3? W. Fwzenuysen. artejiorisstraat 27.
ST ADSWiTÜwT
1
Opruiming.
leietischapjielijlie Berichten.
Oppoiialng,
ESPERANTO™
„Si e I i o" Balkan1
Letteren en Kunst.
ftl» UIT MOMTtH
NEERLAND! A's BULGAARSCHE
YOGHURT
w Nieuw Merk
a Kurk mondstuk
Lasrltt. el. ÜW-i
weegt zich liet liefst in die klingen, waar hij
niet thuisbehoort en mijdt de omgeving waar
uit hij voortkomt, Hij snoeft en pocht er dan
oy, zijn kennissen in betere kringen te hebben.
Voert u met hem een gesprek, tien tegen een
zal hij u minstens eenige malen vertellen, dat
zijn zuster, tante of nicht getrouwd is met een
officier. Want speciaal de officieren schijnen
voor hem een groote bekoring te hebben. Mis
schien komt dat door den invloed van het Hof.
Hij is steeds „geparenteerd"' tan een of an
dere onbekende adellijke familie, familie-rela
ties, waarvan later zal blijken, dat ze grooten-
deels of geheel verzonnen zijn door 's windhap-
pers vindingrijk brein.
De Hagenaar komt overal, weet overal van
mee te praten.
Iedere vrouw fixeert hij op straat, in de
coined ie of waar dan ook, met een weergaloozc
brutaliteit.
Maar..., de vrouwelijke Hagenaars hebben
eenzelfde aangeboren vrijpostigheid tegenover
de heeren.
Met een lief-brutaal gezichtje kijkt het éle-
gantje u aan, alsof ze zeggen wil: ..wel, lioe
rind je me nou. Val ik je nog al mee?"
Ook bij haar alles voor den glans en den
■schijn.
Ook zij vertoont zich overal, op feesten, op
concerten, op de ijsbaan, waar ze nog onlangs
haar fraaie wintertoilet liet bewonderen en
zich misschien wel tien keeren de schaatsen
vaster liet aanbinden door eeh of andere galan
ten ridder.
Dat is de Haagselie windhappers-jeugd, het
leven van goedkoop genieten en lijden!
Gelukkig maar dat niet allen zoo zjjn in de
woonplaats van H. M. dc Koningin, want d:
zou het er angstig uit gaan zien. Thans nu
het slechts bij een kleine categorie blijft, is
het nog niet erg. Iedereen kent ze toch de
schijnwezpns eri lacht ze uit, heeft meelij met
hen. die het zoo hoog zoeken en niet vinden.
Aardig zijn ze, vermakelijk om gade te slaan,
maar voor de conversatie en als vriend?....
Ik zwijg er over,
TEGEN DE HE DEND A AG S CIIE MODE.
Dezer dagen verschijnt bij het Centraal Bu
reau voor de K. S. A., in samenwerking met
het secretariaat van de Derde Orde, een vlug
schrift, getiteld„Vrouwen, waakt
voor Uwe eerbaarheid," waarin op
bvertuigende en treffende wijze gewaarschuwd
wordt tegen de hedendaagsche onzedelijke
modes.
Wij hopen, dat dit helaas zeer actueel vlug
schrift alom in den lande ruim verspreid zal
worden. Een schoone taak hebben hier de R. K.
V rou wen vereen igingen.
DE RONDE STUIVERS.
De ronde stuivers, die vanaf 1 Juli niet
meer gangbaar zijn, zullen reeds nu op de post
en telegraafkantoren niet "meer gebezigd wor
den voor nitbetalïngen aan het publiek. Deze
munten zullen b" ontvangst worden ingehou
den ter onmiddellijke inlevering bij dc betaal
meesters.
Prijsconrant van getuigen! Aan het stad
huis te Amsterdam, zegt het „A. H." duwt men
een iegelijk, die daar met een trouwlustig ge
laat voorbijgaat, kaarten in de hand van dezen
inhoud
„X en Y Bevelen zich beleefdelijk aan tot
het leveren van Nette gekleeden getuigen bij
u aanstaande Huwelijks voltrekking voor dc
prijs van 50 centen op Woensdag, Donderdag
75 centen de persoon per Briefkaart ook aan
huis te ontbieden";
of:
„Z. beveelt zich beleefd aan voor het leveren
van nette Getuigen bij uw Huwelijk.
