K E rYnTÊ"SJ W S.
Wat anderen zeggen.
Sociale Berichten.
Posterijen en Telegrafie.
&pors en Wedstrijden.
Snel recht, of dc bureaucratische Justi
tie. We leven in een rare wereld.
Voor ongeveer 18 maanden werd bij mij ge
stolen een zilveren vork, paraplu, ondergoed
weet ik veel. Die dievegge (geen van de
hooge heeren had iets tegen haar) werd zelfs
nadat ze erkend had de dingen gestolen te
irbben, de gelegenheid tot vluchten gelaten.
Ze is gevlucht en werd (het gaat alles soms
zoo zeldzaam gauw) een maand of twee gele
den bij verstek (n.b. ze had bekend gestolen te
hebben) veroordeeld.
In mijn naiviteit dacht ik nu mijn zaakjes
te kunnen terugkrijgen. Ik schreef een brief
ann den officier van justitie cu kreeg, o„ won
derlijke eenvoud na 10 dagen bericht van
de politie, dat aangezien de vrouw voortvluch
tig, was, ik mijn eigendom niet terug kon krij
gen.
Maar ze mag eerst na tien jaar terug
komen zonder gevaar gestraft te worden.
Jawel mevrouw.
Moet ik dan zoolang wachten?
Ja mevrouw, daar is niets aan te doen.
Maar waarom dan?
Omdat ze bij verstek vooroordeeld is en
altijd nog recht heeft oppositie tegen het von
nis aan te teekenen.
Jawel, goed, maar die dingen zijn van
mij.
Daarom is het beter die kleine dingen
niet te vervolgen dan hadden wij u uw
loeit j teruggegeven.
Een aardige dievenprotectie.
Laat je den dief loopen, dan krijg je den
boel niet terug en laat je hem niet loopen, dan
krijg je het óók niet terug, dan straft je de
wet met wachten tot het den heeren belieft.
Intussehen daar sta ik toeh maar. Achttien
maanden gewacht en nu nog niets.
Als ik nu nog ooit mijn boeltje terug krijg
is mijn Zondagsche paraplu uit de mode, mijn
terug kunnen krijgen, als er in dien tijd geen
teerd mijn zilveren vork ja dien zou ik dan
terug kunnen krijgen, als er in dien tijg geen
ander wonderlijk artikel van het strafwetboek
gemaakt wordt, dat een beletsel wordt van
dat overschot van mijn rechtmatig eigendom.
En de dievegge? die is „quitte" met 10 jaar
in Brussel te wonen, wat me genomen do toe
standen, hier geen straf lijkt.
Aldus de inzendster van het „Vaderland."
Hij had de vrijheid lief. Zes jaar had de
Hopelsche mijnwerker in zijn Heimath nog
te goed, daarom onttrok hij zich aan het speu
rend oog der Duitsche politie, zocht en ver
kreeg onderdak en werk in de gastvrije Znid-
Limburgsche mijnstreken. Reeds woonde hij
te Kerk ra de een tijdje ongestoord, doeli mijn
heer was gesignaleerd in het politieblad en de
chef-veldwachter kreeg hem in de gaten. Hij
werd opgepikt en in een der cellen van het
nieuwe raadhuis ondergebracht. Vóór het
transport naar Maastricht of naar de Hei
math zou hij eerst even voorgevoerd worden
bij den Kerkcraadschen burgert-ader. De
chef-veldwachter ging hem halen °u wilde
hem van het eousterraiu nit naar de burge-
meciterekamer brengen. Op de trappen, die
naar boven leiden draaide de man zich plot
seling om, stiet den veldwachter het onderste
hoven en zette het op een loopen; toen de
veldwachter tot bet besef kwam van wat er
gebeurd was. had de vrijheidlievende vreem
deling reeds een flinkeu voorsprong, zoodat
hij niet meer ingehaald kon worden en het
de politie tot nn toe niet gelukte hem nog
maals in te rekenen.
„L. K."
Werkstaking. Wegens het ontslag van
een der arbeiders hebben ongeveer driehonderd
si-rrenmakers" der firma Eugene Goulmv en
Baar te 's-Boscli het werk neergelegd.
