NIEUWS Uil Btü MM. Wat anderen zeggen. Leger en V!oot. Sport en Wedstrijden. Letteren en Kunst. Rechtszaken n. "bereid het samen te stellen, terwijl de gere nommeerde uitgever C.-L. van Langenhuysen de uitgave voor zijn risico nam. '11 Enorm succes zij den Zeereerw. bewer ker en den kloeken uitgever toegewenscht, 't Boekje verdient het ten volle. Want 't ia duidelijk van druk, goedkoop van prije en uiterst praetisch ingericht. Iedere bladzijde van hetzelfde formaat als de Misboeken van Deselée en Baaröa, bevat de opgave voor één week en wijl elk blaadje geperforeerd is, kan men liet gemakkelijk afscheuren en in zijn Missaaltje leggen. De letter B. met het daar- a 'liter geplaatste cijfer verwijst naar: „Het Boomsehe Misboek" van Baarda (uitgave 3913). De letter D. naar liet „Mis- en Vesper- boek" van Deselée, terwijl de letters Fr. aan geven wat er in de Franciscanerkerken te bidden valt. Dat allen, die Baarda of Desclée gebrui ken, ziöb nu dit Directorium in eiken R. K. Boekhandel voor een kwartje verkrijgbaar aanschaffen! Mogen ook ontelbare vele ge- oovigen er toe gebracht worden voortaan liturgisch te gaan bidden. Hierdoor zullen zij geheel handelen in den geest van den Haarlemschen Kerkvoogd, Mgr. A. J. Col lier. die in de zoo jnist verschenen „Acta et Statua Conventns Prosynodalis anno 1913 (no. VIII)" het mcebiden met den priester ,een zeer gcwenschte wijze van Mishooren" noemt en „met vreugde [heeft] opgemerkt, dat het in den laatsten tijd krachtiger op treden van het liturgisch leven onder de lee- keu, op meerdere plaatsen reeds heeft geleid lot het. gebruik van bet Missaal door de lee- xen onder de H. Mis." fr. RUP. VAN DER VALK. iïaarlem. O. F. M. DE VERDEDIGING ONZER KOLONIËN. Door den oud-Resident van Madoera, F. Fokkens, is in het Kolon. Tijdschrift ge plaatst en als afzonderlijke brochure uitge geven, een artikel over de verdediging van Java en Madoera. De schrijver pleit voor een afzonderlijke verdediging van deze eilanden. Hem is door de Staatscommissie ad hoe om advies gevraagd over het denkbeeld om uit breiding te geven aan de primitieve volks wapening, zooala die in de korpsen baaisan op Madoera gevonden wordt. De heer Fokkens acht die verdediging van binnen uit de voor- tachtigste manier, pok voor Java. Maar ze Is niet voldoende. Ook van buitenaf moet men terdege gewapend worden? ten dezen prefe reert schrijver onderzeeërs boven groote en dure slagschepen. Vooral voor een kleine natie, die om fi- nancieele en andere reden niet bij machte is er een vlooi v»* slagschepen en kruisers op na te houden welke kan wedijveren met de vloten der groote mogendheden, en zich in een oorlog zal moeten bepalen tot een verdedigenderwijs optreden, zijn de on derzeeërs het wapen bij uitnemendheid. Met weinig manschappen en geringe kosten eeu kgpeht te kunnen ontwikkelen, die gelijk Bt'.-it met die van machtige vloten, ja, de ze kan overtreffen, zulk een voor de min derheid ideale toestand is met onderzeeërs te bereiken. Vooral wij Nederlanders, die o.p en in het natte element zoo d'kwerf won deren van dapperheid en doodsverachting hebben aan den dag gelegd, zouden bij spe ciale beoefening én bestudeering van dat v apen een vaardigheid ia de behandeling ervan kunnen krijgen, die ons spoedig de vermaardheid van een gedueüten tegenstan der zouden doen herwinnen. Het bestaan van zulk een verdedigingsvloot voor Java zal dan ook preventief werken on den vijand w. rhouden dat eiland aan te tasten. Do heer Fokkens acht