Smakelijk Brood
Electr. Lnie-Broodfabrielc
iërierlaitdsciie R, X. Volksbsnd voer
Haarlem en buitemeraaies.
1 Mengelwerk.
Een knappe verslaggever.
Eered door een korst broed.
Kwartjes Adverientiën
Elestrischö KerkorgëKab iek.
Alkmaar, OPGER. 1843
piNSDAU-, Kwart over 8 uur gez. H. Mis
ter eere van den H. Antonius voor Arie
Stokman en Maria Schoor 1.
WOENSDAG, kwart over 8 voor Corne
lia Beers.
DONDERDAG, kwart over 8 Catharina
Roemeester geb. Stoop;
VRIJDAG, le Vrijdag der maand; kwart
over 8 gez. EL Mis ter eere v. h. H. Hart
Voor de leden van den Broederschap.
ZATERDAG, kwart over 8 Petrus van
OW oerkom.
VOUW-VENNEP.
ZONDAG, 7 uur Vroegmis, 10 uur Hoogmis;
3 uur Vespers.
In de week Cat. als naar gewoonte.
DINSDAG, 's middags kwart over drie uur
oefening van den Kruisweg en daarna Lof
ter eere van den H. Jozef met Te Deum tot
sluiting van de maand Maart.
ZATERDAG, geheel den dag gelegenheid
om te biechten uitgenomen van 123 uur.
De gebeden worden verzocht voor
Joanna Tule, hvr. van Cornelis Verwer.
die met de laatste H.H. Sacramenten der
Stervenden is voorzien.
De Kerkberiehten die te Iaat Inkwamen
vooi dit nummer, zün opeenomen in de
v rwE HAAKLEMSCHE COURANT van
hcdci
Candidaten kunnen worden ingeleverd vol
gens art. 14 van het huieb. reglement.
Namens het bestuur,
S. VROUWE, Secr.
Afdeellng HEEMSTEDE.
R. K. Vereenigingsgebouw.
Zondag 29 Maart van half tot 12 uur Biblio
theek.
Dinsdag 31 Maart repetitie Harmonie St.
Michaël.
Donderdag 2 April repetitie Gymnastiek-
vereeniging.
Vrijdag S April neptitie Harmonie St.
Miehaël.
Namens het bestuur,
TH. TELLINGS, 2e secr.
Afdeellng LISSE.
Zaterdag van 8—9 unr Spaarkas.
Donderdag 2 April vergadering St. Isido-
rus, 's avonds 8 nur in de Kleine Vereeniging.
Agenda: L Antwoord Patroonsvereeniging. 2.
Bespreking propagandavergadering. 8. Be
spreking vakgroep losse arbeiders.
Namens het bestuur,
H. J. VAN TONGEREN, Secr.
L. YPBA Co.
Afdeeling HAARLEM.
Bondsgebouw Smedestraat 23.
Maandag 30 Maart. Ondersteuningsfonds.
Vergadering Liefdebeurs.
"Woensdag 1 April vergadering Kleerma
kers. Eerbied in Gods Hnis. Vergadering der
Bleekeregezellen.
Donderdag 2 April. Arbeidsrecht. Rederij
kers.
Vrijdag 8 April. Hoofdbestuur.
Zaterdag 4 April. 8 nur Hulpspaarbanb
Sehoterkwartier. Half 9 Spaarkas St. Nico-
laas (winterprovisie). Spaarbank (bijschrij
ving van rente). Steuncomité. Inschrijving
Coöperatieve bakkerij. Bibliotheek.
Namens het bestuur,
A. L. VOLLAERTS, Secr.
Afdeeling HALFWEG en Omstreken.
Dinsdag 31 Maart des avonds 7.30 uur Apo
logetische cursus. Onderwerp: Welke gods
dienst heeft Christus geopenbaard?
Woensdag, 'savonds 8% uur, oefening der
Turnelub.
Zaterdagavond van 810 uur en Zondag na
do Hoogmis contributiebetaling. Zondag na
de OH. Missen van 7, 81* en 10)ü uur opening
.der bibliotheek.
