binnenland.
I R M Ar
Hildébrand.
Rond de Liturgie.
BUI TENLAND.
ESPERANTO.
Vragenbus.
ZATERDAG 14 FEBRUARI ISI
F E IJ I L L T O N.
exov.
NIEUW
•Wie kent Hildébrand niet?
Als er Mn boek is, dat we in den kinderlijd
af lazen en genoten en nn op rijnaren leeftijd
nog met bewondering herlezen, dan is hot de
mooie, nooit-verouderende „Camera Obscura"
vran JFTildebmnd".
Toen dan ook een tijd geleden door bieder-
Tand de mare ging, dat er een huldiging werd
voorbereid van „Hildébrand"': Ni col aas
die op .13 September 3813 hier te
Haarlem werd geboren, bij gelegenheid van
bet ir«0ste jaar-herdenkingsfeest zijner ge-
boor: c, was de instemming algemeen.
Ken „Hildebrand"-gedenkteekeii maar
hebber wij dan daaraan vroeger nooit ge
dacht 1 Dsn moet het er toch nfs van komen!
Het bestuur der afdeel*ng Haarlem van
zocals onze lezers weten, het initï*lief
genomen, begrijpend dst een „Hildébrand"
monument natuurlijk staan moet dailr
aan het begin van den Haarlemmerhout,
waar Hildébrand met vriond Nurks op
dien gedenk waard igeu Zondagmorgen' zat,
begrijpend ook dat Hild ebrand-Be ets nergens
beter in een gedenkleeken kan worden ge-
eerd dan op dc grens van Haarlem, zijn ge
boortestad, en Heemstede, dat zijn veelge
liefde woonplaats was gedurende zoo lange
jaren.
Dat „Hildebrand"-gedenkteeken, zoo deelt
ons nu hel Hildebrand-Comité mede, dat
hier in Haarlem is gesticht en, zooale
onze lezers weten, nit heel wat vader
land onze eerste letterkundigen, onze beste
schrijfsters en schrijvers, mannen en vrou-
wert van den besten naam als eereleden, wer
kende leden of in andere positie omvat
dat „Hildebrand"-gedenkteeken moet dit jaar
nog worden gesticht, bet liefst bij gelegen
heid van het 33e Taal- en Letterkundig Con
gres, dat in Augustus te Haarlem zal wor
den gehouden.
Daar zal nu toch wel heel Nederland, van
welke politieke of godsdienstige gezindheid
ook. aan willen medewerken!
Inderdaad: een monument voor den popu-
lairen Hildébrand is in ons vaderland en
overal waar de nationale eenheid van ons
volk door de volkstaal tot uitdrukking komt,
een werkelijk nationaal, echt-Nederlandseb
werk!
Het Hildebrand-Comité heeft nu met 'n cir
culaire, waarop Louis Raemaekers een prach
tiger. „Nurks" teekende, een beroep gedaan
op heel Nederland, om die stichting van een
Hildebrand-gedenkteeken mogelijk te maken!
Van harte steunen wij dien oproep: mogen
de bijdragen toeetroomen van allen kant, op
dat onze eebt-Nederlandscbe Hildébrand
spoedig een monument krijge, evenarend in
duurzaamheid, dat alle tijden trotseerend mo
nument. dat hij in '/ijn „Camera Obscura
voor zichzelf al stichtte in bet hart van ons
Penningmeester van bet Hildebrand-Comité
is de heer J. B. van Logbem, B. I„ Zonnelaan
1, alhier in het eere-comité zijn, naar men
weet de allereerste mannen en vrouwen
nit politieken, literairen en godsdienstigen
kring vertegenwoordigd, terwijl dr. J. B.
Schepers te Haarlem voorzitter er van is.
