3? W. Fwzenuysen. artejiorisstraat 27. ST ADSWiTÜwT 1 Opruiming. leietischapjielijlie Berichten. Oppoiialng, ESPERANTO™ „Si e I i o" Balkan1 Letteren en Kunst. ftl» UIT MOMTtH NEERLAND! A's BULGAARSCHE YOGHURT w Nieuw Merk a Kurk mondstuk Lasrltt. el. ÜW-i weegt zich liet liefst in die klingen, waar hij niet thuisbehoort en mijdt de omgeving waar uit hij voortkomt, Hij snoeft en pocht er dan oy, zijn kennissen in betere kringen te hebben. Voert u met hem een gesprek, tien tegen een zal hij u minstens eenige malen vertellen, dat zijn zuster, tante of nicht getrouwd is met een officier. Want speciaal de officieren schijnen voor hem een groote bekoring te hebben. Mis schien komt dat door den invloed van het Hof. Hij is steeds „geparenteerd"' tan een of an dere onbekende adellijke familie, familie-rela ties, waarvan later zal blijken, dat ze grooten- deels of geheel verzonnen zijn door 's windhap- pers vindingrijk brein. De Hagenaar komt overal, weet overal van mee te praten. Iedere vrouw fixeert hij op straat, in de coined ie of waar dan ook, met een weergaloozc brutaliteit. Maar..., de vrouwelijke Hagenaars hebben eenzelfde aangeboren vrijpostigheid tegenover de heeren. Met een lief-brutaal gezichtje kijkt het éle- gantje u aan, alsof ze zeggen wil: ..wel, lioe rind je me nou. Val ik je nog al mee?" Ook bij haar alles voor den glans en den ■schijn. Ook zij vertoont zich overal, op feesten, op concerten, op de ijsbaan, waar ze nog onlangs haar fraaie wintertoilet liet bewonderen en zich misschien wel tien keeren de schaatsen vaster liet aanbinden door eeh of andere galan ten ridder. Dat is de Haagselie windhappers-jeugd, het leven van goedkoop genieten en lijden! Gelukkig maar dat niet allen zoo zjjn in de woonplaats van H. M. dc Koningin, want d: zou het er angstig uit gaan zien. Thans nu het slechts bij een kleine categorie blijft, is het nog niet erg. Iedereen kent ze toch de schijnwezpns eri lacht ze uit, heeft meelij met hen. die het zoo hoog zoeken en niet vinden. Aardig zijn ze, vermakelijk om gade te slaan, maar voor de conversatie en als vriend?.... Ik zwijg er over, TEGEN DE HE DEND A AG S CIIE MODE. Dezer dagen verschijnt bij het Centraal Bu reau voor de K. S. A., in samenwerking met het secretariaat van de Derde Orde, een vlug schrift, getiteld„Vrouwen, waakt voor Uwe eerbaarheid," waarin op bvertuigende en treffende wijze gewaarschuwd wordt tegen de hedendaagsche onzedelijke modes. Wij hopen, dat dit helaas zeer actueel vlug schrift alom in den lande ruim verspreid zal worden. Een schoone taak hebben hier de R. K. V rou wen vereen igingen. DE RONDE STUIVERS. De ronde stuivers, die vanaf 1 Juli niet meer gangbaar zijn, zullen reeds nu op de post en telegraafkantoren niet "meer gebezigd wor den voor nitbetalïngen aan het publiek. Deze munten zullen b" ontvangst worden ingehou den ter onmiddellijke inlevering bij dc betaal meesters. Prijsconrant van getuigen! Aan het stad huis te Amsterdam, zegt het „A. H." duwt men een iegelijk, die daar met een trouwlustig ge laat voorbijgaat, kaarten in de hand van dezen inhoud „X en Y Bevelen zich beleefdelijk aan tot het leveren van Nette gekleeden getuigen bij u aanstaande Huwelijks voltrekking voor dc prijs van 50 centen op Woensdag, Donderdag 75 centen de persoon per Briefkaart ook aan huis te ontbieden"; of: „Z. beveelt zich beleefd aan voor het leveren van nette Getuigen bij uw Huwelijk. Woensdag0.60. Derde klasse0.75 