Met goedkeuring van het afdeelingsbestuur
besloten ook de arbeiders van de R. K. organi
satie in het tabakbewerkersbedrijf den arbeid
Voorloopig te schorsen.
Een eigenaardig faillissement. Te Am
sterdam is uitgesproken het faillissemt van
de Gcloofsvereeniging „De Goddelijke Gene
ring."
We hebben getracht te onderzoeken hoe liet
mogelijk is, dat een dergelijke vereeniging in
staat van faillissement verkeert zegt het
„Hbld." Immers, daar artikel 3 der statuten
vertelt dat „de leden der vereeniging slechts
genezing mogen zoeken op het gebed des ge-
loofs," zou men misschien eer verwachten dat
de brooze lichamen der leden en niet de ver
eeniging zelf in staat van faillissement zouden
verkeeren. Toch is het adres geloopen. Ver
schillende leden der vereeniging, wier statuten
goedgekeurd werden bij Koninklijk Besluit
van 13 Mei 1899, verkeerden nog in blekenden
beknor hem niet., zeg hem, dat lui mij dèt&r-
cm zoo zeer heeft gedaan, omdat hij mij
nlle3 is op aardeen zeg hem, dat hij mij
erg zeer heeft gedaan, hitter gegriefd
maar zeg het hem niet hard!"
„Ga, mijn kind! En Gods zegen vergezelle
je!" sprak juffrouw Willifred. „Ei zal hem
alles zóó vertellen, als je het bedoelt. En la
ten wij voor het overige alles aan het be
stier van den goeden God over. Wanneer Hij
ons weer wil bijeenbrengen, dan kan geen
maebt ter wereld zulks beletten, en als Hij
het niet wil, dan is het zóó voor ons beter,
en in den hemel blijven wtj immers eenwig
bij elkaar. Ga, mjjn kind, en zeg oom vaar
wel!"
„Ja, moeder, ja," hernam Irma, „zooals de
oede God wil; maarvoegde zij er haastig
ij, terwijl zfj eigenzinnig op haar onderlip
beet. „ik zon Onzen Lieven Heer daarbij een
beetje willen helpen!"
Dit zeggende, begaven beiden zich band in
hand naar het kantoortje van den houtves
ter, waar inmiddels de domeinraad getracht
had zich van zijn opdracht te kwijten. Hij"
verklaarde den houtvester van den majoor in
laet ontvangen te hebben, de financieele zijde
met hem te bespreken en eventueel af te re
kenen.
„Dat is gauw gedaan," zeide de houtvester,
terwijl hij een lade van zijn schrijftafel open
sloot en een pakje papier in een omslag daar-
int tc voorschijn haalde. „Hier is alles," zeide
hij, „wat op Irma heirekking heeft: het von
nis tegen de familie Banzig, mijn benoeming
tot voogd, eenige couranten, die over die ge-
Lcrui.--nissen van die dagen verslag gaven,
l-.-i UT-t der wcUnénera, die mij geld voor
welstand, hebben hun principes gehandhaafd,
maarmet de vereeniging ia het sedert
lang mis.
Indertijd had zij een gebouwtje aan de
Kromme Waal, waar overeenkomstig het doel
der vereeniging samenkomsten werden gehou
dentot onderlinge versterking des geloofs.
Het geloof in elkander werd er echter niet
beter op. Op zeker tijdstip meenden verschil
lende Iden van den „Baad van Oudsten"
d.i. het hoofdbestuur der vereeniging dat
er wel iets af te dingen viel op de handelin
gen van den voorganger, tevens voorzitter van
den Baad. Men belegde een samenkomst....
maar deze had een averechtsehe uitwerking.
Immers op grond daarvan, het beleggen n.l.
van een onwettige vergadering, schorste de
voorzitter al zijn medebestuursleden en maak
te gebruik van zijn recht om onmiddellijk
eenigo andere bestuursleden aan te wijzen.
Hun functionneering was echter van korten
duur, want kort daarop vertrok de voorzitter
naar Zuid-Amerika. Het gebouwtje der ver
eeniging werd verkocht, de daarop rustende
le hypotheek werd geheel betaald en de 2de
hypotheek gedeeltelijk.
