TWEEDE BLAD
I
I
KLEEDSNG naar MAAT
SKI MM,
JOH. L. HOLT,
Zaansche Brieven.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
feuilleton.
DSI3DEÜDA6 19 1914
I gelieve s.v.p. thans, vóór den g
aanvang der seizoen-drukte, Uwe
m
m
te bostellen.
Heeren- en Dameskieêrmakerij,
GfiOOTE HOUTSTRAAT 52.
Liïkuuifc. nuuidinAMi
i 18 anaa i b 11 m 11 bh»
Hoelang het geleden is dat de Raad het
besluit nam om electriciteit te betrekken
Weet ik niet zoo precies maar 't Is een heele
poos geleden. Een tijd lang hoorde men
er niets van tot nu korten tijd geleden
men op de Oude School die zoo'n beetje
voor allerlei doeleinden gebruikt wordt plot
seling een prachtig geschilderd bord zag
prijken met het opschrift: Gemeentelij k-Elec-
triciteits Bureau, ik keek eens door de
ramen en zag een keurig gemeubeld kantoor
('t zit er hier wel aan) maar voor de rest
hoorde noch zag ik iets wat maar in da
verte op eenig leven of bedrijvigheid ge
leek. En nu in de laatste raadszitting is
besloten om op den geruilde® grond waar
café de Beurs gestaan heeft een kantoor
of bureau voor de Gemeente-Electriciteits-
Worken te bouwen dus de zaak wordt flink
aangepakt. Hm, wel kantoren en bureaux
maar wanneer de kabel waarlangs wij
stroom moeten krijgen van Amsterdam ge
legd wordt, daar hoort men niets vanl Nu
ik geloof dat die stroomlevering voorname
lijk voor de kleinere bedrijven en ambach
ten wei zal opnemen; voor licht weet ik
ik het niet. 't Kan veel schelen wat het
kost wij krijgen een groote gashouder
ar bij en daarom zegt de heer Duijs,
is het best mogelijk dat cr het andere
jaar eeu cent op den gasprijs wordt ge
legd, dat is zeker om den prijs van gas
en." electriciteit niet te veel te laten ver
schillen. Waar is dio goede tijd gebleven
dat het gas 5 cents kostte en Düijs toen
als pas beginner in den Raad de. heele ge
meente op stelten zette alleen omdat het gas
toen een halven cent is opgeslagen 1 Zelfs het
advies van een bekend rechtsgeleerde werd
door hem ingewonnen en die vond het on
wettig ^pn niet in overeenstemming met het
hestaartde contract. Nu hoor ik niet van
<Üe bezwaren en wij zullen gerust wel van
den verhoogden gasprijs moeten profitee-
ren.
Met do onderhandelingen tusschen de
werkgevers en arbeiders in bet houtbedrijf
vlot het niet al te best. 't Is te hoopen
dat de Christelijke organisaties er in .slagen
le onderhandelingen tot een goed einde te
brengen. Gat zal door hen moeten geschied
den want de z.g. „Neutrale Algemeene Mo
derne Organisatie" loopt wel wat hard van
stapel en het zou toch jammer zijn als
net door hun optreden in zako het collec
tieve arbeidscontract niet tot oen overeen
stemming zou komen, dan zouden wij staan
Voor een staking en uitsluiting met al de
misère daaraan verbonden. Aan de Chris
telijke vereenigingen is het dus door hun
bezadigd en tactvol optreden dat te voor
komen.
Aanstaanden Zondag is het Stille omme
gang; 't is overbodig om hen die den
tocht eenmaal meemaakten aan te sporen
maar laat ieder in zijn omgeving er propa
ganda voor maken, opdat wij door ons
groot aantal een bewijs geven dat bij ons
katholieken uit die Roode Zaan het heilig
Geloof nog levendig en vurig is. Allo Zaan
sche gemeenten zullen zich aansluiten, men
ïorge dus om 2 uur aan het Zwarte Pad
te zijn.
