Romeinsche Kroniek. I A. BUITENLAND. BINNENLAND. ROME, 1 Maart 1914. Zoo zijn wij nu den heiligen Vastentijd in getreden, maar hoe vervreemd is men aan het liturgische leven. Behalve de vrome kerk bezoekers, bespeurt niemand er iets van: het openbare, 't gezelschapsleven gaat hier zijn gewonen gang. Het zeer bijzondere van den earnavalstijd is trouwens ook verdwenen. Een paar dagen was er meer rumoer op straat, dat is alles. Wel heeft men dit jaar op 1.1. Zondag getracht door een optocht van ver sierde reclamewagens met symbolische voor stellingen op het Navona-plein en een spie gelgevecht met bloemen en confetti uit de huizen met de wagens iets van het oude ro meinsche carnaval te doen meeleven, en maakten deze later nog eeii rondgang door de stad, en was het Zondag en Dinsdagmid dag en -avond druk op het Corso, maar niets herinnerde aan de elegante uitbundigheid vau vroeger. De kleine burgerij, het volk, amuseeren zich, de hoogere standen onthou den zich geheel en vermaken zieh alleen binnenshuis. Ten bewijze dat ik in mijn vo- •ig schrijven niet overdreef, waar ik het hui dige gezelschapsleven als heidensch-zedeloos brandmerkte, diene dat een luitenant-kolonel van den generalen staf dus geen „bet- iehwester" oftewel bigotte oude vrijster-—mij verzekerde, dat nadat hij en ziine vrouw twee wiuters, wegens rouw niet „uit" waren peweest, zich in het salon eener prinses af vroegen of zij op een bal in een slecht huis waren verzeild geraakt! En in het salon van ady Roda Engelsch gezant bij het Qui rinaal werden door dames en hoeren uit de groote wereld plastische heelden vertoond lie eenvoudig afschuwelijk waren. De kolonel beloofde zich dan ook plechtig zijne meisjes in die wereld niet te doen uit gaan. De Italiaansche regeering is als slavin der oge op weg zich nogmaals grondig te bla- meeren. Zij heeft n.l. den ex-sindaeo Ernest Nathan als haren vertegenwoordiger bij de wereldtentoonstelling te San Francisco af gevaardigd. Al zal hij zich daar door zijn En gelsch-Italiaansch niet belachelijk maken, is de inhoud zijner redevoeringen en zijn stijl, benevens 's mans heele optreden zoo beneden iile kritiek, dat men een groote spot-triomf voorziet. Mais qne voulez vous? Het Paleis Giustiniani (de loge) geeft nu eenmaal de lakens uit Er is echter ééne goede kant aan net vertrek van den jood-macon: de kans dat hij intrigeert om bij de nabijzijnde ver kiezingen hier op het kussen te komen, wordt daardoor uitgesloten. Juist is dezer dagen een nieuw stukje yan Nathan en zijne handlangers aan bet licht gekomen. Het paleis Guistiniani, zooals alle oud romeinsche paleizen, was op den bin nenhof en op de trappen met vele beelden versierd, die dus aan de huurders niet toe behoorden. Deze werden door een strooman verkocht, ingepakt en weggevoerd. Toen dit uitlekte en men begon te luisteren, denon- jeerde Nathan destijds grootmeester dit feit aan de Regeering, maar gaf tevens een wenk aan een zekeren ambtenaar, zijn judergeschikte hij de maqonnerie, zoodat met het posteeren van een schildwacht gewacht werd tot al het beeldhouwwerk weggevoerd was! Een der weinige goede instellingen der Re geering is het Internationale Landbouw-In- stituut. Daar wordt werkelijk loffelijk werk verricht. Zoo wordt nu een internationaal congres gehouden voor de ziekten der plan ten, wier bestrijding natuurlijk van het hoog ste'gewicht is voor den landbouw overal. Aau het Corso, naast de kerk van San Mar