BINNENLAND.
BUITENLAND.
Het Dagboek van
mijnheer Cogo.
DE BRIEF VAN DEN DUITSCHEN
KEIZER.
Nadat de Rheinisch-Wesifalisehe Zeitung
aanwijzingen heeft gedaan en de Volksfreund,
welke in Aken uitgegeven wordt, den sluier
verder heeft opgelicht, is het zeker van be
lang iets naders over den veelbesproken brief,
waarin de Duitsche keizer zich zoo harts
tochtelijk tegen het katholicisme zon hebben
uitgesproken, te vernemen.
Wijlen dr. Armin Kaufer, de bekende hoofd
redacteur van de Allgem. Rundschau, had
zekere mededeel in gen ontvangen en aan dr.
Eu go n Jiiger verzocht, die bij gelegenheid
apenhaar te maken.
Den tijd daartoe acht deze thans gckomeu
en hij schrijft in de AUg. Rundschau:
De landgravin van Hessen heeft, na haar
bekeering tot het katholicisme, van den Duit-
sehen keizer een telegram ontvangen, waarin
haar werd aangekondigd, dat zij, indien zij
haar verandering van godsdienst handhaaf
de, door de gezamenlijke leden van het Huis
van Foher7ollern zou worden uitgesloten
van al'e verkeer met dit Huis.
De Ke'zcr heeft haar daarna nog een brief
van verscheiden bladzijden geschreven, met
gramstorige .uitlatingen over Paus, bisschop
pen, priesters en Kerk. De voornaamste zin
snede in dezen brief is geweest: „Gij gaat dan
over tot het bijgeloof, welks uitroeiing ik mij
tot levenstaak heb gesteld." De brief werd
door wijlen Kardinaal Kopt» in bewaring ge
nomen, daaT men vreesde, dat, als hii publiek
werd, de hoogachting der katholieken voor
don Keizer zou verminderen.
Van den brief moeten verscheiden afschrif
ten voorhanden zijn.
Een besliste verklaring omtrent het feit,
hoe de woorden, in den brief gebezigd, pre
cies luiden, ware zeer werschelijk; de lezing
zou.échter van de bovenstaande niet afwijken.
Pè houding van de Duitsche katholieken
ten ©hziebte van den Keizer zal inderdaad
door den brief niet beïnvloed worden. Ver
wend zijn zij toeh al niet. maar op de aller
eerste plaats is keizer Wilhelm het monar
chale hoofd van Pruisen en het Rijk, en als
zoodanig zijn zii hom onwankelbare trouw
en, in den kring van zijn grondwettelijke
maeht, do staatshurgerli'ke gehoorzaamheid
verschuldigd, niet slechts als plicht, maar
ook van heolor harte. En tweedens zullen zij
ook do schitterende gaven van keizer Wil
helm weten te waardeeren.
Maar wij betreuren daarom ten zeerste
schrijft, de Al'g. Rundschau dat juist deze
KV'zor nirt zi:n groote gaven, niet ecu ern
stige poging heeft aangewend, om het katho
licisme, den godsdienst van een derde deel
der Duit schors en lang niqt het minst trouwe
deel, te loeren kennen en waardeeren. Met
smart en-bitter wee moeten wij aanzien, dat
iuist do vorst, die zoo vaak met sehoone
woorden dr groote heteekenis van het leven-
lig geloof in God, van de ehristel lik-conser
vatieve Staatsidee, de noodzakelijkheid der
Christelijke tucht en zeden geprezen heeft en
alti'd weer prikt, dat juist die vorst met
zulke vooroordeeleu tegen hot katholicisme
behebt is Gezien in den ernst der tijden, hou
den wij dit voor een nationale ramp!
M'sseliien zal thans in onze kringen een
weldoende ontnuchtering plaats vinden. By-
zantinisme en trouw zijn zeer veï'sChittend van
elkander, het eerste valt, wanneer de storm
opsteekt, de tweede houdt stand.
De wierookwolken, waarin somtijds het
beeld der keizers gehuld werd, verbergen
voor de katholieken het groote gevaar, te
vergeten, dat zij in hun actie uitsluitend op
zich zelf zijn aangewezen.
