VIERDE BLAD I II I i e TT Sïï ÖTl CT ff"" I Raptils een bewijs van bet »ctu ma Kwartjes Annonces. Svo i Allerlei uit Lisse, BUITENLAND. Rond de Liturgfe. Beste Yriendjes en vriendinnetjes! ZATERDAG 28 MAART 121 LOONEN VAN DE AMBTENAREN DER S.S. NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT il L Mej. Sverzocht ons slechts één maal de opgegeven annonce te plaat sen, aangezien zij bij ondervinding geleerd heeft, dat meer dan eenmaal plaatsen geheel overbodig is, ja zelfs één opname haar reeds te veel sollici tanten bezorgt. Is verdere aanbeveling noodig? 1) 1) De origineele brieven van deze en vorige bekendmakingen liggen ten on zen kan tore ter inzage. 1 aoass IPWS3 fsüB j ingericht Roomsche vereenigingsgebouw in Lisse werkelijkheid zal zijn, een onmisken baar meubelstuk voor onze Roomsche plaats, het Roomseh vereen igi n gslevenzooals de Middenstand en de R. K. Kiesvereeniging, daar en daar alléén onderdak zullen zoekeu voor hunne bijeenkomsten; daar twijfelen we trouwens geen oogenblik aan. 'tWas zeker een voor de Volks- en Krais- verbonders aangename attentie, dat hun oud-voorzitter Wijsman, vóór zijn vertrek naar de missielanden, in een buitengewone vergadering afscheid kwam nemen. Dat de leden van heide vereenigingen dit op prijs stelden, bewees de enorme opkomst. Wij sluiten ons aan bij den weiisdb van den voorzitter, dat Gods zegen onzen ouden vriend hem op zijn grootsche onderneming moge vergezellen. Naar aanleiding van de interpellatie aan zijn adres op do laatste huishoudelijke verga dering heeft da voorzitter van het Kruisver- bond zijn ontslag ingediend. Kijk, dat is jam mer, en getuigt niet vau een ruimen blik. Wij lazen eens ergens van een groeten dichter: „Een vriend is hij, die mij mijn feilen toont." Laat ook de Km is vc r b o mis v oo rzit ter deze stelling huldigen en zijn ontslag intrekken, en met Gods hulp nog jaren het Kruisverbond blijven leiden. OPMERKER. Als we de geruchten mogen gelooven, heb ben wo in den loop van den zomer een ge meenteraadsverkiezing te wachten. Zoo men ons uit officieuze bron meedeelt, zou men n.l. van liberale ziide pogingen aanwenden om bet raadslid A. van der Meij te bewegen zijn ontslag als zoodanig in te dienen. Nu, dit kunnen we plaatsen: het zal onder hand een paar jaar geleden zijn, dat v. d. M. een raadszitting heeft medegemaakt voor het laatst. Heeft men daarvoor nu vijf jaar ge leden van zekere zijde zich het vuur uit de sloffen goioopeuf Welke partij zal dingen «aar dezen zetel? Op de eerste plaats natuur lijk do liberalen, welke waarlijk dit jaar ook aan de kiezcrskweek hebben gedaan! 't Is geen gewoonte hij die partij. We hoor den zoo terloops, dat zij 12, zegge twaalf, nieuwe kiezers voor huu partij op de kiezers lijst heeft gekregen. Zeer zeker mogen we ver wachten, dat de A. R. partij eveneens zal din gen naar dezen zetel, en zij heeft er m.i. dan ook de meeste aanspraak op. Behalve de ka tholieken, vormt zij de grootste partij en heeft tot heden slechts één zetel in den Raad, terwijl de liberalen, de kleinste fractie, er tot heden drie bezetten. Wij katholieken zuilen zeker geen recht- streéksche aanspraken doen gelden op dezen zetel, al is zij voor ons nog zoo gemakkelijk te veroveren. Onzerzijds geen onverdraag zaamheid. Wel mogen we echter verwachten, dat het van de te stellen candidate» zal af hangen aan wien we onzen steun zullen ge ven. Zou 'thet beste niet zijn de kiezers ten dezen opzichte vrij te laten, dan zijn we zeker inzake onze politieke organisatie voor een - échèe gevrijwaard. k Naar ik van een mijner vrienden hoorde, en bij kan het weten is onze R.K. Kiesver eeniging slecht bij kas, zoo zelfs, dat de jaar- üjksche buitengewone vergadering, waar een spreker