BUITENLAND. B M n F. N L A N D. STADSNIEUWS De Vorst van Albanië en Z, H. de Paus. FEUILLETON. NIEUWE HAflRLE/ASCHE COURANT De prins von Wied bracht, te Rome zijnde, peen bezoek aan het boofd der Katholieke Kerk. Wat was daarvan de reden? De redacteur van de „Msb." te Rome wijdt aan dit bezoek een correspondentie, waarin hij opmerkt, dat men zeide dat dit bezoek op het programma stond, maar dat het op het laatste oogenblik is afgelast, omdat het Italiaansche gouvernement er zich tegen verzette. Zoo zulks waar is, gaat hij verder dan mag men daarin een nieuw bewijs zien, dat de Itomeinsche kwestie nog altijd niet is opge lost en dat dus het hoofd van onze Kerk voor alsnog niet in het bezit is van die vrijheid, welke hij voor het richtig uitoefenen van zijn ambt onmisbaar noodig acht en welke Lij nooit moede wordt bij elke gelegenheid op te eischen. Men weet, dat de prins von Wied de gast was van Victor Emmanuel, die hem echter niet bij zich aan huis ontving!, maar hem onder bracht in het hotel „Excelsior". Zulks ge schiedde, naar verluidt, niet omdat in het Quirinaal gebrek is aan slaapkamers, maar omdat de prins, als hij naar het Vaticaan zou rijden., niet vertrekken zou vanuit een gestolen Pauselijk paleis maar van den neutralen grond van een hotel. Het Vaticaan stelt deze condi tie bij het ontvangen van Protestantsehe vor eten, keizer Wilhelm en koning Edward heb ben er zich aan onderworpen, en het scheen, dat de toekomstige vorst van Albanië zich »veneen8 bij die voorwaarde zou neerleggen. Des avonds vóór het verwachte bezoek be vatte de „Tribun a" echter het bericht, dat de prins niet naar don Paus zou gaan.- Op niet onaardige manier wist de „Italio" die dit bericht tegensprak de gemaakte fout to herstellen. Met een verhaaltje, dat aan de meest lugubere oobenblikken uit een roman van Sherlock Holmes deed denken, wist het blad den volgenden dag mee te deelen, dat de prins, na afloop van zijn maaltijd hij den ko ning. op geheimzinnige wijze uit het Quirinaal verdween, dat kar-dinaal Merry del Val op even geheimzinnige wijze van een feest verdween, waar hij uitgenoodigd was, dat de prinselijke auto niet rechtstreeks naar het hotel reed, waar do roode vlag met den zwarten adelaar van Ska"derberg uit de ramen wapperde, maar dat zij den weg zocht naar het paleis van een angenoemden diplomaat, dat de kardinaals- ftuto ook al naar het paleis .van dienzelfden, ongenoemden diplomaat voerde, en dat na lange en geheimzinnige uren, toen de pitjes in .Rome reed3 lang waren uitgedraaid en de eerzame burgerij al vast lag te slapen, de beide auto's weer van dat geheimzinnige paleis weg reden, de een in de richting van liet Vaticaan, do andere in die van het hotel „Excelsior". Be toekomstige vorst van Albanië en de secretaris van staat van de Heilige Iioomsche Kerk had den elkaar gezegd, wat zij te zeggen hadden Als het verhaal niet waar is, zal men toch moeten toegeven, dat liet aardig verzonnen is. Voor dit onhoffelijk negeeren van den Pans loor den toekomstigen souverein van Albanië worden twee redenen opgegeven. Eén kan men natuurlijk gemakkelijk raden: men wil het doen voorkomen, dat alle Mahomedanen en orthodoxen van Albanië in een soort van gods dienstwaanzin zouden vervallen, wanneer het bezoek aan Z. H. hun eens ter oore mocht ko nion. Natuurlijk is van die reden geen letter waar, en gelooft ook niemand er aan, dan mis schien liicr of daar een paar goedige Hollan ders, d;e zich van godsdiensten zoo'n raar be grip plegen te maken, dat zij Katholieke Mis siën zelfs een gevaar achten voor den gods dienstvrede op Java. Men stelle zich de zaken slechts eens gewij zigd voor en denke zich eens in, dat de prins von Wied om