TWEEDE BLAD I I KLEEDSNG naar MAAT SKI MM, JOH. L. HOLT, Zaansche Brieven. BUITENLAND. BINNENLAND. feuilleton. DSI3DEÜDA6 19 1914 I gelieve s.v.p. thans, vóór den g aanvang der seizoen-drukte, Uwe m m te bostellen. Heeren- en Dameskieêrmakerij, GfiOOTE HOUTSTRAAT 52. Liïkuuifc. nuuidinAMi i 18 anaa i b 11 m 11 bh» Hoelang het geleden is dat de Raad het besluit nam om electriciteit te betrekken Weet ik niet zoo precies maar 't Is een heele poos geleden. Een tijd lang hoorde men er niets van tot nu korten tijd geleden men op de Oude School die zoo'n beetje voor allerlei doeleinden gebruikt wordt plot seling een prachtig geschilderd bord zag prijken met het opschrift: Gemeentelij k-Elec- triciteits Bureau, ik keek eens door de ramen en zag een keurig gemeubeld kantoor ('t zit er hier wel aan) maar voor de rest hoorde noch zag ik iets wat maar in da verte op eenig leven of bedrijvigheid ge leek. En nu in de laatste raadszitting is besloten om op den geruilde® grond waar café de Beurs gestaan heeft een kantoor of bureau voor de Gemeente-Electriciteits- Worken te bouwen dus de zaak wordt flink aangepakt. Hm, wel kantoren en bureaux maar wanneer de kabel waarlangs wij stroom moeten krijgen van Amsterdam ge legd wordt, daar hoort men niets vanl Nu ik geloof dat die stroomlevering voorname lijk voor de kleinere bedrijven en ambach ten wei zal opnemen; voor licht weet ik ik het niet. 't Kan veel schelen wat het kost wij krijgen een groote gashouder ar bij en daarom zegt de heer Duijs, is het best mogelijk dat cr het andere jaar eeu cent op den gasprijs wordt ge legd, dat is zeker om den prijs van gas en." electriciteit niet te veel te laten ver schillen. Waar is dio goede tijd gebleven dat het gas 5 cents kostte en Düijs toen als pas beginner in den Raad de. heele ge meente op stelten zette alleen omdat het gas toen een halven cent is opgeslagen 1 Zelfs het advies van een bekend rechtsgeleerde werd door hem ingewonnen en die vond het on wettig ^pn niet in overeenstemming met het hestaartde contract. Nu hoor ik niet van <Üe bezwaren en wij zullen gerust wel van den verhoogden gasprijs moeten profitee- ren. Met do onderhandelingen tusschen de werkgevers en arbeiders in bet houtbedrijf vlot het niet al te best. 't Is te hoopen dat de Christelijke organisaties er in .slagen le onderhandelingen tot een goed einde te brengen. Gat zal door hen moeten geschied den want de z.g. „Neutrale Algemeene Mo derne Organisatie" loopt wel wat hard van stapel en het zou toch jammer zijn als net door hun optreden in zako het collec tieve arbeidscontract niet tot oen overeen stemming zou komen, dan zouden wij staan Voor een staking en uitsluiting met al de misère daaraan verbonden. Aan de Chris telijke vereenigingen is het dus door hun bezadigd en tactvol optreden dat te voor komen. Aanstaanden Zondag is het Stille omme gang; 't is overbodig om hen die den tocht eenmaal meemaakten aan te sporen maar laat ieder in zijn omgeving er propa ganda voor maken, opdat wij door ons groot aantal een bewijs geven dat bij ons katholieken uit die Roode Zaan het heilig Geloof nog levendig en vurig is. Allo Zaan sche gemeenten zullen zich aansluiten, men ïorge dus om 2 uur aan het Zwarte Pad te zijn. Het schijnt toch eindelijk in orde te zijn met de aanvraag der R. K. Woningbouw- vereenigiug Leo XIII. Ged. Staten moeten het Raadsbesluit nog bekrachtigen en dan kan men beginnen, nu het is wei riooclig, Want er heerscht hier groote woningnood, als men ziet welke krotten er bewoond wor den en tegen zulk een lioogen prijs dan is het te hopen dat men de opschuivings theorie een beetje in praktijk gaat bren gen; dat de huren echter lager worden be twijfel ik; enfin als men voor zijn geld