ffi tr. trweehuyseji. &artej(or]s st Opruiming. Opruiming a terug te komen op het Raadsbesluit van 17 December j.I. no. 9, waarbij vergunning werd geweigerd tot het verbindingsspoor van de Rozenstraat naar liet stationsplein: een verzoekschrift van de afdeeling Haar lem van den Bond van Nederlandsche ge meente-werklieden, om herziening van het \Werkliedenreglement; een verzoekschrift van de afdeeling Haar lem en omstreken van de Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst, om inplaats van de verleende gouden medaille f 50 be schikbaar te stellen voor zilveren medailles en voor bestrijding van onkosten; een verzoekschrift van J. Eijlders, ma chinist-voerman bij de gemeente-reiniging, om plaatsing in de hoogste loonklasse; een verzoekschrift van T. J. Erdtsieck, om benoemd te worden tot makelaar in bouwmaterialen en assurantiën; een verzoekschrift van het Dagelijkscli Bestuur van het Jubileum-Comité tot or ganisatie der zilveren jubelfeesten der af deeling Haarlem van den Nederlandse-hen R. K. Volksbond, om eene medaille beschik baar te stellen voor de te houden tentoon stellingen; een verzoekschrift van mevr. wed. F. W. van Eedenvan Warmelo om de boomenrij aan de westzijde van het perceel aan het Fiierikspark 110. 10 te bekappen; een adres van A. Pielage betrekkelijk keuring van door hem ingevoelde vleesch- waren; dat zijn ingekomen: amendementen van ■!e heeren Poppe en Nagtzaam op het voor- s.el van B. en W. tot vaststelling van een nieuwe verordening op de heffing der plaat selijke directe belasting naar het inkomen. Door B. en V. zijn benoemd W. T. Wout- man tot assistent bij den keuringsdienst en A. A. van Wijngaarden tot keurmeester. Het Witte Kruis en het derde Douche-badhuis. In een vorige vergadering wegd het be sluit genomen om van het subsidie, toege staan voor het derde badhuis, af te trekken de winst die op bet eerste badhuis wordt gemaakt. Het W. K. verzocht deze bepaling te doen vervallen. De heer Mr. HEERKENS THIJSSEN vraagt het woord, omdat hij in de vorige vergadering, waarin deze zaak behandeld werd, door droeve omstandigheden niet te genwoordig was. Spr. is bestuurslid van het Witte Kruis, doch dat acht spr. geen be- zwaar, integendeel, Beter dan de voorzitter meent spr. te kunnen spreken over deze zaak en te huldigen de verdiensten van het Witte Kruis bij de oprichting der dou che-badhuizen, in het bijzonder de verdien sten van den voorzitter van het W. K., den heer van den B-wg, die 25 jaar de lei ding heeft. Spr. zet de wording van de douche-badhuizen uiteen ên het succes, dat daarmede bereikt werd. Van alle zijden der stad kwamen aanvragen in om ook zulk een badhuis te krijgen. Het resultaat was dat het W. K. een tweede badhuis oprichten, en 't vroeg daar voor den steun der gemeente. Voor dezen steun bood het W. K. schoolbaden aan. De gemeente gaf dien steun voor het tweede douche-badhuis, omdat zij begreep dat de exploitatie van badhuizen door een corpo ratie goedkooper was dan zij die zelve zou kunnen doen. Nu vraagt het bestuur van het W. K. „steun" voor een derde badhuis en wil daarvoor schoolbaden toestaan. Zoo is de zaak! Het eerste douche-badhuis hoeft winst kunnen maken voornamelijk omdat de mi litairen uit Haarlem en uit de omliggende forten daar baden. Spr. meent dat de gemeente met het eer ste douche-badhuis niets te maken heeft. Hij zal zich niet verdiepen in de kwestie, waaruit de winsten' van dat eerste badhuis bestaan. Dat gaat ook buiten de gemeente om. Spr. meent dat tusschen de gemeente en het eerste douche-badhuis geen enkele band bestaat. Maar toch vond men er één. De gemeente