Brieven uit het donkere werelddeel. BUITENLAND. BINNENLAND. Ge teleurstelling, De man gehoorzaamde (als alle mannen). Maar nauw was het eten door de keel, of hij j'am zijn kranten weer ter hand om maar uit rondten, wat die commissie van onder stel; toch wel uit de magistraten, ministers NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT KERSTMIS TE NAMILYANGO. Kerstmis is altijd een populair feest ge feest. Voor de christen-wereld waa het altijd da dag van vreugde en blijdschap en onwille keurig had de Kerstvreugde een sterken te rugslag op allen die met de christen-wereld in aanraking kwamen. Hier in Oeganda, in Midden-Afrika, schijnt het denzelfden weg op te gaan. Kerstmis schijnt voor het volk de grootste feestdag van het jaar te worden, en zelfs de heidenen, die hier nog het meerendeel der bevolking uit maken, worden onbewust opgeheven en mee gevoerd door den blijden geest van Kerstmis. Zelfs de Europeanen hier in Afrika, die lederen dag beschouwen als een werkdag, die hun weder nieuwe winsteu kan opleveren en hen telkens een stap nader brengt tot de verwezenlijking van hun drooinen; zelfs zij maken hun plannen voor Kerstmis en geven al hun werkvolk vrijaf, zonder een cent te korten. Kerstmis is in dit heidensehe land de grootste feestdag van het volk geworden, en tevens de dag van groote parade voor de kerk in Oeganda. Op dien dag denkt niemand er aan om thuis te blijven, en ziet tnen zelfs de meesl verflauwde christenen haar de kerk komen. Ouden van dagen en zieken komen op stokken naar de kerk ge strompeld. Houtzagers, plantagearbeiders, metselaars en timmerlui, die ver van de missie Wonen en door hun bezigheden licht verhin derd worden, zullen al hun best doen om toch vooral niet te verzuimen op Kerstdag. Hot schijnt alsof er dien dag een geheel andure geest over het- volk komt, alsof allen bevangen worden door godsdienstige geest drift. Op Kerstdag kan men dan ook het beste zien, of de missie zich heeft uitgebreid, en °f er nog voeling is tussohen den priester cn het volk. Het is do dag van wapenschou wing, van geestelijke manoeuvres, waarop men do sterkte kan meten van de missiesta ties. Hier te Namilyango stonden we er niet gunstig voor. Onze oude kerk, die in elkan der viel in die rampzalige Juni-maand, was steeds te klein op feestdagen en nu was die te kleine kerk vervangen door eene nog klei nere noodkerk. En nu is het algemeen bekend, dat kleine kerken in Oeganda het volk afschrikken. Som mige christenen komen 4 5 uren ver, velen komen van 2 uren ver, en het is geen aange name gewaarwording wanneer men, na zich al die moeite getroost te hebben, eene stamp- yolle kerk vindt, en men zioh tevreden moet Stellen met een plaats in de brandende zon zonder zelfs het altaar of den priester te zien. ..We hadden dus weinig hoop op eene tal rijke. opkomst voor dien grooten dag. Doch gelukkig hadden we verkeerd gerekend en Word het weer voor den zooveelsten keer duidelijk gemaakt, dat God, en niet de mensch beschikt over de toekomst. Geheel den dag voor Kerstmis kwam het volk toestroomen en op den vooravond van Kerstdag waren reeds meer dan 800 H, biechten gehoord, dat was 150 meer dan 'mt vorige jaar. Op Kerstmorgen kwamen dog anderen, waarvan nog een vijftigtal ge boord konden worden, doch toen moesten we door gebrek aan tijd sluiten. Het was duidelijk, dat eene groote men- Cchenma-sa was opgekomen van de buiten dorpen en maatregelen moesten worden ge- temen, om de menschen wat te verdeelen. tr werd besloten, om alleen mannen en jon gens toe te laten tot de midderuachtmls, vrou wen en meisjes tot do Vroegmis, en de bui- tonmenschen tot de Hoogmis. Zoo gezegd zoo gedaan. Onze brigade van twintig catechisten zou fungeeren als