ESPERANTO.
De Kwartjes Advertentiër
Rechtstate fei? 0
Letteren en Kunst
Sport en Wedstrijden,
Uit QHZ0 Oost
Alweer een: I)e kofferfabriek in de Pas-
sage te 's G raven hage is de dupe geworden j
ran eon even brutale. als liandige oplicbters-
strcek. Een nel gekte; 1 heer, naar schatting
85 jaar, 'rvam den winkel binnen cn kocht
twee tascX'ben, een kleine van 7 en een
groote van 14, De tassehen moesten be
zorgd worden op het Plein 17a, een gebouw
rr;r verschillorde kantoren zijn gevestigd.
Be loopknecht vervoegde zich met de tas-
schen aan het opgegeven adres: de heer stoud
aan de deur en vond de kleine tasoli wat
klein: die moest in aar even worden geruild.
Pe knecht liet de laseh van 44 aöhter en
ging de andere toch ruilen, maar toen hij
terugkwam, was de heer verdwenen en. met
'ücm de te ach! Vad.
Het spookt! Tn verschillende liberale bla
den komt het volgend „verlichte" stukje voor:
Het spookt in Resteren, het klassieke ens-
tra der oude Romeinen.
Het spookt er grouwhaorlelc.
loor anderhalf jaar geleden stierf daai
•Tentje Piet (de namen zijn verdicht) en haar
laatste wenseh was. dal haar huis nooit be
trokken zou worden door een barer verwan-
ton. Gaartjan. „Dood is dood", daeht hü en
trok er op den dag der begrafenis in. En
sedert ving zijn lijden aan!
Gaartjan was de eerste aan wieu het6pook
op „De Leppel" verscheen.
Op het aardappelland was hij aan het werk
en met een „foepwijnd" (rukwind) stond het
naast hem.
Sedert hooren hij, ziju geziu en de vreera
den, die er nog durven komen, hij nacht ge
rommel. getik, geklop, 's Morgens vindt zijn
vrouw de kachel gepotlood, de haugklok op-
ge-trokken. Een buurman, die kwam kort
avonden, hoorde in „haar" stoel geblaas en
gekraak. Hij verklaart nooit moer terug te
zullen komen. j
Peter Jan, de zoon van Gaartjan, stond
voor de „knuskes" op de deel te kijken, toen
hij werd opgenomen en in een hoop haver
geworpen, zóó, dat hij na twee uur nog niet
„bekomme" v;as. De paarden stonden te
zweeten van angst.
De knecht, die de paarden voeierde, zag
door een onzichtbare hand een ladder recht
op zetten, de ladder, waarmee „zij" de eieren
gewoonlijk uithaalde.
Man, vtouw en kinderen brengen den nacht
in één vertrek door, durven het niet verlaten,
want -deuren klappen, vensters worden open
getrokken, overal geraas, getik, geklop, ge
blaas. Brrrr!
Gertje, de meid, veegt den zolder en „het"
veegt achter haar. Is het wonder, dat zij het
raam uitwipte?
Peter, de buurman, was in de zestig jaar,
die hij op dit ondermaansehe doorbracht,
nooit zoo geschrokken, als toen hii „het" zag.
Riet altijd is „het" even goed gezind, als.
wanneer „het" de kachel potloodt. „Het"
breekt 'snachts lenuingen en bemoeilijkt over
dag de timmerlieden, die ze komen herstel
len.
„'t Is wa te zeggen, meneer! Mcraokel", zeg
gen wij het bestje na, dat er ook héél wat van
wist te vertellen.
Geloof heeft men tegenwoordig niet meer;
"'■och bijgeloof zooveel te meer!
(Wolherg's Internationale Sehproben), een
bord} -: nier met getallen en kruispunten. Dit
hulpmiddel heeft een verklarenden tekst, go-
geschreven in Fransch, Duitsch, Engelseh en
Esperanto. De redactie van de „Wochensc'urift
für Therapie uud Hygiene des Auges" maakt
in een der nummers bekend, dat in 't vervolg
van elk orgineel artikel in hetzelfde blad een
kort referaat zal worden gegeven in Esperan
to. („Holanda Pioniro").
Staatsraad Mr. Th. L. M. H. Eorret.
