der Openbare Godsdiensoefeningen in de R, K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen
Liturgische Wegwijzer.
Tasschen Keulen en Parijs.
4
KERKBEBIUHTEN.
Evanaeüeverkfafinf;.
FEUILLETON.
DE
HE UK LIJ ST
Dit Dommer behoort bij de „Nieuwe HaarL Courant" van Zaterdrfg 21 Februari 1914.
De nadruk va& de berichten en mededeelingen in dit blad is verboden.
KNIP DIT UIT
en leg het in uw liturgisch kerkboek.
D Mis- en Vesperboek van Desclée.
B Het Roonische Misboek van Baarda (uit
gave L913).
Fr. Desclée in Franciscanerkerken.
Zondag 22 Februari. Quinquagesima, D. 414,
B. 166; 2e en 3e Gebed van de HEI. Petrus
en Paulus, D. 1078, B. 487; Praeï. van de
H. Driev., D. 99, B. 60 (Fr. 2e Gebed D.
103, 3e Gebed naar keuze, D. 106—112).
VESPERS van den Zondag: D. 418 en
123. Fr. Vespers van de H. Margarita,
[64] en 252.
Maandag 23 Februari. H. Margarita van Cor-
tona, D. 39* en 256, B. 103; 2e Gebed van
de Vigilie des H. Matthias, D. .159, B. 517
en 481; 3e Gebed A cunctis, D. 103, B. 63.
Laatste Evang. D. 160, B. 482. Indien
paars: Mis van de Vigilie, D. 159, B. 517
en 481. Geen Gloria noch Credo; 2e Geb.
van de H. Marg., 8e Gebed A cunctis, zie
boven. Fr. H. Margarita van Cortona,
D. [66], 2e Gebed van den H. Petrus, 1078,
3e Gebed van den H. Paulus, 1079, 4e van
de Vigilie, 159, Credo, laatste Evang. 160.
Dinsdag 24 Februari. H. Mathias ,D. 1152,
B. 517. Credo. Preafatie der Apostelen,
D. 100, B. 61.
Woensdag 25 Februari. ASCHDAG. Ascb-
wijding, D. 418, B. 168. H. Mis: I). 421,
B. 170; 2e Gebed v. d. H. Petrus Dam.,
D. 1134 en 222, B. 517 en 86 (Fr. 2e Gebed
v d. Zalige Sebast. [69]); 3e Geb. A cunc
tis, D. 103, B. 63. Praefatie van de Vas
ten, D. 96, B. 57.
Donderdag 2G Februari. Van den dag. D. 425.
B. 172; 2e en 3e Gebed, D. 103—104, B. 63
en 64. Praef .v. d. Vasten. Fr. H. Ig
natius (1 Febr.), D. 1105 en 171; 2e Gebed
van den dag, D. 426. Laatste Ev. 427. In
dien paars: Mis van den dag, D. 425; 2e
Gebed van den H. Ignatius, 171, Praef.
van de Vasten.
Vrijdag 27 Februari. Feest van de Doornen
kroon O. H. J. Chr., D. 978, B. 523; 2e
Gebed van den dag, D. 428, B. 174; laatste
Evangelie, D. 430, B. 176. Indien paars:
Mis, D. 428. B. 174; 2e Gebed D. 978, B. 523.
Fr. 2e Gebed van den Z. Joannes [69],
3e Gebed van den dag, 428, 4e v. d. H.
Eust. [70]. Indien paars: Mis 428, ?e Geb.
978, 3e [69], 4e [70].
Zaterdag 28 Februari. Van den dag, D. 432,
B. 177; 2e en 3e Gebed D. 103—104, B. 62
en 64; 4e Gebed voor den Paus, D. 102, B.
62. Fr. Z. Thomas a Cora, D. [70] en
226, 2e Gebed van den dag, D. 432; 3e voor
rlen Paus, 102. Praefatie van de Vasten,
96. Indien paars: Mis van den dag, D.
432, 2e Gebed van den Z. Thomas [70] en
226; 3e voor den Paus, 102.