Woensdag0.60.
Derde klasse0.75
Tweede klasse.1.25
Door het zenden van een briefkaart aan deze
adressen kan men onverhinderd naar de trouw
zaal gaan en vindt daar zijn getuigen gereed."
De ongekende groei der wereldtaalbeweging
wordt door buitenstaanders en geestverwanten
met verwondering gadegeslagen, doch een
zekere categorie van menschen ziet dit alles
met afgunst aan; deze laatste zijn de aanhan
gers van het .,ïdo", een zoogenaamd verbeterd
Esperanto, dat om deszelfs minderwaardigheid
vergeleken bü het oude Esp., geen of bijna geen
ingang vindt.
Een eigenschap van de Idisten is, naar het
sehijnt, dat zij niet zooals de Esp.isten propa
ganda maken voor hunne taal, door deszelfs
goede hoedanigheden aan den volke te verkon
digen in woord en geschrift, maar dit steeds
willen doen door afbreken van ons stelsel en
liefst door te stoken en tweedracht te zaaien i
I
in onze vereenigingen.
Dat afbreken geschiedde het vorige jaar ook
in onze roomsche courant, toen eenigen tijd
een polemiek gevoerd is tusschen een onbeken
den Idist en den Esperantist W. M. de Boer.
Nu net een jaar na dien gebeurt weer het
zelfde; in onze courant werd een rubriek voor
Esp. opgenomen, het eerste stukje is daarin
verschenen of ziet, daar steekt weer zoo'n
Idist zijn hoofd over den muur, schouwt met
afgunstige blikken op het succes van zyn tegen
stander, en haast zich, door een ingezonden
stuk zijn gemoed te luchten.
Aangaande den inhoud van dit stukje kan ik
niet zeggen, dat liet, zooals het daar staat,
gelogen is. maar toch is de opsomming der fei
ten zóó onvolkomen, zóó eenzijdig en daarom
zóó misleidend, dat men het woord „mislei- j
ding", dat, zonderling genoeg, de titel is van j
een. volgend ingezonden artikel, dat er vlak
onder is geplaatst, de kwalificatie kan noemen
van dit stukje Idoprotest. Hetgeen ik zal be-
wijzen. Laat ik echter beginnen met te verkla
ren, dat ik bij den geachten inzender „Pioniro"
goede trouw veronderstel en dgt alleen liefde
voor de in zijn oog „goede zaak" hem blind
heeft gemaakt.
P. begint met toe te geven, dat de zaak van
Esp. in verafgelegen landen goed vooruitgaat,
maar, zoo wil hij zeggen, in onze onmiddelijke
nabijheid is-het heel anders en geeft als be
wijs hiervoor aan o.a. het volgende:
De Universala Esperanto Asocio (U. E. A.)
daalde van 1912 op 1913 in ledental met ruim
30 Laat ik de U. E. A. even aan den lezer
voorstellen. Zij is eene vereeniging- die reeds
jaren lang prachtig gewerkt heeft, een bond
van Esp.isten onderling, die door middel der
wereldhulptaal, hare leden tracht te dienen,
door allerlei hulp te verleenen en inlichtingen
te verschaffen op gebied van handel, onderwijs,
toerisme enz. enz. Zij heeft hare deligito's en
Konsuls door de geheele wereld verspreid in
900 steden verdeeld over 50 landen, echter zijn
er vele leden aan deze hond, die nimmer van
die diensten gebruik gemaakt kebbeD, men
schen, die alleen maar lid waren om de zaak te
steunen, temeer, daar de contributie slechts
62Va ct. was tot voor verleden jaar, echter ver
leden jaar heeft men die contributie gezet op
1.25, het gevolg hiervan was, dat van die
laatste categorie van leden er zeer vele be
dankt hebben. Wil dit nu zeggen, dat de roem
van Esp. aan 't tanen is? Stel u voor, dat in
onze goede stad Haarlem alle vereenigiogen,
op welk gebied dau ook, hunne contributie
eens gingen verdubbelen, wat zou dan hiervan
wel hét resultaat zijn? Ian u heeren penning
meesters het antwoordHier volgt het getal
der diensten door TT. S. A. bewezen aan hare
leden: in 1909 3558 stuks, in 1910 7462 stuks
en in 1911 10475 stuks, de opgaven over 1912
zijn ieder oogenblik tc wachten, en dat deze
vereeniging niet op sterven ligt bewijst, dat
in 20 verschillende steden in verschillende
werelddeelen onlangs weer nieuwe delegito's
zijn aangesteld.
