ALLERLEI.
SI
i
s
In den tempel der Staatsloterij.
I
ir*ar mftlïoenen f© beschikken had? Hij krijgt
geen cent meer!"
En bii keerde naar zijn kamer weer.
(Ann. v. O. L. V.)
EEN MORGEN IN EEN SCHOOL VAN
OEGANDA.
Aan de Annalen van Roosendaal wordt
nit het Vicarinaat van den Bovennijl en Oe
ganda geschreven:
men twee, twintig of wel twaalf of tien ma
ken. Ik heb schik alsof ik een jubileum vier
de en kan mijn lach nauwelijks bedwingen.
Daar is de opzichter dor werklieden, om
mij duidelijk te maken, dat de tweede stellage
waarop ik een duizendtal koffiepotjes gezet
had, te zwak bleek en terecht kwam op de
stellage daaronder, waarop reeds een dui
zendtal van !t zelfde soort potjes een plaats
hadden gevonden.
Dat beteekent, dat ik weer de school nit
moet, om te zien hoeveel waarheid ik uit
ziïn mond gehoord heb. En 'tis maar al te
waar. Ik geef instructies, boe stevigheid aan
te brengen en ben klaar in een kwartier uurs,
I om bij mijn terugkomst in de school te be-
i merken, dat de zwarte jongens, zich verve-
Niets bijzonders, denkt de lezer; in mijni]eri) beginnen te spreken van „sa etnsbere'
tijd was ik eiken morgen in school. bet jg
Zeker, een morgen in de school is niets bij- j j-R op myn horloge (de torenklok op
zonders, doch een morgen in de school in onze mef gras bedekte kerkhnt werkt nog
Kavirondo is wel wat bijzonders. Er zitten j niet) en bemerk dat het twaalf unr is.
ongeveer dertig zwarte peuters hei A. B. „Wek" zeg ik, .rop de knieën!" Een seconde
to leeren. Tien zetten hun kelen open en zin- later liggen allen geknield, de handen ge-
gen op zangerigen toon eene taak waar .ik VOnwen, cle oog en neergeslagen en biddden
geen woord van versta uit een Kiswahill- a|s ]-eei 0p zangerigen toon de
boek. Een twaalftal anderen krassen op hunEn^el des Heeren*
leien bet A. B. O., dat ik op het schoolbordj)aj js het werk van den missionaris. Hij
heb neergeschreven. In mijne nabijheid Is bpeft alies tegelijk te doen en verwondert
mun pastoor den Kathechismus aan t mpom- 7i\e^ dah er n0g zooveel vrucht van zijn
pen en ik boor een regelmatig gegons van werk kan komen, ofschoon hij in één morgen
woorden; eene hehhaling van heLgeen hun zoo TOor huishouden moet zorgen, voor bouwen
juist is voorgezegd'. |en planten, als gastheer dienst doet en aldus
Dat is alles nog met bijzonders, t Is alleen nje£ meester, doch meerderen tegelijk te
wat lastig, nn ik, met een afschrift van c 1 dje:aen heeft
geen ik hoorde van de Kavirondotaal voor j En als wij een ha]f 1TOr later onaf! eet-
mij, zit te studeeren. zaal binnentreden, dan kunnen wij ons
Plotseling word de opgescnrikt, kijk op j v.eTgasten aan dampende aardappelen (in
m«n schrift en zie dat onze kok het te kwaad ;eiffen tuin gekweekt).'Er was geen „mafura"
krijgt. Hij heeft een yzeren kroes m de hand om ons nog op ;ets an(prs te onthalen»
en zegt: i
«Mafura gtnvera!" Hij wil alleen duidelijk
maken, dat er geen vet meer is. Doch „mafu-1
ra" beteekend ook lamp-olie, boter, wonder- i
olie, schapenvet, in één woord alles wat maar
naar vettigheid lijkt. Ik neem de eerste be- J
1 eekenis en tracht hem aan 't verstand te j
brengen, dat wij op 't oogeublik geen lamp
noodig hebben: de zon brandt ons genoeg.
1) Het gewone voedsel der negers.
2) „Ja, uw verstand is groot."
ELECTRÏSOHE ONDERWATER-
PERISCOOP.