orde handhavers, terwijl de pastoor de massa "loest mauipulèeren. Gelukkig ging alles naar Wensch en gebeurde er niets, dat de feest vreugde) kon verstoren. Kwart voor twaalven dreunde het zware geluid der trommen door de koele nachtlucht, en kwamen de mannen fcn jongens naar de plechtige nachtmis. Vijf Hm pen waren in de kerk opgehangen en Wierpen een vriendelijk licht op do palmen dl bloemen .die de houten palen bedekten, bloemen bedekten hot altaar en een heel kLin kribbetje van papier, dat iemand uit Amerika mij gezonden had, herinnerde aan de groote gebeurtenis van den dag. Plechtig klonk het „Minuit, Chretiens" met Oegandeesche woorden en Oegandeesch stem geluid door de Kerk, toen de drie priesters de sacristie verlieten om de Nachtmis te beginnen. En het was een opwekkend schouw spel, de kerk geheel gevuld te zien met man nen en jongens, allen in hun beste kleeren gestoken en doordrongen van de verhevenheid der Christelijke plechtigheden. Op zulke oogenblikken denkt men niet aan de armoe digheid van het kerkje en vergeet men het gemis van orgel, preekstoel, doopvont, com muniebank, heiligenbeelden, ramen, schilde ringen en versieringen, die onze kerken in het moederland zoo aantrekkelijk maken. Men voelt, dat men gelukkig niet te ver geefs gearbeid h§eft; men ziet, dat het Chris tendom nog steeds dezelfde onweerstaanbare kracht heeft van haren Stichter, en dat zelfs in deze zwarte wereld, het laatste bolwerk van heidendom, de zon der Gerechtigheid is opgegaan, zonder ooit meer onder te gaan. De preek in die Nachtmis was een geluk- wensch met het groote feest van den dag, en herinnerde aan de vreugde, die Christus' Geboorte bracht aan de menschen van goe den wil, een geluk dat door geene andere vreugde der wereld wordt overtroffen. Bij zulk eene gelegenheid, als Kerstmis besef fen ook zelfs de negers, dat er meer geluk is in een rein geweten dan in het bezit van al de goederen der aarde. Was de Kerk vol in de Nachtmis, in de Vroegmis en in de Hoogmis was het boven alle beschrijving. Hier in Oeganda vormen de vrouwen en meisjes de meerderheid in de kerk, ofschoon in het "begin de mannen de overhand hadden. De Vroegmis was om 6 uur, het uur van Zonsopgang, doch reeds om 5 uur verdrongen zich de vrouwen voor de kerk. Het was nog pikdonkere nacht, maar de kerkdeuren waren reeds bezet met eene wachtende me nigte, en men was genoodzaakt de deuren te openen om de menigte binnen te laten. Het leek wel of het een schouwburg was, zoo haastig stroomde het volk naar binnen en zoo begeerig was een ieder om zich een plaatsje te veroveren. Om half zes was de Kerk reeds propvol en wie later kwam, moest zich met een plaats in de open lucht te vreden stellen. Ik geloof, dat ik vreeger eens beschreven heb, hoe ons volk hier op zulke dagen te Communie gaat. Dicht bij de communie-ban ken ze zijn wezenlijk dien naam niet waard zijn twee zijdeuren en de cate chisten stellen zich op in een haag van af de zijdeur tot het midden der Kerk. Nu pas- seereen de menschen door het midden van de Kerk, gaan naar de Communiebank waar zij de H. Communie ontvangen, verlaten de Kerk door de zijdeur, loopen buiten om de Kerk en keeren weer terug in de Kerk door de hoofddeur achter in de Kerk. Dat het meewerkt om devotie op te wek ken, kan ik niet zeggen. Maar we zijn hier in Nam il yan go - Miss ie en niet in de Kathe drale Kerk van Sint Bavo. Onze Communie bank is nog maar een lange palrnpaal op twee korte paaltjes. We hopen het later wat be ter te hebben en zijn intusschen tevreden met wat we hebben. De plechtige Hoogmis was om half negen, en de catechisten telden de menschen, dio gekomen waren om de Hoogmis bij te wo nen. Men telde er meer dan twee duieznd, allen