P. vertelt ons verder, dat twee Esp. blaadjes
opgehouden hebben te verschijnen, maar hij
vergeet te vermelden, dat in dit nieuwe jaar
alweer alléén in Frankrijk (dat land, waar
Ssp. zoo achteruitgaat, volgens P.) drie nieuwe
Esp. zoo achteruitgaat, volgens P.) drie nieuwe
venca Stelo, Rodana stelo en Revuo pu
komerco kaj industrio.
Het valt mij op, dat P. nogal veel waarde
hecht aan het oordeel der Pers, nu, ik niet
minder, zij is de machtige Koningin, die de
ideëen leidt, ja ik mag zeggen beheersclit. Als
voorbeeld, hoe gunstig de Pers Ido gezind is,
wordt genoemd slechts ♦én enkel blad de „Indé-
pendance Beige," dit is zeker het eenigo blad
dat P. weet aan te wijzen. Hoe staat nu de pers
tegenover Esp? Volgens het officieel orgaan
van TJ. E. A. verschenen in 1913 in 1019. Duit-
seke steden 2528 artikelen van den hand der
redacteurs en bijna allen gunstig voor Esp.
In ons land zijn volgens opgaven van Fr. N. B.
in 1913 verschenen in 70 a 80 bladen 1122 arti
kelen over Esp. Dat Ido den groei van onzen
v. ereldtaal niet kan stuiten bewijst, dat sinds
het ontstaan van Ido de Esp. groepen over de
geheele wereld groeiden van 721 tot 2016.
Nederland ging vanaf dat tijdstip vooruit van
11 tot 55 groepen, (beide deze opgaven zijn
van een jaar terug) waar blijft Ido met zijne
ééne zegge één miniatuur vereeniging in ons
land. Een volgende keer hoop ik iets mede te
deelen over Esp. en de handel. Ik heb reeds te
veel gevergd van de Redactie.
HOLONDA PIOXIRO.
BORDEAUX. La Maison DARLAN et LAM.
BERTIE, Propriétaire de Vignobles dans LA I
CIRONDE, recommande see GRANDS, VINS
Verte a la Commission ehez TH. L. WAL
RAVEN a BAARN.
Agent general pour la Hollande. (Adv.) I
Door tal van Doctoren wordt
aanbevolen, omdat het een licht verteerbaar
Melkpreparaat is, dat dc spijsvertering be
vordert, en tevens als geneesmiddel dient
voor Maag- en Ingewandsaandoeningen.
Wordt franco geleverd in flacons van 10,
12 en 7Vi cent.
Uitsluitend verkrijgbaar voor Haarlem en
Omstreken bij j
MELKINRICHTING VEBDEL,
6 Spekstr, Tel. 91. 2 Kleverparkweg. Tel. 180.
DE TWEEDE KUNSTBESCHOUWING DER
VEREENIGING „HAERLEM".
Volgende week zullen wederom kunstbe
schouwingen gehouden worden uit den Stede
lijken Atlas voor de leden der vereeniging
„Haerlem". Onder het uitstekend geleide van
Jhr. Itoëli den gemeentearchivaris zal een
lange, mooie wandeling gemaakt worden
zooals wij, door de vriendelijkheid van den
archivaris daartoe in de gelegenheid gesteld,
die gisteren maakten van de Schouwtjes-
brug af naar Elswout, en omgeving als Kraan- j
tjelek, Brouwerskolk, Elswoutshoek en ver-
volgens door Overveen en Bloemendaal naar
Wildhoef-Aelber-tsberg. Vandaar door de Scha-
penduinen naar de ruïne van Brede rode, Dric-
huizerkerkwog, Wes ter veld, Velserbeek,
Ereesaap, tot men komt in Beverwijk. Dan
gaat de tocht naar Nootdorp, Heemskerk, waar
Assemburg bezien wordt en dan weer terug
naar Beverwijk, over Velsen, Santpoort en
Schoten naar het Kennemerplein, waar het
eindpunt ligt van deze wandeling door de
heerlijke omstreken van onze stad.
