der Openbare Godsdiensoefeningen in de R, K. Kerken te Haarlem en omliggende plaatsen Liturgische Wegwijzer. Tasschen Keulen en Parijs. 4 KERKBEBIUHTEN. Evanaeüeverkfafinf;. FEUILLETON. DE HE UK LIJ ST Dit Dommer behoort bij de „Nieuwe HaarL Courant" van Zaterdrfg 21 Februari 1914. De nadruk va& de berichten en mededeelingen in dit blad is verboden. KNIP DIT UIT en leg het in uw liturgisch kerkboek. D Mis- en Vesperboek van Desclée. B Het Roonische Misboek van Baarda (uit gave L913). Fr. Desclée in Franciscanerkerken. Zondag 22 Februari. Quinquagesima, D. 414, B. 166; 2e en 3e Gebed van de HEI. Petrus en Paulus, D. 1078, B. 487; Praeï. van de H. Driev., D. 99, B. 60 (Fr. 2e Gebed D. 103, 3e Gebed naar keuze, D. 106—112). VESPERS van den Zondag: D. 418 en 123. Fr. Vespers van de H. Margarita, [64] en 252. Maandag 23 Februari. H. Margarita van Cor- tona, D. 39* en 256, B. 103; 2e Gebed van de Vigilie des H. Matthias, D. .159, B. 517 en 481; 3e Gebed A cunctis, D. 103, B. 63. Laatste Evang. D. 160, B. 482. Indien paars: Mis van de Vigilie, D. 159, B. 517 en 481. Geen Gloria noch Credo; 2e Geb. van de H. Marg., 8e Gebed A cunctis, zie boven. Fr. H. Margarita van Cortona, D. [66], 2e Gebed van den H. Petrus, 1078, 3e Gebed van den H. Paulus, 1079, 4e van de Vigilie, 159, Credo, laatste Evang. 160. Dinsdag 24 Februari. H. Mathias ,D. 1152, B. 517. Credo. Preafatie der Apostelen, D. 100, B. 61. Woensdag 25 Februari. ASCHDAG. Ascb- wijding, D. 418, B. 168. H. Mis: I). 421, B. 170; 2e Gebed v. d. H. Petrus Dam., D. 1134 en 222, B. 517 en 86 (Fr. 2e Gebed v d. Zalige Sebast. [69]); 3e Geb. A cunc tis, D. 103, B. 63. Praefatie van de Vas ten, D. 96, B. 57. Donderdag 2G Februari. Van den dag. D. 425. B. 172; 2e en 3e Gebed, D. 103—104, B. 63 en 64. Praef .v. d. Vasten. Fr. H. Ig natius (1 Febr.), D. 1105 en 171; 2e Gebed van den dag, D. 426. Laatste Ev. 427. In dien paars: Mis van den dag, D. 425; 2e Gebed van den H. Ignatius, 171, Praef. van de Vasten. Vrijdag 27 Februari. Feest van de Doornen kroon O. H. J. Chr., D. 978, B. 523; 2e Gebed van den dag, D. 428, B. 174; laatste Evangelie, D. 430, B. 176. Indien paars: Mis, D. 428. B. 174; 2e Gebed D. 978, B. 523. Fr. 2e Gebed van den Z. Joannes [69], 3e Gebed van den dag, 428, 4e v. d. H. Eust. [70]. Indien paars: Mis 428, ?e Geb. 978, 3e [69], 4e [70]. Zaterdag 28 Februari. Van den dag, D. 432, B. 177; 2e en 3e Gebed D. 103—104, B. 62 en 64; 4e Gebed voor den Paus, D. 102, B. 62. Fr. Z. Thomas a Cora, D. [70] en 226, 2e Gebed van den dag, D. 432; 3e voor rlen Paus, 102. Praefatie van de Vasten, 96. Indien paars: Mis van den dag, D. 432, 2e Gebed van den Z. Thomas [70] en 226; 3e voor den Paus, 102. N.B. In iedere Mis bidde men de „Gewone Orde der H. Mis"; uitgave Desclée, blz. 71 tot H; uitgave Baarda (1913), blz. 35 tot 55. In de Paterskerken (Groenmarkt, Kleverpark ïn Velseroord) kan men uitsluitend het MÏ6- en Vesperboek van Desclée gebruiken. Het in het Mis- en Vesperboek van Des clée verwijst naar het Aanhangsel voor de Nederl. Bisdommen; de naar dat voor de Orde der Franciscanen. ZONDAG GENOEMD QINQUAGESTMA Les uit den eersten brief van den H. Apostel Paulus aan de Korintbiërs; XIII, 1—13, Broeders! Al spreek ik de talen der men leken en der engelen, zoo ik geene liefde heb, ben ik geworden als een geluidgevend metaal >f een klinkende schel. En al heb ik de profo lie-gave, en al ken ik alle geheimen en bezit ik alle wetenschap, en al heb ik alle geloof, roodat ik bergen kan verzetten: zoo ik echter geene liefde lieb, ben ik niets. En al deel ik al mijne bezittingen uit tot spijs voor de