VIERDE BLAD
I
II
I
i
e
TT Sïï ÖTl CT ff""
I Raptils een bewijs van
bet »ctu ma
Kwartjes Annonces.
Svo
i
Allerlei uit Lisse,
BUITENLAND.
Rond de Liturgfe.
Beste Yriendjes en vriendinnetjes!
ZATERDAG 28 MAART 121
LOONEN VAN DE AMBTENAREN DER S.S.
NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT
il
L
Mej. Sverzocht ons slechts één
maal de opgegeven annonce te plaat
sen, aangezien zij bij ondervinding
geleerd heeft, dat meer dan eenmaal
plaatsen geheel overbodig is, ja zelfs
één opname haar reeds te veel sollici
tanten bezorgt.
Is verdere aanbeveling noodig? 1)
1) De origineele brieven van deze en
vorige bekendmakingen liggen ten on
zen kan tore ter inzage.
1
aoass
IPWS3
fsüB
j
ingericht Roomsche vereenigingsgebouw in
Lisse werkelijkheid zal zijn, een onmisken
baar meubelstuk voor onze Roomsche plaats,
het Roomseh vereen igi n gslevenzooals de
Middenstand en de R. K. Kiesvereeniging,
daar en daar alléén onderdak zullen zoekeu
voor hunne bijeenkomsten; daar twijfelen we
trouwens geen oogenblik aan.
'tWas zeker een voor de Volks- en Krais-
verbonders aangename attentie, dat hun
oud-voorzitter Wijsman, vóór zijn vertrek
naar de missielanden, in een buitengewone
vergadering afscheid kwam nemen.
Dat de leden van heide vereenigingen dit
op prijs stelden, bewees de enorme opkomst.
Wij sluiten ons aan bij den weiisdb van den
voorzitter, dat Gods zegen onzen ouden
vriend hem op zijn grootsche onderneming
moge vergezellen.
Naar aanleiding van de interpellatie aan
zijn adres op do laatste huishoudelijke verga
dering heeft da voorzitter van het Kruisver-
bond zijn ontslag ingediend. Kijk, dat is jam
mer, en getuigt niet vau een ruimen blik. Wij
lazen eens ergens van een groeten dichter:
„Een vriend is hij, die mij mijn feilen toont."
Laat ook de Km is vc r b o mis v oo rzit ter deze
stelling huldigen en zijn ontslag intrekken, en
met Gods hulp nog jaren het Kruisverbond
blijven leiden.
OPMERKER.
Als we de geruchten mogen gelooven, heb
ben wo in den loop van den zomer een ge
meenteraadsverkiezing te wachten. Zoo men
ons uit officieuze bron meedeelt, zou men n.l.
van liberale ziide pogingen aanwenden om
bet raadslid A. van der Meij te bewegen zijn
ontslag als zoodanig in te dienen.
Nu, dit kunnen we plaatsen: het zal onder
hand een paar jaar geleden zijn, dat v. d. M.
een raadszitting heeft medegemaakt voor het
laatst. Heeft men daarvoor nu vijf jaar ge
leden van zekere zijde zich het vuur uit de
sloffen goioopeuf Welke partij zal dingen
«aar dezen zetel? Op de eerste plaats natuur
lijk do liberalen, welke waarlijk dit jaar ook
aan de kiezcrskweek hebben gedaan!
't Is geen gewoonte hij die partij. We hoor
den zoo terloops, dat zij 12, zegge twaalf,
nieuwe kiezers voor huu partij op de kiezers
lijst heeft gekregen. Zeer zeker mogen we ver
wachten, dat de A. R. partij eveneens zal din
gen naar dezen zetel, en zij heeft er m.i. dan
ook de meeste aanspraak op. Behalve de ka
tholieken, vormt zij de grootste partij en
heeft tot heden slechts één zetel in den Raad,
terwijl de liberalen, de kleinste fractie, er tot
heden drie bezetten.