Ziedaar de eigenlijke oorzaak van de failliet
verklaring van thans.'
De 2e hypotheekhouder was n.l. de bedoelde
voorzitter van den „Baad der Ouden." Ka zijn
vertrek werden de zaken der vereeniging vrij
wel afgewikkeld. Een poosje kwam men nog
bijeen in een lokaaltje aan de Rechtboomsloot,
steunde een weduwe, een Zondagsschool enz.,
totdat er van de financiën zoo goed als niets
over was.
M aarmede ook aan het eigenlijke vereeui-
gingsleven vrijwel een einde was gekomen. In
middels kwam de oudste van den Baad der
Ouden uit Amerika terug, herinnerde zich zijn
slecl!s gedeeltijk afgelost bypotheekje en
wand 1de naar de Justitie om te zien wat er
nog aan te doen was. Dit is een geval, waarin
het gebed blijkbaar geen genezing brengt.
Intussehen, nu kan de dokter ook niet meer
helpen, want het geheele actief bestaat uit
15.33aan contanten, eenige boeken, ba
nieren, en een avondmaalstel.
Opgelicht voor 11.000 gulden. In verhand
met de aanhouding eener bewoonster der
Daendelstraat te 's-Gravenhage, verdacht van
oplichting tot een bedrag van 11.000, deelt
men aan het B. Nbld. nader het volgende
mede:
Zij hield er van goede sier te maken.
Dat is een heel prettig ding, maar je moet
er het geld voor hebben.
En dat had mevrouw niet!
Maar goede sier maken deed ze toch.
Ze deed bestellingen bij diverse winkeliers
in de buurtop de pof.
De leveranciers zagen al gauw in dat 't
„niet veel soep3 was." maar durfden hun leve
ringen niet staken, uit vrees de gelden voor
het vroeger geleverde niet los to krijgen. Wel
kwamen ze dikwijls manenen nog eens
manen. De één deed het gematigd, de ander
minder gematigd. In het laatste geval ont
aardde hot nogal eens in scheldpartijen.
De buren, fatsoenlijke menschen, namen er
aanstoot aan. dreigden den huisheer met de
huur op te zeggen, als hij mevrouw niet te ken
nen gaf, dat ze beter deed een andere woning
te zoeken. Maar dat kon ook al weer niet; van
wege de achterstallige huurschuld, dio anders
ook heelemaal niet los zou komen. Mevrouw
stoorde zich aan niet, ging chic gekleed, maak
te plezier.
Op een dag bezorgde zij het heele Bezuidcn-
kwartier een verrassing! Mevrouw betaalde
Betaalde! Betaalde den huisheer; anders ging
dat bij deurwaarders exploit, betaalde den sla
ger, den bakker, den fruïtman.
Een erfenis fluisterden de menschen.
Keen.'t was een voorschot, maar op een
eigenaardige manier verkregen.
Voor eenige dagen kwam een inspecteur van
politie, de heer Blok, haar bezoeken. Het on
derhoud. dat volgde, was oorzaak, dat mevrouw
een wandeling naar het politie-bureau moest
maken en door commissaris Wulffers verhoord
werd. Daarvan was weer het gevolg, dat zij
naarhet huis van bewaring werd over
gebracht, verdacht van oplichting en valsch-
heid in geschrifte, bij herhaling gepleegd.
Eenige malen moet het haar gelukt zijn, den
houder van een voorschotbank en een inoner
der Residentie onder voorwendsels en op val-
schelijk onderteeker.de borgstellingen te bewe
gen, haar gelden te leenen tot een gezamen
lijk bedrag van 11.000.
het verlaten kind gegeven hebben de heer
von Helmberg etaat er óók op voor 50 tba-
lers hier de rekening tot op heden van de
geldbelegging en mijn beheer, en bier einde
lijk het spaarbankboekje welke som met het
saldo der rekening klopt: Irma heeft nu een
vermogen van 842 thalers 1514 grossclien be
nevens de rente tot 1 Januari, dat haar papa
elk oogenblik van de spaarbank te Wertheim
kan opvorderen.... Welnu, pak toch aan!"
