IRMA. Bloemendaalsche Brieven. BUITENLAND. BINNENLAND. IV. *tWns da laatste dagen zulk mooi weer, dat ik legen m'n vrouw zei: „Kom oudje, we nemen de been en nog eens op, en we gaan eens kjjkon of er in de omstreken nog iets nieuws te zien is. Wanneer je iederen dag voor zaken naar 'e lauds hoofdstad moet, wil jo graag profiteeren van een vrijen, en tege lijk mooien dag. Dat gebeurt niet zoo dik wijls. We marcheeren de Kleverlaan af. Een mooie weg. De boomen zijn flink gegroeid; dat is lekker voor van de zomer. We loopeu zoo langs den tram verder, *t Kleverpark in. En passant bewonderden we de tramwagens van de EJSLE.T. Ik zeg: „Ja vrouw, dat komt door de concurrentie. Toen er midden door Haarlem een electrische kwam, was de E. N. E. T. er als de kippen bij, om baar materieel te verbeteren. Nou, dat was geen overbodige weelde. Ik weet nog wat goed, hoe we beiden Bchrokken, toen wo eens een koertje een „rin getje" hadden genomen. Boem, ging bet. 't Leek net of de heele wagen werd opgepakt en met een smak andersom werd gezet. Ja, ja, daar i's de concurrentie tooh maar goed voor." We kuieren verder en komen zoo langzaam aan bij 't groote viaduct van de spoor, waar de tram links om slaat. Sapperloot, wat zijn zo daar aan 'twerk. Do belft van de brug is afgezet; want daar wordt een dubbele lijn ge legd. De eene is die van Bloemendaal, en de anderedie zal wel voor Overveen zijn. M'n vrouw zegt: „Weet je wat, we moeeten nier dezen weg maar af g'aan (ze bedoelde den Verspronckweg), zoo naar Overveen en dan gaan we meteen weer naar huis. In die dad heb je ook niets." Goed. We bewonderden dien flinken broe ien weg, vragen ons af, of dat nou die fa briek van Beynes is, waar ze zoo over ge sproken en geschreven hebben, en passeereu ;et spoorweg-viaduct. „Hé, zegt vrouwlief, wat een mooi gezicht is 't hier." U moet we ien, mijn oudje is daar nog nooit geweest. En 'tis werkelijk mooi. In de verte zie jö den duinkant, dicht bebosoht, met buizen er tus- sohen, en hier en daar een villa, die er zoo leuk door komt kijken. Toen we iets verder waren, zagen we den tramaanleg, en tegelijk zag ik ook aanleg op mijn vronws gezicht. Ik dacht eerst aan een neiging tot niezen, dan kun je ook wel eens van die rare gezichten trekken, als 't niet komen wil. Maar dat was 't niet, want bet bleef aanhouden. Daar kwam de bom: „Kijk 'rs man, wat een vieze boel hier. 'tls toch zonde. Nou denk je een lekkere wandeling te maken langs zoo'n mooien weg, en nou st.... 'ter alsIk zal 'tmaar niet herhalen, maar gelijk bad ze. 't Schijnt wel of men de menschen aanschouwelijk wil maken, welk soort zitplaats Job gehad heeft in zijn arme dagen, 't Lijkt er wel een vuilnisbelt in aan leg. Is 't niet zonde en jammer van zoo'n wandelweg, zoo goed bestraat, flink breed, met fietspaden aan weerskanten en blijkbaar goed verlicht; we zagen tenminste heel wat lantaarns. Wat drommel, langs do Amsterdamsohe Vaart zijn een massa reclameborden opge ruimd, omdat het landelijke schoon er door ontsierd werd, en bier.... langs zoo'n mooien wegnee, maar! Of is 't misschien ook re clame, of een wedstrijd, welk soort mest de minste (of de meeste) genr geeft. We waren eigenlijk blij, dat we weer op den Bloemendaalscben weg kwamen. Daar loef jo 'm zoo iets niet te lappen. De aanleg tot niezen was natuurlijk bij mijn wederhelft verdwenen, en ik kon weer wat met haar praten. „Z'e je, vrouw", zeg ik, „die