NIEUWS Uil Btü MM.
Wat anderen zeggen.
Leger en V!oot.
Sport en Wedstrijden.
Letteren en Kunst.
Rechtszaken
n.
"bereid het samen te stellen, terwijl de gere
nommeerde uitgever C.-L. van Langenhuysen
de uitgave voor zijn risico nam.
'11 Enorm succes zij den Zeereerw. bewer
ker en den kloeken uitgever toegewenscht,
't Boekje verdient het ten volle. Want 't ia
duidelijk van druk, goedkoop van prije en
uiterst praetisch ingericht. Iedere bladzijde
van hetzelfde formaat als de Misboeken van
Deselée en Baaröa, bevat de opgave voor één
week en wijl elk blaadje geperforeerd is, kan
men liet gemakkelijk afscheuren en in zijn
Missaaltje leggen. De letter B. met het daar-
a 'liter geplaatste cijfer verwijst naar: „Het
Boomsehe Misboek" van Baarda (uitgave
3913). De letter D. naar liet „Mis- en Vesper-
boek" van Deselée, terwijl de letters Fr. aan
geven wat er in de Franciscanerkerken te
bidden valt.
Dat allen, die Baarda of Desclée gebrui
ken, ziöb nu dit Directorium in eiken R. K.
Boekhandel voor een kwartje verkrijgbaar
aanschaffen! Mogen ook ontelbare vele ge-
oovigen er toe gebracht worden voortaan
liturgisch te gaan bidden. Hierdoor zullen
zij geheel handelen in den geest van den
Haarlemschen Kerkvoogd, Mgr. A. J. Col
lier. die in de zoo jnist verschenen „Acta et
Statua Conventns Prosynodalis anno 1913
(no. VIII)" het mcebiden met den priester
,een zeer gcwenschte wijze van Mishooren"
noemt en „met vreugde [heeft] opgemerkt,
dat het in den laatsten tijd krachtiger op
treden van het liturgisch leven onder de lee-
keu, op meerdere plaatsen reeds heeft geleid
lot het. gebruik van bet Missaal door de lee-
xen onder de H. Mis."
fr. RUP. VAN DER VALK.
iïaarlem. O. F. M.
DE VERDEDIGING ONZER KOLONIËN.
Door den oud-Resident van Madoera, F.
Fokkens, is in het Kolon. Tijdschrift ge
plaatst en als afzonderlijke brochure uitge
geven, een artikel over de verdediging van
Java en Madoera. De schrijver pleit voor een
afzonderlijke verdediging van deze eilanden.
Hem is door de Staatscommissie ad hoe om
advies gevraagd over het denkbeeld om uit
breiding te geven aan de primitieve volks
wapening, zooala die in de korpsen baaisan op
Madoera gevonden wordt. De heer Fokkens
acht die verdediging van binnen uit de voor-
tachtigste manier, pok voor Java. Maar ze
Is niet voldoende. Ook van buitenaf moet men
terdege gewapend worden? ten dezen prefe
reert schrijver onderzeeërs boven groote en
dure slagschepen.
Vooral voor een kleine natie, die om fi-
nancieele en andere reden niet bij machte
is er een vlooi v»* slagschepen en kruisers
op na te houden welke kan wedijveren
met de vloten der groote mogendheden, en
zich in een oorlog zal moeten bepalen tot
een verdedigenderwijs optreden, zijn de on
derzeeërs het wapen bij uitnemendheid. Met
weinig manschappen en geringe kosten eeu
kgpeht te kunnen ontwikkelen, die gelijk
Bt'.-it met die van machtige vloten, ja, de
ze kan overtreffen, zulk een voor de min
derheid ideale toestand is met onderzeeërs
te bereiken. Vooral wij Nederlanders, die o.p
en in het natte element zoo d'kwerf won
deren van dapperheid en doodsverachting
hebben aan den dag gelegd, zouden bij spe
ciale beoefening én bestudeering van dat
v apen een vaardigheid ia de behandeling
ervan kunnen krijgen, die ons spoedig de
vermaardheid van een gedueüten tegenstan
der zouden doen herwinnen. Het bestaan
van zulk een verdedigingsvloot voor Java
zal dan ook preventief werken on den vijand
w. rhouden dat eiland aan te tasten.