Namens het bestuur,
H. B. LETSCHERT, Voorz.
A. HEEMSKERK, Seer.
Afdeeling SCHOTEN en Omstreken.
Aan de leden wordt medegedeeld, dat op de
laatste huishoudelijke vergadering in de va
cature van den heer Huijbooin is gekozen de
beer H. van Geldoi-p.
Naar aanleiding van de houding van som
mige leden, zag het bestuur zich verplicht
en bloc allen af te treden, zoodat zoo spoedig
mogelijk een verkiezing van bestuursleden zal
Plaats hebben, en wel op Woensdag 1 April
a.v, *s avonds 8 uur.
Naar aanleiding van de aanbieding van
een verzoekschrift, onderteekend door ruim
70 leden van den bond van Jan Gijzenvaart en
Santpoort, waarin dezen verzoeken de hand
having van de bestuursleden, stellen alle af
tredende bestuursleden zich weder herkies
baar; dus zal na de verkiezing uit het voltal
lig bestuur een voorzitter worden gekozen
door de vergadering. Wij noodigen de leden
dringend uit op deze vergadering tegenwoor
dig te zij»
Namens het bestuur,
J. v. d. BOS, waarn. voorz.
B. BURGER, waarn. secr.
Afdeeling VELSEN en Omstreken.
Bondsgebouw: Rijksstraatweg H 24h.
Zondag 29 Maart, 's avonds 7 uur jaarver
gadering van de onderafdeeling St. Barbara.
Agenda: Notulen. Verslag secretaris en pen
ningmeester. Reglementswijziging. Verkie
zing bestuursleden -wegens periodieke aftre
ding der heeren Th. Verkooijen en J. H. Roze-
meijor (herkiesbaar). Candidatenlijsten wor
den ingewacht bij den secretaris W. IJman
tot 28 Maart. Ook zuilen de kieeden die door
de Eerw. Zusters voor St. Barbara zijn ver
vaardigd, dien avond worden tentoongesteld.
Alle leden worden beleefd doch dringend uit
genood igd deze vergadering bij te wonen. De
loden, die zich willen aansluiten bij St, Bar
bara, kunnen deze vergadering ook bijwonen.
Op de vergadering van 17 Maart is het be
stuur van de afd. Velsen samengesteld als
Volgt: P. van 't Padje, voorzitter; B. Water-
tander, le secretaris; J. H. B. Bonarins, le
Penning-meester; H. van der Bos, 2e voorz.;
A. de Ruiter, 2e secretaris; J. Smolenaans, 2e
Penningmeester; C. Duineveld, le, J. Roze-
Meper Azn. 2e, S. L. Hoos, 3e commissaris.
Zondag 29 Maart na de Hoogmis, vergade
ring van den Stillen Omgang. Agenda: Ver-
«lag van den penningmeester.
Woensdag 1 April 's avonds half acht ver
gadering voor de leden van de Propaganda-
»lub. Zij, die zich aansluiten willen, kunnen
3eze vergadering bijwonen.
Namens het bestuur,
P. VAN T PADJE, Voorz.
B. WATERLANDER, Secr.,
Oudeschulpweg no. 41.
Afdeeling KROMMENIE en Omstreken.
Secretariaat: Van Hoogendorpstraat 80.
Zaterdagavond van 7 tot 8 uur Spaarkas
van 8 tot 9 uur Bibliotheek.
Zondag 29 Maart vergadering der afdeeling
half 4 uur, in het vereenigingslokaal. Als
dan bestuursverkiezing (vacature Assendelft)
Sherreaf kwam zoo haastig het kantoor
van de „Planeet" binnenhollen dat hij bijna
over Thompson viel, die juist bij den in
gang stond. Hij was laat en vreesde, dat
de redacteur reeds naar hem zou gevraagd
hebben. Hij was nog maar kort aan het
nieuwsblad verbonden, anders zou hij stel
lig zoo'n haast niet gemaakt hebben.
Ik zeg je, riep Thompson uit, Sher-
reaf bij den arm grijpend, dat 't een prach
tig zaakje voor Chambers is.
Wat? vroeg Sherreaf, ik heb de cou
rant nog niet eens gezien.