„Ik geloof niet," gaf de domeinraad ten
antwoord, „dat ik handel volgens de bedoe
ling van majoor von Helmberg, wanneer ik
dat zoo ijzig koel behandel als gij, m'neer
de houtvester. Mij dunkt, dat de laatste regels
dezer afrekening, die met verscben inkt zijn
geschreven, een betere getuigenis van nw
hart afleggen, dan nw tegenwoordige koel
heid, ze zijn min of meer mielukt.... Waar
vandaan zou dat komen?"
„Dat komt er niet op aan," zeide de hout
vester verlegen, „de cijfers zijn duidelijk ge
noeg leesbaar."
„Ja, zeer duidelijk", hernam de domein
raad. Maar de majoor heeft er volstrekt niet
op gerekend, dat Irma een vermogen bezit;
mijn financieele lastgeving loopt in een an
dere richting."
„Hoe bedoelt u dat?" vroeg de houtvester
verwonderd.
„De vraag is hoeveel de majoor u schul
dig is."
„Hij is mij niemendal schuldig."
,M'd waarde heer Willifred, u zult toeh
wel heseffen, dat baron von Helmberg zich
niet do kosten voor onderhoud en verpleging
van zijn kind door u kan laten betalen."
„Neem me niet kwallik, m'neer de domern-
Aan onze land- en
tuinarbeiders.
Osinga richt ia de Nieuwe Mecrb. een waar
schuwend woord aan de land- en tuinarbeiders.
Aan dit pittige stuk, willen wij hieronder het
een en ander ontkenen, waarmede ook katholieke
arbeiders hun voordeel kunnen doen.
Daar wordt propaganda gedreven in den
lande! zoo lezen wij.
Propaganda door den Modernen Bond van
Land-, Tuin- en Zuivelarbeiders, een lid van het
alom befaamde Nederlandsch Vakverbond, dat
't uitroept: Groot is de klassenstrijd en Oude
geest is zijn profeet!
Dat die Bond propaganda drijft is zijn goed
recht.
Dat zijne propagandisten 't onze arbeiders
toeroepen: Uw Christendom is met den klassen
strijd vereenigbaar, is te betreuren, maar
we kunnen zulk beweren bestrijden en weer
leggen.
Maar geen recht heeft die Bond, afdeelingen
te stichten op een wijze, die met den naam van
boerenbedrog nog niet scherp genoeg gehekeld
is.
Wat is 't geval.
Eerst komt er een spreker, die zeer getrouw
de beginselen van den modernen bond ontvouwt.
Hij wijst op 't noodzakelijke van den klassen
strijd, en prijst 't aan, dat door geen organi
satie verbetering tot stand kan komen, dan door
de „moderne''.
Men geeft dan gelegenheid tot debat, en dan
Dan komt 't bedrog.
Dan komt er een tweede spreker, die een
nieuwe afdeeling opricht.
Er wordt dan een vergadering belegd, waar
allen verwacht worden, die lid wenschen te wor
den.
Op de convocaties zegt men dan over 't debat
niets. Velen onzer arbeiders gaan dan naar zoo'n
vergadering, in de verwachting, dat er gedebat
teerd zal iworden.
Maar dat komt anders uit!
Poeslief wordt er gezegd, dat er alleen gele
genheid zal zijn om vragen te stellen over de
inrichting der organisatie.
Over de beginselen mag niet gevraagd wor
den, want, dat is debat, en daarvoor is men
niet bij elkaar gekomen.
Geheel onschuldig wordt dan gezegd, dat het
doel is: Door organisatie verbetering van den
economisch en toestand aan te brengen.
En als dat artikel genoemd is, dan is het
programma genoegzaam toegelicht.
Over den klassenstrijd wordt dan niet meer
gesproken, want, dat is debat, ziet u.
Over andere richtingen wordt niet gesproken,
want dat is debat.
Over andere organisaties wordt niet gerept,
want dat is debat.
Alleen wordt medegedeeld, dat men niet aan
politiek doet, en dat men door organisatie de
positie verbetert. Over 't laatste is men 't natuur
lijk eens, en daarom is er geen debat.
Zoo geschiedde o. a. te Hillegom.
