DINSDAG 7 APRIL 1914.
38ste JAARGANG No. 8407
JfcA - BIJVOEGSEL VAN DE NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. ftÖh
^an:=^a?5il;====rr"^t===3 iEf=i E]i iSgfnEfes
ingjatajgiAtamös ïaoïrw-opet&g naam boramzafe en
ceintuur, dodh vond niette en mien zal geen
schuilplaats vinden, dan nadat de mode weer
een rwajnen rok geboden heeft,
L. D.
ÏMERIKAANSOHE TITELS.
De Amerikaan houdt van titels. En het bezit
van deze titels is den stamboomloozen Yankee
het eenige, dat h# de oude-wereldbewoner be
nijdt. Dat menig oud Europeesch adellijk ge
slacht zijn wapen opknapte met Amerikaansch
goud, is te danken aan het zwak voor titels.
Wilham Bryan, de staatssecretaris der Ver-
eenigde Staten, vertelde dezer dagen een paar
aardige staaltjes van deze voorliefde voor
schoonklinkende titels. Er loopt in New-York
een man rond, die zich steeds „Kapitein" laat
noemen. De man huwde de weduwe van Kapi
tein Brown, en deed zijn vrouw niet het ver
driet aan, van haar titel afstand te moeten
doen. Een ander bekend Amerikaan laat zich
„de Generaal" noemen, en dit omdat hij 27
jaar lang opzichter (general inspector) was
in een graanhandel. Het leukst is het geval van
Rechter Greene, die zich dezen hoogedel
gestrenge® titel aanmatigde, omdat hij eens
scheidsrechter was geweest bij paardrennen,
EEN ZESTAL WENKEN VOOR EEN GOED
KOOKSTER.
lo. Zorg in de eerste plaats voor zindelijk
heid.
2. Neem nota van alle geuren, die nw. neus
binnendringen.
3o. Draag zorg voor een regelmatig, niet te
heet vuur.
4o. Zorg, dat wat op tafel wordt gebracht
niet alleen smakelijk is, doch er smakelijk uit
ziet.
5o. Maak van specerijen een niet te druk
gebruik.
6o. Wees er op bedacht, niets wat voeding
en smaak bevat, .weg te gieten.
WETENSCHAPPELIJKE TITELS.
Pro!, dr. Frans van Cauwelaert, rapporteur
der begrooting van kunsten en wetenschappen,
wijst in zijn rapport op een euvel, dat in België
voorkomt en inderdaad ook sedert lang buiten
de grenzen besproken is.
In België worden nl. veel te gemakkelijk we
tenschappelijke titels verleend. Van Cauwelaert
noemt een „instituut", dat hier te lande gewoon
weg een ambachtsschool zou heeten, maar zich
daar tooit met den titel van „Ecole officielle de
la Brasserie Beige". Wie slechts twee dagen per
week gedurende drie jaren die vakschool bezocht
heeft, krijgt den titel van...:, „ingenieur"; hij
heet dan „ingenieur des industries de fermen
tation"!! In het Luiksche kan men na een half
jaar studie den titel verwerven van „ingénieur
spécial de sucrerie". Voor de toelating tot die
inrichtingen wordt slechts eene zeer elementaire
kennis vereischt.
Daar moet een einde aan komen, zegt van
Cauwelaert terecht.
Ook met den doctorstitel wordt gehoosd. Er
moest een scheiding gemaakt worden tusschen
het beroepsdiploma en den doctoralen titel, voor
welken laatste de eischen dienden verzwaard
te worden.
't Is zeer juist. En het gevolg van den in
België bestaanden toestand is, dat personen, die
er een wetenschappelijken graad hebben behaald,
heelwat moeten bijstudeeren, willen zij dezelfde
bul of diploma ook in Dmitschland of Neder
land verwerven.
EEN VERONGELUKTE EXPEDITIE.