Wel. De Mills-verdwijning, riepen er eeni-
gen door elkaar. Dat had je toch moeten
lezen.
Sherreaf greep 't ochtendblad en zette zich
voor zijn schrijftafel. Onmiddellijk viel zijn
oog op 't bewuste artikel. Het besloeg na-
genoeg twee kolom van het eerste blad. Het
j was het verhaal van de verdwijning van
I Alice Mills, het eenig kind van een der
rijkste mannen in Londen, uit haar woning
in liet West-End. Drie dagen geleden was de
jonge dame in kwestie vroeg in den middag
uitgegaan en daarmede eindigde elk verder
j spoor. Zij had haar kamenier gezegd, dat zij
j waarschijnlijk een paar uur uit zou blijven.
Maar toen haai" vader 's avonds thuiskwam,
was zij nog niet teruggekeerd. Hij dacht
dat zij een vriendin had ontmoet of door deze
'of gene was opgehouden. Hij gebruikte al
leen zijn diner hij was reeds lang weduw
naar en ging daarna naar zijn studeer-
kamer. Zijn dochter had voor dien avond
een uitnoodiging aangenomen en toen de tijd
niet thuis was, begon mr. Mills ongerust te
voor de partij was aangebroken en zij nog
worden. Hij telefoneerde aan verscheidene
kennissen, bij wie hij vermoedde dat zij kon
j zijn. Niemand had liane echter gezien, zoo-
I dait hij ten slotte doodclijk ongerust zijn rij-
tuig liet voorkomen en naar Scotland Yard
reed.
De hoofdinspecteur was er nog. Hij was
een oud-vriend van den welgestelden ban
kier en voor mr. Mills nog een kwartier
in 't getouw was, waren reeds een half
dozijn van de bekwaamste detectieven voor
hem aan 't werk gezet. Na twee dagen had
den zij nog niet de geringste aanwijzing
gevonden. Tot dien tijd had mr. Mills de zaak
nog zooveel mogelijk geheim gehouden, maar
toen ook de detectives faalden, liet hij de
verdwijning bekend maken.
Sherreaf las het verhaal met groote be
langstelling. Chambers was wel de meest}
geschikte persoon van de „Planeet" voor dat
soort werk. Hij had alle omstandigheden nauw
keurig nagegaan, maar ook al zijn pogingen
i liepen op niets uit. Sherreaf vroeg zich vol
verlangen af, hoelang het duren zou, voor
hij het zoover gebracht had als Chambers.
Hij was nauwelijks vijf maanden bij de „Pla
neet". Hij zag' nog den glimlach op het ge
laat van den directeur, toen deze hem op
zijn verzoek naar werk had geantwoord: „Uw
gebrek aan ervaring is voor ons geen be
zwaar, mr. Sherreaf. Wij hebben veel liever
onervaren jongelui, waait dan kunnen wij ze
naar onze zienswijze .leeren en er goede „Pla-
j neef-mannen van maken. Als ge op die wijze
wilt beginnen, zouden wij u wellicht een
plaatsing kunnen bezorgen en binnen een
paar maanden zeggen, of er een „Planeet" -
man in u steekt. Wij zullen dan uw salaris
wat verhoogen en verder is 't enkel een
kwestie van ontwikkeling. Maai" met flink
werken, een goeden wil en lust in het vak,
j zult ge ongetwijfeld slagen.
Sherreaf had zijn best gedaan, maar tot nu
toe was er zelfs nog geen toespeling op be
vordering gemaakt. Wel had men meermalen
zijn werkijver geprezen, maar wat gaf dat,
als men zijn bekwaamheid niet wilde erken
nen. De zaak-Mills was een groot mysterie
Vier dagen lang waren de nieuwsbladen er
vol van en werkten dmeest ervaren mannen
van Londen er aan. Men ging stap voor stap
j 't leven van het jonge meisje na, maar nie
mand was in staat een leiddraad voor haar
j verdwijning te vinden. Zoover men kon na
gaan, leidde zij hetzelfde genoeglijke leven
als de meeste rijke meisjes. Zij deelde in de
gebruikelijke zomer- en wintervermakelijk
heden en liad veel buitenslands gereisd. Maar
$hoe haar vader ook peinsde en peinsde, hij
kon niets vinden, dait eenig licht in de duis
ternis vermocht te werpen.