N.B. In iedere Mis bidde men de „Gewone
Orde der H. Mis"; uitgave Desclée, blz. 71 tot
H; uitgave Baarda (1913), blz. 35 tot 55.
In de Paterskerken (Groenmarkt, Kleverpark
ïn Velseroord) kan men uitsluitend het MÏ6-
en Vesperboek van Desclée gebruiken.
Het in het Mis- en Vesperboek van Des
clée verwijst naar het Aanhangsel voor de
Nederl. Bisdommen; de naar dat voor de
Orde der Franciscanen.
ZONDAG GENOEMD QINQUAGESTMA
Les uit den eersten brief van den H. Apostel
Paulus aan de Korintbiërs; XIII, 1—13,
Broeders! Al spreek ik de talen der men
leken en der engelen, zoo ik geene liefde heb,
ben ik geworden als een geluidgevend metaal
>f een klinkende schel. En al heb ik de profo
lie-gave, en al ken ik alle geheimen en bezit
ik alle wetenschap, en al heb ik alle geloof,
roodat ik bergen kan verzetten: zoo ik echter
geene liefde lieb, ben ik niets. En al deel ik al
mijne bezittingen uit tot spijs voor de armer.,
sn al lever ik mijn lichaam over om verbrand
le worden, zoo ik geene liefde heb, baat hot
Blij niets. De liefde is lijdzaam, zij is goeder
tieren; de liefde benijdt niet, zij handelt niet
onbescheiden, zij is niet opgeblazen, zij is niet
eerzuchtig, zij zoekt het hare niet, zij wordt
niet toornig, zij denkt geen kwaad, zij ver
heugt zich niet over de ongerechtigheid maar
verblijdt zich met de waarheid; alles verdraagt
zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles ver
duurt zij. De liefde vergaat nimmer. Hetzij
profetie-gaven, zij zullen een einde nemen;
hetzij kennis, zij zal te niet gedaan worden.
Want wij kennen ten deele en wij profeteeren
ten deele, wanneer nu zal gekomen zijn wat
volmaakt is, dan zal te niet gaan wat
ten deel is. Toen ik een kind was, sprak
ik als een kind, had ik meeningen als een
kind, dacht ik als een kind; toen ik echter
man werd, heb ik afgelegd wat des kinds was.
Nu zien wij door eenon spiegel in een raadsel,
maar dan van aangezicht tot aangezicht. Nu
ken ik ten deele; maar dan zal ik kennen
gelijk ook ik gekend ben. Nu echter blijven
geloof, hoop, liefde, deze drie; doch de groot
ste daarvan is de liefde.
Evangelie volgens deii H, Lucas; XVIII,
3143.
In dien tijd nam Jesus de twaalf tot Zich
en zeide bun: Ziet, wij gaan op naar Jeruza
lem, en alles zal vervuld worden, wat door
de profeten over de Zoon des menseben ge
schreven is. Want Hij zal overgeleverd worden
aan de heidenen, en Hij zal bespot en gegee-
seld en bespuwd worden; en na Hem gegee-
seld te hebben, zullen zij Hem doodeu; en
op den derden dag zal Hij verrijzen. Doch
zij verstonden niets biervan, en dit woord
was voor hen verborgen, en zij begrepen niet
wat er gezegd werd.
Het geschiedde nu, toen TT ij Jericho nader
de, dat zekere blinde aan den weg zat te be
delen. En toen deze een schare hoorde voor
bijgaan, vroeg bij wat dit; was. Mou zeide
hem dan d/it Jesus, de Nazarener, voorbij
ging. En IJij riep, zeggende: Jesus, Zoon van
David, ontferm U mijner! En zij die vooiuit-
gingen, berispten hem, dat hij zwijgen zou.
Hij echter riep veel meer: Zoon van David,
ontferm IT mijner! Jesus nu stilstaande, ge
bood hem tot iZch te brengen. Eu toen liij
genaderd was, vroeg Hij hem, zeggende: Wat
wilt gij, dat Ik u doen zalf Hij nu zeide:
Heer, dat ik zien moge! En Jesus zeide 'hem:
Word ziende! uw geloof heeft u gezond ge
zond gemaakt. En ©ogenblikkelijk zag hij en,
Gd verheerlijkend, volgde hij Hem. Eu bet
volk, dit ziende, gaf lof aan God.