Misschien zal men nu ook begrijptm. zegt
de Tijd, waarom b.v. met betrekking tot de
Jezuioten.kwes.tie geen vooruitgang be he
speuren valt.
Een wet voor het behoud van Waterloo.
De Brusselsche correspondent v,an ,,de Tijd"
schrijft d.d. 27 Maart:
In den zomer kan men hier in Brussel een
schouwspel bewonderen van eon heel eigen
aardig karakter en dat voor den oppervlak-
kigen beschouwer in lijnrechte tegenspraak
schijnt te zijn met'den Vooruitgang en de
moderne beschaving. Onze voorvaderen ken
den geen spoortreinen, geen electrische trams,
geen automobielen, fietsen enz., maar ver
plaatsten zich op meer romantische wijze
met de trekschuit of met de diligence, be
spannen met paarden, die dikwijls werden
afgelost, om de snelheid te verhoogen. De
koetsit of postillon bestuurde met groote
vaardigheid het vier- of zesspan en blies op
den hoorn om vertrek of aankomst aan te
kondigen. Die tijd is lang voorbij, zult ge
zegggen. Dat is zoo, maar daarom juist schijnt
het een verschijning uit de grijze oudtmd,
wanneer ge hier in den zomer zulk een
soort van diligence ziet, met vier of zes
paarden bespannen, met een ouderwetschen
koetsier op den bok, die heel ernstig öp een
langen hoorn blaast, 't Is geen grap, 't is
volle ernst. Om u daarvan te overtuigen, be
hoeft ge slechte de streng-serieuze gezichten
te beschouwen van de inzittenden. De dili
gence is open en nu kan het stortregenen,
donderen en bliksemen, de eenmaal voorge
nomen tocht met de open diligence wordt niet
uitgesteld en de reizigers laten zich, ter wille
van het middeleeuwsch genoegen, gewoon
weg en met onverstoorbare kalmte doornat
regenen. Misschien verhoogt dit wel de illusie
Ja, om illusie is het hier te doen. Ge zult
immers al lang de opmerking gemaakt heb
ben: „Waarom gaan die menschen niet met
het spoor, met een automobiel, tram of iets
dergelijks? Waar moeten ze dan heen?" Ik
zal u zeggen waar ze heengaan en wie do
passagiers zijn en ge zult in eens alles be
grijpen. Het zijn Engelschen, die naar Wa
terloo rijden. Van Brussel naai- Waterloo kan
men gaan op alle mogelijke manieren: er be-
bestaat een goed geregelde electrische tram-
dienst met mooie rijtuigen. Men kan gaan per
spoor enz. Maar dat willen ze niet, de land-
genooten van den grooten Wellington. Wel
lington is ook niet naar het slagveld van Wa
terloo getrokken in een automobiel of elec
trische tram. Om geheel en al in de stemming
te komen, en om zich in den geest des te
beter te verplaatsen in den tijd, waarin de
groote wereldgebeurtenis van 1815 plaats had,
gaan zij het slagveld van Waterloo bezoe
ken in een voertuig, dat herinnert aan die
dagen en ziedaar het geheele geheim, waarom
men hier in den zotnor die groote diligencen
in den vorm van groote Jan-pleizierss zonder
kap met vierspan en signaalhoorn langs de
boulevards ziet rijden en waarom de zancn
en dochters van Albion aldus optreekken naar
het slagveld, waarop hun Wellington de mees
te lauweren plukte en, volgens hen, de over
winning besliste. Ik weet niet of ge ooit het
slagveld van Waterloo hebt bezocht. Ik voor
mij heb bepaald die voorbereiding met den
Jan pleizier niet noodig om in die weemoedig-
sombere-historische stemming te komen, die
het gezicht van dit uitgestrekte slagveld in
heb gemoed teweeg brengt. Hier stond Na
poleon, zegt u do gids, hier langs kwiwn
Blücher aangereden, daar lagen de Engels -
schen, hier sprak de oude garde het fameuze
woord: ,,La vieille garde meurt, ma is ne se
rend pas." Daar liggen de hoeven Belle*Alli
ance, Baie-Sainbe, Mont-St. Jean. Naar ge
lang de bezoeker Engelschman of Duitschor
is schrijft de gids de overwinning toe aan
Wellington of Blücher; dit niet uit historische
onstandvastigheid, maar met het oog op de
fooi; die misschien kan stijgen door het ge
streelde nationaliteitsgevoel. Den Hollander
wijst hij met trots op den hoogen opgeworpen
zandheuvel, op welks top een leeuw prijkt, tér
herinnering' aan den leeuwenmoed vair den
Prins van Oranje.
