DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.'
Z/l PK PTiYeeftujjz ett
«3 arteJ/orJss/r
FeJe/.ma
Kinderhuisvest 29-31-33, Haarlem
Dans en kleeding.
STADSNIEUWS
EERSTE BLAD.
Zaterdagavond praatjes,
SATERDAG 7 MAART 1914
38ste Jaargang üo. 8382]
ABONNEMENTSPRIJS!
Per 8 maanden voor Haarlem 3T1.B5
Voor de plaatsen, waar een agent ls gevestigd (kom "der gem.) 1.85
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post a 1.80
Afzonderlijke nummers ®®*L
Bureaux van Redactie en Administratie
intercommunaal Telefoonnummer 1426.
PRIJS DER ADVERTENTIëNi
Van 1—6 regels 60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer 10 ct.
Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 ct per regeL Buitenl 20 ct
Reclames dubbel tarief.
Dienstaanbiedingen 25 ct (6 regels), driemaal voor 50 ct (6 contant).
GULDEN bfj
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
Alle betalende abonné's op dit blad, die In Bel Bezit eener verzekeringspolis rfln efln volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voorj
GULDEN bij |»H GULDEN bij fjBfl GULDEN bi*
verlies van een 1 ®gj 18 verlies van 9 111 verlies van
GULDEN bü
overlijden.
één duim.
band of voet V V# IUF één oog
De nitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Hollandscbe Algcmeene Verzekeringsbank" te Schiedam.
GULDEN bij
verlies van
één
wijsvinger,
GULDEN hg
verlies van
één anderen
vinger.
Dit nummer bestaat uit uijf bla
den iu. o. de Of tic iëe ie Kerk-
lijst en 'net Geïllustreerd Zon
dagsblad, m 8 bladzijden.
AGENDA. 9 Maart
Gebouw St. Bavo R. K. Volksbond
Ondersteuningsfonds. Bestuur Schoen
makers.
Tey ler Museum Tentoonstelling van
teekeningen, behoorende tot de kunstverzame.
ling vau Teyler's museum, portretten, portret
schetsen en figuurstudies.
Bisschoppelijk Museum Jansstraat
i9 Geopend eiken dag van 105 uur, tegen
betaling van 25 cents. Uitgezonderd Zaterda
gen en R. K. Feestdagen.
Na sluiting onzer inschrijving voor de kerk
van father Staal kwam alsnog bij ons in:
Van parochianen St. Elis. en Barbara 9.
Van een ernstige zieke 5.
N. N. 1
N. N. 0.50
Wed. N. N. f 0.25
Ter eere van den H. Jozef J. K. f 5.
Tot zegen over 't huisgezin A. P. 1.
N. C. /l.-
Wij herinneren eraan, dat wij nu géén gif
ten meer in ontvangst nemen.
Daar is in den jongsten tijd van katholieke
zijde een scherpe actie tegen de mondainiteit
der moderne vrouwenkieeding en tegen de
perversiteit van het dansvermaak.
Niet alleen ten onzent, maar ook overal in
het buitenland, en met name in Frankrijk, Bel.
gië en Duitsehland, heeft zich het Hoogwaar
dig Episcopaat aan de spits gesteld van die
actie, en de gevolgen van dit optreden zijn
God zij dank reeds publiekelijk merkbaar.
De zinnenprikkeling bewust en met op
zet van de indecente vrouwenkieeding, die
klaarblijkelijk met voorbedachten rade gaat
in de richting van de moderne „cultuur" van
het lichaam, is volstrekt niets nieuws. Sinds
jaren al bewoog zich de „mode" in die rich-
tin, maar wat vroeger nog twijfelachtig was,
vertoont zich nü schaamteloos-brutaal: al
heeft ook juist die langzaam-daarbeen-drin-
gende mode ons oog eraan gewend en onzen
goeden smaak bedorven, daarover is wel
iedereen het eens: het loopt nu de spuigaten
uit.