Aan de nagedachtenis van dezen hoogen doo-
de, wijdt „Nederianda Katolika" eenige waar-
deerende woorden:Toch werd hij, toen
onze N. K. werd opgericht in 1909, ook
daarvan lid. Ijverig en werkzaam'. Voor zijn
persoon Esperanto beoefenend, voor onzen
lezerskring erin vertalend; de voorbereiding
van het groote internationale Esperanto con
gres, „Nia Dua" leefde hij mede: een gulle
gastheer bovendien. „Nia Dua" zal dikwijls
nog worden opgehaald;, maar dan zal ook
verhaald worden van dien Nederlandsehen
StaacLsraod van in de zestig, die mee kwam
doen met jongen moed, omdat hier de katho
lieke zaak met een nieuw, middel kon wor
den gediend
B,
ftft&E£QaDËiH.
Voor den inhoud dezer Rubriek «telt de
Redactie zich niet aansprakelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt den inzenders de copie met
teruggegeven.
Duitschland. In verband met den grooten
toeloop van reizigers, die verwacht worcH
bij gelegenheid van de Internationale Ten
toonstelling voor den Boekhandel en Boek
drukkunst, dit jaar te Leipzig te houden, heeft
het hoofd van de politie aldaar aan zijne on
dergeschikten de studie van Esperanto aan
bevolen, als gevolg waarvan eeae cursus on
der hen is begonnen. Op die tentoonstelling
zal in de zoogenaamde „straat der naties"
ook een paviljoen verrijzen voor Esperanto,
bekostigd door bijdragen van de Duitsche Es
perantisten en waartoe ook het Saksische Es-
peraatp-Instituut een belangrijke som heeft
bijgedragen. Nieuwe groepen opgericht te
Bochum, Cannstatt, Linden A. Ruhr en Wald-
Bassen.
Amerika. Te Pickfort, Mich., heeft men
Esp. geplaatst als leervak in den hooger on-
derwijscursus. Eveneens wordt het onderwijs
Jn Esp. als avondcursus gegeven aan de John
Marshall inrichting voor hooger onderwijs te
Richmond, N.-A. Te Washington werd in de
handels kamer een Esp.-bij eenkomst gehouden,
waar o.a. de heer Steward, bibliothecaris van
Ret departement van marine, het woord voer
de over „de Eenvoud en de wetenschappe
lijke samenstelling van de Esperanto spraak
kunst." In het belangrijke „College der Chris
telijke Broeders" te St. Louis geeft Pater
Mojado dagelijks Esperantoles aan twee klas
een, eene van Spaansoh- en eene van En-
gelsch-sprekende leerlingen. Bovendien geeft
de onvermoeide Pater nog elke week een cur
sus in de Stads-bibliotheek, waaraan 30 da
mes en heeren deelnemen, terwijl hij ook
nog een avondcursus aan het college zal
openen. Behalve dat houdt hij nog 'toezicht
op de uitgave van een nieuwe Katholieke ver
taling van het Nieuwe Testament in het Es
peranto, die kerkelijk is goedgekeurd. Te Del-
phos (Ohio) is door een Ud ,van het bestuur
•van de vereeniging van schoolhoofden een
cursus begonnen aan onderwijzers en onder
wijzeressen, die zeer druk bezocht wordt.
Te Pittsburg heeft een meisje van 14 jaar,
mej. Winifred Stoner, voor de studenten eene
lezing gehouden in onberispelijk Esperanto,
Deze jongejuffrouw is in werkelijkheid eene
oude Esperantistereeds van af haar 3de 1
jaar heeft ze het beoefend en op haar 7de
jaar werd eene Esp. vertaling van haar hand
van „Moeder de Gans" in een tijdschrift ge
publiceerd. Volgens getuigenis v,an alle on
derwijzers trouwens leeren kinderen de hulp
taal zeer gemakkelijk.
No be lp r ij zen a an E sp eran listen.
De Esperantisten tellen in hunne gelederen
,vele hoogstaande mannen en niemand zal
zeker willen ontkennen, dat onder de laatste
^categorie van personen behooren de winners
'der Nobelprijzen. In 1913 is de prijs voor ge
neeskunde toegekend aan Prof. Charles Richet
te Parijs, een warm voorstander van Esp. en
die voor den Vrede aan den heer H. Lafontai-
ne, die niet-minder gevoelt voor de hulptaal
en ze gebruikt in buitenlandsche correspon
dentie, vooral met Chineezen en Japaneezen.
Ook de heer A. Fried winnaar van den vredes
prijs in 1912, is Esperantist.
Vermeldenswaard is nog een nieuwe toepas
sing van Esp. in de Wetenschap: Korten tijd
geleden zijn verschenen nieuwe proeven voor
het bepalen der normale gezichtsecherpte
ESPERANTO
De heer B. staat Irceds aan zijn tweede
artikel om te bewijzen dat Ido minderwaardig)
is vergeleken bij Esp. Mij heeft hij nog
niet overtuigd cn, waarschijnlijk, geen enke
len lezer der „N. II. Ot."
