BUITENLAND.
B M n F. N L A N D.
STADSNIEUWS
De Vorst van Albanië en
Z, H. de Paus.
FEUILLETON.
NIEUWE HAflRLE/ASCHE COURANT
De prins von Wied bracht, te Rome zijnde,
peen bezoek aan het boofd der Katholieke Kerk.
Wat was daarvan de reden?
De redacteur van de „Msb." te Rome wijdt
aan dit bezoek een correspondentie, waarin hij
opmerkt, dat men zeide dat dit bezoek op het
programma stond, maar dat het op het laatste
oogenblik is afgelast, omdat het Italiaansche
gouvernement er zich tegen verzette.
Zoo zulks waar is, gaat hij verder dan
mag men daarin een nieuw bewijs zien, dat de
Itomeinsche kwestie nog altijd niet is opge
lost en dat dus het hoofd van onze Kerk voor
alsnog niet in het bezit is van die vrijheid,
welke hij voor het richtig uitoefenen van zijn
ambt onmisbaar noodig acht en welke Lij nooit
moede wordt bij elke gelegenheid op te eischen.
Men weet, dat de prins von Wied de gast
was van Victor Emmanuel, die hem echter niet
bij zich aan huis ontving!, maar hem onder
bracht in het hotel „Excelsior". Zulks ge
schiedde, naar verluidt, niet omdat in het
Quirinaal gebrek is aan slaapkamers, maar
omdat de prins, als hij naar het Vaticaan zou
rijden., niet vertrekken zou vanuit een gestolen
Pauselijk paleis maar van den neutralen grond
van een hotel. Het Vaticaan stelt deze condi
tie bij het ontvangen van Protestantsehe vor
eten, keizer Wilhelm en koning Edward heb
ben er zich aan onderworpen, en het scheen,
dat de toekomstige vorst van Albanië zich
»veneen8 bij die voorwaarde zou neerleggen.
Des avonds vóór het verwachte bezoek be
vatte de „Tribun a" echter het bericht, dat de
prins niet naar don Paus zou gaan.-
Op niet onaardige manier wist de „Italio"
die dit bericht tegensprak de gemaakte fout
to herstellen. Met een verhaaltje, dat aan de
meest lugubere oobenblikken uit een roman
van Sherlock Holmes deed denken, wist het
blad den volgenden dag mee te deelen, dat de
prins, na afloop van zijn maaltijd hij den ko
ning. op geheimzinnige wijze uit het Quirinaal
verdween, dat kar-dinaal Merry del Val op even
geheimzinnige wijze van een feest verdween,
waar hij uitgenoodigd was, dat de prinselijke
auto niet rechtstreeks naar het hotel reed,
waar do roode vlag met den zwarten adelaar
van Ska"derberg uit de ramen wapperde, maar
dat zij den weg zocht naar het paleis van een
angenoemden diplomaat, dat de kardinaals-
ftuto ook al naar het paleis .van dienzelfden,
ongenoemden diplomaat voerde, en dat na
lange en geheimzinnige uren, toen de pitjes in
.Rome reed3 lang waren uitgedraaid en de
eerzame burgerij al vast lag te slapen, de beide
auto's weer van dat geheimzinnige paleis weg
reden, de een in de richting van liet Vaticaan,
do andere in die van het hotel „Excelsior". Be
toekomstige vorst van Albanië en de secretaris
van staat van de Heilige Iioomsche Kerk had
den elkaar gezegd, wat zij te zeggen hadden
Als het verhaal niet waar is, zal men toch
moeten toegeven, dat liet aardig verzonnen is.