Door verschillende marine-admiraliteiten
i worden proeven genomen met een eleetrischen
De „mafura" om te koken, zegt hij, is op. j onderwater-periscoop, die dienen moet om een
Ik antwoord, dat hij dan maar moet zien onderzeeër te besehermen tegen een aanval,
iets anders te krijgen, ik weet er geen raad den kijker ZOu men van uit een. geheel
op, en ga wat studeeren. Kok no. 1 af. Lij ondergedoken schip de manoeuvres kunnen
schijnt zich verder over t geval met warm v/aarneroen van ceü eind verder varend schip,
te maken, want eenige minuten later zit by nadering flink zou bunnen hesto-
zeif in de school op zijn lei te krassen en is clat ™en wuu7
al lang vergeten, dat er geen vet meer is. Icen- ln eeu zee-oorlog zal het nis mm
Het duurt echter niet lang, of kok no. 2} waar een machtig wapen blijken te zyn.
komt opdagen en vraagt om „hoes,,' GENAAIDE EOEIBOOTEN.
„Boes^Wat is hoes? Dg bewoners van Noord-Annam bezitten
Ik^an de beste snaren van mijn arm ge-1 over het algemeen noch ijzeren spijkers nocb
hengen, al de studenten kijken mij aan en be- j schroeven o± klemmen, en oc w en tl
grijpen niet, dat „de witte man" uit 't veld vige booten te bouwen. Hun booten laten aan
geslagen kan worden. Een der nikkers komthechtheid niets te wenscllen over, en zijn daar-
kok no. 2 ie liulp en zegt „boesi" alsof dat bij vaak meer dan 10 M. lang. Hoe de booten
mij wijzer zal maken.
„Je bedoeld misschien „obusuma!" (1)
„Neen," antwoordt hij „boesi!"
dan geconstrueerd zijn? Wel, de planken heeft
men eenvoudig met touw aan elkaar genaaid,
met de overhandsehe steek, zouden de gelëer-
Ik herinner me nu, dat, we voor t ontbijt Jn de Tiaaikuiist zeggen. De zijkanten der
sreon brood hadden en de gedachte dat hij
dit nu wil bakken brengt mij het woord „obu- j Pinken zijn van tevoren zoo af^ehtiurd dat
aye (meel) in 't geheugen. Ik vraag hem ze goed sluiten. .Met werk wordt de ruimte
of hij „obusey" bedoelt. Hij grinnikt en zegt tusscken steek en naad gevuld. Dunne latjes,
„Yee, e-e oli magezi po!" (2)
Ik moet even) de school nit om hem 't ge
vraagde meel te geven en verlies zoodoende
10 minuten, om dan tot de ontdekking te ko
tnon dat bij het niet hakken kan, omdat wij
geen „mafura" hebben.
Ik zit weer in de school en word vijf mi
nuten met rust gelaten. Opeens is alles weer
in opschudding. m
„Misungi undi" „Een ander© witte man
roept alles in koor eni ik zie op ongeveer
twee mijlen afstand, klein als een vlieg, een
Europeaan op de fiets.
die onder de steken worden geschoven, persen
het werk aan. En zoo wordt het geheel abso
luut waterdicht.
EEN OPLOSSING VAN HET VERKEERS
PROBLEEM.
Wie, met open oogen does- de straten
onzer groote steden gaat, vraagt een Ameri-
lcaansch technicus, heeft niet al eens feit ge
eonstateerd, dat de straten niet langer tegen
het steeds toenemend verkeer opgewassen zijn;
Europeaan op ae new. de straten inplaats van het middel van
Hij komt informeeren, hoe wij onze stee- j verkeer, de hindernis van het verkeer zijn.
nen maken en onze muren zoo goed gestuea- j Den verkeersagent valt niets te verwijten. Hij
doord krijgen met eenvoudige witte klei. Ik jR y0()r een ondoenlijke arbeid gesteld. Ver-
heb intusschen een tiental nikkers om mij broeden kan men de straten niet, en grootere
heen met hnnne leien, begeeri.g te «meiheid is eerder een belemmering dan een
waar hunne fouten' schuilen, en heb werk t*
over om de dertig peuters aan hun A. B. C.
te houden.
Ik verontschuldig mij daarom wor mijn
Europeescben bezoeker, dat ik hem slechts j
tegen twaalf uur ten dienste kan zijn, en
geef hem den besten stoel in mijne hnt, en
een boek om zich te am neeeren.
Eenfige minuten tater bon ik weor in de
Zoo blij als ik echter ben, mij thans rustig
met de zwarte jeugd te kunnen bezighouden,
zoo spoedig word ik weder aangesproken,
mist al* ik een reeds in het huwelijk getre
den leerling met kinderen onzer hoogste
klaaoe bootr 'vwriw»©» of nut en nut te zn-
vooruitgang gebleken. Toch, zoo zetten on
langs Arthur Williams uiteen voor de Electric
Vehiclo Association of America, toch bestaat
er een afdoend middel. Wij moeten den tijd
van het, verkeer uitbreiden. Wii moeten den
nacht t,e baat neinen. Thans is de straat 's
nachts uitgestorven, en overdag overladen. Dit
moet veranderen. Het person enverkeer is
weliswaar niet te wijzigen, doch het grootore
goederen vervoer moet 's nachts geschieden.