dertig onderzeeërs, verdeeld over verschillende kustetations (on derling telefonisch verbonden en voorzien van Sies tellen op wielen, om desnoods de booten >ver land te kunnen vervoeren), met eenige vliegwerktuigen voor den verkenningsdienst, fui.n het doel beantwoordende en voor een afdoend verdedigingsmiddel. Die dertig booten zullen met elkaar niet meer kosten dan de waarde vertegenwoor digt van "écn modern slagschip. Door ver mindering van het aantal „dreadnoughts" door de Staatscommissie voorgesteld meit één, zal de speciale venlediging van Java dus geen extra uitgaven behoeven te ver oorzaken, terwijl het groote voordeel er mee zat worden verkregen, dat die verdediging in een korte 6panne tijds zal tot stand te brengen zijn, zoodat de tegenwoordige on rustwekkende toestand; althans wat Java betreft, spoedig kan ophouden to bestaan. ADMINISTRATIE BIJ DE LANDMACHT. De voorschriften tot uitvoering van het Pelzer Adèle terstond, en ze wist genoeg, om in den heer, die haar vergezelde, haren echt genoot, majoor von Helmberg, te vermoeder, Wienst bezoek baar aangekondigd was, Adèle nam plaats op de oude sofa; de ma joor echter was te ongeduldig om bedaard te zitten; hij stond, met de band op de leuning der sofa steunend, en wilde zich juist aan de vrouw voorstellen, toen deze hem met heldere stem vóórkwam. „Ik weet wie n is en wat u hier zoekt. U Somt, om inlichting betreffende Irma te be komen." „Inderdaad," zeide de majoor verbaasd, ,ir.aar waarvandaan weet ge...." Voor antwoord reikte vtouw Pelzer den majoor den brief over, dien zij eenige nreu geleden van de oude rijksgravin bad ontvan gen. Majoor von Helmberg las dien en overhan digde hem aan zijne vrouw met de woorden: „Vindt ge ook niet, lieve, dat dit schrijven van buitengewone voorkomendheid getuigt?" „Dat bad ik stellig niet verwacht," luidde het gevoelen van mevrouw von Helmberg. „Mama pleegt anders niet...." Zij brak mid den in den zin aL ..Ik kan u de zaak verklaren," zeide vtouw Margaretha op zeer ernstige toon. „Hare hoogheid was zeker bang, dat ik door het on verwacht bezoek veiTast in de eerste verwar ring dingen zou zeggen, die voor goed begra ven moesten zijn." „Margareth!" stoof Adèle op. „Bedenk, wat men al niet nit zulke raadselachtige woor den kr.n opmaken, en dat het mijn mama is van wie gij spreekt!" .„Bedaar, dierbare Adèle," merkte de ma- Reglement van Administratie bij de Land macht zijn o.a. aldus gewijzigd dat zullen bc- hooren In tijd van ooriog: le Bureau bij het hoofd kwartier vaar het veldleger; 2e. bureau bij het hoofdkwartier van de stelling van Am sterdam; 3e. bureau bij het hoofdkwartier van de Nieuwe Hollandsclie waterlinie. De oor- logs see temming van den controleur; 4e. bu reau, wordt door den hoofdintendant bepaald. In tijd van oorlog bij den controleur lo bureaude administratiën van het algemeen hoofdkwartier en van de afdeelingen behoo- rende tot het veldleger; controleur 2e bureau: de administratiën der afdeelingen in de stel ling van den Helder, alsmede die van de de póts, gevestigd te Amsterdam, Haarlem, Hoorn, Alkmaar en den Helder; controleur 3e bureau: de administratiën der afdeelingen in de Nieuwe Rollandsehe waterlinie, in de stel ling van de monden van de Maas en het Ha ringvliet en in dc Stelling van het Holiandsch Diep en het Volkerak, alsmede dio der depóts gevestigd te Utrecht, 's Gravenhage, Leiden, Delft, Woerden, Gouda, Schoonhoven, Dord- drecht, Willemstad en Hellevoet-sluis. EEN BELANGRIJKE CIRCULAIRE