BINNENLAND. BUITENLAND. Het Dagboek van mijnheer Cogo. DE BRIEF VAN DEN DUITSCHEN KEIZER. Nadat de Rheinisch-Wesifalisehe Zeitung aanwijzingen heeft gedaan en de Volksfreund, welke in Aken uitgegeven wordt, den sluier verder heeft opgelicht, is het zeker van be lang iets naders over den veelbesproken brief, waarin de Duitsche keizer zich zoo harts tochtelijk tegen het katholicisme zon hebben uitgesproken, te vernemen. Wijlen dr. Armin Kaufer, de bekende hoofd redacteur van de Allgem. Rundschau, had zekere mededeel in gen ontvangen en aan dr. Eu go n Jiiger verzocht, die bij gelegenheid apenhaar te maken. Den tijd daartoe acht deze thans gckomeu en hij schrijft in de AUg. Rundschau: De landgravin van Hessen heeft, na haar bekeering tot het katholicisme, van den Duit- sehen keizer een telegram ontvangen, waarin haar werd aangekondigd, dat zij, indien zij haar verandering van godsdienst handhaaf de, door de gezamenlijke leden van het Huis van Foher7ollern zou worden uitgesloten van al'e verkeer met dit Huis. De Ke'zcr heeft haar daarna nog een brief van verscheiden bladzijden geschreven, met gramstorige .uitlatingen over Paus, bisschop pen, priesters en Kerk. De voornaamste zin snede in dezen brief is geweest: „Gij gaat dan over tot het bijgeloof, welks uitroeiing ik mij tot levenstaak heb gesteld." De brief werd door wijlen Kardinaal Kopt» in bewaring ge nomen, daaT men vreesde, dat, als hii publiek werd, de hoogachting der katholieken voor don Keizer zou verminderen. Van den brief moeten verscheiden afschrif ten voorhanden zijn. Een besliste verklaring omtrent het feit, hoe de woorden, in den brief gebezigd, pre cies luiden, ware zeer werschelijk; de lezing zou.échter van de bovenstaande niet afwijken. Pè houding van de Duitsche katholieken ten ©hziebte van den Keizer zal inderdaad door den brief niet beïnvloed worden. Ver wend zijn zij toeh al niet. maar op de aller eerste plaats is keizer Wilhelm het monar chale hoofd van Pruisen en het Rijk, en als zoodanig zijn zii hom onwankelbare trouw en, in den kring van zijn grondwettelijke maeht, do staatshurgerli'ke gehoorzaamheid verschuldigd, niet slechts als plicht, maar ook van heolor harte. En tweedens zullen zij ook do schitterende gaven van keizer Wil helm weten te waardeeren. Maar wij betreuren daarom ten zeerste schrijft, de Al'g. Rundschau dat juist deze KV'zor nirt zi:n groote gaven, niet ecu ern stige poging heeft aangewend, om het katho licisme, den godsdienst van een derde deel der Duit schors en lang niqt het minst trouwe deel, te loeren kennen en waardeeren. Met smart en-bitter wee moeten wij aanzien, dat iuist do vorst, die zoo vaak met sehoone woorden dr groote heteekenis van het leven- lig geloof in God, van de ehristel lik-conser vatieve Staatsidee, de noodzakelijkheid der Christelijke tucht en zeden geprezen heeft en alti'd weer prikt, dat juist die vorst met zulke vooroordeeleu tegen hot katholicisme behebt is Gezien in den ernst der tijden, hou den wij dit voor een nationale ramp! M'sseliien zal thans in onze kringen een weldoende ontnuchtering plaats vinden. By- zantinisme en trouw zijn zeer veï'sChittend van elkander, het eerste valt, wanneer de storm opsteekt, de tweede houdt stand. De wierookwolken, waarin somtijds het beeld der keizers gehuld werd, verbergen voor de katholieken het groote gevaar, te vergeten, dat zij in hun actie uitsluitend op zich zelf zijn aangewezen. Misschien