Wij katholieken zuilen zeker geen recht-
streéksche aanspraken doen gelden op dezen
zetel, al is zij voor ons nog zoo gemakkelijk
te veroveren. Onzerzijds geen onverdraag
zaamheid. Wel mogen we echter verwachten,
dat het van de te stellen candidate» zal af
hangen aan wien we onzen steun zullen ge
ven. Zou 'thet beste niet zijn de kiezers ten
dezen opzichte vrij te laten, dan zijn we zeker
inzake onze politieke organisatie voor een
- échèe gevrijwaard.
k Naar ik van een mijner vrienden hoorde,
en bij kan het weten is onze R.K. Kiesver
eeniging slecht bij kas, zoo zelfs, dat de jaar-
üjksche buitengewone vergadering, waar een
spreker optreedt, is uitgesteld tot November;
dan is de jaarlijksche contributie weer bin
nen en zitten we weer „vlot". Maar dan mo
gen we ook verwachten, in de laatste verga
dering deed een der leden reeds een dergelijk
verzoek, dat zeer zeker een eminent spreker
zal optreden, zoo hij te krijgen is.
Met den bouw der huizen voor de woning-
Vereen i ging „Volksbelang" zal nu zeker spoe
dig worden begonnen. De overdracht der voor
dat doel aangekochte gronden heeft dezer
dagen plaats gehad, terwijl een voorschot
voor den houw bereids is aangevraagd.
Daar is hier op 't oogenblik voor de werk
lieden in de bouwvakken aardig werk aan
den winkel, in tegenstelling met de arbeiders
voor het hollenhedrijf. Door deze laatste is
't verschil bij 't vorige jaar groot. Toen toch
overtrof de vraag steeds het aanbod en nu
Precies omgekeerd. Eenigen tijd was er ge
rekend op do havenwerken, doch naar wij
vernemen, betrekt de aannemer in hoofdzaak
arbeiders uit zijn eigen woonplaats.
Met den bouw van een gebouw voor onze
afdeeling van den Ned. R. K. Volksbond zal
ook spoedig worden begonnen; ik zag in dit
blad de aanbesteding reeds aangekondigd.
Daar hadden zeker velen met mij niet opge
rekend, dat dit zoo spoedig haar beslag zou
krijgen. De commissie heeft dan ook niet stil
gezeten. Avond aan avond trokken zij, ge
steund door eenige wakkere propagandisten,
d® gemeente rond om aandeeltjes te verkoo-
pen zoowel bij leden als niet-leden, en maar
zelden behoefden zij onverrichterzafee te ver
trekken, terwijl verreweg de meeste aandeel
tjes van 2.50 renteloos werden gegeven. Ja,
ja, men gevoelt de behoefte aan zoo'n
Roomseh vereenigingsgebouw en de offer
vaardigheid onder Lisse's katholieken, we
Wezen er reeds eerder op, is spreekwoor
delijk geworden. Het plan bestaat, dit mo
gen we wel verklappen, het nieuwe gebouw
te openen op den 12den September, de datum
waarop het oude in vlammen opging. Dat zou
werkelijk aardig zijn. Wij mogen verwachten
dat, als eenmaal de naar de eischen des tyds
DE KABINETSCRISIS IN JAPAN.
Renter's correspondent te Tokio meldt dat,
naar aanleiding van het door het kabinet-
Yamamoto ingediend verzoek om ontslag,
door den Keizer aan Yamamoto last gege
ven werd 'op zijn post te blijven, totdat een
opvolger zou zijn aangewezen.
Officieel werd den correspondent medege
deeld, dat tot het aftreden van het kabinet
eerst was besloten, toen tengevolge van de
verschillende inzichten van de beide Huizen
van den Keizerlijken Landdag aanneming
der begrooting door, het parlement onmoge
lijk' was gebleken.
