DINSDAG 7 APRIL 1914. 38ste JAARGANG No. 8407 JfcA - BIJVOEGSEL VAN DE NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. ftÖh ^an:=^a?5il;====rr"^t===3 iEf=i E]i iSgfnEfes ingjatajgiAtamös ïaoïrw-opet&g naam boramzafe en ceintuur, dodh vond niette en mien zal geen schuilplaats vinden, dan nadat de mode weer een rwajnen rok geboden heeft, L. D. ÏMERIKAANSOHE TITELS. De Amerikaan houdt van titels. En het bezit van deze titels is den stamboomloozen Yankee het eenige, dat h# de oude-wereldbewoner be nijdt. Dat menig oud Europeesch adellijk ge slacht zijn wapen opknapte met Amerikaansch goud, is te danken aan het zwak voor titels. Wilham Bryan, de staatssecretaris der Ver- eenigde Staten, vertelde dezer dagen een paar aardige staaltjes van deze voorliefde voor schoonklinkende titels. Er loopt in New-York een man rond, die zich steeds „Kapitein" laat noemen. De man huwde de weduwe van Kapi tein Brown, en deed zijn vrouw niet het ver driet aan, van haar titel afstand te moeten doen. Een ander bekend Amerikaan laat zich „de Generaal" noemen, en dit omdat hij 27 jaar lang opzichter (general inspector) was in een graanhandel. Het leukst is het geval van Rechter Greene, die zich dezen hoogedel gestrenge® titel aanmatigde, omdat hij eens scheidsrechter was geweest bij paardrennen, EEN ZESTAL WENKEN VOOR EEN GOED KOOKSTER. lo. Zorg in de eerste plaats voor zindelijk heid. 2. Neem nota van alle geuren, die nw. neus binnendringen. 3o. Draag zorg voor een regelmatig, niet te heet vuur. 4o. Zorg, dat wat op tafel wordt gebracht niet alleen smakelijk is, doch er smakelijk uit ziet. 5o. Maak van specerijen een niet te druk gebruik. 6o. Wees er op bedacht, niets wat voeding en smaak bevat, .weg te gieten. WETENSCHAPPELIJKE TITELS. Pro!, dr. Frans van Cauwelaert, rapporteur der begrooting van kunsten en wetenschappen, wijst in zijn rapport op een euvel, dat in België voorkomt en inderdaad ook sedert lang buiten de grenzen besproken is. In België worden nl. veel te gemakkelijk we tenschappelijke titels verleend. Van Cauwelaert noemt een „instituut", dat hier te lande gewoon weg een ambachtsschool zou heeten, maar zich daar tooit met den titel van „Ecole officielle de la Brasserie Beige". Wie slechts twee dagen per week gedurende drie jaren die vakschool bezocht heeft, krijgt den titel van...:, „ingenieur"; hij heet dan „ingenieur des industries de fermen tation"!! In het Luiksche kan men na een half jaar studie den titel verwerven van „ingénieur spécial de sucrerie". Voor de toelating tot die inrichtingen wordt slechts eene zeer elementaire kennis vereischt. Daar moet een einde aan komen, zegt van Cauwelaert terecht. Ook met den doctorstitel wordt gehoosd. Er moest een scheiding gemaakt worden tusschen het beroepsdiploma en den doctoralen titel, voor welken laatste de eischen dienden verzwaard te worden. 't Is zeer juist. En het gevolg van den in België bestaanden toestand is, dat personen, die er een wetenschappelijken graad hebben behaald, heelwat moeten bijstudeeren, willen zij dezelfde bul of diploma ook in Dmitschland of Neder land verwerven. EEN VERONGELUKTE EXPEDITIE. Het is mogelijk ofschoon niet zeker, dat er sporen ontdekt zijn van de omgekomen leden der expeditie van: Sehröder-Stranz op Spitsbergen. Dr. Sandleben, de broer van een van luit. Schröder-Stranz's expeditiemakkers, heeft thans aan de Magdeiburger Ztg. geschre ven, dat tegen het einde van den vorigen zo mer de bemanning van een Noorsche walvïsch- vaarder, op den Noordweaë-hoek van het Noordoost-land, tusschen Kaap Torrel en An- gelinberg een bamboekstmak had gezien, die daar rechtop in den grond was geplaatst. Daar Sehröder-Stranz