een of andere reden niet te Rome, maar te Constantinopel een bezoek liad moeten brengen. Men ziet hem dan al met groote statie van Pera naar Galata afddlen, de Gouden Hoorn oversteken en koers zetten naar het roode paleis, waar het hoofd der ortho doxen zetelt. Niets zou natuurlijker zijn dan zulk oen bezoek, het is zeker, dat hij niet wagen zou liet na te laten. Hier is het echter wat anders. Met den Paus van Rome durft men zich wat meer veroor. loven, want men weet, dat bet Katholicisme, de steunpilaar zelf van bet gezag, wars is van laag-bij-grondsche ophitsereijen zijner getrou wen tegen hen, die aan dat gezag niet de eere schenken, die het toekomt. Straks dus zal Z. H. de nieuwe vorst van Albanië, met een rustig gezicht voor zijn Malissoren kunnen verschij nen, want hij weet wel, dat, zoo dit volkje er eens rekenschap van zou willen hebben,, waar om hij het hoofd hunner godsdienst zoo on hebbelijk negeerde, de Albaansche priesters de eersten zonden zijn de dreigende stemmen te sussen. De „Corriere della Sera" geeft nog eene andere reden voor het min of meer zonderling gedrag van Z. H. den prins von Wied. Volgens deze krant zou het Oostenrijksche gouverne ment er op gestaan hebben, dat de prins niet van het hotel „Excelsior" af en in een huur auto naar het. Vaticaan zou rijden, maar van het palazzo Venezia, in een koets van de ambas sade en door den ambassadeur vergezeld. Het Italiaansch gouvernement zou zich daartegen verzet hebben, omdat het in dit optreden een soort beschermheerschap dacht te zien van Oostenrijk van den toekomstigen souverein, zoodra deze met Katholieke aangelegenheden in aanraking kwam. Dit verhaal moge waar zijn of niet, zeker is, dat het Italiaansche gou vernement tot een dergelijke handelwijze in staat mag worden gerekend. Andermaal vragen wo ons dus af, welke waarden hebben de schoone garantiewetten, wat beteekent. de vrijheid van den Paus als de Consulta zelfs de wijze meent te mogen voor schrijven, waarop liet hoofd der Kerk bezoeken ontvangen mag. Tot zoover de correspondent. Nadat het bovenstaande reeds geschreven was werd een bericht gepubliceerd, waarin wordt gezegd, dat de Prins von Wied toch nog het plan heeft om Z. H. den Paus een bezoek te gaan brengen. Hij moet aan den Pauselijken nuntius te Weenen verklaard hebben, dat hij hoopte bin nenkort in de mogelijkheid te zijn als vorst van Albanië een officieel bezoek aan Z. H. den Paus te gaan brengen. Waarom was het hem nu dan niet mogelijk? Dat is en blijft toch in allen gevalle nog eenigszins vreemd. Het is te hopen, dat do vorst alsnog zal in zien, dat hij den machtigen steun van het opperhoofd der Katholieke Kerk, waartoe zeer velen zijner onderdanen behooren, toch niet zal kunnen missen. FRANKRIJK. Do plichten der katholieken tegenover den Staat. Katholieken zijn goede vaderlanders onder regeeringsvorm zij ook leven. Wij weten dit en ontvangen er meerma len do bewijzen van hoe de geestelijke over heid aanspoort tot trouwe plichtsvervulling niet adoen als katholieken, doch ook als staatsburgers. Door den aartsbisschop van Reims, Z.Em. Kardinaal Lucon is tot de priesters en ge- loovigen van zijn diocees een vastenbrief gericht, waarin Z.Em. spreekt over de plich ten der Katholieken jegens de Kerk en Frankrijk. Z. Em. zet daarbij uiteen, op welke wijze de Katholieken hun burgerrechten en speci aal het kiesrecht hebben uit te oefenen. Gij moet, zoo zegt de kardinaal, alle eer- zuchtigen zonder beginselen, die niets an ders zoeken dan hun persoonlijk belang, we ren, en gij moet alleen uw stem geven aan mannen, die op de hoogte zijn van de kwes ties, welke zij te behandelen hebben, aan oprechte en belangelooze vrienden van het