armer., sn al lever ik mijn lichaam over om verbrand le worden, zoo ik geene liefde heb, baat hot Blij niets. De liefde is lijdzaam, zij is goeder tieren; de liefde benijdt niet, zij handelt niet onbescheiden, zij is niet opgeblazen, zij is niet eerzuchtig, zij zoekt het hare niet, zij wordt niet toornig, zij denkt geen kwaad, zij ver heugt zich niet over de ongerechtigheid maar verblijdt zich met de waarheid; alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles ver duurt zij. De liefde vergaat nimmer. Hetzij profetie-gaven, zij zullen een einde nemen; hetzij kennis, zij zal te niet gedaan worden. Want wij kennen ten deele en wij profeteeren ten deele, wanneer nu zal gekomen zijn wat volmaakt is, dan zal te niet gaan wat ten deel is. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, had ik meeningen als een kind, dacht ik als een kind; toen ik echter man werd, heb ik afgelegd wat des kinds was. Nu zien wij door eenon spiegel in een raadsel, maar dan van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik ten deele; maar dan zal ik kennen gelijk ook ik gekend ben. Nu echter blijven geloof, hoop, liefde, deze drie; doch de groot ste daarvan is de liefde. Evangelie volgens deii H, Lucas; XVIII, 3143. In dien tijd nam Jesus de twaalf tot Zich en zeide bun: Ziet, wij gaan op naar Jeruza lem, en alles zal vervuld worden, wat door de profeten over de Zoon des menseben ge schreven is. Want Hij zal overgeleverd worden aan de heidenen, en Hij zal bespot en gegee- seld en bespuwd worden; en na Hem gegee- seld te hebben, zullen zij Hem doodeu; en op den derden dag zal Hij verrijzen. Doch zij verstonden niets biervan, en dit woord was voor hen verborgen, en zij begrepen niet wat er gezegd werd. Het geschiedde nu, toen TT ij Jericho nader de, dat zekere blinde aan den weg zat te be delen. En toen deze een schare hoorde voor bijgaan, vroeg bij wat dit; was. Mou zeide hem dan d/it Jesus, de Nazarener, voorbij ging. En IJij riep, zeggende: Jesus, Zoon van David, ontferm U mijner! En zij die vooiuit- gingen, berispten hem, dat hij zwijgen zou. Hij echter riep veel meer: Zoon van David, ontferm IT mijner! Jesus nu stilstaande, ge bood hem tot iZch te brengen. Eu toen liij genaderd was, vroeg Hij hem, zeggende: Wat wilt gij, dat Ik u doen zalf Hij nu zeide: Heer, dat ik zien moge! En Jesus zeide 'hem: Word ziende! uw geloof heeft u gezond ge zond gemaakt. En ©ogenblikkelijk zag hij en, Gd verheerlijkend, volgde hij Hem. Eu bet volk, dit ziende, gaf lof aan God. OP ZONDAG QUINQUAGESIMA. Toen het laatste Paaschfeest, dat Jesus op aarde zou medevieren, naderde, ging Jesus naet Zijne leerlingen op naar Jerusalem. Hij wist het lijden dat Hem daar te wachten stond, en ook tot Zijne leerlingen bad Hij er meermalen over gesproken. Maar nu wilde Hij ben nogmaals an duidelijke woorden er op wijzen, opdat zij zouden begrijpen, dat Hij vrijwillig leed, en zij als het gebeurde niet in Hem zouden geërgerd worden. „Zie, wij gaan op naar Jerusalem, en alles zal vof- I bracht worden wat door de profeten aan- I gaande den Zoon des menschen geschreven is. Want Hij zal overgeleverd worden aan de hei denen, en Hij zal bespot en gegeeseld en be spuwd wordeu, en na Hem gegeeseld te heb ben, zullen zij Hem doodeu." Maar ook Zijne daarop volgende heerlijkheid had Hij bun vooruit aangekondigd, opdat zij in hun geloof aan Hem niet zouden wankelen. „En ten derden dage zal Hii verrijzen". Maar nog steeds waren de Apostelen behebt met do vooroordeelen voor het Jooodseho volk, nog steeds meenden zij dat Jesus in aardscho macht en grootheid zou optreden. Daarom zegt ons de