VAN EEN REGIMENTSCOMMANDANT. Dc commandant van het 22e regiment infan terie te Ede, de heer Bloem, heeft, volgens de Msb., aan alle ouders of voogden van miliciens, ingedeeld bij dat regiment, het volgende schrij ven gezonden, waaruit wel blijkt, dat deze com mandant zijn taak als opvoeder goed begrijpt en dat hem de belangen der hem toevertrouwde jongelui waarlijk ter harte gaan. Ieder kan in- tusschen ook voor andere garaizoens zijn voor deel doen met deze mededeelingen „De commandant van het 22e regiment infan terie deelt u mede, dat uw zoon (pupil) gisteren (zie poststempel) bij het regiment is aangeko men en ingedeeld te Ede bij de 2e compagnie van het le bataljon, welke compagnie tot com mandant heeft den kapitein, wiens naam op het couvert als afzender is vermeld. „Die commandant is desgevraagd bereid u in lichtingen of mededeelingen, uwen zoon (pupil) betreffende, te verstrekken. Persoonlijk kunt ge u zoo dit door u in bijzondere omstandighe den wordt gewenscht, tot den kapitein ver voegen, doelt ik geef u in uw belang in overwe ging u tevoren te vergewissen waar en wanneer u dezen kapitein zult kunnen spreken. Dit neemt natuurlijk niet weg, dat ook de commandant van het bataljon en de ondergeteekende bereid zijn, om, waar ^mogelijk, hunne medewerking te ver- leenen, indien ge bij hen bij voorkeur schrif telijk belangen wilt bepleiten, waarin de ka pitein geene beslissing kan nemen. „Toch zal het in de meeste gevallen aanbe veling verdienen eerst den kapitein, die zijne soldaten van nabij leert kennen, te raadplëgen. „Hierbij zij er aan herinnerd, dat in het leger de miliciens niet alleen worden geoefend in mili taire vakken, maar dat er tevens ernstig naar wordt gestreefd hen lichamelijk en zedelijk te vormen tot flinke mannen. „Voor hc-n, die zich daarvan nader willen overtuigen, is op verzoek de kazerne toeganke lijk. Het is daarbij haast onnoodig er op te wijzen, hoe in de eerste plaats van de ouders wordt verwacht, c!at zij zullen medewerken, om de officieren en het kader te steunen in de taak van onderwijzer en opvoeder, wat niet alleen in het belang van het leger is, maar voor een zéér groot deel ook in dat van den milicien. „Ouders of voogden, die wenschen, dat hun zoon of pupil zijne godsdienstplichten in geen enkel opzicht verzuimt, kunnen daartoe hun verlangen aan den compagnies-commandant te kennen geven, opdat deze commandant, voor zoover het in zijn vermogen ligt, den milicien tot het voldoen aan bedoeld verlangen opwekke en zorg zal dragen, zoo uw zoon of pupil min derjarig is, dat hij op Zon- en feestdagen de Kerk zijner gezindie bezoekt, voor zoover hij daarin niet door dienst verhinderd is. „Wordt een milicien wegens ziekte in het hospitaal opgenomen, dan behoeft niet dadelijk aan een ernstige ziekte te worden gedacht. Daarom is het goed te weten, dat verpleging in het hospitaal meestal lichte ziektegevallen betreft en dat, mocht een milicien zoodanig on gesteld worden, dat er gevaar voor zijn leven bestaat, door den chef van het hospitaal, des noods telegrafisch, kennis wordt gegeven aan diens ouders of naaste bloedverwanten. „Voor zooverre de diensten dat toelaten, wordt aan de miliciens die zich goed gedra- fen, in den regel vergunning verleend om de on- en erkende feestdagen in den familie kring door te brengen. Miliciens, die van verre komen, kunnen gewoonlijk de feestdagen (Paschen, Pinksteren en Kerstmis of Nieuw jaar) bij hunne familie vieren. „Ofschoon volgens de Militiewet den