met zijn makkers had afgesproken, op die wijne d. i. door het plaatsen van bamboestaken den gevolgden weg aan te geven, is het, zeer waarschijnlijk, dat de vermiste ontdekkingsreizigers op de ver melde plaats zijn geweest. De Daitsche consul te (Tromsö doet thans moeite om een schip naar „Noordoost-land ge zonden te krijgen, teneinde een onderzoek ter plaatse te doen instellen. Echter is de aanwijzing zoo vaag, dat men in Duitschland niet veel hoop koestert, de ver dwenen expeditie op te sporen. ONDOORDRINGBAAR BETON. Men heeft een nieuwe methode ontdekt om beton ondoordringbaar te maken. Daartoe maakt men gebruik ban de gewone groene zeep. Het beton wordt met zeepsop vermengd en wel op 1 kub. M. zeep komen 6 a 8 pond zeep. Het kalkwater, dat steeds in cement aanwezig is, schijnt zich met de alkalische bestanddeelen der zfeep te vereenigen tot een ondoordringbaar calcium-oxyde, dat de po riën geheel vult. Met het mengsel kunnen zelfs betonmuren, die al gereed zijn, water dicht worden gemaakt, daartoe bedekt men ze met een dubbele laag van de substantie. Bij de constructie van waterleidingen, reser voirs en dergelijke kan deze methode groote diensten bewijzen, temeer daar de kosten ge ring zijn, EEN CONTROLE-SCHIP VOOR DE DRAADLOOZE TELEGRAFIE. Om het werk van de stations voor draad- looze telegrafie op de kusten van Amerika te controleeren, heeft toet departement van Ma rine der Ver. Staten een controleschip inge richt. Het moet in den Atlantischen Oceaan kruisen en er voor zorgen, dat de verschillen de stations de voorschriften omtrent de leng te der electrische golven nakomen, om sto ringen te voorkomen. Het vaartuig bezit ap paraten, die een snelle meting van de golf lengte mogelijk maken Deze bewaking is met het toenemen van het aantal stations langza merhand noodzakelijk geworden, daar in den laatsten tijd de storingen en het valseh alarm maken toenemen L Ook advertentie colportage. De „Times" schrijft, dat de methoden door de suffragettes toegepast om aan advertenties te komen onder de winkeliers van het West-end groote veront- waardiging wekken. De militante dames heb ben ook geld noodig en zij trachten nu voor haar bladen dit te krijgen, door de winkeliers, welke niet willen adverteeren, met een boycot te bedreigen. Bij den aanhang der suffragettes ook vooral in de hoogere kringen is dat natuur lek een ernstige bedreiging en het gevolg is dat verschillende winkeliers in suffragettebla den adverteeren. In de eerste plaats om hun klandizie niet te verliezen maar in de tweede plaats ook in de hoop, dat ze aldus aan de vriendelijkheden der militante ruitenwerpsters zullen ontkomen. Op een der vergaderingen van militanten zeide bijv. een spreker, dat de beste verzekering tegen gebroken vensterrui ten 't adverteeren in de suffragettebladen was. Vriendelijke ontvangst van luchtreinigers. De bekende luchtreiziger Von Abercron, bak loneommandant van den Duitscben ballon „Neusz", waarschuwt in de JDüsseldorfer Sportzeitung" zijn collega's voor een daling in Nederland. De luchtschipper verhaalt, hoe hij op Zondag 29 Maart, vergezeld van twee dames en een heer, te Keulen opsteeg en genoodzaakt was in Noord-Brabant, tusschen de dorpen Uden en Veghel, te dalen. Honderden nieuwsgierigen renden Set gele gevaarte, dat daar laag over de weilanden dreef, na. Eenige grepen den landigskabel en waren den ballonnisten aldus behulpzaam bij het landen. Eèn aantal boeren begon dadelijk bespre kingen te houden over de schade, die het wei land door de landing had ondervonden. „De eigenaar van het land week niet van m'n zijde," schrijft Von Abercron verder. „De schade werd met één oogopslag op twintig