H. Lucas: „en zij verstonden niets hiervan, en dit woord was voor hen ver borgen, en zii begrepen niet wat gezegd -werd." terwijl Jesus wist dat zij iu hunne aardsch- gezindlieid die woordeu niet begrepen, deed Hii een wonder, zooals de H. Gregorius zegt: „opdat zij die de taal van een hemelsch ge heim niet verstonden, door hemelsche daden in bun geloof zouden bevestigd worden." De blinde, wiens genezing ons in het Evan gelie van dezen Zondag verhaald wordt, Is volgens vele Kerkvaders een beeld van de geestelijke blindheid des meuschdoms, die slechts door Jesus kan genezen worden. Droevig is de toestand van een blinde. Voor hem schijnt de zon niet, bloeit geen boom of bloem; de natuur met haar verruk kend schoon, de rijke verscheidenheid van Gods schepselen kan hem geen oogenblik van vreugde schenken. Treurig beeld van dege ne die geestelijk blind is, die noch zich zei ven noch zijn Schepper kont, die bland Is naar de ziel. De wet Gods, die een licht Is voor de ziel, kent hij niet en onderhoudt bij niet, omdat zijne ziel blind er voor is. Een blinde kan ook niet werken, -niet verdienen, 1 en die blind is naar de ziel zal met al zijn werken, dat bij misschien doet, niets verdie- jren voor de eeuwigheid omdat bij niet werkt in den naam des Heeren en ter eere Gods. Evenwel, hoe noodlottig het geestelijk biind-zijn moge wezen, onherstelbaar mag die kwaal niet genoemd worden. Een onfeil baar middel ter genezing staat aan dien on gelukkige ten dienste. Hij behoeft slechts het voorbeeld van den blinde van Jericho na te volgen, en de hulp van Jesus in te roepen, en Christus zal hem genezen. Die blinde van bet Evangelie had zeker veel van den grooten Wonderdoener gehoord. Toen bij dus vernam, dat Jesns naderde, was zijn besluit aanstonds gemaakt De goede en' almachtige Jesus zoude, zoo dacht Hij, ook hem genezen als hij die gunst van Hem af smeekte. Zulk eeu goede gelegenheid wilde hij niet laten voorbijgaan, en al aanstonds begon hij te roepen: „Jesns, Zoun van David, ontferm U mijner!" Hij nam zijne toevlucht tot het gebed, en tot een herhaald gebed, want „die voorafgingen, berispten hem, op dat bij zwijgen zon, maar hij riep nog veel meer: „Zoon van David, ontferm TJ mijner!" Dat, was een openbare belijdenis van zijn ge loof in Jesus' waardigheid als Messias, als Zoon Gods. Ook gehoorzaam en 'vertrouwvol was zijn geloof, want zoodra Jesus bevolen had, dat men den blinde bij Hem zoude brengen, naderde deze, en gevraagd zijnde wat hij wilde dat Jesns hem doen zoude, gaf hii met blijde boop in zjjQ hart ten antwoord: „Heer, dat ik zien moge." Al wie au geestelijken zin blind is en ge nezen wens ebt te worden, volge dien blinde na. Hij moet ook Jesus opzoeken, en met den blinde van Jericho vol vertrouwen tot Hem smeek en: Heer, genees mij. Wel zulleu som migen een woord van berisping, van verach ting en spot docu hooren, doch hii roepo dan te meer om genade en hulp. En als hii hliift volharden, dan zal ook hij, evenals de blinde van Jericho, de troostvolle woorden hooren: „wees ziende, uw geloof heeft u gezond ge maakt." Toen de blinde ziende was geworden, „volg de bij Jesus, God verheerlijkend". Ook dat mag de geestelijke blinde, die genezen is, niet verzuimen, want de weldaad aan hem be wezen is veel grooter dan die aan den blinde van hot, Evangelie, daar de kwalen der ziel veel rampzaliger zijn dan die van liet li chaam. i Verlevendigen wij dus ons geloof in de l Godheid van Jesns, vooral in de dagen als ook wij de vernederingen van Zijn lijden gaan overwegen, smeeken wij Hem dat Hij die geestelijke blindheid toch van ons wegneme, die ons het