ale het aan den dag komt, zijn wij verloren menschen." „Maar het komt niet aan den dag." „De houtvester evenwel kan wakker wor den en ons herkennen!" „Dat wel. Maar de „muntmeester" Is van meening, dat wij hem koud konden: maken." Alhoewel het volstrekt niet warm was, kwa men op Ranzigs slapen groote zweetdroppels te voorschijn en hij tastte onwillekeurig naar zijn hals. „Je wilt me met 'n moord bezoedelen?" „Ik? Mij? Zwakhoofd!" merkte vrouw Ran zig minachtend aan, „dien laad ik op hem." Ranzig begon zijn vrouw met zekeren eer bied te beschouwen. De koude rillingen gin gen hem over den rug, en zij kon nog 'n grap verkoopen, terwijl zij van 'n zeer ernstig ge- meenden moord op haren evenmensch sprak. „En de anderen?" vroeg Ranzig benepen verder. „Ook!" gaf zij kortaf ten antwoord. Ranzig liep 'n poos zwijgend de gelagkamer op en neer, met de handen op den rug ineen geslagen. „Ik maak er niets uit," mompelde hij ein delijk half-luid, „in 't voorbijgaan iet» te ne men, wat 'n ander toebehoort. Want waarom behoort het een ander? „Schei toch uit met dat domme geklets," dus onderbrak vrouw Ranzig de alleenspraak van haar man. „Het is haast niet om aan te hooren, zooals de „schele Vos" zegt. Als je daarmee begint, ia het apenkooi." De „schele Vos" was vroeger advocaat v*n te vraag: waarheen sullen zioh op den duur die 78 dnizend niet-confessioneelen wenden? Zij sullen, na verloop van eenige jaren, door den drang der omstandigheden en door de ge voerde actie, opgaan in een der 5 centrale or ganisaties. Het is geen ongemotiveerde angst, al wij vreezen, dat de overgroot» meerderheid bij de socialistische organisaties sal terecht komen. Uit de cijfers blijkt genoegzaam, dat de protestant8che en interconfessioneele organi saties geen macht bezitten en geen aantrek kingskracht uitoefenen. De partijen der orde hebben in de toekomst^ vreezen wij, zeer weinig te verwachten van deze niet-centraal-georgani seerden. Tellen wij nu de centraal-georganiseerden en niet-centraal-georganiseerden samen, dan ko men wij tot de volgende cijfers: Katholieken 30.769; Protestanten 6111; interconfessionee len 6314; totaal 43.194. Het aantal der niet- confessioneel-georganiseerden, du» leden, die socialistisch zijn of in de toekomst grooten- deels zullen worden, bedraagt 145.836; dus honderd duizend meer. Percentsgewijze uitge drukt zijn deze cijfer»voor Katholieken 10.28, voor Protestanten 8,23, voor interconfessionee len 3.34 en voor de niet-confessioneelen 77.15. En daar komt nog bij het onloochenbare ver schijnsel, dat de protestantsche vakvereeni gingen elk jaar absoluut en relatief achteruit gaan! Met voldoening mag er op gewezen worden, dat de katholieke vakorganisaties voordurend in bloei toeneemt. Maar het zien van ruim 77 pCt niet-confessioneel georganiseerden bederft veel van die reohtraatige vreugde over den vooruitgang in eigen roomschen kring. Wat toch zal de toekomst baren, als van de zijde der geloovige Protestanten zóó weinig hulp ver wacht kan worden? Droevig stemt ook de verhouding der orga nisaties in de vier groote steden des lands. Te Amsterdam staan 2680 katholiek-georganiseer- den tegenover 42936 niet-confessioneel georga niseerden; te Rotterdam zijn de cijfers der ka tholiek- georganiseerden nog ongunstiger, n.l. 1283, tegenover 16.953 niet-confessioneelen; in den Haag 1293 tegenover 10720, dus gunstiger dan in Roterdam. Utrecht haalt met 1200 tegenover 