Na een week moest dit geval plaats ma
ken voor andere belangrijke berichten in de
I „Planeet", en na een dag of tien vertelde
men eenvoudig met een paar regels, dat het
meisje nog met gevonden was.
Op een avond, dat de nachtafdeeling wacht
te op haar werk^riep de redacteur Sherreaf
bij zich,
Wij wilden, dat gij de zaak-Mills de
zen avond op u naamt, Sherreaf, zei hij. Gij
zult niet veel anders behoeven te doen, denk
ik, dan miss Mills opzoeken.
I Sherreaf boog en vertrok. Bij den uitgang
.trof hij Chambers, die hem vroeg waar, hij
ging dineeren.
Thuis, antwoordde Sherreaf,
4 Ga liever met Brinklow en mii mee.
hernam Cham bora. Wij gaan een nieuw
Fransch eetpaleie In Fulton Street probee-
ren.
Wa/t hebt ge te doen gekregen, Brink
low? vroeg Chambers, toen zij een poosje
bijeenzaten.
Een ainarchMenméeting, antwoordde
Brinklow.
En gij, Sherreaf? vervolgde Chambers.
De MLUfl-verdwijning.
Daar valt weinig aan te doen, zeide
Chambers. Dan kan je wel eerst met mij
naar den schouwburg gaan: desnoods kun je
op weg daarheen even bij mr, Mills aanloo-
pen.
Sherreaf «temde toe en toen zij de woning
van mr. Mills naderden, zeide Chambers:
Ik heb mr, Mills in lang niet gezien;
als 't je dus niet kan schelen, zou ik wel
mee willen gaan.
Ik zon 't zelfs heel prettig vinden,
klonk Sherreaf's antwoord, wellicht zegt hij
jou meer dan mij. Als je eens alleen gingt?
Ik wacht dan hier wel op je.
Chambers ging naar binnen, maar kwam
al zeer spoedig weer terug.
Geen bijzonder nieuws voor de couran-
ranten, is al wat ik van mr. Mills weet
mee te deelen.
Na de voorstelling scheidden de twee man
nen, de een naar zijn woning, de ander om
naar 't kantoor te gaan.
Die schrijverij van jou zal ook niet
lang duren, lachte Chambers.
Langer dan je denkt, hernam Sherreaf
geheimzinnig en meteen sprong hij op een
voorbijkomenden omnibus.
Het was nog geen twaalf uur toen Sher
reaf het kantoor van de „Planeet" betrad.
De nachtredacteur zat voor de lessenaar
druk bezig met de Kamerverslagen.
Ik heb de zaak-Mills, zei de reporter.
Dat weet ik, hoever staat ge er mee?
Ik heb het meisje gevonden antwoord
de Sherreaf,
Wat! riep de redacteur, haar gevon
den?
Ja zeker, hernam de reporter, ik ont
moette haar 1.' it in den namiddag en weet de
geheele geschiedenis.
Waar is zij vroeg de redacteur haastig.
In haar huis, antwoordde Sherreaf.
O, klonk het teleurgesteld uit den mjond
van den redacteur, dan weet morgen ieder
een het?
Neen, niet bepaald, zeide Sherreaf. Zij
is niet in haars vaders huis. Zij is in haar
eigen woning, zij is getrouwd.
Dacht ik het niet, lachte de chef. Ik
heb Chambers wel gezegd, dat er een man
in 't spel was. Wie is hij?
Dat kan ik niet zeggen. Zij gaf mij toe
stemming, de geschiedenis te vertellen, maar
ik mocht namen noch plaatsen noemen. Ik
mag berichten, dat miss Mills getrouwd is
en wanneer en hoe 't gebeurd is. Maar den
naam van den man en waar zij wonen, kan
ik niet* zeggen, zelfs u niet.