dan maar een flinke, gezonde woning krijgt. Nu de winter bijna om is en het lees- seizoen als het ware afgeloopen is do Sint- Vineentius Bibliotheek is gesloten wil ik eens wijzen op een gemis voor ons Roomseheu aan goede lectuur. Wij hebben ieder wel onze Roomsche krant, en Illus tratie, wij hebben onze St. Vincentius-Bi- bliotheek, maar dat is niet voldoende wij moeten hebben z.g. leesgezelschappen. Op hte Kalf bestaan er twee, de ZeerEerw. Pastoor is het hoofd er van, en ér wordt, gezorgd dat de leesgragcn leden goede boe ken en lectuur worden verschaft. Zou dat hier ook niet kunnen? Wat hier door den Boekhandel onder de menschen wordt ge bracht is voor ons ongenietbaar en contra bande. Als men zoo'n portefeuille eens bij toeval in handen krijgt rijzen de haren je gewoonweg to berge zoo minnetjes als het met den inhoud gesteld is. Zou het yoor het Plaatselijk Comité der K. S. A. nu niet eens een mooie gelegenheid zijn om weer eens nuttig werkzaam te zijn. Het behoeft enkel geen ontspanningslectuur te zijn, ook wat degelijker en wat zwaarder kost kon er geboden worden. Ik geloof zeker dat het algemeenen bijval zal vinden. Wij loven hier anders heel gonoegelijk onder het. Bestuur van Burgemeester Ter Laan; wij bemerken er niet heel veel van maar toch is in do laatste raadszitting iets opgevallen. Door een der soc.-dein. raads leden werd gevraagd lioo het stond met de invoering van den 8-urigen werkdag op werken voor de gemeente door burger pa troons uitgevoerd. Door wethouder v. d. Laan werd geantwoord dat het nog niet mogelijk was dat in te voeren. „Ja, zie je, het was zoo moeilijk om dat iri te voe ren, vooral met het oog op andere werkèn, welke die Patroons voor particulieren onder handen hebben, dus was het voorloopig nog niet mogelijk om dat in te voeren en dus was dio invoering van hem niet te wachten." Wethouder Duijs trok z'n. z'n schouders op en zpi niets en het interpelieerendo lid hield ook zijn mond. Dat had nu een3 een „bur ger" wethouder moeten zijn, die dat ant woord gegeven had, dan zou je nog weer eens een vurige rede hebben gehoord, maar nu waren zij mak als lammetjes. Zoo gaat het, als zij het zelf moéten doen! VOORUITGANG DER KATHOLIEKE KERK IN CHINA. De overgang van don monarchalen tot den republikeinschen regeeringsvorm heeft liet Missiewerk allerminst geschaad. In het jaar 1913 vermeerderde in China het aantal inlandschc priesters mot 26, het aantal seminaristen met 153, hot aantal ker ken en kapellen met 582, hot aantal Katho lieken met 100.170. In het geheel telt men thans in China 1.535.080 Katholieken in 49 Apostolische Vicariaten en prefecturen ver deeld, en verzorgd door 50 bisschoppen, 2187 priesters, van wie 1439 Europeesch en 748 inlandsch. Het aantal kerken en kapellen, bedraagt 7794. Niet minder dan 2214 se minaristen bereiden zich tot het II. Pries terschap voor. Hot aantaL Protestanten bedraagt in het Hemelscho Rijk 207.747, dus nog niet een zevende van het aantal Katholieken en dat ofschoon het personeel der zending ruim tweemaal zoo groot is, 5171 Europeescho en 522 inlandschc "We zamen 5693 lee raars. Mag men de geheelo bevolking van China op 440 millioen schatten, dan vindt men dus :L Katholiek op 280 en 1 Protestant op 2117 zielen. Ecu samenzwering tegen deu Czaar van Rusland? De „Temps" verneemt uit Belgrado, dat do Servische politie bij het onderzoek van de ba gage van den verleden week Zaterdag te üs- kub gearresteerden Russiscben anarchist Alexander Pavloff een terdoodveroordeeling gevonden heeft, op de laatste internationale anarchistische conferentie tegen den Ozaar van Rusland uitgesproken. Volgens het docu ment moest Pavloff het vonnis ten uitvoer brengen. Pavloff is door het hoofd der