gedoopte Katholieken. Wat te doen met een Kerkje waarin men ongeveer 700 men schen kan „proppen"? Wanneer men zulk eene groote menigte buiten de Kerk heeft, is liet zeer moeeilijk om orde te hebben en te houden gedurende de godsdienstoefe ning. Tegen wil en dank werd besloten om de menschen van Namilyango en de naburige dorpen naar huis te zenden, met het gevolg dat ongeveer 800 menschen het Kerkplein verlieten. Daarna werden de mannen van de buitendorpen tot de Kerk toegelaten, eu zoo ver er nog plaatsruimte was, ook de vrou wen en meisjes. Waarom ik de mannen bevoorrechtte? Om dat op zulk een feestdag men altijd een praetische preek moet hebben en spijkers met koppen slaat. En zoolang in onze maat schappij de man 'het hoofd van het gezin is, en de vrouw hier in Afrika zoo heel weinig te vertellen heeft, is het zakelijker, den mannen een flinke preek te geven. Of de vrouwen beter zijn? Beter dar» de mannen? Wie zal het uitmaken? 'Het deed mij pijnlijk aan, zooveel men schen weg te sturen van de Hoogmis, 't Is geen aangenaam werk, want het is, alsof de eene hand afbreekt wat de andere hand opbouwt. Doch laten we hopen, dat de nieu we Kerk in 1915 voltooid zal zijn. Mijn zwarte parochianen hebben tot nu toe ruim 400 gulden bijgedragen voor de Kerk, en ofschoon hun bijdragen verre van voldoende zijn voor de bestrijding der on kosten, toch weet ik zeker, dat de goede God, die Zijne voldoening uitte over het pen ningske der weduwe, ook in de offertjes mij ner negers zijn behagen zal vinden en hen beloonen zal met do verwezenlijking hunner verlangens: „eene flinke ruime Kerk te Na milyango". O. SCH OEM AKER, Namilyango, 20 Pebr. 1914. EEN SCHRIJVEN VAN EEN FRANSCH BISSCHOP. De aartsbisschop van Lyon, Mgr. Sévin, heeft bij gelegenheid der wijding van zijn hulpbisschop, Mgr. Bourchany, tot zijn ge- loovigen een herderlijk schrijven gericht, dat een der gewichtigste vraagstukken van het tegenwoordige katholieke leven behandelt. De bisschop bespreekt namelijk het halve katholicisme van vele Franschen, die de Kerk zeer goed gezind heelen te zijn, en zelfs voor katholiek willen doorgaan, maar van den an deren kant toch in het minst niet geneigd zijn om alle leerstellingen der Katholieke Kerk consequent in hun particulier eni open baar leven door to voeren. Mgr. Sévin treedt vooral tegen hen op, die de Katholieke leer als een soort filosofisch systeem beschouwen, waarvan zij eenige leer stellingen in het belang der maatschappij aanvaarden willen, zonder zich evenwel te plichten het geheele Katholieke geloof in ge hoorzaamheid aan de kerkeliike hiërarchie te aanvaarden. Mgr. Sévin zegt ten slotte: „In zekere krin gen is de openbare meening zoo verward, dat de onschendbaarheid van het geloof als een fout en een gebrek beschouwd wordt, en dat, het woord „integraal" hun, die vast be sloten zijn alles aan te nemen wat de kerke lijke hiërarchie leert en in gelijken zin ten uitvoer te brengen, waarin zij het leert, als een scheldwoord naar het hoofd geslingerd wordt." M®b' Tegen Thalamus. Gustavo Théry, journalist, en leeraar aan een gymnasium te Parijs, heeft aan den voorzitter van den discipline-raad van het ministerie van onderwijs, een schrijven gericht, waarin hij de zen verzocht den afgevaardigde en leeraar Tha- lamas ter verantwoording te roepen, wegens zijn verheerlijking van den moord, door nu, dame Caillaux op Calmette bedreven. Théry zegt terecht: een man als Thalamas kan na zijn berucht schrijven niet langer ala opvoeder dor jeugd in een onderwijsinrichting van den staat, werkzaam zijn. Of de Franscho regeerings-autoriteiten het met deze waarheid eens zullen zijn, valt te be twijfelen! 