Waarom kunnen de groote magazijnen niet iu
de nachtelijke uren 'huil waar ontvangen
van spoorwegstations of pakketbootstoiger
Natuurlijk zijn or ook bezwaren. Er zal meer
aan arbeidsloon betaald moeten worden Boven
dien is liet meerdere gebruik van duur kunst
licht een factor, waarmee rekening gehouden
dient te worden. Hiertegenover staat echter
weer, dat het vervoer door de meerdere ruimte
veel vlugger in zijn werk zou kunnen gaan.
Williams meent, dat de voordeelen ruimschoots
tegen de nadeelen opwegen. Thans peinst hij
op middelen, hoe de groote transportfirma5!
en spoorwegmaatschappijen ertoe te bewegen,
dat zij in den nacht hun wagens er op uit
sturen.
DE ZON ALS DRIJFKRACHT.
De energie der zonnestraling is zoo maeh-
j tig, dat men naar van zelf spreekt, deze op
j eenigerlei wijze dienstbaar tracht te maken.
De Köln. Ztg. bericht, dat de eerste bruik
bare machine, door de kracht gedreven, in
Egypte bij Kaïro in werking is. De Duitsche
Amerikaan F. Schnman heeft ze uitgevon
den. Te Godesberg heeft hij in een lezing
daarover bijzonderheden openbaar gemaakt.
Sinds de lente van het vorig jaar doet de
machine dienst. Zij drijft een pompenaanleg,
die 27,000 kilo water in de minuut kan ver
werken. Deze machine heeft geen vunr, dus
ook geen oven noodig, noeh een stoker. Een
maal op gang, behoeft eT maar zeer weinig
op gelet worden en kan ze zelfs des nachts
dus zonder eenigc onderbreking, in werking
blijven, als maar de overgeschoten hitte door
kokend water wordt opgezameld en aldtts
bewaard blijft, In bet algemeen kan de ma
chine van lederen morgen gronds. welke op
bepaalde wijze met spiegels is bedekt, 250
P.K. winnen.
De kosten voor vervaardiging, instandhou
ding en bedrijf bewegen zich bovendien reeds
tegenwoordig in cijfers, die bewijzen dat ze
althans in tropische binnenlanden verre bo
ven de met kolen gestookte machine te ver
kiezen is.
Men zal door het zonlicht gedreven ma
chines natuurlijk slechts in die streken op
stellen, waar kracht en gestadigheid van de
zonnestraling een zoo lang mogelijk duren-
den gang der machine geldelijk gewin. Stre
ken van de bedoelde soort zijn in de tropen
in veel groot er aantal en ui i-gestrektheid te
vinden dan menigeen denkt. Bü verre na
waren deze alle niet noodig, om de tegen
woordig over de gahsche aarde in eiken vorm
noodige kracht te leveren, als men het daar
verwekte arbeidsvermogen maar voordeelig
over verre afstanden zon kunnen verzenden.
Welk verschiet opent zich aldus voor het
uitvindingsvernuft der toekomst!
(M. Ct.)
DE TELEGE A MHOSTEN VAN WERELD
BLADEN.
Het is verbazingwekkend te vernemen wat
de groote wéreldhladen er voor over hebben
om hnn buitemlandsche correspondentie zoo
goed mogelijk te hebben.
De Amerikaansche bladen betalen jaarlijks
volgens het Vad., schatten aan telegramkos-
ten. Nog onlangs is mededeeling gedaan van
wat een der Amerikaansche bladen, welke
bet er op toelegde om zooveel en zoo goed
mogelijk nieuws te hebben van den Franscli-
Duitscben oorlog in 1870—1871. daarvoor be
taalde. Het blad zelve deed daarover inder
tijd de volgende mededeeling: ..Het telegra
fisch bericht over den slag bij Beaumont en
over de bespreking van Bismarck met Na
poleon bedroeg 1750 dollars. Met inbegrip
van eenige kleinigheden bedroegen de onkos
ten betreffende do overgave van Napoleon en
het leger van Mac. Mahon. voor overzeesche
telegrammen voor een enkel nummer niet
minder dan lOOfl dollars. Wii maken met be
grijpelijke trots onzen lezers opmerkzaam op
tie prachtige beschrijving van de laatste
krijgsoperaties in en om Sedan, welke wij he
den) kunnen aanbieden. Iedere kleinigheid in
het verslag is zeer nauwkeurig, van de eer
ste naar bet Noorden gerichte beweging van
het leger van Mac. Mahon af, tot aan de over
gave van Sedan toe. Nooit is een zoo uitvoe
rige en nauwkeurige beschrijving van eeu
veldslag door de telegraaf overgebracht en
slecht s dc buitengewone energie van
onze correspondenten in de beide legerkorp
sen maken het mogelijk zoo spoedig een zoo
goed verslag te publiceeren."