En alleen de cynici die liefst „op 't kantje
af" loopen, ergeren zich niet.
Immers: tegen de indecente kleedij, de op-
drijving van het „collé" en de brutale ver
grooting van bet „décolleté", wordt protest
aangeteekend en 'stelling genomen ook door
niet-katholieken, die met do handhaving der
zedelijkheid in het openhaar leven dan toch
niet willen breken.
En juist zoo gaat het met 't dansen.
Wij behoeven hier niet dieper op in te
gaan. De dans op zichzelf natuurlijk een
volkomen onschuldige zaak is ontaard in
oen naaste gelegenheid tot zonde, en de z.g.
„moderne" dansen zijn zelfs, meer en erger
dan dat. Ze brengen het brutaal-bestiale, de
grofste voldoening der zinnelijkheid, tot m
de salons en de danszalen, zoo openlijk mo
gelijk, en daarom is het natuurlijk, dat niet
alleen uit een oogpunt van katholieke mo
raal, maar ook uit het beginsel der publieke
eerbaarheid tegen die dansen voornamelijk
wordt geprotesteerd, —-dat niet alleen de ka
tholieke geestelijkheid ze verbiedt en de ka
tholieke leeken er niet van willen weten,
maar ook doktoren, paedagogen en alle voor-'
standers van publieke eerbaarheid er ten ern
stigste tegen ageeren.
Intusschen wordt meermalen de opmerking
gehoord: is dat alles dan nu opeens zoo ge
komen?
Is de wereld dan precies in de laatste drie
of vier jaren zoo slecht geworden?
Hebben we niet altijd vrouwen gehad die
zich onzedig kleedden, is er niet altijd
sensualiteit geweest in hot dansen, en is een
wals dan zooveel zedeliiker als zoo'n moderne
apachendans?
Juist hierover willen we nu een woordje
zeggen.
Het is volkomen waar, dat de onzedelijk
heid der vrouwenkieeding niet precies van de
laatste dagen dateert in dezen zin, dat te vo
ren alles rein en oirbaar en fatsoenlijk was.
Integendeel!
En even waar is het, dat ook andere dan
sen dan de „moderne", indirect of direct voor
velen aanleiding en naaste gelegenheid wa
ren en zijn tot allerlei zonden. Reden dan ook
waarom onze geestelijke overheid die door
den biechtstoel van dit alles veel meer weet
dan wii misschien kunnen vermoeden uit
eigen kring, omgeving of ondervinding in
het algemeen zich tegen het dansen, zooals
dat in den tegenwoordigen tijd gebruik is,
verk laart.
Doch in de laatste jaren is er op het gebied
der publieke moraliteit in het algemeen
een zeer bedenkelijke verslapping ingetreden,
waarvan de.sensualiteit van kleeding en dans
slechts symptomen zijn.
En deze verslapping van de goede zeden is
het, die wordt bestreden door en op initiatief
der katholieke geestelijkheid, door al degenen
ten slotte die zooals wij, katholieken, het
behoud der zielen het hoogste achten van al.
De verslapping der zeden, de ontzettende
a-moraliteit (om een woord te gebruiken dat
misschien het begrip der tegenwoordige in
derdaad heidensche ontaarding van het zede
lijke gevoel en beste weergeeft), het ver
schrikkelijke verlies van de kennis van goed
en kwaad op striet-zedelijk gebied, dat Is
het groote kwaad onzer eeuw, dat invreet in
alle verhoudingen, in alle lagen der maat
schappij, in alle kringen, in alle doen en laten
flor mensclien.
En zóó groot en verspreid is die algemecne
a-moraliteit, dat zelfs ze zelfs verstandige,
goede katholieken meesleept, dat ze het oog
benevelt en den geest verwart van menig an
ders streng katholiek, dat ze objectief-zien
verhindert en de gevolgen van liet kwaad
(want de „mode" of de algemeenheid veran
dert immers nooit iets wat in zie h kwaad
is tot een zaak, die niet kwaad zon zijn!)
minder duidelijk doet zijn voor menigeen.