geheime Ser- viseke politie naar Saloniki gebracht, vanwaar hij met een Russisch stoomschip naar Odessa zal vervoerd worden. Hij zal zich aldaar te ver antwoorden hebben wegens een aantal over tredingen van de Russische wet. Lodewjjk do Heilige. Mgr. Gibier, aartsbisschop van Versailles, heeft tot zijn dioeeeanen een herderlijk schrij ven gemeld, waarin hij hen aanspoort de 7o eeuwherdenking van do geboorte van koning Lodowijk den Heilige van Frankrijk zoo luister rijk mogelijk to vieren. Te Poissy, waar de koning 25 April 1214, geboren werd, zullen, naar reeds is vastgesteld, verschillende feestelijkheden plaats hebben, van 25 April tot 3 Mei. Op 25 April zal te Poissy een pontificale H. Mis gecelebreerd worden door mgr. Gibier, den 27sten zal de kardinaal aartsbisschop van Parijs mgr. Amette de plechtigheden voortzet ten en de sluiting van het feest zal geschieden door den bisschop van Tulle. Een eiland bekeerd. De „Petrus Blatter" weet te melden, dat de geheelo bevolking van bet eiland Saueian of Tschang-Tsehwaii-Schan, op 30 K.M. van de kust van Kwangtoeng, kaiholiek geworden is. Tijdens de laatste onlusten in de Chiuee- sehe republiek, waren een bende roovers uit Kanton naar het eiland gekomen om er naar hartelust te fooven en buit bijeen te garen. De aanzienlijken, op wier geld de bandieten het vooral gemunt haddon, werden de eerste •Slachtoffers. Tevergeefs zochten dezen be scherming bij de machtelooze plaatselijke autoriteiten. Zij wendden zich ten slotte tot den missio naris, pater Thomas, dien zij vroeger op alle mogelijke wijzen tegengewerkt hadden, en smeekten hem hen te besebermen. Deze ver zocht den apost. prefeet van Kanton, mgr. Merel, den gouverneur om hulp te verzoeken. Do gouverneur zond daarop twee kanomiecr- booten met soldaten en in enkele weken wa ren de rooverbenden verdreven en nam het schrikbewind een einde. De bevolking bereidde den missionaris, die de bevrijding van het eiland had bewerkt, een triumftocht; men droeg hem. Kort daarop lieten zich 400 catechumenen inschrijven en dit aanlal steeg in enkele maanden tot 4CU0, ongeveer de geheelo bevol king van bet eiland. De overheidspersonen benoemden den pater tot burgemeester en gaven hem liet beheer over hel, gemeentelijk bezit. De heidensere tempels werden veranderd in kerken en scho len. Helaas ontbraken de noodige geldmidde len om bet bekeeringswerk te voltooien en bliiveud resultaat te bereiken. Als merkwaardigheid valt bij het bericht van de „Petrus Bliitter" nog te voegen, nat ■het thans bekeerde eiland, hetzelfde Sancian ie, waar St. Franciscus Xaverius, 2 Dec, 1552, nagenoeg geheel verlaten, bezweek, nadat hij tevergeefs beproefd had China binnen te dringen. EEN HOOGE ONDERSCHEIDING? Het Volk babbelt over een „hooge Room sche onderscheiding": lid der orde van pau selijke advocaten. Misschien kan liet blad goedvinden, zoo zegt het Huisgezin hierop, dat we het wat beter inlichten. „Vooreerst moeten we meedeelen, dat de orde der advocaten van St. Pinter tot het verleden behoort; ze is al jaren geleden op geheven. Verder werd de „hoogo onderscheiding" niet door den Paus verleend, maar door het bestuur der orde, overigens achtenswaar dige katholieken. Het was een particuliere onderscheiding zooals er een massa onderscheidingen zijn, door lichamen en corporaties toegekend zóó particulier, dat men geen koninklijke bewilliging behoefde om het insigne der orde te mogen dragen en die bewilliging zelfs niet kon krijgen. Het Volk moge aan het lidmaatschap van de orde der advocaten van St. Pieter veel waarde toekennen, een hooge onderschei ding in den zin dien men er gewoonlijk aan hecht was het niet." „NIET ROOKEN." Men schrijft aan de „Tijd": Het grappig geval met den