Het is mogelijk ofschoon niet zeker,
dat er sporen ontdekt zijn van de omgekomen
leden der expeditie van: Sehröder-Stranz op
Spitsbergen. Dr. Sandleben, de broer van een
van luit. Schröder-Stranz's expeditiemakkers,
heeft thans aan de Magdeiburger Ztg. geschre
ven, dat tegen het einde van den vorigen zo
mer de bemanning van een Noorsche walvïsch-
vaarder, op den Noordweaë-hoek van het
Noordoost-land, tusschen Kaap Torrel en An-
gelinberg een bamboekstmak had gezien, die
daar rechtop in den grond was geplaatst.
Daar Sehröder-Stranz met zijn makkers had
afgesproken, op die wijne d. i. door het
plaatsen van bamboestaken den gevolgden
weg aan te geven, is het, zeer waarschijnlijk,
dat de vermiste ontdekkingsreizigers op de ver
melde plaats zijn geweest.
De Daitsche consul te (Tromsö doet thans
moeite om een schip naar „Noordoost-land ge
zonden te krijgen, teneinde een onderzoek ter
plaatse te doen instellen.
Echter is de aanwijzing zoo vaag, dat men
in Duitschland niet veel hoop koestert, de ver
dwenen expeditie op te sporen.
ONDOORDRINGBAAR BETON.
Men heeft een nieuwe methode ontdekt om
beton ondoordringbaar te maken. Daartoe
maakt men gebruik ban de gewone groene
zeep. Het beton wordt met zeepsop vermengd
en wel op 1 kub. M. zeep komen 6 a 8 pond
zeep. Het kalkwater, dat steeds in cement
aanwezig is, schijnt zich met de alkalische
bestanddeelen der zfeep te vereenigen tot een
ondoordringbaar calcium-oxyde, dat de po
riën geheel vult. Met het mengsel kunnen
zelfs betonmuren, die al gereed zijn, water
dicht worden gemaakt, daartoe bedekt men
ze met een dubbele laag van de substantie.
Bij de constructie van waterleidingen, reser
voirs en dergelijke kan deze methode groote
diensten bewijzen, temeer daar de kosten ge
ring zijn,
EEN CONTROLE-SCHIP VOOR DE
DRAADLOOZE TELEGRAFIE.
Om het werk van de stations voor draad-
looze telegrafie op de kusten van Amerika te
controleeren, heeft toet departement van Ma
rine der Ver. Staten een controleschip inge
richt. Het moet in den Atlantischen Oceaan
kruisen en er voor zorgen, dat de verschillen
de stations de voorschriften omtrent de leng
te der electrische golven nakomen, om sto
ringen te voorkomen. Het vaartuig bezit ap
paraten, die een snelle meting van de golf
lengte mogelijk maken Deze bewaking is met
het toenemen van het aantal stations langza
merhand noodzakelijk geworden, daar in den
laatsten tijd de storingen en het valseh alarm
maken toenemen
L
Ook advertentie colportage. De „Times"
schrijft, dat de methoden door de suffragettes
toegepast om aan advertenties te komen onder
de winkeliers van het West-end groote veront-
waardiging wekken. De militante dames heb
ben ook geld noodig en zij trachten nu voor
haar bladen dit te krijgen, door de winkeliers,
welke niet willen adverteeren, met een boycot
te bedreigen. Bij den aanhang der suffragettes
ook vooral in de hoogere kringen is dat natuur
lek een ernstige bedreiging en het gevolg is
dat verschillende winkeliers in suffragettebla
den adverteeren. In de eerste plaats om hun
klandizie niet te verliezen maar in de tweede
plaats ook in de hoop, dat ze aldus aan de
vriendelijkheden der militante ruitenwerpsters
zullen ontkomen. Op een der vergaderingen
van militanten zeide bijv. een spreker, dat de
beste verzekering tegen gebroken vensterrui
ten 't adverteeren in de suffragettebladen was.