Men weet dat het Huis der Vertegenwoor
digers een bedrag van f 36 millioen op de
marine-begrooting schrapte, terwijl het Huis
der Pairs nog 48 millioen minder op die
begrooting wenschte toe te staan. Aan eene
veréenigde commissie uit beide huizen was
toen opgedragen, om te trachten tot over
eenstemming te komen. Deze poging faalde
en het verzoek om ontslag van het kabinet
was, daarvan het onmiddellijk gevolg.
Het blijkt nu echter niet zoo gemakkelijk
te zijn om een nieuw ministerie te vormen.
De Seyoekai of liberale partij, die in het
Huis der Vertegenwoordigers de meerder
heid uitmaakt, heeft den oud-premier, mar
kies Saionji trachten te overreden, zich met
de vorming van een nieuw kabinet te belas
ten, maar noch hij, noch de aftredende mi
nister van buiten! andsche zaken, Hara, schij
nen genegen te zijn, die taak op zich te
nemen, met het oog op de houding van
het Huis, deor Pairs.
Het zal dus waarschijnlijk nog wel eeni
ge tijd duren, voordat een nieuw kabinet
zal zijn opgetreden
Een mooie republiek!
Het optreden van het kabinet-Bernardino
Machado, dat een verzoeningsministerie
heette te zijn, heeft integendeel een nieuw
tijdperk van willekeur en onderdrukking in
geluid, zegt het A. H. Volgens den corres
pondent van de „Köln. Zeit." heeft Macha
do zijn ministerieel leven slechts bij de ge
nade van Affonso Costa.
Toen in Januari 1913 do partij van Costa
de regeering aanvaard had, kwam plotseling
een einde aan al die kleine, haast dage
lijks voorvallende vechtpartijen, welke in
het buitenland den indruk wekten, dat in
Portugal feitelijk anarchie heerschte. In 1913
gaf men zich niet meer af met zulke klei
nigheden. De radicalen bereidden bun knup-
pelgarde en bommenwerpers op grootscher
ondernemingen voor. Men denke slechts aan
de z.g. radicale revolutie van 27 April.
Den 26 Januari 1914 echter moest de dic
tator Costa het veld ruimen en nam Macha
do de leiding over, Macliado, de zachtmoe
dige en vriendelijke man. Reeds einde Fe
bruari werd de eerste verzoeningsmaatregel
afgekondigd, in den vorm van een amnes-
tiebesluit. De premier verklaarde overtuigd
to zijn, dat deze houding van de regeering
de bestaande klove tusschen burgers van
één land zou overbruggen. Affonso Costa
o.s. waren blijkbaar een andere meening
toegedaan. Op het oogenblik is de toestand
n.l. weer dezelfde als, in 1912. Onverdraag
zaamheid en wetteloosheid vieren weer hoog
tij^ Het gematigd republikeinsehe blad „Luc-
ta" deelt daarvan drie teekenende staaltjes
mede.
Het eerste speelt in Ooïmbra.
De katholieken hielden een vergadering om
te overleggen wat gedaan moest worden, om
,te voorkomen, dat een kerkgebouw zou wor-
den ingericht tot museum. De Carbonarios
drongen de zaal binnen en ranselden de
aanwezigen met knuppels de straat op, waar
de katholieken verder met keisteenen en re-'
volverschoten werden begroet.
Iet» dergelijks hacl plaats te Loures, vlak i
bij de hoofdstad. Hier vierden eenige jon-
gelui de vrijlating van enkele vrienden, die I
van de amnestie hadden geprofiteerd. Het
diner werd gegeven in een gesloten zaal-
Niet» bijzonders viel voor; zelfs do agenten
der tegenover het gebouw aanwezige poli
tiewacht moesten erkennen, dat geen en
kele anti-republikeinsche kreet vernomen
was. Een buurman plaatste echter op zijn
vensterbank een gramafoon en liet het in
strument voortdurend de „Portugueza" spe
len. Dit concert beviel den disebgenooten
niet, zoodat zij de vensters sloten. Dat was
voldoende, om de Carbonarios ais uit den
grond te doen verrijzen: toen de jongelui
het huis verlieten, wertlen zij aangevallen
met bijlen en knuppels. De ten slotte op
dagende politie arresteerde natuurlijk al
leen „monarchisten".