De ligging van het slagveld is vrij wel
ongeschonden gebleven, zoodat men zich met
een weinig historische, topografische kennis
heel goed den slag kan voorstellen. Do daar
even genoemde hoeven zijn gerestaureerd,
maar zooveel mogelijk in den ouden vorm
gelaten. De sporen van kogels en van de
verwoesting zijn nog heel goed zichtbaar in
den fameuzen stal, waar een verschrikkelijk
gevecht is geleverd en waarin men na den
slag in den letterlijken zin door het bloed
moest baden. Dit vertelde mij mijn vader,
zoo verhaalt u cle tegenwoordige knecht van
de hoeve. „Mijn vader was toen ook knecht
op de hoeve."
Het slagveld van Waterloo is een historisch
monument. Aan die plek gronde, zooals ze
daar ligt, zijn zóóveel herinneringen verbon
den, dat hét een historische wandaad zou zijn
dezen grond eenvoudig te beschouwen als
braak liggend bouwterrein. Voortdurend is .er
dan ook door allerlei comiteiten gevochten
tegen de misvorming van de historische lig
ging dezer velden. In Engeland heeft zich,
onder voorzitterschap van den kleinzoon van
den Hertog van Wellington, een comité ge
vormd met dit doeleinde. Dit comité heeft
als hoofddoel de noodige fondsen bijeen te
brengén om de eigenaars van de gronden
van het slagveld schadeloos te stellen en
to trachten van de Belgische Regeering een
servituut op die gronden te krijgen, waardoor
alle vervorming onmogelijk wordt en de hui
dige ligging wordt gegarandeerd. De Belgi-
ssche Regeering heeft dezer dagen aan dien
wensch gehoor verleend in den vorm van
een wetsvoorstel van den Minister van Open
bare Werken, den heer Helleputte. Dit wets
ontwerp stelt voor op de gronden van hot
slagveld een servituut te leggen, .waardoor
het voortaan verboden is, zonder autorisatie,
op die gronden te bonwen of te planten op
een wijze, waardoor het aanschijn van deze
beroemde plaats, die jaarlijks étoor duizenden
wordt bezocht, zou worden gewijzigd. De ei
genaars van die gronden zullen worden scha
deloos gesteld. Dit wetsvoorstel werd, om-
speculaties te voorkomen, in dezelfde zitting
behandeld en zoo goed als met algemeene
stemmen aangenomen. De wet beschermt dus
nu de beroemde plek en in alle gerustheid
kunnen het volgend jaar 1915 de eeuwfeesten
worden georganiseerd en gevierd. Reeds be
staan daartoe uitgebreide plannen.
Het Hof van arbitrale Rechtspraak.
William H. Taft, de voormalige president
van de Ver. Staten en huidige voorzitter van
de American Bar Association, heeft dezer
dagen te New-York een rede gehouden waar
in hij voorspelde dat binnen vijftig jaar het
Haagsche Hof van Arbitrale rechtspraak
zooals de tweede Haagsche Conferentie gC-
wenscht had, dat het tot stand zou komen
een feit zal zijn geworden. Dat Hof zou dan
alle kwesties, die tussd'oen de naties der we
reld ontstaan móchten, beslechten.
Taft sprak de hoop uit, dat dit Opperste
Gerechtshof van de Wereld, de bevoegdheid
zou krijgen om een natie die zich aan een
overtreding had schuldig gemaakt, op de
klacht van een andere natie voor het. Hof
te dagen. Nog zèide Taft dat zijn vertrouwen
in de onkreukbaarheid van Engelsche en
Amerikaansehe rechters zóó groot is, dat hij
een geschil tusschen de Ver. Staten en Enge
land even gaarne zou willen doen beslechten
door ecu college van drie Engelsche en twee
Amerikaansehe rechters als door een college,
dat uitsluitend uit juristen van andere lan
den bestaat.