4197 een vrij gunstig cijfer. En hoe zal 't hier in Haarlem zijn? VAN ELDERS. RAAD VOOR DE SCHEEPVAART. De stranding van het atoomschip Betsy Anna. De Raad voor de Scheepvaart stelde een onderzoek in betreffende de stranding1 op 80 Jan. j.l. bezuiden Egmond van het s.s. Betsy Anna, gezagvoerder H. P. de Jonge; reeder W- H. Berghuys te Amsterdam. Het s.s. Betsy Anna is op reis van Hart lepool met steenkolen naar Amsterdam', op 30 Januari JToq mtëtïg weder bij Egmond (paal 45) gestrand. De equipage bestaande uit 17 koppen, werd met de reddingboot aan land gebracht; het schip werd den volgenden dag door de sleepbooten Hercules, Atlas en de Oyclop van de sleepdienst Zur Mühlen vlot gebracht en te IJmuiden binnen gesleept. Bij onderzoek bleek het Bchip weinig wa ter te maken. Den gezagvoerder H. P. de Jonge werd' door den voorzitter medegedeeld dat het on derzoek ook zal loopen over de vraag of de ramp ook te wijten is aan eene daad of nalatigheid zijnerzijds. Deze getuige buiten eede gehoord deelt mede dat het schip op 29 Januari van West- Hartlepool vertrok beladen met steenkolen bestemd voor Amsterdam. Den 3Gsten Jan. 's nam. te 8 uur werd het mistig en werd er gestopt om te looden. De eerste stuurman loodde met het zware lood en bevond 9 vadem water, zand met schelpen. Het was nagenoeg hoog water. Hij heeft daarop hard stuurboords roer ge geven en volle kracht vooruit gestoomd; het schip draaide wel tot N.O., doch bleef vast zitten. Het bleef dik van mist tot 9 uur en er werden noodseinen gegeven. Er kwam toen een sleepboot in 't zicht aan wien de gezagvoerder vroeg om in de nabij heid te blijven. De sleepboot verwijderde zich echter. Het schip kreeg toen zware slagzijde en er kwamen zware zééën over. Te 12 uur kwam de reddingsboot langszijde en werd er scheepsraad belegd on besloten het schip te verlaten, omdat men bang was dat het breken zou. De geheele equipage ging daarop 1 van boord. slechte zaken en beunhaas geweest. Daarbij begon hij gelden te verduisteren en viel ein delijk in handen van 't gerecht. Van nn af ging het snel met hem bergaf,en, nu 'n jaar gele den, werd hij iemand, die uitsluitend leefde van diefstal. Daar hij geen eigenaar kon zijn, werd hij dief. „Wanneer wij zelfs wat door anderen geno men werd opkoopen, dan maak ik daarvan I nog minder een gewetenszaak," philosopheer- :de m'neer Ranzig verder, „maar moorden?.. En die Irma? Vrouw blijf met je vingers van :die Irma! Die Irma is onze kwade ster." i ,,'n Ster!" lachte vrouw Ranzig schamper, „een dwaallichtje is. ze, en ik wil haar tus sehen m'n vuisten platdrukken, zoodat er niets meer van haar overblijft." „Irma was nog maar pas bij ons," ging Ran zig voort, „toen onze arme jongen, Ingomar, zoo leelijk viel, en met het plezierige kunste naareleven was het gedaan. Wij wilden haar grootbrengen, opdat ze voor ons den kost zou verdienen, en wij moesten vluchten. Toen je haar weer zaagt en maar heel even aan je toorn lncht wildet geven, toen verscheurde de hond je haast en je kwaamt in de gevangenis. En nu wil je opnieuw „Bijgeloovig geklets!" stoof vrouw Ranzig op. ,Jk heb er geen) zin in", zei Ranzig einde lijk. „Het heele gezin vermoorden en op slot van rekening slechts 'n paar honderd thalers te krijgen men leest trouwens dikwijls ge noeg in de couranten, hoe het gaat.... maar ik ik heb ar geen sin dn.het ding is ge- Inmiddels was de sleepboot Hercules ge komen, die een