Hm, mompelde de redacteur. Daarop be
gaf hij zich naar 't heiligdom van den direc
teur, waarna bij weer verscheen en vroeg:
Sherreaf, zijt ge heel zeker van dit al
les? Kunt ge voor de waarheid instaan:
Volkomen.
Welnu, schrijf dan «lies wat ge weet,
zei de redacteur.
En Sherreaf schreef. Het verhaal begon,
toen miss Mills twee jaar geleden huiswaarts
keerde van een uitstapje in de Middellandsche
Zee. Het schip had met ruw; weer te kampen
en maar enkele passagiers waren in staat
op het dek te verschijnen. Onder deze was
miss Mills, wier vader echter door de schom
melingen van het zeekasteel niet in staat
was zich te vertoonen. Wie wel verscheen
was een jong Engelschman. Toen hij op ze
keren dag tegen de verschansing leunde vloog
bij een krachtigen rukwind plotseling iets
zwarts over zijn schouder. Onwillekeurig
greep hij er naar en kwam in het bezit
van een dameshoed. Hij keerde zich om en
zag miss Mills naast, hem staan. De hoed was
van haar.
"liet ruwe weer hield aan en voor mr.
Mills weer op 't dek kwam, waren zijn
dochter en de Engelschman goede vrienden.
Toen zij den jongen man aan haar vader
voorstelde, nam hij er weinig notitie van.
Later scheen hij echter minder met de ken
nismaking ingenomen te zijn, want toen zij
in Southampton aankwamen zeide hij zijn
dochter kortaf, dat hiermede de vriendschap
maar uit moest zijn.
Voor mr. Mills was zij ook ongetwijfeld
afgedaan, want zelfs bij haar verdwijning
herinnerde hij zich die korie episode niet.
Maar 't meisje had haar vaders karakter
geërfd.
Zij beantwoordde de brieven, die voor haar
kwamen. En zoo had de zaak zijn voortgang.
Den volgenden herfst kwam de jonge man
zelf in Londen en ontmoette op zekeren dag
Alice Mills. Zij hadden een lang gesprek dat
door andere, nog langere gevolgd werd. Het
besluit van dit alles was een geheim huwe
lijk, en 't meisje achtte het niet verstandig
terstond naar huis te gaan en haar vader al
les te vertellen. Hij was een trotseh en zeer
streng man en zou haar stellig voor goed
verloochenen. Veel beter was 't wat te
wachten. Het leek een koel berekend spel,
maar 't had succes. Gisteren besloot Sher
reaf zijn verhaal, werd mr. Mills door den
predikant die 't huwelijk sloot, omtrent de
echtverbintenis van zijn dochter ingelicht.
Hij was zeer boos, maar ten laatste stem
de hij er toch in toe haar te zien en van
daag zal de ontmoeting in haar eigen huis
plaats hebben.
Het was ver over twaalven toen Sherreaf
zijn kopy inleverde. Toen hij den volgen
den dag verscheen, werd hij van alle kan
ten met gelukwenschen begroet.
Het was goéd werk. Sherreaf, prees de
hoofdredacteur, en het beteekent een bevor
dering voor je. Kunt ge ons ook iets meedee-
len, aangaande de ontmoeting met haar vader?
Tot mijn spijt niet. Ik had slechts ver
gunning datgene, wat ik mededeelde, te publi-
ceeren.
Om drie uür kwam de directeur en kort
daarop werd Sherreaf ontboden. Sherreaf be
gaf zich vol hoop en vreeze naar zijn chef.
Het gelaat van mr. Weed was een en al wel
willendheid toen hij zeide:
Gij hebt u vannacht kranig gehouden
Sherreaf. Hoe kwaamt ge op het juiste
spoor?
Ik heb beloofd, dit niet te zullen ver
tellen, antwoordde de Jonge man.
Ik weet dit, hernam de directeur en
wij' respecteeren je belofte natuurlijk. vVijj
toonden dit door je kopy zonder voorbehoud
te laten drukken en wij willen het verder
toonen, door je salaris te verhoogen. Maar
ge begrijpt, dat ge voor mij als directeur
van de „Planeet" geen geheim moogt hebben.