stond n.l. grond af. Zij heeft ech ter tóen nooit eenige voorwaarde gesteld. Men stond den grond af om welwillend te zijn tegenover hetgeen het W. K. aan de gemeente aanbood en had men dat niet ge daan, dan was het W. K. waarschijnlijk in moeilijke omstandigheden geraakt. Het bestuur waardeerde dat. Nu, nadat het W. K. jaren lang tot heil der gemeente heeft gewerkt, nu het W. K. weder wat komt aanbieden, nu grijpt men die schenking van grond aan. Daar is vol gens spr., geen aanleiding voor. Men wil de rekening van het eerste dou che-badhuis nazien. Daar heeft de gemeente geen recht op. Zij heeft met dit badhuis niets te maken, behalve dan dat zij den grond afstond. Evenmin heeft zij er iets mede te maken als met het verbandmidde len-magazijn van het W. K. Met bet twee de hadhuis is het wat anders. Daaraan gaf ide gemeente steun, en de rekening is dan ook immer nagezien. Spr. legt nog vast dat hij dien steun be schouwt als een vergoeding voor de gele verde schoolbaden. Spr. brengt hulde aan den voorzitter van i liet W. K., den heer v. d. Berg, die zich 25 jaar lang veel moeite heeft getroost voor het W. K. en het gemaakt heeft tot wat het is. s Daarnaast verdient hulde de heer A. de Glcrcq, den ijverigen penningmeester van het W. K., die ook 25 jaar er voor werkt jen daar veel aan opoffert. Hun verdiensten worden gewaardeerd in Haarlem. Verschil lende andere personen geven hun tijcl voor I 't toezicht op de badhuizen en het baden, en dat alles belangeloos. Spr. heeft daarvoor warme waardeering. i Spr. besluit met de hoop uit te spreken, dat de voorwaarde aan de subsidie voor het derde badhuis verbonden, ongedaan wordt gemaakt. j De heer MERENS behoort tot de bekeer den. Hij stemde de laatste maal vóór de voorwaarde doch meent nu dat de gemeen te niet het recht heeft die voorwaarde te stellen, ook rechtens niet. Ook acht hij het bezwaarlijk dat de ge meente, wil zij consequent blijven, verant woordelijk moet zijn voor de cventueele ver liezen die geleden worden. Door de heeren ELFFERS en MERENS werd voorgesteld om de beperkende bepa ling te Laten vervallen. De heer TIMMER meent dat men beter had gedaan in de vorige vergadering met zijn voorstel aan te nemen om de zaak aan te houden en inlichtingen in te winnen. Dat voorstel werd toen verworpen met 17 tegen 10 stemmen. Hij heeft spijt zijn stern aan 't voorstel-v. d. Kamp gegeven te heb ben. Spr. is volkomen bevredigd door de inlichtingen door het W. K. verstrekt. Hij blijft het betreuren dat de raad het vorige besluit nam. Hij zal voor het voorstel der heeren Merens en Elffcrs stemmen en meent dat meerdere leden dat zullen doen, die spijt van het vorige besluit hebben. Het voorstel der heeren Merens en Eif- fers wordt aangenomen met de stemmen der heeren v. d. Kamp, Modoo en Schram tegen. Het Frans Hals-museum. q B. en W. stellen voor een crediet van f 3000 om de Hals-kabinetten in het mu seum met donkere stof te doen bekleed en, teneinde de schilderijen beter tot hun recht te doen komen. De heer LASSCHUIT vindt liet voorstel kostbaar. Hij wil deze proef nog niet ne men, maar stelt voor de muren dof te schil deren en te sauzen, den vloer te bijtsen en de ruiten in orde te brengen met gordij nen. Doordat de schilderijen op ezels ge plaatst zijn, kunnen zij een betere belich ting krijgen. Spr. raadt aan dc door hem voorgestelde proef eerst te nemen, omdat die minder kostbaar is. De heer RINKEMA heeft van 't begin af gezegd dat de belichting niet deugde. De mooie Haisen hingcu veel beter in het Raad huis. Een "voorstel tot verbetering steunt spr. gaarne. Thans wordt getracht om