lijden als iets kwaads doet ont vluchten, opdat wij in de dagen van boete en versterving die gaan aanbreken, gaarne die ontberingen dragen, die ons door de Heilige Kerk worden opgelegd. DE OERVORM DER SCHAATS. De bewoners der laagvlakten van Hongarije hebben de gewoonte, uit gebrek aan steenen met beenderen te verzwaren. De beenderen zijn gewoonlijk afkomstig van het paard. De Hongaarsche jeugd benut de beenderen intus- sclien voor een geheel ander doeleinde. Ze slij- 1 pen een platte kant van liet been glad, binden hot tegen do zool van hun laars en zijn nu in 'het gelukkig bezit van een schaats, waarmee ze minstens zoo fraai en snel mee kunnen voor uitkomen als op ons beste merk Friesche of Ylster. In paalwoningen uit den bloeitijd van het bronzen tijdperk zijn reeds meermalen paarden- beenderen gevonden, aan een kant spiegelglad geslepen, en vaak wel tot op het merg, opgesle- ten, waarvan men onmogelijk de herkomst be greep. Thans heeft men de Hongaarsche schaats ermee vergeleken en is men tot het resultaat gekomen, dat onze bronzen voor ouders reeds flinke schaatsenrijders geweest moet zijn. Opmerkelijk is nog, dat de oudste paardeii-geheente-schaats geen gaatjes heeft, v, aardoor het band liep, dat de schaats vast- bend. Hoe dezo dan bevestigd waren, is onbe grijpelijk. De jongere vorm, hoewel eveneens uit bet bronzen tijdperk, hebben wel zulke ge boorde openingen. Dezelfde paardengebeentcn zijn de oervorm van de meest moderne bob-slee. Twee lange beenderen werden aan de eene zijde glad ge slepen, en aan de bovenzijde zoo uitgehakt, dat er een plaukje tusschen past. Thans is bet nog een kunststukje bij diezelfde Hongaarsche jeugd, staande op zoo'n slee een hoogte af to glijden, zonder het evenwicht te verliezen. Het is wel eigenaardig, dat bier Hongarije ons omtrent de primitieve schaats kan inlich- t,en terwijl in def Noorscbe landen de kunst I van het schaatsenrijden zich in veel grooter populariteit verheugt en altijd verheugd heeft. In oude Zweedsclie liederen behoort het schaat senrijden onder de vele ridderlijke deugden en de helden beroemen zich naast schermen, lans- werpen, paardrijden, worstelen en roeien bovenal op hun vaardigheid op de schaats. I In het midden der 12de eeuw vermaakten 1 d'e Londensche kinderen zicli met schaatsenrij den op een meer in de nabijheid der stad. Toen nog gleed men niet op ijzertjes, doch op ge slepen beenderen. VISSOLEN EN KLEURENBLINDHEID. In' zoölogische kringen interesseert men zich druk voor de zintuigen der visschen. Men vraagt zicli af, of visschen inderdaad stom zijn, of ze wel ruiken kunnen, of een scherp gezichtsvermogen bezitten en zoo ja, of zij dan ook kleuren onderscheiden. In de „Kosmos" lezen we hieromtrent eenige interessante bij zonderheden. Professor O. Hess te Münchon heeft de over tuiging uitgesproken, dat vi^chen absoluut kleurenblind zijn. Deze meening wordt van ver schillende kanten bestreden, waarbij men er zich op beroept, dat visschen ovenals de lcaitie- leon kleur van hun omgeving aannemen. Dr. K. v. Frisch heeft een reeks proeven genomen, waaruit onomstootelijk bewezen is, dat vis- j schon niet-alleen naar graad van lichtheid, doch ook naar kleur reagccron op hun omge ving. Van gelen, achtergrond op grijs ge bracht, veranderden zij niet lang daarna in grijs, hetgeen weer verdween, zoodra de dieren op rood papier werden gebracht. Dezo kleurwisseling het gevolg van een ver- andring van vorm der zwarte pigmentcellen cn gekleurde chromatophoren in de huid. De oorzaak der kleurenwisseling, die opgewekt werdt in de hersenen, en wel in het voorste einde van het verlengde