Do heer Fokkens acht dertig onderzeeërs,
verdeeld over verschillende kustetations (on
derling telefonisch verbonden en voorzien van
Sies tellen op wielen, om desnoods de booten
>ver land te kunnen vervoeren), met eenige
vliegwerktuigen voor den verkenningsdienst,
fui.n het doel beantwoordende en voor een
afdoend verdedigingsmiddel.
Die dertig booten zullen met elkaar niet
meer kosten dan de waarde vertegenwoor
digt van "écn modern slagschip. Door ver
mindering van het aantal „dreadnoughts"
door de Staatscommissie voorgesteld meit
één, zal de speciale venlediging van Java
dus geen extra uitgaven behoeven te ver
oorzaken, terwijl het groote voordeel er mee
zat worden verkregen, dat die verdediging
in een korte 6panne tijds zal tot stand te
brengen zijn, zoodat de tegenwoordige on
rustwekkende toestand; althans wat Java
betreft, spoedig kan ophouden to bestaan.
ADMINISTRATIE BIJ DE LANDMACHT.
De voorschriften tot uitvoering van het
Pelzer Adèle terstond, en ze wist genoeg, om
in den heer, die haar vergezelde, haren echt
genoot, majoor von Helmberg, te vermoeder,
Wienst bezoek baar aangekondigd was,
Adèle nam plaats op de oude sofa; de ma
joor echter was te ongeduldig om bedaard te
zitten; hij stond, met de band op de leuning
der sofa steunend, en wilde zich juist aan de
vrouw voorstellen, toen deze hem met heldere
stem vóórkwam.
„Ik weet wie n is en wat u hier zoekt. U
Somt, om inlichting betreffende Irma te be
komen."
„Inderdaad," zeide de majoor verbaasd,
,ir.aar waarvandaan weet ge...."
Voor antwoord reikte vtouw Pelzer den
majoor den brief over, dien zij eenige nreu
geleden van de oude rijksgravin bad ontvan
gen.
Majoor von Helmberg las dien en overhan
digde hem aan zijne vrouw met de woorden:
„Vindt ge ook niet, lieve, dat dit schrijven
van buitengewone voorkomendheid getuigt?"
„Dat bad ik stellig niet verwacht," luidde
het gevoelen van mevrouw von Helmberg.
„Mama pleegt anders niet...." Zij brak mid
den in den zin aL
..Ik kan u de zaak verklaren," zeide vtouw
Margaretha op zeer ernstige toon. „Hare
hoogheid was zeker bang, dat ik door het on
verwacht bezoek veiTast in de eerste verwar
ring dingen zou zeggen, die voor goed begra
ven moesten zijn."
„Margareth!" stoof Adèle op. „Bedenk, wat
men al niet nit zulke raadselachtige woor
den kr.n opmaken, en dat het mijn mama is
van wie gij spreekt!"
.„Bedaar, dierbare Adèle," merkte de ma-
Reglement van Administratie bij de Land
macht zijn o.a. aldus gewijzigd dat zullen bc-
hooren
In tijd van ooriog: le Bureau bij het hoofd
kwartier vaar het veldleger; 2e. bureau bij
het hoofdkwartier van de stelling van Am
sterdam; 3e. bureau bij het hoofdkwartier van
de Nieuwe Hollandsclie waterlinie. De oor-
logs see temming van den controleur; 4e. bu
reau, wordt door den hoofdintendant bepaald.
In tijd van oorlog bij den controleur lo
bureaude administratiën van het algemeen
hoofdkwartier en van de afdeelingen behoo-
rende tot het veldleger; controleur 2e bureau:
de administratiën der afdeelingen in de stel
ling van den Helder, alsmede die van de de
póts, gevestigd te Amsterdam, Haarlem,
Hoorn, Alkmaar en den Helder; controleur 3e
bureau: de administratiën der afdeelingen in
de Nieuwe Rollandsehe waterlinie, in de stel
ling van de monden van de Maas en het Ha
ringvliet en in dc Stelling van het Holiandsch
Diep en het Volkerak, alsmede dio der depóts
gevestigd te Utrecht, 's Gravenhage, Leiden,
Delft, Woerden, Gouda, Schoonhoven, Dord-
drecht, Willemstad en Hellevoet-sluis.
EEN BELANGRIJKE CIRCULAIRE VAN
EEN REGIMENTSCOMMANDANT.