Vriendelijke ontvangst van luchtreinigers.
De bekende luchtreiziger Von Abercron, bak
loneommandant van den Duitscben ballon
„Neusz", waarschuwt in de JDüsseldorfer
Sportzeitung" zijn collega's voor een daling in
Nederland.
De luchtschipper verhaalt, hoe hij op Zondag
29 Maart, vergezeld van twee dames en een
heer, te Keulen opsteeg en genoodzaakt was
in Noord-Brabant, tusschen de dorpen Uden en
Veghel, te dalen.
Honderden nieuwsgierigen renden Set gele
gevaarte, dat daar laag over de weilanden
dreef, na. Eenige grepen den landigskabel en
waren den ballonnisten aldus behulpzaam bij
het landen.
Eèn aantal boeren begon dadelijk bespre
kingen te houden over de schade, die het wei
land door de landing had ondervonden.
„De eigenaar van het land week niet van m'n
zijde," schrijft Von Abercron verder. „De
schade werd met één oogopslag op twintig gul
den getaxeerd."
„Den wagen, die het ballonomhulsel naar den
trein moest brengen, duldde hij niet op zijn
land; wel stond hij toe, dat de honderden
nieuwsgierigen zijn gras plattrapten.
De mannen, die den landingskabel hadden
vastgebonden, hielden de hand op en toen ze
niet gauw genoeg naar hun zin geld kregen,
begonnen ze zóó op te dringen, dat ik bang
was, dat de dames in een sloot zouden geraken.
Op aanraden van een postbeambte vluchtten
we in een boerenwoning. Voor die gastvrijheid
vroeg de vriendelijke, onbaatzuchtige boer
echter drie mark.
Toen ik hem evenwel mededeelde, dat ik een,
klacht zou indienen bij de Nederlandsohe
Luchtvaartvereeniging en niet zou aarzelen
zijn naam op te geven, haalde hij bakzeil.
We reden met den vrachtwagen naar Uden
en betraden een logementje, waar we al spoe
dig door een 15-tal personen omringd werden
die zich als onze gasten beschouwden en dien
tengevolge voor onze rekening dronken.
Nog was het einde der kwellingen niet aan
gebroken. De eigenaar van de kar stopte op
200 meter af stands van het goederenstation en
weigerde verder te rijden, tenzijhij twee"
gulden kreeg. Toen ik hem vroeg, of vreemde
lingen hier steeds zoo voorkomend behandeld
werden, antwoordde de man„Dat kan me
niks schelen; het geld is de hoofdzaak."
Von Abercron noemt ten slotte het optreden
der Hollanders bij de landing „skandalös." Men
ontzag de dames al evenmin als de heeren.
Besmetting door onzuiver keukenzout.
In verband met de oestervergiftigingen te
'&-Hage wijst het „Maandblad tegen de Ver-
valschingen" op de onderzoekingen door drs.
Pappin en Grosseron gepubliceerd aangaande
de kans van besmetting door onzuiver gewoon
keukenzout.
„Zooals bekend is, luidde het ^deskundig rap
port in zake dp bedoelde oestervergiftiging, dat
de mogelijkheid zou kunnen bestaan van een
besmetting buiten de kweekplaatsen der oes
ters om, daar geen aanwijzingen van besmet
water bestonden. De vraag doet zich nu voor:
kan het keukenzout een der oorzaken van be
smetting geweest zijn? Volgens de voornoemde
deskundigen kan zich wel degelijk een bacte
riologische flora op zout ontwikkelen, en de
schrijvers wenschen bij de zoutbereiding aan
kustplaatsen dezelfde hygiënische voorzorgen
voorgeschreven te zien als bij de oestercultuur
het giewal is. Het steriliseeren van zout (ver
hitting tot 105 gr. O.) levert betrekkelijk wei
nig bezwaren op, en waar het behandelen van
groote hoeveelheden zout die in zoutziederijen
opgestapeld liggen volgens de schrijvers,
niet steeds met de noodige zindelijkheid ge
schiedt, zou een dergelijke behandeling van
groote hygiënisch belang zijn, zoowel voor de
conservefabrieken als voor de huishouding.