Want hoezeer wij de tegenwoordige schoon-
heid roemen van de omgeving van Haarlem,
die fraaie teekeningen uit den Stedelijken
Atlas doen ons zien welke prachtige naiuur-
taferëelen zich daar overal aan het oog voor
deden in vorige eeuwen.
Want de platen en tee koningen, die bij deze
gelegenheid ter beschouwingen worden aan
geboden behooren tot verschillende tijdper
ken, zoodat geen beeld wordt gegeven van
de bekende omstreken uit een bepaalden tijd,
doch men ziet er slechts „hoe het er vroeger
uit zag."
Als we een mooie gekleurde leekening ge
zien hebben van de Schouwfcjeslaan door O.
van Noorde, ontmoeten we een goede prent uit
het boek van J. P. Lutgers over Haarlem;
dat een beeld geeft van „Duynvlied", terwijl
meerdere teekeningen, waaronder sommige
zeer fijn van opvatting en bewerking do
toeschouwers voeren door en langs Elswout,
waarvan in deze collectie teekeningen zijn
bijeengezocht van verschillende teekenaars als
v. d. Vinne, J. v. West, C. v. Drieist en
O. Cats (de eerste toekende de omgeving, de
tweede de figuren er bij 0 en Westenberg.
Van Jurriaan Andriessen (pl.m. 1780) zien
wij eenige goedgeslaagde teekeningen „Bij
Kraantjelek" en vooral een intéressante
plaat: Het kampement der troanen in de
duinen, geïnspecteerd door Graaf Dumonpeau
achter Kraantjelek. Vooral de minutieuze af
werking van deze teekening is opvallend,
i G. J. Michaelis geeft een tweetal leuke
teekeningen: De jaar lij ksche Visscherij bij
de Brouwerskolk. Een ervan toont de feeste
lijkheid dat was het blijkbaar in den
regen, die bij stroomen fieervalt.
Nog enkele bekende punten als Elswouds-
hoek en 't Huis Ramp zien we en dan wan
delen wij verder door Overveen: „V.aart en
Duin", het oude Raadhuis en de Blauwselfa-
briek „het Anker" van den oud-minister van
Lodew ij k-NapoleonG ogel.
Waar men toe komen kan: Eerst minister en
dan blauwsel-fabrikant
j We komen langzamerhand te Bloemendaal
en bezichtigen het Pannekoekenhuisje, in
1781: „Nazareth" genaamd van J. Bulthuia
en verschillende gezichten op Haarlem, en
in Bloemendaal van "Andriessen, H. Schouten,
J. E. Grave en uit het werk van P. J. Lutgers.
Eeu knappe geklem de teokenmg ïle mees
te uit deze verzameling zijn gekleurd van
O. v. Noorde geeft een achterpoortje en deur
te Velserend: P. J. Huurkamp v. d. Vinnè
een minder mooie: „De blauwe trappen".
Op onze verdere wandeling zien we mooie
platen van de Ruïnen van Brederode met het
omliggend landschap door bekende teekenaars
E. v. d. Velde, J. van Ravenswaay, F. A.
Milatz, J. P. Visser Bender en P. Barbiers.
Van Jan Westerhoven Jz., is er een teeke
ning bij uit 1688, voorstellende: het oSde
huis van Kruidberg en een plaat uit het werk
van P. J. Lutgers: Duift en Berg.
Een prachtig gebouw was het buiten „Mid-
deloo" ongeveer op de plaats, waar thans do
R. K. Kerk te Driehuis staat.
Langs andere verdwenen schoone buiten
plaatsen o.a. Velserbosch, wordt dan Bever
wijk bereikt, Men ziet de Kerk van Bever
wijk door Tavenier. Deze teekening is niet
bijzonder mooi. Tavenier wilde zeker door
de hoeveelheid goed maken wat er aan de
qualite.it ontbrak in zijn tekeningen.
Bij de collectie is ook een wonderlijke tee
kening van „Een afgrijselijke s tor re met een
staart.zes pas boven den horizon" ge
zien op "22 December 1680 te Beverwijk.