daarin verbete ring te brengen. Maar spr. zou nu niet direct de kostbare proef willen nemen, en zou den weg op willen, door den beer Lasschuit gewezen. Maar toch gelooft spn dat alle Haisen in de kabinetten nooit tot hun recht zullen komen. Altijd zal de helft dat niet kunnen. Spr. zou de muren willen sau sen. Dat is minder kostbaar en mooier. Men gen. Dat is minder koostbaar en mooier. Men behoudt dan de wanden en de mooie lambri seering. Zoo'n groote haast is er niet mede. Spr. geeft toe, dat, zooals de toestand lm is, het niet goed gaat. De beer VAN DEN BERG is het gegaan als den heeren Rinkema en Lasschuit. Spr. vindt dat de Haisen niet lot hun recht ko men en in het Raadhuis heter hingen. Spr. geeft in overweging om het denk beeld van den heer Lasschuit te volgen. Ver der dringt spr. op spoed aan met de restau ratie der Haisen. Het vernis is gebarsten en daarluseehen zet zich stof. Dat. is nadeelig. De lieer KEELAGE zegt dat de commissie dat denkbeeld (van den heer Lasschuit) ook overwogen heeft, doch meent dat het sauzen enz. niet afdoende zal zijn om den eigenaav- digen glans en diepte der stukken te doen uitkomen. Dit krijgt men met deze stof, die het gevolg is van vee] proeven. De keuze der stol' is zeer belangrijk. Spr. is het eens dat de kabinetten nu niet voldoen, en geeft toe dat de proef met belichting in de school niet afdoende ie geweest. De witte kleuren der wanden is door den directeur van Open bare Werken gekozen, omdat die in een rapport tan een Amerikaansehe commissie werd aanbevolen. Inhnsehen blijkt ook hier dat theorie en praeijjk verschillen. Wat de belicbting betreft merkt spr. op, dat in bijna geen enkel museum in b°t bui tenland de schilderijen op den heao non grond geplaatst zijn. De kamers daar gebruikt men voor penningen enz., waar het voor de heüehting zoo nauw niet op aankomt. Wij bebben hier echter nu d'en toestand en die moet verbeterd worden. De muren te sauzen ontraadt spr. De proef met bekleeding geeft een goed resultaat. Ook de lambriseering wordt daarmede bedekt en leidt dus de aan dacht niet af. Door verplaatsing de? schil derijen komt men tot een goede belichting. Den heer v. d. Berg antwoordt spr. dat de toestand der schilderijen geen onrust be hoeft te haren. De commissie wil met de res tauratie wachten totdat de heer de Wildt die zoo succesvol de eerste regeneratie deed disponibel is om de restauratie voort ie zetten der andere schilderijen. De heer LASSCHUIT is niet overtuigd door den heer Krelage. Hij dringt aan om een proef met sauzen te nemen. Haast is er toch niet bij. De VOORZITTER zegt dat de genomen proef het beste voldoet. Waarom nn nog een proef nemen met sauzen? Zij zal zeker geen beter resultaat opleveren. Den heer Krelage zegt spr. dat juist hedenmorgen besloten is om de lambriseering niet te bedekken. Dit komt wellicht tegemoet aan 't bezwaar van den heer Rinkema. De heer MODOO meent dat als zulks de bedoeling is, er geen bezwaar kan bestaan de proef voorgesteld door den heer Lasschuit, te nemen. Ook met het oog op de financiën. De VOORZITTER antwoordt dat de direc teur meent dat juist de pluche het 'm doet, om het gewenschte resultaat te hereiken. De heer KRELAGE geeft nog zijn mee ning dat hij liever de lambriseering ook zou bedekken. De VOORZITTER zou dit jammer vin den, als zij kon behouden blijven. De lieer ANDREAE werscht, als leek, te constateeren dat de proef hem uitstekend voldaan heeft. Hij verwacht van sauzen niet veel. Spr. lieeft zich overtuigd, ook door de voorlichtingen van den directeur, dat met deze bekleeding een goed resultaat wordt be reikt. De lieer