zal men nu ook begrijptm. zegt de Tijd, waarom b.v. met betrekking tot de Jezuioten.kwes.tie geen vooruitgang be he speuren valt. Een wet voor het behoud van Waterloo. De Brusselsche correspondent v,an ,,de Tijd" schrijft d.d. 27 Maart: In den zomer kan men hier in Brussel een schouwspel bewonderen van eon heel eigen aardig karakter en dat voor den oppervlak- kigen beschouwer in lijnrechte tegenspraak schijnt te zijn met'den Vooruitgang en de moderne beschaving. Onze voorvaderen ken den geen spoortreinen, geen electrische trams, geen automobielen, fietsen enz., maar ver plaatsten zich op meer romantische wijze met de trekschuit of met de diligence, be spannen met paarden, die dikwijls werden afgelost, om de snelheid te verhoogen. De koetsit of postillon bestuurde met groote vaardigheid het vier- of zesspan en blies op den hoorn om vertrek of aankomst aan te kondigen. Die tijd is lang voorbij, zult ge zegggen. Dat is zoo, maar daarom juist schijnt het een verschijning uit de grijze oudtmd, wanneer ge hier in den zomer zulk een soort van diligence ziet, met vier of zes paarden bespannen, met een ouderwetschen koetsier op den bok, die heel ernstig öp een langen hoorn blaast, 't Is geen grap, 't is volle ernst. Om u daarvan te overtuigen, be hoeft ge slechte de streng-serieuze gezichten te beschouwen van de inzittenden. De dili gence is open en nu kan het stortregenen, donderen en bliksemen, de eenmaal voorge nomen tocht met de open diligence wordt niet uitgesteld en de reizigers laten zich, ter wille van het middeleeuwsch genoegen, gewoon weg en met onverstoorbare kalmte doornat regenen. Misschien verhoogt dit wel de illusie Ja, om illusie is het hier te doen. Ge zult immers al lang de opmerking gemaakt heb ben: „Waarom gaan die menschen niet met het spoor, met een automobiel, tram of iets dergelijks? Waar moeten ze dan heen?" Ik zal u zeggen waar ze heengaan en wie do passagiers zijn en ge zult in eens alles be grijpen. Het zijn Engelschen, die naar Wa terloo rijden. Van Brussel naai- Waterloo kan men gaan op alle mogelijke manieren: er be- bestaat een goed geregelde electrische tram- dienst met mooie rijtuigen. Men kan gaan per spoor enz. Maar dat willen ze niet, de land- genooten van den grooten Wellington. Wel lington is ook niet naar het slagveld van Wa terloo getrokken in een automobiel of elec trische tram. Om geheel en al in de stemming te komen, en om zich in den geest des te beter te verplaatsen in den tijd, waarin de groote wereldgebeurtenis van 1815 plaats had, gaan zij het slagveld van Waterloo bezoe ken in een voertuig, dat herinnert aan die dagen en ziedaar het geheele geheim, waarom men hier in den zotnor die groote diligencen in den vorm van groote Jan-pleizierss zonder kap met vierspan en signaalhoorn langs de boulevards ziet rijden en waarom de zancn en dochters van Albion aldus optreekken naar het slagveld, waarop hun Wellington de mees te lauweren plukte en, volgens hen, de over winning besliste. Ik weet niet of ge ooit het slagveld van Waterloo hebt bezocht. Ik voor mij heb bepaald die voorbereiding met den Jan pleizier niet noodig om in die weemoedig- sombere-historische stemming te komen, die het gezicht van dit uitgestrekte slagveld in heb gemoed teweeg brengt. Hier stond Na poleon, zegt u do gids, hier langs kwiwn Blücher aangereden, daar lagen de Engels - schen, hier sprak de oude garde het fameuze woord: ,,La vieille