Tweede klasse.1.25 Door het zenden van een briefkaart aan deze adressen kan men onverhinderd naar de trouw zaal gaan en vindt daar zijn getuigen gereed." De ongekende groei der wereldtaalbeweging wordt door buitenstaanders en geestverwanten met verwondering gadegeslagen, doch een zekere categorie van menschen ziet dit alles met afgunst aan; deze laatste zijn de aanhan gers van het .,ïdo", een zoogenaamd verbeterd Esperanto, dat om deszelfs minderwaardigheid vergeleken bü het oude Esp., geen of bijna geen ingang vindt. Een eigenschap van de Idisten is, naar het sehijnt, dat zij niet zooals de Esp.isten propa ganda maken voor hunne taal, door deszelfs goede hoedanigheden aan den volke te verkon digen in woord en geschrift, maar dit steeds willen doen door afbreken van ons stelsel en liefst door te stoken en tweedracht te zaaien i I in onze vereenigingen. Dat afbreken geschiedde het vorige jaar ook in onze roomsche courant, toen eenigen tijd een polemiek gevoerd is tusschen een onbeken den Idist en den Esperantist W. M. de Boer. Nu net een jaar na dien gebeurt weer het zelfde; in onze courant werd een rubriek voor Esp. opgenomen, het eerste stukje is daarin verschenen of ziet, daar steekt weer zoo'n Idist zijn hoofd over den muur, schouwt met afgunstige blikken op het succes van zyn tegen stander, en haast zich, door een ingezonden stuk zijn gemoed te luchten. Aangaande den inhoud van dit stukje kan ik niet zeggen, dat liet, zooals het daar staat, gelogen is. maar toch is de opsomming der fei ten zóó onvolkomen, zóó eenzijdig en daarom zóó misleidend, dat men het woord „mislei- j ding", dat, zonderling genoeg, de titel is van j een. volgend ingezonden artikel, dat er vlak onder is geplaatst, de kwalificatie kan noemen van dit stukje Idoprotest. Hetgeen ik zal be- wijzen. Laat ik echter beginnen met te verkla ren, dat ik bij den geachten inzender „Pioniro" goede trouw veronderstel en dgt alleen liefde voor de in zijn oog „goede zaak" hem blind heeft gemaakt. P. begint met toe te geven, dat de zaak van Esp. in verafgelegen landen goed vooruitgaat, maar, zoo wil hij zeggen, in onze onmiddelijke nabijheid is-het heel anders en geeft als be wijs hiervoor aan o.a. het volgende: De Universala Esperanto Asocio (U. E. A.) daalde van 1912 op 1913 in ledental met ruim 30 Laat ik de U. E. A. even aan den lezer voorstellen. Zij is eene vereeniging- die reeds jaren lang prachtig gewerkt heeft, een bond van Esp.isten onderling, die door middel der wereldhulptaal, hare leden tracht te dienen, door allerlei hulp te verleenen en inlichtingen te verschaffen op gebied van handel, onderwijs, toerisme enz. enz. Zij heeft hare deligito's en Konsuls door de geheele wereld verspreid in 900 steden verdeeld over 50 landen, echter zijn er vele leden aan deze hond, die nimmer van die diensten gebruik gemaakt kebbeD, men schen, die alleen maar lid waren om de zaak te steunen, temeer, daar de contributie slechts 62Va ct. was tot voor verleden jaar, echter ver leden jaar heeft men die contributie gezet op 1.25, het gevolg hiervan was, dat van die laatste categorie van leden er zeer vele be dankt hebben. Wil dit nu zeggen, dat de roem van Esp. aan 't tanen is? Stel u voor, dat in onze goede stad Haarlem alle vereenigiogen, op welk gebied dau ook, hunne contributie eens gingen verdubbelen, wat zou dan hiervan wel hét resultaat zijn? Ian u heeren penning meesters het antwoordHier volgt het getal der diensten