Romeinsche Kroniek. IRMA. BUITENLAND. BINNENLAND. Rome, 15 Februari 1914. In het begin dezer maand sprak deze cou rant 'n bericht tegen, in de anti-clericale pers verschenen als zou Z. H. de Paus, de door de Bisschoppen veroordeelde Tango onschuldig verklaard hebben. En zeer juist was deze te genspraak, want de Paus heeft zich in zeer afkeurenden zin over dezen onzedelijken dans aitgelaten, evenals de Kardinaal-Vicaris, die met medeweten, zoo niet in opdracht van den H. Vader gesproken heeft, en de bisschoppen van overal. De laatste strenge afkeuring werd uitge sproken in eene audiëntie van het Comité, dat zich het lot der arme Ciociari (modellen en bloemenmeisjes) heeft aangetrokken en daar knappe werksters van maakt, doch ten behoeve waarvan juist een bal was gegeven in een hotel waar ook de Tango gedanst werd. Z. H. voegde erbij, waarom men als er noodzakelijk bij gedanst moest worden dan niet liever antieke dansen invoerde, die schoon en betamelijk zijn. Kort daarop heeft de Paus tot Don Guido Antici Mattei, die in de meeste salons de co tillon le.dt, zich eveneens in afkeurenden zin aitgelaten en er toen bij gevoegd dat indien men een volksdans in de groote wereld wil iitvoeren, waarom men dan niet liever de Furlana kiest, een onsöhuldige en zeer gra- eieuse dans. (de Furlana is voor Noord-Italië wat de Ta ran telle voor het Zuiden en de Fan dango voor Sevilla is). Don Guido schijnt zich onvoorzichtig ten aanhoore van een journalist uitgelaten te hebben en de slechte pers heeft daarvan ge maakt wat te verwachten was! Na eerst ver teld te hebben, dat de Paus een Kamerheer had geroepen en met dien aan den jongen prins getoond hoe de Furlane gedanst wordt(l) ontziet nu het pornografische Ro- meische schendblad zich niet, een afzichte lijke gravure te bezorgen, waarop de Paus met e pui ge prelaten aan het dansen is.... De verontwaardiging hierover onder de goed- gezinden Ï6 groot en men vraagt met teoht hoe de regeering, hoe de politie niet met straffende hand ingrijpt. Waagde een blad zulk een voorstelling te geven van een bui- teniandsch regeercnd vorst, dadelijk zou han deiend opgetreden worden en de diplomatie «ou zich laten hooren! Nu geldt het niet al- Veen den hoogste van alle vorsten wat h'er üatuurlijk niet aangenomen wordt maar mer handelt in strijd met de waarborgen wet, waarbij de persoon des Pausen onaantastbaar wordt verklaard, en tegen bet eerste artikel der Grondwet, dat de katholieke godsdienst tot godsdienst van slaat verklaart, dus den hoogepriester van dien godsdienst onaantast baar. Het gaat van kwaad tot erger. De minister v«n onderwijs beeft nu geheime instructies gegeven om overal, zelfs waar niet de minste noodzakelijkheid bestaat, op de lagere scholen Men moet over dit onderwerp (voor 'n cou rant wat penibel) meer weten om al den af schuw te kunnen begrijpen, die rechtschapen katholieken tegen dezen maatregel koesteren en hoe de ouders zich met macht tegen dien maatregel zullen verzetten. Maar in vele ge vallen za] verzet niet helpen, men zal voor het geweld, voor de sterke arm der wet moe ten buigen. De maatregel corrompons l'enfant! as natuurlijk de voortzetting der zelfde taktiek Jie begon toen een jaar of wat geleden in de rarijsche loge het wachtwoord gegeven werd: Gorrompons la femme. En de groote dames kleermakers, handlangers van de loge, voer den de schandelijke modes in, die steeds er gerlijker worden en die werkelijk zelf op