garde meurt, ma is ne se rend pas." Daar liggen de hoeven Belle*Alli ance, Baie-Sainbe, Mont-St. Jean. Naar ge lang de bezoeker Engelschman of Duitschor is schrijft de gids de overwinning toe aan Wellington of Blücher; dit niet uit historische onstandvastigheid, maar met het oog op de fooi; die misschien kan stijgen door het ge streelde nationaliteitsgevoel. Den Hollander wijst hij met trots op den hoogen opgeworpen zandheuvel, op welks top een leeuw prijkt, tér herinnering' aan den leeuwenmoed vair den Prins van Oranje. De ligging van het slagveld is vrij wel ongeschonden gebleven, zoodat men zich met een weinig historische, topografische kennis heel goed den slag kan voorstellen. Do daar even genoemde hoeven zijn gerestaureerd, maar zooveel mogelijk in den ouden vorm gelaten. De sporen van kogels en van de verwoesting zijn nog heel goed zichtbaar in den fameuzen stal, waar een verschrikkelijk gevecht is geleverd en waarin men na den slag in den letterlijken zin door het bloed moest baden. Dit vertelde mij mijn vader, zoo verhaalt u cle tegenwoordige knecht van de hoeve. „Mijn vader was toen ook knecht op de hoeve." Het slagveld van Waterloo is een historisch monument. Aan die plek gronde, zooals ze daar ligt, zijn zóóveel herinneringen verbon den, dat hét een historische wandaad zou zijn dezen grond eenvoudig te beschouwen als braak liggend bouwterrein. Voortdurend is .er dan ook door allerlei comiteiten gevochten tegen de misvorming van de historische lig ging dezer velden. In Engeland heeft zich, onder voorzitterschap van den kleinzoon van den Hertog van Wellington, een comité ge vormd met dit doeleinde. Dit comité heeft als hoofddoel de noodige fondsen bijeen te brengén om de eigenaars van de gronden van het slagveld schadeloos te stellen en to trachten van de Belgische Regeering een servituut op die gronden te krijgen, waardoor alle vervorming onmogelijk wordt en de hui dige ligging wordt gegarandeerd. De Belgi- ssche Regeering heeft dezer dagen aan dien wensch gehoor verleend in den vorm van een wetsvoorstel van den Minister van Open bare Werken, den heer Helleputte. Dit wets ontwerp stelt voor op de gronden van hot slagveld een servituut te leggen, .waardoor het voortaan verboden is, zonder autorisatie, op die gronden te bonwen of te planten op een wijze, waardoor het aanschijn van deze beroemde plaats, die jaarlijks étoor duizenden wordt bezocht, zou worden gewijzigd. De ei genaars van die gronden zullen worden scha deloos gesteld. Dit wetsvoorstel werd, om- speculaties te voorkomen, in dezelfde zitting behandeld en zoo goed als met algemeene stemmen aangenomen. De wet beschermt dus nu de beroemde plek en in alle gerustheid kunnen het volgend jaar 1915 de eeuwfeesten worden georganiseerd en gevierd. Reeds be staan daartoe uitgebreide plannen. Het Hof van arbitrale Rechtspraak. William H. Taft, de voormalige president van de Ver. Staten en huidige voorzitter van de American Bar Association, heeft dezer dagen te New-York een rede gehouden waar in hij voorspelde dat binnen vijftig jaar het Haagsche Hof van Arbitrale rechtspraak zooals de tweede Haagsche Conferentie gC- wenscht had, dat het tot stand zou komen een feit zal zijn geworden. Dat Hof zou dan alle kwesties, die tussd'oen de naties der we reld ontstaan móchten, beslechten. Taft sprak de hoop uit, dat dit Opperste Gerechtshof van de Wereld, de bevoegdheid zou krijgen om een natie die