Eerste bewijsvoering van den heer B.uw
dienaar laat te wenschen over inzake be
leefdheid en eerlijkheid, de Beaufront is een
vals ah e vriend, alle idisten zijn dwarsstuur-
ders. Over mijn eigen onbeduidende persoon
lijkheid zwijg ik liever: „nemo judex in pro
pria causa". Wie Dr. de Beaufront is, kun
nen zijn oud-studiemakkers van Leuven ge
tuigen, tussehen hen wellicht enkele lezers)
vaai dit gewaardeerd blad. Of alle idisten
zoo slecht zijn als de heer B. ze voorstelt
weet ik niet, daar ik ze tot den laatsten
toe niet ken. Doch aan de lezers durf ik
vragen of bovenstaande uitvallen, tegen weer
looste personen bewijzen dat Ido minderwaar
dig is vergeleken bij Esp.
De overige bewijzen van den heer B. zijn
van uiteenloopenden aard. Hij disserteert
meesterlijk over Duitsch en Hongaarsch en
over {do als een verfranscht Esp., doch ver
geet te zeggen dat Ido, in verhouding, meer
Germaansche stamwoorden telt, dan 't Esp.-
mengelmoes uit allerhande willekeurige, meest
Poolsche spraakelementen samengestoofd. Hij
verklaart dat „Progreso" van Febr. 1914 en
kel 10 plaatsberichten bevat, doch vergeet
er Ui] te voegen dat hij slecht gelezen heeft.
Hij spreekt van Zwitserland, dochbericht
ons niet dat Schneeberger, onlangs voorzit
ter van den Zwitserschen Esp.-bond en van
'i internationaal Esp.kongres te Genf, thana
in de Ido-akademie zetelt. Hij handelt over
Duitschland en „Germana Esp.," doch meldt
ons niet dat Dr. Liesche, hoofdopsteller van
dit tijdschrift, met de leden van 't Berlijnsch
Esp.-bureau, waarlusschen Dt. Borgius, te
genwoordig idisten zijn. Ja zelfs de H. Kerk
wordt er door den heer B. tussehen getrok
ken, maar verzwegen wordt, ik zeg niet:
moedwillig, anders wee mijn eerlijkheid!
dat de „Uniono pacerdotal idista" kerkelijk
Werd goedgekeurd (kostelooze inlichtingen en
proefnummers van „Katolika Idisto" bij J.
Guignon, pastoor, Vulaines-sur-Seine, Frank
rijk). De heer B. aanschouwt geestdriftig en
met een oog den vooruitgang van Esp., doch
zijn ander oog houdt hij gesloten voor het
feit dat de „algemeene Esp.-vereeniging" op
een jaar (1913) 2000 leden, d. i. schier 1/3
van het totaal verloor.
En, ten slotte, ondank3 al dat hoopvol sta
ren en plechtig verzekeren heeft de heer
B. zijn stelling niet bewezen, n.l. dat Esp.
beter is dan Ido en heeft hij de lezers van
de „Nieuwe Haarl. Courant" geen gelegen
heid willen gunnen onr beide stelsels te
vergelijken. In afwachting durf ik hert aan
raden vergelijkende teksten te vragen in Den
Haag (21, Delis traat.)
Hiermede ben ik verplicht mijn strijd te
staken in dit blad. De geachte Redactie ben
ik innig dankbaar voor de plaatsruimte aan
mijn artikels verleend. En de heer B. zal
ongetwijfeld blij zijn te vernemen dat hij
zich voortaan elders zal mogen ontmoeten
met zijn
.Verkleefden vriend
PIONIRO.
GENERAAL VAN DAALEN.
In de „Java-Bode" van 29 Januari schetst
een fictief dienend officier de schitterende
loopbaan van den aftredenden legercomman
dant. Hij huldigt Van Daalen óók als gou
verneur van Atjeh:
De m.i. onnoodig kwetsende wijze, waar
op hij na de bekende enquête van zijn ambt
ontheven werd, de publicatie van het ver
slag dier enquête, waarin zijn persoon op
buitengewoon openhartige wijze besproken
werd, wel het meest grievende, wat dezen
trotschen man kon worden aangedaan, ver
zekerde hem de sympathie, ook van diege
nen, die het in net wezen der zaak niet
met hem eens waren. De waardige wijze,
waarop Van Daalen droeg, hetgeen hem over
kwam, kon "die sympathie slechts verhoogen.