Wij maken nadrukkelijk opmerkzaam op Let
feit, dat de voornoemde geleerden het oog heb
ben op buitenlandsche zoutziederijen, zoodat
door hen geenszins een blaam op ons Hol-
landsch product geworpen wordt. Doch waar
voorkomen beter is dan genezen, achten wij
het toch van belang op de bedoelde beschou
wingen te wijzen, te meer daar zout een inter
nationaal artikel is, en men natuurlijk kans
heeft, niet altijd een behoorlijk gezuiverd arti
kel te ontvangen."
De gevaren van de berenjacht. De jacht
op den Amerikaansehen grizlybeer is en blijft
altijd een gevaarlijk vermaak. Vooral voor
mensehen die dat niet gewend zijn en die niet
op het juiste moment hun tegenwoordigheid
van geest weten te bewaren. Daar zijn altijd
van die waaghalzen, die er maar op los jagen,
zonder dat ze zeker zijn van hnn schot en zon
der dat ze op de hoogte zijn met de gewoonten
en de gevaarlijke manieren van de dieren die
ze willen dooden.
Zoo komt thans weer uit Amerika uit de
oer-wouden van het Noorden, een bericht van
'n ontzettend jacht-avontuur van eenige toe
risten. Deze waaghalzen waren zonder gids en
zonder voldoende bewapening ter jacht geto
gen. Ze waren op het spoor giekomen van een
paar reusachtige grizlyberen.
Een der heeren van het gezelschap, bestaan
de uit twee heeren en een dame, had, toen de
dieren reeds in het nauw waren gedreven, een
der kolossen licht gewond en hem daardoor tot
uiterste woede gedreven. Het heest rende op
zijn belagers aan en voor deze wisten wat te
doen, had hij zich op de dame geworpen en
haar met een slag. in het gelaat gedood. Het
gezicht van de ongelukkige was totaal onher
kenbaar geworden door dien éénen slag van
den berenklauw. Toen wierp het woedende
dier, met behulp van zijn metgezel, zich op de
jagers en na een vreeselijke worsteling werden
ook deze gedood. Afschuwelijk verminkt wer
den de lijken later door berenjagers, die het
spoor van de beide dieren hadden gevolgd ge
vonden.
VOOR DE HUISKAMER j
REGEN EN PIJN.
Onlangs stierf in de Vereen. Staten de be
kende medicus Mitchall, waaraan onze maat
schappij vee] te danken heeft gehad, in de me
dische wereld is Mitchall bekend geworden door
z'n interessante studiën over de werking der
slangengiften. Dan zou zijn studie over de
pathologie van ons zenuwstelsel al voldoende
zijn, Mitchall in de medische kronieken een on
sterfelijkheid te bezorgen. Hier zullen wij het
echter niet over hebbenin een nieuwsblad mag
men nooit geleerd zijn. Maar Mitchall heeft
meer gedaan. Jarenlang heeft hij waarnemingen
verricht betreffende het verband tusschen weers
gesteldheid en pijn.
In den volksmond komen enkele uitdrukkingen
voor, die er op wijzen, dat de massa het ver
band tusschen weer en pijn weet. Men denke
b.v. aan zijn eksteroogendoen die pijn, dan is
er slecht weer in aantocht. De officiëele verte
genwoordigers van de Wetenschap, of liever de
vertegenwoordigers van de officiëele Weten
schap, hadden echter niet gemeend, dat het
noodig was, hiervan nota te nemen. Zooals zoo
vaak het geval is, kreeg Mitchall het met de
hooggeleerde en zeergeleerde heeren aan den
stok, toen hij hen op hun verzuim wees. Dit
geschiedde gedurende den Amerikaansehen on
afhankelijkheidsoorlog. Mitchall was toen hoofd
directeur van het militaire hospitaal, en ondanks
z'n vele werkzaamheden vond de knappe dokter
gelegenheid, zijn aandacht te wijden aan de
schotwonden en hun werking op de zenuwen.