Uit "den aard der zaak zal niet ieder ter
stond een rondschrijven kunnen ontvangen;
ook kunnen er belangstellenden vergeten
zijn; wie echter in het bezit wenscht te ko
men van dit schrijven met de aardige teeke-
ning van Robertas Nurks, „Het Onaange
naam mensch in den Haarlemmerhout", door
onzen kranigen teekenaar Louis Raemaekers,
zal gaarne daarvan voorzien worden door den
secretaris Jhr. dr. C. G. S. Sandberg, geoloog,
Spruitenbosehstraat 18, alhier.
Het burgerlijk en kerkelijk huwelijk in Italië.
Tegen het wetsontwerp van de regeering om
het burgerlijk huwelijk aan het kerkelijk te
doen voorafgaan hebben, twee socialistische af
gevaardigden Labriola en Marchesano een
tegenontwerp ingediend, hetwelk den knoop
aldus wil doorhakken, dat de kerkelijke echt
verbintenis en ook die welke voor een notaris
is aangegaan, zonder meer dezelfde gevolgen
en dezelfde rechten zullen hebben als het bur
gerlijk huwelijk. De geestelijken en notarissen
moeten echter binnen de 24 uur aan het bu
reau van den Burgerlijken Stand van de door
hen bekrachtigde echtverbintenis kennis geven.
De geestelijkheid, die op last der bisschop
pen van den' preekstoel "af de' item tegen fiet
ontwerp van Giolitti doet fiooren, Haar fiet een
aanslag is op fiet Sacrament der Kerk, en een
pro'faneering Vafi dat 'genademiddel ten doel
heeft, wordt in haar protest gesteund door alle
Italiaansche katholieken, die als tolken van
hun misnoegen de voorzitters der vijf af dee
lingen van de katholieke actie in Italië heb
ben bekomen. In een onlangs gehouden
vergadering n.I. hebben deze voormannen zich
met fiet protest belast.
Dc revolutionnaire sociaal-democraten en
de vrijmetselaars zijn echter met de inbreuk,
die Giolitti op de rechten der Kerk wil maken,
neg niet tevreden. Immers, zeggen zij, de Kerk
en haar Sacramenten worden hierdoor indirect
erkend, en deze moeten niet eens 'genoemd wor
den in een leekenstaat als Italië.
In liberale kringen 'oordeelt men er anders
over. De afgevaardigde Valvassori acht de wet
niet noodig, terwijl de senator Molmenti, even
eens liberaal, fiet ontwerp niet alleen „anti-
clerieaal," maar ook „anti-godsdienstig* noemt.
In den senaat in de strooming tegen Giolitti's
ontwerp nog sterker dan in de Kamer.
Het ziet er dus voor Giolitti niet zoo heel
best uit!
Heldinnen der naastenliefde.
Ook in het 136ste regiment infanterie te
Saint Ld lagen dezer dagen eenige soldaten
aan de zeer besmettelijke hersenvlies-rugge-
mergontsteking, die, zoo geweldig in verschil
lende Fransche kazernes heerscht.
Men maakte er zich bezorgd over, niemand
te kunnen vinden, die bereid was het met ge
vaar voor eigen leven verbonden verpleging
der zieke militairen op zieh te nemen.
Doch geen nood, de moeder-overste der zie-
kenhuizsusters te Saint Ló, de 70-jarige zuster
Angela, bood zich dadelijk daartoe aan.
Het zou de heldin echter haar leven kosten.
Want spoedig, nadat zjj de verpleging der zieke
soldaten op zich genomen had, werd ook zij
door de vreeselijke ziekte aangetast en stierf
na eenige dagen van verschrikkelijk lijden.
Geen enkele wereldlijke verpleegster bood
zich tot nu toe aan, om haar heldhaftig werk
over te nemen, maar 't is weer een andere
geestelijke zuster, die haar met Christelijke
zelf-opoffering is komen vervangen.
De vorst van Albanië.
De Tagliche Rundschau weet nog eenig
nieuws te melden over de plannen van den
prins von Wied.