Gij behoeft geen oogenblik bevreesd te zijn,
dat ik het niet heilig zal bewaren.
Welnu, zeide Sherreaf aarzelend. Ik ben
de man, met wien zij trouwde.
„Ctr."
Bezorging op ieder gewenscht
tijdstip in alle omliggende
dorpen.
HEM KI 1. CARELS.
Op een stormachtigen, donkeren herfst
avond van het jaar 18... werd op de stand
plaats der huurkoetsiers te X. een koetsier
aangeroepen om twee personen, voor zoover
hij zien kon, een gezetten ouden heer en
een slank jongmensch, naar het station te
rijden. Het was erg slecht weer cn de koet
sier zocht zich in den kraag van zijn jas
zoo goed mogelijk tegen wind en regen te
besehutten.
Toen men aan het station kwam, hield de
koetsier stil en wachtte tot de beide reizi
gers zouden uitstappen. Niemand bewoog zich
in het rijtuig.
„Da,t is toch sterk," mompelde de koetsier,
„aanstonds zijn ze allebei in slaap gevallen."
HJj klom van den bok en opende het portier.
„Hé, we zijn er, u kunt uitstappen." Niemand
verroerde zich. De koetsier stak zijn hand
uit om de slapenden wakker te schudden. Hij
voelde een lichaam, dat zich niet bewoog.
Over zijn hand liep iets kleverigs, nattigs,
en toen hij ze terugtrok ontdekte hij tot zijn
schrik, dat het bloed was.
Snel nam hij een lantaarn van het rijtuig
en vond daarin nu één persoon, een ouden
heer; naar het scheen was deze dood: In
de borst had hij een breede wond, waaruit
nog bloed vloeide.
Dit alles werd mij meegedeeld toen ik te
gen middernacht naai' het station gehaald
werd. Er was al een dokter geweest, die den
dood van den ouden heer geconstateerd had.
Een krachtige toegebrachte steek, die het
hart getroffen had, had een einde aan zijn
leven gemaakt Ik liet het lijk uit het rij
tuig nemen en onderzoeken. Er werd een
portemonn&ie met eenig geld gevonden alsook
een horloge, maar papieren, waaruit men den
naam of het adres van den vermoorde kon
achterhalen, ontbraken.
De koetsier wist niet anders dan wat wij
hierboven hebben meegedeeld. Het was op
de eerste plaats van belang- te weten, wie de
vermoorde was. Een inwoner der stad was
het niet, daarvan waren we spoedig zeker.
Door het personeel van een hotel werd de
vermoorde herkend. Hij had den geheelen
namiddag met een jongen man, waarschijnlijk
een goede twintig jaar oud, met rossig haai
en een blonden snor, in het hotel gezeten.
Eerst tegen den avond, kort voor den tijd,
dat de beide reizigers het rijtuig hadden
aanggeroepen, waren zij vertrokken. De ver
moorde had een dikke brieventasch bij zich
gehad, waaruit hij een bankbiljet had geno
men en het den jongen man overhandigd.
Aanstonds werden naar alle kanten beamb
ten uitgezonden om den moordenaar aan te
houden. Aan het station wist men zeker,
dat een persoon, als door het hotel-personeel
beschreven werd, niet was vertrokken, dus
kon hij nog' niet verwijderd zijn.
Des morgens om zes uur had men den moor
denaar gevat. Hij werd door het hotelperso
neel herkend a.ls den man, die met Melchers
zoo heette de vermoordde in het hotel
had gezeten en met hem was weg gegaan.
Hij was ongeveer zes a acht en twintig jaar
oud van van krachtige gestalte, misnoegd
vroeg hij mij naar de reden, waarom hij was
aangehouden.
„Hoe heet gij? vroeg ik in plaats van
hierop te antwoorden.
„Paul Halm", antwoordde hij.
,jWat zijt gij?"
„Molenaar en op 't oogenblik buiten betrek
king."
„Gij waart gisteren in het hotel „Berg
land" met een ouden man. Wie was dat?"
„Mijn vroegere pa-troon, de molenaar Mel
chers, die een half uur buiten do stad te Y
woont."