optreedt, is uitgesteld tot November; dan is de jaarlijksche contributie weer bin nen en zitten we weer „vlot". Maar dan mo gen we ook verwachten, in de laatste verga dering deed een der leden reeds een dergelijk verzoek, dat zeer zeker een eminent spreker zal optreden, zoo hij te krijgen is. Met den bouw der huizen voor de woning- Vereen i ging „Volksbelang" zal nu zeker spoe dig worden begonnen. De overdracht der voor dat doel aangekochte gronden heeft dezer dagen plaats gehad, terwijl een voorschot voor den houw bereids is aangevraagd. Daar is hier op 't oogenblik voor de werk lieden in de bouwvakken aardig werk aan den winkel, in tegenstelling met de arbeiders voor het hollenhedrijf. Door deze laatste is 't verschil bij 't vorige jaar groot. Toen toch overtrof de vraag steeds het aanbod en nu Precies omgekeerd. Eenigen tijd was er ge rekend op do havenwerken, doch naar wij vernemen, betrekt de aannemer in hoofdzaak arbeiders uit zijn eigen woonplaats. Met den bouw van een gebouw voor onze afdeeling van den Ned. R. K. Volksbond zal ook spoedig worden begonnen; ik zag in dit blad de aanbesteding reeds aangekondigd. Daar hadden zeker velen met mij niet opge rekend, dat dit zoo spoedig haar beslag zou krijgen. De commissie heeft dan ook niet stil gezeten. Avond aan avond trokken zij, ge steund door eenige wakkere propagandisten, d® gemeente rond om aandeeltjes te verkoo- pen zoowel bij leden als niet-leden, en maar zelden behoefden zij onverrichterzafee te ver trekken, terwijl verreweg de meeste aandeel tjes van 2.50 renteloos werden gegeven. Ja, ja, men gevoelt de behoefte aan zoo'n Roomseh vereenigingsgebouw en de offer vaardigheid onder Lisse's katholieken, we Wezen er reeds eerder op, is spreekwoor delijk geworden. Het plan bestaat, dit mo gen we wel verklappen, het nieuwe gebouw te openen op den 12den September, de datum waarop het oude in vlammen opging. Dat zou werkelijk aardig zijn. Wij mogen verwachten dat, als eenmaal de naar de eischen des tyds DE KABINETSCRISIS IN JAPAN. Renter's correspondent te Tokio meldt dat, naar aanleiding van het door het kabinet- Yamamoto ingediend verzoek om ontslag, door den Keizer aan Yamamoto last gege ven werd 'op zijn post te blijven, totdat een opvolger zou zijn aangewezen. Officieel werd den correspondent medege deeld, dat tot het aftreden van het kabinet eerst was besloten, toen tengevolge van de verschillende inzichten van de beide Huizen van den Keizerlijken Landdag aanneming der begrooting door, het parlement onmoge lijk' was gebleken. Men weet dat het Huis der Vertegenwoor digers een bedrag van f 36 millioen op de marine-begrooting schrapte, terwijl het Huis der Pairs nog 48 millioen minder op die begrooting wenschte toe te staan. Aan eene veréenigde commissie uit beide huizen was toen opgedragen, om te trachten tot over eenstemming te komen. Deze poging faalde en het verzoek om ontslag van het kabinet was, daarvan het onmiddellijk gevolg. Het blijkt nu echter niet zoo gemakkelijk te zijn om een nieuw ministerie te vormen. De Seyoekai of liberale partij, die in het Huis der Vertegenwoordigers de meerder heid uitmaakt, heeft den oud-premier, mar kies Saionji trachten te overreden, zich met de vorming van een nieuw kabinet te belas ten, maar noch hij, noch de aftredende mi nister van buiten! andsche zaken, Hara, schij nen genegen te zijn, die taak op zich te nemen, met het oog op de houding van het Huis, deor Pairs. Het zal dus waarschijnlijk nog wel eeni ge tijd duren, voordat een nieuw kabinet zal zijn opgetreden Een mooie republiek! Het optreden van het kabinet-Bernardino Machado, dat een verzoeningsministerie heette te zijn, heeft integendeel een nieuw tijdperk van willekeur en onderdrukking in geluid, zegt