0 Do Deutsche, hoogeschool. In het pas verschenen eerste nummer van het nieuwe studentenblad ,,'t Zal wel gaan," wordt het volgende gemeld omtrent de plannen der regeering ten apziebte der Gentsche hooge school. „.Tuist vóór het ter pers gaan van dit num mer. vernemen vvo door een onzer vrienden een belangrijk nieuwtje over de plannen der regeering inzake de vervlaamsching der hooge school. In een tafelgesprek heeft de heer Delbeke, volksvertegenwoordiger, meegedeeld, dat mi nister Poullet de volgende oplossing zou voor stellen De faculteiten der Gentsche hoogeschool zullen trapsgewijze vervlaamscht worden. Er zullen worden opgericht te Gent: een mijnbouwschool, een veeartsenijschool, een hoogere landbouwschool, alle met het Neder- landsch als voertaal. Om de stad Gent niet te benadeelen door het afschaffen der Fransche leergangen aan de bijzondere scholen voor burgerlijke bouwkunde en voor kunsten en fabriekswezen, hetgeen de vreemde studenten zou doen vertrekken, wor den hier Nederlandsche leergangen naast de bestaande Fransche ingericht. Een nieuwe school voor burgerliiko bouwkunde wordt te Luik ingericht. Wat moeten we van dit voorstel denken? Misschien is het maar een nieuwtje, rondge strooid om aan de Vlaamsche kiezers vertrou wen in te blazen, nu juist vóór de kamerverkie zing vertrouwen,, dat wel geschokt zou kun nen zijn, na de houding van de Katholieke Vlaamsche groep inzake Vlaamsche amende menten aan de schoolwet. We zullen zien: afwachten, meer bijzonder heden trachten te vernemen en het voorstel in ons volgend nummer nader onderzoeken." Tot daar het nieuws van het studentenblad, zoo voegt het „A. v. A.", waaraan wjj het citaat ontleenen, er aan toe: Wij meenen dat, lag er iets gegronds iu dit bericht, wij er wel iets zouden van vernomen hebben van onze vrienden, die niet ver van de ministerbank zitten. Daarom denken wij de nauwkeurigheid dezer inlichting in twijfel te mogen trekken. DR. KUYPER. In „De Stauaard" komt onder den titel „Verval van krachten" de volgende driestar voor: „De Amsterdammer" liet onlangs doorsche meren, dat bij den leider van onze partij zoo danig verval van krachten was ingetreden, dat hij, als te oud, voorgoed afzag van de ministerieele carrière. In dit niet iets te strak geoordeeld? Gladstone trad opnieuw, ter oor-zake van de Balkan-gruwelen, als president-minister op, toen hü reeds 87 jaar was. Thiers trok, 80 jaar oud, naar Petersburg, om voor zijn land te pleiten, en werd een jaar later President van do Fransche republiek, en Kiamil Pacha werd groot-vizier op 86-jarigen leeftijd. Nu heeft dr. Kuyper pas de 76 achter den rug. Toch, dit geven we toe, kan reeds op zulk een leeftijd zoodanig verval van krachten zijn ingetreden, dat men een onderkomen moot zoeken in het Oudemannenhuis. Mogen we daarom ons de vraag veroor loven, of de redactie van de Amsterdammer metterdaad oordeelt, dat dr. Knyper nu reeds hij deze uitgeputte en leeggepompte publi cisten is in te deelen? Ons dunkt, ze had althans de mogelijkheid moeten inzien, dat iemand van de portefeuille afzag uit anderen hoofde." BLAFFEN; NIET BIJTEN. De Limb. Koerier schrijft: „Wü eisehen het volle, het onvervalschte Staatspensioen". Zoo riepen de socialisten, in de verkiezings campagne op elk uur van den dag. Het volle, onvervalschte Staatspensioen. Dat wil zeggen: een pensioen van 'n gulden of vijf, zes per week, en dan op 60-jarigen leeftijd. Zonder voorafgaande premiebetaling natuurlijk. Toen nu het ministerie-Heemskerk geknakt was, heette het bij de socialisten: Nu oppas sen., dat het eehte, onvervalschte staatspen sioen er kome; wjj vertrouwen die liberalen niet. Maar o wee, als ze het echte staatspen sioen niet brengen. Dan gaan ze d'r uit, zoo waar als Pieter Jelles een groot mau