„Gij hebt hem naar het station vergezeld?"
„Neen, ik ging met hem mee tot aan'den
hoek van de straat en nam daar afscheid.
Maar ik begrijp niet, wat dat alles te bedui
den heeft."
„Dit, dat Melchers op weg naar het station
vermoord en bestolen is en gij de dader
zijt," zei ik scherp.
In het eerste oogenblik scheen de aange
houdene zeer ontdaan te zijn, toen zëi hij
snel:
„Dat is eeD vergissing, ik had geen en
kele reden een misdaad aan hem te begaan."
Het verdere verhoor leverde geen betere
resultaten op; de aangehoudene bleef volhou
den, dat hij van den moord niets affwist.
De eehtgenoote van den vermoorde vertel
de, dat haar man in de stad rekeningen in ont
vangst was gaan nemen. De aangehoudene
wa* drie jaar meesterknecht bij haar man
geweest en om eeu oneenigheid met zijn
patroon plotseling weggegaan. Zij achtte
hem tot de misdaad niet in staat. Ook andere
getuigen bevestigden dit gezegde.
„Had uw man brood bij zich", vroeg ik
op het einde van het verhoor, „men heeft in
het rijtuig een stuk brood gevonden, een korst,
waarin zich een eigenaardig teeken bevindt
Kent u dit brood?"
Vrouw Melchers bezichtigde het aandachtig
doch zei: „ik weet niet, waar dit brood van
daan kan komen."
Een paar dagen na den moord kwam een
vrouw op ons bureau, die do kleeding droeg
van de bewoners uit den omtrek.
„Ik heb gehoord," begon ze aanstonds, „dat
een stuk brood gevonden is in het rijtuig,
waarin de moord gepleegd is op Melchers.
Tk wil dat brood eens zien." Toen haar het
stuk brood getoond werd, zei ze: „d*, oat
komt uit, het is uit mijn oveu, daags voor
den moord heb ik dit stuk brood #aa eer
man gegeven."
Aanstonds gaven wij haar bevel, «fles zot
nauwkeurig mogelijk te vertellen. Hierop
werd door haar heel breedsprakig het vol
gende verhaald:
„Op den ochtend voor den nacht waarii
de moord gepleegd werd, stond ik voor de
deur van ons. huis, toen een al oudachtig ma»
voorbij kwam en om een aalmoes vroeg.
Daar wij gewoon zijn geen geld te geven,
ben ik naar binnen gegaan om een koterhan.
voor den armen man te halen. Het stuk brood
dat hier ligt, ik zou het onder duizend stuk
ken herkennen.
In onzen oven bevindt zieh op de plaats,
waar het brood ligt, een steen, met oen eigen
aardig teeken er op, dat er waars efatjaljji
vroeger door den metselaar is opgemaakt
In het brood, dat er juist bovenop kooit
te liggen, drukt zich dat teeken af en nu
viel het mij op, dat toen ik den botorkau
voor den man afsneed, daarop dit teekei
voorkwam. De man vroeg mij ook, af er
in het dorp geen molenaar woonde, Meieher-
genaamd. Ik zei hem dat ik Melchers wc
kende, doch dat hij in het dorp Y woonde.
Daarna ging de man weg in de richting
van Y.
De mededeelingen der vrouw ware» ver
rassend en gewichtig en droegen het ken
merk van waar te zijn.
De vrouw verklaarde nog dat de man on
geveer veertig jaar kon zijn, een baard droep
en eigenaardig loerende oogen had.
Ik liet den gevangen genomen Halm halen
dien ze aandachtig beschouwde. Zij ver
klaarde dat hij niet het minste op den doo»
haar bedoelden persoon geleek.
Ik stelde zoodra mogelijk een s'gnalemen'
op, volgens de aanwijzingen van de vrouw
en liet dit in alle plaatsen der omgeving ver
spreiden.
Dit had ten gevolge, dat de volgende dagen
een massa vagebonden werden opgebracht
die echter geen van allen door de vrouw her
kend werden.