Dc commandant van het 22e regiment infan
terie te Ede, de heer Bloem, heeft, volgens de
Msb., aan alle ouders of voogden van miliciens,
ingedeeld bij dat regiment, het volgende schrij
ven gezonden, waaruit wel blijkt, dat deze com
mandant zijn taak als opvoeder goed begrijpt
en dat hem de belangen der hem toevertrouwde
jongelui waarlijk ter harte gaan. Ieder kan in-
tusschen ook voor andere garaizoens zijn voor
deel doen met deze mededeelingen
„De commandant van het 22e regiment infan
terie deelt u mede, dat uw zoon (pupil) gisteren
(zie poststempel) bij het regiment is aangeko
men en ingedeeld te Ede bij de 2e compagnie
van het le bataljon, welke compagnie tot com
mandant heeft den kapitein, wiens naam op het
couvert als afzender is vermeld.
„Die commandant is desgevraagd bereid u in
lichtingen of mededeelingen, uwen zoon (pupil)
betreffende, te verstrekken. Persoonlijk kunt ge
u zoo dit door u in bijzondere omstandighe
den wordt gewenscht, tot den kapitein ver
voegen, doelt ik geef u in uw belang in overwe
ging u tevoren te vergewissen waar en wanneer
u dezen kapitein zult kunnen spreken. Dit neemt
natuurlijk niet weg, dat ook de commandant van
het bataljon en de ondergeteekende bereid zijn,
om, waar ^mogelijk, hunne medewerking te ver-
leenen, indien ge bij hen bij voorkeur schrif
telijk belangen wilt bepleiten, waarin de ka
pitein geene beslissing kan nemen.
„Toch zal het in de meeste gevallen aanbe
veling verdienen eerst den kapitein, die zijne
soldaten van nabij leert kennen, te raadplëgen.
„Hierbij zij er aan herinnerd, dat in het leger
de miliciens niet alleen worden geoefend in mili
taire vakken, maar dat er tevens ernstig naar
wordt gestreefd hen lichamelijk en zedelijk te
vormen tot flinke mannen.
„Voor hc-n, die zich daarvan nader willen
overtuigen, is op verzoek de kazerne toeganke
lijk. Het is daarbij haast onnoodig er op te
wijzen, hoe in de eerste plaats van de ouders
wordt verwacht, c!at zij zullen medewerken, om
de officieren en het kader te steunen in de taak
van onderwijzer en opvoeder, wat niet alleen
in het belang van het leger is, maar voor een
zéér groot deel ook in dat van den milicien.
„Ouders of voogden, die wenschen, dat hun
zoon of pupil zijne godsdienstplichten in geen
enkel opzicht verzuimt, kunnen daartoe hun
verlangen aan den compagnies-commandant te
kennen geven, opdat deze commandant, voor
zoover het in zijn vermogen ligt, den milicien
tot het voldoen aan bedoeld verlangen opwekke
en zorg zal dragen, zoo uw zoon of pupil min
derjarig is, dat hij op Zon- en feestdagen de
Kerk zijner gezindie bezoekt, voor zoover hij
daarin niet door dienst verhinderd is.
„Wordt een milicien wegens ziekte in het
hospitaal opgenomen, dan behoeft niet dadelijk
aan een ernstige ziekte te worden gedacht.
Daarom is het goed te weten, dat verpleging
in het hospitaal meestal lichte ziektegevallen
betreft en dat, mocht een milicien zoodanig on
gesteld worden, dat er gevaar voor zijn leven
bestaat, door den chef van het hospitaal, des
noods telegrafisch, kennis wordt gegeven aan
diens ouders of naaste bloedverwanten.
„Voor zooverre de diensten dat toelaten,
wordt aan de miliciens die zich goed gedra-
fen, in den regel vergunning verleend om de
on- en erkende feestdagen in den familie
kring door te brengen. Miliciens, die van verre
komen, kunnen gewoonlijk de feestdagen
(Paschen, Pinksteren en Kerstmis of Nieuw
jaar) bij hunne familie vieren.