OP ZONDAG QUINQUAGESIMA.
Toen het laatste Paaschfeest, dat Jesus op
aarde zou medevieren, naderde, ging Jesus
naet Zijne leerlingen op naar Jerusalem. Hij
wist het lijden dat Hem daar te wachten
stond, en ook tot Zijne leerlingen bad Hij er
meermalen over gesproken. Maar nu wilde
Hij ben nogmaals an duidelijke woorden er
op wijzen, opdat zij zouden begrijpen, dat Hij
vrijwillig leed, en zij als het gebeurde niet
in Hem zouden geërgerd worden. „Zie, wij
gaan op naar Jerusalem, en alles zal vof-
I bracht worden wat door de profeten aan-
I gaande den Zoon des menschen geschreven is.
Want Hij zal overgeleverd worden aan de hei
denen, en Hij zal bespot en gegeeseld en be
spuwd wordeu, en na Hem gegeeseld te heb
ben, zullen zij Hem doodeu." Maar ook Zijne
daarop volgende heerlijkheid had Hij bun
vooruit aangekondigd, opdat zij in hun geloof
aan Hem niet zouden wankelen. „En ten
derden dage zal Hii verrijzen". Maar nog
steeds waren de Apostelen behebt met do
vooroordeelen voor het Jooodseho volk, nog
steeds meenden zij dat Jesus in aardscho
macht en grootheid zou optreden. Daarom
zegt ons de H. Lucas: „en zij verstonden niets
hiervan, en dit woord was voor hen ver
borgen, en zii begrepen niet wat gezegd
-werd."
terwijl Jesus wist dat zij iu hunne aardsch-
gezindlieid die woordeu niet begrepen, deed
Hii een wonder, zooals de H. Gregorius zegt:
„opdat zij die de taal van een hemelsch ge
heim niet verstonden, door hemelsche daden
in bun geloof zouden bevestigd worden."
De blinde, wiens genezing ons in het Evan
gelie van dezen Zondag verhaald wordt, Is
volgens vele Kerkvaders een beeld van de
geestelijke blindheid des meuschdoms, die
slechts door Jesus kan genezen worden.
Droevig is de toestand van een blinde.
Voor hem schijnt de zon niet, bloeit geen
boom of bloem; de natuur met haar verruk
kend schoon, de rijke verscheidenheid van
Gods schepselen kan hem geen oogenblik van
vreugde schenken. Treurig beeld van dege
ne die geestelijk blind is, die noch zich zei
ven noch zijn Schepper kont, die bland Is
naar de ziel. De wet Gods, die een licht Is
voor de ziel, kent hij niet en onderhoudt bij
niet, omdat zijne ziel blind er voor is. Een
blinde kan ook niet werken, -niet verdienen,
1 en die blind is naar de ziel zal met al zijn
werken, dat bij misschien doet, niets verdie-
jren voor de eeuwigheid omdat bij niet werkt
in den naam des Heeren en ter eere Gods.
Evenwel, hoe noodlottig het geestelijk
biind-zijn moge wezen, onherstelbaar mag
die kwaal niet genoemd worden. Een onfeil
baar middel ter genezing staat aan dien on
gelukkige ten dienste. Hij behoeft slechts het
voorbeeld van den blinde van Jericho na te
volgen, en de hulp van Jesus in te roepen,
en Christus zal hem genezen.
Die blinde van bet Evangelie had zeker
veel van den grooten Wonderdoener gehoord.