En ten slotte het geval, waarvan Reuter
in een kort telegram melding maakte. In
den Lissabonschen schouwburg werd een
weldadigheidsfeest gegeven ten bate van de
behoeftige gezinnen van eenige geamnesti-
eerde politieke gevangenen.
Aangezien elk politiek karakter ontbrak
aan dit liefdadigheidsfeest, gingen o.m. vele
senatoren en afgevaardigden er heen. Bij
het verlaten van den schouwburg worden
de bezoekers lastig gevallen door Carbo
narios, die zich tegenover de dames zeer
onhebbelijk gedroegen, wat ai spoedig aan
leiding gaf tot een algemeene kloppartij,
waarbij uit de vensters der omliggende wo
ningen op de schouwburgbezoekers werd ge
schoten.
Hoewel in de drie gevallen de Carbona
rios de aanvallers waren, verdedigen de ra
dicale organen hun optreden niettemin.
Blijkbaar beginnen dus de radicalen op
nieuw den veldtocht, die hun leiders op het
kussen moet brengen.
Het millioen van Solvay.
Het bestuur van de socialistische „centrale
voor arbeidersontwikkeling", heeft volgens het
„Journal de Bruxelles," een handigen kapitalis-
tischen „zet" gedaan.
De roode groot-industriëel en multi-milio-
nair So! fay, heeft, zooals men weet, eenigeu
tijd geleden een millioen francs aan de „cen
trale" geschonken.
De roode bestuurders hebben thans besloten,
het millioen in leen te geven aan de provincie
Henegouwen, mits tegen behoorlijke aflossing
en rente van 5,8 pet.
Zelfs het feit dat de roode broeders en de
liberale bondgenooten in Henegouwen de la
kens uitdeelen en de clericale regeering te
Brussel zooveel mogelijk den voet dwars zet
ten, alsmede de overweging, dat deze provincie
het geld broodnoodig heef' voor openbare wer
ken, konden geen lage rei' rentevoet bedingen.
Zaken zijn zaken, ook is men socialist l
De ex-sultan van Turkjje.
Een Turksoh ambtenaar, die in de gelegen
heid is geweest den afgezetten sultan Abdoel
Hamid in 2yn afzondering in het paleis van
Beyler-bey aan de Aziatische kust vau den
Bosporus te zien, heeft den correspondent van
de „New York Herald" het een en ander mede
gedeeld omtrent het doen en laten van dezen
gevallen grootheid.
De ex-sultan moet werkelijk ernstig ziek
zijn, maar weigert beslist de hulp van een ge
neesheer in te roepen.
Hij spreekt tot niemand meer, geeft nooit
eenig teelcen van goed- of afkeuring en duidt
met gebaren aan als hij liet een of ander
wenscht. Worden deze door zijn oppassers of
bedienden in liet geheel niet of slechts ten
halve begrepen, dan keert hij zich eenvoudig
om. maar verwaardigt zich niet het bevel te
herhalen. Hij is ook overigens volkomen apa
thisch en bekommert zich niet in het minst om
hetgeen rondom hem voorvalt.
Alleen zijn dieren een geheele kamer is
gevuld met heesten van allerlei slag trekken
nog eenigszins zijn belangstelling en als hij
met hen alleen meent te zijn, laat hij nog wel
eens een enkel woord hooren.
De „zonen der wolvin" of „het riool".
„In het riool" aldus luidt het opschrift
van een reeks artikelen, door Maurice Barrèa
in de „Echo de Paris." gewijd aan de zaak-
Rochette en den arbeid der enquête-commissie.
De nationalistische politicus geeselt daarin naar
de „Tijd" aangeeft met evenveel geestigen spot
als groote felheid het geheele Fransche par
lementaire regiem van tegenwoordig.