E. N. E. T. is nog zoo dom niet. Die denkt ook: de Zijl- weg is niet breed genoeg (tenminste voor Ged. Staten) laten wij den Julianaweg eens probrcren. En dat ging goed. Dat kluifje beeft zij die andere tram lekker afgesnoept." „Ho, iio, man", valt eensklaps mijn vrouw in, „ik bemoei me anders niet met de poli tiek, maar non heb je 'ttoch mis. De tram langs den Zijlweg komt er ook. Ze zijn er al aan bezig." Ik zeg: „Wat zeg je; nou maar, dat komt nou toch zéker, omdat ze mekaar de loef willen afsteken. Maar daar moet ik naring of kuit van hebben." Ik beu den volgenden dag eens gaan kij- ;en. En jawel: op de Oude Gracht liggen ae rails al; op de Raaks is men bezig. Ik boorde (of 't waar is weet ia niet) dat de tram alvast zou rijden tot, aan de grens van de gemeente Bloemendaal. Wel zag ik, dat er al heel wat boomen onthoofd zijn. Mooi zal de Zijlweg er niet van worden, maar allo, je moet er maar wat aan opofferen. Toen we thuis kwamen, was de Nieuwe Haarlemsche er al. Ik las het verslag van j onzen gemeenteraad. Wel, wel, dat is nu al de vierde keer dat er over gas wordt gespro ken. Nu kun je dat wel treuzelen noemen, maar 'tis toch ook goed, als de lieve centen zoo maar niet over den balk worden ge gooidEn omdat 'tover duizenden loop.t is 'trie moeite van 'tspreken wel waard. Eén ding lijkt me wel practisch, dat er eens met Heemstede over gaslevering gesproken wordt. Als 'tgaa van Haarlem werkelijk niet deugt (en dat zeggen niet alleen de raads leden bier), waarvoor zullen we er ons dan mee laten opschepen. *k Wed, dat Heemstede 'tniet eens onaardig vindt, zijn afzetgebied wat te vergrooten. Dan behoeven ook zij, die bang ziin voor annexatie bij Haarlem, ten minste van dien kant niet ineer te vreezeu. Ziezoo, voor vandaag heb ik al weer genoeg geïnspecteerd .Daarom gegroet tot een vol gende inspectie. INSPECTOR. EEN COMPOSITIE VAN DEN PAUS? Volgens een bericht in het Romeinsch kunstblad „Tirso", een bericht, dat wij slechts onder voorbehoud overnemen lieeft de Paus een vierstemmig liturgisch motet gecomponeerd, hetwelk gewijd is aan den H. Jozef en in het rythme van het Veni Creator geschreven is. De uitvoering van dit motet, dat door Pe- rosi zeer geprezen wordt, zal op 19 Maart, feestdag van St, Jozef, plaats hebben in de kapel van het Vaticaan en bijgewoond wor den door enkele kardinalen en genoodigde prelaten. Msb. HET TESTAMENT VAN KARDINAAL RAMPOLLA. Volgens een telegram uit Rome aan het „Berl. Tagebl.", is in de zaak betreffende het verdwenen testament van kardinaal Rampolla, plotseling een wending gekomen. Werd er dezer dagen gemeld dat de kamer dienaar Peppino van den diefstal werd ver dacht, thans ia, zoo meldt de correspondent, bij de justitie in Rome een naamlooze be schuldiging ingekomen tegen den broer van Peppino, die het stuk zou gestolen hebben. Peppino zelf zou dit onder vrienden ver teld hebben. Zijn broer zou dadelijk na den dood van den kardinaal in het paleis zijn gekomen en het testament hebben weggeno men om den zwager van kardinaal Ram polla, baron Perrana af te zetten. Baron Perrana, die wegens het wange drag van zijn zoon, in het tweede testa ment geheel onterfd werd, had er natuur lijk groot belang bij in het bezit te komen, van dit stuk. Toen hij dan ook op het paleis kwam, zou hij altijd nog volgens de naamlooze beschuldiging aan den kamerdienaar in Napelsch dialect gevraagd hebben: „Nu, Peppino, waar