ruggemerg, dat proef-i ondervindelijk als centrum van deze functie is vastgesteld, kan zeer verschillend zijn. De mooiste voorbeelden van kleurwisseling tengo- voTge van een psychische aandoening leveren j de macropodon of paradijs-vissclien. De bronstijd heeft ook een sterken invloed op het kleuren gewaad der visschen, vooral bij de mannetjes. Als bruigom is elke visch op zijn mooist. Zelfs het onaanzienlijk stekelbaarsje wordt verleidelijk mooi in zijn trouwpakje. Waartoe zou het mooie pakje dienen, wan neer do visch kleurenblind was, en het bruidje de schoonheid van haar minnaar niet kon aan schouwen Er is nog een reden om niet aan de kleuren blindheid van visschen te gelooven. Visschen, op een of andere wijze blind geworden, nemen niet de kleur aan van hun omgeving. Hiermee schijnen de beweringen van Prof. Hess volkomen overlegd. ZUIDPOOL-PROBLEMEN. Voor do Koninklijk Geografische Vereenl- ging te Londen hield dezer dagen Prof. Edgworth David een zeer interessante voor dracht over Zuilpool-vraagstukken. Prof. David, dezelfde, die aan de laatste Shackleton- expeditie deelnam en toen den Mount-Crebu» besteeg, zei, dat de menschen nog lang tot het volle bewustzijn waren gekomen van hoe groot belang de ontdekking die kolenvelden aan den Zuidpool wel is. Reeds de kleine streep, vanaf den top van den Beardmore-gletscher bevat wellicht meer kolen dan alle kolenvel den van Groot-Britnnie to zaïnen. Zoo goed als zeker is het ook, dat een goudveld zal wor den ontdekt, welks exploitatie reeds zou ren- deerèn in de vier of vijf weken dood voor Kerst feest. DE THALASSIOSCOÖP. Volgens do „Umsehau" heeft professor Aure- lio de Gasparis, privaat-docent aan de Uni versiteit te Napels, een optisch instrument ge vonden, waarmee men tot op groote zeediepten kan zien en daar de fauna en flora dus nauw keuriger kan waarnemen, dan tot nog toe het geval was. Het apparaat, de thalassioscoop, be staat uit een van een stuk objectief voorziene tube, die aan een drijftoestel is verbonden. Het gcheele toestel duikt ongeveer 0,5 M. onder en levert vergroote, zeer scherpe beelden, daar de iuclxtabsorptie tot een minimum geredu ceerd is. Volgens deskundigen moet het toestel uitstekend voldoen en het diepzee-onderzoek zal er veel voordeel van hebben. Auteursrecht voorbehouden. Kathedrale kerk St. Bavo. ZONDAG, Quinquagesima. De H.H. Missen te half 7, 8 en 9 uur en te half 11 dia Hoogmis; 1 uur Catechismus; half 7 Lof met Preek; vóór heb Lof het Rozenhoedje. MAANDAG, 7 uur Lof met Rozenhoedje voor de gel. Zielen. WOENSDAG, Asc-hwoensdag en begin vao de 40-daagsche Vasten. De eerst»- H. Mis is om 7 uur; 4de Woensdag vóór het feest van den H. Jozef. VRIJDAG, 7 uur oefening van den H. Kruisweg en vereering van "de Relikwie van het H. Kruis. ZATERDAG, 7 uur Rozenhoedje in de Mar- riakapel. Parochiekerk van den H. Joaeph. ZONDAG, de H.H. Missen te 7 uur en half negen; te half 11 do Hoogmis, 1 uqr leering half 5 Congregatie; te 7 uur Lof met Pre dikatie. DINED AG, van 67 uur biechtgelegenheid f te 7 uur Congregatie. WOENSDAG, Aschdag begin der groote Vasten, vóór de H. Mis van kwart voor 8 uur wijding der H. Asch. Tevens 6de de?