„Ofschoon volgens de Militiewet den milicien
de verplichting kan worden opgelegd de oplei
ding tot een rang te volgen, verdient het aanbe
veling zich daartoe vrijwillig op te geven. Wel
is waar wordt de eerste diensttijd daardoor met
3y2 maand verlengd, maar men zie niet voorbij,
joor zacht maar koel tot zijn vrouw gewend,
aan. „Deze goede vrouw zou niet op een ge
heim gewezen liebheu, wanneer zij niet vast
besloten ware, het te onthullen. En ons kind
staat ons nader dan alles, wat uit deze woor
den valt op te makenEn gij, goede vrouw,
sprak hij tot Margaretha, „zeg ons onbe
schroomd, wat dat voor dingen waren, die
de gravin niet wenschte, dat gij ons in de
eerste verrassing zendt mededeelen. Ik sta
u er met mijn eer voor borg, dat er voor u
geen kwaad uit voort zal vloeien."
„Er moge van komen, wat wil," gaf Mar
garetha somber ten antwoord. „Lang genoeg
heb ik den last gedragen en vurig verlangd
iemand te ontmoeten dien ik mijn overkropt
gemoed kon uitstorten, zonder nadeel aan
anderen te berokkenen. Nu ben ik te oud, om
nog iets te vreezen!"
„Maar, spreek dan toc.li!" riep de majoor.
Ge spant mij op de pijnbank! In welk verband
staat dat alles met mijn kind?"
Margaretha haalde nit do kast een verze
geld flesehje, dat zij den majoor overhandig
de mot de woorden: „Dit fleschje heb ik van
mevrouw de gravin ontvangen, om dagelijks
eenige druppols ervan ln de melk te doen, tot
dat
Een woeste gil deed de lucht trillen.
„En gij hebt mijn kind vergiftigd?' Sehan-
d ei ijk wijf!" riep Adèle en greep Margaretha
krampachtig bij den arm.
„O, welk een laagheid!" sprak bevend de
majoor. Hoor je dat, vrouw? Ons kind, wier
beschermer «ij moesten zijnlieten wij m
handen van een bende moordenaarsom
dat je de dwaasheid zóó verre dreeft.O,
dat bevordering tot een noogeren rang een eer
voile onderscheiding in zich sluit en dat het
later, wanneer de milicien naar eenige burger
lijke betrekking mocht dingen, eene aanbeveling
kan zijn, indien hij kan aantoonen, dat hij
tijdens zijn militiedienst voor den onderoffjgiers-
rang bekwaam geacht werd. Niet alleen ih het
belang van het Vaderland, maar alzoo ook in
dat van den milicien, 'zullen ouders en voogden
niet mogen verzuimen hunne zonen en pupillen
aan te moedigen om te dingen naar een rang,
welke hun bovendien bij herhalingsoefeningen
en bij opkomst onder de wapenen als landweer-
plichtige allerlei voordeden geeft en hem in de
burgermaatschappij tot eere zal strekken.
„Van den milicien, die goed schoolonderwijs
heeft genoten en niet tracht een rang te ver
krijgen, zal vermoedelijk spoedig worden ge
zegd: „hij heeft het niet eens tot korporaal of
sergeant kunnen brengen 1"
VERZORGING VAN KRANKZINNIGE
MILITAIREN.
De minister /au Oorlog heeft op 4 Februari
j.l. nieuwe bepalingen vastgesteld omtrent bet
verzorgen van krankzinnige militairen.
Bepalingen zijn gemaakt omtrent geleide,
opneming en mtslag uit bet gesticht, terwijl
met de besturen van de verschillende gestich
ten bier te lande overeenkomsten zijn gesloten
omtrent te betalen prijzen.
Belangrijk zijn echter de bepalingen, omdat
hier gebroken is met een tot nu toe algemeen
geldend beginsel omtrent de indeeling in klas
sen van de officieren. Ingevolge deze bepalin
gen zullen voortaan opper- en hoofdofficieren
en kapiteins verpleegd worden in de eerste
klasse en de luitenants in de tweede klasse.
der wedstrijden voor Zondag is als volgt'
West. eerste klasse.
HaarlemHaarlem—Ajax.
Utrecht: U. V. V.J{. p. 0.
Rotterdam: SpartaH. V. V.
Dordrecht: D. F. O.—H. B. S.
Den Ilaag: Quick—V. O. O.
West. Ros. eerste klas
A. F. C. II—Hercules II.
H. V. V. HSparta H.
H. B. S. II—D. F. O. H.
V. O. C. H—Quick H.
West. Tweede klasse.
A. XerxesDordrecht.
D. V. S.—Ajax (L.).
UnitasD.V.V.