Zoo worden zij, die aan den „zelfkant" staan,
verleid.
De modernen zijn niet neutraal geweest.
Dc modernen konden niet zwijgen van den
klassenstrijd.
De modernen propageerden politiek, als alge-
meer kiesrecht en anthmititairisme.
En toen zeiden onze mannennu zijn wij ge
noodzaakt onder eigen vlag op te trekken. Dat
is da nuchtere waarheid. j
Oudegeest heeft op een propagandatocht ge
zegd:
„Sluit u aan bij het N. V. V., want dit
laat zich als een gewillig werktuig gebrui
ken, ten einde de S. D. A. P. de overwin
ning te bezorgen voor eene meerderheid in
het parlement. Blijft er tijd voor, dan wor
den ook uwe belangen behartigd. Gods
dienst is daarbij uwe persoonlijke zaak."
Dezelfde Oudegeest zei:
„Sluit u aan bij het N.V.V., dat moet die
nen als machtsmiddel in den klassenstrijd,
tot het in bezit nemen van de arbeids- er,
productiemiddelen, opdat wij samen dien
nieuwen heilstaat kunnen ingaan. Dit is
niet in strijd met uw geloof."
Daarom, christen-arbeiders (en dit geldt ook
voor de katholieken) in land- en tuinbouwbe
drijf, iaat 't u gezegd zijn.
Ten slotte wekt de schrijver de arbeiders op
zich te organisecren op christeüjken grondslag;
wij nemen die oproep over en roegpn onze land
en tuinbouwa.rbeiders toe: Sluit u aan bij uw
Roomsche organisatie en maakt die op deze
wijze sterk tegen de aanvallen der rooden.
ROOSTER DER BETRATTEN,
al van het St. Clemenshuin te Noordwijkërhout
58 Maart. Dekenaat Wervcrshoof (Gehuw
de Vrouwen f 6.
raad, ik ben wat traag van begrip. Maar ik
meen dat wanneer iemand .zoo zijn kind aan
anderen kan overlaten, bij dan ook ben voor
't kostgeld kan laten opkomen. Staat m'neer
de baron er bepaald oP> dat le betalen, laat
hii zicb dan wenden aan bet echtpaar Ran
zig, dat immers ook zijn kind eenpaar jaren
beeft verzorgd; die zijn minder kiesch uitge
vallen dan ik."
„Ik ben overtuigd, dat m'neer de majoor u
nog veel meer vergeven zon, dan nwc hui
dige gezegden; bij zou daaruit afleiden, dat
zijn dochter in geeu liefdevollere en betere
banden kon geraken, dan in de uwe."
„En wat dunkt u, meneer de domeinraad,
op hoeveel thaler per jaar wel meneer de
majoor deze liefde taxeert?"
„De liefde, welke gij zijn kind hebt bewe
zen, die zorg, waarmede gij het hebt bewaakt,
bet goede dat u geleerd hebt, die wil de ma
joor u niet betalen, want dat kan hij u niet
betalen."
„Dat dunkt mij ook!" zeide de houtvester
sarcastisch en trommelde op zijn schrijftafel.
„Goddank!" hernam de domeinraad met
minder sarcastisch. „U zult waarschijnlijk dan
óók begrijpen, dat bij de geldelijke uitgaven,
door u gemaakt, betalen moet en kan, en
daarvoor moet ik het met u eens zien te wor
den."
„Dat is niet te berekenen".
„Niet op een penning; maar wil kunnen
toch bij raming een som bepalen en in dat
opziebt heeft de majoor mij voorzien van
volmachten, die zeer stellig verder gaan, dan
de aanspraken die u maakt."
„En het verschil is dan voor de liefde, de
zorgen en het goede haar bewezen en ge-
1215 Maart Meisjes uit dorpen (voltallig).
1720 Maart. Heeren Middenstand uit steden
(vergoeding f 6.
2327 Maart Jonge Dames v. dl deftigen
stand (vergoeding f 10).
30 Maart2 April. Jonge Dames v. d. mid-
denst. (vergoeding f 6.