ligt het testament verbor gen? waarop Peppino voorzichtig zou ge antwoord hebben: U bedoelt de papieren, baron? Die zal ik dadelijk bij u aan hui3 brengen. Indien deze beschuldiging juist blijkt, behoeven er nauwelijks op ito wijzen, dat wij dit sensatienieuws van het „Berl. Ta gebl." slechts onder de noodige reserve weergeven, aldus de Msb. waarbij wij ons geheel aansluiten,dan staat een groot pro ces te wachten. EEN ZUSTER GEHULDIGD. Te Compiègne is dezer dagen overleden Zuster Maria, die 39 jaar de zieke soldaten van het 54e regiment verpleegd heef. Naar aanleiding van dit overlijden heeft de ko lonel een dagorder uitgevaardigd, waarin hij hulde brengt aan de nagedachtenis van Zus ter Maria, „die sedert 39 jaar in het hos pitaal te Compiègne de militairen met on vermoeibare goedheid heeft verpleegd; zij is gestorven op haar post, haar ha.rt en al haar krachten gevend. Toen zij alles had gegeven is zij heengegaan. Zij verpleegde de zieken als een moeder haar kinderen. Indien de nederigheid der overledene ver hindert, een krans te leggen op haar kist, laten wij dan ten minste een krans vlech ten van bewondering en eeuwige dankbaar heid." KIESRECHT IS KIESPLICHT. Door den aartsbisschop van Reims ia tot de priesters en geloovigen van zijn diocees een vastenbrief gericht, waarin Z.Em. spreekt over de plichten der Katholieken jegens de Kerk en Frankrijk. Do „L. K," ontleent aan dit schrijven een en ander: Z.Em. zet daarbij uiteen, op welige wijze de Katholieken hun burgerrecht enspeciaol het kiesrecht hebben uit t© oefenen. Gij moet, zoo zegt de Kardinaal, alle eer- zuchtigen zonder beginselen, die niets an- dei'3 zoeken dan hun persoonlijk belang, we ren, en gij moet alleen uw stem geven aan mannen, die op de hoogte zijn van de kwes ties, welke zij te behandelen hebben, aan oprechte en belangelooze vrienden van het algemeen welzijn, aan mannen die door over tuiging de beginselen zijn toegedaan, waarop de sociale orde, de vrede en de vooruitgang der natie rusten. Gij moet niet stemmen op die candidaten, die door hun goddelooze, onzedelijke of re volutionaire leerstellingen de levensbelangen van het leger, de financiën, den handel, als mede het prestige en den invloed van Frank rijk naar buiten in gevaar brengen en gij woet slechts mannen kiezen, die hun krach ten wijden aan de essentieels belangen van het land. Gij moet uw; stem niet geven aan candi daten, die zich niet bezorgd maken om het voortwoekeren der onzedelijkheid, van het alcoholisme, van de profanatie van het hu welijk, van de verwoesting van het familie leven en de systematische ontvolking van het land tegen te gaan, doch gij moet kie zen jnannen, die vast besloten zijn om den 6trijd te steunen tegen deze kwalen, die de schande en de ruïnen van het volk zijn. Gij moet de candidaten weren, die bekend staan als vijanden van den godsdienst, als aanhangers van die genootschappen, welk© erkennen, vijandig te staan tegenover de Kerk personen, die reeds van hun macht of hun mandaat hebben misbruik gemaakt om wet ten, of maatregelen goed be keuren, welke de Kerk schaden of zooals bij u bekend be stemd zijn om de godsdienstvervolging steeds voort te zetten, om 'de vrijheid der Kerk, haar bediening, haar werken van onderwijs, lief dadigheid of zedelijke strekking steeds meer te beperken, maar gij moet mannen kiezen, die besloten zijn ons deze vrijheid te verzekeren en de handhaving