Het schijnt toch eindelijk in orde te zijn
met de aanvraag der R. K. Woningbouw-
vereenigiug Leo XIII. Ged. Staten moeten
het Raadsbesluit nog bekrachtigen en dan
kan men beginnen, nu het is wei riooclig,
Want er heerscht hier groote woningnood,
als men ziet welke krotten er bewoond wor
den en tegen zulk een lioogen prijs dan
is het te hopen dat men de opschuivings
theorie een beetje in praktijk gaat bren
gen; dat de huren echter lager worden be
twijfel ik; enfin als men voor zijn geld
dan maar een flinke, gezonde woning krijgt.
Nu de winter bijna om is en het lees-
seizoen als het ware afgeloopen is do
Sint- Vineentius Bibliotheek is gesloten
wil ik eens wijzen op een gemis voor ons
Roomseheu aan goede lectuur. Wij hebben
ieder wel onze Roomsche krant, en Illus
tratie, wij hebben onze St. Vincentius-Bi-
bliotheek, maar dat is niet voldoende wij
moeten hebben z.g. leesgezelschappen. Op
hte Kalf bestaan er twee, de ZeerEerw.
Pastoor is het hoofd er van, en ér wordt,
gezorgd dat de leesgragcn leden goede boe
ken en lectuur worden verschaft. Zou dat
hier ook niet kunnen? Wat hier door den
Boekhandel onder de menschen wordt ge
bracht is voor ons ongenietbaar en contra
bande. Als men zoo'n portefeuille eens bij
toeval in handen krijgt rijzen de haren je
gewoonweg to berge zoo minnetjes als het
met den inhoud gesteld is. Zou het yoor
het Plaatselijk Comité der K. S. A. nu niet
eens een mooie gelegenheid zijn om weer
eens nuttig werkzaam te zijn. Het behoeft
enkel geen ontspanningslectuur te zijn, ook
wat degelijker en wat zwaarder kost kon
er geboden worden. Ik geloof zeker dat het
algemeenen bijval zal vinden.
Wij loven hier anders heel gonoegelijk
onder het. Bestuur van Burgemeester Ter
Laan; wij bemerken er niet heel veel van
maar toch is in do laatste raadszitting iets
opgevallen. Door een der soc.-dein. raads
leden werd gevraagd lioo het stond met de
invoering van den 8-urigen werkdag op
werken voor de gemeente door burger pa
troons uitgevoerd. Door wethouder v. d.
Laan werd geantwoord dat het nog niet
mogelijk was dat in te voeren. „Ja, zie
je, het was zoo moeilijk om dat iri te voe
ren, vooral met het oog op andere werkèn,
welke die Patroons voor particulieren onder
handen hebben, dus was het voorloopig nog
niet mogelijk om dat in te voeren en dus
was dio invoering van hem niet te wachten."
Wethouder Duijs trok z'n. z'n schouders op
en zpi niets en het interpelieerendo lid hield
ook zijn mond. Dat had nu een3 een „bur
ger" wethouder moeten zijn, die dat ant
woord gegeven had, dan zou je nog weer
eens een vurige rede hebben gehoord, maar
nu waren zij mak als lammetjes.
Zoo gaat het, als zij het zelf moéten
doen!
VOORUITGANG DER KATHOLIEKE
KERK IN CHINA.
De overgang van don monarchalen tot
den republikeinschen regeeringsvorm heeft
liet Missiewerk allerminst geschaad.
In het jaar 1913 vermeerderde in China
het aantal inlandschc priesters mot 26, het
aantal seminaristen met 153, hot aantal ker
ken en kapellen met 582, hot aantal Katho
lieken met 100.170. In het geheel telt men
thans in China 1.535.080 Katholieken in 49
Apostolische Vicariaten en prefecturen ver
deeld, en verzorgd door 50 bisschoppen, 2187
priesters, van wie 1439 Europeesch en 748
inlandsch. Het aantal kerken en kapellen,
bedraagt 7794. Niet minder dan 2214 se
minaristen bereiden zich tot het II. Pries
terschap voor.