Toen bij dus vernam, dat Jesns naderde, was
zijn besluit aanstonds gemaakt De goede en'
almachtige Jesus zoude, zoo dacht Hij, ook
hem genezen als hij die gunst van Hem af
smeekte. Zulk eeu goede gelegenheid wilde
hij niet laten voorbijgaan, en al aanstonds
begon hij te roepen: „Jesns, Zoun van David,
ontferm U mijner!" Hij nam zijne toevlucht
tot het gebed, en tot een herhaald gebed,
want „die voorafgingen, berispten hem, op
dat bij zwijgen zon, maar hij riep nog veel
meer: „Zoon van David, ontferm TJ mijner!"
Dat, was een openbare belijdenis van zijn ge
loof in Jesus' waardigheid als Messias, als
Zoon Gods. Ook gehoorzaam en 'vertrouwvol
was zijn geloof, want zoodra Jesus bevolen
had, dat men den blinde bij Hem zoude
brengen, naderde deze, en gevraagd zijnde
wat hij wilde dat Jesns hem doen zoude, gaf
hii met blijde boop in zjjQ hart ten antwoord:
„Heer, dat ik zien moge."
Al wie au geestelijken zin blind is en ge
nezen wens ebt te worden, volge dien blinde
na. Hij moet ook Jesus opzoeken, en met den
blinde van Jericho vol vertrouwen tot Hem
smeek en: Heer, genees mij. Wel zulleu som
migen een woord van berisping, van verach
ting en spot docu hooren, doch hii roepo dan
te meer om genade en hulp. En als hii hliift
volharden, dan zal ook hij, evenals de blinde
van Jericho, de troostvolle woorden hooren:
„wees ziende, uw geloof heeft u gezond ge
maakt."
Toen de blinde ziende was geworden, „volg
de bij Jesus, God verheerlijkend". Ook dat
mag de geestelijke blinde, die genezen is, niet
verzuimen, want de weldaad aan hem be
wezen is veel grooter dan die aan den blinde
van hot, Evangelie, daar de kwalen der ziel
veel rampzaliger zijn dan die van liet li
chaam.
i Verlevendigen wij dus ons geloof in de
l Godheid van Jesns, vooral in de dagen als
ook wij de vernederingen van Zijn lijden gaan
overwegen, smeeken wij Hem dat Hij die
geestelijke blindheid toch van ons wegneme,
die ons het lijden als iets kwaads doet ont
vluchten, opdat wij in de dagen van boete en
versterving die gaan aanbreken, gaarne die
ontberingen dragen, die ons door de Heilige
Kerk worden opgelegd.
DE OERVORM DER SCHAATS.
De bewoners der laagvlakten van Hongarije
hebben de gewoonte, uit gebrek aan steenen
met beenderen te verzwaren. De beenderen
zijn gewoonlijk afkomstig van het paard. De
Hongaarsche jeugd benut de beenderen intus-
sclien voor een geheel ander doeleinde. Ze slij-
1 pen een platte kant van liet been glad, binden
hot tegen do zool van hun laars en zijn nu in
'het gelukkig bezit van een schaats, waarmee
ze minstens zoo fraai en snel mee kunnen voor
uitkomen als op ons beste merk Friesche of
Ylster.
In paalwoningen uit den bloeitijd van het
bronzen tijdperk zijn reeds meermalen paarden-
beenderen gevonden, aan een kant spiegelglad
geslepen, en vaak wel tot op het merg, opgesle-
ten, waarvan men onmogelijk de herkomst be
greep. Thans heeft men de Hongaarsche
schaats ermee vergeleken en is men tot het
resultaat gekomen, dat onze bronzen voor
ouders reeds flinke schaatsenrijders geweest
moet zijn. Opmerkelijk is nog, dat de oudste
paardeii-geheente-schaats geen gaatjes heeft,
v, aardoor het band liep, dat de schaats vast-
bend. Hoe dezo dan bevestigd waren, is onbe
grijpelijk. De jongere vorm, hoewel eveneens
uit bet bronzen tijdperk, hebben wel zulke ge
boorde openingen.
Dezelfde paardengebeentcn zijn de oervorm
van de meest moderne bob-slee. Twee lange
beenderen werden aan de eene zijde glad ge
slepen, en aan de bovenzijde zoo uitgehakt, dat
er een plaukje tusschen past. Thans is bet nog
een kunststukje bij diezelfde Hongaarsche
jeugd, staande op zoo'n slee een hoogte af to
glijden, zonder het evenwicht te verliezen.