Voor dit onhoffelijk negeeren van den Pans
loor den toekomstigen souverein van Albanië
worden twee redenen opgegeven. Eén kan men
natuurlijk gemakkelijk raden: men wil het
doen voorkomen, dat alle Mahomedanen en
orthodoxen van Albanië in een soort van gods
dienstwaanzin zouden vervallen, wanneer het
bezoek aan Z. H. hun eens ter oore mocht ko
nion. Natuurlijk is van die reden geen letter
waar, en gelooft ook niemand er aan, dan mis
schien liicr of daar een paar goedige Hollan
ders, d;e zich van godsdiensten zoo'n raar be
grip plegen te maken, dat zij Katholieke Mis
siën zelfs een gevaar achten voor den gods
dienstvrede op Java.
Men stelle zich de zaken slechts eens gewij
zigd voor en denke zich eens in, dat de prins
von Wied om een of andere reden niet te
Rome, maar te Constantinopel een bezoek liad
moeten brengen. Men ziet hem dan al met
groote statie van Pera naar Galata afddlen,
de Gouden Hoorn oversteken en koers zetten
naar het roode paleis, waar het hoofd der ortho
doxen zetelt. Niets zou natuurlijker zijn dan
zulk oen bezoek, het is zeker, dat hij niet wagen
zou liet na te laten.
Hier is het echter wat anders. Met den Paus
van Rome durft men zich wat meer veroor.
loven, want men weet, dat bet Katholicisme,
de steunpilaar zelf van bet gezag, wars is van
laag-bij-grondsche ophitsereijen zijner getrou
wen tegen hen, die aan dat gezag niet de eere
schenken, die het toekomt. Straks dus zal Z.
H. de nieuwe vorst van Albanië, met een rustig
gezicht voor zijn Malissoren kunnen verschij
nen, want hij weet wel, dat, zoo dit volkje er
eens rekenschap van zou willen hebben,, waar
om hij het hoofd hunner godsdienst zoo on
hebbelijk negeerde, de Albaansche priesters de
eersten zonden zijn de dreigende stemmen te
sussen.
De „Corriere della Sera" geeft nog eene
andere reden voor het min of meer zonderling
gedrag van Z. H. den prins von Wied. Volgens
deze krant zou het Oostenrijksche gouverne
ment er op gestaan hebben, dat de prins niet
van het hotel „Excelsior" af en in een huur
auto naar het. Vaticaan zou rijden, maar van
het palazzo Venezia, in een koets van de ambas
sade en door den ambassadeur vergezeld. Het
Italiaansch gouvernement zou zich daartegen
verzet hebben, omdat het in dit optreden een
soort beschermheerschap dacht te zien van
Oostenrijk van den toekomstigen souverein,
zoodra deze met Katholieke aangelegenheden
in aanraking kwam. Dit verhaal moge waar
zijn of niet, zeker is, dat het Italiaansche gou
vernement tot een dergelijke handelwijze in
staat mag worden gerekend.
Andermaal vragen wo ons dus af, welke
waarden hebben de schoone garantiewetten,
wat beteekent. de vrijheid van den Paus als de
Consulta zelfs de wijze meent te mogen voor
schrijven, waarop liet hoofd der Kerk bezoeken
ontvangen mag.
Tot zoover de correspondent.
Nadat het bovenstaande reeds geschreven
was werd een bericht gepubliceerd, waarin
wordt gezegd, dat de Prins von Wied toch nog
het plan heeft om Z. H. den Paus een bezoek
te gaan brengen.
Hij moet aan den Pauselijken nuntius te
Weenen verklaard hebben, dat hij hoopte bin
nenkort in de mogelijkheid te zijn als vorst van
Albanië een officieel bezoek aan Z. H. den
Paus te gaan brengen.
Waarom was het hem nu dan niet mogelijk?
Dat is en blijft toch in allen gevalle nog
eenigszins vreemd.
Het is te hopen, dat do vorst alsnog zal in
zien, dat hij den machtigen steun van het
opperhoofd der Katholieke Kerk, waartoe zeer
velen zijner onderdanen behooren, toch niet
zal kunnen missen.
FRANKRIJK.
Do plichten der katholieken tegenover den
Staat.