Hot aantaL Protestanten bedraagt in het
Hemelscho Rijk 207.747, dus nog niet een
zevende van het aantal Katholieken en
dat ofschoon het personeel der zending ruim
tweemaal zoo groot is, 5171 Europeescho
en 522 inlandschc "We zamen 5693 lee
raars. Mag men de geheelo bevolking van
China op 440 millioen schatten, dan vindt
men dus :L Katholiek op 280 en 1 Protestant
op 2117 zielen.
Ecu samenzwering tegen deu Czaar van
Rusland?
De „Temps" verneemt uit Belgrado, dat do
Servische politie bij het onderzoek van de ba
gage van den verleden week Zaterdag te üs-
kub gearresteerden Russiscben anarchist
Alexander Pavloff een terdoodveroordeeling
gevonden heeft, op de laatste internationale
anarchistische conferentie tegen den Ozaar
van Rusland uitgesproken. Volgens het docu
ment moest Pavloff het vonnis ten uitvoer
brengen.
Pavloff is door het hoofd der geheime Ser-
viseke politie naar Saloniki gebracht, vanwaar
hij met een Russisch stoomschip naar Odessa
zal vervoerd worden. Hij zal zich aldaar te ver
antwoorden hebben wegens een aantal over
tredingen van de Russische wet.
Lodewjjk do Heilige.
Mgr. Gibier, aartsbisschop van Versailles,
heeft tot zijn dioeeeanen een herderlijk schrij
ven gemeld, waarin hij hen aanspoort de 7o
eeuwherdenking van do geboorte van koning
Lodowijk den Heilige van Frankrijk zoo luister
rijk mogelijk to vieren.
Te Poissy, waar de koning 25 April 1214,
geboren werd, zullen, naar reeds is vastgesteld,
verschillende feestelijkheden plaats hebben,
van 25 April tot 3 Mei.
Op 25 April zal te Poissy een pontificale
H. Mis gecelebreerd worden door mgr. Gibier,
den 27sten zal de kardinaal aartsbisschop van
Parijs mgr. Amette de plechtigheden voortzet
ten en de sluiting van het feest zal geschieden
door den bisschop van Tulle.
Een eiland bekeerd.
De „Petrus Blatter" weet te melden, dat de
geheelo bevolking van bet eiland Saueian of
Tschang-Tsehwaii-Schan, op 30 K.M. van de
kust van Kwangtoeng, kaiholiek geworden
is. Tijdens de laatste onlusten in de Chiuee-
sehe republiek, waren een bende roovers uit
Kanton naar het eiland gekomen om er naar
hartelust te fooven en buit bijeen te garen.
De aanzienlijken, op wier geld de bandieten
het vooral gemunt haddon, werden de eerste
•Slachtoffers. Tevergeefs zochten dezen be
scherming bij de machtelooze plaatselijke
autoriteiten.
Zij wendden zich ten slotte tot den missio
naris, pater Thomas, dien zij vroeger op alle
mogelijke wijzen tegengewerkt hadden, en
smeekten hem hen te besebermen. Deze ver
zocht den apost. prefeet van Kanton, mgr.
Merel, den gouverneur om hulp te verzoeken.
Do gouverneur zond daarop twee kanomiecr-
booten met soldaten en in enkele weken wa
ren de rooverbenden verdreven en nam het
schrikbewind een einde.
De bevolking bereidde den missionaris, die
de bevrijding van het eiland had bewerkt,
een triumftocht; men droeg hem.
Kort daarop lieten zich 400 catechumenen
inschrijven en dit aanlal steeg in enkele
maanden tot 4CU0, ongeveer de geheelo bevol
king van bet eiland.
De overheidspersonen benoemden den pater
tot burgemeester en gaven hem liet beheer
over hel, gemeentelijk bezit. De heidensere
tempels werden veranderd in kerken en scho
len. Helaas ontbraken de noodige geldmidde
len om bet bekeeringswerk te voltooien en
bliiveud resultaat te bereiken.