cello, wordt terwille van een nieuwbouw, de ïrond diep omgewoeld. Een tijd geleden cwam een doopkapel voor den dag, waar waarschijnlijk de H. Marcellus het doopsel heeft toegediend in de tot kerk ingerichtte woning der Matrone Lucilla. Nu heeft men een gedeelte van het catubulum de stal voor ge me en te-ossen, met wier oppas sing de gevangen genomen bisschop van Rome belast was teruggevonden, benevens Je fundamenten van Lucilla's woning. In den muur bevindt zich een toegemetselde poort, die leidt naar een ledige ruimte onder net koor des Marcelluskerk. Men hoopt nu dat de nieuwbouw zóó in gericht zal worden, dat deze ruïnen, waaraan zoovele herinneringen verbonden zijn, ge spaard zullen worden en aan de kerk getrok ken, zoodat zij van daar uit te bezichtigen zullen zijn. Misschien zal, zoover mogelijk, een restauratie plaats hebben, zooals bijv. in de kerk van den H. Sylvester, waar door uitgraving onder het hoogaltaar, men een allerinteressantste crypt verkregen heeft. Het is nu zes en dertig jaar geleden, dat een der grootste sterrekundigen die de we reld opgeleverd heeft. Pater Secchi S. J., in het Romeinsch College, destijds in handen der Jesuiten, den laatsten adem uitblies. Men begon spoedig na zijn dood aan een interna tionale collecte om ter zijner ©ere een mo nument op te richten. Nu is het denkbeeld geheel uitgewerkt en zal in de provincie Emilia zijn geboortegrond een zonne toren gebouwd worden, d.i. een astrono misch observatorium, uitsluitend voor waar nemingen de zon betreffend, die meer nog dan de sterren de belangstelling van Pater Secclii bezighield. Voor een ander wereldberoemd Italiaan wordt een monument opgericht, en wel voor Pier-Luigi, naar zijne geboorteplaats, Pa- lestrina genaamd. Om diens verdiensten voor de kerkmuziek te eeren, heeft Z. H. de Paus aan het comité een gift van 2000 frs. doen toekomen. Een nieuwe treurige lepisode is aan de Rampolla-tragedie toegevoegd. De oude Guiseppe, die dertig jaar lang, naar men meende, trouw den Kardinaal diende, is naar de gevangenis overgebracht. Zooals men weet werd alles geïnventariseerd en kon dus met juistheid het verdwijnen van voorwer pen worden nagegaan. Zoo werd het gemis van een rochet en van een rood kapje be speurd en hij onderzoek in Giuseppe's kamer gevonden, henevens eenige andere voorwer pen. Nadat hij aanvankelijk ontkend had, was hij, op heeterdaad betrapt, wel genoodzaakt te bekennen. Men had hem deze voorwerpen als souvenirs van den Kardinaal gevraaga en hem er een fooi voor gegeven. Zeker is hij niet te verontschuldigen, maar de hoofdschuldigen zijn, in mijn oog, de da mes, die toch beter hadden moeten weten, die hem in de verleiding brachten. Maar hoe vreemd ook, is het een feit, dat vele vrouwen, hoe welopgevoed ook en hoe deugdzaam zij zich zelve beschouwen, er een bijzonder rek baar geweten op na houden, of liever: han delen met eene inconscience ik weet hier geen Hollandsch woord voor waarover men zou versteld staan, indien bet niet da gelijks te constateeren ware. 