milicien de verplichting kan worden opgelegd de oplei ding tot een rang te volgen, verdient het aanbe veling zich daartoe vrijwillig op te geven. Wel is waar wordt de eerste diensttijd daardoor met 3y2 maand verlengd, maar men zie niet voorbij, joor zacht maar koel tot zijn vrouw gewend, aan. „Deze goede vrouw zou niet op een ge heim gewezen liebheu, wanneer zij niet vast besloten ware, het te onthullen. En ons kind staat ons nader dan alles, wat uit deze woor den valt op te makenEn gij, goede vrouw, sprak hij tot Margaretha, „zeg ons onbe schroomd, wat dat voor dingen waren, die de gravin niet wenschte, dat gij ons in de eerste verrassing zendt mededeelen. Ik sta u er met mijn eer voor borg, dat er voor u geen kwaad uit voort zal vloeien." „Er moge van komen, wat wil," gaf Mar garetha somber ten antwoord. „Lang genoeg heb ik den last gedragen en vurig verlangd iemand te ontmoeten dien ik mijn overkropt gemoed kon uitstorten, zonder nadeel aan anderen te berokkenen. Nu ben ik te oud, om nog iets te vreezen!" „Maar, spreek dan toc.li!" riep de majoor. Ge spant mij op de pijnbank! In welk verband staat dat alles met mijn kind?" Margaretha haalde nit do kast een verze geld flesehje, dat zij den majoor overhandig de mot de woorden: „Dit fleschje heb ik van mevrouw de gravin ontvangen, om dagelijks eenige druppols ervan ln de melk te doen, tot dat Een woeste gil deed de lucht trillen. „En gij hebt mijn kind vergiftigd?' Sehan- d ei ijk wijf!" riep Adèle en greep Margaretha krampachtig bij den arm. „O, welk een laagheid!" sprak bevend de majoor. Hoor je dat, vrouw? Ons kind, wier beschermer «ij moesten zijnlieten wij m handen van een bende moordenaarsom dat je de dwaasheid zóó verre dreeft.O, dat bevordering tot een noogeren rang een eer voile onderscheiding in zich sluit en dat het later, wanneer de milicien naar eenige burger lijke betrekking mocht dingen, eene aanbeveling kan zijn, indien hij kan aantoonen, dat hij tijdens zijn militiedienst voor den onderoffjgiers- rang bekwaam geacht werd. Niet alleen ih het belang van het Vaderland, maar alzoo ook in dat van den milicien, 'zullen ouders en voogden niet mogen verzuimen hunne zonen en pupillen aan te moedigen om te dingen naar een rang, welke hun bovendien bij herhalingsoefeningen en bij opkomst onder de wapenen als landweer- plichtige allerlei voordeden geeft en hem in de burgermaatschappij tot eere zal strekken. „Van den milicien, die goed schoolonderwijs heeft genoten en niet tracht een rang te ver krijgen, zal vermoedelijk spoedig worden ge zegd: „hij heeft het niet eens tot korporaal of sergeant kunnen brengen 1" VERZORGING VAN KRANKZINNIGE MILITAIREN. De minister /au Oorlog heeft op 4 Februari j.l. nieuwe bepalingen vastgesteld omtrent bet verzorgen van krankzinnige militairen. Bepalingen zijn gemaakt omtrent geleide, opneming en mtslag uit bet gesticht, terwijl met de besturen van de verschillende gestich ten bier te lande overeenkomsten zijn gesloten omtrent te betalen prijzen. Belangrijk zijn echter de bepalingen, omdat hier gebroken is met een tot nu toe algemeen geldend beginsel omtrent de indeeling in klas sen van de officieren. Ingevolge deze bepalin gen zullen voortaan opper- en hoofdofficieren en kapiteins verpleegd worden in de eerste klasse en de luitenants in de tweede klasse. der wedstrijden voor Zondag is als volgt' West. eerste klasse. HaarlemHaarlem—Ajax. Utrecht: U. V. V.J{. p. 0. Rotterdam: SpartaH. V. V. Dordrecht: D. F. O.