algemeen welzijn, aan mannen die door over tuiging de beginselen zijn toegedaan, waar op de sociale orde, de vrede en de vooruit gang der natie ruston. Gij moet niet stemmen op de candidate®, die door hun goddelooze, onzedelijke of re volutionaire leerstellingen de levensbelangen van het leger, de financiën, den handel, als mede het prestige en den invloed van Frank rijk naar buiten in gevaar brengen en gij moet slechts mannen kiezen, die'hun krach ten wijden aan de ossontioele belangen van het land. Gij moet uw stem niet gieven aan candida- ten, die zich niet bezorgd maken om het voortwoekeren der onzedelijkheid, van het alcoholisme, van de profanatie van het hu welijk, van de verwoesting van het familie leven en de systematische ontvolking van het land tegen te gaan, doch gij moet kie zen mannen, die vast besloten zijn om den strijd te steunen tegen deze kwalen, die de schande en de ruïne van het volk zijn. Gij moet de candidaten weren, die he kend staan als vijanden van den godsdienst, als aanhangers van die genootschappen, wel ke erkennen vijandig te staan tegenover de Kerk, personen, die reeds van hun macht of hun mandaat hebben misbruik gemaakt om wetten of maatregelen goed te keuren, welke de Kerk schaden of zooals hij u be kend, bestemd zijn om de godsdienstvervol ging steeds voort te zetten, om de vrijheid der Kerk, haar bediening, haar werken van onderwijs, liefdadigheid of zedelijke strek king steeds meer te beperken, maar gij moet mannen kiezen, die besloten zijn ons deze vrijheid te verzekeren en de handhaving ervan te waarborgen door te onderhandelen) met het Opperhoofd der Kerk. Dat ifs een gewetensplicht en er bestaat geen dubbele moraal. Wij hebben geen twee gewetens, liet eene voor het particuliere le ven, dat zich in alles moet richteu volgens de wet van God en het ander voor het maatschappelijk leven, dat onafhankelijk zou zijn. De kiezersplicht is des te meer. een gewetenskwestie, wijl zij de meest ernstige gevolgen heeft. Indien alle Katholieken werkelijk als Ka tholieken hun kiesrecht hadden uitgeoefend, dan zouden wij thans niet zuchten onder de rampen, die het land treffen en onteeren. Het lot van het land is in uwe handen, zoo besluit de kardinaal. Indien gij de Kerk liefhebt. verdedigt haar dan; indien gij Frankrijk lief hebt, redt liet dan. HET BOEK VAN DEN KONING VAN SPANJE. Do koning van Spanje, die er vooral op uit is, den landbouw van zijn land te bevorderen, heeft thans voor zijn eigen kosten een hand leiding uitgegeven, die voor iederen boer gra tis verkrijgbaar is gesteld. Het werkje bevat raadgevingen en onderricht. Koning Alfonso hoopt met deze uitgave te bereiken, dat de tallooze uitgestrekte landerijen, die nu nog braak liggen, eerlang herschapen zullen zijn in vruchtbare landschappen. De uitgave heeft den koning 25.000 frs. ge kost. Voor enkele hooggeplaatste personen zijn speciale prachtexemplaren vervaardigd. KOLONISATIE IN SERVIë. Het Servische ministerie voor volkswel vaart heeft, naai* be't Hbld. verneemt, een plan opgemaakt voor de kolonisatie van Nienw-Servië, dat d jze.r- dngèn aan da goed keuring van den koning zal worden onder worpen. Voor kolonisten van het nieuwe gebied ko men in de eerste plaats Serviërs en daarna andere Slaven iu aanmerking en wel hij voor keur boeren èn ambachtslieden. Deze zulle® gratis land kunnen hekomen, dat door de vroegere eigenaars verlaten of staatseigen dom geworden is, henevens het noodige ma teriaal voor het bouy en .van woningen, te r wijl hun allerlei faciliteiten hij de betaling van belastingen zullen worden verleend. Na 15 jaren wordt het door hen bebouwde land hun eigendom. DE NIEUWE ZEEVAARTSCHOOL TE ROTTERDAM. Door B. en