is! Kwam het mi nister ie-Cortvan der Lin den. En het staatspensioen, dat 'het dreigt te brengen, is zoo onecht en vervalscht, dat de heer Troelstra het genoemd heeft een hoon van de arbeidersklasse. „Het Volk" had de vraag gesteld, of de S. D. A. P. aan de totstandkoming van het wets- onlwerp-Treub zou mogen medewerken. Neen, was 'hst antwoord. En dat „neen" klonk in volle bewustheid van de gevolgen, welke de verwerping van hel wetsoutwerp-Treub na zich kan sloepen." Treub af, zei men al. Want „Het Volk" heette de doodsklok ge klept te lubben door bare verklaring, dat de S. D. A. P. Treub niet steunen zou. Edoch De socialisten blaffen wel tegen hun libe rale neefjes, maar zij bijten hen niet. Nu blijkt dat al. De S. D. P. heeft de S. D. A. P. uitgenoo- digd tot een gezamenlijke actie tegen het wets-ontwerp-Treub. Do S. D. A. P. heeft daarvoor.... bedankt. Natuurlijk! Een actie met de S. D. P. mocht eens dwin gen om Treub werkelijk te bijten. En het is de S. D. A. P. slechts te doen om zoo'n beetje te blaffen. Bijten zal ze niet. Neef Treub kan gerust zijn." ONZE SIGAREN. EN TABAKSINDUSTRIE BEDREIGD? In het Eindhov. Dagblad lezen we: Wel schijnen zich donkere wolken saam te pakken boven de sigaren- on tabaksnijverheid in ons land. Pas getroffen door zwaarderen druk, voort gevloeid uit sociaal economische bewegingen van den jongeren tijd, dreigt daar nu weer van regeeringswege een plan om de grondstof te belasten, op zoodanige wijze, dat heel de indu strie er door dreigt te worden geschokt. Onze voormannen in de beweging der siga ren-industrie zien het opkomend gevaar maar al te wel bijtijds onder de oogen. De heeren Chr. Houtman uit 's-Bosch en J. de Vlam uit Eindhoven respectievelijk ais voor. zitter en onder-voorzitter van den ILK. Zuide lijken Patroonsbond van Sigarenfabrikanten, Lebben reeds met ZExe. den heer Bertling. mi nister van Financiën, geconfereerd in zake de voorgenomen tabaksbelasting. Ook elders wordt in belanghebbende krin gen gedelibereerd over liet gevaar, dat in aan tocht is. Want er bestaat zeer veel kans dat do be lasting er komen zal I Het debietrecht op tabak en sigaren kon door flink optreden indertijd nog voorkomen worden, maar meestal is de geldnood der Re- geering zoo nijpend, dat iedere goede gelegen heid met graagte zal worden aangegrepen, om aan de noodige middelen, de dubbeltjes te ko men, want tegenover de benoodigde sommen voor sociale wetten en anderen geldel ijken achterstand, moet eoute que coute een evenre digheid gevonden worden. Extra opcenten zullen geheveu worden op be- drijfs en vermogensbelasting. Een bierbelasting en do onderhoorige tabaks belasting zijn in 't vooruitzicht. En nog zullen daardoor de vcreischte mil. lioenen wel niet gedekt zijn. VI at dat voor onze sigarenindustrie zal geven, mag de hemel weten, maar veel goeds stellen wij er ons niet van voor. Integendeel, het zal van kwaad tot erger leiden. W ant de feiten zijn daar glashelder om tc bewijzen, dat iedere druk op een consumptie of genotmiddel gelegd, op vermindering of vernie tiging van de welvaart in die materie moet uitloopen. Zoodra de pjjp, tabak, of de sigaar, bedui dend meer zal moeten kosten als thans, zullen in de eerste plaats de minst met aardsch bezit bedeelden, n.l. de arbeiders, de beambten, do kleine particuliere en neringdoende midden stand. hunno uitgaven daarvoor inperken, of zoo goed als terughouden, ergo ontstaat ver- bruiksvermindering, met als gevolg industrie, verslapping en werkloosheid. In ieder land, waar een of ander artikel zeer zwaar werd belast, daalde van stonde-af-aan het debiet. Zie slechts naar de zware tabaksbelasting in Engeland, Duitsehland. Amerika en Canada. Doch nog erger maakte men 