Als merkwaardigheid valt bij het bericht
van de „Petrus Bliitter" nog te voegen, nat
■het thans bekeerde eiland, hetzelfde Sancian
ie, waar St. Franciscus Xaverius, 2 Dec, 1552,
nagenoeg geheel verlaten, bezweek, nadat hij
tevergeefs beproefd had China binnen te
dringen.
EEN HOOGE ONDERSCHEIDING?
Het Volk babbelt over een „hooge Room
sche onderscheiding": lid der orde van pau
selijke advocaten.
Misschien kan liet blad goedvinden, zoo
zegt het Huisgezin hierop, dat we het wat
beter inlichten.
„Vooreerst moeten we meedeelen, dat de
orde der advocaten van St. Pinter tot het
verleden behoort; ze is al jaren geleden op
geheven.
Verder werd de „hoogo onderscheiding"
niet door den Paus verleend, maar door het
bestuur der orde, overigens achtenswaar
dige katholieken.
Het was een particuliere onderscheiding
zooals er een massa onderscheidingen zijn,
door lichamen en corporaties toegekend
zóó particulier, dat men geen koninklijke
bewilliging behoefde om het insigne der orde
te mogen dragen en die bewilliging zelfs niet
kon krijgen.
Het Volk moge aan het lidmaatschap van
de orde der advocaten van St. Pieter veel
waarde toekennen, een hooge onderschei
ding in den zin dien men er gewoonlijk
aan hecht was het niet."
„NIET ROOKEN."
Men schrijft aan de „Tijd":
Het grappig geval met den Utrechtschen
student, die zich eensklaps herinnerde, dat-
hij Nederlander is, on 't dus vertikte „nicht
rauchen," in Nederland, als een behoorlijke
en afdoende aanduiding op te nemen, om
zijn sigaar weg te doen, heeft de aandacht
van meer dan één ras-echte vaderlander op
aangename wijze bezig gehouden.
Maar tevens de aandacht op geheel bij
zondere wijze gericht op die „rooken" en
„niet-rooken" regelende bordjes in de spoor
wegwagons.
Tot onze vreugde en voldoening ging die
aandacht ook den goeden kant uit. Want
we hoorden niet enkel hier en daar fluiste-
als de spoorwegmaatschappijen er nu toch
wel verandering in zullen weten te brengen,
dan mogen ze meteen al dat hottentotsche
Nederlandsch wel opruimen."
Het heeft ons al jaren geërgerd! En niet
alleen wij, maar honderden met ons, zooals
de openbaro middelen van vervoer met ons
Hollandscli een loopje nemen!
We herinneren ons, dat een schrandere
grappenmaker in het regiement, dat in een
der bootjes op Schellingwoude was opge
hangen, 27 grove Hollamdscho fouten had
verbeterd (met potlood vergezeld van een
scheepslading uiiroepteekens.
Maar we hadden het over de spoorwegen.
„Niet rooken."
„Kijk eens naar do mededeeling in de En-
gelsche, Duitsche, Fransche taal, dat in
eenig „compartiment" mag worden gerookt,
keurig, zuiver, afdoend. De eenigo taal, die
wel kaffertaai lijkt, is de Nederlandsche
manier, om de zaak uit te drukken. In
zoo'n compartiment mag gerookt worden,
tenzij er voor een der reizigers geen plaats
is in een compartiment „oil il est interdit
de i'umer", „where smoking not is allowed,"
„für nicht Rauclier."
Probaat en prachtig.
En nu komt in dat uitgelezen piekfijn ge
zelschap do kaffer ons bazelen van:„Tenzij
voor een der medereizigers geen plaats is in
een der niet-rook compartimenten...."
Een „niet-rook compartiment"1
Waarom in het Fransch niet „non fume
compartiment" we zouden het toch minder
ergerlijk vinden als het Fransch dan nu
het Nederlandsch wordt gerookt I
„Non fume compartiment."