Utrechtschen student, die zich eensklaps herinnerde, dat- hij Nederlander is, on 't dus vertikte „nicht rauchen," in Nederland, als een behoorlijke en afdoende aanduiding op te nemen, om zijn sigaar weg te doen, heeft de aandacht van meer dan één ras-echte vaderlander op aangename wijze bezig gehouden. Maar tevens de aandacht op geheel bij zondere wijze gericht op die „rooken" en „niet-rooken" regelende bordjes in de spoor wegwagons. Tot onze vreugde en voldoening ging die aandacht ook den goeden kant uit. Want we hoorden niet enkel hier en daar fluiste- als de spoorwegmaatschappijen er nu toch wel verandering in zullen weten te brengen, dan mogen ze meteen al dat hottentotsche Nederlandsch wel opruimen." Het heeft ons al jaren geërgerd! En niet alleen wij, maar honderden met ons, zooals de openbaro middelen van vervoer met ons Hollandscli een loopje nemen! We herinneren ons, dat een schrandere grappenmaker in het regiement, dat in een der bootjes op Schellingwoude was opge hangen, 27 grove Hollamdscho fouten had verbeterd (met potlood vergezeld van een scheepslading uiiroepteekens. Maar we hadden het over de spoorwegen. „Niet rooken." „Kijk eens naar do mededeeling in de En- gelsche, Duitsche, Fransche taal, dat in eenig „compartiment" mag worden gerookt, keurig, zuiver, afdoend. De eenigo taal, die wel kaffertaai lijkt, is de Nederlandsche manier, om de zaak uit te drukken. In zoo'n compartiment mag gerookt worden, tenzij er voor een der reizigers geen plaats is in een compartiment „oil il est interdit de i'umer", „where smoking not is allowed," „für nicht Rauclier." Probaat en prachtig. En nu komt in dat uitgelezen piekfijn ge zelschap do kaffer ons bazelen van:„Tenzij voor een der medereizigers geen plaats is in een der niet-rook compartimenten...." Een „niet-rook compartiment"1 Waarom in het Fransch niet „non fume compartiment" we zouden het toch minder ergerlijk vinden als het Fransch dan nu het Nederlandsch wordt gerookt I „Non fume compartiment." „Nicht rauche coupé." „No smoke-compartement." „Niet rook coupé." Wel ja! We praten ook van een „niet-g lij vloer," om te zeggen: een vloer waarover je niet moet glijden, van een „niet-eet be3," om te zeggen; een bes, die jo niet moet eten; een „niet-spuw bakje," om te zeggen: dat iets geen bakje is, waarin je spuwen mag, een niet-vuil-gooi hoek, om te zeggen een hoek waar je geen vuil mag neergooien. Zouden de Maatschappijen bij deze heu gelijke gelegenheid nu niet meteen aan dat kaficr-Hollandsch, van die, met alle denk bare taalvormen spottende „niet-rook-com- partimenton" een einde maken?... Waarom moet nu juist zoo'n eenvoudige zaak in onze eigen taal. op zoo'n hottentotsche manier wor den geformuleerd? Goddank heeft ons Nederlandsche volk taalgevoel genoeg, dat nu, na 50 jaar reeds die rimram te hebben gelezen niemand nu spreekt van „niet-rook compartiment," maar altijd zegt: „Conducteur, niet rooken," „ik zit in niet rooken," nooit hoort men geluk kig gewagen van zoo'n boschjesmannen-ding als een „niet-rook-coupé.... „Niet-speel plein..." „Niet-wandel kade..." „Niet-koek trommel..." „Niet-slaap tijd...." „Niet-klets bureau...." HOMO EOPATISC-I ZIEKENHUIS TE UTRECHT, Nadat een gedenksteen in de hal van het gebouw was onthuld, met een korte toe spraak van dr. N. A. J. Voorhoeve, voor zitter van den Raad van Beheer van het Ilomoeopatisch Ziekenhuis te Utrecht had gisteren, in tegenwoordigheid van een aantal belangstellenden, de officieele ope ning van het ziekenhuis plaats. Dr. N. A. J. Voorhoeve hield daarbij een toespraak. Een oude vondst. Op perceel 182 der Ier- seksche oestehbank is, op 1 M. diepte in den grond een prachtige oude, steenen pot gevon den. De bruine, onverglaasde