Van Breiweiler is er een fantastische tee
kening van den slag te OasüHeum in 1799
en vervolgens verschillende teekeningen van
het sombere Aasemburg.
Op den terugweg naai* Beverwijk welden
nog eenige oude kasteden gepasseerd als Oos-
terwijk en het huis van Adrichem. Men ziet
de hofstede te Scbeybeek: eenige zeer goede
frissche teekeningen van A. Staats (1770).
De nog bestaande, hoewel veel verander
de buitens: Meervliet, Waterland en Beken-
stijn zijn ook vertegenwoordigd, evenals Roos
en Beek, Huis ter Spijk en Schoonoord op
Santpoort.
Het einde der wandeling is nabij: van het
dorp Schoten zijn er enkele teekeningen als:
van C. v. Noorde „Aan den Vergierden weg"
en een kijkje in liet dorp door D'. Verrijk.
„Spaarnhove" geteekend door Zoeker, terwijl
Michaelis het geboomte erbij geteekend heeft.
Men ziet het Klooster, da,t stond tegenover
de tegenwoordige Gavalleriekazerne en ten
slotte „De oude Kruysweg buiten Haarlem",
nu het punt waar Schoterweg en Kennemer-
straat samenkomen.
De wandeltocht eindigt bij het Kennemer
plein, weergegeven door oen mooie teekening
van W. J. Boogaard: „De Nieuw-Poort te
Haarlem; 18 October 1866 verkocht voor
f 1575.
Ook ditmaal is de archivaris erin geslaagd
een mooie collectie bijeen te brengen en de
leden van „Haerlem" zullen ongetwijfeld met
veel genoegen en belangstelling deze interes
sante serie bezichtigen.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij: A. Aarts, Rolland
straat 27, een bond; R. Barrij, Rollandstraat
2a, een armband; J. F. Bonke, Burgwal 74rd.,
een horlogeketting; J. van Leeuwen, Kenau
straat 10, een medaillon; J. Langereis, Lange
Marge rethastraat 40f, een bontje; G. Bosse,
Oranjestraat 4, een stopmes; G. Stappers,
Gaflsti-aat 43, een boxhónil; Bureau van Po
litie. ten bewijs van rente-ontvangst; J. F.
F. Snoek Polié, Faronersingel 48rood, een
medaillon; M. S. v. d. Hoorn, Teylerstraat 55,
eeu mondharmonica; Hulpbureau Amsterd.
Poort, een melkbus.
bekend, dat Jand- en tuinbouwarbeiders ir
de sociale wetgeving achterstaan bij arbei
ders in andere bedrijven. Neem slechts de
Leerplichtwet, de Ongevallenwet, Arbeids
contract. En van deze achterstelling ziji
deze arbeiders zelf do schuld door hun ge
mis van eene organisatie die hun wenschen
uitsprak. Gelukkig er is eene verandering
ten goede, maar nog staan te velen buiten
de vereeniging.
j Doch niet alleen worden wij tot orga
nisatie aangespoord door stoffelijke belan
j gen, ook als Katholieken worden wij ge-
j dwongen om ons te vereenigen. Een der
gevolgen van de in-treurige toestanden op
j Het platteland is de trelc naar de groote
steden. Velen komen daar, worden zoo ge-
[makkelijk een prooi van neutrale ver-eeni
gingen en verliezen helaas te licht hun ge
loof of verzaken hun godsdiensipiiea-ea. Hè
Kath. vakorganisatie wil werken voor be
tore levensvoorwaarden, maar ook voordie-
i per Roomsch leven.
Tegenover den modernen vakbond, di
zijn propagandisten het platteland opzend..
moeten wij onze krachten concentrocren. Hè
platteland wordt overstroomd door deze hee
ren, die den arbeiders de boterham voor
houden, maar daarachter, liier opemq' k, d-aa
min of meer bedekt de propaganda, voor
de roode beginselen niet uit het oog ver
liezen, zoodat ieder, die zijn krachten aan
de kath. vakvereeni,gingen onttrekt een da:,
van onverantwoordelijkheid begaat.
Hierop nagaande, welke bezwaren geop
perd worden tegen het lidmaatschap, noemt
spr. er achtereenvolgens een zestal, waar
van hij echter het ongegronde aantoont.