En waartoe dient het thans die oude kwestie
weer op te rakelen? Het verder verloop der
zaken op Atjeh heeft in elk geval getoond,
dat otp pe nu gevolgde manier de pacificatie
tot stand wordt gebracht; of het ook op
andere wijze ware mogelijk geweest, is een
ruim veld voor onvruchtbare discussies.
Maar het gouverneurschap van gen. Van
Daalen heeft in elk geval één blijvend re
sultaat achtergelaten, waarvan de goede ge
volgen nog steeds nawerken. Hij heeft orde
gesticht op militair gebied in Atjeh. Onder
Van Heutsz, den man van groote lijnen, was
het terrein van actie dermate snel over ge
heel Atjeh uitgestrekt, dat de organisatie
daarmede niet gelijken tred had kunnen hou
den éfi menige regeling öm zoo to zeggen
te hooi en te gras had, moetan worden ge
troffen. Buitendien liet generaal .Van Heutsz,
toch al bezield met afkeer van paperassen,
zijn getrouwen groote vrijheid, waarvan wel
eens misbruik werd gemaakt, al weerhield
de eerbied voor zijn persoon van zeer grove
misbruiken.
De schrijver wijst er dan op, dat Van Daa
len bij zijn optreden onmiddellijk een einde
maakte aan allerlei buitensporigheden:
Het is te betreuren, dait hij dit niet heeft
weten te doen, zonder beproefde medewer
kers of te stooten. Maar generaal Van Daa
len heeft in hoog© mate les défauts de ses
qualités en verstaat in het geheel niet foa*-
titer in re met suaviter in modo te verbin
den. Maar in elk geval werd aan misbruiken
paal en perk gesteld, gegoochel met proces
sen-verbaal en rekeningen geweerd, discipline
hersteld en menige uitwas afgesneden. Dat
de gouverneur zich hierdoor niet geliefd
maakte, is te begrijpen, maar dat zijn op
treden, althans in dit opzicht, zegenrijk© ge
volgen heeft gehad, kan niet ontkend worden.
Het is nu nog niet de tijd over de resul
taten van de laatste jaren te spreken. Nog
te veel van de door hem als legercommandant
gedane voorstellen zijn in behandeling om
tot een definitief oordeel over de vruchtbaar
heid van die periode te komen. Dit blijve voor
later bewaard.
Uit het overzicht van Van Daalen's loop
baan op Atjeh moge duidelijk geworden zijn,
waarom hij, niettegenstaande de niet steeds
ten onrechte op hem gemaakte aanmerkin
gen, voor ons, officieren, blijft een der meest
te eeren personen in de geschiedenis van ons
léger,
BEZOEK VAN LEERLINGEN EENER ZUS
TERSCHOOL OP EEN DUITSCH
OORLOGSSCHIP.
Eenige klassen der school van de Zusters
van Liefde te Padang waren uitgenoodigd een
bezoek te brengen aan een aldaar liggend oor
logsschip.
Een onzer abonné's ontving van een der Eerw.
Zusters een particulier schrijven, waarin zij
over dit bezoek spreekt en stelde ons in de
gelegenheid aan dezen brief de volgende niet
onaardige bijzonderheden betreffende dit bezoek
te ontleenen.
De Eerw. zuster schrijft dan-
Onlangs is hier een Duitsche ooriogsboot ge
weest, 't was nog geen linieschip, slechts een
kruiser, maar ais de kruisers al zulke moord
machines zijn, wat zullen dan toch de linie
schepen wel wezen. De „Scharmhorst", zoo heet
de boot, bleef eenige dagen hier liggen en aan
gezien er 750 man aan boord waren, kuierden
er nog al eens clubjes door de straten van
Padang. Er werden in Padang diners gegeven
en de hoogste klassen der verschillende scholen
werden uitgenoodigd Donderdagmorgen om
negen uur met hun onderwijzers de boot te be
zichtigen. Van dat soort zijn op onze school
zoo wat een 50 meisjes, waarvan de meesten
natuurlijk graag gingen. Ik hoorde half en half
bij het grootere volkje thuis, kon me redden met
het Duitsch en ging dus met nog 2 andere
zusters mee. Bij de kinderen hield ik me heel
effen-deftig, maar ik geloof, dat bij dat tochtje
niemand zooveel genoten heeft als ik. De booten
lagen op zee, een eindje achter den Apenberg.