hoog zedelijk standpunt staande vrouwen blind" maken! Hoorde ik toch dezer dagen niet door iemand zeggen: „het is alleen een vraag van opvoeding voor het oog! Wij erge ren ons nog, omdat het voor ons nieuw is, die open rokken en beenententoonstelling, maar onze dochters, die daarbij opgebracht zijn, zul ten niet heter weten of het hoort zoo".... Deze dame voorziet dus de volstrekte on dergang van het aangeboren kuischheidsge- voel dus ook „evolutie" daarvan en aanpas sing aan de omstandigheden op dat gebied. God verhoede het! Men is geneigd te wen- schen dat de vloedgolf van het kwaad zoo hoog stijge, dat reactie komen moet. In Napels heeft het Damescomité van het Liefdewerk voor jeugdige werksters een cir culaire gezonden aan do dames en aan de naaisters-ateliers, waarin deze opmerkzaam gemaakt worden op de steeds toenemende on zedelijkheid der uit Parijs ingevoerde modes; bijgevoegd is een protestformule om te on derteekenen. Om te bewijzen dat het protest gerechtvaardigd is, stellen zij in het atelier van het Liefdewerk eenige kleedingstukken der voorjaarsmode ten toon. die al het tot nu toe aangebodene overtreffen. In de circulaire wordt verder gezegd dat de naaisters, die zich er toe leenen dusdanige toiletten te ver vaardigen, even schuldig zün als de dames die ze hestellen. En dat is ook zool In de eerste Februari-afl. van het te Rotter dam verschijnende voortreffelijke tijdschrift „Rome"schrijft de Redactie in een noot hij een opstel over R. K. pensionaten, dat vele Zus ters zich ergeren over de onbehoorlijke klee ding der leerlingen. Maar eilieve, dat is dan de schuld der Zusters! Waarom niei .'laar, evenals hier, op alle kloosterscholen, een uniform ingevoerd, zoowel voor kost- als dagscholieren? Men veroorlooft hier zelfs niet dat een kostmeisje, dat uit eten gevraagd wordt, iets anders dan haar uniform aan trekt. En op de lagere volksscholen, door Zusters gehouden, dragen alle kinderen een zelfde groot schort, dat de jurken geheel ver bergt. Toch zijn de uitkomsten van pensionaats-on- derwijs niet bemoedigend! Hier zijn tot nog toe alle meisjes door Zustersopgevoed, zoowel der aristocratie, der haute bourgeoisie en van den gewonen burgerstand. Waren nu de principes die haar ingeprent zijn soliede, ware de devotie, de vroomheid, die haar bij gebracht zijn, van het goede allooi, zoo war© het onmogelijk, dat zij, nauwelijks de school banken verlaten en de uniform afgelegd heb bende, zich haasten de laatste schaamtelooze mode te volgen! Hoe deftiger de school, des te mondainer de meisjes! Een der meest wereldsche, meest extra vagante jonge vrouwen hier trouwde, als het ware uit het „Sacré Coeur", waar zij twaalf jaar had doorgebracht de ouders hadden het huwelijk beklonken. Waar ziin nu de vruchten dier klooster-opvoeding^ Ik boorde hetzelfde van België meedeelen en mijn zegs vrouw zelve religieuse, maar niet van een onderwijs gevende Congregatie maakte de opmerking dat het hij de jongelui door gees telijken opgevoed, heel anders was. Die ble ken werkelijk eeu solieden godsdienst te heb ben. Bij het vele dat walging wekt is er, Goddank, hier toch zoo nu en dan iets dat bezielend werkt en opwekt. Eind Januari 6tierf een kanunnik Borgia, in reuk van hei ligheid. Hij was sinds jaren spirituaal in het Romeinech Seminarie en er ging van hem een grooten invloed ten goede uit. Zij die hem van nabij kenden, wisten hoe verstor ven hij was. Hij sliep op een paar