Het Engelsche spoorwegpersoneel.
Het parlementslid Thomas, secretaris der
Engelsche vakvereeniging van spoorwegper
soneel, heeft Zondag in een vergadering te
Birmingham meegedeeld dat de spoorweg
maatschappijen de vakvereeniging schrifte
lijk kennis hebben gegeven van de benoe
ming cener commissie, die met een commis
sie uit het bestuur van de vakvereeniging
zal beraadslagen over een nieuwe overeen
komst. (De thans geldende overeenkomst
Loopt 1 Nov. a.s. af.)
Thomas legde er den nadruk op dat de
maatschappijen de vakvereeniging hierdoor
voor het eerst formeel erkennen. Deze zal
de uitnoodiging aanvaarden en een commis
sie uit haar bestuur aanwijzen, die eerlang
met de vertegenwoordigers der maatschap
pijen in overleg zal treden.
Voorts deelde Thomas mede dat afgevaar
digden van het spoorwegpersoneel, van de
mijnwerkers en de transportarbeiders binnen
14 dagen bijeenkomen om de kwestie van
gezamenlijk optreden te overwegen.
Keizer Wilhelm op Korfoe.
Do „Hohenzollern", vergezeld van de krui
sers „Goeten" en „Breslau" en van cle post
boot „Sleipner" is Zondagmorgen om tien
uur op Korfoe aangekomen. Van het Griek-
sche fort en het oorlogsschip „Averoff" wer
den saluutschoten gelost, terwijl alle schepen
met vlaggen getooid waren.
De koning, de koningin en de prinsen van
Griekenland, de Duitsche gezant, de prefect
van Korfoe en de Duitsche consul begaven
zich aan boord van het keiz.erlijk jacht om
den hoogen bezoeker te begroeten. De ko
ning van Griekenland, die in de uniform van
Duitsch veldmaarschalk gekleed was, werd
door keizer Wilhelm aan den valreep ont
vangen; de begroeting was zeer hartelijk.
Na een onderhoud van een half uur gingen
de Grieksche gasten heen,, om aan de lan
dingsplaats een tegenbezoek van den kei
zer af te wachten. Om 11 uur ging de kei
zer aan land, waar hij door den koning van
Griekenland, de Grieksche autoriteiten en de
officieren van het garnizoen hartelijk ont
vangen werd. Aan de landingsplaats was
een eere-compagnie opgesteld.
Des avonds vertrok de „Hohenzollern" we
derom naar Venetië om de keizerin af te
halen.
De bevolking juichte don keizer luide toe;
Van verscheidene huizen wapperden de Duit
sche en Grieksche vlaggen.
Toen dc „Hohenzollern" door de Albanee-
sche wateren voer, zond vorst Wilhelm een
draadloos telegram aan den keizer, waarin
hij dezen begroette en een aangenaam ver
blijf op Korfoe toevyenschte. De keizer zond
den vorst een hartelijk telegram van dank.
Zabern. Te Zabern diende Zaterdag
een proces tegen Wiebecke, den redacteur
van de „Zaberner Anzeiger," en zijn zoon
August wegens een op 23 Januari verschenen
artikel, onder den titel van: De geoorvijgde
majoor en de officierseer, dat als bcleedigend
voor den officiersstand werd beschouwd.
Eejrüge rechters uit Zabern hadden, daar zij
bij de bekende gebeurtenissen betrokken wa
ren geweest, zichzelven gewraakt en waren
doorrechters van elders vervangen. Majoor
Ude, die zich door het artikel beleedigd achtte,
had naast de militaire overheid voor zichzelf
een aanklacht ingediend. Voor de behande-,
ling begon, wees Wiebecke Sr. alle verant
woordelijkheid voor het artikel af, daar hij
er geen kennis van gedragen had en op den
dag dat het verscheen, niet te Zabern was
geweest. Hij wees zijn zoon als den schrij
ver ervan aan, wat deze echter ontkende,
aldus de „N. R. O."