„Nicht rauche coupé."
„No smoke-compartement."
„Niet rook coupé."
Wel ja!
We praten ook van een „niet-g lij vloer,"
om te zeggen: een vloer waarover je niet
moet glijden, van een „niet-eet be3," om te
zeggen; een bes, die jo niet moet eten; een
„niet-spuw bakje," om te zeggen: dat iets
geen bakje is, waarin je spuwen mag, een
niet-vuil-gooi hoek, om te zeggen een hoek
waar je geen vuil mag neergooien.
Zouden de Maatschappijen bij deze heu
gelijke gelegenheid nu niet meteen aan dat
kaficr-Hollandsch, van die, met alle denk
bare taalvormen spottende „niet-rook-com-
partimenton" een einde maken?... Waarom
moet nu juist zoo'n eenvoudige zaak in onze
eigen taal. op zoo'n hottentotsche manier wor
den geformuleerd?
Goddank heeft ons Nederlandsche volk
taalgevoel genoeg, dat nu, na 50 jaar reeds
die rimram te hebben gelezen niemand nu
spreekt van „niet-rook compartiment," maar
altijd zegt: „Conducteur, niet rooken," „ik
zit in niet rooken," nooit hoort men geluk
kig gewagen van zoo'n boschjesmannen-ding
als een „niet-rook-coupé....
„Niet-speel plein..."
„Niet-wandel kade..."
„Niet-koek trommel..."
„Niet-slaap tijd...."
„Niet-klets bureau...."
HOMO EOPATISC-I ZIEKENHUIS TE
UTRECHT,
Nadat een gedenksteen in de hal van het
gebouw was onthuld, met een korte toe
spraak van dr. N. A. J. Voorhoeve, voor
zitter van den Raad van Beheer van het
Ilomoeopatisch Ziekenhuis te Utrecht had
gisteren, in tegenwoordigheid van een
aantal belangstellenden, de officieele ope
ning van het ziekenhuis plaats.
Dr. N. A. J. Voorhoeve hield daarbij een
toespraak.
Een oude vondst. Op perceel 182 der Ier-
seksche oestehbank is, op 1 M. diepte in den
grond een prachtige oude, steenen pot gevon
den. De bruine, onverglaasde pot, heeft een
opening van 15 c.M., de bodem meet 10Vz c.M.,
de grootste wijdte is 35 c.M. en in de hoogte
25 c.M.
De vindplaats van dit oude stuk, dat nog
geheel gaaf en ongeschonden is, ligt vlak bij
't z.g. Kerkhof, wat vroeger, een begraafplaats
schijnt geweest te zijn.
Het „zwakke geslacht." Men meldt uit
Woensel aan „Het Huisgezin":
In den Polderhoek gebeuren nog altijd rare
zaken. Het echtpaar IL waudelt niet op rozen,
tenzy op klaprozen, want klappen vallen er
dag in dag uit als regen.
Manlief tamboert op ziju trouwe gade, als
ware zij 'n Turksche trom. Dat moest 'ns op-
houden, zeiden de vrouwen.
En toen dezer dagen de stuurman van het
wrakke huwelijksbootje zijn varensgezellin
weer met de roeispaan aan het bewerken was,
toen stormden de buurvrouwen op hem los,
pakten hem bij zijn jaskraag, on z'n broeks
pijpen en vlogen met bet slachtoffer, als 'n
smelleke met 'n musch, de straat op. Iiier ging
men hem met klompen en vegers de noodigo
hoeveelheid respect voor zijn eehtgenoote, z'n
aardsche schat, inranselen.
Vluchtende naar z'n makker Toon in do
Zoutstraat, wien hij zijn treurig wodervaren
vertelde, smaakte hy het genoegen in dezen
een waren vrend in den nood te hebben gevon
den. Toon sprong overeind en zou de partij van
zijn kameraad wel eens gaan opnemen.