't Schijnt dat men er zich bewust van is, maar men wil het zich niet laten zeggen, 't Vorig jaar werd door een geleerd Fransch Dominicaan een serie conferenties gegeven over het gewe ten der vrouw. Deze waren allerbelang rijkst en gaven blijk van eene diepe Itennis der vrouwelijke ziel en van eene buitenge wone gave van psycbologiscbe ontleedkunde. Het schijnt dat de titel der conferenties be langstelling gewekt had, want de'eerste maal was de opkomst groot, naarmate echter de spreker het scalpel dieper inzett" Je wonde- plekken meer ontblootte, slonk het gehoor meer en meer. En toch werd het alles met echt fransche delicatesse gedaan. Op de laat ste conferentie waren zes dames tegenwoor dig. En *t mooiste komt nog. Toen ik later aan de presidente vroeg waarom Pater C. niet voldaan had, luidde het antwoord, dat hij „niet diep genoeg was". Een andere der bestuursleden gaf de schuld aan zijne rethorica, „goed voor een preek in eene kerk, maar dóór niet op zijn plaats." En de redenaar is juist bekend om den eenvou- digen trant zijner lezingen, die grondig door dacht en bewerkt, als causerie worden ten ge- lioore gebracht. Deze antwoorden of liever uitvluchten van vrouwen, die hier den naam hebben tot de hoogstaanden te behooren, le veren een bewijs van het gebrek aan gewe ten, dat in de vrouwenwereld heerscht, en van haar gewilde blindheid op dat gebied. Zij schijnen te denken dat wanneer zij, op struis- vogelmanier,^ den kop in 'tzand steken, de dingóïi die zij niet zien, niet zijn. Men hoopt nu om op Guiseppe terug te komen dat hij nu ook het zwijgen zal ver breken inzake het verdwenen testament. Slechts hij en de secretarissen van den Kar dinaal kunnen geweten hebben, waar het zich bevond, want met zijne familieleden had Z.Em. gebroken en deze wisten dus geen weg in huis. Maar al biecht bij op, zal dit prac- tiscb geen nut meer hebben. Wie bet ont vreemdde, zal bet wel vernietigd hebben. Op Aschwoensdag zijn met meer plechtig heid dan in de laatste jaren het geval was, do Vasten-staties geïnaugureerd, en wel door een kardinaal. Z.Em. Ametti, Aartsbisschop van Parijs. De eerste statie heeft steeds plaats in de eerwaardige kerk van Santa Sabina, op den Aventijn, een tijd lang woonplaats van den H. Dominions, wiens kamer nog te zien is, In grooten getale hadden de Dominicanen uit de verschillende huizen alhier, den berg bestegen en ongemeen indrukwekkend was de processie der in hun wit en zwart habijt gekleedde paters, gevolgd door Z.Em. in vio- letten koorkap met langen sleep. Zooals ge bruikelijk, werden de Litanieën der Heiligen gezongen, daarna Psalm Deus noster refu- giam, en ten slotte het De Profuudis. Niet tegenstaande den stroomenden regen, hadden vele geloovigen den verren tocht ondernomen, voornamelijk veel vreemde bezoekers van Rome. Behalve de herinneringen aan den stichter des Orde, en aan den Dominicaner PausPius V. is deze kerk ook rijk aan herinneringen uit onderen tijd, daar zij reeds in 425 gesticht werd op de ruïnes van een Juno-tempel, waarvan nog overblijfselen, o.a. een marme ren deuromlijsting, bestaan. De deur zelve da teert uit de ^vijfde eeuw, is met hoogst in teressant snijwerk versierd, en brengt een der oudste voorstellingen van den gekruisten Heiland. De geleerde Pater Berthier O. P., die een lijvig boek over Santa Sabina uit gegeven beeft, is tot het besluit gekomen, dat het paleis der Matrone Mareella, de groote vriendin van den H. Hieronymus, en dat men als het eerste vrouwenklooster van Rome beschouwen kan, zich oP het nan de kerk palende grondstuk bevonden heeft. In een aantal kerken wordt tijdens de Vas ten geregeld gepreekt, maar eer men er ach ter is op welk uur en welke dagen, duurt nog een geruimen tijd, want op een enkele uit zondering na, wordt dat in de couranten niet gemeld. Alleen verschijnt de lijst der namen der predikers en der kei-ken. In het