—H. B. S. Den Ilaag: Quick—V. O. O. West. Ros. eerste klas A. F. C. II—Hercules II. H. V. V. HSparta H. H. B. S. II—D. F. O. H. V. O. C. H—Quick H. West. Tweede klasse. A. XerxesDordrecht. D. V. S.—Ajax (L.). UnitasD.V.V. B. Blauw WitS, V. V. A. F. C.Spartaan. V. U. C.—R. F. C. O. Kampong—E. D. O. R. A. P.Volharding. .V. V. A.Hercules. West. derde klasse. E. W. F. C.—Wil helm i na Vooruit. SportFarmers teij n. Oost. eerste klasse. Nijmegen: QuickTubantia. WageningenG. V. O.Go ahead. ArnhemVitesse—Robur et VelociUs. Zuid. eerste klasse. Bréda: VüuLHB— i'"": Venlo: V. V. V.—'t Zesde. We zijn benieuwd hoe Haarlem het er Zon dag weer zal afbrengen: dan komt Ajax te gast aan den Schoter weg. Het derde en laat ste zwakke of-minder sterke-elftal, dat Haar lem ontmoet. Eerst was 't Quick; 't resul taat is al overbekend; toen kwam U. V. V.; 't is te kort geleden, dan dat we niet meer zouden weten hoe ook deze wedstrijd geen succes bracht voor de roodbroeken. Nu tegen Ajax In Amsterdam-,was het 1—0 voor Haarlem en daarin zullen de roodwitten een reden zien, om te winnen. Waar bij komt, dat de laatste plaats Amstel's eerste klasser zwaar be dreigd. Daarom ook kan Haarlem rekenen op zwaren tegenstand. Zeker zal er Zondag door iedereen hard moeten worden gewerkt, wil Haarlem winnen en nog zooveel mogelijk trachten goed ,to maken, v/at goed te maken is. 't Zou jheusch erg zijn, als Haarlem do laat ste thuis-wedstrijd nu verloor. Dat mag niet! Die moet nog gewonnen worden Het elftal van Vos, de Utrechtsche V.V., be hoort eigenlijk niet meer onder de zwakke; de voorhoede is uitstekend, de verdediging1 heel goed; alleen de keep®1' 'n vrÜ zwak punt. Het begin van U. V. V. in de groote com petitie was niet zeer fraai. Maar langzaam aan ging het beter. Verschillende overwin ningen werden behaald, alle op eigen veld, of zooals dat ook wel heet „thuis". Het bleek, dat de jonge cerate klasser „thuis" heel moeilijk te slaan was; tot nog toe slaag- ik mag er niet aan denken! Ellendige lafaard die ik hen!" Mijnheer von Helmberg sloeg beide banden voor zijn gelaat. „Maar bezie dan toch het flesehje!" zeide Margaretha kalm; het is nog geheel vol; ja het zegel is er nog niet eens afgenomen. „Margaretha!" riep Adèle, „mijn kind leeft! Je bent bet bevel niet nagekomen?!" „Adèle, vraag deze vrouw vergiffenis voor hetgeen je zooeven haar hebt toegevoegd!" „Ik vergeef haar ook zonder dat." „Waar is mijne Irma?" „Dat weet ik niet.' „Weet je dat niet?" vroeg de majoor eens klaps ontnuchterd. „Drijf niet den spot met ons; je hebt ons genoeg gezegd, om jouw en je medeplichtige in 't tuchthuis of op 't schavot te brengen; alloon door een open hartige bekentenis kunt ge _u nog redden." „Wanneer ik iets had willen verbergen, dan zou Ik u naar een of ander graf gebracht hebben en gezegd hebben: „Hier rust uw kind. gaf Margaretha kalm ten antwoord. „Wan neer u echter mij bedaard aanhooren wilt, zult gij allee vernemen, wat ik zelf weet." „Nog slechts ééne vraag," zeide de majoor. „Leeft one kind?" „Van een overlijden is mij niets bekend." „Welaan, spreek dan.' „Irma was een zeer lief kind," begon de ouoe vrouw, toen zij eindelijk aan het woord kon komen. Zij groeide zeer lief op en was gezond en sterk. De oude mevrouw de rijks gravin kwam van tijd tot tijd hier, om naar het kind te zien, en was telkens daarover wrevelig. In den beginne waren bet slechts bedekte toespelingen, waaruit men kon opuia- den alleen H. V". V. en Ajax er in, U. V.V. in 't Sticht te kloppen, resp. met 21 