Prinses Sophie, zijn gemalin, gaat dadelijk
met hem mede, maar zijne kinderen, de vijf
jarige prinses Maria Eleonora en prins Karei
Victor;, acht maanden oud, die nu erfprins
van Albanië wordt, blijven voorloopig in
Duitschland.
Durazzo zal alleen gedurende de winter
maanden vorstelijke residentie zijn. Reeds in
eind April wordt het verblijf daar wegens de
malaria ondragelijk. Des zomers zal de nieuwe
vorst op een hooger gelegen plaats in het bin
nenland verwijlen, waarschijnlijk te Tirana.
Na de verdrijving der zusters.
De vice-president der commissie, belast met
het bestuur der gasthuizen te Lorient, heeft
de justitie in kennis gesteld van twee ernstige
feiten, die zich in het verleekte gasthuis Po-
delio hebben voorgedaan, meldt de Msb.
Een der ziekenverpleegsters had namelijk
de „onvoorzichtigheid" gehad een kind in een
warm bad te dompelen, zonder eerst de tem
peratuur op te nemen. Het water was kokend
heet en de arme kleine bekwam de vreeselijk-
ste brandwonden.
Het tweede feit bestond hierin, dat de ver
pleegsters een vrouw, die voortdurend toezicht
noodig had, onbewaakt lieten liggen. De zieke
sprong op een gegeven oogenblik in een over
spannen toestand uit het venster en werd
zwaar gekwetst opgenomen.
De vice-president der bestuurscommissie
heeft nu zijn ontslag ingediend. De man kon
liet niet langer aanzien, hoe in het verleekte
ziekenhuis de meest schuldige nalatigheid
heerschte.
De Middachter allée verlicht! In de jaar
vergadering der vereeniging /Vreemdelingen-
Roman van Philip Laicus.
13.
„Hij bedoelt, dat de moord niet kan bewe
zen worden, wel de inbraak; daarop was een
vechtpartij ontstaan, en dat was maar dood.
slag.^ Ook zou het, als wij ons maar kranig
hielden, niet mogelijk ziju te bewijzen, dat wij
alle vijf gemoord hadden, en zoo niet, dan
kon men ook niet zeggen, wie van de vijf den
«toodslaghad bedreven."
Ranzig keek z'n vrouw verwonderd aan.
„Je kunt er zeker van zijn, dat het zoo is,"
verzekerde zij; „je weet, dat hij altijd het
Wotuoek van Strafrecht in z'n zak heeft, en
hij heeft mij de verschillende paragrafen
voo egel mm."
»lk zal eens met den „Vos" praten."
X.
OP HET PAD DER MISDAAD,
Wio eenmaal den weg der misdaad heeft
betreden, vindt geen steunpunt meer, als hij
niet bereid ia Zich geheel en al uit de mis
dadige atmospheer terug te trekken.
7jOo ging het ook niet Ranzig. Toen bij met
lesi „Vos" gesproken en daarna do algemeene
beraadslaging over de zaak had bijgewoond,
-at bii cr in, en hoe meer hü het Dlan over-
woog, des te minder vond hij er tegen in te
brengen.
Alleen de zaak met Irma beviel hem niet.
Het geld wilde hij wel, en zelfs een dubbel
aandeel voor hem en zijne vrouw; dat Irma
met de anderen omgebracht werd, daarte
gen had hij geenerlei bezwaar. Maar dat zij
naar den bouwval gebracht en daar gemar
teld zou worden, daarvan wilde bij niets
weten.
Zijn haat trouwens, was niet zoo groot als
die zijner vrouw.
Op de eerste plaats had de hoschwachter
Dippold met het moorden niets uit te staan.
Ja, hij was het zelfs niet geheel en al eens
met de bende, wat betrof de inbraak en den
diefstal.
Hij meende, dat het op 't laatste oogenblik
van hem zou afhangen, of hij in den uitersten
nood als redder of als wreker zou optreden.
Hij speelde met zijn misdaad.