Dat is het groote, het ontzaglijke onheil
dat ook onzen katholieken dreigt, dat derhalve
voor het heil van zoovele zielen het naaste
gevaar brengt, en te rechter tijde heeft de
j geestelijke overheid, op voorbeeld en aanspo-
S ring van Christus' Plaatshekleeder zélf, met
waarschuwend woord ingegrepen en aan den
ontuchtigen geest, die ook in het kamp der
gcloovigen de overhand dreigde te nemen, een
„halt" toegeroepen.
Men heeft derhalve het optreden van de
geestelijke overheid tegen onkuische dansen
en immoreele kleedij te beschouwen niet als
een nieuwtje, een bizonderheidje, maar als
een noodwendig onderdeel van de voortdu
rende zorg, die naar plicht en geweten op
de schouders onzer geestelijke voorgangers
en bestuurders is gelegd om 't volk van Chris
tus rein te bewaren en het grootste kwaad
voor het heil der zielen.: de onzedelijkheid en
de naaste gevaren daartoe, te weren.
Wie dat alles zóó beschouwt, zal met eer.-
biedige onderwerping en volledige instem
ming gehoor geven aan de waarschuwingen
die ons van de zijde der geestelijke overheid
in dezen tijd op het hierboven besproken ge
bied zoo duidelijk wortjen gegeven, zal ook
zorgen dat kinderen en onderhoo:rigen zich
gehoorzaam betoonen op dit punt, zal lie
ver iets strenger en zorgzamer zijn, waar het
zóó groote belangen geldt, dan te lakseh en
onverschilligi
Haarlemsche Alledarjes No. 1273.
GROOTE WOORDEN!
We hebben sinds een poosje hier ter stede
eindelijk een politiek weekblad: zooalsi
men weet is het verkiezingsblaadje „De Uit
kijk" sedert eenigen tijd tot vrijzinnig-demo
cratisch weekblad voor Haarlem bevorderd.
Toen dat bekend werd, hebben we het feit
toegejuicht, daar het voor de bevordering
der oprechtheid in gemeentelijke en andere
politiek van groote waarde zou zijn, dat de
hier zoo oppermachtige liberale partij ein
delijk eens een orgaan kreeg waarin de li
berale beginselen royaal en openlijk
werden verdedigd.
Doch het valt ons niet mee, dit politieke
Haarlemsche(?) orgaan I
.Van de zes bladzijden tekst is er geregeld
hoogstens één kolom aan Haarlem gewijd: zoo
als deze week b.v. eea onbenullig raads-over-
ziehtje, en.een fel, hatelijk stukje tegen
de N. Haarl. O t. De rest van de hoela
krant bestaat uit lange dogmatische artikelen,
zelfs voor de radicalen zware köst, dunkt
ons.
Men zal toegeven, dat dit Haarlemsche
weekblad (op dien aanval dan na tegen de
N. Haarl. Ct.) evengoed op de Mookerlrei kon
uitkomen.
En wat dan dat artikeltje tegen onze cou
rant betreft: och hemel, 't is zoo dun.
j We hebben onlangs gezegd, dat in een
'gemeente in den omtrek (niet in Haar
lem, zooals „De Uitkijk" verteltI) 30 van
de 60 louderdomsrentetrekkers bedeelden wa
ren.
Daarmee bedoelden we aan te toonen, hoe
groot het percentage is van de 70-jarigen, die
S als het vooratel-Treub er ooit dóór zou ko
men zelfs in een kleine gemeente als die
wij hier aanhaalden, geen ouderdomsrente
zouden krijgenl
Niet waar: de helft van de zeventig
jarigen zou dan, als dit percentage ook voor
volgende jaren mag worden aangenomen,
waaraan gemiddeld natuurlijk niet valt te
twijfelen, buiten Treub's staaistpensioen wor
den gesloten.