In het artikel was verhaald, hoe majoor
Ude bij een feest ter cere van 's Keizers
verjaardag verscheidene burgers met woor
den en daden beleedigd ea ten slotte van do
zen een pak slaag gekregen had. Om den ma-
joojr te ontzien en ten gevolge van de be
middeling v.an invloedrijke lieden was de zaak
in den doofpot gegaan.
Op de terechtzitting van Zaterdag waren
de getuigenissen van de burgerlijke getuigen
en van majoor Ude rechtstreeks met elkaar
in tegenspraak. De officier van justitie eiseh-
te tegen Wiebecke Sr. drie, tegen Wiebecke
Jr. een maand gevangenisstraf.
Dr. Weill, de .advocaat van de beklaagden,
betoogde, dat het dezen gelukt was, het be
wijs van de waarheid te leveren, dat de
„Zaberner Anzeiger" rechtmatige belangen
verdedigd had en dat zij op grond van de
perswet niet gestraft konden worden. Met
deze laatste opvatting vcreenigde de recht
bank zioh en sprak daarna de twee beklaag
den vrij.
De kosten voor do 'afzonderlijke aanklacht
werden ten laste van majoor Ude gebracht.
Een Indiaan-priester.
De Véritó van Quebec meldt dat een af
stammeling van de Roodhuiden tot katholiek
priester is gewijd in de Vcreenigde S aten.
De eerste Indiaan die de priesterwijding
heeft ontvangen in de Vereenigde Staten, is
de eexw. Philip .B. Gordon. Hij werd gewijd
door Mgr. Koudelka, in de kerk van het H.
Hart, Superior County, Wisconsin. De In-
diaanseho haam van den geestelijke is Ti-
bish-Ko-gi-Jik.
Het Indiaanséhe ras van Amerkia levert
werkelijk edele typen op. Onder leidiug van
de eerste katholieke missionarissen uit Span
je, Frankrijk of België gekomen men den-
ke aan den beroemden pater De Smet van
Dendermonde had dit ras in de Vereenigde
Staten een betrekkelijk hoogen trap van be
schaving bereikt.
eu de visschers C. van der Toorn, J. v. II >on
en G. T. Groen.
KEURING VAN GEMEENTE-AMBTE
NAREN. -
Door den heer J. P. Vermaas, lid van den
gemeenteraad te Vlissingeu, is voorgesteld te
bepalen, dat de gemeente-ambtenaren, die
meer dan drie maanden tengevolge van ziek
te niet in staat zijn geweest hun betrekking
waar te nemen, door de beide gemeenteartsen
moeten worden gekeurd alvorens weder in
dienst te 'treden. Van deze keuring zal be
roep bestaan bij een commissie van drie ge
neeskundigen, aldus bet voorstel van wie
B. en W. de belangstellende en de beide ge-
neesbeeren er één zullen benoemen,
TEHUIS VOOR OUDE VISSCHERS.
Het bestuur der stichting: „Tehuis voor
oude Scheveningsche visschers" is thans ge
reed gekomen met de stichtingsoorkonde, die
bereids is geregistreerd, en mede met het
reglement, dat voor het beheer der stichting
zal gelden. Beide documenten zullen door den
druk vermenigvuldigd worden en aan alle
belanghebbenden en belangstellenden toege
zonden. Kon het bestuur bij de stichting reeds
gewagen van de belangrijke gift van 1000,
dezer dagen werd voor het goede doel door
den beer M. v. d. H. een pandbrief Westland-
sche Hypotheekbank, groot nominaal 100,
geschonken.
Het Dagelijksch Bestuur bestaat uit de foee-
ren A. Hoogenraad, voorzitter; J. C. Ver
maas, secretaris, en G. v. d. Stuyt, penning
meester; mr. Ankerman, algemeen secundus,
Goed voor Aprilmop. Gelezen onder
advertent iën van een Amsierdamsch dagblad:
„Gevraagd voor wetenschappelijk vraag;
stuk, 1500, om mij gedurende 3 jaar van
stoffelijke zorgen vrij te stellen. Ik stink"
reeds 10 jaar in de Psychische weten schap» i
pen en ik wil in 3 jaar tijd mijn lichaam in
don stand brengen, dat bet volkomen zonde»
stoffelijk voedsel zal kunnen voortleven. JÊ,
Ik heb een eigen systeem van ademhaling!
en ben sterk in de concentratie. Welke groote
geesi zal mij daartoe den steun verschaffen)
Wele groote ge.est?