B. Blauw WitS, V. V.
A. F. C.Spartaan.
V. U. C.—R. F. C.
O. Kampong—E. D. O.
R. A. P.Volharding.
.V. V. A.Hercules.
West. derde klasse.
E. W. F. C.—Wil helm i na Vooruit.
SportFarmers teij n.
Oost. eerste klasse.
Nijmegen: QuickTubantia.
WageningenG. V. O.Go ahead.
ArnhemVitesse—Robur et VelociUs.
Zuid. eerste klasse.
Bréda: VüuLHB— i'"":
Venlo: V. V. V.—'t Zesde.
We zijn benieuwd hoe Haarlem het er Zon
dag weer zal afbrengen: dan komt Ajax te
gast aan den Schoter weg. Het derde en laat
ste zwakke of-minder sterke-elftal, dat Haar
lem ontmoet. Eerst was 't Quick; 't resul
taat is al overbekend; toen kwam U. V. V.;
't is te kort geleden, dan dat we niet meer
zouden weten hoe ook deze wedstrijd geen
succes bracht voor de roodbroeken. Nu tegen
Ajax
In Amsterdam-,was het 1—0 voor Haarlem
en daarin zullen de roodwitten een reden zien,
om te winnen. Waar bij komt, dat de laatste
plaats Amstel's eerste klasser zwaar be
dreigd. Daarom ook kan Haarlem rekenen op
zwaren tegenstand. Zeker zal er Zondag door
iedereen hard moeten worden gewerkt, wil
Haarlem winnen en nog zooveel mogelijk
trachten goed ,to maken, v/at goed te maken is.
't Zou jheusch erg zijn, als Haarlem do laat
ste thuis-wedstrijd nu verloor.
Dat mag niet!
Die moet nog gewonnen worden
Het elftal van Vos, de Utrechtsche V.V., be
hoort eigenlijk niet meer onder de zwakke;
de voorhoede is uitstekend, de verdediging1
heel goed; alleen de keep®1' 'n vrÜ zwak punt.
Het begin van U. V. V. in de groote com
petitie was niet zeer fraai. Maar langzaam
aan ging het beter. Verschillende overwin
ningen werden behaald, alle op eigen veld,
of zooals dat ook wel heet „thuis".
Het bleek, dat de jonge cerate klasser „thuis"
heel moeilijk te slaan was; tot nog toe slaag-
ik mag er niet aan denken! Ellendige lafaard
die ik hen!"
Mijnheer von Helmberg sloeg beide banden
voor zijn gelaat.
„Maar bezie dan toch het flesehje!" zeide
Margaretha kalm; het is nog geheel vol; ja
het zegel is er nog niet eens afgenomen.
„Margaretha!" riep Adèle, „mijn kind leeft!
Je bent bet bevel niet nagekomen?!"
„Adèle, vraag deze vrouw vergiffenis voor
hetgeen je zooeven haar hebt toegevoegd!"
„Ik vergeef haar ook zonder dat."
„Waar is mijne Irma?"
„Dat weet ik niet.'
„Weet je dat niet?" vroeg de majoor eens
klaps ontnuchterd. „Drijf niet den spot met
ons; je hebt ons genoeg gezegd, om jouw
en je medeplichtige in 't tuchthuis of op 't
schavot te brengen; alloon door een open
hartige bekentenis kunt ge _u nog redden."
„Wanneer ik iets had willen verbergen,
dan zou Ik u naar een of ander graf gebracht
hebben en gezegd hebben: „Hier rust uw kind.
gaf Margaretha kalm ten antwoord. „Wan
neer u echter mij bedaard aanhooren wilt,
zult gij allee vernemen, wat ik zelf weet."
„Nog slechts ééne vraag," zeide de majoor.
„Leeft one kind?"
„Van een overlijden is mij niets bekend."
„Welaan, spreek dan.'
„Irma was een zeer lief kind," begon de
ouoe vrouw, toen zij eindelijk aan het woord
kon komen. Zij groeide zeer lief op en was
gezond en sterk. De oude mevrouw de rijks
gravin kwam van tijd tot tijd hier, om naar
het kind te zien, en was telkens daarover
wrevelig. In den beginne waren bet slechts
bedekte toespelingen, waaruit men kon opuia-
den alleen H. V". V. en Ajax er in, U. V.V.
in 't Sticht te kloppen, resp. met 21 en 32.