De zaak kwam dus geen haar verder. Ge
durende een slapeloozen nacht maakte ik d>
volgende redeneering
Was de man, wien de vrouw het brood
gegeven had, de moordenaar, dan moest hij
een bekende van den molenaar geweest rijn.
Hii liad toch naar hem geïnformeerd. Ja hi
moest er zelfs zeer goed mee bek-nd zijn
anders zouden ze samen niet eeu rijtuig ge
nomen hebben. Nam men nu aan, dat ouder de
worsteling tusschen beiden het brood uit den
zak van den moordenaar was gevul'.eu, dan
was Halm onschuldig. Ik liet den volgenden
morgen Halm bij mij komen en vroeg hem:
„Hoe lang zijt gij bij Melchers in dienst
geweest?"
„Een jaar".
„Weet ge, of liij daar altijd gewoond heeft?'
„Hij woont er eerst sinds zes jaar, hij
heeft vroeger te M. gewoond."
Ik reisde nog denzelfden avond naar M. en
vernam daar het volgende:
Melchers had daar tot voor zes jaren een
ineelhandel en korenmolen gehad, doch atom
in geen gunstige reputatie. Hij had langen
tijd onder verdenking gestaan, wijl op ze
keren dag zijn molen onder vreemde om
sfcandigheden was afgebrand, dat hij dctséi'
iiad aangestoken. Hij had evenals zijn toer,
rnalige knecht in voorarrest gezeten, doch
ten slotte had de rechtbank hem vrijgespro
ken cn den knecht tot zes jaar veroordeeld
Daar hij het vertrouwen bij zijne dorpsge-
nooten verloren had, was hij, na zijn moler
verkocht te hebben, vertrokken.
„En hoe heette die knecht en waar is hij
thans", vroeg ik.
„Hij heette Stegers en zit nog ia de ge
vangenis, voor zoover ik weet', antwoordde
de politiebeambte, dien ik daar naar vroeg
Ik won aanstonds inlichtingen in bij de
gevangenis en vernam, dat Stegefs sinds eer
weck was ontslagen.
Van dat oogenblik af wist ik, wie de moor
denaar was. Stegers had aanstonds zoodrc
hij de gevangenis had verlaten, zijn mede
plichtige Melchers opgezocht. Daar deze ver
trokken was, had hij bij de boerenvrouw in
lichtingen ingewonnen en des avonds har
hij Melchers in de stad aangetroffen. Het ver
der verloop laat zich gemakkelijk raden. Het
stond thans bij mij vast, dat Stegers de moor
denaar was.
Ik zag een photogralie van Stegers macfeli
te worden en de boerin verzekerde, dar
dit de man was wien zij het brood gegeven
Naar alle oorden werden nu afbeeldinger van
hem gezonden en vijf dagen later werd bij in
Denemarken gevat.
Natuurlijk was Halm al iri vrijheid gesteld.
Hij had zijn geluk aan een korst brood te
danken, want alle feiten getuigden eerst tegen
hem. „Hgen."
plaatsen wij er jaarlijks tiendui
zenden» Hen bewijs dat zij geven
wat men er van vraagt.
Van onze
HET NATUURLIJKE DIPHTERITIS-
SERUM
De bekende Duitsche arts Dr. van Groei
heeft gevonden, dat er zich in het bloedwater
(serum) van ongeveer 84% der pasgeborenen
een lichaampje bevindt, dat het diphtkeritisgii
onschadelijk vermag te maken. Deze antotoxinv
wordt door de moeder op het kind overge
bracht, omdat van de honderd volwassenen 84
dit tegengif in het bloedwater hebben. Deze
substantie vormt dus een normaal bestanddeel
van het menschelijk bloedwater. Eesi monsche-
ljjk organisme, dat van huis uit, gcea antoto
xine in het bloedwaterh eeft, kan ook dooi
seruminspuitingen z.g. actieve immsniseering
niet daartoe worden gebracht. Het natuurlijke
beschermmiddel tegen diphtheritis komt ge
heel en al overeen met het kunstmatige het
„echte" serum.
Men ziet hieruit weer eens, dat men sleehu
voor gezond bloed behoeft te zorgen, om be
vrijd te blijveu van een groot aantal ziekten.
«IK