ervan te waarborgen door te onderhandelen met het Opperhoofd der Kerk. Dat Is een gewetensplicht en er bestaat geen dubbele moraal. Wij hebben geen twee gewetens, het eene voor het particuliere le ven, dat zich in ailes moet richten volgens de wet van God en het andere voor het maat schappelijke leven, dat onafhankelijk zou zijn. De kiezersplicht is des te meer een gewe tenskwestie, wijl ze'de meest ernstige ge volgen heeft Do tentoonstelling fce San Francisco. De bouwwerken voor de groote interna tionale tentoonstelling te San Francisco, bij gelegenheid van de opening van het Pana ma-kanaal in 1915 te houden, naderen hun voltooiing. Het ijzer- en betonwerk van al de groote gebouwen is bijna gereed en do zes grootste gebouwen zijn reeds op de fijnere afwerking na klaar. Den 6den Juli zal men waarschijnlijk met de installatie beginnen. Te San Francisco wordt tevens een groots zaal gebouwd om de verschillende offi- ciëele bezoekers te ontvangen, en confe- gemeentelijke tramverkeer in de omstreken renties te kunnen beleggen. Tevens zal het der tentoonstelling een aanzienlijke uitbrei ding ondergaan. Uit de delta der Sacraniento-rivier zijn aanzienlijke hoeveelheden grond aange bracht om prachtige bloemen- en planten tuinen te kunnen aanleggen. Vijftien vreemde naties: Engeland, Frank rijk, Rusland, Duitschland, Italië, Neder land, België, Denemarken, Spanje, Portugal, Noorwegen, Zweden, Zwitserland, Oosten- rijk-Hongarije en Australië zouden de uit- noodiging om troepen te zenden naar een internationaal kamp aangenomen hebben. Met troepen der Vereenigde Staten zullen de afgevaardigde militairen dezer naties een groote revue houden. Een der interessante attracties, die men aan de tentoonstelling" denkt te verbinden is een reis rond de wereld per vliegmachine, waarvoor prijzen zullen worden uitgeloofd, die samen meer dan 300.000 dollar bedragen. Een mijn onder water. Gisterennacht ie de kolenmijn Strepy te Bracquegnies, waarin 250 werklieden arbeid den, onder-geworpen. Vijf personen zijn ver drenken. Een nader Reuterbericht meldt nit Bergen: De ramp had plaats in de schacht Thieu, die eerst sedert drie jaar geopend is. Het pla fond bezweek, en stroomen water stortten zich met angstwekkende snelheid in de mijn. Het water steeg tot 70 meters hoogte. Negen mijnwerkers en 52 paarden zijn verdronken. Een huis, dat juist boven het punt gele gen was, waar de doorbraak plaats had, is door verzakking ingestort. De gendarmerie handhaaft de orde. Da me nigte, die van alle zijden toesnelde, is enorm. Hot Eucharistisch Congres, Het Internationaal Reisbureau van A. J. Lindeman en Co. te 's Gravenhage, en Seeu- wen en Co.'s Reisbureau te Rotterdam heb ben gezamenlijk ter gelegenheid van het van 2126 Juli a.s. te Gourdes t© houden Eu charistisch Congres een interessante reis naar die plaats ontworpen, waaraan de deel neming tot 1 April a.s. uitsluitend voor Ka tholieken openstaat.. Woensdag 15 Juli wordt de reis aanvaard vanuit Amsterdam met het modern inge richte stoomschip „Hollandia" van de Kon. Holl. Lloyd, hetwelk de reizigers na een prettig zeereisje van circa drie dagen te Coruna weder aan land zal zetten. Vandaar vertrekt men via Bilbao per spoor naar San Sebastian en Biarritz, in welke plaats korten tijd vertoefd wordt. Daarna wordt via Pau naar Lourdes ge spoord, waar men den 20sten Juli, daags voor de opening van hot Congres, lioopt aan t© komen. Na de sluiting van hot Congres wordt dan den 26ste-n Juli de terugtocht naar Parijs aanvaard, waar men tot 31 Juli zal vertoe ven om de vel© bezienswaardigheden der groot© wereldstad rustig in ©ogenschouw te kunnen nemen, waarna den 31sten Juli om 12 u. 80 min. 