het A. H. Volgens den corres pondent van de „Köln. Zeit." heeft Macha do zijn ministerieel leven slechts bij de ge nade van Affonso Costa. Toen in Januari 1913 do partij van Costa de regeering aanvaard had, kwam plotseling een einde aan al die kleine, haast dage lijks voorvallende vechtpartijen, welke in het buitenland den indruk wekten, dat in Portugal feitelijk anarchie heerschte. In 1913 gaf men zich niet meer af met zulke klei nigheden. De radicalen bereidden bun knup- pelgarde en bommenwerpers op grootscher ondernemingen voor. Men denke slechts aan de z.g. radicale revolutie van 27 April. Den 26 Januari 1914 echter moest de dic tator Costa het veld ruimen en nam Macha do de leiding over, Macliado, de zachtmoe dige en vriendelijke man. Reeds einde Fe bruari werd de eerste verzoeningsmaatregel afgekondigd, in den vorm van een amnes- tiebesluit. De premier verklaarde overtuigd to zijn, dat deze houding van de regeering de bestaande klove tusschen burgers van één land zou overbruggen. Affonso Costa o.s. waren blijkbaar een andere meening toegedaan. Op het oogenblik is de toestand n.l. weer dezelfde als, in 1912. Onverdraag zaamheid en wetteloosheid vieren weer hoog tij^ Het gematigd republikeinsehe blad „Luc- ta" deelt daarvan drie teekenende staaltjes mede. Het eerste speelt in Ooïmbra. De katholieken hielden een vergadering om te overleggen wat gedaan moest worden, om ,te voorkomen, dat een kerkgebouw zou wor- den ingericht tot museum. De Carbonarios drongen de zaal binnen en ranselden de aanwezigen met knuppels de straat op, waar de katholieken verder met keisteenen en re-' volverschoten werden begroet. Iet» dergelijks hacl plaats te Loures, vlak i bij de hoofdstad. Hier vierden eenige jon- gelui de vrijlating van enkele vrienden, die I van de amnestie hadden geprofiteerd. Het diner werd gegeven in een gesloten zaal- Niet» bijzonders viel voor; zelfs do agenten der tegenover het gebouw aanwezige poli tiewacht moesten erkennen, dat geen en kele anti-republikeinsche kreet vernomen was. Een buurman plaatste echter op zijn vensterbank een gramafoon en liet het in strument voortdurend de „Portugueza" spe len. Dit concert beviel den disebgenooten niet, zoodat zij de vensters sloten. Dat was voldoende, om de Carbonarios ais uit den grond te doen verrijzen: toen de jongelui het huis verlieten, wertlen zij aangevallen met bijlen en knuppels. De ten slotte op dagende politie arresteerde natuurlijk al leen „monarchisten". En ten slotte het geval, waarvan Reuter in een kort telegram melding maakte. In den Lissabonschen schouwburg werd een weldadigheidsfeest gegeven ten bate van de behoeftige gezinnen van eenige geamnesti- eerde politieke gevangenen. Aangezien elk politiek karakter ontbrak aan dit liefdadigheidsfeest, gingen o.m. vele senatoren en afgevaardigden er heen. Bij het verlaten van den schouwburg worden de bezoekers lastig gevallen door Carbo narios, die zich tegenover de dames zeer onhebbelijk gedroegen, wat ai spoedig aan leiding gaf tot een algemeene kloppartij, waarbij uit de vensters der omliggende wo ningen op de schouwburgbezoekers werd ge schoten. Hoewel in de drie gevallen de Carbona rios de aanvallers waren, verdedigen de ra dicale organen hun optreden niettemin. Blijkbaar beginnen dus de radicalen op nieuw den veldtocht, die hun leiders op het kussen moet brengen. Het millioen van Solvay. Het bestuur van de socialistische „centrale voor arbeidersontwikkeling", heeft volgens het „Journal de Bruxelles," een handigen kapitalis- tischen „zet" gedaan. De roode groot-industriëel en multi-milio- nair So! fay, heeft, zooals men weet, eenigeu tijd geleden een millioen francs aan de „cen trale" geschonken. De roode bestuurders hebben thans