Zie, zoo is Toon voor zijn cvenmensch nu
en altijd. Hij zou dio kwaaie vrouwen ginds
wel 'ns met d'r jak gaan schudden.
Toen Toon in den Polder aankwam en daar
do Kenan's nog 1 ij elkander trof, haar helden
feit en krijgsroem van zoo even druk bepraten
de, riep hij, z'n moed en z'n kracht bewust:
zeg, nou moes je mij ook 'ns zoo behandelen
ais Kis!
„Wat, als Kis, als jij hier woonde, spandeu
we je voor do ploeg."
Tut!
Pats! daar lag er eon op do vlakte.
De vrouwen keken elkander aan en een,
twee. drie, als 'n hellemacht vielen zo op dezen
Samson, dio au op zijn beurt, uog meer zelfs
I als Kis, aan den lijve to voelen kreeg, wat het
bcteekent met do Polderhoeksche scliooneo'
handgemeen te worden.
Dezelfde stompe wapenen: klompen en ve
gers, maakten Toon's blauwe oogen nog blau
wer, en doende wat Kis deed, poetste ook hy
de plaat naar de Zou: straat.
Koog water. Uit verschillende streken
in ons land komen onrustbarende berichten
over hoogen waterstand der rïviere®.
Vooral de Maas schijnt zeer te wassen
•en i3 hier en daar reeds buiten de oevers
getreden.
Van de Maaszijde schrijft men aan het
Hbld.:
Wie zich in een imposant watergezicht
wil verlustigen, hij kome naar de Maas
streek. Maar hij moet er geenszins tegen
opzien zich een omweg te getroosten. Want
hel; door den Westerstorm opgezweepte wa
ter heeft weer die hoogten bereikt, dat ver
schillende verkcers- en verbindingswegen
oyerioopen. In het veld ziet het er treurig
uit! Het graan zal wel verloren zijn. Van
vroege .voorwei is geen sprake meer. Het
jaar 1914 liet de landman en arbeider tot
uog toe zijn slechte zijde zien. En de vis-
schers, wien wassend water doorgaans wel-
kony is, zij vangen naar hun getuigenis
geen leven.
Het hooggelegen dorp Zeeland, waar men
nooit bepaald last van water heeft, kan
thans ook meepraten. In de streek der Berg
mans heerscht watersnood cn we hoorden
ook elders van ondergeloopen stallen en
dorschvloeren.
Te Vijen is de Maas reeds voor de derde
maal buiten haar oevers getreden. Het ver
keer is gestremd en alle werkzaamheden
op den akker liggen stil. Gedurende de ge
heelo maand Januari is men hier van "de
buitenwereld afgesloten geweest door het
ijs en water der Beersche Maas. Alleen
langs grooton omweg over Megen was uog
verbinding met het spoor te krijgen.
De weg van Oijen naar Oss staat weer
geheel onder water.
Te Mill heeft het water nog geen schade
aangericht. Wanneer de Maas nog hooger
stand bereikt, wordt de buurtschap „do
Noot" bij Mill tijdelijk eiland en lietrecht-
streeksch verkeer met Beers en Gastel af
gesneden. Eenmaal (in 1820) brak hier de
z.g. Achterdijk en zat men hier rondom
in het water. In de hoogwaterjaren 1850 en
1880 heeft men den Achterdijk ernsti r moe
ten keeren om doorbraken te voorkomen.
In het jaar 1820 is hier de diepe wiel
ondergeloopen, die men iu 1908 wilde leeg
pompen.
1 De Maas bij Maastricht is buiten hare
Roman van Philip Laicus.
39.
Hij wachtte zich er echter wel voor zijn
et'Mgenoote eenig verwijt toe te voegen; hij
haalde sleehls alles aan, wat de familie
illiferd voor hun beider kind gedaan had
en verzocht haar dan, datgene te doen, wat
de adel harer ziel haar ongetwijfeld zou in
geven.