Mitchall was een zeer geliefd geneesheer. Zijn
systeem was nl. vroolijk de patiënten op, maak,
dat ze hun pijn niet voelen, suggereer ze. Hij
beschouwde zijn patiënten niets als proef-konij-
nen, maar als vrienden en toen de oorlog voorbij
was, en Mitchall het hospitaal reeds lang ver
laten had, stond hij nog met zooveel oud-patiën
ten in correspondentie, dat het voor hem beslist
noodzakelijk was, dat hij er twee secretarissen
op nahield.
Plots gebeurt er iets merkwaardigs. Er trekt
een buitengewoon diepe depressie langzaam van
West naar Oost. De storting veroorzaakt over
vloedig regen. Ze wordt voorafgegaan door een
zone van druilerigheid en somberheid, maar ze
wordt óp den voet gevolgd door een opklarings-
gebied. De storing kondigt zich in Californië
aan en.... de dokter ontvangt een groot aan
tal brieven van in Californië wonende oud
patiënten, die hem meededen, dat hun oude
wonden weer vreeselijk pijn doen. Twee dagen
later is de storing in Denver gearriveerd; ge
volg er van is, dat nu uit Denver een enorme
hoeveelheid brieven arriveert van oud-patiënten,
die hun wonden, hoewel genezen, toch weer
voelen. Drie dagen later is de storing in Chicago
aangeland, en thans melden de meeste oud
patiënten, die daar hun tenten hebben opgesla
gen, den dokter, dat ze ontzettende pijn lijden.
Mitchall heeft hier natuurlijk direct de baro
metrische storing als den veroorzaker van de
pijn beschouwd. Zoo is hij op het denkbeeld
gekomen, het verband tusschen weersgesteldheid
en pijn nader te bepalen. Hij stelde overal me
teorologische waarnemers aan, en maakte ook
gebruik van de officiëele gegevens der weer-
bureaux. Ook op andere wijs verzamelde hij
materiaal, en ten slotte kon hij constateeren, dat
ieder regen-gebied, hetwelk van West naar
Oost trekt, als het ware een pijngolf met zich
meevoert. De regen-zóne en de pijn-zóne zijn
gelijkvormig; de pijnzóne is echter iets grooter,
gemiddeld ongeveer 20 pCt. Voorts gaat de
pijn-zöne de regen-zóne vooraf. Pijn is dus als i
de voorbode van regen te beschouwen. Mitchall
kon voorts vaststellen, dat in deze pijn-zóne
steeds vele gevallen van kinderverlamming en
St. Vitusdans voorkwamen.
De onderzoekingen van Mitchall zijn zoowel
voor de geneesheeren als voor de weerkundigen
van het grootste belang, al moet men niet te
veel van die onderzoekingen verwachten. Zij zijn
te beschouwen als de eerste stap op den nieuwen
weg der medische meteorologie en der climatolo-
gische geneeskunde. Nog zij er op gewezen, dat
deze pijn-zöne waarschijnlijk overeenkomt met
het hygrometisch hoog, dat het barometrisch
laag en den reuen voorafgaat.
REUSACHTIGE GLETSCHERS.
De kwakkel-winters van tegenwoordig heb
ben ons doen vergeten wat sneeuw, vooral wat
ijs is. We zien geen ijs meer zooals we dat voor
eenige decenniums zagen. Maar daar zijn altijd
toeristen en ijverige onderzoekingsreizigers,
die dan de ijsregionen in andere landen opzoe-
ken en ons dan later de bijzonderheden melden,
die ze daar hebben opgemerkt.