besloten, het millioen in leen te geven aan de provincie Henegouwen, mits tegen behoorlijke aflossing en rente van 5,8 pet. Zelfs het feit dat de roode broeders en de liberale bondgenooten in Henegouwen de la kens uitdeelen en de clericale regeering te Brussel zooveel mogelijk den voet dwars zet ten, alsmede de overweging, dat deze provincie het geld broodnoodig heef' voor openbare wer ken, konden geen lage rei' rentevoet bedingen. Zaken zijn zaken, ook is men socialist l De ex-sultan van Turkjje. Een Turksoh ambtenaar, die in de gelegen heid is geweest den afgezetten sultan Abdoel Hamid in 2yn afzondering in het paleis van Beyler-bey aan de Aziatische kust vau den Bosporus te zien, heeft den correspondent van de „New York Herald" het een en ander mede gedeeld omtrent het doen en laten van dezen gevallen grootheid. De ex-sultan moet werkelijk ernstig ziek zijn, maar weigert beslist de hulp van een ge neesheer in te roepen. Hij spreekt tot niemand meer, geeft nooit eenig teelcen van goed- of afkeuring en duidt met gebaren aan als hij liet een of ander wenscht. Worden deze door zijn oppassers of bedienden in liet geheel niet of slechts ten halve begrepen, dan keert hij zich eenvoudig om. maar verwaardigt zich niet het bevel te herhalen. Hij is ook overigens volkomen apa thisch en bekommert zich niet in het minst om hetgeen rondom hem voorvalt. Alleen zijn dieren een geheele kamer is gevuld met heesten van allerlei slag trekken nog eenigszins zijn belangstelling en als hij met hen alleen meent te zijn, laat hij nog wel eens een enkel woord hooren. De „zonen der wolvin" of „het riool". „In het riool" aldus luidt het opschrift van een reeks artikelen, door Maurice Barrèa in de „Echo de Paris." gewijd aan de zaak- Rochette en den arbeid der enquête-commissie. De nationalistische politicus geeselt daarin naar de „Tijd" aangeeft met evenveel geestigen spot als groote felheid het geheele Fransche par lementaire regiem van tegenwoordig. „Caillaux, Briand, Barthou schijnen mij," zegt hij, „drie jonge honden, die hun krachten gevormd hebben bij het gezamenlijk spelen in het parlementaire hondenhok. Het zijn drie krachtige dieren op het oogenblik, dat het eten aangedragen wordt. Wanneer deze mannen, wier gedachten, doel en gezichtseinder geen verschil opleveren, er toe komen elkaar concurrentie aan te doen en het bewind te betwisten, dan' kunnen ze elkaar en kel een persoonlijken oorlog aandoen. Zij ba. nijden elkaar de portefeuilles vanwege het zeer gewettigde ploizier hun krachten te beproeven, maar niet uit behoefte ieder een eigen opvat ting te doen zegevieren. Vandaar misschien de felheid van dezen strijd. Zij kunnen elkaar niet treffen in hunne ideeënzij hebben er geene of wel zij hebben gemeenschappelijke. Daarom treffen zij elkaar in liun personen. Indien de heeren De Mun, Ribot, Jaurès elkaar het be wind betwistten zouden ze er niet aan denken elkaar te vervolgen met feiten uit hun persoon lijke levens; zij zouden elkaar hun wereldbe schouwingen verwijten. Caillaux, Briand en Barthou hebben niet zulke uitgestrekte wrij- vingsvlakken. Zij bomfcardeeren elkaar met' persoonlijke beschuldigingen, daar ze elkaar niet met begiusslen naar het hoofd kunnen smijten; en aangozieu zij elkaar niet stevig beet kunnen pakken bjj de verschilpunten hun ner programma's, grijpen ze elkaar bij de baren. „Het zijn drie broeders, hun moeder, de par. lementaire wolvin, moet zeker met veel Jrae- vigheid naar hen staren. Maar zij zelve, het arme dier, zij is leelijk ziek...." Sic transit De Bulgaarscho dichter VazoL heeft in een open brief aan het Bulgaarscho volk aange drongen op gratie voor Sawof, den man, die tij dens den oorlog mot Turkijs zijn legerscharen zoo dikwijls ter