Het is wel eigenaardig, dat bier Hongarije
ons omtrent de primitieve schaats kan inlich-
t,en terwijl in def Noorscbe landen de kunst
I van het schaatsenrijden zich in veel grooter
populariteit verheugt en altijd verheugd heeft.
In oude Zweedsclie liederen behoort het schaat
senrijden onder de vele ridderlijke deugden en
de helden beroemen zich naast schermen, lans-
werpen, paardrijden, worstelen en roeien
bovenal op hun vaardigheid op de schaats.
I In het midden der 12de eeuw vermaakten
1 d'e Londensche kinderen zicli met schaatsenrij
den op een meer in de nabijheid der stad. Toen
nog gleed men niet op ijzertjes, doch op ge
slepen beenderen.
VISSOLEN EN KLEURENBLINDHEID.
In' zoölogische kringen interesseert men zich
druk voor de zintuigen der visschen. Men
vraagt zicli af, of visschen inderdaad stom
zijn, of ze wel ruiken kunnen, of een scherp
gezichtsvermogen bezitten en zoo ja, of zij dan
ook kleuren onderscheiden. In de „Kosmos"
lezen we hieromtrent eenige interessante bij
zonderheden.
Professor O. Hess te Münchon heeft de over
tuiging uitgesproken, dat vi^chen absoluut
kleurenblind zijn. Deze meening wordt van ver
schillende kanten bestreden, waarbij men er
zich op beroept, dat visschen ovenals de lcaitie-
leon kleur van hun omgeving aannemen. Dr.
K. v. Frisch heeft een reeks proeven genomen,
waaruit onomstootelijk bewezen is, dat vis- j
schon niet-alleen naar graad van lichtheid,
doch ook naar kleur reagccron op hun omge
ving. Van gelen, achtergrond op grijs ge
bracht, veranderden zij niet lang daarna in
grijs, hetgeen weer verdween, zoodra de dieren
op rood papier werden gebracht.
Dezo kleurwisseling het gevolg van een ver-
andring van vorm der zwarte pigmentcellen
cn gekleurde chromatophoren in de huid. De
oorzaak der kleurenwisseling, die opgewekt
werdt in de hersenen, en wel in het voorste
einde van het verlengde ruggemerg, dat proef-i
ondervindelijk als centrum van deze functie
is vastgesteld, kan zeer verschillend zijn. De
mooiste voorbeelden van kleurwisseling tengo-
voTge van een psychische aandoening leveren j
de macropodon of paradijs-vissclien.
De bronstijd heeft ook een sterken invloed
op het kleuren gewaad der visschen, vooral bij
de mannetjes. Als bruigom is elke visch op zijn
mooist. Zelfs het onaanzienlijk stekelbaarsje
wordt verleidelijk mooi in zijn trouwpakje.
Waartoe zou het mooie pakje dienen, wan
neer do visch kleurenblind was, en het bruidje
de schoonheid van haar minnaar niet kon aan
schouwen
Er is nog een reden om niet aan de kleuren
blindheid van visschen te gelooven. Visschen,
op een of andere wijze blind geworden, nemen
niet de kleur aan van hun omgeving.
Hiermee schijnen de beweringen van Prof.
Hess volkomen overlegd.
ZUIDPOOL-PROBLEMEN.
Voor do Koninklijk Geografische Vereenl-
ging te Londen hield dezer dagen Prof.
Edgworth David een zeer interessante voor
dracht over Zuilpool-vraagstukken. Prof.
David, dezelfde, die aan de laatste Shackleton-
expeditie deelnam en toen den Mount-Crebu»
besteeg, zei, dat de menschen nog lang tot het
volle bewustzijn waren gekomen van hoe
groot belang de ontdekking die kolenvelden aan
den Zuidpool wel is. Reeds de kleine streep,
vanaf den top van den Beardmore-gletscher
bevat wellicht meer kolen dan alle kolenvel
den van Groot-Britnnie to zaïnen. Zoo goed als
zeker is het ook, dat een goudveld zal wor
den ontdekt, welks exploitatie reeds zou ren-
deerèn in de vier of vijf weken dood voor Kerst
feest.