door TT. S. A. bewezen aan hare leden: in 1909 3558 stuks, in 1910 7462 stuks en in 1911 10475 stuks, de opgaven over 1912 zijn ieder oogenblik tc wachten, en dat deze vereeniging niet op sterven ligt bewijst, dat in 20 verschillende steden in verschillende werelddeelen onlangs weer nieuwe delegito's zijn aangesteld. P. vertelt ons verder, dat twee Esp. blaadjes opgehouden hebben te verschijnen, maar hij vergeet te vermelden, dat in dit nieuwe jaar alweer alléén in Frankrijk (dat land, waar Ssp. zoo achteruitgaat, volgens P.) drie nieuwe Esp. zoo achteruitgaat, volgens P.) drie nieuwe venca Stelo, Rodana stelo en Revuo pu komerco kaj industrio. Het valt mij op, dat P. nogal veel waarde hecht aan het oordeel der Pers, nu, ik niet minder, zij is de machtige Koningin, die de ideëen leidt, ja ik mag zeggen beheersclit. Als voorbeeld, hoe gunstig de Pers Ido gezind is, wordt genoemd slechts ♦én enkel blad de „Indé- pendance Beige," dit is zeker het eenigo blad dat P. weet aan te wijzen. Hoe staat nu de pers tegenover Esp? Volgens het officieel orgaan van TJ. E. A. verschenen in 1913 in 1019. Duit- seke steden 2528 artikelen van den hand der redacteurs en bijna allen gunstig voor Esp. In ons land zijn volgens opgaven van Fr. N. B. in 1913 verschenen in 70 a 80 bladen 1122 arti kelen over Esp. Dat Ido den groei van onzen v. ereldtaal niet kan stuiten bewijst, dat sinds het ontstaan van Ido de Esp. groepen over de geheele wereld groeiden van 721 tot 2016. Nederland ging vanaf dat tijdstip vooruit van 11 tot 55 groepen, (beide deze opgaven zijn van een jaar terug) waar blijft Ido met zijne ééne zegge één miniatuur vereeniging in ons land. Een volgende keer hoop ik iets mede te deelen over Esp. en de handel. Ik heb reeds te veel gevergd van de Redactie. HOLONDA PIOXIRO. BORDEAUX. La Maison DARLAN et LAM. BERTIE, Propriétaire de Vignobles dans LA I CIRONDE, recommande see GRANDS, VINS Verte a la Commission ehez TH. L. WAL RAVEN a BAARN. Agent general pour la Hollande. (Adv.) I Door tal van Doctoren wordt aanbevolen, omdat het een licht verteerbaar Melkpreparaat is, dat dc spijsvertering be vordert, en tevens als geneesmiddel dient voor Maag- en Ingewandsaandoeningen. Wordt franco geleverd in flacons van 10, 12 en 7Vi cent. Uitsluitend verkrijgbaar voor Haarlem en Omstreken bij j MELKINRICHTING VEBDEL, 6 Spekstr, Tel. 91. 2 Kleverparkweg. Tel. 180. DE TWEEDE KUNSTBESCHOUWING DER VEREENIGING „HAERLEM". Volgende week zullen wederom kunstbe schouwingen gehouden worden uit den Stede lijken Atlas voor de leden der vereeniging „Haerlem". Onder het uitstekend geleide van Jhr. Itoëli den gemeentearchivaris zal een lange, mooie wandeling gemaakt worden zooals wij, door de vriendelijkheid van den archivaris daartoe in de gelegenheid gesteld, die gisteren maakten van de Schouwtjes- brug af naar Elswout, en omgeving als Kraan- j tjelek, Brouwerskolk, Elswoutshoek en ver- volgens door Overveen en Bloemendaal naar Wildhoef-Aelber-tsberg. Vandaar door de Scha- penduinen naar de ruïne van Brede rode, Dric- huizerkerkwog, Wes ter veld, Velserbeek, Ereesaap, tot men komt in Beverwijk. Dan gaat de tocht naar Nootdorp, Heemskerk, waar Assemburg bezien wordt en dan weer terug naar Beverwijk, over Velsen, Santpoort en Schoten naar het Kennemerplein, waar het eindpunt ligt van deze wandeling door de heerlijke omstreken van onze stad. Want hoezeer wij de tegenwoordige schoon- heid roemen van de omgeving van