zich aan een overtreding had schuldig gemaakt, op de klacht van een andere natie voor het. Hof te dagen. Nog zèide Taft dat zijn vertrouwen in de onkreukbaarheid van Engelsche en Amerikaansehe rechters zóó groot is, dat hij een geschil tusschen de Ver. Staten en Enge land even gaarne zou willen doen beslechten door ecu college van drie Engelsche en twee Amerikaansehe rechters als door een college, dat uitsluitend uit juristen van andere lan den bestaat. Het Engelsche spoorwegpersoneel. Het parlementslid Thomas, secretaris der Engelsche vakvereeniging van spoorwegper soneel, heeft Zondag in een vergadering te Birmingham meegedeeld dat de spoorweg maatschappijen de vakvereeniging schrifte lijk kennis hebben gegeven van de benoe ming cener commissie, die met een commis sie uit het bestuur van de vakvereeniging zal beraadslagen over een nieuwe overeen komst. (De thans geldende overeenkomst Loopt 1 Nov. a.s. af.) Thomas legde er den nadruk op dat de maatschappijen de vakvereeniging hierdoor voor het eerst formeel erkennen. Deze zal de uitnoodiging aanvaarden en een commis sie uit haar bestuur aanwijzen, die eerlang met de vertegenwoordigers der maatschap pijen in overleg zal treden. Voorts deelde Thomas mede dat afgevaar digden van het spoorwegpersoneel, van de mijnwerkers en de transportarbeiders binnen 14 dagen bijeenkomen om de kwestie van gezamenlijk optreden te overwegen. Keizer Wilhelm op Korfoe. Do „Hohenzollern", vergezeld van de krui sers „Goeten" en „Breslau" en van cle post boot „Sleipner" is Zondagmorgen om tien uur op Korfoe aangekomen. Van het Griek- sche fort en het oorlogsschip „Averoff" wer den saluutschoten gelost, terwijl alle schepen met vlaggen getooid waren. De koning, de koningin en de prinsen van Griekenland, de Duitsche gezant, de prefect van Korfoe en de Duitsche consul begaven zich aan boord van het keiz.erlijk jacht om den hoogen bezoeker te begroeten. De ko ning van Griekenland, die in de uniform van Duitsch veldmaarschalk gekleed was, werd door keizer Wilhelm aan den valreep ont vangen; de begroeting was zeer hartelijk. Na een onderhoud van een half uur gingen de Grieksche gasten heen,, om aan de lan dingsplaats een tegenbezoek van den kei zer af te wachten. Om 11 uur ging de kei zer aan land, waar hij door den koning van Griekenland, de Grieksche autoriteiten en de officieren van het garnizoen hartelijk ont vangen werd. Aan de landingsplaats was een eere-compagnie opgesteld. Des avonds vertrok de „Hohenzollern" we derom naar Venetië om de keizerin af te halen. De bevolking juichte don keizer luide toe; Van verscheidene huizen wapperden de Duit sche en Grieksche vlaggen. Toen dc „Hohenzollern" door de Albanee- sche wateren voer, zond vorst Wilhelm een draadloos telegram aan den keizer, waarin hij dezen begroette en een aangenaam ver blijf op Korfoe toevyenschte. De keizer zond den vorst een hartelijk telegram van dank. Zabern. Te Zabern diende Zaterdag een proces tegen Wiebecke, den redacteur van de „Zaberner Anzeiger," en zijn zoon August wegens een op 23 Januari verschenen artikel, onder den titel van: De geoorvijgde majoor en de officierseer, dat als bcleedigend voor den officiersstand werd beschouwd. Eejrüge rechters uit Zabern hadden, daar zij bij de bekende gebeurtenissen betrokken wa ren geweest, zichzelven gewraakt en waren doorrechters van elders vervangen. Majoor Ude, die zich door het artikel beleedigd achtte, had