Vaticaan predikt eiken Vrijdagmor gen voor den Paus, de Kardinalen en de verdere hofhouding. Pater Luea van Padua. Capucijn, Sinds Benediotus XIV. die in 1793 met den bul .Jnclytum" aan de Orde der Capucijnen de eer verleende de Apostolische Vastenpredikers te leveren, is dit zoo geble ven. De voorganger van Pater Luea, die door den Paus tijdens zijn patriarchaat te Venetië tot priester gewijd werd, pater Paeifieo, werd in 1909 tot Generaal der Capucijnen gekozen. Nog andere Orden hebben zekere vaste pri- vilegieën. Zoo is de Sacristijn van het Vati caan steeds een Bisschop, die tot de Augus tijnerorde behoort, eil de Maestro dei Sacri Palazzi de censor, die het „Imprimator" te geven heeft een Dominicaan. Van Dominicanen gesproken: denkt nies mand er in Holland aan de paedagogische werken van Pater Gillet O.P. te vertalen t Dadelijk na hunne verschijning in het fransch werden zij in een Italiaansch gewaad ge stoken, en nu heeft Kardinaal Maffi den auteur een hoogst vleiend schrijven doen toe komen, waarin hij hem prijst om den grooten invloed ten goede door zijne werken: 1'Educa tion du Coeur, l'Education de la Volonté, l'Edueation de la Conscience, enz. enz. op het jonge geslacht uitgeoefend. In mijn vorige kroniek sprak is over de sehandeliike spotprent van den H. Vader in een vuil blad verschenen, dat steeds met al wat heilig is, spot. Er is nu een nieuwe pro testbeweging tegen dit blad op touw gezet, die naar men hoopt, heter vruchten dragen zal dan wat vroeger geschiedde. Men heeft een adres aan den koning gericht, dat uit gaat vau een neutraal jn goeden zin blad: „Avanti Savoia", en ook de duizenden en duizenden handt eek en i n gen draagt van werklieden, waarin o.a. erop gewezen wordt, hoezeer het tolereeren van dat schendblad den goeden naam van Italië schaadt, en hoe zeer bet in strijd is met het eerste artikel der Grondwet Ik meen, dat reeds in deze courant mede gedeeld is, dat de moedige „Zusterkens der Armen" in China een huis voor oudjes van beiderlei geslacht nebben opgericht. Nu wordt gemeld hoe in de kenaat door den mi nister van Handel en Nijverheid, de loftrom pet over deze inrichting gestoken werd bij gelegenheid der behandeling van een regle ment voor liefdadige Instellingen. „Vroeger hadden wij geen toevluchtsoorden voor ouden van dagen, nu zijn ,ze er, maar wij weten niet hoe ze te admimstrateeren. Maar katho lieke maagden, tèn getale van 20, hebben medelijden gehad met de oudjes, wien het aan voedsel ontbreekt, eu zij hebben beloofd ze te zullen voeden, en hebben een klooster gesticht in Shangai. Haar levensdoel is voor oude lieden te zorgen eu hun alles te geven wat ze noodig hebben; zij voorkomen zelfs hunne wenseheu, en werken ten hunnen be hoeve, geld, rijst, katoen euz. bijeenzoekend. Dit is het wat deze twintig liefdezusters doen. In ue wereld ziet men medelijdende zonen, eerbiedige kleinkinderen, doch deze waardige heilige vrouwen overbluffen de meest be roemde voorbeelden van kinderliefde. In haar klooster is alles zoo practisch geregeld als men zich maar verbeelden kan, en men werkt re zonder awaaia te maken. Zou 't misschien mogelijk zijn onder ons een of twee derge lijke personen te vinden? Wat haar leidt, is de katholieke godsdienst, wat haar tot deze zelfverloochening noopt, is haar geloof! Het zou mij aangenaam geweest zijn, personen te vinden als deze katholieken, maar het is mij niet gelukt. „In mijne inrichting is veel dat verbeterd