De lezers van dat blad hebben waarlijk niet
te klagen gehad over gebrek aan activiteit
van de zijde van redactie en directie. Het is
een kapitaal dat het blad in weinig tijd heeft
uitgegeven om zijn lezers ter wille te zijn.
Van 28 Juli tot 3 October 1870 betaalde dat
blad aan zün oorlogscorrespondent, en aan de
elegraafondernemingen het. sommetje van
56.000 dollars of 140.000 gulden.
DINSDAG 24 MAART 1914.
38ste JAARGANG No. 8396
BIJVOEGSEL VAN DE NIEUWE HAARLEMSGHE COURANT.
We hadden, niets wetende van een verhui
zing, op het Haagsche Binnenhof loopen rond-
zoeken naar het gebouw der Staatsloterij. En
we vonden het niet.
Tot een schoonmaakster in één der bureaux,
waar nog geen enkele klerk was, wijl de klok
van negen pas een kwartier geleden geslagen
had, ons zei dat we voor de Staatsloterij in de
Kazernestraat moesten wezen, 't Paleis van de
Koningin-Moeder voorbij en dan maar verder
vragen.
Het brave mensch gaf ons een knipoogje van
instemming; „Ga je prijs maar halen!" bedoelde
zij er mee.
Voorbij 't paleis van de Koningin-Moeder
vroegen we weer„Recht uit en de straat links"
was 't antwoord en weer een vertrouwelijk knip
oogje: Boffer, ga je prijs maar halen!"
Ten derde male een slager voor zijn winkel
deur.
De Staatsloterij, daar om den hoek
gelukkige kerel!
Wij kwamen helaas nog niet om een prijs te
halen, wij wilden alleen gaan zien, hoe zoo'n
prijs wordt toegekend. Hoe zoo'n loterij in haar
werk gaat.
Want daar stellen, dacht ons, onze lezers be
lang in. De Nederlandsche Staatsloterij is dier-
oaar aan het Nederlandsche hart. En alleen-
omdat de liefde niet beantwoord wordt en de
Rijksinstelling volstrekt niet weet te voldoen aan
de loterijbehoeften des volks, zijn andere
verschenen, die echter óók al niet den volke
ien volle kunnen bevredigen. Vooral niet als,
gelijk jongstleden geschiedde, de politie zulke
onbesuisde invallen doet in de woningen dier
mededingende instellingen.
!L'Ü
Dc dienst van de Staatsloterij
IIP?
wilde onderdoen, vond de verhuring der loten
uit. Voor een prikje had men daardoor in één
of meer klassen kans.
Een souverein besluit van 19 Januari 1814
verbood deze verhuring, als zijnde een bron van
bedrog, maar datzelfde besluit liet het verkoo-
ipen op crediet, bij keizerlijk decreet in 1812
verboden, als „in de hand werkende knoeierijen
len knevelarijen" weer toe. In 1818 werd ook dit
^eer verboden.
Men vindt van 1818 tot 1885 een heele reeks
Koninklijke besluiten, die toestonden wat even
te voren was verboden en die weer verboden wat
even te voren was toegestaan.
Toen in 1831 de Staatsloterij in zóó kwijnen
den toestand verkeerde, dat 6000 van de 20,000
loten onverkocht bleven (men kan het zich nu
moeilijk meer voorstellenwerd de verhuringéén waar het publiek wordt toegelaten, achter
weer toegestaan. En na een reeks beperkendeeen solide ijzeren hek en bewaakt door een
Het pubfiek, dat op de honderdduizend wacht.
Daar is geen braver, geen secuurder, geen
veiliger en geen fatsoenlijker instelling denk
baar dan deze Staatsloterij is.