DE THALASSIOSCOÖP.
Volgens do „Umsehau" heeft professor Aure-
lio de Gasparis, privaat-docent aan de Uni
versiteit te Napels, een optisch instrument ge
vonden, waarmee men tot op groote zeediepten
kan zien en daar de fauna en flora dus nauw
keuriger kan waarnemen, dan tot nog toe het
geval was. Het apparaat, de thalassioscoop, be
staat uit een van een stuk objectief voorziene
tube, die aan een drijftoestel is verbonden. Het
gcheele toestel duikt ongeveer 0,5 M. onder
en levert vergroote, zeer scherpe beelden, daar
de iuclxtabsorptie tot een minimum geredu
ceerd is. Volgens deskundigen moet het toestel
uitstekend voldoen en het diepzee-onderzoek zal
er veel voordeel van hebben.
Auteursrecht voorbehouden.
Kathedrale kerk St. Bavo.
ZONDAG, Quinquagesima. De H.H. Missen
te half 7, 8 en 9 uur en te half 11 dia
Hoogmis; 1 uur Catechismus; half 7 Lof met
Preek; vóór heb Lof het Rozenhoedje.
MAANDAG, 7 uur Lof met Rozenhoedje
voor de gel. Zielen.
WOENSDAG, Asc-hwoensdag en begin vao
de 40-daagsche Vasten. De eerst»- H. Mis
is om 7 uur; 4de Woensdag vóór het feest
van den H. Jozef.
VRIJDAG, 7 uur oefening van den H.
Kruisweg en vereering van "de Relikwie van
het H. Kruis.
ZATERDAG, 7 uur Rozenhoedje in de Mar-
riakapel.
Parochiekerk van den H. Joaeph.
ZONDAG, de H.H. Missen te 7 uur en half
negen; te half 11 do Hoogmis, 1 uqr leering
half 5 Congregatie; te 7 uur Lof met Pre
dikatie.
DINED AG, van 67 uur biechtgelegenheid f
te 7 uur Congregatie.
WOENSDAG, Aschdag begin der groote
Vasten, vóór de H. Mis van kwart voor 8
uur wijding der H. Asch. Tevens 6de de?~
negen Woensdagen, welke het feest van St.
Jo:eph voorafgaan. Te k.vart voor 8 uur go-
zongen H. Mis en des avonds tc half S Lof,
DONDERDAG, te half 8 Lof ter eere vah
het Allerh. Sacrament.
VRIJDAG, van 6half 8 gelegenheid on»
te biechten, uitsluitend voor kinderen.
ZATERDAG, half 9 H. Mis voor de be-
keering d.er zondaren iu dc kapel van het
Mirac. Mariabeeld. Na den middag van 5—-
10 uur gelegenheid om te biechten en te
half 8 Lof met Rozenhoedje.
Broederschap ter eere van de H.H. Marte
laars van Gorcmn.
Eiken Zondag te half 3 gelegenheid tol
inschrijving van nieuwe leden.
ARM VOLK!
Hij stapte in diep gepeins het icdaclie-
bureau binnen en zette zich lusteloos voor
z'n lessenaar. Daar greep hij naar papier en
inkt en zuchtte knabbelend op z[n penne-
houder:
Wat zal ik vandaag weer verzinnen!....
Maar de ideeën wilden niet komen en
De opgespleten Saterspoot
Gedompeld in een moddelsoot
Van edik, roet en gal.
M.a.w. de ingedoopte pen bleef* werkeloos
Mvcven boven het smetteloos blank papier.