6—9 April. (Goede week) Heeren van den
deftigen stand (vergoeding f 10)
1114 April. (Paaschdagen) Jongelingen
hoofdzakelijk uit steden (vergoe
ding f 4.
16—19 April. Leerlingen van H. B. S. en
Gymnasium (f 4.—),
2326 April. Meisjes (vergoeding f 4.
28 April2 Mei. Jonge Dames Middenstand
(vergoeding f 6.
912 Mei Mannen en Jongelingen (vergoe
ding f 4.—)
18—21 Mei. Bloemisten, Tuinders en Land
bouwers (f 6.
2529 Mei. Dames van den deftigen stand
(vergoeding f 10.
30 Mei2 Juni. N. R. K. Volksbond (vergoe
ding f 4.
b. van het Retraitenhuis „De Thabör" te
Botterdam:.
25 Maart Gehuwde Dames Middenstand
uit steden (f 6.
912 Maart. Dienstboden uit steden (vergoe
ding f 4.
1619 Maart. Jonge Dames Middenstand (ver
goeding f 6.
2326 Maart. Meisjes uit dorpen (vergoeding
f4.-)
30 Maart2 April. Huismoeders (vergoeding
f 4.-)
58 April Meisjes uit steden (vergoeding
f 4.-).
1619 April. Dames Onderwijzeressen.
2124 April. Huismoeders (vergoeding f 4.)
2730 April. Huismoeders (vergoeding f 6).
47 Mei. Jonge Dames Middenstand (ver
goeding f 6.
1114 Mei. Dames van den deftigen stand
(vergoeding f 10.—).
1720 Mei. Meisjes uit steden (vergoeding
f 4.-),
2326 Juru Meisjes uit dorpen (vergoeding
f 4.—)
29 Juni2 Juli. Dames leden v. d. Vereeni
ging der Eeuwigd. Aanbidding
(vergoeding f 6.—).
69 Juli Meisjes uit dorpen (vergoedieg
f 6.—),
N.B. Men wordt verzocht zich voor deze
Betraiten op te geven bij d© Eerw. Geeste
lijkheid.
4o JAARBOEK VAN HET BUREAU
VOOR DE R. K. VAKORGANISATIE.
Wij ontvingen het vierde jaarboek van het
bureau voor de R. K. Vakorganisatie, betrek
king hebbende op den omvang der Nederland-
sche R. K. Vakbeweging in 1913.
Het is een flink boekdeeltje, dat op de
eerste bladzijde versierd is met het portret
vaar Z.Em. Kardinaal van Roeeum CssR.
De voornaamste punten uit het boek zijn
dezer dagen bekend geworden ter gelegen
heid van de jaarvergadering van het Bureau
in den Haag gehouden.
Het ledental bedroeg op 3i December 1913
27 949, wat een aanwinst is van 6195 en wel
aantoont, dat het Bureau op bloei kan wijzen.
Op dien datum waren 21 vakbonden aange
sloten.
Het bestuur hoopt ook dit jaar niet teleur
gesteld te worden en verwacht op 1 Januari
1915: 35000 leden.
18 Juli ais. wordt het eerste lustrum ge
vierd.
Verkocht werden in 1913 52 999 brochu
res.
Uitvoerig wordt gesproken over het fonds
tot bestrijding der tuberculose: „Herwonnen
Levenskracht".
De jeugdorganisatie ging belangrijk vooruit:
in 1913 organiseerde de R. K. Vakbeweging
ongeveer 2500 leerlingen.
Ten slotte worden oen aantal cijfers gege
ven, waaruit de vooruitgang van de R. IC.
vakbeweging duidelijk blijkt.
Bovendieu worden lijsten gegeven met de
adressen der aangesloten bonden; de R. IC.
Dag- en Weekbladen en grafische voorstellin
gen van den stand der R. K. Vakbeweging
en van de tuberculose.
Een nuttig boek, dat ons een goeden kijk
geeft op den stand der Roomsche Vakbewe
ging
POST-ASSISTENTEN.
Ten opzichte van de vervanging van do as
sistenten op de enkelvoudig© postkantoren In
leerd", zeide de houtvester.