moet worden, en daarom maak ik het vol gend reglement, als gevolg van wat ik ge zien en overwogen heb." Art. 31 van dit re glement luidt: „Als directeuren kan men vrome en liefdadige katholieken uitnoodigen: bun zal alles verschaft woren wat zij noo dig hebben," B. T. P. WASZKLEWICZ CAN SCHILFGAARDE. Tegen liet drankmisbruik in Rusland. Het Nowoje Wremja deelt enkele bijzon derheden mede over de maatregelen die de Russische regeering denkt te nemen om het drankmisbruik tegen te gaan en de armere klassen te helpen. Zij zal beginnen met vermindering dei- productie van brandewijn, strengere straffen stellen op den ongeoorloofden drankhandel, de bevolking doen voorlichten over de na- deelen van drankmisbruik en dronkenschap niet meer als verzachtende omstandigheid laten gelden bij misdaden. Verder zal de kleine nijverheid, vooral ten platten lande, worden bevorderd en aan klei ne nijveraars en boeren op gemakkelijke voorwaarden van staatswege geldelijke voor schotten worden verstrekt. Bioscoop-wet in Wiirttemberg, De Tweede Kamer in Württemberg heeft naar de Msb. verneemt met 50 tegfin 31 stemmen een wet aangenomen, waardoor het bezoek van bioscopen en de voorstellingen aan zekere beperkingen worden onderwor pen. De sociaal-democraten en de vrijzinni gen stemden tegen. De wet bevat o.m. bepalingen omtrent de leeftijdsgrens voor het bioscoop-bezoek, wel ke op 17 jaar is vastgesteld, verder om trent de keuring der films in zedelijk, gods dienstig en aesthetisch opzicht. Deze keuring is tweeledig, namelijk eene van staatswege en eene door de plaatselijke politieautoritei ten. Ten slotte geeft de wet voorschriften om trent het geven van kindervoorstellingen, de bekendmaking der voorstellingen door aanplakbiljetten en aankondigingen en ein delijk strafbepalingen tegen de overtredin gen. SIJMEN BETAAL! IH een beschouwing over het opoenfcen- ontwcrpje had de „Nieuwe Rott. Courant" o.a. geschreven, dat de 20 opcenten de na weeën vormen van het financieel beleid van het vorig kabinet. „De Nederlander" in een artikel „Nieuwe Belastingen" bestrijdt dit en schrijft o.a.: „Dit nu is grove misleiding. De hooge uitgaven voor de uitvoering van art. 369 hebben het huidig kabinet voor groo- ter moeilijkheden geplaatst dan waarop gere kend was. Dit is niet te ontkennen. Maar evenmin is te ontkennen, dat het ka binet, in het bijzonder minister Treub, niets gedaan heeft om die hooge uitgaven eenigszins te beperken. Misleidend is de bewering bovendien, om dat het Kabinet-Cort v. d. Linden de be langrijkste maatregel, door minister Kolkman tot dekking der te verwachten hooge uit gaven voorgesteld, de Tarief wet namelijk, van de agenda heeft afgevoerd. Begrijpelijk en van dit Kabinet te ver wachten. Maar waar dit zoo Is, gaat het niet aan het voor te stellen alsof het ministerie-Heems kerk de financiën hopeloos in 't honderd had gestuurd, en alsof daaruit nu "de twintig op centen, en de versterking der middelen door de gewijzigde Inkomstenbelasting, kunnen worden verklaard. Iloe het ook zij, wij zullen moeten be talen. Niet enkel verhoogde Inkomstenbelasting Niet enkel twintig opcenten. Maai- ook de naamlooze vennootschappen worden stevig belast, zoo stevig, dat reed3 de vrees is uitgesproken dat or nu van deze voor de gemeenten niets meer te halen zal zijn. De bier-accijns wordt verhoogd. Een tabaks-belasting is aangekondigd. De erfenissen in de rechts lijn zullen niet vrij blijven van