't in de Eerste Ivamer, waar een der leden kortelings in over. weging gaf, 't. monopolievraagstuk eens onder handen te nemen. IV anneer 't in zijn uiterste consequenties dien weg eens uit mocht gaan, dan ligt de welvaart in 't betrokken artikel er geheel en al. Dat hebben de z.g. regielanden, Frankrijk, Spanje, sommige Balkanstaten e. a. bewezen. In Frankriik krijgt men voor vee] geld slech te sigaren en nog slechter lucifers, zoo ook in andere landen waar het Staatsmonopolie vi geert. Het volk rookt er zoo goed ala niet, behou dens dan slechte sigaretten, die nog 't best voor een smalle beurs bereikbaar zijn. En 't eigenaardige feit doet zich in die lan- oen voor, dat de Staat hare producten naar andere landen tegen zoodanige eoncurreerende prijzen levert, dat ze daar goedkooper te ver krijgen zijn dan voor de onderdanen in eigen land. Monopolie en cijns op de artikelen van het eigen land haren nijverheidsverslapping en ar moede, tekortdoening en genotsontrooving. Daarom hoog de actie voor het onbelemmerd, onbelast voortwerken onzer zoo gewichtige tabaks- en sigarennjjverheid. St. BüREAUCRATTUS IN Z'N NOPJES. Over de Pensioenwet voor de gemeen te-arn^ tenaren gnuift St. Bureaucratius, vertelt de Avpt. De papierfabrikanten gnuiven ook, want de hoeveelheid papier, welke door den in. vloed van den Sint verwerkt moet worden, is niet by bergen te schatten. 't Is kolossaal. Allemaal vanwege die heerlijke bureaucra tie, welke op het dep. van Financiën, hoe weet geen sterveling, haar luim heeft botgevierd. Men neme Art. 62 der wet gebiedt dat voor 1 April 1914 de aanstellingen in allo betrekkingen, waarin de gemeente-ambtenaar vóór 1 Oct. is geweest, moeten zijn ingezonden aan den Pensioenraad. D.w.z. de aanstelling als tweede klerk, al» eerste klerk, als adjunct-commies, etc. etc. Van Pierre l'Ermite in de Croiv: Hij kwam van zijn kantoor, de zakken vol kranten, zei nauwelijks vrouw en kinderen tfoedeudag. »Ta, ja, 't is goedlaat mi' met rust. Dan ging hij iu een hoekje zitten en ver bond zijn kranten Aan tafel moest zijn vrouw hem zeggen: '*'at bon je ongezellig man, dat je bii het eten 'test. Aan je kinderen verbied je het.,.. Nu ja En zelf doen.... Het is ook zoo geweldig belangrijk 'tel er dezer dagen voorvalt. Wat weet jü 'Har nu van? 7- Ik weet bet best. Maar 't behoeft mijn Middageten niet te storen? advocaten had weten te halen. -kin soms kon hij zich niet inhouden, ver enkelde hij liet blad tnsscheu zijn vingers 11 knarsetandde hij: Ah,. wat 'n geboefte! h want hij had geloofd in alle goden tier teiisc-be republiek. Rond en eerlijk van harte als hij was, kon hij zich niet hegrijpen, dat men hem voor den gek hield eu hem bedroog En toch, de feiten lagen er. Welk een ontwaken uil zulk een droom! Welk een ontnuchtering voor hem, den ouden republikein, die zijn groote mannen ala in een roes van opwinding immer had ver eerd. In zijn. herinnering hoort hij opnieuw cle redevoeringen, welke eertijds hem hoop gaven op de nieuwe toekomst.... hij her haalt de woorden, die het Fransche hart doen. kloppen: vrijheid, gelijkheid en broederschap. Vrijheid? Calmette is vermoord, omdat hij de vrijheid van zijn drukpers gebruiken wilde, door do republiek gebracht en verde digd. Gelijkheid? Mevrouw Caillaux laat mooie meubeltjes en snuisterijen komen om haar cel te versieren en krijgt eten van den kok i Bro ederschap? Voor dat volk is Frank rijk niet meer dan een troep botteriken, te voren verkocht aan verkiezingsagenten om getrapt, geschoren en uitgeknepen te worden! Ah, dat geboefte 1 En toch had hij gewacht.... hun crediet gegeven, jaren en jaren Elk hunner fouten had hij verontschuldigd door te zeggen, dat elk stelsel fouten maakt. Zonder