naast de militaire overheid voor zichzelf een aanklacht ingediend. Voor de behande-, ling begon, wees Wiebecke Sr. alle verant woordelijkheid voor het artikel af, daar hij er geen kennis van gedragen had en op den dag dat het verscheen, niet te Zabern was geweest. Hij wees zijn zoon als den schrij ver ervan aan, wat deze echter ontkende, aldus de „N. R. O." In het artikel was verhaald, hoe majoor Ude bij een feest ter cere van 's Keizers verjaardag verscheidene burgers met woor den en daden beleedigd ea ten slotte van do zen een pak slaag gekregen had. Om den ma- joojr te ontzien en ten gevolge van de be middeling v.an invloedrijke lieden was de zaak in den doofpot gegaan. Op de terechtzitting van Zaterdag waren de getuigenissen van de burgerlijke getuigen en van majoor Ude rechtstreeks met elkaar in tegenspraak. De officier van justitie eiseh- te tegen Wiebecke Sr. drie, tegen Wiebecke Jr. een maand gevangenisstraf. Dr. Weill, de .advocaat van de beklaagden, betoogde, dat het dezen gelukt was, het be wijs van de waarheid te leveren, dat de „Zaberner Anzeiger" rechtmatige belangen verdedigd had en dat zij op grond van de perswet niet gestraft konden worden. Met deze laatste opvatting vcreenigde de recht bank zioh en sprak daarna de twee beklaag den vrij. De kosten voor do 'afzonderlijke aanklacht werden ten laste van majoor Ude gebracht. Een Indiaan-priester. De Véritó van Quebec meldt dat een af stammeling van de Roodhuiden tot katholiek priester is gewijd in de Vcreenigde S aten. De eerste Indiaan die de priesterwijding heeft ontvangen in de Vereenigde Staten, is de eexw. Philip .B. Gordon. Hij werd gewijd door Mgr. Koudelka, in de kerk van het H. Hart, Superior County, Wisconsin. De In- diaanseho haam van den geestelijke is Ti- bish-Ko-gi-Jik. Het Indiaanséhe ras van Amerkia levert werkelijk edele typen op. Onder leidiug van de eerste katholieke missionarissen uit Span je, Frankrijk of België gekomen men den- ke aan den beroemden pater De Smet van Dendermonde had dit ras in de Vereenigde Staten een betrekkelijk hoogen trap van be schaving bereikt. eu de visschers C. van der Toorn, J. v. II >on en G. T. Groen. KEURING VAN GEMEENTE-AMBTE NAREN. - Door den heer J. P. Vermaas, lid van den gemeenteraad te Vlissingeu, is voorgesteld te bepalen, dat de gemeente-ambtenaren, die meer dan drie maanden tengevolge van ziek te niet in staat zijn geweest hun betrekking waar te nemen, door de beide gemeenteartsen moeten worden gekeurd alvorens weder in dienst te 'treden. Van deze keuring zal be roep bestaan bij een commissie van drie ge neeskundigen, aldus bet voorstel van wie B. en W. de belangstellende en de beide ge- neesbeeren er één zullen benoemen, TEHUIS VOOR OUDE VISSCHERS. Het bestuur der stichting: „Tehuis voor oude Scheveningsche visschers" is thans ge reed gekomen met de stichtingsoorkonde, die bereids is geregistreerd, en mede met het reglement, dat voor het beheer der stichting zal gelden. Beide documenten zullen door den druk vermenigvuldigd worden en aan alle belanghebbenden en belangstellenden toege zonden. Kon het bestuur bij de stichting reeds gewagen van de belangrijke gift van 1000, dezer dagen werd voor het goede doel door den beer M. v. d. H. een pandbrief Westland- sche Hypotheekbank, groot nominaal 100, geschonken. Het Dagelijksch Bestuur bestaat uit de foee- ren A. Hoogenraad, voorzitter; J. C. Ver maas, secretaris, en G. v. d. Stuyt, penning