Katholieken zijn goede vaderlanders onder
regeeringsvorm zij ook leven.
Wij weten dit en ontvangen er meerma
len do bewijzen van hoe de geestelijke over
heid aanspoort tot trouwe plichtsvervulling
niet adoen als katholieken, doch ook als
staatsburgers.
Door den aartsbisschop van Reims, Z.Em.
Kardinaal Lucon is tot de priesters en ge-
loovigen van zijn diocees een vastenbrief
gericht, waarin Z.Em. spreekt over de plich
ten der Katholieken jegens de Kerk en
Frankrijk.
Z. Em. zet daarbij uiteen, op welke wijze
de Katholieken hun burgerrechten en speci
aal het kiesrecht hebben uit te oefenen.
Gij moet, zoo zegt de kardinaal, alle eer-
zuchtigen zonder beginselen, die niets an
ders zoeken dan hun persoonlijk belang, we
ren, en gij moet alleen uw stem geven aan
mannen, die op de hoogte zijn van de kwes
ties, welke zij te behandelen hebben, aan
oprechte en belangelooze vrienden van het
algemeen welzijn, aan mannen die door over
tuiging de beginselen zijn toegedaan, waar
op de sociale orde, de vrede en de vooruit
gang der natie ruston.
Gij moet niet stemmen op de candidate®,
die door hun goddelooze, onzedelijke of re
volutionaire leerstellingen de levensbelangen
van het leger, de financiën, den handel, als
mede het prestige en den invloed van Frank
rijk naar buiten in gevaar brengen en gij
moet slechts mannen kiezen, die'hun krach
ten wijden aan de ossontioele belangen van
het land.
Gij moet uw stem niet gieven aan candida-
ten, die zich niet bezorgd maken om het
voortwoekeren der onzedelijkheid, van het
alcoholisme, van de profanatie van het hu
welijk, van de verwoesting van het familie
leven en de systematische ontvolking van
het land tegen te gaan, doch gij moet kie
zen mannen, die vast besloten zijn om den
strijd te steunen tegen deze kwalen, die
de schande en de ruïne van het volk zijn.
Gij moet de candidaten weren, die he
kend staan als vijanden van den godsdienst,
als aanhangers van die genootschappen, wel
ke erkennen vijandig te staan tegenover de
Kerk, personen, die reeds van hun macht
of hun mandaat hebben misbruik gemaakt
om wetten of maatregelen goed te keuren,
welke de Kerk schaden of zooals hij u be
kend, bestemd zijn om de godsdienstvervol
ging steeds voort te zetten, om de vrijheid
der Kerk, haar bediening, haar werken van
onderwijs, liefdadigheid of zedelijke strek
king steeds meer te beperken, maar gij moet
mannen kiezen, die besloten zijn ons deze
vrijheid te verzekeren en de handhaving
ervan te waarborgen door te onderhandelen)
met het Opperhoofd der Kerk.
Dat ifs een gewetensplicht en er bestaat
geen dubbele moraal. Wij hebben geen twee
gewetens, liet eene voor het particuliere le
ven, dat zich in alles moet richteu volgens
de wet van God en het ander voor het
maatschappelijk leven, dat onafhankelijk zou
zijn. De kiezersplicht is des te meer. een
gewetenskwestie, wijl zij de meest ernstige
gevolgen heeft.
Indien alle Katholieken werkelijk als Ka
tholieken hun kiesrecht hadden uitgeoefend,
dan zouden wij thans niet zuchten onder de
rampen, die het land treffen en onteeren.
Het lot van het land is in uwe handen,
zoo besluit de kardinaal. Indien gij de Kerk
liefhebt. verdedigt haar dan; indien gij
Frankrijk lief hebt, redt liet dan.
HET BOEK VAN DEN KONING VAN
SPANJE.