Dp zijn surveilleeringstochten had hij dik
werf den „rooien Bles" ontmoet, die, als hij
niet anders te doen had, zich voordeed als
houthakker. Hü kende hem natuurlijk niet
als de „rooie Bles", maar als Paneratius
Pichler, en vermoedde in de verste verte niet,
dat de houthakker in andere gedeelten van
het boscli een hartstochtelijk strooper was, en
tusschen het mijn en dijn weinig verschil;
kende. Natuurlijk was bij bii alles wat in bet
bosch gebeurde nummer cén; het prikkelde
hem steeds, als hij op de houtveilingen zoo-
veel geld zag lieen en weer rollen, en reeds
sedert eenige jaren li.ep hij rond met bet
denkbeeld, den een of anderen tijd in te bre
ken, als de kassen gevuld waren,
Bii had daarom de kennismaking met den
verkeer'' ie De Steeg is besloten, pogingen ïfi
hef werk ie stellen om "mei medewerking van
andere vereenigingen in den komenden zomer
de Middachter allée la 'giorno ie verlichten
en daaraan eenige feestelijkheden t® verbin
den.
Kranig 1 Als een bijzonderheid kan worden
vermeld, dat een aan den Burgemeester, van
Boskoop gericht drukwerk geadresseerd „den
Heer Burgemeester van Ridderbuurt" en af
komstig nit Amsterdam aan het goede adres
werd bezorgd.
„Ridderbuurt" n.1. ig een straatnaam ïn
Boskoop, en 'f is haast onverklaarbaar, hoe de
post in Amsterdam op het 'goede denkbeeld
kwam, het stuk te Boskoop te doen bezorgen.
Wij hebben van verschillenden kant verzoe
ken gekregen, om met het oog op de ontzag
lijke uitbreiding, die de wereldhulptaal E s-
per an to neemt, van tijd tot tijd in de cou
rant eenige nieuwsberichten daarvan' op; te
nemen.
Gaarne voldoen wij daaraan.
En wij hebben dan ook ons de welwillende
hulp van een deskundig en bekwaam mede
werker verzekerd, die geregeld deze rubriek zal
verzorgen.. Onze Esperant o-lievende lezers
zullen dat, gelooven we, met genoegen .ver
nemen.
Esperanto in Amerika.
Uit Pittsburg vernemen we dat op de univer
siteit aldaar aan Esperanto, officieel een zetel
werd aangeboden. Reeds lieten zich meer dan
100 studenten voor het onderwijs inschrijven.
In dezelfde plaats werd in het Carnegie-insti-
tuut vanwege de Academie van Wetenschap en
Kunst een Esperantiseh vredescongres gehou
den, waar o.a. door verschillende wetenschap
pelijke personen redevoeringen werden ge
houden over „de noodzakelijkheid van een in
ternationale taal als middel tot den vrede."
Aan het einde van dit belangrijke congres werd
een vredbond voor westelijk Pennsylvanië
opgericht, waartoe staande de vergadering
200 leden toetraden.
Esperanto in Rusland,
Ofschoon Esp. in Rusland van officieele zijde
veel tegenstand ontmoet, vooral de arbeiders
Esp. vereenigingen, lezen we evenveel bewijzen
van instemming met de hulptaal-idee.
Zoo werd o.a. op voorstel van den minister
van Handel en Industrie een subsidie van
12o0 aan de Esp. groep te St. Petersburg
geschonken tot stichting van een Esp. informa
tiebureau van handel en industrie. Tevens lazen
we uit dit land, dat vanaf Sept. j.l. eveneens
vanwege het ministeA van H. en I. de Es-
peranto-cursus8en aan de handelsschool ge
opend .werden.
Esperanto in China.
De Öhineesche minister van openbaar onder
wijs, kunst en wetenschap Tsai Guenben,
schreef aan generaal Sébert, een der bekendste
Esperantisten in Frankrijk: „Van nu af aan
zal ik al het mogelijke doen om de Internatio
nale hulptaal Esperanto in de geheele repu
bliek te verbreiden. Reeds heb ik in de hoofd
stad een aanvang met Esp. onderricht ge
maakt."