Met héél groote woorden komt nu „De Uit
kijk" vertellen.... niet dat het percentage
bedeelden onjuist is, maar.... dat allen die
nu Ouderdomsrente trekken deze zullen be
houden -iets wat inderdaad in 't voorstel -
ïreub staat, maar dat ons ontgaan was
en dat dus (l3t pp dit „dus") „het
„brave blad (op deze wijze wordt door deze
I „radicale redactie de polemiek gevoerdzich
„voor de zooveelste maal weer eens aan be-
„drog schuldig heeft gemaakt."
We zouden eigenlijk deze taal nog anders
moeten aanduiden dan met hetgeen we hier
boven hebben gezet: groote woorden.
Doch.... we nemen het den schrijver niet
zoo kwalijk. Nu de qualiteit en quantiteit van
het Haarlemsche gedeelte van dit ra
dicale blaadje zoo bedroevend klein is, zal
men het in dikke woorden zoeken. Ons wel,
als men óns er dan maar buiten laat, althans
niet zoo dadelijk van „bedrog", van „be
wust onware voorstellingen" e. d. gaat pra
ten. Ziet-u, dat doet men niet als men wer
kelijk een blad wil worden, waarmede ge-
dachtenwisseling en ook beginselen-strijd op
z'n tijd te voeren zal zijn!
Laat „De Uitkijk" dit overlaten aan de so
cialisten: die kunnen blijkbaar niet anders 1
PERSONALIA.
Tot geneesheer aan de Rijkswerkinrichting
te Veenhuizen is benoemd de heer Dr. de
Haas, alhier.
Den lsten April herdenkt den heer
L. Veldhuijzen den dag waarop hij vóór 25
jaar in dienst trad bij de firma Enschedé
bij de administratie dier drukkerij.
TER GEDACHTENIS VAN W. ROBERT.
Nog nimmer waren de leden der Konink
lijke Liedcrtafel „Zang en Vriendschap" on
der zoo droeve omstandigheden vergaderd,
als gisterenavond, op de eerste repetiiie-
avond na het verscheiden van hunnen be
minden, onvergetelijken directeur, den heer
W. Robert. Woensdag j.l. had men hem
grafwaarts zien dragen, geen wonder dat er
thans een sombere toon keerschte, waar an
ders zoo menige gulle lach weerklinkt.
Het spreekt van zelf, dat er niet werd
gerepeteerd; deze avond zou geheel gewijd
zijn aan de nagedachtenis van den diep be
treurden overledene. De banier, getooid met
alle eereteekenen, was in rouwfloers gehuld
en daaronder was Robert's portret aange
bracht, mot bloempji. <ua*fcyfiiu
Na het zingen van liederen van Ph. Loots
van het „Graflied", indertijd getoonzet door
L. F. Brandts-Buys. op de schoone woorden
van den heer J. van Breemen, betrad de
president, dr. Broese van Groenon, het
spreekgestoelte om met van aandoening tril
lende 6tem het groote verlies te memoree-
ren dat „Zang en Vriendschap" door het
afsterven van den lieer Robert heeft gele
den. Zwaar had die slag hem en zonder
twijfel ook alle leden getroffen; bü 'thooren
van de treurmare scheen het bem eerst on
gelooflijk, zoo spoedig was alles in zün werk
gegaan, doch toen helaas de bittere waar
heid moest worden aanvaard, drukte do slag
in al zün zwaarte op liem, en was 'them eon
behoefte, thans in eigen kring eens volle
uiting te geven aan zün diepe smart, wel
wetende dat allen met hem zouden mede-
voelen. Hij riep het heele verdienstelijke
leven van den Directeur nog eens in de her
innering terug, want waarlük, met Robert
is een groot stuk geschiedenis van de Lieder
tafel afgesloten; hij memoreerde hoeveel
Zang en Vriendschap aan hem, dien held,
te danken had, hoe vooral de zegeteekenen,
door de Liedertafel behaald, met recht Ro
bert's zegeteekenen konden worden genoemd,
doeh stond vooral stil bü zün persoon, prees
züne groote beminnelükbeid in den omgang
en zün ware, echte, vriendschap, waardoor
bü allen tot zich trok. Zoo er iemand het
devies van „Zang en Vriendschap" trouw
gebleven is en er naar gehandeld heeft, dan
was het deze Directeur. Met een aansporing
toch nimmer dien man te vergeten en hem
in züne liefde tot de vereeniging na te vol
gen, eindigde de president zün schoone rede.