Do koning van Spanje, die er vooral op uit
is, den landbouw van zijn land te bevorderen,
heeft thans voor zijn eigen kosten een hand
leiding uitgegeven, die voor iederen boer gra
tis verkrijgbaar is gesteld. Het werkje bevat
raadgevingen en onderricht. Koning Alfonso
hoopt met deze uitgave te bereiken, dat de
tallooze uitgestrekte landerijen, die nu nog
braak liggen, eerlang herschapen zullen zijn
in vruchtbare landschappen.
De uitgave heeft den koning 25.000 frs. ge
kost. Voor enkele hooggeplaatste personen
zijn speciale prachtexemplaren vervaardigd.
KOLONISATIE IN SERVIë.
Het Servische ministerie voor volkswel
vaart heeft, naai* be't Hbld. verneemt, een
plan opgemaakt voor de kolonisatie van
Nienw-Servië, dat d jze.r- dngèn aan da goed
keuring van den koning zal worden onder
worpen.
Voor kolonisten van het nieuwe gebied ko
men in de eerste plaats Serviërs en daarna
andere Slaven iu aanmerking en wel hij voor
keur boeren èn ambachtslieden. Deze zulle®
gratis land kunnen hekomen, dat door de
vroegere eigenaars verlaten of staatseigen
dom geworden is, henevens het noodige ma
teriaal voor het bouy en .van woningen, te r
wijl hun allerlei faciliteiten hij de betaling
van belastingen zullen worden verleend.
Na 15 jaren wordt het door hen bebouwde
land hun eigendom.
DE NIEUWE ZEEVAARTSCHOOL TE
ROTTERDAM.
Door B. en W. van Rotterdam is den ge
meenteraad een voorstel aangeboden tot den
bouw eeuer nieuwe Zeevaartschool.
Het gebouw zal bevatten 16 lokalen, waar
onder een groot lokaal, dat bestemd ie voor
het onderwijs in de radio-telegrafie, hetwelk
reeds thans, als gevolg van overleg met den
Directeur-Generaal der Posterijen en Telegra
fie, wordt gegeven. Net gebouw omvat ver
der twee reservelokalen, en is berekend op
ongeveer 200 leerlingen, alzoo op het dubbele
van de tegenwoordige, loealiteit. Aan de
Noordzijde eindelik is een flink terrein voor
uitbreiding gereserveerd, dat voorshands ais
plantsoen kan worden aangelegd.
De bouwkosten worden begroot op ƒ203,000,
waarvoor op terreinophooging, slootdemping
en straataanleg 000, zoodat de uitvoering
van het plan, ongerekend de waarde van het
beschikbaar te stellen terrein, aan de ge
meente in het geheel op 232,000 zal komen
te staan.
RECHTSCHE KIEZERS.
Aan de hand van de verkiezingsciifers trekt
„Het Volk" een vergelijking tusschen „ker-
kelijken" en vrijzinnigen hij de verkiezingen.
Het blad komt daarbij tot de volgende eon-
siën:
„De kerkelijke partijen zijn niet als de vrij
zinnige in haar rampjaren ingezonken, maar
overvleugeld.
Wanneer de coalitie zich in de buitenge
woon ongunstige positio van 1913 zóó weet te
handhaven, over de geheele linie haar kiezers
zóó prachtig in de hand blijkt te hebben, dan
beteekent dit, dat haar automatisch de meer
derheid weer toevalt, wanneer de vrijzinni
gen in 1917 inzakken als in 1901 en 1909.
Doch ook als haar tegenstanders hun macht
niet moer dan op peil weten te houden, dan
nog blijft de coalitie meester van het terrein.
Gunstige en ongunstige jaren dooreen ge
rekend, stijgt het aantal kerkeliike stemmen
na iedere regeerperiode met 30.000. Alleen hij
do slappe verkiezing van 1901 gingeu zij ach
teruit en wel met 21,844; 1905 bracht dat weer
volkomen in 't reine door meer dan 100.000
stemmen winst.