RINKEMA stelt voor in een der kabinetten rle muren te sauzen en de lam- hriseering en vloeren te beitsen. Do heer LASSCHUIT stelde voor liet voor stel van B. en W. aan te houden en verder een proef te nemen met sauzen, en de lambri- seeritig en vloer te beitsen ju een doelmatige kleur. Hij meent dat zijn voorstel het ver strekkendst is. De heer RINKEMA trekt zijn voorstel in. De VOORZITTER Blijft meenen dat de stofbekleeding beter moet zijn, dan het san- zen der muren. De heer KEUSEMAN ontraadt aanne ming van liet voorstel des heeren Lasschuit en acht dat de moeilijkheid juist is het ne men van een passende kleur. Spr. is er niet voor geld over den balk te gooien, doch nu de directeur in ons mooie museum, "dat drie ton heeft gekost, een goede belichting wil brengen, meent spr. dat zulks toegestaan moet worden. De heer SUNGENREEG stelt er prijs op te verklaren dat hij hot voorstel van den heer Lasschuit zal steunen, maar vóór het voorstel van B. en W. zal stemmen, als blijkt dat de proef niet voldoet. Het voorstel van den lieer Lasschuit werd verworpen met 14 tegen 13 stemmen. Vóór de heeren van Rossum, Modoo, van den Berg, Rinkema, Schram, Nagtzaam, Bre- gonje, -Visser, Lasschuit, Slingenberg, Mei- reus, Elffcrs .en Poppe. Het voorstel van B. en W. werd aangeno men met de^ stemmen der heeren Lasschuit cu v. d. Berg tegen. De schoolarts. Er moeten lokalen zijn voor spreekka mers en ojiderzoekkamers voor de school arts. B. en W. stellen voor, de vroegere wo ning van den opzichter der plantsoenen Rnl- huizen 16. daarvoor in te richten. Kosten ƒ190' aan verandering: f '115 inrichting, jaarlijks bovendien nog 530. Den heer MERENS heeft het verbaasd dat reeds dit stukje is gekomen nog voordat de schoolarts haar taak is begonnen. Niemand der raadsleden zal aan dat bu- rean gedacht hebben, oen het instituut ge vestigd i's. De motiveering van de school arts is zeer zwak. Zij is in den Haag geweest eu heeft daar zulk een dienst gezien en op advies van I)r. Pigeaud vroeg de school arts ook zoo'n dienst. B. en W. voelden daar voor B. en W. willen dat bureau nu onmid dellijk inrichten op werkelijk royalen voet. ïn een lang betoog trachtte spr. aan te too- nen dat een centraal bureau niet noodig is. In een der dagbladen (lat wel kan gel den als bet orgaan van den wethouder van onderwijs heeft-spr. gisteravond eeu ver dediging van dat bureau gelezen. Spr. zegt dat velen hun ambtsbezigheden tehuis ver vullen. Daaronder belmoren ook de artsen. Desnoods kan de schoolarts gebruik maken van een der lokaliteiten, die de artsen reeds in de stad hebben. De ..moederschoot" acht spr. hier niet noo dig. In den.'Haag heeft men een centraal bu reau, maar Haarlem is kleiner en heeft voorloopig zoo'n lokaal niet noodig. De heer VAN DEN BERG verklaarde er zich tegen. Moeten de kinderen onderzocht worden, dan kan zij dat we] in een spreek kamer doen. Wat, de moederschoot betreft, meent spr. dat die niet noodig is. De moeders kunnen ingelicht worden, doch dat kan lang zaam aan gaan. De heer KLEYNENBERG is ook verwon derd geweest over het voorstel. Spr. zou zoo min mogelijk onderzoekingen buiten de school willen laten doen. Spr. komt er tegen op dat er hier zulke vuile kinderen zouden zijn dat eeu dokter die nog niet in zijn huis zou kunnen ontvangen, zooals ergens gezegd is. Reeds voordat er iets is, zegt spr., wordt de bedreiging geuit, dat wij er nog niet zijn. Opvaliend wordt het woord „voorloopig" ge bruikt. 