planken, droeg een haren hemd, en wie weet aan welke kwellingen hij zich nog meer vrijwillig on derwierp. Bij de lijkmis van dezen eenvou- digen priester was een torloop als betrof het een hoogstaand prelaat. Zoozeer heeft men toch nog gevoel en waardeering voor heilig heid. Zijn het niet dezulken, die door hunne versterving en gebeden de wrekende hand Gods teruggehouden? De toestanden zijn toch erger nh dan vóór den zondvloed. Toch zou den nu gelukkig meer rechtvaardigen gevon den worden dan dien eenen Aartsvader en zijn gezin!.... De Italiaansche Kath. Vrouwenhond heeft een nieuwen tak van werkzaamheid aan vaard: het Secretariaat der Familiën. Daar het zoo vaali gebeurt dat jonge menschen van beiderlei geslacht zich naar een vreem de stad moeten begeven voor studie of bezig heid .is het van het grootste belang voor hen en tot groote geruststelling voor de ouders, als iemand op zich neemt er voor te zorgen dat de jongelui in eene betamelijke omgeving onder dak komen. Tot dat doel is dit Se cretariaat opgericht, dat reeds in Turijn ln werking is en goede resultaten heeft opge leverd. Het Bureau dat men opgericht heeft, is van Augustus tot en met December in wer king dat is toch de tijd van voorbereiding en aankomst en de leden zorgen er voor woning met pension te zoeken voor allen die het aanvragen. Met volledigen kost is een der hoofdvoorwaarden. Zoo is toch de jeug dige persoon als lid der familie en kan er controle uitgeoefend worden op zijn komen en gaan, voornamelijk 's avonds, en kan de familie gerust zijn op het punt van voeding en hygiëne. Want naar dit alles ook naar de moraliteit der familie die kamers met pension wil verhuren, wordt onderzoek ge daan en men houdt zich op de hoogte of aan de verplichtingen voldaan wordt. In Turijn werden dit jaar op deze wijze 224 jeugdige personen aan een behoorlijk te huis geholpen! Nog een ander werk wordt ondernomen, dat m.i. ook voor Holland aanbeveling ver dient. Daar het zoo menigmaal gebeurt dat armen de voorname dame, die hen bezocht, niet vertrouwen en haar geen inzicht in hunne zaken geven, is nu een sectie voor gees telijke ontwikkeling (cultuur) voor meisjes en vrouwen uit den burgerstand opgericht, waarbij het onderricht voor haren stand pas send is, en zij na opleiding, hij de armen meer goed zullen kunnen doen, daar zü èn met minder wantrouwen zullen bejegend worden èn ook een heter inzicht hebben in de nooden, wijl zij dichter staan bij de klassen die ge holpen moeten worden, (Slot volgt). Z(j was katholiek. Te Bourg en Bresse, in het Fransche de partement Ain, had een jonge dame, die de noodige bekwaamheid bezat, verzocht om als volontaire op het postkantoor dezer stad dienst te doen en zich zoo tot een post-exa- men voor te bereiden. Enkele dagen geleden werd zij op het po litiebureau uitgenoodigd om inlichtingen te geven over de godsdienstige en politieke overtuiging van hare familie. De vader, die zijn dochter vergezelde, ver klaarde dat hij katholiek was, en zijn fami lieleven daarnaar geheel inrichtte; zoo gin gen bijv. zijn. kinderen op de katholieke school. Het gevolg was dat de directeur van het postkantoor op hevel van den prefect van Ain het verzoek van de jonge dame niet in willigde. Zij was immers katholiek! STAATSBEDEELING. (Ingezonden.) Naar aanleiding van de plannen van Mi nister Treub voor zijn „product der om standigheden", heter gezegd Staatsbedeeling, schrijft het Kath. Volk van 20 Februari