's namiddags naar Holland wordt teruggespoord. De reis per boot en spoor geschiedt le klasse, terwijl ook uitsluitend in le klas hotels zal worden gelogeerd. De Weleerw. heer O. M. Wouterlood, ka pelaan v. d. parochie van den H. Lauren- tius te Rotterdam, zal als geestelijk lei der de reis medemaken. Msb. Nieuw© Belgische postzegels. „Het schijnt dus vast te staan," zoo meldt het „H. v. A.", „dat we dit jaar nog nieu we Belgische postzegels krijgen. Van de 13 nieuwe postzegels er komt er eene van 15 centiemen bij zullen er negen blijven met de beeltenis van den koning, voor de kleine waarden, van één tot veertig centiemen. Do vier andere postzegels zullen de breed te hebben van onze Congoleeselie postzegels. Die van 50 centiemen zal onze nationale onafhankelijkheid voorstellen; een vrijwil liger in een kiel, ge\vond, neervallende en drie-kleurige vlag overhandigend aan een anderen strijder. (Herinnering aan den dood van graaf Frederik de Mcrode). De postzegel van 1 franc zal de Vrijma king onzer Schelde verbeelden, de grootste economische gebeurtenis van België. In de verte zal men de reede van Antwerpen bemerken, en aan den gezichteinder een schip voor opschrift dragende: „Schelde vrij", „Escaut libóre." De postzegels van twee francs zal de groo te economische gebeurtenis der eeuw voor stellen: de overneming van Congo: een of ficier doet een Arabischen slavendrijver wij ken voor de komst van de Belgische vlag. terwijl een slaaf zijne ketens breekt en een negerin een vrijgemaakt kind aanbiedt. Dez© van vijf francs, zal een hulde zijn aan het nationaal vorstenhuis't i3 te zeg gen het portret van koning Albert in medal- jon zal om,geven zijn met deze van Leopold I en Leopold II." De postzegels, welke op nieuw aangekoch te machines gemaakt worden, zullen veel fijner van afwerking zijn, dan de oude. Waarschijnlijk zullen de eerste nieuwe ze gels in September nf Oatober uitgegeven worden. HOFBERICHT. Met zekerheid wordt nu gemeld, dat de Koning en de Koningin van Denemarken voor hun bezoek aan Nederland van Vrijdag 22 tot Maandag 25 Mei hier te lande zullen verblijven. STAATSRAAD MR. BORET. Men meldt uit 's Gravenhage aan de Tel.i De vice-president van den Raad van State, jhr. mr. Roëll, heeft in de algemeene verga- dering van dit staatscollege in eenige harte lijke woorden hulde gebracht aan de nage dachtenis van den staatsraad mr. Borret, daarbij herinnerende aan de groot© verdien sten en de ijverige werkzaamheid door mr. Borret ook in dit college aan den dag gelegd. DE PARLEMENTAIRE MACHINE. Met het oog op den stand der begrootings- werkzaamheden in de Eerste Kamer, welke, naar zich laat aanzien, niet vóór midden Maart kunnen zijn afgedaan, wordt overwo gen de bijeenroeping der Tweede Kamer, aan. vankelijk voorgenomen tegen 14 Maart, te verdagen tot Dinsdag 17 Maart. R. K. OPVOEDINGSGESTICHT. De Surinamer meldt, dat bet Roomseh- Katholiek gesticht voor opvoeding van kin deren van Britscb-Indiërs, gevestigd op een terrein achter de Kathedraal, is ingewijd. Het gesticht is gedoopt met den naam Rajpur (Koningsplaats). By deze plechtigheid waren, behalve Mgr. Van Roosmalen met