meester; mr. Ankerman, algemeen secundus, Goed voor Aprilmop. Gelezen onder advertent iën van een Amsierdamsch dagblad: „Gevraagd voor wetenschappelijk vraag; stuk, 1500, om mij gedurende 3 jaar van stoffelijke zorgen vrij te stellen. Ik stink" reeds 10 jaar in de Psychische weten schap» i pen en ik wil in 3 jaar tijd mijn lichaam in don stand brengen, dat bet volkomen zonde» stoffelijk voedsel zal kunnen voortleven. JÊ, Ik heb een eigen systeem van ademhaling! en ben sterk in de concentratie. Welke groote geesi zal mij daartoe den steun verschaffen) Wele groote ge.est? Misschien een begrafenisondernemer, Een schip gezonken. Maandagmiddag om streeks kwart voor zes, juist toen de tram de Van Nahuysbrug te Hasselt zou passer- ren, dreef een schip dwars voor de brug Het, raakte vast en stiet blijkbaar lek, want eenigo minuten later was bet perceel onder water. De opvarenden konden worden gerrd l terwijl het vaarwater niet wordt versperd. Hij wilde niet. Te Zevenhuizen bij Gouda wilde een 70-jarige zijn ouderdomspensioen niet in ontvangst nemen, omdat, volgens In ni de wet van„de soeialeu" kwam! Dat is dus precies het omgekeerde effect, dan de roode heeren bedoelden!.... Driftkoppen! Te Stellendam hadden 2 broertjes twist over knikkers, welke zoo koog liep, dat de een door den ander met een mes zoodanig wondde, dat geneeskundige hulp direct noodzakelijk was. Er van door. Men schrijft aan de N. R Ct.: Het is gebeurd in oostelijk Noord-Bra bant. Een gcnioenteveldwaehter en een jacht opziener hadden te Sambeek iemand opge- snoerd, die een meisje z.oji hebben aangerand. Hij moret mee, maar de politiemannen waren per fiets. Ten einde raad werd besloten voor den gevangene ook een fiets te zoeken. Er werd er een gebuurd en het drietal peddelde op Boxmeer aan. Onderweg kreeg de jacht opziener een lek in den band. Daar werd niet op gerekend. De veldwachter reed iets voor uit en tegen den gevangene werd gezegd ook maar vooruit te rijden. Hieraan werd gretig voldaan. B'nnen een ommezien was 'hij uit bet gezicht en, naar men later ver- j nam, over de Maas naar Dnitschland uitge weken. Met de gehuurde fiets! Re historie van een doodgeboren kalf. Men schrijfI aan de L. K.: In een welvarende plaats in Zuid-Limburg gebeurde het, dat in een koestal het kalfje dood ter wereld kwam. Dit gebeurt wel eens meer en loopt dan uil op een voordeeltje van den hu'sslager: voor hem toch is bet vel van het beestje. Ook vriend de 'bond beeft dan Feiertag! De fisëhjfc waar is die tegenwoordig niet bit? vef^ langt natuurlijk ook zijn deel; op bet vel toch valt ook accijns, en het stukje van den bond is evenmin vrij; en zoo werd dan in casn het cadavcrtje aangegeven voor 2 Ned. guldens. In tegenstelling met den eigenaar van net dood beestje vonden -de ambteraren echter, dat het WRarlijk jammer ware het manche vleeschje voor bonden- en pierermaal te lie- stemmen. Zij verzochten het zaakje aan te houden tot in den namiddag en trokken er op uit, om bun koopmanstalenten te beproe ven. Des namiddags kwamen zij terug. In naam der wet werd beslag op bet cadaver ge legd. De huisslager, zich bet velletje van bet dier ziende ontglippen, gevoelde geen lust zijn strooperswerk voor den fiscus te verrichten, zelfs niet tot'het leereu van zijn gereedschap. Maar geen nood-.ambten aarsmessen zijn even scherp als hun speurdeTSOog; het cadaver: je was dan ook weldra gestroopt en gevieren deeld, al