Het veld is bovendien voor een vereeniging
die er een eerste bezoek brengt, nogal moei
lijk 'bespeelbaar.
Zoo dat' ik eigenlijk gezegd er voor H. F. O.
niet heel veel succes inzie 1 U. V. V.H.F.O.
is de laatste .uitwedstrijd der blauw-witten,
't Zou jammer zijn, als tlie niet gewonnen
werd. Maar ik zou heusoh 2 punten voor
U. V. .V. durven voorspellen 1
Het zich wat herstellende Sparta speelt
Zondag tegen H.V.V.: de onoverwinlijke, nog
ongeslagen Leeuw van Wassenaar I Vrijwel
zeker volgt de twaalfde de elfde overwin
ning op!
Quick, dat ook ineens aan 't opleven is,
ontvangt V.O.C. Een wedstrijd, die spanning
beloofd waarin voorspellen vrij gewaagd lijkt.
Quick heefte bewezen, op Hanenburg tot al
les in staat te zijn en V.O.O. kan op een
warme ontvangst rekenen!
Tot slot: D.F.C.H.B.S. In Dordt. Waar
H. B. S. op 26 October 'in Den Haag al won
het nu ook wel weer 'n zege voor de zwartjes
met 2—0, toen D.F.O. nog D.F.C. was, zal
worden1
IIENK.
BART VAN HOVE.
Ter eerc van de nagedachtenis van profes
sor Bart van Hove, zal van 822 Maart in de
kunstzalen der Maatschappij „Arti et Ami-
citiae" een tentoonstelling worden gehouden
van zijn werken.
DE KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
van deze week bevat de volgende
PLATEN: Mr. J. P. R. M. de Nerée van
Babbericb. Praalgraven van onze groole
mannen in Delft (3). Een der „wachthonden"
van het Panamakanaal. Interessante foto's
uit Turkestan (3). Dc opening van het R. K.
Militairen tehuis aan den Hoogen Kadijk te
Amsterdam )2). Gorcum in feestdos, 't Rijks-
telegraafkantoor voor de draadlooze telegra
fie to SeLeveningeu (2). Wijlen Mgr. G. W.
van Heukelum. Ln het Aartsbisschoppelijk
Museum te Utrecht (4). Nederland in den
vreemde. Een fantastisch voorstel voor nieu-
werwetschen bruggehonw. De eerste voor
jaarsbloem. Winterkiekjes uit St. Moritz (2).
seurn te Utrecht. Verlangen. Een voordeelige
Zuster Hermenigilda. De nieuwe vorst van
Albanië bij zijn bezoek aan Weenen.
TEKST: De Kroon van Alviara (vervolg).
Leed (slot). De bevoorrechte. Bij onze platen.
Het Nederlandscke „Telefunken'Nstation te
Scbeveningen. Het Aartsbisschoppelijk Mu-
onvoorzichtigkeid. Versmaad (slot). Overwon
nen haat. Inhoudsopgave.
VAN ELDERS.
Twee jaar te vroeg geboren.
Een vreemde rechterlijke dwaling beeft het
gerechtshof van Amsterdam naar de „Tel."
meldt, gisteren, hersteld. Een jongen van 18
jaar was onder een verkeerden vóórnaam, we
gens diefstal van een jekker, gedagvaard ge
weest voor de 6e kamer der rechtbank, waar
eveneens een verkeerde geboortextract in het
geding was gebracht. Uit dit extract zou blij
ken, dat de bekl. 16 jaar oud was.
Als zoodanig werd hij dan ook behandeld en
de rechtbank legde hom geen straf op en stel
de hém ter beschikking van de regeering.
Spoedig bleek echter, dat de veroordeelde 2
jaar ouder was, zoodat de toegepaste maatre
gel onwettig bleek, waarop bet O. M. beroep
aanteekende.
Gisteren heeft het Hof in appèl de beklaagde
opnieuw veroordeeld en wel tot 2 maanden ge
vangenisstraf.
De ontrouwe hoofdeondueteur.