j.l. een raak artikel met bovenstaand op schrift. Zeer sterk worden daarin verschil lende bepalingen becritiseert, verschillende vroegere uitspraken en geschriften van Mi nister Treub getoetst aan zijn tegenwoor dige houding, enz. Vooral over de uitslui ting van 42.000 bedeelde personen is het blad slecht te spreken, maar, zegt het blad verder, wij laten ons deze kaak slag niet toedienen. Zeer terecht gesproken, dat mogen wij nimmer toelaten, wij, die zoo véél aan de wet Talma te danken hebben. Voor die 42.000 menschen moet ieder zijn rechtvaar dig protest laten hooren. De reden nu waarom ik hier schrijf is een groote protestbetooging te houden, tegen de armzalige plannen van Minister Treub. Men zal spoedig denken: wel een beetje, socialistisch, doch wij moeten nu óók maar eens aan den weg timmeren, óók eens de groote trom roeren, óók maar eens mani festeeren, zoowel persoonlijk als schriftelijk. Hoe heeft men van linkerzijde niet van leer getrokken tegen onze Tarief wet? Mogen de Rechter partijen nu een even groet maar beter gemotiveerd protest tegen deze re geering en verschillende wetsontwerpen la ten hooren? Ik zou meenen van wel. De groote massa, welke zich weinig met de politiek en de huidige wetsontwerpen be moeit, moet door ons krachtig, dochopen- baar verzet wakker gemaakt worden, het moet weten wat de overwinnaars van Juni 1913 hun willen bezorgen. Het moet nu eenmaal zoo, de massa slaapt weer spoedig in, zij wordt spoedig laks, zij moet echter door protesten en de ware voorstelling der feiten, wakker worden gehouden. Ik kan mij nog niet indenken hoe het vorige Kabi net Heemskerk gevallen zou zijn zonder de verschrikkelijke Anti-Tariefwethetze. Men spreekt in de Tweede Kamer en ook in de Eerste Kamer van den volkswil, doch dat is door de Recktsche leden en door den heer Regout in do Eerste Kamer in het bijzonder, tot nul geredigeerd. Wat zou het: volkswilvolksbedrog, zou dat niet be ter gezegd zijn? Wie ernstig gelooft aan volkswil omtrent Staatspensioen en Alg. Kiesrecht, is ook geen leeperd! Doch gesteld nu eens dat het volk zich heeft uitgesproken voor Staatspensioen, dan zal het toch zeker, na kennismaking met do voorstellen van Minister Treub, zich da nig bedrogen zien. Of, men moet die 42.000 niet rekenen! Daarom moet al wat Rechtsck is optrek ken en luide overal in het openbaar protes teeren, èn tegen het ontwerp Treub èn straks tegen de Belastingvarhoogingsvoor- stellen van Minister Bedding. De deelname zal werkelijk zéér groot zijn, immers de geheele Roomsch Kath. Arbeidersbeweging staat met zijn machtige groote schaar ge reed om op te trekken voor deze 42.000 menschen, welke door de herziening van de wet Talma verstoken zullen blijven van de hun toekomende renten en zullen blijven armlastigen, door toedoen van Minis ter Treub. Komt, leiders in de politiek, persmannen, arbeidensleiders, middenstands- en platte- landsorganisatoren, voormannen op elk ge bied, neemt gezamenlijk het plan op, blaast verzamelen en héél rechtgeaard Nederland staat als één man aan uw zijde. Het wach ten is op het alarmsignaal, de troepen wor den reeds ongeduldig, en dan stormender hand de groote massa veroverd om hun te brengen een heilzame krachtige rechtvaardi ge Oudordoms verzekering! Weg met de Staatsbedeeling, tegen be drog en valschö leuze, dat zij uw wapen spreuk. K. DE HOUTVERKOOPING OP HET LOO. Men meldt ons het volgende: Dezer dagen deed in de pers do ronde