„Caillaux, Briand, Barthou schijnen mij,"
zegt hij, „drie jonge honden, die hun krachten
gevormd hebben bij het gezamenlijk spelen in
het parlementaire hondenhok.
Het zijn drie krachtige dieren op het
oogenblik, dat het eten aangedragen wordt.
Wanneer deze mannen, wier gedachten, doel en
gezichtseinder geen verschil opleveren, er toe
komen elkaar concurrentie aan te doen en het
bewind te betwisten, dan' kunnen ze elkaar en
kel een persoonlijken oorlog aandoen. Zij ba.
nijden elkaar de portefeuilles vanwege het zeer
gewettigde ploizier hun krachten te beproeven,
maar niet uit behoefte ieder een eigen opvat
ting te doen zegevieren. Vandaar misschien de
felheid van dezen strijd. Zij kunnen elkaar niet
treffen in hunne ideeënzij hebben er geene of
wel zij hebben gemeenschappelijke. Daarom
treffen zij elkaar in liun personen. Indien de
heeren De Mun, Ribot, Jaurès elkaar het be
wind betwistten zouden ze er niet aan denken
elkaar te vervolgen met feiten uit hun persoon
lijke levens; zij zouden elkaar hun wereldbe
schouwingen verwijten. Caillaux, Briand en
Barthou hebben niet zulke uitgestrekte wrij-
vingsvlakken. Zij bomfcardeeren elkaar met'
persoonlijke beschuldigingen, daar ze elkaar
niet met begiusslen naar het hoofd kunnen
smijten; en aangozieu zij elkaar niet stevig
beet kunnen pakken bjj de verschilpunten hun
ner programma's, grijpen ze elkaar bij de baren.
„Het zijn drie broeders, hun moeder, de par.
lementaire wolvin, moet zeker met veel Jrae-
vigheid naar hen staren. Maar zij zelve, het
arme dier, zij is leelijk ziek...."
Sic transit
De Bulgaarscho dichter VazoL heeft in een
open brief aan het Bulgaarscho volk aange
drongen op gratie voor Sawof, den man, die tij
dens den oorlog mot Turkijs zijn legerscharen
zoo dikwijls ter overwinning leidde en die
thans terecht staat als zondenbok voor de fou
ten, begaan in den jongen oorlog en de tegen
slagen, die daarvan bet, gevolg waren.
En merkwaardigerwijze heeft, merkt bet A.
H. op. Sawof zelf ongeveer gelijktijdig met de
verschijning van dien brief het Hof in over
weging gegeven de aanklacht te laten vallen.
Ter ondersteuning van zijn verzoek wees hij op
de bepaling van de Bulgaarscho grondwet, dat
de Koning zoowel in oorlogs- als in vredestijd
het hoofd is van de legermacht van het land.
Als opperbevelhebber van die legermacht,
zoo betoogde Sawof, was hij dus slechts een
ondergeschikte en niets anders dan de uitvoer
der der bevelen van den Koning en slechts aan
dezen verantwoordelijk, in zijn hoedanigheid
van minister zoowel als in die van generaal.
En in den verderen loop van zijn pleidooi
lichtte do generaal een tip op van den sluier,
die nog over de oorzaken van de nederlaag der
Bulgaren in den tweeden oorlog hangt:
„Ik heb," zoo zeide hij, „de regeering gewe
zen op de gevaren van de concentratie onzer
troepen op de Grieksch-Servische grens, wan
neer wij niet tevens zorgden gedekt te zijn
tegen Roemenen en Turken. Er werd echter
niet naar mij geluisterd en toen den oorlog
uitbrak, werd ik weggezonden als een knecht.
Ik durf echter verklaren, dat zoo ik het door
mij opgemaakte plan had kunnen volvoeren,
onze legers, zes dagcu na het begin der ope
raties Nisj binnengerukt zouden zijn, het
Griekscb-Servisehe verbond uiteen gespat zou
zijn en Bulgarije alles zou hebben verkregen
wat het wenschte."