Esperanto in hei Italiaansche parlement.
De heer Pescetti, afgevaardigde- in het Ita
liaansche parlement, heeft bij gelegenheid der
behandeling van het budget voor het openbaar
onderwijs, het volgende pleidooi gehouden voor
Esperanto. „Ik heb het woord gevraagd om
uw Excellentie te verzoeken mede te werken
tot de ontwikkeling van de hulptaal Esperanto.
Deze taal, zoo eenvoudig, welluidend en gemak
kelijk te leeren., heeft alreeds bij vele ministers
van openbaar onderwijs in verschillende lan
den, een gunstigen ontvangst- genoten. In Ja
pan is o.a. de vroegere minister, graaf
Hayaski, voorzitter van den Esp, bond te Tokio.
Wetenschap, handel, industrie, vredesbewe
gingen, het R'oode Kruis, de lucbtscliAipvaart,
toerisme enz., doen reeds hun voordeel met de
toepassing der Int. hulptaal, zoodat ik uw
Excellentie verzoek sympathie te willen be
tuigen mei dit middel, dat ongetwijfeld irt staat
is de taalverschillen öp Int. gebied en de daar
uit voortvloeiende moeilijkheden, bezwaren en
oneenigheden op. ie heffen.''
Wordt Esperanto beoefend door blinden?
De onlangs verschenen adreslijst van blinde
Esperantisten uitgegeven door de redactie van
het in Braille-schrift uitgegeven blinden-tijd-
schrift: „Esperanta ligilo (band)" toont aan,
dat de Esp. beweging onder blinden zeer popu
lair is en dat de internationale hulptaal voor
hen een zeer gemakkelijk middel is om met
elkander in contact te komen.
De adreslijst bestaat uit 811 alfabetisch ge
rangschikte namen van blinde Esp.isten be-
hoorende tot 27 verschillende nationaliteiten.
Hoewel het grootste aantal uit Duitschers be
staat, zijn ook Zweden, Engeland, België,
Frankrijk en Noorwegen sterk vertegenwoor
digd. Ook lezen we namen uit Egypte, Oranje
rivier, Australië, Peru, China enz.
Holanda Pioxiro.
V r. Een weduwe heeft een zoon, "die reeds
1^ jaar in dienst ie hij de veld-artillerie. Hij
was de kostwinner der familie. Zij zou hem
nu gaarne met April thuis hebben, omdat er
nijpende armoede in het gezin heerscht, doch
de zoon moet nog tot September of October
dienen. Daarbij komt nog dat, als de zoon
tegen den winter thuis komt, hij wellicht al
dien tijd zonder werk loopt. Kan men nu een
request zenden aan H. M. de Koningin of
aan den Minister van Oorlog, om vrijstel
ling van dienst voor den zoon? Zoo ja, moet
dat op zegel geschieden?
Antw. Als er werkelijk aanleiding bestaat
om te wenscheh dat de zoon van den dienst
ontheven wordt wegens kostwinnerschap,
kunt u zeker een request met dit verzoek in
zenden. U richt dat, op ongezegeld papier,
tot H. M. de Koningin.
V r. Ik heb een hond, Pincher. Toen ik
hem kocht, zat hij van ondfcr tot hoven vol
mei zoogenaamde roos, en had hij op zijn kop
een kaal plekje. Men gaf mij den raad hem
's morgens met een oplossing van zwavel te
wasschen. Sinds dien valt zijn haar heele-
maal uit en krijgt liij groote zeere plekken.
Wat is hier aan te doen?
Antw. Wij raden u aan in dit geval een
veearts te raadplegen.
V r. Hoe kan- ik een teervlek uit een sol-
datentnniek krijgen?