Hierna stelde hü voor ten teeken van rouw
de vergadering te sluiten. Evenwel, nien
ging niet uiteen; men bleef nog geruimen
tijd bü elkaar, eerst in stil gesprek, doch la-
CCCXXIV.
'n Zwaar werk, en hoe ik hulp
vroeg. Wat mijn vrouw denkt over
schrijven in de krant, en hoe ze mij
aan mijn Zaterdagavondpraatje heeft
geholpen. Een zorgvolle gemeente en
Iioe de nieuwe en moderne school toch
soms beter is dan de oude. Een
telegrafisch overzicht van een lang
verhaal, en wat ik aan de. heeren be
loof voor een volgenden keer.
Zoo eiken Zaterdag een praatje in de
krant, dat is voor een man als ik een heele
verbintenis, dat zult u me toegeven. En
onlang-s, toen mijn eksteroogen wat harder
staken dan gewoonlijk, sprak ik er eens
met mijn vrouw over, dat ze voor die week
m'n zaakje maar eens moest overnemen.
"Maar ze wou er niet aan: schrijven i3 man
denwerk, zei ze behalve als je b.v. in
,den Vrouwenbond tot secretaresse bent ge
kozen en zoolang het nog niet hard
•noodzakelijk is,_ hooren de vrouwen beter
•bij het fornuis in de keuken of bij de lap-
.penmand om kousen te stoppen 'en de broe-
,ken van de jongens te verstellen thuis,
klan .voor de schrijftafel. Zoodat ik maar
zeggen wil tusschen haakjes, dat mijn vrouw
gelukkig I nog lieelemaal niet verlangt
naar vrouwenkiesrecht, en er dan ook niet aan
denkt om in de Tweede Kamer te komen,
hoewel dat, als het alleen op praten aan
kwam, voor haar maar een peulschilletje
wezen zou. Maar ik zal je zei ze intus
schen bij dat hierboven gemelde gesprek
ik zal je toch wel aan wat stof helpen
voor je Zaterdagavondpraatjes, opdat je ook
eens kunt praten over dingen die ons vrou-
wenbelang inboezemen. Ik merk hier al
weer op, dat dit een leelijke aantijging en
een persoonlijke aanval was, want ik doe
juist altijd mijn best om mijn gekeuvel óók
voor de dames leesbaar' te maken, en nu
lijkt het precies, alsof geen vrouw er ooit
belang in stellen zou, wat ik in mijn onbe
grijpelijke verwaandheid toch nog zoo vrij
ben, ronduit een onwaarheid te noemen.
Maar, om dan op mijn chapxtre terug te ko
terug te komen: mijn vrouw ging me ver
tellen van het „gas-kookbureau" zooals ze
het noemde, waar ze op bezoek was geweest,
en waar ze zóóveel gezien en gehoord en
geleerd had, dat je zei ze met dien onbe-
grijpelijken lagen dunk die vrouwen ïn den
regel plegen te hebben van het werk van
mannen dat je er wel zes Zaterdagavond
praatjes over vol zou kunnen schrijven'!