W. van Rotterdam is den ge meenteraad een voorstel aangeboden tot den bouw eeuer nieuwe Zeevaartschool. Het gebouw zal bevatten 16 lokalen, waar onder een groot lokaal, dat bestemd ie voor het onderwijs in de radio-telegrafie, hetwelk reeds thans, als gevolg van overleg met den Directeur-Generaal der Posterijen en Telegra fie, wordt gegeven. Net gebouw omvat ver der twee reservelokalen, en is berekend op ongeveer 200 leerlingen, alzoo op het dubbele van de tegenwoordige, loealiteit. Aan de Noordzijde eindelik is een flink terrein voor uitbreiding gereserveerd, dat voorshands ais plantsoen kan worden aangelegd. De bouwkosten worden begroot op ƒ203,000, waarvoor op terreinophooging, slootdemping en straataanleg 000, zoodat de uitvoering van het plan, ongerekend de waarde van het beschikbaar te stellen terrein, aan de ge meente in het geheel op 232,000 zal komen te staan. RECHTSCHE KIEZERS. Aan de hand van de verkiezingsciifers trekt „Het Volk" een vergelijking tusschen „ker- kelijken" en vrijzinnigen hij de verkiezingen. Het blad komt daarbij tot de volgende eon- siën: „De kerkelijke partijen zijn niet als de vrij zinnige in haar rampjaren ingezonken, maar overvleugeld. Wanneer de coalitie zich in de buitenge woon ongunstige positio van 1913 zóó weet te handhaven, over de geheele linie haar kiezers zóó prachtig in de hand blijkt te hebben, dan beteekent dit, dat haar automatisch de meer derheid weer toevalt, wanneer de vrijzinni gen in 1917 inzakken als in 1901 en 1909. Doch ook als haar tegenstanders hun macht niet moer dan op peil weten te houden, dan nog blijft de coalitie meester van het terrein. Gunstige en ongunstige jaren dooreen ge rekend, stijgt het aantal kerkeliike stemmen na iedere regeerperiode met 30.000. Alleen hij do slappe verkiezing van 1901 gingeu zij ach teruit en wel met 21,844; 1905 bracht dat weer volkomen in 't reine door meer dan 100.000 stemmen winst. Na Juni 1913 zullen nieuwe hulptroepen geformeerd worden; als men op één ding ge nist kan zijn, dan is het hierop, dat de reserve van vier en een half honderdduizend meer dan vijf-en-twintig jarigen, die in 1913 niet op de kiezerslijst voorkwamen, op geduchte ma nier zal worden aangesproken. Elk jaar, vooral voor de periodieke Ifamer- of Statenverkiezingen, zorgen haar organisa ties ervoor, dat de mannelijke geloofsgenoo- ten van 25 jaar en ouder een formulier ter onderteekening wordt voorgelegd. En wat op deze wijze bij het kerkelijke kiezerskorps wordt ingelijfd, is voor het overgroote deel onbereikbaar en dus onaandoenlijk voor de propaganda der tegenpartij; het gaat stem men uit hetzelfde plichtsgevoel, waar 'tZon dags ter kerke gaat en evenmin als het er over denkt eens van kerk te veranderen, komt het in zijn hoofdop een ander dan den offl- cieeelen kerkelijken candidaat te stemmen. De kerkdijken hebben het voordbei, dat zij voor hun mensehen het algemeen kiesrecht vrij wat meer henaderen dan wii; dat zij heb ben een trouw kiezerscorps, minder afhanke lijk dan eenig ander van de politieke stem ming van het oogenblik". Deze becijfering is wel interessant, al kan men er niet vast op bouwen, merkt de Resh. op. Al mogen we ons verblijden, dat de reeht- sche kiezers zooveel vastberadenheid aan den dag leggen volgens het „Volk", we hopen toch, dat zü zich niet in slaap laten wiegen. Vooral na den uitslag der verkiezingen van 1913 is hard werken aan de uitbreiding van het kiezerscorps voor ons dubbel en dwars noodig. Moderne „dichtkunst." I® de „Groene" van deze week volgend schoon gedicht gelezen van „Nan Sandbergen": Gaze sluiers, rose rozen een kleed voor jou. Zilvren klokken toovrend klingen een zang voor jou. Gouden lichten, gouden stralen