Gebrek aan lust, bezwaar tegen de contri
butie, 't weinige resultaat der organisatie,
tegenzin van de zijde der vrouw of van
den patroon, alle zijn het slechts uitvluch
ten, of blijken in de practijk niet houd
baar. Daarom roept spr. allen op, zich te
organiseeren en te wapenen tegen den mo
dernen (lees: rooden) vakbonu, die er lie-
1 laas maar al te goed in slaagt om ook de
Kath, arbeiders tot zich te trekken. Zoc
b.v. in het dorp Schoten, waar twee Kaïii.
arbeiders als propagandisten van dezen bij
wagen der S.D.A.P. werkzaam zijn. Daar
om: wordt lid, bezoekt de vergaderinger
cn brengt uw vereeniging tot grooten bloei i
Deze rede, met vele practische voorbeel
den toegelicht, viel een warm applaus ter
deel, en het dankwoord van den voorzitter
was ook ruimschoots verdiend. Een paar
leden maakten gebruik van de gelegenheid
tot het stellen van vragen, waarna de Geest.
Adviseur, Kap. Hooyaard, het principieel©
verschil tusschen liberalisme en Kath. maat
schappijleer aanagf. Vijf nieuwe leden tra
den toe, wat gezien de minder goede op
komst een mooi resultaat mag genoemd wor
den.
EROTISCH TOONEEL.
Do secretaris van den R. K. Tooneel-Borri
verzoekt ons het volgende mede te deelen:
Het heeft Z. I>. II. den bisschop van Haar
lem behaagd goedkeuring te verleenen aan
het reorganisatieplan van den Haarlemschen
Tooneelbond, waardoor het diocesaan karak
ter van dien Band is opgeheven en alle Ka
tholieke tooneelvereenigingen in geheel Ne
derland zich daarbij kunnen aansluiten.
Als geestelijk adviseur is benoemd de Wel-
Eelrw. Heer A. J. Ratté, kapelaan te Water
graafsmeer.
Nadere inlichtingen worden gaarne ver
strekt door de secretaris: Adres Wetering
schans 107 huis, Amsterdam.
BEVERWIJK.
R. K. Laml- en Tuinbouwarbeiders. Voor
eeu matig bezochte vergadering trad Don
derdagavond de heer Loerakker van Cas-
tricum als spreker op voor de land- en
tuinbouwarbeiders afdeeling „St. Jeroen"
van den R. K. Volksbond. Betreurende dat
in 1914 ondanks de reeds 22 jaar verschenen
encycliek Rerum Novarum, de arbeiders nog
niet overtuigd zijn van het nut en de nood
zakelijkheid van 't vereenigingsleven, wijst
spr. erop, dat het liberalisme niettegen
staande zijn sehijn-schoone beloften en leu
zen de arbeiders niet heeft vrijgemaakt,
maar hen gebracht in een boestand van
willekeur en tyrannic vaii de zijde der pa
troons, een toestand, waaruit zij nog al
tijd niet geheel zijn opgeheven, en alleen
opgeheven kunnen worden door zich aan te
sluiten hij de vakvereeniging.
En deze aansluiting is noodzakelijk, voor
al ook om de organisatie in de gelegenheid
te stellen baar invloedrijke stem te laten
hooien bij de sociale wetgeving. Het is
EEN MACHTIGE INSTALLATIE VAN
DRAADLOOZE TELEGRAFIE.
De Mareoni-maatschappij bouwt tegenwoor
dig in de nabijheid van Carnavon (Wales) een
machtig station van d. t„ om vaste commu
nicatie te verkrijgen met New-York. De
draagwijdte zal iets meer dan 6000 K.M,
bedragen, dus meer dan genoeg voor den
afstand van ongeveer 5000 K.M., die Londen
van New-York sehiedt.
In de uren, waarin de door de clectrischo
stralen te volgen weg gedeeltelijk door da
zon verlicht is en gedeeltelijk niet (hetgeen
een verzwakking 'aer seinen ten gevolge
heeft), zullen de dynamo's werken met dui
zend paardenkracht.
De „mast" van het horizontale tvpe, be
staat uit 32 bronzen draden, die een lengte
hebben van nagenoeg een kilometerhij wordt
op een hoogte van 120 meter door tien sta
len zuilen gedragen.