een bericht om trent de voor het Koninklijk Domein het Loo gehouden openbare houtverkooping, waarbij enkele perceelen dennenhout, waarvoor in doorsnede een be laag bedrag werd geboden door het Departement der Intendance werden opgehouden en aan den verkoop onttrokken. Tijdens den verkoop werd door den Notaris, te wiens overstaan deze verkoop plaats had, na mens zijn lastgever aan de aanwezigen me degedeeld, dat hun gelegenheid zoude worden gegeven hun prijzen te herzien, door op be doelde perceelen hout te zijnen kantore in te schrijven. Deze inschrijving heeft 21 dezer plaats ge had, waarbij is gebleken, dat de bedoelde perceelen, waarvoor op den openbaren ver koop in totaal slechts f 1003.werd geboden, na de openbare inschrijving konden worden toegewezen voor d© som van f 1600. Uit den uitslag dezer inschrijving mag der halve worden geconcludeerd dat er voor het Departement der Intendance alle aanleiding bestond deze perceelen dennenhout, wegens de lage prijzen, die er voor geboden waren, aan den verkoop te onttrekken, en wijder, dat voor de verontwaardiging der koopers, waarvan door enkele bladen gewag werd ge maakt, niet de minste grond bestond, tenzij deze moet worden beschouwd als een uiting van spijt, dat hun een zoo belangrijke en ge makkelijke winst door het ophouden der per ceelen is ontgaan. DE MINDERHEID REGEERT. Reeds eerder en meerdere malen is er op gewezen, dat bij de algemeene verkiezingen in den afgeloopen zomer, de meerderheid van het Nederlandsche volk heeft „rechts" gestemd. Het zelfde verschijnsel, dat zich in 1905 heeft voorgedaan, heeft zich in 1913 her haald. De meerderheid van de Nederlandsche kiezers verkoos het behoud van de Christe lijke regeering, maar de minderheid, gehol pen door de onbillijke distritsindeelingen, kwam zegevierend uit het politieke strijd perk en bracht een vrijzinnig ministerie aan het bewind. Dit feit nu, is door de pers en de spre kers der linkerzijde stelselmatig ontkend en telkens schermde men daar met het groote woord „de volkswil." De volkswil had zich verklaard tegen de tariefwet. De volkswil had zich. verklaard voor al gemeen kiesrecht. De volkswil had zich verklaard voor het openbaar neutraal onderwijs. De volkswil had zich verklaard tegen de invaliditeits- en ouderdomsverzekering. De volkswil had zich verklaard voor hef Staatspensioen. In één woord: het was de „wil van het volk," dat de christelijke regeering zou plaats maken voorJa, waarvoor? Deze vraag is nooit opgelost en.men kreeg een...-. „extra"-parlementa:r kabinet; een regeering, die toch zeker niet een weer spiegeling is van den wil van het volk. Im mers, do kiezers zijn evenmin als de kop stukken ter linkerzijde, ooit bedacht ge weest op een dusdanigen uitslag van hun verk iezingsspel. Terzake: de vrijzinnige pers en woord voerders van oud-liberaal tot en met da socialist hebben voortdurend betoogd dat blijkens de uitslag der verkiezingen, de ka binetswisseling de „wil des volks" zou zijn. Nog steeds houdt het geroep aan. Verleden week werd zulks nog eens in de Eerste Kamer door den heer S. v. Hou ten, met anderen woorden, te verstaan ge geven zeg O. N. Het Kabinet is er nu van af. Immers, in de Memorie van Antwoord op het generale Budget betuigt het op blz. 2: „Toegegeven kan overigens worden, dat er MEER stem men op rechts, dan op links zijn uit gebracht." En toch wordt nog steeds de oude leu gen rondverteld, maar: daartegenover staat nu, dat de