pot, heeft een opening van 15 c.M., de bodem meet 10Vz c.M., de grootste wijdte is 35 c.M. en in de hoogte 25 c.M. De vindplaats van dit oude stuk, dat nog geheel gaaf en ongeschonden is, ligt vlak bij 't z.g. Kerkhof, wat vroeger, een begraafplaats schijnt geweest te zijn. Het „zwakke geslacht." Men meldt uit Woensel aan „Het Huisgezin": In den Polderhoek gebeuren nog altijd rare zaken. Het echtpaar IL waudelt niet op rozen, tenzy op klaprozen, want klappen vallen er dag in dag uit als regen. Manlief tamboert op ziju trouwe gade, als ware zij 'n Turksche trom. Dat moest 'ns op- houden, zeiden de vrouwen. En toen dezer dagen de stuurman van het wrakke huwelijksbootje zijn varensgezellin weer met de roeispaan aan het bewerken was, toen stormden de buurvrouwen op hem los, pakten hem bij zijn jaskraag, on z'n broeks pijpen en vlogen met bet slachtoffer, als 'n smelleke met 'n musch, de straat op. Iiier ging men hem met klompen en vegers de noodigo hoeveelheid respect voor zijn eehtgenoote, z'n aardsche schat, inranselen. Vluchtende naar z'n makker Toon in do Zoutstraat, wien hij zijn treurig wodervaren vertelde, smaakte hy het genoegen in dezen een waren vrend in den nood te hebben gevon den. Toon sprong overeind en zou de partij van zijn kameraad wel eens gaan opnemen. Zie, zoo is Toon voor zijn cvenmensch nu en altijd. Hij zou dio kwaaie vrouwen ginds wel 'ns met d'r jak gaan schudden. Toen Toon in den Polder aankwam en daar do Kenan's nog 1 ij elkander trof, haar helden feit en krijgsroem van zoo even druk bepraten de, riep hij, z'n moed en z'n kracht bewust: zeg, nou moes je mij ook 'ns zoo behandelen ais Kis! „Wat, als Kis, als jij hier woonde, spandeu we je voor do ploeg." Tut! Pats! daar lag er eon op do vlakte. De vrouwen keken elkander aan en een, twee. drie, als 'n hellemacht vielen zo op dezen Samson, dio au op zijn beurt, uog meer zelfs I als Kis, aan den lijve to voelen kreeg, wat het bcteekent met do Polderhoeksche scliooneo' handgemeen te worden. Dezelfde stompe wapenen: klompen en ve gers, maakten Toon's blauwe oogen nog blau wer, en doende wat Kis deed, poetste ook hy de plaat naar de Zou: straat. Koog water. Uit verschillende streken in ons land komen onrustbarende berichten over hoogen waterstand der rïviere®. Vooral de Maas schijnt zeer te wassen •en i3 hier en daar reeds buiten de oevers getreden. Van de Maaszijde schrijft men aan het Hbld.: Wie zich in een imposant watergezicht wil verlustigen, hij kome naar de Maas streek. Maar hij moet er geenszins tegen opzien zich een omweg te getroosten. Want hel; door den Westerstorm opgezweepte wa ter heeft weer die hoogten bereikt, dat ver schillende verkcers- en verbindingswegen oyerioopen. In het veld ziet het er treurig uit! Het graan zal wel verloren zijn. Van vroege .voorwei is geen sprake meer. Het jaar 1914 liet de landman en arbeider tot uog toe zijn slechte zijde zien. En de vis- schers, wien wassend water doorgaans wel- kony is, zij vangen naar hun getuigenis geen leven. Het hooggelegen dorp Zeeland, waar men nooit bepaald last van water heeft, kan thans ook meepraten. In de streek der Berg mans heerscht watersnood cn we hoorden ook elders van ondergeloopen stallen en dorschvloeren. Te Vijen is de Maas reeds voor de derde maal buiten haar oevers getreden. Het ver keer is gestremd en alle werkzaamheden op den akker liggen stil. Gedurende de ge heelo maand Januari is men hier van "de buitenwereld afgesloten geweest door het ijs en water der Beersche Maas. Alleen langs grooton omweg over Megen was uog verbinding met het spoor te krijgen. De weg van Oijen naar Oss staat weer geheel onder water. Te Mill heeft het water nog geen schade aangericht. Wanneer de Maas nog hooger stand bereikt, wordt de buurtschap „do Noot" bij Mill tijdelijk eiland en lietrecht- streeksch verkeer met Beers en Gastel af gesneden. Eenmaal (in 1820) brak hier de z.g. Achterdijk en zat men hier rondom in het water. In de hoogwaterjaren 1850 en 1880 heeft men den Achterdijk ernsti r moe ten keeren om doorbraken te voorkomen. In het jaar 1820 is hier de diepe wiel ondergeloopen, die men iu 1908 wilde leeg pompen. 