't Is of men ons op hoogere kosten wil jagen. Dat „voorloopig" zou spr. in alle ge val willen schrappen. Het centraal punt moet de school zijn en niet een woning op de Rothuizen. De heer NAGTZAAM meent dat nu men 't instituut van schoolarts beeft, men dit zoo goed mogelijk moet maken. Spr. acht een centraal punt zeer geschikt om goeden raad te geven. Wordt dit aan huis gedaan, dan zal de arts allicht daarmede de hand lichten. Bovendien gaan de ouders ook zoo gaarne niet naar de woning van don arts. De heer ANDREAE vraagt of het niet mo gelijk is een lokaal in een der scholen be schikbaar te stellen op Zaterdag- of Woens dagmiddag. De heer VAN I)EN BERG beantwoordt den heer Nagtzaam. De laak van den school arts, liet woord zegt het al is op school. Enkele gevallen van ziekte, als ruggegraats- verkromming, waarvoor de kinderen moeten onderzocht worden, zullen uitzondering blij ven, en die kan zij thuis onderzoeken. Spr. begrijpt niet dat ouders liever naar de Rol- huizen dan naar de Nieuwe Gracht gaan. Ook den heer SCHRAM spijt het, dat reeds zoo vlug om een crediet wordt gevraagd, doch zal vóór het voorstel stemmen. Wat het „voorloopig" betreft, merkt spr. op dat het perceel aan de Bolhuizen door den Raad is aangewezen voor openbare leeszaal en dat de schoolarts er dus maar voorloopig zitting zou kunnen houden. De lieer KLEYNENBERG antwoordt den heer Nagtzaam nog dat de schoolarts alleen de moeders de kwalen der kinderen meedeelt en deze zich dan wenden tot den huisdokter. De heer BREGONJE is ook tegen een cen traal bureau. De behoefte daaraan is hem niet duidelijk gebleken. Enkele ernstige ge vallen uitgezonderd, zijn alle kwalen vrijwel gelijk. Wat is er dan tegen dat de schoolarts met moeders iegelijk zou spreken b.v. in een schoollokaal? De neer V. DOOSJES verzoekt om liet woord „voorloopig" weg te denken. De bedoe ling is niet om meer geld aan te vragen. De bedoeling is om de Rothuizen te gebruiken tot dat de Raad voor dat terrein een andere bestemming aanwijst. Spr. verdedigt het systeem "van Dr. Pigeaud in den Haag. dat de schoolarts hier wil in voeren. Men is het er over eens, dat dit sys teem uitstekend is. Wordt dat ingevoerd hier, dan is het absoluut niet de bedoeling om hier een aparte dienst in te richten als in den Haag. Dat is niet noodig hier. Spr. verdedigt de moederschoot: n.l. de moe- j ders beginselen bijbrengen van hygiëne enz,! Den heer Kleynenberg antwoordt spr. dat de schoolarts reeds 6 weken werkt en zeer vruchtbaar. De Polikliniek klaagt reeds dat zij het werk niet af kan. Veel kinderen wor den daar heen gestuurd met hoofdzeer. Om in een school een lokaal beschikbaar te stellen, acht spr. niet wel mogelijk. Spr. meent dat men de schoolarts niet kan dwin gen de laak van schoolarts in haar woning uit te voeren. Spr. dringt er op aan het, ge vraagde bedrag toe te staan. Het spreken met de moeders acht spr. uiterst gewenseht om de taak van schoolarts tot haar recht te doen komen. Vooorts kwam de heer LOOSJES op tegen de uitlating van den heer Merens, die sprak over het orgaan van den wethouder van onderwijs. De heer Loos jee nam dat den heer Merens zeer kwalijk en wenschtoe te ver klaren dat hij in geen enkel opzicht in be trek king staat met hetgeen in Haarlem's Dagblad verschijnt. De heer ANDREAE is niet overtuigd dat 't niet mogelijk is om een lokaal van een dei- scholen beschikbaar te stellen. Spr. acht dat, zelfs doelmatiger dan een centraal punt it de stad. De heer v. d. BERG repliceert nog. Do lieer RINKEMA gaat ook 'friet mede met het voorstel van B. en W. Een centraal bureau acht sur. niet gewenseht. Spr. meent dat de schoolarts een vergoeding toekomt als zij haar patiënten in haar huis ontvangt, Wordt het voorstel van B. en W. aangenomen, dan