Volgens de berichten uit Sofia had deze ver
klaring diepen indruk op het Hof gemaakt.
De mededeeling der verwachte loonsverhoo-
ging bij het ambten a arseorps van S. S.-persoo-
neel is gisteren geschied. De verhoogingen
gaan met 1 April in. O.m. is er een nieuwe
titel gekomen, n.l. die van referent. De lagere
categorieën blijven hun loon behouden.
De maxima der salarissen van inspecteurs,
ingenieurs, stationschefs, commiezen, opzich-
j ters "v.h. Materieel, enz. zijn verhoogd. Voorts
zijn verschillende andere verbeteringen in de
loonen aangebracht.
DALEND KAMERPE1L.
Met volle instemming nemen wij uit het vrij-
liberale „Utrechtsch Dagblad" de volgende be-
I schouwing over
De geweldige daling van het peil van de
Tweede Kamer en de daar gevoerde debatten j
in de laatste decennia is eenigszins te verkla-i
ren uit liet feit, dat de wijze van verkiezing
liet langzamerhand onmogelijk lieeft gemaakt,
mannen in de Kamer te brengen die niet in de
eerste plaats debaters zijn. Schaper riep eens
uit: „Wij komen allen van de meeting" deze
uitroep is typeerend.
Inderdaad zijn de helden der meeting ook de
Kamercandidaten geworden, die in het partij
verband de beste kans maken. Wat is onder
de tegenwoordige verkiezingsomstandigheden
een man vol kennis en staatsmanwijsheid, vol
goeden wil en nobel karakter, maar die de
OOI.
VERKLARING DER TEGENWOORDIGE
DOOPPLECHTIGHEDEN.
DERDE DEEL.
12o. 't Verzaken nan den duivel. 13o. Zal
ving met de li. Olie. 14o. Geloofsbelijdenis.
Nog drie ceremoniën gaan hst eigenlijk
Doopsel vooraf, n.l. een verzaking aan den dui
vel, een zalving met H. Olie en ten slotte een
plechtige gelo sbelydenis.
Dc doopeling verzaakt den boozen vijand,
liens werken, d.i. de zonde en diens ijdelhedtn,
d.w.s. de aanlokkingen tot zonde, welke gelegen
zijn in het vrijwillig opzoeken der naaste ge
legenheid. Hierdoor heeft hij tegen den duivel
eeu strijd aangobonden. dien hij voortaan ge
heel zijn leven lang zal te strijden hebben.
V\ ijl hij echter daartoe op bovennatuurlijke
wjjze versterkt dient te wordeu, zalft de Kerk
hem met gewijde olie kruisgewijze op dc borst
cn tusschen de schouders, daarbij door haren,
dienaar, den priester zeggendo: „Ik zalf u
met de olie des heils iu Christus Jezus,
onzen Heer, opdat gij het eeuwig leven rnoogt
hebben. Amen." Omtrent deze zalving een
zinnebeeld van le genade des H. Geestes
zegt de Romeinsche Catechismus: „De doop
leerling wordt gezalfd op de borst, opdat hij
door het geschenk des H.'Oeestes dwaling eu
onwetendheid aflegge en het ware geloof aan-
nerne; tusschen dc schouders, opdat hij door de
genade des TI. Geestes alle nalatigheid en
traagheid afschudde en zich in goede werken
ocfeno. wijl het geloot zonder de werken dood
is."
Met watten veegt de priester zijn duim en
de gezalfde plaatsen af. Vol vreugde wijl de
doopeling het rijk der duisternis den rug heeft
toegekeerd, verwisselt hjj nu de paarse stoel
tegen een witte. Vervolgens, evenals Petrus
na zijn drievoudige verloochening tot boete
driemaal Christus' vraag moest beantwoorden.