Na Juni 1913 zullen nieuwe hulptroepen
geformeerd worden; als men op één ding ge
nist kan zijn, dan is het hierop, dat de reserve
van vier en een half honderdduizend meer
dan vijf-en-twintig jarigen, die in 1913 niet op
de kiezerslijst voorkwamen, op geduchte ma
nier zal worden aangesproken.
Elk jaar, vooral voor de periodieke Ifamer-
of Statenverkiezingen, zorgen haar organisa
ties ervoor, dat de mannelijke geloofsgenoo-
ten van 25 jaar en ouder een formulier ter
onderteekening wordt voorgelegd. En wat op
deze wijze bij het kerkelijke kiezerskorps
wordt ingelijfd, is voor het overgroote deel
onbereikbaar en dus onaandoenlijk voor de
propaganda der tegenpartij; het gaat stem
men uit hetzelfde plichtsgevoel, waar 'tZon
dags ter kerke gaat en evenmin als het er
over denkt eens van kerk te veranderen, komt
het in zijn hoofdop een ander dan den offl-
cieeelen kerkelijken candidaat te stemmen.
De kerkdijken hebben het voordbei, dat zij
voor hun mensehen het algemeen kiesrecht
vrij wat meer henaderen dan wii; dat zij heb
ben een trouw kiezerscorps, minder afhanke
lijk dan eenig ander van de politieke stem
ming van het oogenblik".
Deze becijfering is wel interessant, al kan
men er niet vast op bouwen, merkt de Resh.
op. Al mogen we ons verblijden, dat de reeht-
sche kiezers zooveel vastberadenheid aan den
dag leggen volgens het „Volk", we hopen
toch, dat zü zich niet in slaap laten wiegen.
Vooral na den uitslag der verkiezingen van
1913 is hard werken aan de uitbreiding van
het kiezerscorps voor ons dubbel en dwars
noodig.
Moderne „dichtkunst."
I® de „Groene" van deze week volgend schoon
gedicht gelezen van „Nan Sandbergen":
Gaze sluiers,
rose rozen
een kleed
voor jou.
Zilvren klokken
toovrend klingen
een zang
voor jou.
Gouden lichten,
gouden stralen
een kroon
voor jou.
Blanwe oogen
diepe oogen
een zee
voor jou.
Nu wil ik niet pedant zijn, maar zóó kan ik
took, zegt Peter in de Tel. Hoor maar:
Peen met uien
Lekker klapstuk
Hntspot
voor jou.
Groeno erwten
Spek en worstjes
'n Bord snert
voor jou.
Nattig nensje.
Hevig niezen,
Dat 's kou
voor jou.
Zoo kan 'k doorgaan
Tot Tc een ons weeg;
Een ons
voor jou.
Hoe buitenlanders over ons denken. Er
worden in liet buitenland dikwijls rare din
gen omtrent ons land gedebiteerd. Bekend is,
dat vele buitenlanders meenen, dat wij Hol
landers allemaal op klompen loopen en dat
de mannen polbroeken dragen.
Bekend is ook, dat men in Frankrijk bijv.
meent, dat onze bodem gelijk een groote spons
is en dat. we daarom zoodra we een wande
ling gemaakt hebben, onze voeten plaatsen
op een stoof nier een vuurtje erin.
Doch onbekend blijven ons natuurlijk een
lieele massa van die absurde begrippen.
Zoo zagen we onlangs in een buitenlandsche
illustratie H. M. onze Koningin met prinses
Juliana on een pleegzuster op schaatsen af
gebeeld, met de medecieeling, dat op die foto
onze prinses in gezelschap was van een En-
gelsehe „nurse-maid" en hare g-ouvernante
(waarvoor II. M. de Koningin werd aange
zien). Thans ontdekken we toevallig weer
zoo'n in het buitenland geschoten bokje.