Antw. Met varkensvet uitwrijven, dan in-
zeepen, rusten laten, verder met water en
terpentijnolie afwisselend uitwasschen. Het
moet zorgvuldig geschieden.
V r. Tot wien moet ik mij wenden om ïn
het bezit te komen van een maandblad voor
heeren-mode-artikelen
Antw. Een maandblad kennen wij niet,
wel een weekblad en een blad, dat om de 14
dagen verschijnt. Het eerste is „De Manu
facturer" en verschijnt hij de firma Dufonr
en Co., Heerengracht 255 te Amsterdam; het
tweede is „De Nieuwe Manufacturier", uitg.
door v. d. Stal en Groenewegen te Utrecht.
V r. Heeft een dagmeisje, als haar juffrouw
een week op reis gaat, recht op kostgeld?
Antw. Neen!
Vr. Mijn dochter is jl.l. Februari in be
trekking gegaan als dienstbode, doch om ver
schillende redenen wil zij zoo spoedig moge
lijk vertrekken. Kan zij nu tegen 15 Maart
vertrekken, wanneer zij haar dienst op
zegt? En heeft ze nog aanspraak op haar
loon gedurende dien tijd?
Antw. Uw dochter mag haar dienst, be
halve wanneer zij geldige redenen heeft, niet
verlaten vóór Mei, en moet den dienst opzeg
gen 6 weken van te voren.
Vr. Kunt u mij het adres der redactie of
administratie van „De Komeet", weekblad
voor Tooneelisten te A'dam, opgeven?
Antw. „De Komeet, vakblad voor artisten,
kermisvakgenooten, theater-directeuren enz.
wordt uitgegeven te Winschoten door B. M.
Zuikerberg.
V r. Tot welken 'datum is het Vredespaleis
voor het publiek geopend, op welke uren en
welke dagen?
Antw. Eiken dag van 2 tot 4 nnr, behalve
Zondags en Zaterdags. Een termijn waarna
het niet meer geopend is, is niet vastgesteld.
V r. Mijn dochtertje is dagmeisje en is nn
Verklaring der tegenwoordige dooppleclitig.
heden.
In de eerste tijden der Kerk werd het Doop,
sel gewoonlijk aan volwassen heidenen toege
diend. Een zeer langdurige godsdienstige oplei
ding ging dan ook de toediening van dil
Sacrament vooraf. Dat was als een proeftijd
vóór het christelijk leven, waarin de bekeerdt
heidenen stap voor stap de heile bron nader-
den, waaruit zij een nieuw leven zouden put
ten.
Al onze huidige doopplechtigheden vinden
haren oorsprong in de oude doop-liturgie. Om
ze te begrijpen, was het rus noodzakelijk, dat
wij gelyk wjj de laatste maanden deden
in 't kort aan de vroegere wijze van doopen
herinnerden.
Mogen wij er thans in slagen eenigszins de
heerlijke schoonheid te doen beseffen van die
eerbiedwaardige doopplechtigheden, welke aan
zoovele Christenen vreemd en nutteloos toe
schijnen, waaraan onze Moeder de H. Kerk
echter het grootste gewicht hecht en waarom,
trent Zij haren priesters de zware verplielit-
ting oplegt, ze met de grootste nauwgezetheid
te verrichten.
Niets ook is meer bekwaam om ons een
groote en ware gedachte te doen opvatten van
onze waardigheid als Christenen en ons de
grondwaardigheden van den eersten zondeval
en van onze wedergeboorte in Jezus Christus in
te prenten.
Uit hetgeen wij reeds besproken hebben,
blijkt, dat de tegenwoordige doopplechtighe
den in vier afdeelingen kunnen ver
deeld worden.
Eerste af deeling. lo. Ondervra-
g;ng; 2o. Beademing: 3o. Kruisteekens;
4o. Handoplegging5o. Ceremonie met
het zout. Dit gedeelte beantwoordt aan d&
plechtigheden, welke oudtijds plaats grepen bij
de inschrijving van een heiden op de lijst dei
geloofsleerlingen.