velen der geestelijken tegenwoordig de Gouverneur en familie met adjudanten, de waarnemend voorzitter der Kol. Staten, de hoofdambtenaren, de wnd. president van het hof van justitie en eenige andere genoodigden. Na het openingswoord van Mgr. Van Roos malen hield ook de Gouverneur een toespraak waarin hij o.a. zeide, dat de R. K. missie hier den weg betrad, welke hij voor den eenig waren houdt. Hier is het particulier initiatief voorgegaan, en bet bestuur gevolgd door het te steunen. OPPASSEN! We lezen in het „Volk"; „In het Statendistrict Gouda is in ver schillende gemeenten een belangrijk aantal nieuwe kiezers op de kiezerslijst gebracht. Zoo b.v. in Stolwijk en Bergambacht elk ruim 100, in Ammerstof 50, Schoonhoven ongeveer 100. Waar dit grootendeels vrij zinnige of roode kiezers zijn, kan, gegeven de verhouding van rechts en links, een Statenverkiezing onder de nieuwe lijst wel eens ongunstig voor rechts afloopen." Hier blijkt wel uit, dat de linkerzijde het oog gevestigd blijft houden op de Sta- tenstembus en dat men door gunstige uit slagen van tusschentijdsche verkiezingen 't door mr. Troelstra aangegeven doel: in 1916 de Staten en de Eerste Kamer om, hoopt te bereiken. Indien wat het „Volk" schrijft juist is, behoeft men zich van rechts in het Gouda- sche nog niet dadelijk ongerust te maken, maar wel is het, merkt de „Resb." op, en niet voor Gouda alleen, voor de rechter zijde een waarschuwing om op haar hoede te zijn, ook in de „stille" jaren, di© de periodieke verkiezingen voorafgaan, NEDERL. OFFICIEREN IN ALBANIë. Dr. Stürmer, een bij zonderen correspon dent van de Neue Freie Presse, die inder tijd tezamen met von Trotha, den hofmaar schalk van den aanstaanden Koning van Albanië, in Afrika den veldtocht tegen de Herero's heeft meegemaakt, vertelt in zijn blad, aldus de N. R. Ot., dat hij te Du- razzo majoor Thomson heeft gesproken. Deze was vol goeden moed en had ver trouwen in de lieden, die hem tot uitbreiding! van bet gendarmeriecorps ter beschikking stonden. De Grieken, zoo wist majoor Thomson to vertellen, maken nog geen aanstalten om Epirus te ontruimen, echter geloofde hij dat zijn gendarmes ten voile tegen de taak zou den zijn opgewassen, waarvoor zij daar wel licht zouden komen te staan. De opvatting van majoor Thomson, zoo voegt de correspondent hieraan toe, beant woordt aan de geestdrift, waarmee hij zijn taak heeft aangevat. Hij wil uit zijn gendar mes een kern vormen van den nationalen geest van eenheid en onafhankelijkheid. Zoo'n flinke dosis optimisme is trouwens in dit land in wording, dat nu onder de auspiciën van Europa zijn oeroude geschie denis voortzet, wel noodig. Belangstelling! Een firma in de Kalver. straat te Amsterdam gaf gisteren een geïl lustreerd verhaal van Amundsen's Znidpool- toebt cadeau. De straat stond vol en 't is er een gedrang en herrie geweest, dat de politie erbij te pas moest komen! In minder dan geen tijd was de heele voorraad op! FEUILLETON. Roman van Philip Laicus. 