1 De Maas bij Maastricht is buiten hare Roman van Philip Laicus. 39. Hij wachtte zich er echter wel voor zijn et'Mgenoote eenig verwijt toe te voegen; hij haalde sleehls alles aan, wat de familie illiferd voor hun beider kind gedaan had en verzocht haar dan, datgene te doen, wat de adel harer ziel haar ongetwijfeld zou in geven. Daar stond zij met het schrijven in hare band; dat beroep op den adel harer ziel «lonk haar toe als hoon. Te fier om op de Waarheid af te dingen, sprak zij eeu ver schrikkelijk vonnis over zich uit: zij begon Sich zelve le verachten. Een paar dagen waren voldoende geweest Mn het voorkomen der barones te veranderen. De vreeselijk opwindende tooneëïen met Ir ma, het ineenstorten van het trotsc'he ge- °uw harer zedelijke verhevenheid, het oor- eej van hen, die haar dierbaar waren, de Grvvjjten van haar geweten hadden groote erwoesüngen aangericlif. Droomerig liep J van de eene kamer naar de andere of zo i t uren m zich zelf gekeerd te denkeu en j e?pems scheen slechts één ding haar --111 Tte k°ezementienmaal per dag:1 u> - i;>: „is er n0g geen brief van 't kas-1 -teel Hohenelms gekomenVan daar ver wachtte zij met ongeduld het bericht, dat de houtvester weder zijne oude betrekking te Hohenwaldeu had hervat. Want tot dezen durfde zij zich niet wenden. Doch nog eer dat antwoord kwam, ver scheen Irma, en de kreet: „Eu tóch is ugoed!" klonk haar toe als een verzoening, klonk haar toe als het protest van heur kind tegen hel strenge vonnis, dat de baron over zich zeive had geveld. Moeder en dochter hadden elkaar eerst ge vonden, toen beiden met elkaar spraken in de taal des harten. ÏXV. REGPERINGSZORGEN. Hetgeen wij mededeelden, was niet de ge- heele briefwisseling welke de arme majoor m nezc dagen had te voeren. Hij was be zorgd, dat de houtvester weder in zijn be- 1 leaking werd hensield, en daarom schreef hij een uiterst dringenden brief aan den vorst, dien hij, evenals de barones,, opper vlakkig kende. Bovendien richtte hij nog eeu iang epistel aan zijn vadez-, den gepensio neerden generaal, die den vorst meer van nabij bekend was, opdat ook deze persoon lijk bij den vorst een goed woord voor Wil- lifred zou doen. Zoo hoopten plotseling van alle kanten de .dringendste voorspraken zich voor den houtvester op. Vorst von Hohenelms was een zeer wel- willend man. Niemand had liem eenig leed gedaan, waarom zou hij dan haat koesteren? Niemand had hem een boosheid toegevoegd, waarom dan zou hij boos zijn? Hij had den houtvester amslagen, alléén om de barones te gelieven. Anders zou hij zulks niet ge daan hebben, wijl hij er geen reden toe had. Dat deze vriendelijkheid een uiterst onaan gename uitwerking op den houtvester Wil- lifred kon hebben, zulks kwam eerst nu in hem op, loen de oude generaal hem zeide, dat zijn zoon zich openlijk ouleerd zou gevoelen, wanneer het ontslag Biet werd herroepen; bij de terugkomst uit den veldtocht waren er tusschen den majoor en zijn echtgenoote tooneelen to verwachten, waaraan heel de adel zich zonde ergeren. Op den keper beschouwd, kon de vorst, die voorkomend jegens de barones was, toch niet minder vriendelijk zijn jegens zijn vriend, den ouden generaal, en hij beloofde die zaak in orde te zullen brengen. Met dit blij bescheid vertrok de generaal, om zijn zoon dit nieuws mee