„Simon, zoon van Jonas, bemint gij Mij?" Zoo
ondervraagt ook de Kerk, nadat de doopeling
reeds driemaal den duivel verzaakt heeft, hem
driemaal naar zijn geloof in Christus, nu Zij
op het punt staat de erfzonde van zijn ziel af
te wasschen. Zijn deze vragen beantwoord,
dan zegt de priester: ,,N.wilt gij gedoopt
worden?" en de peter antwoordt in naam vaft
liet kind„Ik wil."
Hierop heeft het eigenlijk Doopsel plaats.
gevatheid mist om ten aanschouwe van een
volksmenigte, meereudeels gew ad aan bra-
vour-sprekers, een fout of misverstand zijner
party of partygenooten, van wie weet hoeveel
jaren geleden, weg te spoelen in een stroom
van breedsprakerigkeid en luidruchtigheid,
waarin het aangevochte feit zelve verzinkt, of
niet. brutaal genoeg is om met licele of halve
onwaarheden de lachers op zijn hand te krij
gen? V aar komt het in die paar verkiezings
maanden op aan? Op spreken en nog eens
spreken. Of is het slechts toeval dat hoe lan
ger hoe meer professoren, predikanten, advo
caten en onderwijzers hun intrede doen in de
vertegenwoordigende lichamen? Maar nog
meer dan op het spreken komt het aan op het
debat. Ln dies zien we ook de partu-pronagan-
disten meer en meer gekozen worden. Propa-
ganda-avonden zonder debat trekken geen be
langstelling. Om kennismaking met den candi-
daat of met zijn ideeën is het blijkbaar niet t.o
doen; wèl om het gekibbel, om liet gevecht
daarna. Als de inleider uitgesproken heeft, en
de debaters worden opgeroepen, dan eerst komt
er leven in de zaal; en hoe scherper debat, hoe
ltever. Wie het meest den geest der vergade
ring, het doorsnee-bevattingsvermogen weet te
naderen, hij is de man. Wat bij zegt doet ei
weinig toe; hoe hy het zegt, reeds daarin ligt
de halve overwinning. Is het wonder dat, wan
neer van dergelijke factoren de verkiezing van
een Kamerlid afhankelijk wordt, de uiterlijke
welsprekendheid in de Kamer in getalsterkte
de overhand krijgt boven de innerlijke geschikt-
inc.. i iet alleen dat zij, die spaarzaam ge
woon zijn te spreken, weinig kans meer maken
om gekozen om zelfs candidaat gesteld
te worden (wij zonderen enkele „vaste" katho
lieke distrieten uit) maar de om hun debat-
vaardigheid gekozen leden zijn het aan hun re
putatie verplicht (soms zou men zelfs kunnen
spreken van een natuurlijke aandrift) om in
de Kamer te toonea. dat zij ook in het gestoelte
der eere zich zelf gelijk blijven en de speeches
„pour la galerie" zijn er het bedenkelijke ge-
volg van.
ilet heeft en speciaal den laatsten tijd
Hebt ge de oplossing van het ïiguurraad-
8el gevonden? Het was gemakkelijk nietwaar?
Eerst neemt ge de twee letters, waar één bol
letje onder staat, dan die met twee en eindelijk
die met drie bolletjes, zoo krijgt ge de spreuk:
Eere, wien eere toekomt.
Nu de oplossingen der andere raadsels.
1. Paard Aar.
2. In het plantenrijk.
3. Een naald met een draad garen.
4. R a a m
a
m
n
n
8
n
a
a
R
EEN KINDERLIJK PLAN
Mina was nu al viif iaar geworden en het
werd al een flink meisje voor haar leeftijd, ook
was ze vroolijk van aard en hoewel ze eenig
kindje was, hadden haar vader en moeder haar
toch niet bedorven. Gewoon als ze was dat
moesje haar naar bed bracht en de kaars pas
uitblies als ze goed en wel toegedekt was, werd
zij toch wel een beetje bang. toen moe er over
sprak dat ze nu voortaan zelf maar in den
donker naar bed moest. Ze was immers al een
groote meid geworden en die moest niet bang
wezen om in den donker naar bed te gaan.