ging dan ook een en ander niet vol gens alle regelen der slachtkunst. En de heeren trokken af met hun buit. Maar zoo'n geval verbreidt zich als oen loopend vuurtje. Toen de ambentaren hun waar bij de koopers wilden leveren, werden hun (1e deuren voor den neus gesloten. Het meest keken zij wel op bij bun chefs' ega. waar zij beslist werden afgewezen; ja zelfs des ambtenaren kostbaas wilde bet goedj? niet over zijn drempel, betgeen nog menig ha rij woord deed vallen. Nu was goede raad duur! Een sehadepostje van zoowat 2.40 is voor een ambtenaars- beurs niet zoo licht té dragen. Maar ineens gaat den liecren een licht op; sedert onze goede Maas bevaarbaar is, doen de noodige schepen bet plaatsje aan. Een schipper lust ook wel eens een malsch boutje, en schippers moeten met ambtenaren goede vrienden blijven. En zoo lukte het, de ten FEUILLETON. Toen ik gisteren voorbij de Beurs 'kwam, zag ik een boekje op /len grond liggen, dat lang in de zak scheen gedragen te zijn. Ik bukte mij om liet op te rapen. Ik opende het. Bet, was een agenda. Op de eerste blad zijde deze kennisgeving: „Behoort aan Cogo." Maar geen adres. Door een begrijpelijke nieuwsgierigheid ge dreven, doorbladerde ik bet boekje en ziehier wat ik er in gelezen heb: JANUARI. 1 Gisteren :eb ik in de sociëteit kennis ge maakt met een charmant heer. Aangenaam uiterlijk, zeer nette manieren,- correcte houding. Zijn knoopsgat is versierd met een lintje van verschillende kleuren. Wij hebben slechts eenige woorden met el kaar gewisseld, maar die eenige woorden heb ben bewezen, dat ik te doen had met een man uit de deftigste kringen. Ik hoop nader met hem kennis te maken. FEBRUARI. Vanavond een kaartje gelegd met graaf du Panneau. Dat is de naam van mijn nieuwen vriend, •rant wij zijn bijna vrienden, Ik heb zeer gedétailleerde inlichtingen over hem gehad, en wel van hemzelf. Hij behoort tot een Fransehe familie van den oudsten adel, die de Revolutie dwong naar Amerika de wijk te nemen ten tijde van den onafhankelijkheidsoorlog. Zijn grootvader was zeer intiem met La fayette en een groot vriend van Washington, De graaf zelf heeft zeer veel gereisd. Ge heel zijn leven heeft hii met reizen doorge bracht. Hij komt uit Afrika, waar hij ter plaatse de middelen bestudeerd heeft om de Sahara vruchtbaar te maken, wier zand soor ten, naar het schijnt, vruchtdragende eigen schappen bezitten, die men tot nu toe mis kend heeft. Welk een- boeiend verteller is de gi-aafl Het kaartspel is voor mij geëindigd met een verlies van 4800 franks. MAART. Do graaf beeft mij ter zijde genomen. „Mijn waarde heer Cogo," heeft bij mjj ge zegd, „morgen geef ik een soireé. Wilt gij mij het pleizier doen een der onzen te zijn? Met mevrouw Cogo wel te verstaan." Ik durfde eerst zijn voorstel niet goed aan nemen, bij hield zoo dringend en. beminnelijk aan, dat ik er in toestemde. Die soireé is zeer schitterend geweest. De zaal, waarin wij ontvangen werden, is als een droom uit de „Duizend en één Nacht." Hij heeft mij voorgesteld aan den hoofd-ingenieur die hem vergezeld© op zijn onderzoekings tochten door de Sahara. Hü is, naar het schijnt eon man van genie. Verlies hii het spel 7000 franks. APRIL. Ik vermoedde wel, dat de graaf mij iets verborg. Met zijn verstrooid en geheimzin nig uiterlijk werd hij door zekere geheime bezigheden vervolgd. Vandaag zinspeelde ik met een enkel woord op dat ontwerp. „Welnu, het is zoo!" antwoordde