Tweede afdeeling. 6o. Tweede
duivelbezwering; 7o. Plechtig Kruistceken;
8o. Handoplegging; 9o. Gang naar do
doopvont. Deze ceremoniën herinneren om
aan de plechtigheden, welke vroeger tijdens
de asten vóór Pasehen verricht werden om de
heidenen tot het Doopsel voor te bereiden.
Derde afdeeling. lOo. Duivelbe
zwering. llo. Ceremonie van het Ephpheta;
12o. 't "Verzaken aan den duivel; 13o. Zal
ving met de H. Olie; 14o. Geloofsbelijdenis.
Deze derde reeks van ceremoniën herinnert
ons aan de laatste vergadering der Uitverkore-
nen, die oudtijds daags vóór Paschen gehouden
werd.
V ierde afdeeling. 15o. Doopsel
16o. Zalving met H. Chrisma; 17o. Opleg-
ging van het witte kleed18o. Overreiking
der brandende kaars; 19o. Laatste Zegen-
wensch. Dit gedeelte komt overeen met de
plechtigheden, van oudsher bij en na het Doop
sel in gebruik.
Na dit algemeen overzicht gaan wij de-vol
gende keeren elke doopplechtigheid afzonder
lijk verklaren.
ziek thuis gekomen. Heeft zij nu recht op
haar loon?
Antw. In den regel wordt de week, waarin
zij ziek thuis is gekomen, nog uitbetaald.
Yr. Tot wieu moet ik mij wenden om mijn
2 gulden peneioen een beetje spoediger te krij
gen dan een kennis van mij. U moet weten,
dat ik verleden week 70 jaar geworden hen,
en récht heb op pensioen, maar ik hoor er
niets van, en die kennis van mij zit al twee
maanden te wachten, die hoort er ook niets
van. U kunt wel begrijpen, als dat zoo lang
dunrt, dat wij dood zijn en dan hebben wij
er niets meer aan.
Antw. Wendt u nog eens tot den tusschen-
persoon, die u geholpen heeft Dat is de aan
gewezen persoon.
V r. van M. E. te V.
A n t w. Daar is absoluut niets over be
paald. Het kind kan gerust wat gebruiken-.
V r. van H. v. W. te V.
Antw. Recht om uw maten terug te
nieuwen hoschwachter warm gehouden; men
kon immers nooit zeggen, of men van hem
niet eens iets kon te weten komen wat geld
waard was. En zoo gebeurde het op zekeren
dag, dat de boschwachter Dippold met Pich
ler kwam te spreken over de voor hem hoogst
onaangename voorvallen in de houtvesterij.
„Wacht!" dacht de rooie, „nu 6taat m'n ko
ren te bloeien!"
Met een geslepenheid, een hetere zaak
waardig, hitste Picliler den hoschwachter te
gen den houtvester op. Zóó had hij (Willi-
fred) ook met den vorigen hoschwachter ge
daan, die maar alles zich moest laten wel
gevallen!, anders ware hij zijn betrekking
kwijt geraakt.
„Dat staat ook mij te wachten," zei Dippold
kregel.
„Hoezoo?" vroeg Pichler en hield zich on-
noozel.
„Wel, bii wil den rentmeester schrijven..»"
„Is het al zóó laat? Ja, heer hoschwachter,
dan is u te beklagen. Als u nu heel ootmoe
dig voor hem kruipt, dan gaat het misschien
nog een half jaar lang goed
De hoschwachter werd driftig. Kruipen
wilde hij in geen geval.
„Ga naar Amerika! Daar staat de wereld
voor monsehen van uw slag wijd open, ik zou
er al lang heen geweest zijn, als ik maar geld
had."
„Ja, geld," herhaalde de boschwachter bit
ter; „als ik geld had, kon de heele dienst me
gestolen worden."