Haarlem, die fraaie teekeningen uit den Stedelijken Atlas doen ons zien welke prachtige naiuur- taferëelen zich daar overal aan het oog voor deden in vorige eeuwen. Want de platen en tee koningen, die bij deze gelegenheid ter beschouwingen worden aan geboden behooren tot verschillende tijdper ken, zoodat geen beeld wordt gegeven van de bekende omstreken uit een bepaalden tijd, doch men ziet er slechts „hoe het er vroeger uit zag." Als we een mooie gekleurde leekening ge zien hebben van de Schouwfcjeslaan door O. van Noorde, ontmoeten we een goede prent uit het boek van J. P. Lutgers over Haarlem; dat een beeld geeft van „Duynvlied", terwijl meerdere teekeningen, waaronder sommige zeer fijn van opvatting en bewerking do toeschouwers voeren door en langs Elswout, waarvan in deze collectie teekeningen zijn bijeengezocht van verschillende teekenaars als v. d. Vinne, J. v. West, C. v. Drieist en O. Cats (de eerste toekende de omgeving, de tweede de figuren er bij 0 en Westenberg. Van Jurriaan Andriessen (pl.m. 1780) zien wij eenige goedgeslaagde teekeningen „Bij Kraantjelek" en vooral een intéressante plaat: Het kampement der troanen in de duinen, geïnspecteerd door Graaf Dumonpeau achter Kraantjelek. Vooral de minutieuze af werking van deze teekening is opvallend, i G. J. Michaelis geeft een tweetal leuke teekeningen: De jaar lij ksche Visscherij bij de Brouwerskolk. Een ervan toont de feeste lijkheid dat was het blijkbaar in den regen, die bij stroomen fieervalt. Nog enkele bekende punten als Elswouds- hoek en 't Huis Ramp zien we en dan wan delen wij verder door Overveen: „V.aart en Duin", het oude Raadhuis en de Blauwselfa- briek „het Anker" van den oud-minister van Lodew ij k-NapoleonG ogel. Waar men toe komen kan: Eerst minister en dan blauwsel-fabrikant j We komen langzamerhand te Bloemendaal en bezichtigen het Pannekoekenhuisje, in 1781: „Nazareth" genaamd van J. Bulthuia en verschillende gezichten op Haarlem, en in Bloemendaal van "Andriessen, H. Schouten, J. E. Grave en uit het werk van P. J. Lutgers. Eeu knappe geklem de teokenmg ïle mees te uit deze verzameling zijn gekleurd van O. v. Noorde geeft een achterpoortje en deur te Velserend: P. J. Huurkamp v. d. Vinnè een minder mooie: „De blauwe trappen". Op onze verdere wandeling zien we mooie platen van de Ruïnen van Brederode met het omliggend landschap door bekende teekenaars E. v. d. Velde, J. van Ravenswaay, F. A. Milatz, J. P. Visser Bender en P. Barbiers. Van Jan Westerhoven Jz., is er een teeke ning bij uit 1688, voorstellende: het oSde huis van Kruidberg en een plaat uit het werk van P. J. Lutgers: Duift en Berg. Een prachtig gebouw was het buiten „Mid- deloo" ongeveer op de plaats, waar thans do R. K. Kerk te Driehuis staat. Langs andere verdwenen schoone buiten plaatsen o.a. Velserbosch, wordt dan Bever wijk bereikt, Men ziet de Kerk van Bever wijk door Tavenier. Deze teekening is niet bijzonder mooi. Tavenier wilde zeker door de hoeveelheid goed maken wat er aan de qualite.it ontbrak in zijn tekeningen. Bij de collectie is ook een wonderlijke tee kening van „Een afgrijselijke s tor re met een staart.zes pas boven den horizon" ge zien op "22 December 1680 te Beverwijk. Van Breiweiler is er een fantastische tee kening van den slag te OasüHeum in 1799 en vervolgens verschillende teekeningen van het sombere Aasemburg. Op den terugweg naai* Beverwijk welden nog eenige oude kasteden gepasseerd als Oos- terwijk