In de „Bihier vom Tage" (dagelijksch hij
blad van de Berliner Lokal-Anzeiger) van 9
Februari toch is opgenomen het portret van
den brievenbesteller (thans hoofdbesteller)
Kruijt, die reeds in 't bezit der akte Staats
inrichting M. O. zijnde, onlangs slaagde voor
de middelbare akte Staathuishoudkunde, doch
van wien het Berlijnsche illustratieblad weet
te vertellen, dat hij „zum Professor der.sozio-
logischen Wissenschaften erna nut wurde."-
Alzoo: professor in de sociologische weten
schappen!
Aau welke universiteit, staat er niet bij.
We denken, dat de heer Kruijt er zelf wel
hartelijk om lachen zal, als hij leest dat men
zoo onverwacht hem tot professor in de so
ciologie heeft geproclameerd!
JAARVERSLAG DER
ST. MARTHA-VEREENIGING
Het bestuur der St. Marthavereeniging zendt
•ons het volgende verslag ter opname; waaruit
de zegenrijke werking dezer vereeniging dui
delijk blijkt:
De St. Martha-vereeniging zag in het jaar
1913 hare werkzaamheden vermeerderen, daar
het aantal meisjes, waarover hare bescher
ming zich uitstrekte, aanmerkelijk toenam,
Vier meisjes werden naar Leiderdorp ge
bracht, een naar Velp, een naar Medemblik,
terwijl verschillende meisjes naar het Door
gangshuis te Amsterdam of Den Haag wer
den gezonden, waarvan er in de Kweekschool
voer vroedvrouwen verpleegd waren.
De afdeeling zondt in September, aan het
Departement van Justitie een bereidverkla
ring ter reclasseering in, ten einde patronaat
uit te oefenen over ontslagen gevangenen,
welke bereidverklaring door den Minister
werd aanvaard.
De avondbijeenkomsten werden goed be
zocht door de dienstmeisjes, winkeljuffrou
wen meldden zich hiervoor niet in genoeg-
zamen getale aan.
Ten einde de vereeniging meer bekend te
doen worden, werden er winkelkaar ben ge
drukt in de wit-gele kleuren, en opgehangen
in de winkels van verschillende leveranciers
Het bemiddelingsbureau ontving 197 op
gaven van den Burgerlijken Stand, van meis
jes van buiten, die zioh in Haarlem vestig-
den. Allen werden bezocht en aangespoord de
avondbijeenkomsten trouw to bezoeken. En
kelen traden toe.
Van de 36 dienstaanbiedingen slaagden 21,
van de Cl dienstaanvragen 23.
In het „Tehuis" is gedurende 906 dagen
volledig pension verleend, 214 nachtverblij
ven werden versteekt en twee afzonderlijke
middagmalen.
De verschillende correspondenten werden
meermalen om raad gevraagd en zij ver
strekten dikwerf inlichtingen omtrent betrek
kingen in de plaats barer inwoning; sommi
gen hadden niets te vermelden.
Heemstede kroeg twee bijzonders geval
len te behandelen.
De Inkomsten bedroegen f 2870,68; de uit
gaven f 2661.62, zoodat de rekening sluit met
een batig saldo van f 209.06.
GEMEENTERAAD.
(Vervolg van gisteren).
Onder dp ingekomen stukken en mede-
deelmgen is o.m. medegedeeld:
dat, zijn gesteld in handen van Burge
meester en Wethouders om advies:
een verzoekschrift van de Eerste Neder-
landsche Eleetrische Trammaatschappij, om
Roman van Philip Laicus.
17.