een kroon voor jou. Blanwe oogen diepe oogen een zee voor jou. Nu wil ik niet pedant zijn, maar zóó kan ik took, zegt Peter in de Tel. Hoor maar: Peen met uien Lekker klapstuk Hntspot voor jou. Groeno erwten Spek en worstjes 'n Bord snert voor jou. Nattig nensje. Hevig niezen, Dat 's kou voor jou. Zoo kan 'k doorgaan Tot Tc een ons weeg; Een ons voor jou. Hoe buitenlanders over ons denken. Er worden in liet buitenland dikwijls rare din gen omtrent ons land gedebiteerd. Bekend is, dat vele buitenlanders meenen, dat wij Hol landers allemaal op klompen loopen en dat de mannen polbroeken dragen. Bekend is ook, dat men in Frankrijk bijv. meent, dat onze bodem gelijk een groote spons is en dat. we daarom zoodra we een wande ling gemaakt hebben, onze voeten plaatsen op een stoof nier een vuurtje erin. Doch onbekend blijven ons natuurlijk een lieele massa van die absurde begrippen. Zoo zagen we onlangs in een buitenlandsche illustratie H. M. onze Koningin met prinses Juliana on een pleegzuster op schaatsen af gebeeld, met de medecieeling, dat op die foto onze prinses in gezelschap was van een En- gelsehe „nurse-maid" en hare g-ouvernante (waarvoor II. M. de Koningin werd aange zien). Thans ontdekken we toevallig weer zoo'n in het buitenland geschoten bokje. In de „Bihier vom Tage" (dagelijksch hij blad van de Berliner Lokal-Anzeiger) van 9 Februari toch is opgenomen het portret van den brievenbesteller (thans hoofdbesteller) Kruijt, die reeds in 't bezit der akte Staats inrichting M. O. zijnde, onlangs slaagde voor de middelbare akte Staathuishoudkunde, doch van wien het Berlijnsche illustratieblad weet te vertellen, dat hij „zum Professor der.sozio- logischen Wissenschaften erna nut wurde."- Alzoo: professor in de sociologische weten schappen! Aau welke universiteit, staat er niet bij. We denken, dat de heer Kruijt er zelf wel hartelijk om lachen zal, als hij leest dat men zoo onverwacht hem tot professor in de so ciologie heeft geproclameerd! JAARVERSLAG DER ST. MARTHA-VEREENIGING Het bestuur der St. Marthavereeniging zendt •ons het volgende verslag ter opname; waaruit de zegenrijke werking dezer vereeniging dui delijk blijkt: De St. Martha-vereeniging zag in het jaar 1913 hare werkzaamheden vermeerderen, daar het aantal meisjes, waarover hare bescher ming zich uitstrekte, aanmerkelijk toenam, Vier meisjes werden naar Leiderdorp ge bracht, een naar Velp, een naar Medemblik, terwijl verschillende meisjes naar het Door gangshuis te Amsterdam of Den Haag wer den gezonden, waarvan er in de Kweekschool voer vroedvrouwen verpleegd waren. De afdeeling zondt in September, aan het Departement van Justitie een bereidverkla ring ter reclasseering in, ten einde patronaat uit te oefenen over ontslagen gevangenen, welke bereidverklaring door den Minister werd aanvaard. De avondbijeenkomsten werden goed be zocht door de dienstmeisjes, winkeljuffrou wen meldden zich hiervoor niet in genoeg- zamen getale aan. Ten einde de vereeniging meer bekend te doen worden, werden er winkelkaar ben ge drukt in de wit-gele kleuren, en opgehangen in de winkels van verschillende leveranciers Het bemiddelingsbureau ontving 197 op gaven van den Burgerlijken Stand, van meis jes van buiten, die zioh in Haarlem vestig- den. Allen werden bezocht en aangespoord de avondbijeenkomsten trouw to bezoeken. En kelen traden toe. Van de 36 dienstaanbiedingen slaagden 21, van de Cl dienstaanvragen 23. In het „Tehuis" is gedurende 906 dagen volledig pension verleend, 214 nachtverblij ven werden versteekt en twee afzonderlijke middagmalen. De verschillende correspondenten werden meermalen om raad gevraagd en zij ver strekten dikwerf inlichtingen omtrent betrek kingen in de plaats barer inwoning; sommi gen hadden niets te vermelden. Heemstede kroeg twee bijzonders geval len te behandelen. De Inkomsten bedroegen f 2870,68; de uit gaven f 2661.62, zoodat de rekening sluit met een batig saldo van f 209.06. GEMEENTERAAD. (Vervolg van gisteren). Onder dp ingekomen stukken en mede- deelmgen is o.m. medegedeeld: dat, zijn gesteld in handen van Burge meester en Wethouders om advies: een verzoekschrift van de Eerste Neder- landsche Eleetrische Trammaatschappij, om Roman van Philip Laicus. 