zou spr. gaarne zien dat B. en W. daar over in overleg treden roet de schoolarts. De heer NAGTZAAM verdedigt nog nader de stichting van een apart bureau, ook met het oog op het maken van statistieken. Dc raad heeft ook de schoolarts benoemd zonde; bepaling dat zij haar huis er voor moet ge bruiken. P e r s o o n 1 ij k feit. De heer MERENS releveert het in laatste instantie door den heer Loosjes gesprokene. Spr. heeft den heer Loosjes niet onaangenaam willen zijn. Doch spr. constateert alleen da' de meeningen van den wethouder van onderwijs parallel loopen met de roeeninger in dat dagblad verkondigd, en dat meer dan eens. Spr. ziet daar ook geen kwaad in. De heer LOOSJES zegt daar heel veel kwaad in te zien. Het wil zeggen dat ei zulke connecties tusschen mij aldus spr, *u dat dagblad bestaan, dat mijne mee ningen daarin verkondigd worden. Ik verzoek den heer Merens zijne insinuatie te herroepen anders zal ik weten wat mij to doen slaat.. De heer MERENS: Ik zie et- geen kwaad in. Ik constateer dat de meeningen van Haam lem's Dagblad meermalen dezelfde zijn ah die van den wethouder van onderwijs.' inzake de schoolarts heeft de wethouder dezelfde argumenten gebruikt als in H. I). voorkwa men om het bureau te verdedigen. De heer LOOSJES herhaalt dat hij zat weten wat hem te doen staat als de heei Merens het gesprokene niet herroept. De VOORZITTER vraagt of de heer Me rens het gesprokene, herroept. De heer MERENS haalt de schouders op knikt bevestigd en zegt: Ja. De VOORZITTER deelt mede dat hij fceget het instituut van schoolarts is, doch nu hu' bestaat, meent spr. dat de raad mede moet werken om het instituut zoo goed mogelijk te doen zijn. Ook is dat bedrag niet zoo groot Het voorstel van B. en W, wordt verwor pen met 17 tegen 10 stemmen. Inrichting van een schoo 1. De Opleidingsschool voor jongens en meis jes tot het middelbaar- en hooger onderwijs, tot heden ondergebracht in de door de ge meente gehuurde schoollokalen aan het Prin sen-Bolwerk no. 3, zal vóór 1 Maart a.s. wor den gehuisvest in het schoolgebouw aan de Friesche' Varkensmarkt no. 22, vroeger be stemd voor de School voor gewoon lager on derwijs no-. 3. l'n verband daarmede is het gewenseht, dat, de privaten in dat gebouw worden ver beterd, de gasverlichting wordt veranderd,1 eenige gordijnen worden vernieuwd en vier spoelbakken worden vervangen door vuurklei- gootsteenen. Voorts is het noodig dat de ban ken en schoolborden worden hersteld en pla tenlat-ten in de lokalen worden aangebracht De kosten worden geraamd op f 2040. B. en W. stellen voor dat bedrag- voor gemeld doel beschikbaar te stellen. Goedgekeurd. De belastingvoorstellen. De heer Mr. M. Slingenberg stelt voor dc ontwerp-besluiten betreffende: A. Eene verordening op do heffing eenei plaatselijke directe belasting naar het inko men te Haarlem. B. Een verordening op de invordering de? plaatselijke directe belasting naar het inko men. 0. Een beschrijvingsbiljet voor de plaat selijke directe belasting naar het inkomen Aan een onderzoek in de afdeeling fce on derwerpen. De voorzitter deelt mede dac B. en W, dit voorstel overnemen, en daaraan tot voegen de amendementen van de heeren Nagt zaam en Poppe. Goedgekeurd. De raad besloot ook amendementen die nog mochten inkomen in de afdeelingen te be handelen. Stemlokalen. B. en W. stellen voor naar aanleiding van de jongste wijziging in de stemdistricten voor de verkiezing- van een lid voor de Tweede, Kamer en van leden van de Provinciale Sta ten de volgende lokalen vast te stellen. het le stemdistrict zal zitting nemen in het schoolgebouw aan de Spaarnwouderstraat