sloep met menschen aan boord bracht, vastmaakte en met behulp van de sleepbooten Atlas en Oyclop het schip vlot sleepte en te IJmuiden binnen bracht, waar hij weder aan boord ging. De gezagvoerder was van oordeel dat het onmogelijk was, bij den toestand waarin het schip verkeerde, aan boord te blijven. Eén der leden van den Raad is van oordeel, dat indien de gezagvoerder bij het vast raken volle kracht achteruit in plaats van volle kracht vooruit gestoomd had, het schip hoogstwaarschijnlijk vlot was gekomen. De gezagvoerder dacht niet op de kust, maar op de een of andere bank, die zich aan de kust gevormd had, vast te zitten. De gezagvoerder is overtuigd dat de loo ding van 10 vadem een oogenblik vóór de stranding juist is geweest; en zeker van zijn bestek zijnde, was hij van meening bij het insturen de brulboei van IJmuiden aan te loopen. De le stuurman J. Stuvens deelde mede, dat toen het schip vast zat en het, na herhaalde pogingen, bleek niet mogelijk te zijn het schip met eigen krachten vlot te brengen, hij van oordeel was dat er zeer veel ge vaar was om aan boord te blijven, omdat het schip, dat zware slagzijde kreeg en zwaar stootte, met de zware lading en betrekkelijk' oud zijnde, wel zou kunnen breken. Nadat scheepsraad was belegd, was iedereen van oordeel, dat het beste was met de reddingboot het schip te verlaten. Achteraf gezien, had men best aan boord kunnen blijven. Ph. Stam, schipper van de reddingboot te Egmond aan Zee, deelde mede dat, toen hij op den avond van de stranding langszijde van de „Betsy Anna" kwam, de kapitein hem vroeg of er gevaar was, waarop hij ant woordde dat er zeer veel gevaar was, aange zien er veel kans was dat het weder slechter zou worden en het schip in een zeer slechte positie zat en wel zou kunnen breken. Vol gens zijn oordeel was het niet raadzaam aan boord te blijven. De matroos A. O. Wiegman, die tijdens de stranding aan het roer stond, daarna gehoord, deelde mede dat na de stranding, toen de reddingboot langszijde lag, iedereen van mee ning was, dat het beste was om het schip te verlaten. Aangeraden was het niet door den kapitein. Hierna werd het onderzoek gesloten. Uit spraak volgt later. UITLOKKEN .TOT DIEFSTAL. Door het Gerechtshof te Amsterdam werd uitspraak gedaan in de zaak tegen den 23- jarigen steenzettersbaas uit Sloten (N.-H.), die door de zesde Kamer der Amsterdamsche Rechtbank bij vonnis van 9 December 1.1. tot één jaar gevangenisstraf veroordeeld was, we gens het uitlokken van diefstal. Het Hof ver nietigde het vonnis en, opnieuw rechtdoende sprak het bekl. vrij, met last tot zijn onmid dellijke invrijheidstelling. Ais verdedigers wa ren opgetreden mrs. P. Groote Jr. en Bern. M. Cohen. FAILLISSEMENTEN. Failliet verklaard: 5 Febr. N. V. Ede- sche Bouwmaatschappij. A. J. van Welie, Ubbergen. 6 Febr., H. Arkenbout, timmerman te Rot terdam, Benthuizerstraat 84b. 9 Febr. S. P. L. Gooien, notaris, ge woond hebbende te Bladel, thans zonder bekende woon- of verblijfplaats. 10 Febr., A. ten Broek, los bootwerker te Amsterdam, Jacob van Campenstraat 61. R. Zwerver, koopman in galanterieën, Assen. Geëindigd, door het verbindend worden der -uitdeelingslijst, de faillissementen: A. J. Groen, ovenbouwer, Amsterdam, en G. D. Jansen, stoomtimmerfabrikant, destijds te Arnhem. DE KATHOLIEKE ILLUSTRATIE bevat de volgende: PLATENMooie kiekjes van een bergspoor- weg in Tyrol (5). Leuke winter kiekjes uit ver schillende landen (8). De jongste stakingen in Z.