en het huis van Adrichem. Men ziet de hofstede te Scbeybeek: eenige zeer goede frissche teekeningen van A. Staats (1770). De nog bestaande, hoewel veel verander de buitens: Meervliet, Waterland en Beken- stijn zijn ook vertegenwoordigd, evenals Roos en Beek, Huis ter Spijk en Schoonoord op Santpoort. Het einde der wandeling is nabij: van het dorp Schoten zijn er enkele teekeningen als: van C. v. Noorde „Aan den Vergierden weg" en een kijkje in liet dorp door D'. Verrijk. „Spaarnhove" geteekend door Zoeker, terwijl Michaelis het geboomte erbij geteekend heeft. Men ziet het Klooster, da,t stond tegenover de tegenwoordige Gavalleriekazerne en ten slotte „De oude Kruysweg buiten Haarlem", nu het punt waar Schoterweg en Kennemer- straat samenkomen. De wandeltocht eindigt bij het Kennemer plein, weergegeven door oen mooie teekening van W. J. Boogaard: „De Nieuw-Poort te Haarlem; 18 October 1866 verkocht voor f 1575. Ook ditmaal is de archivaris erin geslaagd een mooie collectie bijeen te brengen en de leden van „Haerlem" zullen ongetwijfeld met veel genoegen en belangstelling deze interes sante serie bezichtigen. GEVONDEN VOORWERPEN. Terug te bekomen bij: A. Aarts, Rolland straat 27, een bond; R. Barrij, Rollandstraat 2a, een armband; J. F. Bonke, Burgwal 74rd., een horlogeketting; J. van Leeuwen, Kenau straat 10, een medaillon; J. Langereis, Lange Marge rethastraat 40f, een bontje; G. Bosse, Oranjestraat 4, een stopmes; G. Stappers, Gaflsti-aat 43, een boxhónil; Bureau van Po litie. ten bewijs van rente-ontvangst; J. F. F. Snoek Polié, Faronersingel 48rood, een medaillon; M. S. v. d. Hoorn, Teylerstraat 55, eeu mondharmonica; Hulpbureau Amsterd. Poort, een melkbus. bekend, dat Jand- en tuinbouwarbeiders ir de sociale wetgeving achterstaan bij arbei ders in andere bedrijven. Neem slechts de Leerplichtwet, de Ongevallenwet, Arbeids contract. En van deze achterstelling ziji deze arbeiders zelf do schuld door hun ge mis van eene organisatie die hun wenschen uitsprak. Gelukkig er is eene verandering ten goede, maar nog staan te velen buiten de vereeniging. j Doch niet alleen worden wij tot orga nisatie aangespoord door stoffelijke belan j gen, ook als Katholieken worden wij ge- j dwongen om ons te vereenigen. Een der gevolgen van de in-treurige toestanden op j Het platteland is de trelc naar de groote steden. Velen komen daar, worden zoo ge- [makkelijk een prooi van neutrale ver-eeni gingen en verliezen helaas te licht hun ge loof of verzaken hun godsdiensipiiea-ea. Hè Kath. vakorganisatie wil werken voor be tore levensvoorwaarden, maar ook voordie- i per Roomsch leven. Tegenover den modernen vakbond, di zijn propagandisten het platteland opzend.. moeten wij onze krachten concentrocren. Hè platteland wordt overstroomd door deze hee ren, die den arbeiders de boterham voor houden, maar daarachter, liier opemq' k, d-aa min of meer bedekt de propaganda, voor de roode beginselen niet uit het oog ver liezen, zoodat ieder, die zijn krachten aan de kath. vakvereeni,gingen onttrekt een da:, van onverantwoordelijkheid begaat. Hierop nagaande, welke bezwaren geop perd worden tegen het lidmaatschap, noemt spr. er achtereenvolgens een zestal, waar van hij echter het ongegronde aantoont. Gebrek aan lust, bezwaar tegen de contri butie, 't weinige resultaat der organisatie, tegenzin van de zijde der vrouw of van den patroon, alle zijn het slechts uitvluch ten, of blijken in de practijk niet houd