Dank zij de nieuwste vindingen hoopt mes
in denzelfden tijd en met dezelfde zekerheid
driemaal mee telregrammen te kunnen seinen
dan met den onderzeeschon kabel.
hoop, welker verwezenlijking, ondanks alle
vriendelijkheid niettemin nog in de verre
toekomst lag. Hij achtte het wreed, Irma
daaromtrent in het onzekere te laten, en ver
volgde daarom: „Daarmede wil ik evenwel
volstrekt niet zeggen, dat ge nn met Egon
zondt knnnen trouwen. Het zon niet goed
zijn, Irma, zulke verwachtingen te koesteren,
die misschien niet verwezenlijkt worden."
Een doodelijke bleekheid overtoog Irma's
gelaat. Nadat zij tot haar eigen verwonde
ring niet verstooten was geowrden, had zij
zich inderdaad op de vleugelen der verbeel
ding in een seconde laten opvoeren naar een
hemel op aarde, waaruit het woord van den
houtvester haar na een oogenblik weder
neerplofte.
„Ik zeg „misschien", lieve Irma", merkte
de houtvester aan, wien ook deze plotselinge
verandering niet ontging, „want deze vraag
kan nn en hier niet beslist worden, zij ver-
eischt rijpelijke overwegig.
Slechts dit kan ik je zeggen, dat je per
soonlijk one lief en dierbaar bent en dat je
ons lief en dierbaar zult blijven, of dit ver
wachte huwelijk tot stand komt of niet. Deze
gedachte zal ook onze betrekking in 'tver
volg regelen, en ik denk niet, dat je ons
reden zult geven een andere richtsnoer te
zoeken.'
Dat alles was zóó duidelijk en verstandig,
zoo kalm en minzaam gezegd, dat bet niet
kon nalaten indruk te maken. Irma had er
dan ook geen ander antwoord op, dan dat zij
nederig de hand kuste van hem. die haar tot
nn toe zoo krachtig gesteund en geleid had
en aan wien nu de beslissing over geluk en
ongeluk lag.
XIII.
VADER EN ZOON.
Zooals wjj reeds mededeelden, hadden de
gendarmen de kroeg in 'tbosch leeg gevon
den. Zij doorzochten het huis, en na alles te
hebben doorsnuffeld, kwamen zij ook in den
kelder, dien de kastelein in een hoek van
een omheind terrein had aangelegd.
Vreemd genoeg was de kelder niet geslo
ten, en toen zij de deur openden, meenden zij
een vaag gedrnisch te vernemen. Dat kon
echter ook de nachtwind of een opgejaagde
vogel zijn, die met zijn vleugels een dunnen
tak had doen bewegen. Maar beneden in die
diepte zagen zij een gloeiende vonk, welke
echter uitdoofde, alvorens zij zioh rekenschap
van dat zonderlinge verschijnsel konden ge
ven.
Beiden zagen er tegen op in die onbekende
diepte af te dalen, alvorens uitgebreide voor
zorgsmaatregelen te hebben genomen. Nadat
er nog meer menschen waren aangekomen,
drong men naar binnen.
Al spoedig werd de vonk opgehelderd, die
de beide gendarmen hadden gezien. Er stond
een vetkaars op een vaatje. Blijkbaar was het
licht uitgeblazen op het oogenblik, dat de
gendarmen aan de kelderdeur morrelden. Nu
zocht men allereerst naar de inbrekers, en
toen men die niet vond, naar een tweeden
uitgang, waardoor zij ontsnapt konden zijn.
De laatste kostte nochtans eenige moeite,
eindelijk echter vond men, dat de vóórbodem
van een groot fust beweegbaar was. Na dit
geopend te hebben bleek dat het vat, dat le- i
dig was, aan die achterzijde, welke tegen den
muur aanstiet, geen bodem bezat, maar ach- j
ter het fust in den muur de ripening was,
waardoor men in gebukte houding naar bui
ten kon sluipen. Nu was ook het gedruïsch
verklaard, dat de gendarmen hadden geboord.
De voorbodem van het vat werd van binnen
gesloten, en daarna gleden de vluchtelingen
snel door het fust en den muur*.