27. Juffrouw Marie zat naast de kachel, lief koosde werktuigelijk den grijzen kater en weende stil bij zioh. zelve. xvin. ONGEWONE TOESTANDEN. De rit van Irma en den domeinraad ver streek zonder geanimeerd gesprek. Irma zat in een hoek van het rijtuig voor zich te sta- j ren. Nn eens pruilde zij, dan twistte zij met I haar noodlot, een Oogenblik later rezen zacht aardige gevoelens in haar op en een poosje later schreide zij in stilte. Kortom, wie haar geaien had. zou nooit, geloofd hebben, dat dit een jong mende wo3, dat uit zeer bescheiden 1 toestand plotseling in een heel nieuwe we- jselr) vol glans was verplaatst. j Men kwam aan het naburige spoorstation, waar het rijtuig werd weggestuurd. „Freule, wilt u zoo goed zijn in te stappen!" „Freule, wilt n zoo goed zijn uit te s'appen!" In dit kringetje bewoog zich hst gesprek, dat mof een ernstig knikken met het hoofd en een lijdelijke gehoorzaamheid sloot. i In R" lehenfeïa bevonden mijnheer en me-' vrouw von Helmberg zich reeds aan het sta tion, om hun kind in ontvangst te nemen. De begroeting van den kant der ouders was zeer hartelijk, terwijl pruilende trots hij Irma aan de orde van den dag was. De domeinraad nam afscheid en wenechte den baron en de barones, dat zij zeer veel vreugde aan hunne pas weergevonden dochter mochten beleveu. De majoor schreef zulks toe aan de groote sympathie van zijn vriend den domeinraad, terwijl een uur later de domeinraad, toen hij weer te Wertheim thuis was, aan ziin vriend, den gepensioneerden generaal, den grootva der van Irma verzekerde, dat hii hartelijk blij was, toen hij Irma had afgeleverd; zij was zeer schoon, kon misschien zich ook heel minzaam voordoen, maar dezen keer had zij hem te veel doen denken aan wild struik- en doorngewas. Bijna was hii zonder jong© dame thuis'gekomen. De ouders zouden aanvanke- Uik veel last met haar hebben, totdat zij met haren nieuwen toestand zou zijn gewend. „Dat komt er van", flapte de generaal er wit, „als men z'n kind aan vreemde menschen overlaat in plaats van het in ziin eigen hoede te nemen. Dan worden de eigen ouders het vreemd, en de vreemden nemen de plaats der ouders in. Overigens," was hij van ineening, „komt dat in den omgang van zelf terecht." Wanneer de generaal te Reichenfels in het huis van zijn zoon ware geweest, en had hij juist op dat oogeniblik den kreet gehoord, welke de barones uitstiet: „Mais c'ost horri ble!" (IJselijk!) dan zou hij ongetwijfeld van meaning zijn geweest, dan er nog veel „te recht" moest komen en dat het nog te bezien zou staan,of alles nog wel terecht zou komen, wat men in de vroegere jeugd verzuimd had.' De kreet van schrik der barones had zijn reden in het resultaat, dat een lange onder richting der barones, hoe Irma zich voortaan in gezelschappen zou hebben te gedragen, hij deze had gehad. De lange onderrichting vond geenszins een gunstig onthaal bij Irma. Niet alleen wegens den van uit de hoogte gegeven schoolmeesterachtige!) toon harer mama, maar Irma vond in de manier, waarop hare moeder over de familie Willifred sprak, iets krenkende. Dat was wel is waar niet de be doeling van do barones, maar in bet vuur, om Irma begrijpelijk te maken, dat zij rich moest afwennen wat zij zich aangewend had en zich aanwennen, wat zij niet gewoon was, en bij de pogingen om den toestand te verdui delijken, liet zij hare geringschattende mea ning van de brave houtvesterlui, al te duide lijk doorschemeren. Het lag geenszins in den aard der barones, lagere standen in 't alge meen recht op achting toe te staan. Minzaam was zij tegen iedereen, zei rs tegenover den kleinen Bologneser, die in haar werkmandje lag, maar aanspraak op achting hadden al leen zij, die met haar van adel waren. Dat drukte zij dan ook in haar gezegden uit. De Willifreds zouden immers betaald worden; de houtvester zou den dag zegenen, waarop hij Irma tot zich genomen had, maar hij was toch maar een simpele houtvester. Hij had aan 'tkind ziin plicht gedaan, zoo goed hij kon, en daarvoor zou hij beloond worden. Maar dat ware voor ïrme thans „tempi pas- sati" en Irma moest nu haar blik op iets hoogers richten; zij zou er goed aan doen, het bosch en de houtvesterswoning zoo spoedig mogelijk vergeten en ten minste met niemand over haar verleden anders dan. ia algemeene termen te spreken.... 