en 32. Het veld is bovendien voor een vereeniging die er een eerste bezoek brengt, nogal moei lijk 'bespeelbaar. Zoo dat' ik eigenlijk gezegd er voor H. F. O. niet heel veel succes inzie 1 U. V. V.H.F.O. is de laatste .uitwedstrijd der blauw-witten, 't Zou jammer zijn, als tlie niet gewonnen werd. Maar ik zou heusoh 2 punten voor U. V. .V. durven voorspellen 1 Het zich wat herstellende Sparta speelt Zondag tegen H.V.V.: de onoverwinlijke, nog ongeslagen Leeuw van Wassenaar I Vrijwel zeker volgt de twaalfde de elfde overwin ning op! Quick, dat ook ineens aan 't opleven is, ontvangt V.O.C. Een wedstrijd, die spanning beloofd waarin voorspellen vrij gewaagd lijkt. Quick heefte bewezen, op Hanenburg tot al les in staat te zijn en V.O.O. kan op een warme ontvangst rekenen! Tot slot: D.F.C.H.B.S. In Dordt. Waar H. B. S. op 26 October 'in Den Haag al won het nu ook wel weer 'n zege voor de zwartjes met 2—0, toen D.F.O. nog D.F.C. was, zal worden1 IIENK. BART VAN HOVE. Ter eerc van de nagedachtenis van profes sor Bart van Hove, zal van 822 Maart in de kunstzalen der Maatschappij „Arti et Ami- citiae" een tentoonstelling worden gehouden van zijn werken. DE KATHOLIEKE ILLUSTRATIE van deze week bevat de volgende PLATEN: Mr. J. P. R. M. de Nerée van Babbericb. Praalgraven van onze groole mannen in Delft (3). Een der „wachthonden" van het Panamakanaal. Interessante foto's uit Turkestan (3). Dc opening van het R. K. Militairen tehuis aan den Hoogen Kadijk te Amsterdam )2). Gorcum in feestdos, 't Rijks- telegraafkantoor voor de draadlooze telegra fie to SeLeveningeu (2). Wijlen Mgr. G. W. van Heukelum. Ln het Aartsbisschoppelijk Museum te Utrecht (4). Nederland in den vreemde. Een fantastisch voorstel voor nieu- werwetschen bruggehonw. De eerste voor jaarsbloem. Winterkiekjes uit St. Moritz (2). seurn te Utrecht. Verlangen. Een voordeelige Zuster Hermenigilda. De nieuwe vorst van Albanië bij zijn bezoek aan Weenen. TEKST: De Kroon van Alviara (vervolg). Leed (slot). De bevoorrechte. Bij onze platen. Het Nederlandscke „Telefunken'Nstation te Scbeveningen. Het Aartsbisschoppelijk Mu- onvoorzichtigkeid. Versmaad (slot). Overwon nen haat. Inhoudsopgave. VAN ELDERS. Twee jaar te vroeg geboren. Een vreemde rechterlijke dwaling beeft het gerechtshof van Amsterdam naar de „Tel." meldt, gisteren, hersteld. Een jongen van 18 jaar was onder een verkeerden vóórnaam, we gens diefstal van een jekker, gedagvaard ge weest voor de 6e kamer der rechtbank, waar eveneens een verkeerde geboortextract in het geding was gebracht. Uit dit extract zou blij ken, dat de bekl. 16 jaar oud was. Als zoodanig werd hij dan ook behandeld en de rechtbank legde hom geen straf op en stel de hém ter beschikking van de regeering. Spoedig bleek echter, dat de veroordeelde 2 jaar ouder was, zoodat de toegepaste maatre gel onwettig bleek, waarop bet O. M. beroep aanteekende. Gisteren heeft het Hof in appèl de beklaagde opnieuw veroordeeld en wel tot 2 maanden ge vangenisstraf. De ontrouwe hoofdeondueteur. De boofdeonducteur vari de H. IJ. S. M., die op bet traject UtrechtAmsterdam uit een gesloten koffer een taart stal, werd gisteren door bet Amsterdamscke gerechtshof in booger beroep tot 2 jaar gevangenisstraf veroordeeld, dezelfde straf, die in eerste instantie was op gelegd. V Het bof overwoog, dat hier diefstal en geen verduistering was gepleegd, vooreerst omdat de goederen in de wagons niet aan den lioofd- condueteur, maar aan" de maatschappij zijn toevertrouwd en