Nu, het is te hegrijpen, dat ik met gepasten
eerbied heb geluisterd, en ik moet het nu
bekennen: d'r was toch wel het een en ander
bij, dat geschikt was om natuurlijk op
mijn mannelijke wijze verwerkt in mijn
praatjes ih te vlechten. Ik. zal dat dan ook
nu maar doen, maar ik waarschuw mijn
geachte lezeressen dat de wijsheid die ik
ga verkondigen, niet van mij maar van mijn
vrouw afkomstig is, en dat u als er
wat bij is dat nergens op lijkt er mij
niet leelijk voor moeten aankijken! Daar
is dan in de Kruisstraat tegenwoordig, in
het mooie en pas in orde gemaakte groote
huis, u weet wel: waar nooit een Roomsche
in wonen mag, zooals per testament door
een erg anti-paapsche juffrouw is bepaald,
een gemeentelijke kookleerares, die vooral
tot taak heeft om de vrouwen te leeren
koken op gas. Wat die gemeente toch
goed voor ons zorgt, hè? Ze stelt een juf
frouw aan om je vrouw te leeren koken,
en ze benoemd een dokteres om voor je
kinderen op school te zorgenwat
wil je meer? Weliswaar is die juffrouw voor
het koken niet een pure welwillendheid
van het gemeentebestuur want de hoofdzaak
is dat do gemeente langzaam aan te veel
gas produceert, nu dc electriciteit toeneemt
in populariteit, en dus als een goed koop
man doen zou zorgen gaat, dat ze op alle
manieren de vraag naar gasverbruik ver
meerdert en verhoogt. Enfin: de kook juf
frouw is ik weet het uit ondervinding en
diegene van mijn natuurgenooten, die nog al
eens last heeft van aangebrand eten, dient
z'n vrouw een bezoek aan de juffrouw te
recommandeereneen uitkomst voor vele
huismoeders. Want we mogen het onder el
kaar hier gerust zeggen: in ónzen jongen
tijd, toen alles veel kalmer ging dan tegen
woordig, li ad-je voor de meisjes weinig of
geen huishoud- en kookscholen en menige
huismoeder heeft de bereiding van het ida-
gelijksche middagmaal eenvoudig thuis ge
leerd, in de keuken bij moeder, wat na
tuurlijk volstrekt niet zeggen wil dat ze
het niet goed en voortreffelijk zou hebben
geleerd, maarwaarbij de methode, de
manier toch altijd dezelfde bleef, zoodat er
maar héél zelden (b.v. alleen uit kookboe
ken, en dan nog maar door degenen die in
koken en braden en stoven echt pleizier en
liefhebberij hebben )voldoende kon worden
gekeken naar nieuwe uitvindingen, nieuwe
toepassingen, en nieuwe manieren om iets
spoediger smakelijker of beter te bereiden dan
volgens de oude, huishoudelijke school! Zoo
is er bij menige huismoeder ook nog een
zeker vooroordeel tegen het koken op gas
't brandt aan, 't is te fel, en wat niet al,
zal deze of gene je vertellen. Welnu: een
visite aan de kookjuffrouw in de Kruisstraat
die er voor iedereen is, en die met alle
j pleizier-elke vrouw helpen wil, doet al die
bezwaren te niet. Je leert d(aar (goedkoop
koken, want de brandstof is hij goed en rich-
tig gebruik billijker dan met een fornuis!