Daar stond zij met het schrijven in hare
band; dat beroep op den adel harer ziel
«lonk haar toe als hoon. Te fier om op de
Waarheid af te dingen, sprak zij eeu ver
schrikkelijk vonnis over zich uit: zij begon
Sich zelve le verachten.
Een paar dagen waren voldoende geweest
Mn het voorkomen der barones te veranderen.
De vreeselijk opwindende tooneëïen met Ir
ma, het ineenstorten van het trotsc'he ge-
°uw harer zedelijke verhevenheid, het oor-
eej van hen, die haar dierbaar waren, de
Grvvjjten van haar geweten hadden groote
erwoesüngen aangericlif. Droomerig liep
J van de eene kamer naar de andere of zo
i t uren m zich zelf gekeerd te denkeu en j
e?pems scheen slechts één ding haar
--111 Tte k°ezementienmaal per dag:1
u> - i;>: „is er n0g geen brief van 't kas-1
-teel Hohenelms gekomenVan daar ver
wachtte zij met ongeduld het bericht, dat de
houtvester weder zijne oude betrekking te
Hohenwaldeu had hervat. Want tot dezen
durfde zij zich niet wenden.
Doch nog eer dat antwoord kwam, ver
scheen Irma, en de kreet: „Eu tóch is ugoed!"
klonk haar toe als een verzoening, klonk
haar toe als het protest van heur kind tegen
hel strenge vonnis, dat de baron over zich
zeive had geveld.
Moeder en dochter hadden elkaar eerst ge
vonden, toen beiden met elkaar spraken in
de taal des harten.
ÏXV.
REGPERINGSZORGEN.
Hetgeen wij mededeelden, was niet de ge-
heele briefwisseling welke de arme majoor
m nezc dagen had te voeren. Hij was be
zorgd, dat de houtvester weder in zijn be-
1 leaking werd hensield, en daarom schreef
hij een uiterst dringenden brief aan den
vorst, dien hij, evenals de barones,, opper
vlakkig kende. Bovendien richtte hij nog eeu
iang epistel aan zijn vadez-, den gepensio
neerden generaal, die den vorst meer van
nabij bekend was, opdat ook deze persoon
lijk bij den vorst een goed woord voor Wil-
lifred zou doen. Zoo hoopten plotseling van
alle kanten de .dringendste voorspraken zich
voor den houtvester op.
Vorst von Hohenelms was een zeer wel-
willend man. Niemand had liem eenig leed
gedaan, waarom zou hij dan haat koesteren?
Niemand had hem een boosheid toegevoegd,
waarom dan zou hij boos zijn? Hij had den
houtvester amslagen, alléén om de barones
te gelieven. Anders zou hij zulks niet ge
daan hebben, wijl hij er geen reden toe had.
Dat deze vriendelijkheid een uiterst onaan
gename uitwerking op den houtvester Wil-
lifred kon hebben, zulks kwam eerst nu in
hem op, loen de oude generaal hem zeide, dat
zijn zoon zich openlijk ouleerd zou gevoelen,
wanneer het ontslag Biet werd herroepen;
bij de terugkomst uit den veldtocht waren
er tusschen den majoor en zijn echtgenoote
tooneelen to verwachten, waaraan heel de
adel zich zonde ergeren.
Op den keper beschouwd, kon de vorst, die
voorkomend jegens de barones was, toch niet
minder vriendelijk zijn jegens zijn vriend,
den ouden generaal, en hij beloofde die zaak
in orde te zullen brengen.
Met dit blij bescheid vertrok de generaal,
om zijn zoon dit nieuws mee te deelen, ter
wijl de vorst in een zeer onprettige stem
ming achterbleef. Hij kon zieh namelijk niet
ontveinzen, een zeer onnoozele rol te spe
len; hij had Willifred ontslagen, en liij moest
hem weer aanstellen, zonder dat er zoowel
voor het een als voor het ander een aan
nemelijke reden bestond. Hoe hier te hande
len? Maar zijne doorluchtigheid was niet
vruchteloos in zijn jeugd attaché bij het ge
zantschap geweest en weldra had hij een
denkbeeld uitgevonden, zóó verheven slim,
dat zijne doorluchtigheid er zelf verbaasci
van stond. Hij ontbood den domeinraad bij
zich.