~ negen Woensdagen, welke het feest van St. Jo:eph voorafgaan. Te k.vart voor 8 uur go- zongen H. Mis en des avonds tc half S Lof, DONDERDAG, te half 8 Lof ter eere vah het Allerh. Sacrament. VRIJDAG, van 6half 8 gelegenheid on» te biechten, uitsluitend voor kinderen. ZATERDAG, half 9 H. Mis voor de be- keering d.er zondaren iu dc kapel van het Mirac. Mariabeeld. Na den middag van 5—- 10 uur gelegenheid om te biechten en te half 8 Lof met Rozenhoedje. Broederschap ter eere van de H.H. Marte laars van Gorcmn. Eiken Zondag te half 3 gelegenheid tol inschrijving van nieuwe leden. ARM VOLK! Hij stapte in diep gepeins het icdaclie- bureau binnen en zette zich lusteloos voor z'n lessenaar. Daar greep hij naar papier en inkt en zuchtte knabbelend op z[n penne- houder: Wat zal ik vandaag weer verzinnen!.... Maar de ideeën wilden niet komen en De opgespleten Saterspoot Gedompeld in een moddelsoot Van edik, roet en gal. M.a.w. de ingedoopte pen bleef* werkeloos Mvcven boven het smetteloos blank papier. - Dat wordt 'n heele toer om geregeld ;*®t nieuws te vindenEn een clericaal Jmnndaaltje moet er zijn, minstens drie keer du week en als het kan eiken dag. suspect verhaaltje met 'n luchtje er daar zijn de lezers gek opDat sme- Z°nc£ als Bruyère-kaas op hun boterham.... geld j1'dat pikante nieuwtje is de krant z'n "wezen ieI waardKomaan, wat zal het Doek v bergsneo. Papier bleef maagdelijk wit als Wat^- iereens'af bondenbaantje! lederen dag je (daalkrónle]- .Pijnigen voor een nieuwe sclian- jwaarschünl(i].^e^eDS waT anders, maar altijd 'nEerbierlwfL fcegd, dat KeS? kromck' dat ™°|t ge- Mond". Daar J f Vai\ "3>0 Vo,ks" ki«n ju z?u 3 e de pet voor at ne pen.... Maar doe het niett dan doet ander hetEn je moet. toch leven ton slotte, je hebt kinderen thuis Hij grinnikte van ingehouden pret. Wat stupide onzinZe moesten eens welenKerkelijk redacteur! Fabrikant van Kerknieuws, déposé, bréveté et garanti.... Ik, die in geen dertig jaar een kerk van bin nen gezien, een preek geboord of 'n pastoor gesproken hebZe moesten eens weten.... Maar laat ik nu opschieten.... De journalist greep nogmaals naar zijn pon met de band langs bet coorlioofd. Een zeden-schandaal?Een pastoor die vermist wordt.... Een monnik dier er van door gaatMaar dat is al zoo afgc- znagd, zoo hopeloos beduimeldWacht eens, ik ben erTer afwisseling voor do abonnees zal bet vandaag een finantiecl schandaaltje zijnDaar gaa,t-ie! De pen kraste nu over hef papier. Waar zullen we bet stuk laten spelen In Italië" maarDat 'svèr van huis, daar gaan ze toch niet kijken.... Het stond er: „Van onzen particulieren correspondent te Rome". Die is er wel niet, maar dat doet er niet toeIk heb overal correspondenten, die me trouw op de beurt wat schrijvenNooit allemaal tegelijk, maar altijd één \-oor cén! O, wat stommelingen, die alles maar slik ken!.... En wat meldt ons die correspondent: „Het gerucht gaat dat in een Bisdom van Italië...." Zie je.... 'n Bisdom..,, en daar er wel 40 in Italië zijn, krijgt niemand het ia z'n hex-sens eens informatie te nemen.... De pen kraste onbarmhartig voort. Zich een sterk staatje van waubebeer heeft afgespeeld, wel geschikt, helaas, om de gemoederen der geloovigen te schokken.,..} Verduiveld fiiu gevonden, die toon van godzalig medelijden of men er zelf beduusd van wasDat paktdat gaat er in als de gesmeerde hl.... ....De Bisschop had een zijner eerbied waardigste priesters tot ontvanger benoemd en hem het opzicht Toevertrouwd over de rijkvloeiende collecten in dit bijgcloovig land Perfect.... maar dat „ontvanger" klinkt minder goed! Zoo niet iu kerkelijkeu stijl, 't Doet zoo gewoontjes aan 0f 't van de civiele administratie was. Wacht, daar heb ik het.... 