Misschien een begrafenisondernemer,
Een schip gezonken. Maandagmiddag om
streeks kwart voor zes, juist toen de tram
de Van Nahuysbrug te Hasselt zou passer-
ren, dreef een schip dwars voor de brug
Het, raakte vast en stiet blijkbaar lek, want
eenigo minuten later was bet perceel onder
water. De opvarenden konden worden gerrd l
terwijl het vaarwater niet wordt versperd.
Hij wilde niet. Te Zevenhuizen bij Gouda
wilde een 70-jarige zijn ouderdomspensioen
niet in ontvangst nemen, omdat, volgens In ni
de wet van„de soeialeu" kwam!
Dat is dus precies het omgekeerde effect,
dan de roode heeren bedoelden!....
Driftkoppen! Te Stellendam hadden 2
broertjes twist over knikkers, welke zoo koog
liep, dat de een door den ander met een mes
zoodanig wondde, dat geneeskundige hulp
direct noodzakelijk was.
Er van door. Men schrijft aan de N. R
Ct.: Het is gebeurd in oostelijk Noord-Bra
bant. Een gcnioenteveldwaehter en een jacht
opziener hadden te Sambeek iemand opge-
snoerd, die een meisje z.oji hebben aangerand.
Hij moret mee, maar de politiemannen waren
per fiets. Ten einde raad werd besloten voor
den gevangene ook een fiets te zoeken. Er
werd er een gebuurd en het drietal peddelde
op Boxmeer aan. Onderweg kreeg de jacht
opziener een lek in den band. Daar werd niet
op gerekend. De veldwachter reed iets voor
uit en tegen den gevangene werd gezegd
ook maar vooruit te rijden. Hieraan werd
gretig voldaan. B'nnen een ommezien was
'hij uit bet gezicht en, naar men later ver-
j nam, over de Maas naar Dnitschland uitge
weken. Met de gehuurde fiets!
Re historie van een doodgeboren kalf.
Men schrijfI aan de L. K.:
In een welvarende plaats in Zuid-Limburg
gebeurde het, dat in een koestal het kalfje
dood ter wereld kwam.
Dit gebeurt wel eens meer en loopt dan uil
op een voordeeltje van den hu'sslager: voor
hem toch is bet vel van het beestje. Ook
vriend de 'bond beeft dan Feiertag! De fisëhjfc
waar is die tegenwoordig niet bit? vef^
langt natuurlijk ook zijn deel; op bet vel toch
valt ook accijns, en het stukje van den bond
is evenmin vrij; en zoo werd dan in casn het
cadavcrtje aangegeven voor 2 Ned. guldens.
In tegenstelling met den eigenaar van net
dood beestje vonden -de ambteraren echter,
dat het WRarlijk jammer ware het manche
vleeschje voor bonden- en pierermaal te lie-
stemmen. Zij verzochten het zaakje aan te
houden tot in den namiddag en trokken er
op uit, om bun koopmanstalenten te beproe
ven. Des namiddags kwamen zij terug. In
naam der wet werd beslag op bet cadaver ge
legd.
De huisslager, zich bet velletje van bet dier
ziende ontglippen, gevoelde geen lust zijn
strooperswerk voor den fiscus te verrichten,
zelfs niet tot'het leereu van zijn gereedschap.
Maar geen nood-.ambten aarsmessen zijn even
scherp als hun speurdeTSOog; het cadaver: je
was dan ook weldra gestroopt en gevieren
deeld, al ging dan ook een en ander niet vol
gens alle regelen der slachtkunst.
En de heeren trokken af met hun buit.