plaatselijk gemerkt no. 12 (thans school no. 7) het 2e stemdistrict in het schoolgebouw aan de Friesche Varkensmarkt, plaatselijk kozijn in dc slaapkamer zijner ouders sprong, werd hij opmerkzaam. Nu snelde hij natuurlijk er been, doch al vorens hij ziju geweer kon aanleggen, wëvd de looi) ervan vastgegrepen en omboogge- drukt. Een oogenblik daarna sprong een tweede persoon de kamer in. Hoe flink Egnn zich ook verweerde, toch was de strijd zeer ongelijk, en er kon geen sprake meer zijn van zijn schietwapen gebruik te maken. Hij slaag de er evenwel in, eeu zijner eanvallevs het jachtmes in de zijde te stoeten; doch deze «leurde in zijn val Egon mede en maakte hemj gedurende een oogenblik totaal weerloos. Van «lat moment trok de ander partij; hij haalde ook ziju iues te voorschijn eu stiet naar Egon, i die den eersten stoot met zijn arm afwendde en terstond een brandende pijn gevoelde; de snede van het dolkmes had ziju arm open gereten. Tegelijkertijd hoorde men echter een ruwen kreet, en de tweede ctoot, dien Egon niet meer in sta'at zou zijn geweest te paree- ren, werd niet uitgevoerd. Irma was op het beslissend oogenblik in de' g< opende deur verschenen. Zij hoorde niets, zag niets, zij dacht aan niets, dan alleen hieraan, dai het leven van Egon bedreigd v. i rd door den dolk van den inbreker. Van- ci vreesachtige beschroomdheid die zij zoo evo-u had bespeurd, op het zien van de vech- 1 'V. 'ie mannen, was geen spoor meer aanwe zig: met een gil, zooals alleen schrik eu woede - zamen kunnen voortbrengen, was zij met; de drift van een panter naar den bandiet ge- f sprongen, had met heide handen hem van achter aan de haren gepakt'en zijn hoofd met zulk een geweld teruggetrokken, dat hij ach terover op den vloer viel. Daarbij was de pet van den inbreker af gevallen, het haar ging los, een dikke bundel golfde over zijn rug; er viel niet aan te twij felen, men had een verkleede vrouw voor zich. De oiiveiwaelite val had haar ietwat ver bouwereerd, doch vóór zij kon opstaan, stond Irma, met de buks van den houtvester tegen de wang, den voorvinger aan den trek ker „Lig stil!" riep zij het verkleede wijf toe! „bij de minste beweging jaag ik je een kogel door de slapen!" „De heks zal me nog aan de galg brengen!" prevelde liet wijl', terwijl zij zich wel aan het bevel onderwierp, maar Irma voortdurend aankeek met oogen, die van woede fonkelden. Inmiddels had juffrouw Willifred den Le- faucheux gegrepen en vuurde elk oogenblik een schot af. Al hetgeen nu verleid is had zich toegedra gen in een tijdsbestek van hoogstens een hal ve minuut. Maar in zulke omstandigheden is een halve minuut lang. Ook den movers op de gang, die ongetwij feld op hulp hadden gerekend, welke uit bleef, viel de tijd zeer lang; want al waren zij ook sterke kerels, zij hadden te doen met den houtvester en den knecht, wien 't geens zins aan kracht ontbrak en die in het be wustzijn van hun recht zich veel viijer en sterker .gevoelden dan kunne aanvallers- Eensklaps weerklonk buiten in den uaeht eenige malen een schel gefluit en toen tracht ten zij zich alleen nog maar los te maken en de trap te bereiken. „Ik hoor paarden galoppeereu," riep juf frouw Willifred naar de gang toe, cu loste wederom een schot. De mannen in de gang roerden zieli ge weldig, en een hunner slaagde er in, les te komen. Met de vlugheid van een kat was bij zonder naar zijn kameraad om 1e kijken de trap af eu verdween in den donkeren nacht. De achtergeblevene zag nu geen kans meer te. ontvluchten en gaf alle hoop op. Willifred en Theobald maakten zich van hem meester en hij gaf z.icli zwijgend