„Ziet u, meneer de domeinraad, dat begrijp
ik ook. Doch genoeg hiervanneem Irma,
neem haar vermogen, maar Iaat mij het be
wustzijn, dat ik hetgeen ik aan Irma heb ge
daan, niet met geld betalen; ontneem m)J
niet de hoop, dat dit meisje te midden der
schitterende kringen, waarin zij zicb zal be
wegen, menigmaal aan 'den houtvester van
Hob en walden terugdenkt, die haar eenmaal
een vader is geweest, zoo goed als bijIk
heb gezegd, meneer de domeinraad", brak de
houtvester kortaf, sprong op en keek het
raam nit naar het boseb.
De domeinraad, in hooge mate ontstemd,
bestudeerde het eenvoudige behangselpatroon
van dc kamer. Daar traden Irma en de hout-
vesterin het kantoortje binnen. „Irma komt
u vaarwel zeggen, Berthold!" riep juffrouw
Willifred.
„Goed, m'n kind!" zeide de houtvester, zon
der zich om te keeren„reis met Gods zegen
Pijnlijk verwonderd over dit koele bescheid
en den ietwat ruwen klank daarvan, keek
Irma eerst den houtvester en toen den do
meinraad aan.
„Heb ik u vertoornd, oom?"
„Neen, maar ga nu been en maak een ein
de aan dit tooneel! Ga met God; ik wensch
je alle goeds."
„Meneer Willifred is min of meer uit zijn
huinenr,-freule", deed de domeinraad opmer
ken, „Ilc had van meneer nw papa den last
ontvangen...."
„Doe me bet pleizier van uw lastgeving te
zwijgen, totdat Irma ook inwendig zich tot
freule beeft ontwikkeld," zeide de houtvester
sarcastisch.
meer verantwoordelijke diensten door com
miezen-titulair, heeft de directeur-generaal
aan een commissie uit het hoofdbestuur van
den bond de Post medegedeeld, dat zulks ge
schiedt oan tweeërlei redenen. Ten eerste
blijkt, dat door adsistenten in die verantwoor
delijke diensten veel over tekorten is geklaagd
en dat vooral in de laatste maanden het aantal
tekorten onrustbarend is toegenomen, waar
door tegen die diensten wordt opgezien. Ten
tweede moesten ook de belangen der kler
ken-categorie behartigd worden. Door dien
maatregel kan Lach het aantal commiezen-
titulair worden uitgebreid. Deze vervanging
zal echter niet zóot belangrijk zijn of twee
derde der plaatsen blijft aan de adsisteatea
toegewezen. De postzcgeJloketten blijven
hoogstwaarschijnlijk den adsistenten toegewe
zen.
ASPIRANT-OPZICHTER DER TELEGRAFIE
In Augustus zal een vergelijkend onderzoek
worden gehouden vcor de betrekking va«
adspirant-opzichter der telegraphie, waarvooï
vijf plaatsen worden opengesteld.
De adspirant-opzichters geniete eene be
zoldiging van f 50 per maand.
Zij kunnen, na een diensttijd van ten minste
2 jaren en na voldoende blijken van aige-
meene geschiktheid te hebben gegeven, deel
nemen aan het examen vcor opzichter der te
legraphie, aan welke betrekking eene jaar
wedde van f 1000 tot f 2400 is verbondea.
Heeft een adspirant-opzichter na vijf jaren
niet aan het even bedoelde examen voldaan,
dan wordt hij uit 's rijks dienst ontslagen.
De candidaten behooren zich. vóór 11 Juli
tot den directeur-generaal der posterijen en
telegraphie te wenden bij een op zegel ge
steld verzoekschrift, met nauwkeurige opga-a/
van naam, voornamen en woonplaats. Zie
voorts Stct. (no. 50).
OPLATING VAN POSTDUIVEN.
In aansluiting aan het bericht, voorkomen
de in de „Staatscourant" van 5 Februari 1813,
wordt ter kennis van belanghebbenden ge
bracht:
dat, blijkens medcdeeling van den Franschei
gezant, door de bevoegde Fransche overfeeic
is geconstateerd, dat liet voorschrift betreffen-
de de mededceling, welke behoort to geschie
den 14 dagen vóór het oplaten van duiven
door particulieren of vóór bet oplaten op data,
die niet lang te voren kunnen worden vastge
steld, niet strikt wordt nageleefd.