17. IeroersfPr"k ('a^ V£,n 'iet gezin al- „n ,];c -ljn e'^en kamer zou verdedigen; *p Ih-piipht,7'0 de houtvester iu staat hulp m- ^nnM11 dVüde> die werd aangevallen, 1 - ,.„°or e openstaande verbindings- flem* zich evenzoo naar het midden terugtrek- De vier menschert wachtten in bange span- long, nu eens stil buiend, dau zacht met el kaar fluisterend; bij het minste geritsel krom pen allen ineen. Daarbij kwam nog de geheim, '/■innig donkerte, want men moelit immers niet laten vermoeden, dat de houtvester op zijn noede w«6; daarom brandde alleen in de slaap, tamer van de echtelieden Willifred het ge- dcmVerachtliehtje. Overigens was het overal ket liep a] tegen middernacht, i |jgon, dat de deur des boschwachlers- karnei, tegenover de zijne gelegen, behoed zaam geopend werd. Egon maakte het jacht mes in de s licde los en nam het geweer op, gereed om te schieten. Ook de houtvester had dat zachte gerucht gehoord. Maar hu vernam ook. dat de boscli- wachter de trap naar de vliering opklom. »Hij gaat óf Theobald halen" zóó heette de knecht .,of hij maakt hem onschadelijk!" fluisterde de houtvester. „Zou je hem niet wekken?" vroeg juffrouw Willifred. „Neen!" gaf de houtvester ten antwoord, „want ik weet niet, of ik mijn vijand wek, en als die twee mii buiten hebben, zijt jelui ge heel en al verloren. Wij zullen zoo aanstonds wel vernemen, of Theobald mèt ons of tegen ons is." De houtvester had dezen zin nog niet vol- tooid, toen Egon, wiens kamer onder die van den knecht lag, riep: „Vader mee naar hoven! Ze zijn aan het vechten!" Inderdaad vernam men een stampen en rol len, alsof twee mensehen met elkander wor stelden. „Blijf hier Egon!" riep de houtvester, en was met één sprong door Irma's kamer op de gang. j „Help! Brand!" hoorde de houtvester den knecht met half verstikten stem roepen. I De hartsvanger vloog uit de selmde. Toen de houtvester boven op den zolder verscheen, lag de knecht, slechts gekleed met z'n hemd, in de openstaande kamerdeur, ge deeltelijk in de kamer en gedeeltelijk op de vliering, en verweerde zich wanhopig legen den boschwachter, die op hem knielde en jhem een doek in den mond Irachite te wrïn- gen. j De komst van den houtvester deed den toe stand aanmerkelijk verandoren. Zonder zich een seconde te bezinnen, stak hü den bosch wachter, die hem niet had hooren komen, den j hartsvanger van achter in den rechterschou der, z-oodat de kling in het heen beklemd ge raakte en met een ruk uitgetrokken moest worden. De boschwachter slaakte een zucht, trilde even en viel toen met het hoofd voorover op den knecht, die zich onder de zwaarte van het lichaam trachtte op te richten, Pif! paf! knalde het op dat oogenblik van beneden. De houtvester kende de wapens, die aan zijn horgen waren toevertrouwd. Irma had uit haar vogelroer het eerste schot gelost, waarop toen een der jachtgeweren was afge schoten geworden. „Laat hem maar liggen, Theobald," riep de houtvester, terwijl hij den hartsvanger in de seheede stak. „Kleed je gauw aan en kom dan beneden; de poppen zijn reeds aan 't dan sen!" In vier stappen was Willifred de trap Af- „Pif!" kraakte 't opnieuw uit Irma's vogel- roer. De houtvester