IeroersfPr"k ('a^ V£,n 'iet gezin al-
„n ,];c -ljn e'^en kamer zou verdedigen;
*p Ih-piipht,7'0 de houtvester iu staat hulp
m- ^nnM11 dVüde> die werd aangevallen,
1 - ,.„°or e openstaande verbindings-
flem* zich evenzoo naar het midden terugtrek-
De vier menschert wachtten in bange span-
long, nu eens stil buiend, dau zacht met el
kaar fluisterend; bij het minste geritsel krom
pen allen ineen. Daarbij kwam nog de geheim,
'/■innig donkerte, want men moelit immers niet
laten vermoeden, dat de houtvester op zijn
noede w«6; daarom brandde alleen in de slaap,
tamer van de echtelieden Willifred het ge-
dcmVerachtliehtje. Overigens was het overal
ket liep a] tegen middernacht,
i |jgon, dat de deur des boschwachlers-
karnei, tegenover de zijne gelegen, behoed
zaam geopend werd. Egon maakte het jacht
mes in de s licde los en nam het geweer op,
gereed om te schieten.
Ook de houtvester had dat zachte gerucht
gehoord. Maar hu vernam ook. dat de boscli-
wachter de trap naar de vliering opklom.
»Hij gaat óf Theobald halen" zóó heette
de knecht .,of hij maakt hem onschadelijk!"
fluisterde de houtvester.
„Zou je hem niet wekken?" vroeg juffrouw
Willifred.
„Neen!" gaf de houtvester ten antwoord,
„want ik weet niet, of ik mijn vijand wek, en
als die twee mii buiten hebben, zijt jelui ge
heel en al verloren. Wij zullen zoo aanstonds
wel vernemen, of Theobald mèt ons of tegen
ons is."
De houtvester had dezen zin nog niet vol-
tooid, toen Egon, wiens kamer onder die van
den knecht lag, riep: „Vader mee naar hoven!
Ze zijn aan het vechten!"
Inderdaad vernam men een stampen en rol
len, alsof twee mensehen met elkander wor
stelden.
„Blijf hier Egon!" riep de houtvester, en
was met één sprong door Irma's kamer op de
gang.
j „Help! Brand!" hoorde de houtvester den
knecht met half verstikten stem roepen.
I De hartsvanger vloog uit de selmde.
Toen de houtvester boven op den zolder
verscheen, lag de knecht, slechts gekleed met
z'n hemd, in de openstaande kamerdeur, ge
deeltelijk in de kamer en gedeeltelijk op de
vliering, en verweerde zich wanhopig legen
den boschwachter, die op hem knielde en
jhem een doek in den mond Irachite te wrïn-
gen. j
De komst van den houtvester deed den toe
stand aanmerkelijk verandoren. Zonder zich
een seconde te bezinnen, stak hü den bosch
wachter, die hem niet had hooren komen, den
j hartsvanger van achter in den rechterschou
der, z-oodat de kling in het heen beklemd ge
raakte en met een ruk uitgetrokken moest
worden.
De boschwachter slaakte een zucht, trilde
even en viel toen met het hoofd voorover op
den knecht, die zich onder de zwaarte van
het lichaam trachtte op te richten,
Pif! paf! knalde het op dat oogenblik van
beneden.
De houtvester kende de wapens, die aan
zijn horgen waren toevertrouwd. Irma had
uit haar vogelroer het eerste schot gelost,
waarop toen een der jachtgeweren was afge
schoten geworden.
„Laat hem maar liggen, Theobald," riep de
houtvester, terwijl hij den hartsvanger in de
seheede stak. „Kleed je gauw aan en kom
dan beneden; de poppen zijn reeds aan 't dan
sen!"
In vier stappen was Willifred de trap Af-
„Pif!" kraakte 't opnieuw uit Irma's vogel-
roer.
De houtvester stormde hot vertrek binnen.
Ondanks den hacbelijken toestand moest hij
toch nog glimlachen, toen hij de toebereidse
len zag, welke Irma gemaakt had. Zii had een
der hirmenluiken nit de hengsels gelicht en
dit tegen het raam doen leunen, zoodat er een
hellend vlak gevormd werd. Irma lag lang
uit op dat luik; dientengevolge gaf het on
derkozijn beur lichaam volkomen beschut
ting; haar hoofd stak slechts zóó ho'og er ho
ven uit, als noodig was, om te kunnen zien.