in bewaring gegeven en ver volgens omdat de dader de taart eerst onder zijn bereik beeft kunnen brengen door de kof- fei to openen met een valscben sleutel, zoodat ken, dat Irma's dood haar niet onaangenaam zou zijn: later sprak zij duidelijker den wcnsch uit dat het kind mocht sterven." „Maar mevrouw.... het hindert u Adèle zat daar, doodsbleek, met wijd ge opende oogen. ,,Jabracht zij er met moeite nit „het ooet mij pijnmaar ga voort, ik wil alles boo ren „Eindelijk gaf ze mij dit fleschje met het voorschrift, dat ik u heb meegedeeld en met de^opdraebt, haar dagelijks van den toestand van het kind op de hoogte te honden." „Verder! Verder!" riep de majoor onge duldig. „Mijne berichten bevredigden hare door luchtigheid niet. Ik liet het drankje onaan geroerd.. ach, ik hield zooveel van de klei ne. en het kind groeide, dat het een lust- was cm te zien. Toen beval ze mij, meer van bet fleschje in de melk te gietenNu zag ik in, dat bet kind op die manier niet te redden was." „Maar waarom deedt ge er geen aangifte van?" vroeg de majoor. „Aangifte? Bij wien? En tegen wien? Hoe kon ik mijn mevrouw aanklagen? En welke bewijzen had ik? Ik heb mij destijds afge vraagd, wat ik moest doen; maar steeds was ik bang, als lasteraarster te worden be schouwd, en in welke handen alsdan het bind zou komen „Ge kandeldet goed. Verder!" „Nu schreef ik, dat het kind begon te suk kelen; ik loog allerlei, wat mij maar inviel. Toon werd het erger en al erger, en eindelijk schreef ik, dat het kind gestorven was." „Maar verlangde mevrouw de gravin dan geen bewijzen, geen dokter?" bij die taart ook om die reden niet onder ziet had. RAAD VOOR DE SCHEEPVAART, Do Aanvaring tusschen de stoomtrawlers „Lo belia" en „Bradford". Het door den Raad voor da Scheepvaart ingesteld onderzoek betreffende de aanvaring in de Noordzee tusschen den stoomtrawler „Lobelia IJM. 127" en den Engelsebeo stoom trawler „Bradford" GY. 132 hebben we gis teren medegedeed. We moeten er alleen nog bijvoegen, dat ten slotte de inspecteur van de visscherij-inspec tie van oordeel is, dat ,de stuurman <2. Vis ser iemand is aan wien men de wacht niet kan overlaten cn een gevaar is voor de andere visschers en daarom niet als stuurman kan varen; omtrent den schipper zegt spr. dat deze geen goede opvatting heeft van zijn taak als schipper als hij ten alien tijde de zwrg van de wacht aan anderen overlaat, en eischt daarom dat deze moet worden gestraft met een maand schorsing ingevolge artikel 48 van de wet. Het onderzoek weid daarna gesloten; de Raad zal later uitspraak doen. EEN PRAATJE UIT SCHOTEN. Wat ook voor Schoten een lastige zaak is, dat is de forensenkwestie. De meeste inwo ners weten wel, wat dat voor een belasting is en veel is er reeds geschreven en gedaan, om vooral Haarlem toch wat milder te stemmen. Haarlem is echter aan dat oor wat doof en d6 S. D. A. P. heeft weer eens een poging ge daan, om den toestand van het proletariat eenigszins te verzachten en de laatste raads zitting werd ten tweedenmale een motie inge diend, om Haarlem te verzoeken art. 245 3e lid niet van toepassing te laten op diegenen, die minder dan 900 verdienen, als ik we) heb gehoord. Nu is die motie wel weer ingetrokken, een- zijds door eene nadere verklaring- van. de;> voorzitter, anderzijds door de aangevoerde ar gumenten van B. en W., die meenden, dat het toch waarlijk moeilijk aanging, om als g e - meentte Schoten, gemeente Haarlem te verzoeken..,, de wet, al ie zij onbillijk,, niet in toepassing