„Als wij met ons tweeën konden deelen,
wat er met zoo'n houtverkoop gebeurd wordt
dan zouden wij naar Amerika gaan en
wareu uuxamn ia bonisl" waagde het de
„rooie Bles" thans te zeggen. Hü zag, hoe de
hoschwachter van kleur verschoot; deze ant
woordde daarop wel is waar niets, maar bij
wierp het geweer over den schouder en ver
dween tnssehen de hoornen.
,,'tWas raak!" dacht Pichler en zwaaide de
byl nog eens zoo vroolük als te voren. En
inderdaad, zoo was het. Den volgenden dag
kwam Dippold weder hü Pichler, en men
hesprak de mogelükheid, de waarschü'nlijk-
heid van 't welslagen, de middelen tot eene
veilige vlucht; maar zulks natuurlü'k niet,
alsof men dat zelve wilde ten uitvoer bren
gen, maar zoo in 't algemeen, zooals bijvoor
beeld anderen in dezelfde omstandigheden
zonden handelen.
Van toen af raakte Dippold meer en meer
met het denkbeeld vertrouwd en hoe meer
hij er mee vertrouwd werd, des te meer ver
loor de gedachte hare oorspronkelüke leelük-
heid. Waarom zou ook hü niet eenige aan
spraak op de goederen dezer wereld hebben?
Waarom zou het geld voor de hoornen, die
Onze Lieve Heer hier liet groeien, nu juist
in de kas van 's vorsten rentmeester moeten
vloeien? Op den keper beschouwd was het
geenszins zoo'n groot kwaad, als hij ook eens
een gedeelte daarvan voor zich zeiven vroeg.
Ginds in Amerika wist niemand iets van de
wijze, waarop hü aan geld gekomen was en
het vorstelijk huis kon zoo'n aderlating best
velen, men zou er geen druppel champagne
minder om drinken. In de hoeken figureerde
slechts onder de uitgaven een post, wegens
het vermiste geld, die geen anderen invloed
oefende, dan dat de eiudcüfers iets lager zou-
den zün. Geen sterveling bespeurde er iets
van en hü zou levenslang uit den brand "Un.1
ja, als hij gelukkig was, waaraan geenszins
te twijfelen viel, dan kon hü zonder groote
opoffering het bedrag vergoedenja,
eigenlijk als men het goed beschouwde, I on
men het in 't geheel geen stelen noemen. Het
was, wel hekeken, slechts een gedwongen lee
ningeen heimelüke, gedwongen leeniug!
Zóó onschuldig kan de mensclielüke zelfzucht
een daad voorstellen, welke de wetten van
God en de menschen als een zware zonde en
een onteerende misdaad hestempelen, die bo
vendien door de bykomende omstandigheden!
het karakter van een groote schanddaad aan
nam.
De „rooie bles" wist ook den angst voor 't
tuchthuis weg te nmen. Hü verzekerde den
boschwachter, dat hü een veilig toevluchts
oord wist, waar men zich zóó lang kon schuil
houden, totdat het eerste gepraat verstomd
zou zy'n, dan konden zü zonder gevaar naar
Amerika de wük nemen. Van dat oogenblik
af beraamde Dippold vaste plannen, hoe het
aan te leggen om den houtvester te bestelen.
Nu bracht de „rooie bles" den boschwachteï
in kennis met den „Schelen Vos" die mede
zeer bereidwillig op die plannen inging. Dien
tengevolge werd afgesproken, dat den bosch
wachter van het geld, dat men hoopte buit
te maken, in geen geval meer dan twee hon-
derd thalers zou worden toegekend als zün
rechthebbend deel!
Nu was slechts de toestemming van de twee
Ranzigs noodig, want men kon hen niet mis
sen wegens de ontoegankelüke schuilhoeken.
Vrouw Ranzig was terstond vuur on vlam
voor 't plan. Ook haar was niets aan 't geld
gelegen; zü wilde alleen Irma.
De „schele Vos" wist raad, om de aanspra.