Het kozijn diende haar als bank, waarop zij
het geweer kon richten, en naast zich had
zij een stoel staan, waarop haar munitie lag.
Toen de houtvester binnentrad stend zij op
't punt een patroon in den loop te schuiven;
de veer van den Lefauchenx sprong dicht, cn
het meisje lag weder gereed om te vuren.
„Wat is er aan de hand?"
„Twee kerels met een ladder kwamen nit
het hnsch; zij zijn den hoek omgegaan. Zoo
even kwam een derde: waar die gebleven is,
weet ik niet; ik durfde main hoofd niet uit
het raam steken."
Dit verslag werd gegeven met de bedaard
heid van een soldaat, die op vooi'post staat.
„Heb je er een geraakt?"
„Ik weet het niet. Het geweer heeft op zulk
een afstand geen zeker schot. In geen geval
is er iemand zwaar gewond; want ze hepen
alle drie door."
De houtvester trad op ziin vrouw toe.
„Onze toestand is aanmerkelijk verbeterd.
Wij hebben een tegenstander minder en een
bondgenoot! meer."
Men hoorde den kittecht reeds de vliering-
trap afkomen; doch op 't zelfde oogenblik ont
spon zich in de gang een nieuwe worsteling;
ditmaal echter had de knecht, die een sterke
vent was, zich met een fermen korten knup
pel gewapend en zwaaide daarmede op een
verschrikkelijke wijze in 't rond.
Klaarblijkelijk waren de twee mannen, die
Irma had gezien, langs de ladder naar binnen
geklommen dcor een opening, die reeds te
voren voor hen gemaakt was.
Zij bevonden zich thans in huis.
Wederom snelde de houtvester z'n knecht te
hulp.
„Breng licht," riep hij zijn vrouw toe.
„Nu moeten wij vriend van vijand kunnen
onderscheiden."
Op de gang was reeds licht; want de knecht
liad hel dievenlantaarntje van den hosch-
wachter, dat on de vliering was blijven siaan,
mee naar beneden gebracht. Dit wist men
natuurlijk in de kamer niet, en daarom haast
te zich de houtvesterin en Irma, een kaars
aan te steken, on heiden liepen daarna de
gang in, welke het toonoel eener afgrijselijke
worsteling was.
Als het ware verlamd beschouwden juf
frouw Willifred en Irma een poosje dat vech
ten. Het was een ontzettende kluwen van
mensehelijke lichamen, die nu hierheen, dau
daarheen rolden. Geen twijfel: wie daar over-
won, had den anderen vermoord, en dan ston-
den de vrouwen radeloos.
„Schiet uit 'traam!" riep de houtvester hij»
gend.
Juffrouw Willifred begreep terstond wat
haar man bedoelde. Wanneer er gendarmen
in bet bosch waren wat bij het veelvuldig
surveilleereu volstrekt niet zoo onwaarschijn
lijk kon geacht worden dan moesten zij het
schieten hooren en ter hulp komen,
i lima begreep wel is waar de reden niet zoo
dadelijk, maar zij voelde zich gedwongen, iets
j te doen, en daar zij achter juffrouw Willi-
fred stond, was zij de eerste, die in de voor.
kamer kwam.
i In het korte tijdsverloop, dat verstreken
was, had zich ook hier een tooneel van heb
verschrikkelijkste drama afgespeeld.
In gemakkelijk te begrijpen opgewonden,
beid had Egon een poosje geluisterd naar het
lawaai en het getrappel op de bovengang, en
daardoor had hij geen acht geslagen op het
geen middelerwijl aan de voorzijde van het
huis plaats had. Hij bespeurde uiet, dat tegen
een der middelste vensters een ladder werd
genlaatst. en cci-ri toen iemand ven het raam-