De boofdeonducteur vari de H. IJ. S. M., die
op bet traject UtrechtAmsterdam uit een
gesloten koffer een taart stal, werd gisteren
door bet Amsterdamscke gerechtshof in booger
beroep tot 2 jaar gevangenisstraf veroordeeld,
dezelfde straf, die in eerste instantie was op
gelegd. V
Het bof overwoog, dat hier diefstal en geen
verduistering was gepleegd, vooreerst omdat
de goederen in de wagons niet aan den lioofd-
condueteur, maar aan" de maatschappij zijn
toevertrouwd en in bewaring gegeven en ver
volgens omdat de dader de taart eerst onder
zijn bereik beeft kunnen brengen door de kof-
fei to openen met een valscben sleutel, zoodat
ken, dat Irma's dood haar niet onaangenaam
zou zijn: later sprak zij duidelijker den
wcnsch uit dat het kind mocht sterven."
„Maar mevrouw.... het hindert u
Adèle zat daar, doodsbleek, met wijd ge
opende oogen. ,,Jabracht zij er met
moeite nit „het ooet mij pijnmaar ga
voort, ik wil alles boo ren
„Eindelijk gaf ze mij dit fleschje met het
voorschrift, dat ik u heb meegedeeld en met
de^opdraebt, haar dagelijks van den toestand
van het kind op de hoogte te honden."
„Verder! Verder!" riep de majoor onge
duldig.
„Mijne berichten bevredigden hare door
luchtigheid niet. Ik liet het drankje onaan
geroerd.. ach, ik hield zooveel van de klei
ne. en het kind groeide, dat het een lust-
was cm te zien. Toen beval ze mij, meer van
bet fleschje in de melk te gietenNu zag
ik in, dat bet kind op die manier niet te
redden was."
„Maar waarom deedt ge er geen aangifte
van?" vroeg de majoor.
„Aangifte? Bij wien? En tegen wien? Hoe
kon ik mijn mevrouw aanklagen? En welke
bewijzen had ik? Ik heb mij destijds afge
vraagd, wat ik moest doen; maar steeds was
ik bang, als lasteraarster te worden be
schouwd, en in welke handen alsdan het bind
zou komen
„Ge kandeldet goed. Verder!"
„Nu schreef ik, dat het kind begon te suk
kelen; ik loog allerlei, wat mij maar inviel.
Toon werd het erger en al erger, en eindelijk
schreef ik, dat het kind gestorven was."
„Maar verlangde mevrouw de gravin dan
geen bewijzen, geen dokter?"
bij die taart ook om die reden niet onder ziet
had.
RAAD VOOR DE SCHEEPVAART,
Do Aanvaring tusschen de stoomtrawlers „Lo
belia" en „Bradford".
Het door den Raad voor da Scheepvaart
ingesteld onderzoek betreffende de aanvaring
in de Noordzee tusschen den stoomtrawler
„Lobelia IJM. 127" en den Engelsebeo stoom
trawler „Bradford" GY. 132 hebben we gis
teren medegedeed.
We moeten er alleen nog bijvoegen, dat ten
slotte de inspecteur van de visscherij-inspec
tie van oordeel is, dat ,de stuurman <2. Vis
ser iemand is aan wien men de wacht niet
kan overlaten cn een gevaar is voor de andere
visschers en daarom niet als stuurman kan
varen; omtrent den schipper zegt spr. dat deze
geen goede opvatting heeft van zijn taak als
schipper als hij ten alien tijde de zwrg van
de wacht aan anderen overlaat, en eischt
daarom dat deze moet worden gestraft met
een maand schorsing ingevolge artikel 48 van
de wet.
Het onderzoek weid daarna gesloten; de
Raad zal later uitspraak doen.
EEN PRAATJE UIT SCHOTEN.
Wat ook voor Schoten een lastige zaak is,
dat is de forensenkwestie. De meeste inwo
ners weten wel, wat dat voor een belasting
is en veel is er reeds geschreven en gedaan, om
vooral Haarlem toch wat milder te stemmen.
Haarlem is echter aan dat oor wat doof en d6
S. D. A. P. heeft weer eens een poging ge
daan, om den toestand van het proletariat
eenigszins te verzachten en de laatste raads
zitting werd ten tweedenmale een motie inge
diend, om Haarlem te verzoeken art. 245 3e
lid niet van toepassing te laten op diegenen,
die minder dan 900 verdienen, als ik we)
heb gehoord.