- Dat wordt 'n heele toer om geregeld
;*®t nieuws te vindenEn een clericaal
Jmnndaaltje moet er zijn, minstens drie keer
du week en als het kan eiken dag.
suspect verhaaltje met 'n luchtje er
daar zijn de lezers gek opDat sme-
Z°nc£ als Bruyère-kaas op hun boterham....
geld j1'dat pikante nieuwtje is de krant z'n
"wezen ieI waardKomaan, wat zal het
Doek v
bergsneo. Papier bleef maagdelijk wit als
Wat^-
iereens'af bondenbaantje! lederen dag je
(daalkrónle]- .Pijnigen voor een nieuwe sclian-
jwaarschünl(i].^e^eDS waT anders, maar altijd
'nEerbierlwfL
fcegd, dat KeS? kromck' dat ™°|t ge-
Mond". Daar J f Vai\ "3>0 Vo,ks"
ki«n ju z?u 3 e de pet voor at ne
pen.... Maar doe het niett dan doet
ander hetEn je moet. toch leven ton
slotte, je hebt kinderen thuis
Hij grinnikte van ingehouden pret.
Wat stupide onzinZe moesten eens
welenKerkelijk redacteur! Fabrikant
van Kerknieuws, déposé, bréveté et garanti....
Ik, die in geen dertig jaar een kerk van bin
nen gezien, een preek geboord of 'n pastoor
gesproken hebZe moesten eens weten....
Maar laat ik nu opschieten....
De journalist greep nogmaals naar zijn
pon met de band langs bet coorlioofd.
Een zeden-schandaal?Een pastoor
die vermist wordt.... Een monnik dier er
van door gaatMaar dat is al zoo afgc-
znagd, zoo hopeloos beduimeldWacht
eens, ik ben erTer afwisseling voor do
abonnees zal bet vandaag een finantiecl
schandaaltje zijnDaar gaa,t-ie!
De pen kraste nu over hef papier.
Waar zullen we bet stuk laten spelen
In Italië" maarDat 'svèr van huis, daar
gaan ze toch niet kijken....
Het stond er:
„Van onzen particulieren correspondent te
Rome".
Die is er wel niet, maar dat doet er niet
toeIk heb overal correspondenten, die
me trouw op de beurt wat schrijvenNooit
allemaal tegelijk, maar altijd één \-oor cén!
O, wat stommelingen, die alles maar slik
ken!.... En wat meldt ons die correspondent:
„Het gerucht gaat dat in een Bisdom van
Italië...."
Zie je.... 'n Bisdom..,, en daar er wel
40 in Italië zijn, krijgt niemand het ia z'n
hex-sens eens informatie te nemen....
De pen kraste onbarmhartig voort.
Zich een sterk staatje van waubebeer
heeft afgespeeld, wel geschikt, helaas, om de
gemoederen der geloovigen te schokken.,..}
Verduiveld fiiu gevonden, die toon van
godzalig medelijden of men er zelf beduusd
van wasDat paktdat gaat er in als
de gesmeerde hl....
....De Bisschop had een zijner eerbied
waardigste priesters tot ontvanger benoemd
en hem het opzicht Toevertrouwd over de
rijkvloeiende collecten in dit bijgcloovig
land
Perfect.... maar dat „ontvanger" klinkt
minder goed! Zoo niet iu kerkelijkeu stijl,
't Doet zoo gewoontjes aan 0f 't van de civiele
administratie was. Wacht, daar heb ik het....
'tMoet „rentmeester", of beter nog „schat
bewaarder" zijn
....Die schatbewaarder nu is plotseling
verdwenen en met hem dc kas met 150,000
gulden
Zou dat genoeg zijn, 150,000 gldi Zet ik j
nog meer, dan loopt liet dp spuigaten uit.
O, maar, wat doe ik dom! Ik zet daar gul-|
de ns neer en 'tspeelt in Italië. Dat moeten
lires zijn.
Weer vliegt de pen over bet papier.
De politie beeft dc zaak in banden.