over aan zijn lot. Alvorens men er toe kon overgaan de roo- vers te fouïlleeren en te binden, verscheen nogmaals een hoofd aan het raam der mid delste slaapkamer, door hetwelk de bandie ten naar binnen geklommen waren. Doch dit maal was het een hoofd niet een helm op. In de linkerhand eeu pistool mei gespannen haan, de blanke sabel tusschen de tanden, sprong een gendarme in de kamer. Beneden klonk een roep, en toen knalde er een schot. Er waren dus nog meer menschen daar. In derdaad hield op het erf eeu gendarm te paard stil, die een schim, die trachtte te vluchten, aanriep, en toen die persoon niet bleef staan, hem een kogel nazond; of de ko gel getroffen had, kon op het oogenblik niet geconstateerd worden. Toen Irma den gewanenden bewaarder der orde eu rust zag binnenklimmen, kon het niet missen, dat er op die vreeseljjke opwinding een reactie volgde. Het draaide haar voor de oogen, en zij liet de buks met getrokken loop, die zij tot nu toe gereed tot schieten had ge houden, dalen. Zij moest zich aan den stijl van het ledikant naast haar vasthouden, om niet ineen te zijgen. Van dat oogenblik trok vrouw Ranzig par tij want zij was het verkleede vrouwsper soon, dat Irma tot nu toe in bedwang gehou den had. Het kon liaar thans niemendal meer selielen, en zij zou op Irma zijn toegespron gen, als niet de gendarm haar hoogst onzacht in een hoek geslingerd had. Een seconde daar na had zij de handboeien aan en was daar door onschadelijk gemaakt. Nu eerst, nu de overwinning volkomen was bevochten, had men gelegenheid de kamp plaats te overzien en de offers te tellen. Op de vliering lag kermend de zwaar ge wonde boschwaehter. Op de gang lag met ste vig saamgebonden ledematen een inbreker, dien men, na hem bij voldoende, belichting te hebben bekeken, herkende als den „rooien Bles", een man, die reeds lang verdaeht werd van strooperij, maar die men nooit had kun nen betrappen. Nu echter had men hem. In de slaapkamer van den houtvester lag eveneens een zwaar gewonde, dien Egon het jachtmes in de zijde had gestoken. Ook hij werd herkend: bet was de „muntmeester", dien men wel is waar voor het gerecht nog niet ouder dezen naam kende, wel als Quirin EeueTitler. In de gevangen vrouw in mans kieeren herkende men de kasteleines dei kroeg in 'tbosch, vrouw Ursula Kaffor ge boren Nebrieh, of liever gezegd, vrouw Ran zig. Van de bewoners der houtvesterij was al leen Egon ernstig gewond aan don arm, wel ke wonde hij ontvangen had, toen hij den dolksteek van vrouw Ranzig afweerde. Voor zoover de overigen werkelijk met elkaar handgemeen waren geweest, hadden zij na tuurlijk een menigte ontvellingen en kneuzin gen opgekropen, wat in zulk een verbitterde worsteling volstrekt niet anders koa. Alles bijeengenomen was het evenwel niet van groote beteekenis. Alleen do vrouwen waren er heelhuids afgekomen. Haar werd nu allereerst de zorg voor de drie gewonden opgedragen. Dat Egon, die deze zorg het meest noodig had, ze het meest ontving, behoeft geen betoog. Aan verbandmiddelen ontbrak bet met, daar de houtvester, in deze afgelegen woning, al tijd op eenig ongeluk moest voorbereid zijn. Er waren derhalve hechtpleister, pluksel, windsel, enzoovoort in genoegzamen voorraad aaDwezig, om een noodverband aan te leggen. Juffrouw Willifred drong er bovendien op aan. dat Egon zich te bed zou begeven het was inmiddels één uur geworden waar aan de anderen niet dachten. Irma werd op-, gedragen bij hem te blijven en de koude com. pressen, die op zijn gewonden arm lagenj voortdurend te verversehen. Wordt Vervolgd.")

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 6