Nu is die motie wel weer ingetrokken, een-
zijds door eene nadere verklaring- van. de;>
voorzitter, anderzijds door de aangevoerde ar
gumenten van B. en W., die meenden, dat het
toch waarlijk moeilijk aanging, om als g e -
meentte Schoten, gemeente Haarlem te
verzoeken..,, de wet, al ie zij onbillijk,, niet
in toepassing te brengen, doch weer eeu keer
is bewezen, boe warm het hart klopt bij de
S. D. A. P. voor de proletariërs en nu mogen
booze tongen beweren, dat het maar reclame
was, omdat het toch maar een motie was, doch
daar geloof i k niets van en velen zijn dat met
m(j eens.
Daar is nog een kwestie, die veel bespro
ken wordt en dat is bet armbestuur.
Verschrikkelijk, wat is dat veranderd in
eenige maanden. Ik kan het wel billijken dat
rechts de linkerpartijen ook een plaats gun
de in dat bestuur, want, als ik 't goed hel; is
er om die plaatsen niet geloot, deeh uit
hebben we zoowaar een rooden roodeu praeses
en een dito scriba. En dit geheel boven da
partijen staande lichaam vaardigt me daar een
proclamatie ui-,t als ik het zoo noemen mag,
dat het zonder aanzien des persoons handele<
zal, tenminste, zoo heb ik dat begrepen.
Nu, ik zou zoo zeggen, dat spreekt vanzelf,
Waar iedereen aan meebetaalt, mag, als de
nood soms eens aan den man mocht komen,
iedereen van trekken.
Als de R. K. armen bij hunne instelling bob
ben aangeklopt en de protestantsclie bjj hunne
instelling en de armen van de S. D. A. P. bij
hunne afdèeling en deze instellingen kunnen
niet meer helpen, dan komen ze vanzelf bij 'f
burgerlijk armbestuur terecht. Ik heb zooa,
eens bij mezelf gedacht, wat zal die Li cder-
schap bij de S. D. A. P. prachtig tof. haar
recht komen, waar het geldt den arme uit zija
deerniswaavdigen staat op te heffen, of wor
den die in geval van nood in eeu andere ru->
bvïek ondergebracht?
Ziet, over dio dingen wordt door dozen of
genen zooal eens wat gezegd, net zoo goed als
dat men zegt, „ja, wij kerkdijken, hebben in
dezen een dubbelen plicht. Wij offeren gere
geld ons penningske aan onze kerkelijke in
stellingen, terwijl wij bovendien nog onze fce-
lastingpenningen offeren, waaruit de subsi
die voor het Burgerlijk Armbestuur bestreden
wordt, waar een ieder van kan profiteeren,
als de nood boog is!" En die subsidie »p Scho
ten moet nogal flink zijn, naar ik verneem,
zoo ongeveer een ƒ5000.voorwaar geen
peuleschilletje.
Maar als de desbetreffende boeken van onze
„O ja, maar ik wist maar al ie goed, -dat
hare, doorluchtigheid zieb nooit om dergelijke
formaliteiten had bekommerd. Een neef van
mij schreef op een gestempeld velletje papier
eeu bewijs van overlijden, en dal stuurde ik
haar."
„Maar m'n kind?" vroeg Adèle.
„Aanvankelijk hield ik het bij mij," ver
haalde Margaretha, „d.oeh toen mevrouw dc
rijksgravin mij schreef dat zij zou komen, om
het graf van beur kleinkind te bezoeken,
moest, ik er op bedacht zijn het kind op do
een of andere wijze uit den weg te ruimen."
„En waarheen belandde bet?" vroeg de ma
joor, wien een vaag voorgevoel beving.
„Ik prakkizeerde lang en breed. Op zeke
ren dag was ik met de kleine op de Fran-
keuthaler kermishet waren nog maal
eenige dagen vóór dc zoozeer gevreesde komst
der rijksgravin. Op een weide hadden koord
dansers hunne tent, opgeslagen...."
„F.u toon gaf j« ons kind aan de -koord
dansers?" schreeuwde de majoor.
„In het gewoel, dacht ik, komt het 't vei
ligste uit de oogen, en al komt hare doorluch
tigheid- ook te weten, dat haar bevel nie(
werd uitgevoerd, dan leeft bet kind tenmin
ste nog en ie aan bare handen ontrukt.
Adèle zat als gebroken in den hoek vaf
de sofa.
„Zoo Is hot!" kreet de majoor, „en mijl
kind heeft aan mijn deur gebedeld, en ik hel
het een thalar gegeven, opdat het geen slaaf
zou krijgen!"
(Wordt vervolgd.
t s A
IL1'T