baar. Daarom roept spr. allen op, zich te organiseeren en te wapenen tegen den mo dernen (lees: rooden) vakbonu, die er lie- 1 laas maar al te goed in slaagt om ook de Kath, arbeiders tot zich te trekken. Zoc b.v. in het dorp Schoten, waar twee Kaïii. arbeiders als propagandisten van dezen bij wagen der S.D.A.P. werkzaam zijn. Daar om: wordt lid, bezoekt de vergaderinger cn brengt uw vereeniging tot grooten bloei i Deze rede, met vele practische voorbeel den toegelicht, viel een warm applaus ter deel, en het dankwoord van den voorzitter was ook ruimschoots verdiend. Een paar leden maakten gebruik van de gelegenheid tot het stellen van vragen, waarna de Geest. Adviseur, Kap. Hooyaard, het principieel© verschil tusschen liberalisme en Kath. maat schappijleer aanagf. Vijf nieuwe leden tra den toe, wat gezien de minder goede op komst een mooi resultaat mag genoemd wor den. EROTISCH TOONEEL. Do secretaris van den R. K. Tooneel-Borri verzoekt ons het volgende mede te deelen: Het heeft Z. I>. II. den bisschop van Haar lem behaagd goedkeuring te verleenen aan het reorganisatieplan van den Haarlemschen Tooneelbond, waardoor het diocesaan karak ter van dien Band is opgeheven en alle Ka tholieke tooneelvereenigingen in geheel Ne derland zich daarbij kunnen aansluiten. Als geestelijk adviseur is benoemd de Wel- Eelrw. Heer A. J. Ratté, kapelaan te Water graafsmeer. Nadere inlichtingen worden gaarne ver strekt door de secretaris: Adres Wetering schans 107 huis, Amsterdam. BEVERWIJK. R. K. Laml- en Tuinbouwarbeiders. Voor eeu matig bezochte vergadering trad Don derdagavond de heer Loerakker van Cas- tricum als spreker op voor de land- en tuinbouwarbeiders afdeeling „St. Jeroen" van den R. K. Volksbond. Betreurende dat in 1914 ondanks de reeds 22 jaar verschenen encycliek Rerum Novarum, de arbeiders nog niet overtuigd zijn van het nut en de nood zakelijkheid van 't vereenigingsleven, wijst spr. erop, dat het liberalisme niettegen staande zijn sehijn-schoone beloften en leu zen de arbeiders niet heeft vrijgemaakt, maar hen gebracht in een boestand van willekeur en tyrannic vaii de zijde der pa troons, een toestand, waaruit zij nog al tijd niet geheel zijn opgeheven, en alleen opgeheven kunnen worden door zich aan te sluiten hij de vakvereeniging. En deze aansluiting is noodzakelijk, voor al ook om de organisatie in de gelegenheid te stellen baar invloedrijke stem te laten hooien bij de sociale wetgeving. Het is EEN MACHTIGE INSTALLATIE VAN DRAADLOOZE TELEGRAFIE. De Mareoni-maatschappij bouwt tegenwoor dig in de nabijheid van Carnavon (Wales) een machtig station van d. t„ om vaste commu nicatie te verkrijgen met New-York. De draagwijdte zal iets meer dan 6000 K.M, bedragen, dus meer dan genoeg voor den afstand van ongeveer 5000 K.M., die Londen van New-York sehiedt. In de uren, waarin de door de clectrischo stralen te volgen weg gedeeltelijk door da zon verlicht is en gedeeltelijk niet (hetgeen een verzwakking 'aer seinen ten gevolge heeft), zullen de dynamo's werken met dui zend paardenkracht. De „mast" van het horizontale tvpe, be staat uit 32 bronzen draden, die een lengte hebben van nagenoeg een kilometerhij wordt op een hoogte van 120 meter door tien sta len zuilen gedragen. Dank zij de nieuwste vindingen hoopt mes in denzelfden tijd en met dezelfde zekerheid driemaal mee telregrammen te kunnen seinen dan met den onderzeeschon kabel. hoop, welker verwezenlijking, ondanks alle vriendelijkheid