Reizigers uit andere landen hebben in de
laatste jaren talrijke bezoeken gebracht aan
de eeuwige sneeuw- en ijsstreken van Voor- en
Midden-Azië. Het echtpaar Workmann neemt
onder die onderzoekers wel een eerste plaats
in. Met onvermoeiden ijver en met velerlei op
offeringen en onberingen heeft dit kranige
echtpaar gewerkt in de omgeving van den Hi
malaya en den Karakorum. De resultaten, die
ze gehad hebben zijn alleszins bevredigend. Ze
hebben zich vooral toegelegd op de studie van
de beide grootste gletschers ter wereld, die
zich, zooals bekend was, in die buurt bevinden.
Deze gletschers zijn in de eerste plaats de
Siaehen, in de tweede plaats de Tarimscher.
Deze beide reusachtige ijsklompen vereenigen
zich op een zeker punt. Voordat ze elkaar ra
ken, is eerstgenoemde gietscher 42 K.- M.,
de tweede 3 K. M. breed.
Door een vernauwing van het dal komen de
gletschers bij elkaar. Intusschen is dat niet het
eenige wat het echtpaar Workbann te melden
heeft. Ze hebben zich er ook op toegelegd om
nieuws te verkregen over den Karakarum. En
het is volgens O. N. gebleken, dat de kaarten
daarvan niet geheel en al juist zijn. Zoo stel
den de reizigers vast, dat de Saltoropas, die
tot nn toe zijn naam ontleende aan den giet
scher Saltoro, daarmee niets te maken heeft.
Zoodat een andere naam noodig was en Sal-
toro-pas werd omgedoopt in Bilaphon-pas. Ver
der bleek ook, dat de top van den Teramkan-
gri-berg, waarvan tot nu werd beweerd dat hij
zich 7380 M. verheft, veel hooger is en gere
kend mag worden op 8300 M. Daardoor kan
men dezen berg rangschikken onder de hoog
ste der aarde, echter de Oostelijke wand van
den Siachennij gietscher is een landstreek die
nog weinig werd bezocht. Daar werd op het
gebied van Turkestan een nieuwe groep van
hooge bergtoppen ontdekt. Een andere groep
ontdekte men bij het zoogenaamde Zilver-
stroom-plateau. Dat ook daarbij hooge bergen
zijn, bleek uit het feit, dat er een top bij was,
die zich 7317 M. in de lucht verhief. Aan dien
top werd den naam van Koningin Maria van
Engeland gegeven.
Nog werd een interessante vondst gedaan op
den Siachen-gletscher. De reizigers vonden
daar op groote hoogte de overblijfselen en
ruines van oude bouwwerken. Dit doet hen ver
moeden, dat deze gietscher vroeger heeft ge
diend als de weg naar de Turkestan. Wat zeer
zeker niet onmogelijk is.
Het echtpaar Workmann vertoeft thans in
Europa maar zal het er wel niet lang uithou
den. Bij beiden zit de liefde voor het reizen
zoozeer in het bloed, dat ze wel spoedig weer
naar de onbekende streken van het een of an
dere ongure land zullen vertrekken.
IETS OYER THEE.
In de „Allgem. Hot. Rundschau" vinden wij
een uitgebreid artikel gewijd aan de thee, de
bereiding in het land van productie en de wijze
van gereedmaken voor gebruik.
De schrijver Julius Bredow, begint met er
op te wijzen hoeveel verschil er bestaat tus
schen de eene kop en de andore. Tusschen het
fijne geurige kopje, dat niemand verkwikt en j
doet g< lieten en het gootwater, dat zoo dik- j
wtfls voor thee moet doorgaan. En toch I
vorvalscbingen nu even daargelaten kom*
de grondstof van beide van denzelfden struik.