'en je leert er ook op het kookgebied het
een en ander, dat je te pas kan komen
Ziedaar het resumé van wat mijn vrouw"
mij dan over dit onderwerp heeft verteld,
al zal ze het hierbovenstaande nog korter,
vinden dan een telegrafisch bericht, wat
het dan ook in vergelijking van den woor
denvloed dien ik heb doorstaan, werkelijk-
wel gelijkt. Maar het essentieele zit er dan
toch in, en daar kunnen mijn geachte leze*
ressen dan ditmaal eens hun voordeel mede
doen; mijn advies is geheel gratis. Ik hoop
dat de gemeentelijke kookleérares in da
Kruisstraat veel bezoek zal krijgen, want
we betalen er immers allen aan mee, niet
waar? En wie dus niet gaat, doet zichzelf
ermee te kort! Nu ik dit geschrijf over
lees, zie ik dat ik waarlijk enthousiast ge
worden ben over mijn onderwerp, en...,
dat ik dit praatje net zoowat heelcmaal voor
de dames heb geschreven! Daar zie je al
weer den invloed van de vrouw, die zich'
zoowaar zelfs op zoo'n nuchter man als ik, a)
zeg ik het zelf, gelden laat. Maar enfin,
voor één keer mag dat dan wel eens: 'n
volgende maal, als er eens wat te vertellen
is uit de stad want sinds dat we den laat-
sten kazernebrand hebben gehad, is het als
of er hier niets gebeurt, en of we op 'n dorp
leven praat ik weer eens over wat anders
en dan voor de heeren ook!
7 MAART,:
ter werd ook nog door anderen behoefte ge
voeld zich alsnog in verband.met het treu
rige feit te uiten. De heer PhilipLoots
speelde een indrukwekkende „Phantaisie fu-
nébre" op 't klavier, een meesterlijke impro
visatie, sehoon van gedachte en rük van in
houd. Hierdoor gevoelde rich de heer A. v d.
Velde zóó geïnspireerd, dat hü in verhand
met deze heerlyke muziek nog eens het beeld
van den heer Robert levendig voor den geest
riep, wiens heele leven hü in die muziek
vond afgespiegeld, ook vooral zün lijden
niet vergetend; een heerlüke toespraak.
Vervolgens vroeg en verkreeg een der le
den, de heer K., verlof eenige dichtregelen,
die hü aan de nagedachtenis van den ont
slapen Directeur had gewüd, te mogen voor
dragen. Het was het volgende;
IN MEMORIAM BIJ DE BEELTENIS VAN
WILLEM ROBERT.
Beminde Directeur, ge mocht het niet beleven,
Het loopende seizoen ten eind' te zien go-
- bracht.
Zoo moedig als 't begon, zoo yv'rig bleef uw
streven
Dat zóó het eind zou zün, had géén van
ons verwacht.
Mocht men op uw hei-stel voorheen niet
vruch t'Ioos liöpëfl^"""
Thans was op uw behoud helaas te veel ver
trouwd;
Men zag met eiken dag uw dierbaar leven
eloopen,
't Bleek wreede en pd'le hoop waarop men
had gebouwd.
En nu ge er niet meer züt hoeveel herin
neringen
Doorwoelen niet den geest! Wü zien nu
weer zoo klaar
Uw krachtige figuur zieh op den voorgrond
dringend:
Gold 't „Zang en Vriendschap's" eer, steeds
waart gü, meester, daar.
Helaas, die kloeke hand, die ons ten zege
leidde,
Zü ligt thans machteloos daar ginds in 't
graf terneer.
Uw blik, uw woord, uw scherts, die ons zoo
kon verblijden,
Wü zoeken 'tal vergeefsde vriend,
hü ie niet meer.
De dierste herinnering znllen wü U blijven
wyden,
Die met ons roem en vreugd en smarte
hebt gedeeld....
Ging dan de meester heen, de vriend ook
van ons scheiden,
De vriend en meester leeft voor ons
steeds in uw beeld.
j Hierop gaf een der andere leden, de heer
M., nogmaals herinnerende hoeveel „Zang en
Vriendschap" aan Robert te danken hoeft,
het idee aan de hand een monument daar
builen op diens graf te plaatsen, welk idee
met applaus werd begroet.
Nadat de vice-voorziiter, de heer Paesi^
niWE HURLE HSCHE COMMIT
'010
400
300
100
IS