regeering het tegendeel heeft erkend. Niet wij waren het, die van een volks wil spraken. Maar als hij er was, dan wilde die wil Rechts. En dat staat nu ook officieel vast. J. BUIS Pz. f Te Obdam is op 79-jarigen leeftijd over leden de heer J. Buis Pzn., burgemeester van Obdam en R. K. lid der Provincials Staten van Noord-Holland voor het dis trict Enkhuizen. Hij had in de Staten zit ting tot 1919. TELEFOON-ELLENDE IN AMSTERDAM. Te Amsterdam bestaat, naar de bladen melden, op 't oogenblik een zeer gespan nen verhouding tusschen den directeur van de gemeente-telefoon en de onmiddellijk on der hem staande hoofdambtenaren, inzon derheid de heeren Snijders, ingenieur, Neis- zen, adjunct-ingenieur, en Rutter, chef der Centrale-Zuid. Voornamelijk moet, zoo vernam de N. R. Ot., het geschil loopen over fouten, ge maakt bij de inrichting van de centrale- Zuid, fouten, die de directeur niet zoude willen erkennen en welke hij thans op den heer Rutter zoude schuiven. Bovendien schijnt de behandeling van de genoemd© hoofdambtenaren door den directeur niet in overeenstemming te wezen met het gezag, waarmede dezen zijn bekleed. De burgemeester, die van een en ander op de hoogte is, stelt een uitvoerig onder zoek in en vertoefde eergisteren gedurende meer dan twee uren in. het gebouw der cen trale-Zuid. In Parkzicht heeft een matig bezochte vergadering van ontevredenen, bij het Zui- dernet aangesloten, plaats gevonden. De di recteur der telefoon, de heer van der Hurk, heeft hier zijn standpunt in de kwestie uit eengezet. Er werd een comité benoemd, dat een actie zal voeren ten einde verbetering van den toestand te verkrijgen. Waarschijnlijk zal men een adres aan den gemeenteraad richten, waarin om een enquête, door on zijdige technici te voeren, zal worden ge vraagd. Gestoken. Men meldt ons uit Eindho ven: Gisterennacht is de dochter van den caféhouder van Diessen plotseling door een individu in den hals gestoken. De dader moet bekend zijn. Een model-wethouder. In een Zuid-Lim- burgsche gemeente kwamen de vroede vade ren bijeen. En nadat de edelachtbaren hunne zetels hadden ingenomen, ^n de voorzitter de vergadering met gebed had geopend, vroeg, zoo meldt de Tijd, een der wethouders het woord aanden dorpsveldwachter, die in het volle besef zijner waardigheid bij iedere zitting van den Raad acte de présence geeft. Zóó iets was den veldwachter nog nimmer overkomen, dat een wethouder hem, simpelen „boai", het woord vroeg. De veldwachter merkte op, dat de wethouder aan het ver keerde adres was, dat niet bij, maar de bur gemeester den Raad presideerde. Toen ont stak de wethouder in woede en overlaadde den Hermandad met een stortvloed van FEUILLETON. Roman van Philip Laicus. ..Fr woont hier geen Adèle von Helmberg", snauwde zij den bediende toe, en wierp hem het schrijven voor de voeten. „Veeg dien brief met den bezem naar buiten en waag uet met meer met een derde boodschap aan te komen. Wanneer hij niet weggaat, gebruik lan geweld." „Die heer is officier.... stamelde de be diende schuchter. „En ik hen hier koningin", stiet de gravin »r uit, terwijl zij zich met moeite uit haren rtoel trachtte op te richten. „Uit m'n oogenl Ga!" De bediende raapte den brief op en maakte Hch ijlings uit de voeten. Adèle stond op als gloeiende kolen; zij «uehtte, dat er nu iets ontzettends, iets ge welddadigs moest plaats hebben. Het was <üet te verwachten dat haar echtgenoot, na dat hij een zoo opzienbarenden