successierechten. Zelfs de polis van levensverzekering is geen veilig bezit meer; do fiscus trekt er zijn handen naar uit." In „De Standard" driestart dr. Kuyper ovei het opcenten-ontwerp en schrijft o.a.; „Betalen zal nu de boodschap zijn, ook voor die duizenden gezinnen, die nu reeds niet wisten, hoe hun belasting op tijd te betalen. Een harde tegenslag. En ook afgezien hiervan moet dit opcenten- stelsel steeds scherper critiek uitlokken, ook bij provinciën en gemeenten. Het feit, dat alle opcenten saam soms tot over de 100 loopen, is onlogisch en onrede lijk. Tusschen de onderscheiden belastingen be staat er voor den wetgever zekere gewilds verhouding, en het is die verhouding, dia ten eenenmale verbroken wordt, als men dit tooveren met het opcentenstelsel doorzet. Inkomsten- en bedrijfsbelasting valt er nu wel onder, personeel en grondbelasting nog niet. En dit nu verbreekt rechtstreeks da verhouding, die men zich tusschen de vier directe belastingen verkozen had. Toch is dit nog pas het begin der jamme ren. Men rekent nu op een opbrengst van ruim vier millioen, en zoo 't budget van inkom sten zijn galop van het vorig jaar niet door zet, zal er al spoedig 12 en meer milliocq noodig zijn. Arme minister! Wie schaft hier raad? DIE HEEFT ER SMAAK IN! Naar „Het Volk" verneemt, heeft de re geering het lid der Eerste Kamer Van Kol de opdracht verleend, om voor haar een reis naar Japan te ondernemen, teneinde daar de groot-industrie te bestudeeren. De heer van Kol houdt waarschijnlijk meer van reizen, dan van... de politiek! Nog een slachtoffer van de vergiftig de oesters. De heer A. J. Smissaert, vroege* praeses van het collegium te Leiden, is ia den ouderdom van 28 jaren in Den Haag als het vierde slachtoffer van het eten vaa oesters, overleden. De vergiftiging aan den Koninginne weg te Amsterdam. Gisterochtend is Wijn oogst, verdacht van de vergiftiging aan den Koninginneweg, aan het Weesperpoortsta,- tion te Amsterdam, gearriveerd en naar het Huis van Bewaring overgebracht. Hem is in het kabinet van den rechter commissaris het bevel tot inhechtenisneming beteekend, meldt de Tel. Spoordieven. Zondagavond na aankomst' te Maastricht van den trein van half 11 uit Aken heeft, naar aan de Maandag-Crt, wordt gemeld, de politie gearresteerd den hoofd conducteur v. W. en den conducteur J., die worden verdacht van diefstal van spek en sigaren in dien trein. Sinds eenige dagen had men reeds vermoedens. Do dader gepakt! In de laatste maan den van 1913 werden een aantal diefstallen gepleegd bij schilders in Amsterdam, Buik sloot, Sloten on Watergraafsmeer, en onge veer voor een waarde van f 2000 f 3000 aan verf en gereedschappen gestolen. Een dezer dagen is het door een toeval gelukt den dader of een der daders in handen te krijgen. Te Sloten werd namelijk, zooals we hebben gemeld, een persoon aangehou den ter zake dat hij, toen hij zich door een hond bedreigd zag, van zijn revolve* had gebruik gemaakt. Er bleek aanleiding te bestaan bij dezen man huiszoeking te doen, en daarbij werd, volgens de N. R. Ct., een groote partij verf en gereedschappen! gevonden, die eenige der benadeelden heb ben erkend als hun eigendom. Een verde* FEUILLETON. Roman van Philip Laicns. Zij durfde ternauwernood van tusschen de omstrengeld en zij keken elkaar in dè trouwe schuldigde haar eenigszins door te zeggen, oogen en daarom moesten zü lachen en wee- dat zij de familie niet van nabij kende. Hei- ne°\ melijk