te deelen, ter wijl de vorst in een zeer onprettige stem ming achterbleef. Hij kon zieh namelijk niet ontveinzen, een zeer onnoozele rol te spe len; hij had Willifred ontslagen, en liij moest hem weer aanstellen, zonder dat er zoowel voor het een als voor het ander een aan nemelijke reden bestond. Hoe hier te hande len? Maar zijne doorluchtigheid was niet vruchteloos in zijn jeugd attaché bij het ge zantschap geweest en weldra had hij een denkbeeld uitgevonden, zóó verheven slim, dat zijne doorluchtigheid er zelf verbaasci van stond. Hij ontbood den domeinraad bij zich. „Maar m'n waarde domeinraad," zeide de vorst, toen de oude Iheer verscheen, „wat le dat toch mot dien houtvester Willifred?" „Ik weet bet niet, doorluchtigheid! De man is ontslagen." „Ja, maar waarom is hij ontslagen?" vroeg de vorst. „Ik heb niet de eer, de reden te kennen; uwe doorluchtigheid heeft bevolen hem te ontslaan." „Ja, uit de houtvesterij, maar niet uit mijnen dienst!" Zijne doorluchtigheid genoot den eersten triomf, toen bij het verblufte gezicht be schouwde, dat de domeinraad zette bij deze ten eenenmale onverwachte mededeeling. „Bij de akten ligt een schrijven van uwe doorluchtigheid.... Permitteert n, dat ik den bundel hale?" „Ja, ja, haal hem hierl" De domeinraad verdween, en na tien mi nuten keerde hij terug met een bundel akten. De brief van den vorst bevond zich onder de papieren. „Ik zie, dat ge verontschuldigd zijt, m'n waarde domeinraad. De tweede helft van den brief is mij in de pen gebleven en ik zette m'n naam onder den brief, zonder te beden ken dat hü in 't geheel niet af was. Ik dacht namelijk in die dagen over het plan, om mijn bossehen toe te vertrouwen aan de bij zondere leiding van een beambte met den titel van: bestuurder van het boschwezen, en voor dat haantje bad ik den bijzonder goed aangeschreven staanden houtvester Willi fred uitgekozen. Nu heb ik wel hem uit de houtvesterij ontslagen, maar zijn benoeming tot bestuurder van 't boschwezen ia mij in de pen gebleven. Nu, misschien is het zóó ook goed; het plan zou wellicht moeilijkheden in de uitvoering veroorzaakt hebben. Laten wij de heele zaak op z'n beloop. Maar met dien houtvester zorgt ge, dat de boel in orde komt; ik wil den man niet ontslagen zien. En ge hadi mij wel op de buitengewone om standigheid opmerkzaam kunnen maken." Het lid van het domeinbe6tuur had den vorst met al zijn voorwendsels schaakmat kunnen zetten als hij deu brief der barones, die immers bij vergissing onder deze papie ren was geraakt, te voorschijn had gebracht Hij wachtte zich evenwel ervoor, dat te doen, want daarmede had hij zieh wel voor bet oogenblik gerechtvaardigd, doch voortaan zich onmogelijk gemaakt. „Dus beveelt uwe doorluchtigheid, dat de houtvester Willifred weder te Hohenwalden in functie komt?" „Ja, natuurlijk, en met alle eer; want gij zijt hem een kleine genoegdoening verschul digd. Gij hebt eigenlijk tot dat misverstand aanleiding gegeven." „Het zal nochthans noodzakelijk zijn," zei de domeinraad, „dal hij opnieuw worde aan gesteld, want de oude aanstelling is door het ontslag te niet gedaan." „Ik geloof ook, dat zulks noodig is," luid de het gevoelen van den vorst. „Zet er dan ook in, dat ik hem met het oog op zijn ge drag in- en buiten dienst..... schrijf er voor al bm^buiten dienstden titel en het ambt van opperhoutvester verleen, met tweeaon- j derd thalers toelage en rantsoen voor twee paarden." Daardoor meende de vorst ook den ouden generaal tevreden te stellen. Het had den do meinraad zeer gespeten den wakkeren be ambte uit zijn woning te verdrijven, des te I meer verheugde hii zieh over de plotselinge NIEUWE HflARLEmSCHE m «M

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 5