stap had ge- aan, zich door een bediende zou laten af schepen. Een afwijking had liü voorzien, dat ewees de brief, die hij reeds kant en klaar v0n droeg. Zeer zeker was bij er ook P bedacht, dat de brief niet zou worden aan- Wat dan? Maar er gebeurde hierop 6. Zelfs zag Adèle na eenige oogenblik- ken dat majoor von Helmberg het huis ver liet en weder in zijn rijtuig stapte. De oude gTavin legde een hooggestegen verbolgenheid aan den dag, niet alleen in woorden luchtte zij hare hevige verontwaar diging, maar ook het fonkelen harer oogen, de driftigheid harer bewegingen, het onop houdelijk op- en neergaan van haar kin, het •harde kloppen met haren krukstok op don vloer getuigden van hare verbazing over zulk een verregaande onbeschaamdheid van dien von Helmberg. Deze uitbarstingen van een gistend gemoed herhaalden zich van tijd tot tijd en duurden nog steeds voort, toen de be diende weder verscheen, om het kaartje aan te bieden van den heer von Willersdorf, pro cureur-generaal van den Hoogen Raad. „Ken 'm niet", merkte de rijksgravin kort en bondig aan, „hen ook niet van plan, van daag bezoek te ontvangen. Zeg hem, dat ik eiken Woensdagavond receptie houdt." Eenige oogenblikken daarna kwam de be diende hoogst bedremmeld terug en stamel de eenige onsamenhangende woorden. „Welnu, wat is er?" vroeg de gravin toor- mg. „Hij wil zich niet laten afwijzen", gaf de bediende ten antwoord; „hij moet mevrouw de gravin zelf spreken." Ook daarvan had de oude gravin geen be grip. Hoe kan iemand haar moeten spre: ken, als zij niet met hem spreken wilde? Al vorens zij echter hare gedachten hij elkaar had, hoorde men huiten een zware stem: „Dus hier? Dank je, vriendlief, je kunt gaan." Een oogenblik daarop werd de deur geopend, en er trad een heer binnen, ongetwijfeld de pro cureur-generaal. Al het bloed stroomde naar het hoofd van do oude rijksgravin, toen zij den brutalen in dringer ontwaarde die niet eens in gezel schapstoilet was, maar een eenvoudige over jas droeg en donkere handschoenen, met den hoed in de hand, hoogachtend voor haar boog en toen den bediende een wenk naar de deur gaf, dat hij zich zou verwijderen, juist als of hij hier thuis was en te hevelen had en niet do rijksgravin. De procureur-generaal had evenwel iets zóó gedistingeerds over zich en trad zoo kalen en vastberaden op, dat de be diende geen oogenblik aarzelde, aan het hem gegeven hevel te gehoorzamen. „Geachte mevrouw de gravin," sprak de on- welkomen indringer op zeer beleefden, maar ook op zeer nadrukkelijken toon, „waar de procureur-generaal in zijn ambtelijke waar digheid verschijnt, pleegt hij wel is waar met onvriendelijke gelaat te worden ontvangen maar men ontvangt liem op eiken dag en op elk uur, als hij 't goed acht te verschijnen." „Ik ben een vrouw," gaf de rijksgravin ten antwoord, terwijl zü opstond, waarhij zich zich steunde op haren krukstok. „Ik hen een vrouw," herhaalde zij, „en heb geen echtge noot, geen broeder, geen zoon, die deze be- leediging zou kunnen wreken. Maar ik zal Zijne Majesteit „Zijne Majesteit," viel de procureur-gene raal haar in de rede, „is zoo vriendelijk ge weest, mij het ambt op te dragen, krachtens hetwelk ik Her sta, en zou mij ter verant woording roepen, indien ik zou nalaten, waar over uw doorluchtigheid zich beklaagt." „En wat komt ge hier in uwe kwaliteit doen?" „Ik heb mevrouw von Helmberg te verzoe ken, naar hare echtgenoot terug te keeren," luidde het