overwinning leidde en die thans terecht staat als zondenbok voor de fou ten, begaan in den jongen oorlog en de tegen slagen, die daarvan bet, gevolg waren. En merkwaardigerwijze heeft, merkt bet A. H. op. Sawof zelf ongeveer gelijktijdig met de verschijning van dien brief het Hof in over weging gegeven de aanklacht te laten vallen. Ter ondersteuning van zijn verzoek wees hij op de bepaling van de Bulgaarscho grondwet, dat de Koning zoowel in oorlogs- als in vredestijd het hoofd is van de legermacht van het land. Als opperbevelhebber van die legermacht, zoo betoogde Sawof, was hij dus slechts een ondergeschikte en niets anders dan de uitvoer der der bevelen van den Koning en slechts aan dezen verantwoordelijk, in zijn hoedanigheid van minister zoowel als in die van generaal. En in den verderen loop van zijn pleidooi lichtte do generaal een tip op van den sluier, die nog over de oorzaken van de nederlaag der Bulgaren in den tweeden oorlog hangt: „Ik heb," zoo zeide hij, „de regeering gewe zen op de gevaren van de concentratie onzer troepen op de Grieksch-Servische grens, wan neer wij niet tevens zorgden gedekt te zijn tegen Roemenen en Turken. Er werd echter niet naar mij geluisterd en toen den oorlog uitbrak, werd ik weggezonden als een knecht. Ik durf echter verklaren, dat zoo ik het door mij opgemaakte plan had kunnen volvoeren, onze legers, zes dagcu na het begin der ope raties Nisj binnengerukt zouden zijn, het Griekscb-Servisehe verbond uiteen gespat zou zijn en Bulgarije alles zou hebben verkregen wat het wenschte." Volgens de berichten uit Sofia had deze ver klaring diepen indruk op het Hof gemaakt. De mededeeling der verwachte loonsverhoo- ging bij het ambten a arseorps van S. S.-persoo- neel is gisteren geschied. De verhoogingen gaan met 1 April in. O.m. is er een nieuwe titel gekomen, n.l. die van referent. De lagere categorieën blijven hun loon behouden. De maxima der salarissen van inspecteurs, ingenieurs, stationschefs, commiezen, opzich- j ters "v.h. Materieel, enz. zijn verhoogd. Voorts zijn verschillende andere verbeteringen in de loonen aangebracht. DALEND KAMERPE1L. Met volle instemming nemen wij uit het vrij- liberale „Utrechtsch Dagblad" de volgende be- I schouwing over De geweldige daling van het peil van de Tweede Kamer en de daar gevoerde debatten j in de laatste decennia is eenigszins te verkla-i ren uit liet feit, dat de wijze van verkiezing liet langzamerhand onmogelijk lieeft gemaakt, mannen in de Kamer te brengen die niet in de eerste plaats debaters zijn. Schaper riep eens uit: „Wij komen allen van de meeting" deze uitroep is typeerend. Inderdaad zijn de helden der meeting ook de Kamercandidaten geworden, die in het partij verband de beste kans maken. Wat is onder de tegenwoordige verkiezingsomstandigheden een man vol kennis en staatsmanwijsheid, vol goeden wil en nobel karakter, maar die de OOI. VERKLARING DER TEGENWOORDIGE DOOPPLECHTIGHEDEN. DERDE DEEL. 12o. 't Verzaken nan den duivel. 13o. Zal ving met de li. Olie. 14o. Geloofsbelijdenis. Nog drie ceremoniën gaan hst eigenlijk Doopsel vooraf, n.l. een verzaking aan den dui vel, een zalving met H. Olie en ten slotte een plechtige gelo sbelydenis. Dc doopeling verzaakt den boozen vijand, liens werken, d.i. de zonde en diens ijdelhedtn, d.w.s. de aanlokkingen tot zonde, welke gelegen zijn in het vrijwillig opzoeken der naaste ge legenheid. Hierdoor heeft hij tegen den duivel eeu strijd aangobonden. dien hij voortaan ge heel zijn leven lang zal te strijden hebben. V\ ijl hij echter daartoe op bovennatuurlijke wjjze versterkt dient te wordeu, zalft de Kerk hem met gewijde olie kruisgewijze op dc borst cn tusschen de schouders, daarbij door haren, dienaar, den priester zeggendo: „Ik zalf u met de olie des heils iu Christus Jezus, onzen Heer, opdat gij het eeuwig leven rnoogt hebben. Amen." Omtrent deze zalving een zinnebeeld van le genade des H. Geestes zegt de Romeinsche Catechismus: „De doop leerling wordt gezalfd op de borst, opdat hij door het geschenk des H.'Oeestes dwaling eu onwetendheid aflegge en het ware geloof aan- nerne; tusschen dc schouders, opdat hij door de genade des TI. Geestes alle nalatigheid en traagheid afschudde en zich in goede werken ocfeno. wijl het geloot zonder de werken dood is." Met watten veegt de priester zijn duim en de gezalfde plaatsen af. Vol vreugde wijl de doopeling het rijk der duisternis den rug heeft toegekeerd, verwisselt hjj nu de paarse stoel tegen een witte. Vervolgens, evenals Petrus na zijn drievoudige verloochening tot boete driemaal Christus' vraag moest beantwoorden. „Simon, zoon van Jonas, bemint gij Mij?" Zoo ondervraagt ook de Kerk, nadat de doopeling reeds driemaal den duivel verzaakt heeft, hem driemaal naar zijn geloof in Christus, nu Zij op het punt staat de erfzonde van zijn ziel af te wasschen. Zijn deze vragen beantwoord, dan zegt de priester: ,,N.wilt gij gedoopt worden?" en de peter antwoordt in naam vaft liet kind„Ik wil." Hierop heeft het eigenlijk Doopsel plaats. gevatheid mist om ten aanschouwe van een volksmenigte, meereudeels gew ad aan bra- vour-sprekers, een fout of misverstand zijner party of partygenooten, van wie weet hoeveel jaren geleden, weg te spoelen in een stroom van breedsprakerigkeid en luidruchtigheid, waarin het aangevochte feit zelve verzinkt, of niet. brutaal genoeg is om met licele of halve onwaarheden de lachers op zijn hand te krij gen? V aar komt het in die paar verkiezings maanden op aan? Op spreken en nog eens spreken. Of is het slechts toeval dat hoe lan ger hoe meer professoren, predikanten, advo caten en onderwijzers hun intrede doen in de vertegenwoordigende lichamen? Maar nog meer dan op het spreken komt het aan op het debat. Ln dies zien we ook de partu-pronagan- disten meer en meer gekozen worden. Propa- ganda-avonden zonder debat trekken geen be langstelling. Om kennismaking met den candi- daat of met zijn ideeën is het blijkbaar niet t.o doen; wèl om het gekibbel, om liet gevecht daarna. Als de inleider uitgesproken heeft, en de debaters worden opgeroepen, dan eerst komt er leven in de zaal; en hoe scherper debat, hoe ltever. Wie het meest den geest der vergade ring, het doorsnee-bevattingsvermogen weet te naderen, hij is de man. Wat bij zegt doet ei weinig toe; hoe hy het zegt, reeds daarin ligt de halve overwinning. Is het wonder dat, wan neer van dergelijke factoren de verkiezing van een Kamerlid afhankelijk wordt, de uiterlijke welsprekendheid in de Kamer in getalsterkte de overhand krijgt boven de innerlijke geschikt- inc.. i iet alleen dat zij, die spaarzaam ge woon zijn te spreken, weinig kans meer maken om gekozen om zelfs candidaat gesteld te worden (wij zonderen enkele „vaste" katho lieke distrieten uit) maar de om hun debat- vaardigheid gekozen leden zijn het aan hun re putatie verplicht (soms zou men zelfs kunnen spreken van een natuurlijke aandrift) om in de Kamer te toonea. dat zij ook in het gestoelte der eere zich zelf gelijk blijven en de speeches „pour la galerie" zijn er het bedenkelijke ge- volg van. ilet heeft en speciaal den laatsten tijd Hebt ge de oplossing van het ïiguurraad- 8el gevonden? Het was gemakkelijk nietwaar? Eerst neemt ge de twee letters, waar één bol letje onder staat, dan die met twee en eindelijk die met drie bolletjes, zoo krijgt ge de spreuk: Eere, wien eere toekomt. Nu de oplossingen der andere raadsels. 1. Paard Aar. 2. In het plantenrijk. 3. Een naald met een draad garen. 