te brengen, doch weer eeu keer is bewezen, boe warm het hart klopt bij de S. D. A. P. voor de proletariërs en nu mogen booze tongen beweren, dat het maar reclame was, omdat het toch maar een motie was, doch daar geloof i k niets van en velen zijn dat met m(j eens. Daar is nog een kwestie, die veel bespro ken wordt en dat is bet armbestuur. Verschrikkelijk, wat is dat veranderd in eenige maanden. Ik kan het wel billijken dat rechts de linkerpartijen ook een plaats gun de in dat bestuur, want, als ik 't goed hel; is er om die plaatsen niet geloot, deeh uit hebben we zoowaar een rooden roodeu praeses en een dito scriba. En dit geheel boven da partijen staande lichaam vaardigt me daar een proclamatie ui-,t als ik het zoo noemen mag, dat het zonder aanzien des persoons handele< zal, tenminste, zoo heb ik dat begrepen. Nu, ik zou zoo zeggen, dat spreekt vanzelf, Waar iedereen aan meebetaalt, mag, als de nood soms eens aan den man mocht komen, iedereen van trekken. Als de R. K. armen bij hunne instelling bob ben aangeklopt en de protestantsclie bjj hunne instelling en de armen van de S. D. A. P. bij hunne afdèeling en deze instellingen kunnen niet meer helpen, dan komen ze vanzelf bij 'f burgerlijk armbestuur terecht. Ik heb zooa, eens bij mezelf gedacht, wat zal die Li cder- schap bij de S. D. A. P. prachtig tof. haar recht komen, waar het geldt den arme uit zija deerniswaavdigen staat op te heffen, of wor den die in geval van nood in eeu andere ru-> bvïek ondergebracht? Ziet, over dio dingen wordt door dozen of genen zooal eens wat gezegd, net zoo goed als dat men zegt, „ja, wij kerkdijken, hebben in dezen een dubbelen plicht. Wij offeren gere geld ons penningske aan onze kerkelijke in stellingen, terwijl wij bovendien nog onze fce- lastingpenningen offeren, waaruit de subsi die voor het Burgerlijk Armbestuur bestreden wordt, waar een ieder van kan profiteeren, als de nood boog is!" En die subsidie »p Scho ten moet nogal flink zijn, naar ik verneem, zoo ongeveer een ƒ5000.voorwaar geen peuleschilletje. Maar als de desbetreffende boeken van onze „O ja, maar ik wist maar al ie goed, -dat hare, doorluchtigheid zieb nooit om dergelijke formaliteiten had bekommerd. Een neef van mij schreef op een gestempeld velletje papier eeu bewijs van overlijden, en dal stuurde ik haar." „Maar m'n kind?" vroeg Adèle. „Aanvankelijk hield ik het bij mij," ver haalde Margaretha, „d.oeh toen mevrouw dc rijksgravin mij schreef dat zij zou komen, om het graf van beur kleinkind te bezoeken, moest, ik er op bedacht zijn het kind op do een of andere wijze uit den weg te ruimen." „En waarheen belandde bet?" vroeg de ma joor, wien een vaag voorgevoel beving. „Ik prakkizeerde lang en breed. Op zeke ren dag was ik met de kleine op de Fran- keuthaler kermishet waren nog maal eenige dagen vóór dc zoozeer gevreesde komst der rijksgravin. Op een weide hadden koord dansers hunne tent, opgeslagen...." „F.u toon gaf j« ons kind aan de -koord dansers?" schreeuwde de majoor. „In het gewoel, dacht ik, komt het 't vei ligste uit de oogen, en al komt hare doorluch tigheid- ook te weten, dat haar bevel nie( werd uitgevoerd, dan leeft bet kind tenmin ste nog en ie aan bare handen ontrukt. Adèle zat als gebroken in den hoek vaf de sofa. „Zoo Is hot!" kreet de majoor, „en mijl kind heeft aan mijn deur gebedeld, en ik hel het een thalar gegeven, opdat het geen slaaf zou krijgen!" (Wordt vervolgd. t s A IL1'T

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 6