De wachtmeester riep naar binnen, dat zij
zioh moesten overgeven, aangezien hun
schuilhoek ontdekt was. Men ontving geen
antwoord. Maar duidelijk hoorde men in de
verte gedrnisch, dat wederom nietmand zich
kon verklaren. Nu eene waren bet doffe,
zware slagen, dan weer klonk het luide, ja
zoo, alsof er met ijzer op ijzer werd geslagen.
„Voorwaarts!" riep de wachtmeester, „wij
moeten naar binnen; er gebeurt daar iets dat
wij moeten beletten".
Men drong naar binnen, en nu was men in
een gang, waar men overeind kon gaan. De
j gendarmen liepen door, geleid door het ge
luid, dat met kortere tusschenpoozen en van
oogenblik tot oogenblik duidelijker tot ben
kwam.
Eindelijk waren zij gekomen in het gewelf,
dat behoorde tot de bouwvallen staande op
den heuvelkam. Men vond daar allerlei ge-
i reedscbappen, wel in staat om de aandacht
der gendarmen te trekken, maar de wacht
meester maakte haast om vooruit te komen.
„Dat loopt niet weg", zeide hij, „maar die
kerels willen ons ontsnappen!"
Zijn vermoeden bedroog hem niet.
Toen de gendarmen in een tweede gewelf
zaal traden, vonden zij daar twee mannen be
zig met hamers en breekijzers een muur door
te slaan, welke een toegang naar de soustex*-
reinen der bouwvallen afsloot. Op bet zien
der genadrmen wierpen de mannen moker
en breekbeitel weg en gaven zich over. Te
genstand ware nutteloos geweest. Nu werden
de lokaliteiten doorzocht, en men vond de
toestellen van den „Muntmeester" tot het
maken van valsch geld, alsmede een heel
magazijn van voorwerpen, afkomstig van ver
schillende diefstallen. De wachtmeester zond
een gendarm naar bet naburige telegraaf
station, om van daar uit den officier van
justitie verslag te doen. De kroeg in 't bosch
werd tot nadere order onder bewaking ge
steld.
Inmiddels was op de houtvesterij de dokter
ontboden, om de daar aanwezige gekwetsten
te onderzoeken. De boschwachter en de Munt
meester waren zwaar gewond; van eerstge
noemde was het sleutelbeen gespleten, laatst
genoemde bad een steek in de zijde, en de
dokter geloofde niet, dat hij er van bovenop
zou komen.
De wonde van Egon bleek minder ernstig
te zijn. Zij bestond uit een snede dn 't vleesch,
die langs den arm liep en tamelijk diep jjing.
Onmiddellijk gevaar zag de dokter hier niet;
nochtans bad Egon veel bloed verloren eu
was hij dieiitgevolge vrij zwak.
Nog dienzelfden morgen werden de gevan
genen getransporteerd; den volgenden dag
werden ook de gewonden gehaald, en zoo
ging, afgezien van Egon, op de houtvesterij
alles weer zijn ouden gang.
Er verliepen eenige dagen. De genezing
van de wonde nam een gunstig verloop, en de
j houtvester kon zonder bezorgdheid zijn zoon
al te zeer op te winden, met hem over Irnm
spreken. Hij deed dat dan ook, alhoewel hij
terstond bij het begin moest opmerken, dat
Egon van kleur veranderde, toen de houtves-
ter Irma's naam uitsprak.
I „Je hebt je in dien nacht gedragen als een
i man," zeide Willifred, „en daarom wil ik ook
al6 een man met je spreken."
I Egon kon slechts knikken, zonder te spre
ken; de keel was hem als toegesnoerd.
„Je zult wel begrijpen," vervolgde do hout-
vest er, „dat je niet eerder Irma kunt trou-
wen, dan wanneer je haar kunt brengen aau
een zelf gevestigde haardstede. Niet waarl
Egon knikte. „Ik zie in, dat het niet anders;
kan zijn," zeide bij.
„Goed", ging zijn vader voort, „komen wij
nu op Irma. Persoonlijk is mij het meisje,,
zooals je weet, bijzonder lief en dierbaar, en!
als je mij een andere zoudt brengen, met de-
j zelfde eigenschappen als zij, dan zou ik metj
genoegen mijn zegen daartoe geven. Maar-
wij weten niet, wie Irma is." i
i (Wordt vervolg/Li