evenwel had bij er schik in, dat Irma Middelerwijl kwam ook de houtvester te zoo flink was opgetreden en zijne vrouw voorschijn, en alhoewel zijn ontvangst zioh en hem hooger had geschat dan al de voor- letwat meer gereserveerd uitte, kon Irma nit name bloedverwanten en den uiterlijk sehit- zijii warmen handdruk toch afleiden, dat zij terenden toestand. welkom was, en ook zonder veel woordgn be-Niettemin besefte hij zeer goed, dat hij vestigden zulks de schitterende oogen. j Irma niet mocht steunen in haar verzet te- Nu trad men in het oude bekende huis, en gen de barones, vooral niet daar zij zich ner- Irma behoefde slechts naar haar kamertje gens over had te beklagen, dan dat men de - ---gaan, om zich te verdiepen in het denk- familie Willifred niet de door haar gevor- o oom en uit de vlakte te betreden. „Ach, wat beeld, dat alles tot nu toe beleefd, slechts een derde achtiug betoonde, zal moeder Willifred zeggen?" vroeg zij zich zware droom was geweest.... dat ze nu weer Hij raadde Irma aan, het luchtig op te met hernieuwden angst af. wakker geworden was als de beminde doch- nemen. Hü kon baar verzekeren, dat noch „V ader! Vader!hoorde zij plotseling een j ter der Willifred's, als de gelukkige verloof- hij, noch moeder Willifred er wat om ga- haar welbekende stem op blijden toon uitroe- de van Egon. |ven, als iemand, die hen niet kende, opper- pen,^„kom eens gauw, daar is onze Irma te- Maar dat was helaas niet zoo. fvlakkig over hen oordeelde. Zij waren meer rU|l' Irma had zich omgekleed en kwam bene- dan tevreden, wanneer Irma hen in liefde Een oogen blik daarna werd de deur door den, in de keuken, om moeder te helpen. Dat gedacht. Dat bevestigde dan ook juffrouw V® vau j trillende hand van zou in 't geheel niet gaan. Zij was immers Willifred ten volle, maar het beoogde gevolg ju 1 trouw Wnmred opengedaan en zij trad „logé" in huis en een „logé" mocht niet wer- bleef uit. „Wanneer zij ulieden niet kent," naar buiten en haastte zich zooveel zij kon, ken. zeide Irma meer heslist dan eerbiedig, „dan om naar Irma te komen en Irma vloog baar j „Ach ja! logé!" zuchtte Irma. Dat woord moet zij ook niet over u spreken, maar moet SrCinT ,U^igeSi Tiriv1"/06?.hleen koude waterstraal langs haar j zij aan diegenen het woord gunnen, die u Moeder Willifred! Moeder Willifred! Hier rug. i kennen. En als ze mij hebben wil, dan moet iet ik weerEn Irma sloeg hare armen. In den beginne hadden de houtvester en zij u bedanken, dat ze mij kreeg.... Zeg,moe- om en hals van moeder Willifred en deze zijne vrouw gemeend, dat Irma's moeder ver-der Willifred, morgen eten we pannekoek, nam Irma s hoofd tusschen beide handen en lof had gegeven tot dit bezoek. Dat Irma hé! Maar ik zal het beslag maken; ik heb 'an kuste zij het meisje op het voorhoofd en zonder complimenten was weggeloopen, aan geen fatsoenlijke pannekoek gegeten, sedert Irma lachte en juffrouw Willifred schreide, de mogelijkheid van zóó iets dachten zij niet.ik freule von Helmberg geworden ben." en daarna schreide Irma en laohte juffrouw Dit kwam eerst onder het avondeten ter spra- Wilhfred; want zij hielden zoo dolveel van ke, en de houtvester zette een zeer bedenke- cikaar, zooveel als een moeder een kind he- lijk gezicht, toen hij het hoorde. Dat de ba- miunen kan, zóózeer als een kind zijne moe- j ronee von Helmberg op minachtenden toon acr an liefhebben; en de moeder had allevan hen gesproken had Irma trad niet in nacht moest