-Afrika (8). Een typisch kiekje uit den Mexi- oaansohen burgeroorlog. Van Zierikzee naar Parijs (2). Een belangrijke uitvinding. Een allermerkwaardigst kiekje .uit New-York. Het winnen van natuurijs en hoe dat gebeurt (8). Snufjes ofergerlijkheidjes van de nieuwste damesmodes (2). Een paar kiekjes uit het Lon- densche postverkeer (8). De Z.Eerw. Father A. Holiërhoek Lzn. als „watervinder" met de z.g. wichelroede. Eeu auto voor Z.Em. Kard. v. Rossum. Veertigjarig dienstjubileum. Waar de sinaasappels vandaan komen (8). Een kijkje in waagd'n Paar jaren tuchthuisstraf is nou wel geen ramp, je gaat er niet van dood, maar ik heb slechte één hals te verliezen." „En het zal toch gebeuren, laffe vent," stiet vrouw Ranzig er sissend uit. De „Vos" en de „Muntmeester" zijn mannen de „rooie bles" doet óók mee. Maar jij bent te laf; trek een rok van mij aan, stommerik!" Dit zeggende draaide vrouw Ranzig haren man den rug toe en begon driftig de tafels en stoelen af te wrijven. Ranzig zat langen tijd verbouwereerd in een hoek naar den grond te staren. Eindelijk bromde hij bedeesd: „Om die paar honderd thalers Vronw Ranzig rekte zich fier uit en kwam uitdagend vlak voor haar man te staan. „Zoo denk je, dat ik het dèèrom doe? Al krijg ik van het geld geen sikkepit, dan maal ik daar om net zooveel als om een afgeknipten nagel, 't Is mij te doen om Irma!" „En die wil je immers aan den boschwaeh ter beloven?" „Maar daarom is het nog niet gezegd, dat ie 'r krijgt," gaf vtouw Ranzig ijskoud ten antwoord. „Beloven wil ik 'm alles, volbrengen echter behoef ik slechts datgene, wat ik vóór de daad hem verplicht ben. Né de daad zijn wij baas." „Maar wil je dan eigenlijk met Irma?" „Heb je zelf niet gezegd, dat zij onze onge lukster is?" hernam vrouw Ranzig en hare oogen fonkelden met groenachtigen glans. „Ik haat haar.... dèèrom wil ik haar hebben In mijn macht,.... weerloos.... volkomen de grootste electrische keuken in Duiteehland Geruïneerd. Het hoogste weerkundig instituut in Europa. Mej. Henriëtte Borsten. De R. K. Prop.-Club te Apeldoorn. Z. Em. Ksrd. Gen- nari. f Opvoering van het drama „Tarcisius" te Maastricht. TEKSTHet eeuwige wee. Wederliefde. De dwaasheid der liefde. De Kroon va» AJviara (vervolg). Bij onze platen. Van Zierikzee naai' Parijs (slot). Een groote macht (slot). Kardi naal Gennari t Waar de sinaasappelen van daan komen. Bergspoorwegen. Inhoudsopgave. Het horloge en de kalkoen. Freule Thyra (slot). Onverwachte redding. Naar het Huisgezin verneemt, zal de Z. eerw. heer W. O. van den Heuvel, pastoor, te Bandoeng en redacteur van do Java-post om gezondheidsredenen naar het Moeder land terugkeeren. Te zijner vervanging gaat naar Java de Zeereerwaarde heer pastoor M. Timmers, thans reeds een der verdienstelijkste me dewerkers van de Java-Post, die al twintig jaren in Indië heeft doorgebracht. Nog zijn onze Hollandsche militaire» niet bekomen van de nederlaag, die ze lede» bij Aldershofc in Engeland, of opnieuw worden ze opgeroepen ten strijdl Onze troepen gaan zoo aanstonds al op marsch, trekken binnen enkele dagen reedi Zuidwaarts, óp tegen het Belgische leger. Volgens hoogst betrouwbare berekeningen za het reeds overmorgen, Zondag 15 Februari tot een treffen konten, in die buurt bij Ant werpen, in den namiddag. Het Hollandsche leger is wel klein, maar dapper! Slag bij Antwerpen! Schrikt u niet, waarde lezers! 