Maar zoo'n geval verbreidt zich als oen
loopend vuurtje. Toen de ambentaren hun
waar bij de koopers wilden leveren, werden
hun (1e deuren voor den neus gesloten. Het
meest keken zij wel op bij bun chefs' ega.
waar zij beslist werden afgewezen; ja zelfs
des ambtenaren kostbaas wilde bet goedj?
niet over zijn drempel, betgeen nog menig
ha rij woord deed vallen.
Nu was goede raad duur! Een sehadepostje
van zoowat 2.40 is voor een ambtenaars-
beurs niet zoo licht té dragen.
Maar ineens gaat den liecren een licht op;
sedert onze goede Maas bevaarbaar is, doen
de noodige schepen bet plaatsje aan. Een
schipper lust ook wel eens een malsch boutje,
en schippers moeten met ambtenaren goede
vrienden blijven. En zoo lukte het, de ten
FEUILLETON.
Toen ik gisteren voorbij de Beurs 'kwam,
zag ik een boekje op /len grond liggen, dat
lang in de zak scheen gedragen te zijn.
Ik bukte mij om liet op te rapen. Ik opende
het. Bet, was een agenda. Op de eerste blad
zijde deze kennisgeving: „Behoort aan Cogo."
Maar geen adres.
Door een begrijpelijke nieuwsgierigheid ge
dreven, doorbladerde ik bet boekje en ziehier
wat ik er in gelezen heb:
JANUARI.
1
Gisteren :eb ik in de sociëteit kennis ge
maakt met een charmant heer.
Aangenaam uiterlijk, zeer nette manieren,-
correcte houding. Zijn knoopsgat is versierd
met een lintje van verschillende kleuren.
Wij hebben slechts eenige woorden met el
kaar gewisseld, maar die eenige woorden heb
ben bewezen, dat ik te doen had met een man
uit de deftigste kringen. Ik hoop nader met
hem kennis te maken.
FEBRUARI.
Vanavond een kaartje gelegd met graaf du
Panneau.
Dat is de naam van mijn nieuwen vriend,
•rant wij zijn bijna vrienden,
Ik heb zeer gedétailleerde inlichtingen over
hem gehad, en wel van hemzelf.
Hij behoort tot een Fransehe familie van
den oudsten adel, die de Revolutie dwong
naar Amerika de wijk te nemen ten tijde van
den onafhankelijkheidsoorlog.
Zijn grootvader was zeer intiem met La
fayette en een groot vriend van Washington,
De graaf zelf heeft zeer veel gereisd. Ge
heel zijn leven heeft hii met reizen doorge
bracht. Hij komt uit Afrika, waar hij ter
plaatse de middelen bestudeerd heeft om de
Sahara vruchtbaar te maken, wier zand soor
ten, naar het schijnt, vruchtdragende eigen
schappen bezitten, die men tot nu toe mis
kend heeft.
Welk een- boeiend verteller is de gi-aafl
Het kaartspel is voor mij geëindigd met een
verlies van 4800 franks.
MAART.
Do graaf beeft mij ter zijde genomen.
„Mijn waarde heer Cogo," heeft bij mjj ge
zegd, „morgen geef ik een soireé. Wilt gij
mij het pleizier doen een der onzen te zijn?
Met mevrouw Cogo wel te verstaan."
Ik durfde eerst zijn voorstel niet goed aan
nemen, bij hield zoo dringend en. beminnelijk
aan, dat ik er in toestemde.
Die soireé is zeer schitterend geweest. De
zaal, waarin wij ontvangen werden, is als een
droom uit de „Duizend en één Nacht." Hij
heeft mij voorgesteld aan den hoofd-ingenieur
die hem vergezeld© op zijn onderzoekings
tochten door de Sahara. Hü is, naar het
schijnt eon man van genie.
Verlies hii het spel 7000 franks.
APRIL.
Ik vermoedde wel, dat de graaf mij iets
verborg. Met zijn verstrooid en geheimzin
nig uiterlijk werd hij door zekere geheime
bezigheden vervolgd.
Vandaag zinspeelde ik met een enkel woord
op dat ontwerp.
„Welnu, het is zoo!" antwoordde hij mij.