stormde hot vertrek binnen. Ondanks den hacbelijken toestand moest hij toch nog glimlachen, toen hij de toebereidse len zag, welke Irma gemaakt had. Zii had een der hirmenluiken nit de hengsels gelicht en dit tegen het raam doen leunen, zoodat er een hellend vlak gevormd werd. Irma lag lang uit op dat luik; dientengevolge gaf het on derkozijn beur lichaam volkomen beschut ting; haar hoofd stak slechts zóó ho'og er ho ven uit, als noodig was, om te kunnen zien. Het kozijn diende haar als bank, waarop zij het geweer kon richten, en naast zich had zij een stoel staan, waarop haar munitie lag. Toen de houtvester binnentrad stend zij op 't punt een patroon in den loop te schuiven; de veer van den Lefauchenx sprong dicht, cn het meisje lag weder gereed om te vuren. „Wat is er aan de hand?" „Twee kerels met een ladder kwamen nit het hnsch; zij zijn den hoek omgegaan. Zoo even kwam een derde: waar die gebleven is, weet ik niet; ik durfde main hoofd niet uit het raam steken." Dit verslag werd gegeven met de bedaard heid van een soldaat, die op vooi'post staat. „Heb je er een geraakt?" „Ik weet het niet. Het geweer heeft op zulk een afstand geen zeker schot. In geen geval is er iemand zwaar gewond; want ze hepen alle drie door." De houtvester trad op ziin vrouw toe. „Onze toestand is aanmerkelijk verbeterd. Wij hebben een tegenstander minder en een bondgenoot! meer." Men hoorde den kittecht reeds de vliering- trap afkomen; doch op 't zelfde oogenblik ont spon zich in de gang een nieuwe worsteling; ditmaal echter had de knecht, die een sterke vent was, zich met een fermen korten knup pel gewapend en zwaaide daarmede op een verschrikkelijke wijze in 't rond. Klaarblijkelijk waren de twee mannen, die Irma had gezien, langs de ladder naar binnen geklommen dcor een opening, die reeds te voren voor hen gemaakt was. Zij bevonden zich thans in huis. Wederom snelde de houtvester z'n knecht te hulp. „Breng licht," riep hij zijn vrouw toe. „Nu moeten wij vriend van vijand kunnen onderscheiden." Op de gang was reeds licht; want de knecht liad hel dievenlantaarntje van den hosch- wachter, dat on de vliering was blijven siaan, mee naar beneden gebracht. Dit wist men natuurlijk in de kamer niet, en daarom haast te zich de houtvesterin en Irma, een kaars aan te steken, on heiden liepen daarna de gang in, welke het toonoel eener afgrijselijke worsteling was. Als het ware verlamd beschouwden juf frouw Willifred en Irma een poosje dat vech ten. Het was een ontzettende kluwen van mensehelijke lichamen, die nu hierheen, dau daarheen rolden. Geen twijfel: wie daar over- won, had den anderen vermoord, en dan ston- den de vrouwen radeloos. „Schiet uit 'traam!" riep de houtvester hij» gend. Juffrouw Willifred begreep terstond wat haar man bedoelde. Wanneer er gendarmen in bet bosch waren wat bij het veelvuldig surveilleereu volstrekt niet zoo onwaarschijn lijk kon geacht worden dan moesten zij het schieten hooren en ter hulp komen, i lima begreep wel is waar de reden niet zoo dadelijk, maar zij voelde zich gedwongen, iets j te doen, en daar zij achter juffrouw Willi- fred stond, was zij de eerste, die in de voor. kamer kwam. i In het korte tijdsverloop, dat verstreken was, had zich ook hier een tooneel van heb verschrikkelijkste drama afgespeeld. In gemakkelijk te begrijpen opgewonden, beid had Egon een poosje geluisterd naar het lawaai en het getrappel op de bovengang, en daardoor had hij geen acht geslagen op het geen middelerwijl aan de voorzijde van het huis plaats had. Hij bespeurde uiet, dat tegen een der middelste vensters een ladder werd genlaatst. en cci-ri toen iemand ven het raam-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 5