Zij kwamen niet dichterbij omdat de kabel naar
Siboge voor de kust lag, dus we moesten er heen
varen. Het motorbootje kwam ons halen, maar
daar konden maar een stuk of tien in, achter
het bootje kwam een „groote" sloep. Ik geloof
dat we wel met 100 er in zaten. Voor en achter
in de sloep een onderwijzer met een troep jon
gens, wij met de meisjes midden in. 't Was
leuk op de Moara. We gingen vlak langs den
Apenberg en konden de apen zien. Toen kwamen
we in zee. Jongens! wat schommelden we, 't was
vloed moet je weten en we kregen een paar
groote golven. Ik vond het leuk, maar tegenover
ine zat een meisje, wie alles groen en geel voor
de oogen werd. We zaten als haringen in een
ton, wat zou ik beginnen als zij zeeziek begon
te doen, een ernstige meditatie! Met eau de
cologne kwam ze weer bijonder de hand ver
loor een jongen zijn hoed en een ander speelde
ook al rendez-vous over de kant van de hoot;
maar we kwamen waar we wezen moesten en de
klauterpartij begon. Natuurlijk een stijle, ijzeren
trap, maar. gelukkig er waren handen genoeg
om te helpen. Zoo kwamen we op het dek. Hier
verdeelden wij ons in clubjes en ieder kreeg een
Duitscher mee. Hij liet ons alles zien en vertelde
erbij en ik vertaalde het voor mijn volkje. Aan
houdend was het trap op, trap af. Op was zoo
erg niet, maai afHet waren ijzeren happen
met smalle treden, zoo stijl, ik denk wel met een
hoek van 70 gr., er waren dan ook aan weers
kanten leuningen, waarvan wij allen maar dank
baar gebruik maakten.
Nu het schip zelf; het was heelemaal van
ijzer, alleen het bovenste dek was van hout;
130 M. lang, 30 M. breed en 14 M. hoog, met
7 M. diepgang. Er waren 26 officieren aan
boord; de buitenwanden waren 3 d.M. dik van,
massief ijzer, bij de patrijspoorten heb ik heb
nagemeten. Allerlei kanonnen van verschillende
grootte heb ik gezien. Voor op het dek stonden
twee snoeperige kleintjes in vergelijking tot de
anderen dan altijd. Die dienden om aankomen
de torpedo's te vernielen. De middelsoort kanon
nen hadden kogel3 van 40 K.G. en daarbij
hoorden bussen kruit, iets grooter dan de kogels.
Ieder kanon kon men heel gemakkelijk door een
kruk hooger en lager, links en rechts draaien.
Maar de grootste kanonnen hadden kogels van
120 K.G. Zoo'n kogel had meer dan 1 d.M.
doorsnede en was een y2 hoog. Geen matroos
kon. zoo'n kogel opbeuren en in het kanon schui
ven; maar nu waren tegen het plafond spoor
rails aangelegd en toen hij ons liet zien, hoe
zoo'n kanon geladen werd, kwam er langs het
plafond over de rails een ijzeren ring met ket
ting aangerold, die kwam boven het rek waar
20 kogels op een rij stonden. De ring kwam
omlaag precies boven een kogel, viel er om
heen, sloot als een bus, en werd weer iets ge
draaid en de kogel met ring gingen de hoogte
in langs de rails en kwamen bij de opening van
het kanon; daar ging de ring omlaag en liet de
kogel schuiven in een koperen toestel; dit werd
90 gr. omgedraaid en schoof toen van zelf de
kogel in het kanon, de bus met kruit kwam op
dezelfde manier achterna, met een kruk werd
toen het kanon gesloten; alles zco gemakkelijk
en zonder krachteinspanning, dat ik het ook wel
had kunnen doen. Hij vertelde, dat er van zulke
froote kanonnen 4 aan boord waren. Met deze'
anonnen konden ze 13 K.M. ver schieten. Bij;
ieder kanon was een verrekijker, die alles 12
maal dichter bij haalde; met drieën tegelijk)
moesten ze deze kanonnen richten, een de hoogte, i
een den afstand rechts-links en een derde moest
Keuren. Door middel van electriciteit ontvlamde ;Lyon (2). Van den grooten mternatiwialen
het kruit en hij vertelde: bij het afschieten vloogvoetbalwedstrijd Holland—België (8J. Twee
het sluitstuk achter de bus met kruit y2 M. j prachtpoesjes van de internationale katten'
achteruit. Nu moet je weten dat sluitstuk was j tentoonstelling te 's Gravenhage gehuwden.
zeker een brok ijzer van y2 M. in het kubiek.