De Staat biedt er zijn onderdanen gelegen
heid om te spelen, hij stelt de loten verkrijg
baar alleen en uitsluitend in officiëele bureaux,
hij verbiedt den verkoop in sigaren- of drank
winkels, hij dringt ze den menschen niet op en
hij heeft er zijn vaste jaarlijksche verdiensten
aan, zoodat hij er geen ander dan een precies
voorgeschreven belang bij heeft.
Reeds in 1726 is de eerste Staatsloterij begon
nen. In dat jaar had een generaliteitslóterij
plaats, die van dien tijd af geregeld is voort'
„Ntmmero dertienF iSM-, Jiiett
te veel,
In de Kazernestraat dus vonden wij den tem
pel der Staatsloterij.
Men zou het 't dorre grijze huis niet aanzien
dat daar en nog slechts voor een deel, want
het Haagsche Armbestuur heeft de grootste helft
van het gebouw zoo vroolijke illusies van
een groot deel der natie te gast gaan.
O, een blij rococco gebouwtje, wit met gouden
biezen, in een snoepig tuintje waar anjelieren
bloeien, zóó zou men zich dezen temple d'amour
d'argent willen denken.
Maar daar lijkt het niet op.
Nog grooter desillusie geeft de trekkingzaal,
een sombere grijze achterkamer, met weinig licht.
Kale witte muren zonder eenigen tooi.
De kamer is in twee afdeelingen verdeeld,
besluiten verbood in 1866 een Koninklijk be
sluit eens en vooral deze verhuring.
In 1814 werd den collecteurs verboden te ad-
verteeren, in 1870 werd dat weer toegestaan.
Een stevige wettelijke regeling ontstond eigen
lijk pas in 1885
diender, een, op een verhoogden vloer, voor
den dienst der loterij.
„Het publiek" zag er niet naar uit, of het den
Staat royaal van zijn loten afhelpt. Integendeel.
Rond den lekker brandenden kachel stonden een
dertigtal lieden, die er den guren dag buiten
Tot dat jaar konden de collecteurs op eigen j hier voor een enkel morgenuur hadden ontvlucht
risico meer aanaeelen uitgeven, dan waaruit het en die in de gestie van het bureau daar omhoog
lot bestaat. Viel daar een niet op, dan hadden niet het minste belang stelden,
zij den koopprijs als zuivere winst, kwam hetj Een paar oude heertjes stonden met briefjes
echter met een hoofdprijs uit, dan moesten zijwaarop nummers waren geschreven, de loterij
zich failliet verklaren. De wet van 1885 verbood ernstig te volgen, zóó deed ook de diender die
dat. Een lot bestaa.. voortaan uit twintig bewij-voor zijn collega's hun geluk naging. En enkele
zen van aandeel, door den Staat gegarandeerd, kantoorbedienden van Lotisico, Tijdgeest en c. q.
Een massa tusschenpersonen werden toen me-noteerden de hooge prijzen,
de aan den dijk gezet en alleen de collecteur, de i Ijverig en ernstig en volledig schreven alleen
officieel gemachtigde, werd erkend. De Minister de beambten der uitgevers vau loterij lijsten de
van Financiën benoemt hem. Ook werden toe- uitgelote nummers bij.
gelaten debitanten, door den directeur der j Zij zaten aan een lange tafel op een voor hen
Staatsloterij op voordracht van den collecteur gereserveerd gedeelte en telkens na een half uur
te benoemen. haalden loopers van zetterijen onder hun han-
Die mogen met loten, van den collecteur ont- den de ingevulde cijfervellen weg.
vangen, hun klantjes rondgaan, die liever niet Op de verhooging zat de ambtenarij van Ha-
een loterijkantoor binnenstappen vanwege de rer Majesteits Staatsloterij. Men had er het
kennissen en zich daarom thuis de dosis kans gaslicht opgestoken, om in het sombere duister
op rijkdom laten toedienen. j den dienst aan Fortuna mogelijk te maken.
Naar een zeer uitvoerige berekening van den Een groenbekleede tafel in het midden. Daar-
Sefet. vermaarden wiskunstenaar, professor"van Geer achter de directeur, de lieer Öfferhaus, met een
Van den aanvang af was zij een klassen- j in de „Vragen des Tijds" van 1882, bedraagt ambtenaar der loterij en één van het Ministerie
inee kon doen. ui een ander, die met voor hem1 Men betaalt dus eigenlijk op een heel lot f 21M I uitersten aan beide kanten zaten naast de lotm-
SCbOOl. tr
VOOR DE HUISKAMER
«V
- - T v*w f »w. tint «taju*. vuiu uumiuiLii niuug «yiUCU JöUi. UA