twijfelMaar Lodewijk de Veer tiende, de Zonnekoning, boog het hoofd als Bossuet met. straffende stem de schandalen van het Hof veroordeelde. En mevrouw Caillaux bestelde doodkalm des ochtends na de misdaad een kreeft met eiersaus!.... Wie zou durven raken aan de vrouw van een minister?.... Welk een teeken van vervall En hij, oude en eenvoudige republikein, die honderdmaal het gebouw zijner democrati sche illusies heeft bijgeplakt als het ontred derd was, ziet nu, dat er geen houden meer aan is en dat straks alles in elkaar zal stor ten en bedolven worden onder algemeens verachting. Onder algemeene verachting. Het Vaderland staat te schande voor heel de wereld Hij denkt aan den keizer van Duitsehland wiens partikulier leven zoo hoog staat, om ringd als hij is door zijn groote zonen en neer blikkend op dat Fransche gouvernement overbevolkt door gescheiden mannen en ver- laten van kinderen. .'De Keizer die spottend tot zijn beide ne ven, den Koning van Engeland en den Tsaar van Rusland zeggen kan: Mijn waarde neven, ik wensch u geluk.,., 'n Pracht van 'n bondgenoote houdt ge er op na En wat zal er gebabbeld zijn in het gebouw» van 't Italiaansche gezantschap, verleden Maandag, toen de officieels gasten van het feest waren heengegaan en men nog wat na- koutte over de feiten van den dag! Wat zal men gespot hebben met dat arme Frankrijk!.... met zijn Frankrijk, toch zoo schoon on in zich zelf, zoo edelmoedig, zoo bereid tot alle goeds.... en nu in handen van deze bandieten.... En de oorzaak van dit alles? Het is geen gebrek aan verstand, neen.... Caillaux is geen dommerik en die anderen zijn 't evenmin. Zelfs het tegendeel. Maar hel verstand is niet alles. Er is méér noodigmen moet nog iets anders hebbenverantwoordelijkheid.... men moet Hier bield de man op. De vrijdenker, die in hem leeft, kruist de armen en ziet heel duidelijk voor zich wat noodig is voor het vallende Frankrijk. Zijn zoekende oogen hebben het al lang gezien, vroeger vaag en schemerend, nu duidelijk en scherp. En de brutale feiten van den dag drijven hem het woord uit den mondhet woord dat de arme officieele personen, vorsten van enkele jaren, verblind van hoogmoed en kort zichtig door menschen vrees, niet durven uit spreken: Frankrijk moet weer gelooven in God. En niet in een vagen God, Die alles toelaat en niets verbiedt of eischtNeen, het moet weer gelooven in den duidelijken en klaar- sprekenden God van de Katholieke Kerk, Die zegt: „Gij zult niet stelen!Gij zult niet dooden.... Gij zult geen overspel plegen.." Buiten deze wet. kan niets of niemand den storm der menschelijke hartstochten be zweren. Onze vrijdenker zoekt in de blauwe lucht of geen andere waarborg te vinden is dan die der katholieke kerk. Eigenlijk zou hij dezen graag vinden. Maar hij zoekt tevergeefs heel het blau we uitspansel af. Buiten het Geloof is er kans dat personen: of zelfs enkele geslachten een leven leiden, waarvan de uiterlijke vorm goed is, buiten 't Geloof rolt de geschiedenis van 'n volk niet zonder moreel e rampen te veroorzaken. Buiten het geloof is het veld voor dé echt breuk, de echtscheiding, de diefstal en de re volver!.... En tot slot de zelfmoord, de sprong in het niet, alles even dom als de the orie, welke ertoe leidt. Waar denkt ge toch aan?.... vroeg hem plotseling zijn vrouw, die hem sinds eeniigen tijd had zitten aankijken. Waar ik aan denk? Ja. Dat zal je verbazen. Zeg het toch. Dan, de 'hand uitstrekkend naar het kruis beeld, dat hij, sinds den dag van hun huwe lijk in de huiskamer had toegelaten spreekt hij: I Ziet ge dat kruisbeeld?Gii hebt al tijd gelijk gehad, zonder Hem is er geen red- ding voor Frankrijk! D.v. N. Br.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 5