Maar bet onderzoek wordt sterk bemoei
lijkt door de Kerkelijke overheid, die, om
nog ergerlijker onthullingen te voorkomen, j
deze zaak tot eiken prqs in den doofpot
wilHet wordt tijd dat de oogon eens
open gaan en het volk zich leert schrap zet-1
ton tegen de scbaamtelooze vexatie van
priesters en kloosterlingen, die op het of
ferblok teeren en mooi weer spelen voor de
spaarpenningen der proletariërs
Zoo is 't pikant genoeg! Ik voor mij zon
m'n dineetje van straks niet ruilen willen
met de gestampte pot van half-verboerde
dorpspastoorsMaar des te erger voor
henEn als ze crepeeren, komen zo im
mers toch in den hemel!
De redacteur las de copie nog eens over.
Z'n voldane glimlach wees uit. dat bü tevre
den was. Welgemoed drukte hij op het schel
letje. Een jong maatje uit de drukkerij ver
scheen.
Méneer?
Geef die copie aan den chef, wil je. Het
kan nog juist in 't ochtendblad!
Best, meneer!
Do redacteur wreef z'n witte banden en
lachte witjes.
Morgen vroeg slikken 40,000 lezers mijn
margarine als echte natuurboter. Wel beko
me 't je!
's Morgens aan het familie-ontbijt.
Vader kijkt vóór hij naar den wankel gaat,
zijn lijfblad in. Leest al happend iu den bo-
terham zijn vrouw liet een en ander voor.
Het Kerknieuws, met vette lettere aange
dikt, trekt zijn aandacht.
Die pastoorsAlweer 'n schandaal!
lederen dag wat versch! Het eene zaakje al
smeriger dan het andere! En nu wou je nog
wel dat ik biechten ging
Maar, mannetje, is dat nu alles wel j
waar? Je hoeft toch al wat ze je voorkau
wen, niet te gelooven
't Staat er toch! Als 't niet gebeurd was
zouden ze 't dan durven drukken
Maar er staat nooit een naam, 'n plaats
of datum bij. Ik voor mij geloof er niets van
Daar ken ik onze priesters te goed voor.
Och wat, jullie vrouwen weet alles be
ter! 't Staat in de krant en dat geloof ik!
Hier heb je weer wat moois. De schatbe
waarder van een Bisdom in Italië is er van
door met 150,000 lire
Met hoeveel zeg je?
Met .150,000 lire!
Kom toch, 'tas te mooi om waar te zijn
Als een collecte eens zóóveel opbracht
Ja. van den preekstoel vertellen ze dat
niet! Maar de krant hier waarschuwt je riet
te laten plukken.... je, binnen!
Een priester verschijnt op den dorpel.
Het. gelaat van den werkman neemt aan
stonds een norsche uitdrukking aan en een
ingehouden vloek klinkt ais welkom op z'n
lippen, terwijl de vrouw verlegen stamelt:
Meneer pastoor!
De oude priester groet en zegt met vrien-
dei ij ken lach z'n boodschap:
M'n goeie menschen, ak kom hier mijn
jaarlijksclie ronde doen.... Eens hooren of
je netjes je Resell en hebt gehouden! En of
je oude pastoor kan tevreden zijn
Hij sprak nog, toen de man met 'n gemeens
verwensching tnsschenbeide kwam:
En ik verzoek je, meneer, m'n deuf
voorhij te gaan. U weet toch dat we er niet
meer aan doen! We laten ons niet exploiter
ren door de priesters. Hier valt voor uw
soort niets te halen. Laat ons met rust!
Zwijg toch stil, riep z'n vrouw verlegen
en confuus, meneer pastoor vraagt im
mers niets
Maar de oude priester ging al henen. En
van'de trap afdalend, zonder een klacht op
de lippen, maar met het rood van schaamte
op den wang, viel het hem eensklaps in ho»
hij op den werkmanstafel een krant had zien
liggen, een imfaam en lasterlijk scheidblad.
Nu begrijp ik, trachtte hij zich te
troosten, de bittere stemming van dien
mensch. God vergeve het hem. Als ons volk
doorgaat zich met zulk voedsel te laten ver
giftigen, zal het missieleven onder kanniba
len te prefereeren zijn boven het parochie
werk in een groote stad.... \i
MAX.