Die kanonnen stonden, 2 achter beneden en 2
TEKST. Sneeuwklokjes. De Kreea vau
Alviara (vervolg). Bij onze platen. Het vei*
vóór boven, ieder in een afzonderlijk lokaal met i ligheidsscheermes. De R. K. Militairma-Yer-
ijzeren wanten van l d.M. dik. Vóór boven was eeniging t, Tilburg. De Generale Stof. Ik?
onder het kanon op zij een gat, daardoor werdenbloembollencultuur. Op straffe des doods
de bussen met kruit uit het diepste gedeelte van
het schip omhoog gebracht; want het kruit
bewaren ze ook in tijd van oorlog zoo diep
mogelijk onder in het schip achter een dikken
wand ijzer. Boven op het schip bij de admiraals
plaats was een groote spreekbuis ea bij ieder
kanon kwam een pijp uit; in oorlogstijd moeten
ze met afschieten altijd op het commando van
den admiraal wachten en dan schieten alle ka
nonnen tegelijk. Alles was toch zoo gemakkelijk
ingericht. Midden in b.v. was een heel groote
ruimte, aan weerskanten patrijspoorten, de vloer
en het plafond waren van ijzer. Aan het plafond
hingen op geregelde afstanden ijzeren staven;
daar werden 's nachts de hangmatten opgehan
gen, waarin zij sliepen. Die hangmatten konden
meteen dienst doen als zwemgordels. Overdag
werden de hangmatten opgeborgen en dan zaten
daar de schoenmakers, de kleermakers en de
timmerlieden. Iedere matroos had voor zijn eigen
gerief een ijzeren kastje, M. in het kubiek.
Dat was alles waarover hij gedurende die reis
van 2 volle jaren beschikken kon. Brieven van
hun familie werden alle gestuurd aan het ma-
rinehoofdgebouw in Berlijn en daar weet men
altijd precies waar de boot is. Overal waren de
matrozen druk aan het schrobben, poetsen, ver
ven enz. Als wij aankwamen gingen ze netjes
op zij, lieten ons door en werkten weer door.
Het viel me erg op, dat allen zoo beleefd en
zoo net en toch zoo op een afstand waren. Op
een gegeven oogenblik riepen de kinderen achter
me, o zuster, u zit vol verf. Toen ik kijken wilde,
waar, stond er al een matroos bij met met een
lapje met terpentijn om me te helpen. Ik ging
netjes zonder verfvlekken naar huis. In de bak
kersoven werden iederen nacht 700 brooden ge
bakken en naast die oven was de brandspuit.
Het hospitaal was naar evenredigheid groot en
daar stonden houten ledikanten. Van boven naar
het ruim waren in de dekken recht onder elkaar
ronde openingen van y2 M. middellijn; wan
neer br' schio steenkool moest laden ging dat
op die manier van boven naar heneden. Het
zoeklicht zat in een ijzeren kast van meer dan
1 M. doorsnee en de glazen lens was natuurlijk
ook zoo groot, jammer dat het zoo hoog stond
op het bovenste dek, nu was er een zeil gespan
nen en zoodoende konden we er niet bijik had
zoo graag de lens eens gezien.
De ankerketting was 225 M. lang, en de
schakels zoo dik en zwaar, ik geloof, dat ik er
nog niet één had kunnen optillen. Van alles
waren ze aan boord dubbel voorzien, er waren
bv. 4 stuurstoelen, werden er dan 3 aan splin
ters geschoten, dan bleef er nog een over. Toen
ons groepje terugkwam, waren de anderen al
allemaal gezeten, er werd limonade gepresen
teerd en mooie muziek gespeeld. Ik vond het
jammer, want ik was nog niet in het ruim ge
weest en niet in de mast, maar natuurlijk dat
ging niet meer. Het was kwart voor elf. We
hadden nog een kwartiertje en toen bracht het
motorbootje met de sloep ons weer naar wal.
EEN MOORD
Uit Bod!
dionegoro schreef men aan het „N. v.
d. D. v. N.-I,":
Maar onlangs is hier in de buurt toch weer
een gruwelijke moord gepleegd en wel op een
bereden politiebeambte, een inlander vau adel
lijke afkomst.
Er zijn namelijk een poos geleden uit de ge
vangenis alhier twee beruchte schavuiten ge
vlucht, met name Sawoet en Rasmin, beiden uit
Seitan (Rembang) afkomstig.
Beiden wisten ergens in het district Bou-
werno hunne oude kennissen, Kertosahir en
Sariman, ook schurken, te vinden, en toen vorm
den zij een soort van rooverbende. Het clubje
heeft geducht huisgehouden.