duidelijke antwoord. Adèle viel schier in zwijm. Wat moest dat beduiden? En haar mama zocht vruchteloos naar woorden. De woede benam haar de spraak, verstikte hare stem. Zij viel op haren stoel terug, en terwijl zij hare schier lande- looze kaken vast op elkaar klemde, greep ha re linkerhand de leuning van haren zetel vast, en liare rechter trilde, alsof zij den stok wilde opnemen. De proeureur-geueraal scheen echter zich bitter weinig van dat alles aan te trekken en ging op zijn bedaarde, nadruk kelijke manier voort. „Ik verzoek uwe doorluchtigheid zich niet te ontstellen," zeide hij, „Ik ben geenszins voornemens, te onderzoeken, wat een zoo lan ge scheiding tusschen majoor von Helmberg en diens echtgenoote heeft veroorzaakt. Ik hen eveneens bereid, eiken stap te vermij den, welke voor uwe doorluchtigheid kon ver gezeld gaan van pijnlijke opschudding. Daar om hen ik hier, om de bevelen uwer doorluch tigheid ten dien opzichte te vernemen, en de overgang van mevrouw van Helmberg naar haar echtgenoot geheel in overeenstemming met uwe wenschen te doen geschieden." j „Mijn hevelenmijne wenschensta- 1 melde de rijksgravin, „bepalen zich hiertoe, u mijn huis te zien verlatenEr woont hier geen mevrouw van Helmberg." „Ik vraag u verschooning; ik vrees, dat men mij verkeerd verstaan heeft. De majoor heeft mij zijn officieel bekrachtigde trouwakte voorgelegd „Wat is dat? Dat versta ik niet." „U is mevrouw von Helmberg, nietwaar?" vroeg de proeureur-geueraal fluks, terwijl hij zich tot Adèle wendde. i Deze hoog in stomme bevestiging het hoofd, 'maar hare moeder kwam er onmiddelijk tus schen: „Ik heb u reeds gezegd: er bestaat geen mevrouw von Helmberg; dit is de vicomtesse von Falkenhqrst." „Zeer goed. Welnu, ik zal deze dame hier, 't komt er niet op aan, hoe uwe doorluch tigheid haar noemt goedschiks of kwaad schiks bij majoor von Helmberg brenge' tenzij mij een gerechtelijk vonnis worde ver toond, dat dit huwelijk als nietig verklaart, In dat geval trek ik mij terstond terug" In plaats van te antwoorden stak de gra vin hare hand naar het schelkoord uit, dat in hare nabijheid hing, en rukte er driftig aan fEr trad een bediende binnen. De gravin wenkte, dat hij bij haar zon komen. „Hier brengt dit kaartje zoo spoedig moge lijk naar den hofmaarschalk von Momiers, en zeg hem, dat ik hem verzoek onmiddellijk bij mij te komen." De bediende vertrok. De procureur»-generaal scheen de komst van een mannelijke hulp met groote gemoeds rust af te wachten. „Uwe doorluchtigheid," zeide hij schouderophalend, „geeft daardoor aan de zaak ruchtbaarheid; ik had eerder ge- dacht, dat u die zou vermeden heobcn." „Wilt ge u minstens zóó lang uit dit salon verwijderen, totdat de hofmaarschalk er is?" vroeg de oude gravin uit de hoogte. „Neen, dat wil ik niet," antwoordde de pro- cureur-generaal. „Wanneer mevrouw von Helmberg mij de eer wil aandoen, mijn arm aan te nemen, dan zal ik mij terstond ver wijderen. Zoo niet. dan zal ik haar niet uit NIEUWE HAARLEWSCHE COURANT ^emergde klossen in te voeren! Een der in specteurs gaf als reden op: „wij willen tot de sexueele opvoeding komen"!Na de la gere scholen volgen de normale scholen ook hieromtrent zijn reeds geheime instruc ties gegeven wat natuurlijk nog verderfe lijker zal zijn. Maar zelfs voor de eerste hier, waar de kinderen zoo vroeg rüp zijn, zal het een bron van zedelijk verval wezen. 22.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 5