hij mij. „Daar uw scherpzinnigheid mij niet veroor- j looft, n de waarheid te verbergen, verneem, mijn waarde vriyid, (zijn waarde vriend!) dat ik op weg hen, een kapitale proef, waar van wellicht de toekomst der menschheid af hangen kan, tot een goed einde te brengen, j „Wat is dat?" „Onmogelijk het u te zeggen." Én'daarop is hij vertrokken. MEL Ik heb den graaf gebeden en gesmeekt, maar ik heb nog niets van hem verkregen. JUNI. Mijn hardnekkigheid heeft ten slotte toch over zijn terughoudendheid gezegepraald. Vandaag heeft hij mij in deze bewoordin gen toegesproken: „Cogo, gij zijt een verstandig man. Ik heb den tijd gehad u te leeren kennen, bij gevolg, ben ik zeker van hetgeen ik beoog. Cogo, kom morgenvroeg om negen uur bij mij en ik zal u een wonder laten zien, een edht wonder, be grijpt gij?" Den volgenden ochtend ontmoetten wij el kaar in café Rich©; de graaf liet mü in zijn rij tuig plaats nemen en zei mij: „Gij weet niet, waarheen ik je breng?" „Neen, in het geheel niet." „Naar den hoofdingenieuer der toekomsti ge landbouwexploitaties van de groote Sa- i hara. i „Zoo...." j „Gij zult dadelijk mei eigen oogen zien, wat nog niemand gezien heeftl Niemand, geen sterveling!.... Wij waren op onze bestemming aangeko men. De graaf introduceerde mij hij den hoofdingenieur, die ons met groote hartelijk- heid ontving en ons in een fraaie serre, aan nemen in deze winstgevende zaak. Ik traehfc- de kamer grenzende, leidde. j te hem over te 'halen, mij voor de helft to Daar stonden zes aarden potten, waarin associeeren, maar ik geloof niet, dat bij daar- appelen uit de Sahara. Hij vermijdt angst val lig mij te antwoorden. Hij beeft- er zeker spijt van, mij zijn ontdek king te hebben medegedeeld en wenscht ze ker de voordeelen voor zich zelf te behou den. Dit ie- ook niet meer dan natuurlijk. Van welk nut zou ik hem zijn? AUGUSTUS. Ik miskende hem. Hij is de edelmoedigste der menschen. Hij bood mij aan, voor een derde deel te planten waren. „Kijk nu, mijn waarde Cogo," zei de graaf. Ik keek. „Dat zijn aardappelen," zei ik, na een kort stondig onderzoek op den eersten pot wijzend. „Gij 'hebt het gezegd. Lees het onderschrift: „Aardappelen, gegroeid in het zand der de graaf de bestuurder zal zijn. Nog heden woestijn, toebereid met zuurstof en potasch zal een vergadering plaats hebben, om de toe te vinden zal zijn. SEPTEMBER. Ik heb mijn helft. Wij richten een maatschappij op, waarvan Begint ge nu iets te begrijpen? „Is het mogelijk?Deze grond, die pre cies op onzen grond gelijkt „Komt uit het midden der Sahara.... Door zuurstof en potascb is hij veranderd in een vruchtbaren grondDat is ons geheim." „Maar, mijnbeer de graaf, daar is een ko lossaal fortuin mee te maken." „Wij hopen dit ook." JULI. Ik1 heb tevergeefs getracht, den graaf nog- maatschappij op te richten. OCTOBER. Wat marcheeren de zaken tocfn 6teeds lang zaam. Na een maand uitstel de graaf is zoo voorzichtig met het geld en de belangen van anderen na een maand hebben wij dan eindelijk de acte geteekend. OnZe hoofdingenieur heeft ons; alvorens wij teekenden, een rapport voorgelezen over de wetenschappelijke kwestie, die hij heeft op- maals te spreken te krijgen over zijn aard-''gelost, een rapport, dat hij deze week nuar NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ►3* -T F-, I MJL lltttt IBVOrjjOTlB gVUWUl, Ut)U KIM KL UUJJ UC! V j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 1