niettemin nog in de verre toekomst lag. Hij achtte het wreed, Irma daaromtrent in het onzekere te laten, en ver volgde daarom: „Daarmede wil ik evenwel volstrekt niet zeggen, dat ge nn met Egon zondt knnnen trouwen. Het zon niet goed zijn, Irma, zulke verwachtingen te koesteren, die misschien niet verwezenlijkt worden." Een doodelijke bleekheid overtoog Irma's gelaat. Nadat zij tot haar eigen verwonde ring niet verstooten was geowrden, had zij zich inderdaad op de vleugelen der verbeel ding in een seconde laten opvoeren naar een hemel op aarde, waaruit het woord van den houtvester haar na een oogenblik weder neerplofte. „Ik zeg „misschien", lieve Irma", merkte de houtvester aan, wien ook deze plotselinge verandering niet ontging, „want deze vraag kan nn en hier niet beslist worden, zij ver- eischt rijpelijke overwegig. Slechts dit kan ik je zeggen, dat je per soonlijk one lief en dierbaar bent en dat je ons lief en dierbaar zult blijven, of dit ver wachte huwelijk tot stand komt of niet. Deze gedachte zal ook onze betrekking in 'tver volg regelen, en ik denk niet, dat je ons reden zult geven een andere richtsnoer te zoeken.' Dat alles was zóó duidelijk en verstandig, zoo kalm en minzaam gezegd, dat bet niet kon nalaten indruk te maken. Irma had er dan ook geen ander antwoord op, dan dat zij nederig de hand kuste van hem. die haar tot nn toe zoo krachtig gesteund en geleid had en aan wien nu de beslissing over geluk en ongeluk lag. XIII. VADER EN ZOON. Zooals wjj reeds mededeelden, hadden de gendarmen de kroeg in 'tbosch leeg gevon den. Zij doorzochten het huis, en na alles te hebben doorsnuffeld, kwamen zij ook in den kelder, dien de kastelein in een hoek van een omheind terrein had aangelegd. Vreemd genoeg was de kelder niet geslo ten, en toen zij de deur openden, meenden zij een vaag gedrnisch te vernemen. Dat kon echter ook de nachtwind of een opgejaagde vogel zijn, die met zijn vleugels een dunnen tak had doen bewegen. Maar beneden in die diepte zagen zij een gloeiende vonk, welke echter uitdoofde, alvorens zij zioh rekenschap van dat zonderlinge verschijnsel konden ge ven. Beiden zagen er tegen op in die onbekende diepte af te dalen, alvorens uitgebreide voor zorgsmaatregelen te hebben genomen. Nadat er nog meer menschen waren aangekomen, drong men naar binnen. Al spoedig werd de vonk opgehelderd, die de beide gendarmen hadden gezien. Er stond een vetkaars op een vaatje. Blijkbaar was het licht uitgeblazen op het oogenblik, dat de gendarmen aan de kelderdeur morrelden. Nu zocht men allereerst naar de inbrekers, en toen men die niet vond, naar een tweeden uitgang, waardoor zij ontsnapt konden zijn. De laatste kostte nochtans eenige moeite, eindelijk echter vond men, dat de vóórbodem van een groot fust beweegbaar was. Na dit geopend te hebben bleek dat het vat, dat le- i dig was, aan die achterzijde, welke tegen den muur aanstiet, geen bodem bezat, maar ach- j ter het fust in den muur de ripening was, waardoor men in gebukte houding naar bui ten kon sluipen. Nu was ook het gedruïsch verklaard, dat de gendarmen hadden geboord. De voorbodem van het vat werd van binnen gesloten, en daarna gleden de vluchtelingen snel door het fust en den muur*. De wachtmeester riep naar binnen, dat zij zioh moesten overgeven, aangezien hun schuilhoek ontdekt was. Men ontving geen antwoord. Maar duidelijk hoorde men in de verte gedrnisch, dat wederom nietmand zich kon verklaren. Nu