„Maar m'n waarde domeinraad," zeide de
vorst, toen de oude Iheer verscheen, „wat le
dat toch mot dien houtvester Willifred?"
„Ik weet bet niet, doorluchtigheid! De man
is ontslagen."
„Ja, maar waarom is hij ontslagen?" vroeg
de vorst.
„Ik heb niet de eer, de reden te kennen;
uwe doorluchtigheid heeft bevolen hem te
ontslaan."
„Ja, uit de houtvesterij, maar niet uit
mijnen dienst!"
Zijne doorluchtigheid genoot den eersten
triomf, toen bij het verblufte gezicht be
schouwde, dat de domeinraad zette bij deze
ten eenenmale onverwachte mededeeling.
„Bij de akten ligt een schrijven van uwe
doorluchtigheid.... Permitteert n, dat ik den
bundel hale?"
„Ja, ja, haal hem hierl"
De domeinraad verdween, en na tien mi
nuten keerde hij terug met een bundel akten.
De brief van den vorst bevond zich onder
de papieren.
„Ik zie, dat ge verontschuldigd zijt, m'n
waarde domeinraad. De tweede helft van den
brief is mij in de pen gebleven en ik zette
m'n naam onder den brief, zonder te beden
ken dat hü in 't geheel niet af was. Ik dacht
namelijk in die dagen over het plan, om
mijn bossehen toe te vertrouwen aan de bij
zondere leiding van een beambte met den
titel van: bestuurder van het boschwezen, en
voor dat haantje bad ik den bijzonder goed
aangeschreven staanden houtvester Willi
fred uitgekozen. Nu heb ik wel hem uit de
houtvesterij ontslagen, maar zijn benoeming
tot bestuurder van 't boschwezen ia mij in de
pen gebleven. Nu, misschien is het zóó ook
goed; het plan zou wellicht moeilijkheden in
de uitvoering veroorzaakt hebben. Laten wij
de heele zaak op z'n beloop. Maar met dien
houtvester zorgt ge, dat de boel in orde
komt; ik wil den man niet ontslagen zien.
En ge hadi mij wel op de buitengewone om
standigheid opmerkzaam kunnen maken."
Het lid van het domeinbe6tuur had den
vorst met al zijn voorwendsels schaakmat
kunnen zetten als hij deu brief der barones,
die immers bij vergissing onder deze papie
ren was geraakt, te voorschijn had gebracht
Hij wachtte zich evenwel ervoor, dat te doen,
want daarmede had hij zieh wel voor bet
oogenblik gerechtvaardigd, doch voortaan
zich onmogelijk gemaakt.
„Dus beveelt uwe doorluchtigheid, dat de
houtvester Willifred weder te Hohenwalden
in functie komt?"
„Ja, natuurlijk, en met alle eer; want gij
zijt hem een kleine genoegdoening verschul
digd. Gij hebt eigenlijk tot dat misverstand
aanleiding gegeven."
„Het zal nochthans noodzakelijk zijn," zei
de domeinraad, „dal hij opnieuw worde aan
gesteld, want de oude aanstelling is door het
ontslag te niet gedaan."
„Ik geloof ook, dat zulks noodig is," luid
de het gevoelen van den vorst. „Zet er dan
ook in, dat ik hem met het oog op zijn ge
drag in- en buiten dienst..... schrijf er voor
al bm^buiten dienstden titel en het ambt
van opperhoutvester verleen, met tweeaon-
j derd thalers toelage en rantsoen voor twee
paarden."
Daardoor meende de vorst ook den ouden
generaal tevreden te stellen. Het had den do
meinraad zeer gespeten den wakkeren be
ambte uit zijn woning te verdrijven, des te
I meer verheugde hii zieh over de plotselinge
NIEUWE HflARLEmSCHE
m
«M