'tMoet „rentmeester", of beter nog „schat bewaarder" zijn ....Die schatbewaarder nu is plotseling verdwenen en met hem dc kas met 150,000 gulden Zou dat genoeg zijn, 150,000 gldi Zet ik j nog meer, dan loopt liet dp spuigaten uit. O, maar, wat doe ik dom! Ik zet daar gul-| de ns neer en 'tspeelt in Italië. Dat moeten lires zijn. Weer vliegt de pen over bet papier. De politie beeft dc zaak in banden. Maar bet onderzoek wordt sterk bemoei lijkt door de Kerkelijke overheid, die, om nog ergerlijker onthullingen te voorkomen, j deze zaak tot eiken prqs in den doofpot wilHet wordt tijd dat de oogon eens open gaan en het volk zich leert schrap zet-1 ton tegen de scbaamtelooze vexatie van priesters en kloosterlingen, die op het of ferblok teeren en mooi weer spelen voor de spaarpenningen der proletariërs Zoo is 't pikant genoeg! Ik voor mij zon m'n dineetje van straks niet ruilen willen met de gestampte pot van half-verboerde dorpspastoorsMaar des te erger voor henEn als ze crepeeren, komen zo im mers toch in den hemel! De redacteur las de copie nog eens over. Z'n voldane glimlach wees uit. dat bü tevre den was. Welgemoed drukte hij op het schel letje. Een jong maatje uit de drukkerij ver scheen. Méneer? Geef die copie aan den chef, wil je. Het kan nog juist in 't ochtendblad! Best, meneer! Do redacteur wreef z'n witte banden en lachte witjes. Morgen vroeg slikken 40,000 lezers mijn margarine als echte natuurboter. Wel beko me 't je! 's Morgens aan het familie-ontbijt. Vader kijkt vóór hij naar den wankel gaat, zijn lijfblad in. Leest al happend iu den bo- terham zijn vrouw liet een en ander voor. Het Kerknieuws, met vette lettere aange dikt, trekt zijn aandacht. Die pastoorsAlweer 'n schandaal! lederen dag wat versch! Het eene zaakje al smeriger dan het andere! En nu wou je nog wel dat ik biechten ging Maar, mannetje, is dat nu alles wel j waar? Je hoeft toch al wat ze je voorkau wen, niet te gelooven 't Staat er toch! Als 't niet gebeurd was zouden ze 't dan durven drukken Maar er staat nooit een naam, 'n plaats of datum bij. Ik voor mij geloof er niets van Daar ken ik onze priesters te goed voor. Och wat, jullie vrouwen weet alles be ter! 't Staat in de krant en dat geloof ik! Hier heb je weer wat moois. De schatbe waarder van een Bisdom in Italië is er van door met 150,000 lire Met hoeveel zeg je? Met .150,000 lire! Kom toch, 'tas te mooi om waar te zijn Als een collecte eens zóóveel opbracht Ja. van den preekstoel vertellen ze dat niet! Maar de krant hier waarschuwt je riet te laten plukken.... je, binnen! Een priester verschijnt op den dorpel. Het. gelaat van den werkman neemt aan stonds een norsche uitdrukking aan en een ingehouden vloek klinkt ais welkom op z'n lippen, terwijl de vrouw verlegen stamelt: Meneer pastoor! De oude priester groet en zegt met vrien- dei ij ken lach z'n boodschap: M'n goeie menschen, ak kom hier mijn jaarlijksclie ronde doen.... Eens hooren of je netjes je Resell en hebt gehouden! En of je oude pastoor kan tevreden zijn Hij sprak nog, toen de man met 'n gemeens verwensching tnsschenbeide kwam: En ik verzoek je, meneer, m'n deuf voorhij te gaan. U weet toch dat we er niet meer aan doen! We laten ons niet exploiter ren door de priesters. Hier valt voor uw soort niets te halen. Laat ons met rust! Zwijg toch stil, riep z'n vrouw verlegen en confuus, meneer pastoor vraagt im mers niets Maar de oude priester ging al henen. En van'de trap afdalend, zonder een klacht op de lippen, maar met het rood van schaamte op den wang, viel het hem eensklaps in ho» hij op den werkmanstafel een krant had zien liggen, een imfaam en lasterlijk scheidblad. Nu begrijp ik, trachtte hij zich te troosten, de bittere stemming van dien mensch. God vergeve het hem. Als ons volk doorgaat zich met zulk voedsel te laten ver giftigen, zal het missieleven onder kanniba len te prefereeren zijn boven het parochie werk in een groote stad.... \i MAX.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 13