De theeboom wordt drie a vier meter hoog
en beeft spitse getande bladeren, die steeds
groen blijven en een lederachtigen glans be
zitten. Inheemseh komt de thee in China, Ja
pan en onze Oost-Indische eilanden voor, doch
is ook met succes in de West en in Brazilië
aangeplant. Het eigenlijke vaderland is echter
China, dat nog steeds de eerste plaats inneemt
onder de producenten. De groene en de zwarte
thee zijn van de Chineesche soorten de meest
bekende. Om groene thee te verkrijgen worden
de pas geplukte bladeren aan heete waterdam
pen blootgesteld, dan eenige uren in de zon
gedroogd om daarna in ijzeren pannen te wor
den geëe8t om dan gekneed en tot ballen ge
wrongen te worden. Daarmede is de behande
ling in hoofdzaak afgeloopen.
Meer zorg vereischt de zwarte thee, want
de verwelkte blaadjes moeten daarbij vóór het
kneden aan gisting worden onderworpen en
voorzichtig boven een rookvrij kolenvuur wor
den geroosterd. Daardoor verliest de zwarte
thee verschillende 6cherpe en bittere bestand
deelen, o.a. een groot deel van het looizuur
en wordt zoodoende fijner en zachter van
smaak zonder zoo prikkelend op de zenuwen te
werken.
Nog steeds geschiedt de theebereiding in
China uitsluitend door handenarbeid, terwijl
bijvoorbeeld in onze Oost de machine reeds
haar intrede gedaan heeft. Op de laatste
wijze gaat de ïabrikatie zooveel sneller, dat
bladeren, die 's morgens nog aan de boom zit
ten, '8 avonds reeds geheel gereed zijn voor de
verzending naar Europa. De rationeele wijze
van exploitatie, waarbij het verlies zooveel
mogelijk beperkt wordt en de beste soorten
worden aangeplant, leidt er toe-, dat Java en
Ceylon concurrenten van beteekenis worden.
De kwaliteit wordt in hoofdzaak bepaald
door de zachtheid en fijnheid van blad. In de
eerste plaats komt dus de Keizerthee uit de
zachtste blaadjes van den eersten pluk bereid.
Deze is echter niet in den handel, wijl zij
niet tegen transport bestand is en toch te duur
zou worden. De karavanen thee in de loodeD
kisten, die vroeger op kameelen door Siberië?
naar Rusland werd gevoerd (thans natuurlijk
met den trein) is zeer goed, beter dan die wel
ke over zee hier heen komt, daar deze door de
vochtige atmosfeer meestal aan kwaliteit ver
liest.
De Tartaren en Oalmukken gebruiken 'ge
woonlijk de „Briketthee": verwelkte en ver-
dorde blaadjes, met deelen veegsel en andere
afval, met lijm of ossenbloed vermengd en tot
tegels geperst van 1.5X10X20 cM. Van dit
kostelijk mengsel weten Tartaren zelfs een
soort soep en een soort groente te bereiden. Al
draait een Europeaan het hart in het lichaam
om, die menschen houden er zooveel van. dat
de^ theebriketten vaak in plaats van geld als
ruilmiddel worden gebruikt.
Ohineezen gebruiken de afgetrokken blaad
jes voor verschillende doeleinden, ook ge
droogd en in vormen geperst als brandstof zoo-
als turf. Vooral staat deze brandstof in hooge
eer bij de bereiders van gerookte of gepekeld
varkensvleesch, dat aan de behandeling een
eigenaardigen smaak dankt, die voor een Chi-
nees even lekker is als voor den Amerikaan
hot vleesch van met mais gemeste ossen. De
nsch van deze „theeturf" dient om het land te
bemesten. Doch voor dien heeft het theeblaadje
nog een andere functie vervuld. Door het na
melijk langzaam nit te kooken komt de looi
stof vrij die bij de lederbewerking een groote
rol speelt of aan weefsels een donker bruine
tint geeft die niet verschiet (dit laatste zien
wij aan theevlekken in tafelgoed).
Natuurliik ontgaat thee het algemeens lot