Het heeft bij verscheidene inlandsche ambte
naren hier, op Toeban en Biora diefstal ge
pleegd.
De bende drong brutaal de kawedanan bin
nen, om daar buit te verklaren wat van hare
gading was. Het wachtvolk hier en daar werd
met den dood bedreigd, wanneer het waagde de
bende kwaad te doen, d. w. z. haar in haaf
excursies te dwarsboomen, dan wel démarches
te maken, om haar aan het gerecht over te
leveren. Kortom, de goed gewapende bende werd
de schrik en de vrees van de bevolking van
Rembang, temeer, daar zij zich meer dan eens
had uitgelaten, dat de politie of wie ook, geen
hunner levend in handen zou krijgen, want dat
het viertal besloten was elkander te helpen onder
welke omstandigheden ook.
Een dag of wat geleden zag bovengenoemde
politieagent het viertal op den weg tussehen
Bouwerno en Babat. Hij ging onverschrokken
op hen af en toen namen genoemde schavuiten
de vlucht, terwijl Rasmin zich ook verwijderde,
doch op zekeren afstand bleef staan.
De diener pakte Sawoet, er volgde een wor
steling. Toen kwam Rasmin terug en bevrijdde
Sawoet, waarop beiden met hun messen den
oppasser aanvielen en zoodanig verwondden, dat
hij weinige oogenblikken later den geest gaf. De
beide moordenaars maakten zich uit de voeten.
Het vreeselijk verminkte lijk lag midden op den
weg.
Een dessa-politiebeambte van Semanding, die
met zijn volgeling in de sawah aan 't werk was
en van het gebeurde getuige was geweest, zette
met hem Sawoet en Rasmin achterna. Twee op
gezetenen van genoemde dessa voegden zich bij
het tweetal en het mocht dien personen geluk
ken, de bende te arresteeren.
De kranige kerels van Semanding ontvingen
eene geldelijke belooning van het bestuur en dit
heeft nu aan de regeering het voorstel gedaan,
om een onderstand te doen uitkeeren aan het
gezin van den politieagent, die bij de uitoefe
ning zijner functie op zoo'n wreedaardige wijze
het leven verloor
Allerlei. Inhoudsopgave.
DE EERSTE NEDERLANDSCHE
„PARSIFAL'- DP VOEEJNG.
De opvoering van „Parsifal" is een èciomf
voor de Vlaamsche Opera geweest, verneemt
de „Tel." uit Antwerpen. Do op voeling1, wel
ke zonder eenige hapering verliep, was te
middernacht geëindigd. De bijval was enorm.
Na elke acte moest vijf- of zesmaal „ge
haald" worden. Gansch het kunstminnend Ant
werpen woonde de opvoering bij. Voor den
schouwburg had zich een ontzaglijke vetks-
menigte verzameld, zoodat een sterke po
litiemacht noodig was om een stremming van
het verkeer te verhinderen.
van de Nieuwe HaaHeaische Couranf
komen onder de oogen van bijn«
tienduizend! abonné's.
VAN ELDERS.
KANTONRECHTER TE MEDEMBUK.
Door de Arr. Rechtbank te Alkmaar is,
ter vervuiling der vacature van kantonrech
ter te Medemblik, de volgende alphatoetische
lijst van aanbeveling opgemaak:
Mr. E. H. Loosjes; mr. J. A. vau Pescli
mr. A. N. L. Otten, allen griffier hij het
kantongerecht resp. te Hilversum, Harder
wijk en Almelo.
FAILLISSEMENTEN.
Failliet verklaard: 16 Maart F. P. Erke-
lens, handelsagent, Naarden. J. B. vat
Nes, caféhouder, Amslerdam, Prins Hendrik
kade 38. B. de Groot, aannemer, 'sGra
venliage, de la Reykade 14.
17 Maart. J. \V. Spruyt, koopman, Sijhc-'i
karspel.
Failliet verklaard: 16 Maart. A. C. van det
Lee, schilder en winkelier, Waalwijk.
A. G. van Agtmaal, handelsreiziger, laats,
woonachtig te Leeuwarden, thans vermoedelijk
ie Gladbeck in Westfalen.
Geëindigd door homologatie van het ai&oord
het faillissement J. B. A. Koek, Breukelea; door
het verbindend worden der uitdeeüngsiijst het
faillissement M. Konings, vroeger aannemer P
Sloterdijk.
Opgeheven: het faillissement S. dc Leeuv
koopman, laatst gewoond hebbende te Doetin
chem, thans te Antwerpen.