't Is zoo erg niet! Een legertje Hollandsche militairesi trekt naar Antwerpen, het is waar! Maar het is slechts elf man sterk; het strijdt ook tegen een eveneens elf-man sterk Belgisch leger, maar.... de wapenen blijven thuis! Het wordt geen veldslag, toch wel een strijd, maar eer vreedzame, vriendschappelijke strijd; het veld is geen oorlogsveld maar een net-gemaaid, mooi-gelijk terrein, zonder hinderlagen; het is het voetbalveld der Beerschot A. O.; ons legertje telt elf dappere voetballers, die onze eer gaan ophouden tegen evenzooveel dap pere Belzenl, De slag bij Antwerpen is 'n voetkalslag i Vrees voor inlijving bij België behoeft dus niet te bestaan! Voorspellingen en anderszins blijve bij dit internationaal spel achterwege! Een wenseh alleen, Dat de slag bij Ant werpen Holland de zege brengel De namen der spelenden zijn reeds in onze courant vermeld, zood'at we' ze hier gevoeg lijk kunnen achterwege laten. De oompetitie, die langzaam ten einde loopt, ondervindt weer vertraging door den militai ren wedstrijd. Toch is de Zondag voor de voetballende Sp&arnestad niet zonder belang. De twee clubs, die het meest wispelturig zijn in de Westelijke eerste klasse ontmoeten el kaar alsdan op de Hanenburgsche velden in de Hofstad. Haarlem en Quick. 'k Zeg al direct, dat ik me niet aan 'n voorspelling waag. Als men Haarlem kent, en men kent Quick, dan zal men dat be grijpen. Lijkt het, alsof nummer twee toch makkelijk van nummer tien moest winnen, de laatste Zondag heeft ons geleerd, dat het heusch zoo vast niet staat 1 Haarlem zal natuurlijk trachten op de twee de plaats te blijven; daartoe heeft ze de te verspelen punten hoog noodig; Quick, dat üu nog 2 punten verschilt met no. 9, Ajax zal evenzoo al het mogelijke doen, om dal verschil te doen verdwijnen; daarvoor kan ze geen enkel punt missen. Zoo ziet men 't: voor beide grroote belangen. Dus van beid€ uiterste krachtsinspanning te verwachten met tot gevolg een spannende strijd. Wie die wint?, Het blijft een moeilijke vraag. Maandag antwoord 1 De Maasstad aanschouwt een stedelijke ont moeting: iV. O. O. en Sparta komen daa», in het strijdperk. Gezien de huidige, weinig- kampioenswaardige vorm van Sparta-, is voor de nood-witten niet véél succes te verwach ten. Op H. F. O.'s veld aan de Spanjaardslaar aan mij prijsgegevenopdat ilc met haa* kan doen, wat ik wil „Nou, wat wil je dan?" vroeg Ranzig, dis een huivering wegens zulken duivelachtige, haat niet kon onderdrukken. „Dat weet ik nu nog niet," antwoordde vrouw Ranzig. „Daarover moet ik in deD loop dezer week nog eens prakkizeeren. Maai als ik haar slechts acht dagen in m'n bander heb gehad, dan ben ik tevreden. Wanneef ik ten slotte haar beide oogen uit den kop krab, dan kom ik hoogstens voor vijf jaren in het tuchthuis, en dat heb ik er voor over." „Dat is niet waar," viel Ranzig haar in d» rede, „dat waag je bij elke lorrige inbraak, al zou je ook maar 'n zak aardappelen stelen „De „schele Vos" heeft het gezeid, die kent de wetten op z'n duimpje." „Maar de moord op het gezin van den hout vester?" „Wanneer wij allen vermoorden, wie zal dan tegen ons getuigen?" „Bah, dat denkt iedereen, en op slot van rekening wordt hij tooh 'n kop kleiner ge* maakt." „De „schele Vos" 1« echter van meening, dat het dezen keer zoo'n vaart niet zal loo* pen, als wij zelf het ding niet verpeuteren „Hè?" (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 6