Het. gevolg daarvan is, dat de met het toe
zicht belaste ambtenaren niet altijd tijdig zijn
gewaarschuwd.
Ten einde in dezen toestand verbetering te
brengen, heeft de Fransche minister van Bin-
nenlandsehen Zaken besloten, dat voortaan, bij
gebreke van de inzending der medcdeeling
binnen de voorgeschreven termijnen, den
overtreders zal worden verboden hunne duiven
in vrijheid te stellen.
Bovendien komt het herhaaldelijk voor, dat
do mededeelingen van oplating aan den Fraa-
schcn ministier van Binnenlandsche Zaken
worden gericht bij briefkaarten of brieven,
weike niet do vereischto inlichtingen i«hou
den. Ten einde deze mededeelingen uniforia te
maken, heeft genoemde minister een formu
lier vastgesteld, dat afgedrukt is in Staats
courant no. 49, dat in het vervolg zal mccten
worden ingevuld door de liefhebbers, die vlueh-
ten van vreemde duiven op Franscli grondge
bied regelen.
Bovendien bepalen de voorschriften van het
Fransche departement van Binnenlandsche
Zaken onder dagteekening van 11 Januari
1913, dat, indien van eene voorgenomea «pla
ting wordt afgezien, men verplicht is daarvan
medcdeeling tc doen aan de „Direction de la
Sftreté Générale" drie dagen vóór de oplating
voor plaatsen aan deze zijde en vier dagen
voor de oplating voor plaatsen aan gene zijde
van Parijs. Deze. termijnen moeten niet wor
den berekend van den dag af, waarop do bic-
dedueling op de post wordt gedaan, maar van
dien af, waarop zij aan de „Direction de la
Süreté Générale" wordt ontvangen. De prak
tijk heeft geleerd, dat deze mededeelingen bij
na altijd te laat het ministerie van Bi**cn-
landsche Zaken bereiken.
Belanghebbenden dienen derhalve cr voor te
waken, dat de aangegeven termijnen regelma
tig in acht worden genomen.
Ten slotte vestigt de gezant de aandacht op,
do volgende bepalingen betreffende het «pla
ten van vreemde postduiven in Frankrijk
„Wanneer van het afzien van eene «plating
niet ten minste drie dagen van te voren ir
„Wat was dat voor een opdracht?" vroeg
Irma, zich hoog oprichtend met bliksemende
oogen
„U begrijpt, freule, dat majoor vas Helm-
berg, uw heer papa, m'neer den houtvester,
voor zoover hem dot mogelijk is, niets kan
schuldig blijven
„Ik begrijp het al, ik begrijp het al," viel
Irma hem schielijk in de rede, „maar majoor
von Helmberg, mijnheer mijn papa zal hem
schuldig blijven, en baronesse von Helmberg,
mevrouw mijn mama, zal hem óók schuldig
blijven, en waarschijnlijk meer, dan wij hem
heel ons leven lang kunnen betalen. Niet
waar, oom?"
De houtvester keerde zich fluks om, knikte
even en keek toen weer het raam uit. Men
mocht niet uien, dat zijn oogen vochtig waren.
„En waarom zouden wij clan dat ook niet,
heer domeinraad?" ging Irma schielijk voort,
„Staan wij soms te hoog voor oom Willifred?
Dat zal spoedig vereffend zijn, als ilc niet
meer freule von Helmberg, maar juffrouw
Egon Willifred ben."
Onwillekeurig knipte de houtvester met de
vingers! De domeinraad haalde eehfler on
merkbaar de schouders op. Die beweging
evenwel ontging Irma niet. Heur gezicht
werd gloeiend rood, en hare oogen begonnen
te flikkeren.
„Mijnheer de domeinraad," zeide zy met
trillende stem, „u zult mij zeer verplichten,
wanneer u mijne ouders in de stad daarom
trent terstond klaren wijn schenkt.
(Wórdt vervolgd.!
■III w 'I I imiii>hi»suiiiii I. muil nil 11, nu JI.
l':Lmmmm—inn i luim——