4. R a a m a m n n 8 n a a R EEN KINDERLIJK PLAN Mina was nu al viif iaar geworden en het werd al een flink meisje voor haar leeftijd, ook was ze vroolijk van aard en hoewel ze eenig kindje was, hadden haar vader en moeder haar toch niet bedorven. Gewoon als ze was dat moesje haar naar bed bracht en de kaars pas uitblies als ze goed en wel toegedekt was, werd zij toch wel een beetje bang. toen moe er over sprak dat ze nu voortaan zelf maar in den donker naar bed moest. Ze was immers al een groote meid geworden en die moest niet bang wezen om in den donker naar bed te gaan. Het was echter tot nu toe slechts bij hangma ten gebleven en Mina wenschte inwendig maar, dat het daarbij blijven zou en dat moe nooit tot de uitvoering van haar plan zou overgaan. lederen dag zat ze in angst, dat moe op zeker oogenblik zou zeggen: „Nu, Mina, ik zou vanavond maar eens alleen slapen gaan!" En zie, nu was het gebeurd ook, en nog wel vandaag, op moeder's verjaardag! Zij was er heelemaal stil van! Zij had zoo met verlangen naar dien dag uitgezien en eehoopt, dien dag eens terdege pret te kunnen maken en nu was al haar pleizier bedorven, door moeder nog .Vel, en dat op haar verjaardag! Zij was vanmorgen met stralend gezichtje bij moeder gekomen om haar te feliciteeren en moe had haar hartelijk gekust en bedankt en gesproken van „haar kleine schat", maar zy had er bij gevoegd, dat nu Mina blijkbaar al zoo'n groo- te meid werd, omdat ze zulke mooie versjes kon leeren en zoo'n mooi handwerkje kon ma ken, nu moest ze vanavond als een groote meid j ook maar eens alleen naar bed, want er kwam veel visite en dan bad moe geen gelegenheid om haar naar bed te brengen. Heel den dag speelde Mina dat schrikbeeld door het lioofd, maar eindelijk had zij er iets op gevonden. Ja, dat zou zij doen! Plotseling i kwam al haar vroolijkheid weer terug en zij I stormde de gang uit en de trap op naar haar kamertje. Hier haalde zij een blikken trom- I meltje voor den dag, waar vroeger koekjes 1 in hadden gezeten en vloog er mee naar de gang, waar de zon door de glazen deur scheen. Die zonnestralen zou zy opvangen, ze zoolang in het blikje opsluiten en van avond vrijlaten, als ze alleen op haar donker kamertje was! Toch zoo dom niet bedacht, niet waar? De stofjes dansten in de stralen, die op de mar meren steenen vielen in. heele bundels, voor zichtig sloop Mina nader, gooide, flap, de doos er op. toen eventjes opgelicht en schoof het deksel er weer voor! Ziezoo! Dat had ze nu eens mooi geflikt! Zij danste naar haar kamertje j terug en stopte het trommeltje onder haar bed! 's Avonds bij de visite was ze heel zoet en alle gasten hadden schik in de bolle wangen en de guitige oogen, die allen wel hadden willen vertellen, hoe slim ze dien dag geweest was maar ze verklapte het toch niet! Toen kwam het gevreesde oogenblik, zij moest naar bed, alleen naar boven. Toen zij allen een handje gegeven had en Moe haar I goeden nacht gekust had, sloop zij op de teenen i naar boven en klemde van angst haar lipDen i opeen. Met een ruk had ze dc deur van haar kamertje gesloten en greep nu naar de doos onder haar bed! Zo trok het deksel er af en verwachtte niet anders dan in den heldereD zonneschijn te staan! Maar och jé, dat was mis.' Alles was en bleef donker om haar heen en het meisje schreide heete tranen, niet zoozeer van vrees als van teleurstelling, omdat haar schoon bedacht plannetje zoo slecht gelukt was En toen 's avonds moe kwam kijken naar haar lieveling, vond ze Mina's kussen nat van tranen en met voldoening dacht ze: „Zie je, ze is toch wel een flink meisje, ze is wel dege lijk bang geweest, maar ze heeft het toch n'et willen toonen!" DE RAADSELREDAOTEÜR.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 11