Het was echter tot nu toe slechts bij hangma
ten gebleven en Mina wenschte inwendig
maar, dat het daarbij blijven zou en dat moe
nooit tot de uitvoering van haar plan zou
overgaan. lederen dag zat ze in angst, dat moe
op zeker oogenblik zou zeggen: „Nu, Mina, ik
zou vanavond maar eens alleen slapen gaan!"
En zie, nu was het gebeurd ook, en nog wel
vandaag, op moeder's verjaardag! Zij was er
heelemaal stil van! Zij had zoo met verlangen
naar dien dag uitgezien en eehoopt, dien dag
eens terdege pret te kunnen maken en nu was
al haar pleizier bedorven, door moeder nog
.Vel, en dat op haar verjaardag! Zij was
vanmorgen met stralend gezichtje bij moeder
gekomen om haar te feliciteeren en moe had
haar hartelijk gekust en bedankt en gesproken
van „haar kleine schat", maar zy had er bij
gevoegd, dat nu Mina blijkbaar al zoo'n groo-
te meid werd, omdat ze zulke mooie versjes
kon leeren en zoo'n mooi handwerkje kon ma
ken, nu moest ze vanavond als een groote meid
j ook maar eens alleen naar bed, want er kwam
veel visite en dan bad moe geen gelegenheid
om haar naar bed te brengen.
Heel den dag speelde Mina dat schrikbeeld
door het lioofd, maar eindelijk had zij er iets
op gevonden. Ja, dat zou zij doen! Plotseling
i kwam al haar vroolijkheid weer terug en zij
I stormde de gang uit en de trap op naar haar
kamertje. Hier haalde zij een blikken trom-
I meltje voor den dag, waar vroeger koekjes
1 in hadden gezeten en vloog er mee naar de
gang, waar de zon door de glazen deur scheen.
Die zonnestralen zou zy opvangen, ze zoolang
in het blikje opsluiten en van avond vrijlaten,
als ze alleen op haar donker kamertje was!
Toch zoo dom niet bedacht, niet waar? De
stofjes dansten in de stralen, die op de mar
meren steenen vielen in. heele bundels, voor
zichtig sloop Mina nader, gooide, flap, de doos
er op. toen eventjes opgelicht en schoof het
deksel er weer voor! Ziezoo! Dat had ze nu eens
mooi geflikt! Zij danste naar haar kamertje j
terug en stopte het trommeltje onder haar bed!
's Avonds bij de visite was ze heel zoet en
alle gasten hadden schik in de bolle wangen
en de guitige oogen, die allen wel hadden
willen vertellen, hoe slim ze dien dag geweest
was maar ze verklapte het toch niet!
Toen kwam het gevreesde oogenblik, zij
moest naar bed, alleen naar boven. Toen zij
allen een handje gegeven had en Moe haar
I goeden nacht gekust had, sloop zij op de teenen
i naar boven en klemde van angst haar lipDen i
opeen. Met een ruk had ze dc deur van haar
kamertje gesloten en greep nu naar de doos
onder haar bed! Zo trok het deksel er af en
verwachtte niet anders dan in den heldereD
zonneschijn te staan! Maar och jé, dat was mis.'
Alles was en bleef donker om haar heen en
het meisje schreide heete tranen, niet zoozeer
van vrees als van teleurstelling, omdat haar
schoon bedacht plannetje zoo slecht gelukt
was
En toen 's avonds moe kwam kijken naar
haar lieveling, vond ze Mina's kussen nat van
tranen en met voldoening dacht ze: „Zie je,
ze is toch wel een flink meisje, ze is wel dege
lijk bang geweest, maar ze heeft het toch n'et
willen toonen!"
DE RAADSELREDAOTEÜR.