1 „Maar, beste mama", zeide Irma, toen de stroom van wellevendbeidsvoorschriften maar niet wilde eindigen, „het is misschien niet eens noodig, dat ik mij rjet dat alles martel, wat mij voor m'n tegenwoordigen kring ontbreekt, daar ik immers over een paar jaar naar mijn vorigen kring terug keer, waarvoor ik alles weet." „Maar, mijn beste kind' ge zult nimmer naar dién kring terugkeereri,. „O, toch wel, mama, als ik met Egon trouw „EgonF' herhaalde de barones op vragen-j den toon; ze was door deze onverwachte mededeeling meer verwonderd dan ontsteld. „Wie is dan die Egon, dien gij, lieve on schuld, zult huwen?" „Dat is de zoon van oom Willifred, met wien ik verloofd hen." „Dan was het de hoogste tijd, dat wij kwa men," was de barones glimlachend van mee ning, „anders hadden w« een mooie familie op den koop toe gekregen. Intusschen heb ik het u reeds van te voren gezegd en dat moet ge vooral goed onthouden, Irma er bestaat geen „oom" Willifred. Mevrouw de barones kon haast geen on gelukkiger weg gekozen hebben, om een moe derlijken invloed op Irma te verkrijgen, dan dat zij haar aan 'tverstand trachtte te bren gen, dat zij zich niets meer om de familie Willefred behoefde te bekommeren. Irma, die zich met duizend banden daar aan voelde verbonden, werd gloeiend rood over den minachtenden toon, welke de baro nes opzettelijk in hare woorden legde. ..Bestaat er geen oom Willifred?" vroeg Irma, terwijl zij haar van toorn fonkelende oogen op haar moeder vestigde. „Toen ik als kind bloedig mishandeld bescherming voud, wie nam mij toen op in zijn huis? Wie heeft vervolgens tien jaar lang mijn stoutheden en grillen verdragen en óaarbü onophoudelijk mij voor elke ruwe aanraking van het nood lot gevrijwaard? Wie was dat dan toch, geëerde mama? Wie heeft mij dan onttrokken aan een leven waarin men mij de ledematen nit hunne gewrichten wrong en rukte, om mijn lichaam lenig te maken, waarin men mij met honger lijden en de zweep dwong...." „Zwijg, Irma," zeide de barones ietwat streng, „dat is Goddank voorbij." Maar Irma zweeg niet, zij rekte zich inte gendeel tot hare volle lengte uit. „Ja, God dank", zeide zij schamper, „en naast God aan oom Willifred, wiens bestaan gjj uit mijn ge heugen wilt wisschen. Foei, hoe sehandelijkl Ik ware inderdaad een moeder waard, die haar kind vergeet, indien ik oom en moeder Willifred konde vergeten!" De barones 6taarde Irma ontsteld aan. „Welk een taal!" zeide zij eindelijk stame lend; „ga naar uw kamer, ik zal met paps spreken." „Terstond. Wanneer u het verlangt, begeef ik mij niet alleen naar mijn kamer, maar trek ik mij weder terug in de eenzaamheid van het Hohenwaldausche bosch; ik mag ei terug komen." „Ga uit mijne oogen! Uwe woorden rie ken inderdaad naar beukenhout!" „Best mogelijk. Ik wil u echter eerst nog iets omtrent Egon medcdeelen. Men heeft mij gezegd, dat de hardnekkigheid mijner groot- NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 5