„Daar uw scherpzinnigheid mij niet veroor-
j looft, n de waarheid te verbergen, verneem,
mijn waarde vriyid, (zijn waarde vriend!)
dat ik op weg hen, een kapitale proef, waar
van wellicht de toekomst der menschheid af
hangen kan, tot een goed einde te brengen,
j „Wat is dat?"
„Onmogelijk het u te zeggen."
Én'daarop is hij vertrokken.
MEL
Ik heb den graaf gebeden en gesmeekt,
maar ik heb nog niets van hem verkregen.
JUNI.
Mijn hardnekkigheid heeft ten slotte toch
over zijn terughoudendheid gezegepraald.
Vandaag heeft hij mij in deze bewoordin
gen toegesproken:
„Cogo, gij zijt een verstandig man. Ik heb
den tijd gehad u te leeren kennen, bij gevolg,
ben ik zeker van hetgeen ik beoog. Cogo, kom
morgenvroeg om negen uur bij mij en ik zal u
een wonder laten zien, een edht wonder, be
grijpt gij?"
Den volgenden ochtend ontmoetten wij el
kaar in café Rich©; de graaf liet mü in zijn rij
tuig plaats nemen en zei mij:
„Gij weet niet, waarheen ik je breng?"
„Neen, in het geheel niet."
„Naar den hoofdingenieuer der toekomsti
ge landbouwexploitaties van de groote Sa-
i hara.
i „Zoo...."
j „Gij zult dadelijk mei eigen oogen zien, wat
nog niemand gezien heeftl Niemand, geen
sterveling!....
Wij waren op onze bestemming aangeko
men. De graaf introduceerde mij hij den
hoofdingenieur, die ons met groote hartelijk-
heid ontving en ons in een fraaie serre, aan nemen in deze winstgevende zaak. Ik traehfc-
de kamer grenzende, leidde. j te hem over te 'halen, mij voor de helft to
Daar stonden zes aarden potten, waarin associeeren, maar ik geloof niet, dat bij daar-
appelen uit de Sahara. Hij vermijdt angst
val lig mij te antwoorden.
Hij beeft- er zeker spijt van, mij zijn ontdek
king te hebben medegedeeld en wenscht ze
ker de voordeelen voor zich zelf te behou
den.
Dit ie- ook niet meer dan natuurlijk. Van
welk nut zou ik hem zijn?
AUGUSTUS.
Ik miskende hem.
Hij is de edelmoedigste der menschen.
Hij bood mij aan, voor een derde deel te
planten waren.
„Kijk nu, mijn waarde Cogo," zei de graaf.
Ik keek.
„Dat zijn aardappelen," zei ik, na een kort
stondig onderzoek op den eersten pot wijzend.
„Gij 'hebt het gezegd. Lees het onderschrift:
„Aardappelen, gegroeid in het zand der de graaf de bestuurder zal zijn. Nog heden
woestijn, toebereid met zuurstof en potasch zal een vergadering plaats hebben, om de
toe te vinden zal zijn.
SEPTEMBER.
Ik heb mijn helft.
Wij richten een maatschappij op, waarvan
Begint ge nu iets te begrijpen?
„Is het mogelijk?Deze grond, die pre
cies op onzen grond gelijkt
„Komt uit het midden der Sahara.... Door
zuurstof en potascb is hij veranderd in een
vruchtbaren grondDat is ons geheim."
„Maar, mijnbeer de graaf, daar is een ko
lossaal fortuin mee te maken."
„Wij hopen dit ook."
JULI.
Ik1 heb tevergeefs getracht, den graaf nog-
maatschappij op te richten.
OCTOBER.
Wat marcheeren de zaken tocfn 6teeds lang
zaam.
Na een maand uitstel de graaf is zoo
voorzichtig met het geld en de belangen van
anderen na een maand hebben wij dan
eindelijk de acte geteekend.
OnZe hoofdingenieur heeft ons; alvorens
wij teekenden, een rapport voorgelezen over
de wetenschappelijke kwestie, die hij heeft op-
maals te spreken te krijgen over zijn aard-''gelost, een rapport, dat hij deze week nuar
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
►3* -T F-,
I
MJL lltttt IBVOrjjOTlB gVUWUl, Ut)U KIM KL UUJJ UC! V j