slapen, en heden kon men niets noop reea® opgegeven, haar ooit weer te zien, bijzonderheden vond de houtvester wel is j meer doen, om den naar hunne meening on- 11 wa® er tbcii en *ii hielden elkaar "waar niet naar behooren, maar hii voront-beraden stap van Irma weer goed te maken. Het ernstige gesprek loste zich op in het vroolijke lachen, dat op deze besliste wen ding volgde. Bovendien dacht de houtves ter, dat men over zulke dingen eerst een j Gedurende den nacht meende dan ook de houtvester een goeden raad gevonden te heb- j hen. Hij was er vast van overtuigd, dat, als hij ernstig met Irma sprak, zü hem zoude gehoorzamen, al deed het ook heur hartje pün, en hij wilde haar zeggen, dat zij naar het ouderlüke huis moest terugkeeren. Maar hü wilde dien terugkeer haar zoo gemakke- lijk mogelük maken. Ten dien einde zou hü eerst zelf naar Reichenfeld gaan, om met d® barones te spreken. Mogelük zou daarbü me nig vooroordeel, dat Irma's moeder tegen hem en züne vrouw koesterde, in rook ver vliegen. In elk geval wilde hü voor de we reld den schü'n bewaren, dat Irma met toe stemming harer moeder hen had bezocht. Hü wilde pok trachten dat zü dit verlof uit strekte lot een paar weken, zoodat na ver loop van dien tüd Irma, zonder onaangename tooneelen te moeten vreezen, koude terug keeren. Misschien wel kwam de barones óók naar de houtvesterij, waagde de eenvoudige man te hopen, en als zü het houtvestersgezin slechts een paar dagen had gezien, dan zou ten slotte deze storm den overgang kunnen vormen tot een hetere verstandhouding tus schen moeder en dochter. Dat alles had de houtvester hü elkaar geprakkizeerd en tot in de kleinste bijzonderheden uitgewerkt. Hü legde dit plan bloot voor züne vrouw en deze vond er niets tegen in te brengen. Tegen Irma zeide hü aan 'tonthüt alléén, dat hü voornemens was naar Reichenfeld te gaan, om hare moeder te verwittigen van de be houden aankomst van Irma en het overige met haar te bespreken. Vervolgens gaf hij de hoon te kennen, dat Irma zich in die bespre king zou schikken. j Voor het eerst in zün leven ontmoette hij hü Irma tegenspraak. „Doe het niet, oom," zei Irma, „wanneer het u onaangenaam is, dat ik bü u blijf, wil ik uw huis verlaten „Daarvan is hoegenaamd geen sprake!" riepen beiden als uit éénen mond. „Maar ga niet naar Reichenfeld; n stelt zich bloot aan een minachtende behande- ling „Daartegen zal ik mij weten te verweren", zeide de houtvester en deed een paar ferms halen nit zün morgenpijp. „Ik mag het niet toestaan," ging Irma voort. „U zult ons niet weder tot elkaar brengen, doch den afgrond dieper graven." „Ei wat!" was de houtvester van meening, „zóó erg is het niet. Menschen die op afwo- zigen schelden, zün in den regel uiterst be leefd, als die tegenover hen staan. Of het wat zal uitwerken, weet ik natuurlük niet, maar het kan in elk geval beproefd worden; dat men mü onheusch of met minachting zal behandelen, daarvoor ben ik niet hang. Stel u gerust, 'tzal zoo'n vaart niet loopen!" „U zult integendeel er slecht afkomen, oom, en dan?" „Wanneer ze müne bemiddeling niet wil, welnu, dan kom ik weer thuis," zeide de hout. vester en greep naar den püpenstopper, dien hü heden weer op z'n gewone plaats vond. ,Mü blüft dan stilletjes op je kamertje, en die je hebben wil, moet je maar komen ha, len; maar zonder je wil zal -hü je niet krij gen." cWordt vervolgd.) HfiARLEMSCHE COURANT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 5