eene waren bet doffe, zware slagen, dan weer klonk het luide, ja zoo, alsof er met ijzer op ijzer werd geslagen. „Voorwaarts!" riep de wachtmeester, „wij moeten naar binnen; er gebeurt daar iets dat wij moeten beletten". Men drong naar binnen, en nu was men in een gang, waar men overeind kon gaan. De j gendarmen liepen door, geleid door het ge luid, dat met kortere tusschenpoozen en van oogenblik tot oogenblik duidelijker tot ben kwam. Eindelijk waren zij gekomen in het gewelf, dat behoorde tot de bouwvallen staande op den heuvelkam. Men vond daar allerlei ge- i reedscbappen, wel in staat om de aandacht der gendarmen te trekken, maar de wacht meester maakte haast om vooruit te komen. „Dat loopt niet weg", zeide hij, „maar die kerels willen ons ontsnappen!" Zijn vermoeden bedroog hem niet. Toen de gendarmen in een tweede gewelf zaal traden, vonden zij daar twee mannen be zig met hamers en breekijzers een muur door te slaan, welke een toegang naar de soustex*- reinen der bouwvallen afsloot. Op bet zien der genadrmen wierpen de mannen moker en breekbeitel weg en gaven zich over. Te genstand ware nutteloos geweest. Nu werden de lokaliteiten doorzocht, en men vond de toestellen van den „Muntmeester" tot het maken van valsch geld, alsmede een heel magazijn van voorwerpen, afkomstig van ver schillende diefstallen. De wachtmeester zond een gendarm naar bet naburige telegraaf station, om van daar uit den officier van justitie verslag te doen. De kroeg in 't bosch werd tot nadere order onder bewaking ge steld. Inmiddels was op de houtvesterij de dokter ontboden, om de daar aanwezige gekwetsten te onderzoeken. De boschwachter en de Munt meester waren zwaar gewond; van eerstge noemde was het sleutelbeen gespleten, laatst genoemde bad een steek in de zijde, en de dokter geloofde niet, dat hij er van bovenop zou komen. De wonde van Egon bleek minder ernstig te zijn. Zij bestond uit een snede dn 't vleesch, die langs den arm liep en tamelijk diep jjing. Onmiddellijk gevaar zag de dokter hier niet; nochtans bad Egon veel bloed verloren eu was hij dieiitgevolge vrij zwak. Nog dienzelfden morgen werden de gevan genen getransporteerd; den volgenden dag werden ook de gewonden gehaald, en zoo ging, afgezien van Egon, op de houtvesterij alles weer zijn ouden gang. Er verliepen eenige dagen. De genezing van de wonde nam een gunstig verloop, en de j houtvester kon zonder bezorgdheid zijn zoon al te zeer op te winden, met hem over Irnm spreken. Hij deed dat dan ook, alhoewel hij terstond bij het begin moest opmerken, dat Egon van kleur veranderde, toen de houtves- ter Irma's naam uitsprak. I „Je hebt je in dien nacht gedragen als een i man," zeide Willifred, „en daarom wil ik ook al6 een man met je spreken." I Egon kon slechts knikken, zonder te spre ken; de keel was hem als toegesnoerd. „Je zult wel begrijpen," vervolgde do hout- vest er, „dat je niet eerder Irma kunt trou- wen, dan wanneer je haar kunt brengen aau een zelf gevestigde haardstede. Niet waarl Egon knikte. „Ik zie in, dat het niet anders; kan zijn," zeide bij. „Goed", ging zijn vader voort, „komen wij nu op Irma. Persoonlijk is mij het meisje,, zooals je weet, bijzonder lief en dierbaar, en! als je mij een andere zoudt brengen, met de- j zelfde eigenschappen als zij, dan zou ik metj genoegen mijn zegen daartoe geven. Maar- wij weten niet, wie Irma is." i i (Wordt vervolg/Li

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 10