Geeëindigd door het verbindend worden
der uitdeelingslijst de faillissementen van G.
te Brake, rijwielbandelaar te Dordrecht. M
van der Have, bakker te Yerseke, en J. L'
Boudewijnse, eenig lid der firma Gebr. Bou-
cle-wijnse, ijzerhandelaar, vroeger te Middel
burg.
Dl KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
van deze week bevat de volgende
PLATEN: De HoogEerw. Heer W. H. Beijs.
Uit de stearinekaarsen fabriek te Gouda (3).
Het mooie 17-d'-eeuwsche raadhuis' van Gou
da. Kijkjes uit Durazzo (6). Kijkjes van de
R. K. Militairen-vereeniging te Tilburg (9).
Bij bet honderdjarig bestaan van den Gene-
ralen Staf van het Nederlandsche leger. De
bloembollencultuur in beeld (9). De feeste
lijke intocht van den nieuwen vorst van Al
banië in zijne hoofdstad Durazzo (2). D© ont
Woetisaipr'aatJ©,
NA DEN BELGIë-HOLLAND-WEDSTRIJD
De peis over BelgiëHolland, bet Neder-
laakteeh elftal er ouzo spelers.
Een kleine nabetrachting nog over den
Antwerpschen voetbaldag, die Holland's der- -a
tiende overwinning op de Belgen bracht;
waarop we voor den zevenden keer don
„Van den Abeele-beker" wonnen!
Uit de voornaamste dagbladen en de sport-
pens willen we een en ander ontleenen, oir
'u overzicht te geven van wat de pers ovet
den wedstrijd zegt, wat ze van ons elftal
vindit en hoe ze over onze spelers in 'f
bijzonder, denkt.
De opinies van de verschillende verslag
gevers en redacteurs verschillen nog al eens
zooals vaak gebeeurt!
Over den strijd zelf echter zijn ze 't vrij-
wel eensde, match was spannend en aar-
dlig ,maaa' niet mooi. Dat er zoo weinig
mooi spel werd gespeeld is natuurlijk tos
t© schrijven aan het slechte veld, dat zeer
moerassig en zwaar was.
De overwinning was geflatteerd, cn we
hebben niet zonder geluk gespeeld; ook
hieromtrent vind ik wel eenstemmigheid'
Volgens meerdere verslagen waren twee
onzer doelpunten buiten spel, maai' was ook
do strafschop ten onrechte toegekend.
Wat ons elftal in het algemeen betreft,
komt de critiek vrijwel hierop neer dat
ons team zooals het Zondag heèft gespeeld,
heusch niet schitterend was.
Verschillende verslagen „kunnen niet en
thousiast zijn over ons spel," al zijn ei
ook weer wie het Nederlandsch elftal i9
meegevallen, die een overwinning van deze
Hollandsche troep niet hadden venvacht
één-vond ons elftal „lang niet superieur.
Onze backs worden vrij algemeen goed
gevonden, maar konden beter; de midden
linie krijgt van ieder zooveel als 8 op 't
rapport: ze was zeer goed.
Over de voorhoede was men niet gauw
uitgepraat! Algemeen werd deze geacht
„het zwakste deel van ons elftal."
In de critieken over onze aanvalslinie
vooral vinden we echter lang niet altijd
overeenstemming I Merkwaardig vooral,
waar b.v. tegenover de bewering van eeü
der verslaggevers, dat „Mannus Francken
opnieuw bewees z'n plaats waard te zijn
en tegenover die van anderen, diö 'm goed
vonden, weer andere verslagen verklaren.1
dat hij „niet meer in internationalen vorm
was," dat hij' „de oude niet meer is."
De „Tel." vindt, dat boven den thans ge-_
kozen linksbuiten Kuütze (H.V.V.) en ooi*
Oostenbroek (Haarlem) moeten in aanmer
king komen, terwijl ze ais voorlinie zov
willen zien: Noordduijn, Buitenweg, Kass
ier, Vos en Kuntze- of Oostenbroek.
De „Sport" gaat ook dien kant uit. Ze wi
Buitenweg weer er in hebben als center voor,
D. Kessler binnenrechts. Of, zoo Dé midden
voor moet blijven, acht z© de linie Noord-
duijn-Dé Kessler-Kunt ze gewenscht,
Dame in «jne nooiasxaa nurazzo vzj. we om- C" BnolBra va?
zettende overstroominsr en wolkbreuken te Raarcusschen, voor het
Tot-ai* aan KraU <«Tat< ïrn n 1/ \/l fl> L'TT" CUT? C<-- 1 1 tn t'