gul den getaxeerd." „Den wagen, die het ballonomhulsel naar den trein moest brengen, duldde hij niet op zijn land; wel stond hij toe, dat de honderden nieuwsgierigen zijn gras plattrapten. De mannen, die den landingskabel hadden vastgebonden, hielden de hand op en toen ze niet gauw genoeg naar hun zin geld kregen, begonnen ze zóó op te dringen, dat ik bang was, dat de dames in een sloot zouden geraken. Op aanraden van een postbeambte vluchtten we in een boerenwoning. Voor die gastvrijheid vroeg de vriendelijke, onbaatzuchtige boer echter drie mark. Toen ik hem evenwel mededeelde, dat ik een, klacht zou indienen bij de Nederlandsohe Luchtvaartvereeniging en niet zou aarzelen zijn naam op te geven, haalde hij bakzeil. We reden met den vrachtwagen naar Uden en betraden een logementje, waar we al spoe dig door een 15-tal personen omringd werden die zich als onze gasten beschouwden en dien tengevolge voor onze rekening dronken. Nog was het einde der kwellingen niet aan gebroken. De eigenaar van de kar stopte op 200 meter af stands van het goederenstation en weigerde verder te rijden, tenzijhij twee" gulden kreeg. Toen ik hem vroeg, of vreemde lingen hier steeds zoo voorkomend behandeld werden, antwoordde de man„Dat kan me niks schelen; het geld is de hoofdzaak." Von Abercron noemt ten slotte het optreden der Hollanders bij de landing „skandalös." Men ontzag de dames al evenmin als de heeren. Besmetting door onzuiver keukenzout. In verband met de oestervergiftigingen te '&-Hage wijst het „Maandblad tegen de Ver- valschingen" op de onderzoekingen door drs. Pappin en Grosseron gepubliceerd aangaande de kans van besmetting door onzuiver gewoon keukenzout. „Zooals bekend is, luidde het ^deskundig rap port in zake dp bedoelde oestervergiftiging, dat de mogelijkheid zou kunnen bestaan van een besmetting buiten de kweekplaatsen der oes ters om, daar geen aanwijzingen van besmet water bestonden. De vraag doet zich nu voor: kan het keukenzout een der oorzaken van be smetting geweest zijn? Volgens de voornoemde deskundigen kan zich wel degelijk een bacte riologische flora op zout ontwikkelen, en de schrijvers wenschen bij de zoutbereiding aan kustplaatsen dezelfde hygiënische voorzorgen voorgeschreven te zien als bij de oestercultuur het giewal is. Het steriliseeren van zout (ver hitting tot 105 gr. O.) levert betrekkelijk wei nig bezwaren op, en waar het behandelen van groote hoeveelheden zout die in zoutziederijen opgestapeld liggen volgens de schrijvers, niet steeds met de noodige zindelijkheid ge schiedt, zou een dergelijke behandeling van groote hygiënisch belang zijn, zoowel voor de conservefabrieken als voor de huishouding. Wij maken nadrukkelijk opmerkzaam op Let feit, dat de voornoemde geleerden het oog heb ben op buitenlandsche zoutziederijen, zoodat door hen geenszins een blaam op ons Hol- landsch product geworpen wordt. Doch waar voorkomen beter is dan genezen, achten wij het toch van belang op de bedoelde beschou wingen te wijzen, te meer daar zout een inter nationaal artikel is, en men natuurlijk kans heeft, niet altijd een behoorlijk gezuiverd arti kel te ontvangen." De gevaren van de berenjacht. De jacht op den Amerikaansehen grizlybeer is en blijft altijd een gevaarlijk vermaak. Vooral voor mensehen die dat niet gewend zijn en die niet op het juiste moment hun tegenwoordigheid van geest weten te bewaren. Daar zijn altijd van die waaghalzen, die er maar op los jagen, zonder dat ze zeker zijn van hnn schot en zon der dat ze op de hoogte zijn met de gewoonten en de gevaarlijke manieren van de dieren die ze willen dooden. Zoo komt thans weer uit Amerika uit de oer-wouden van het Noorden, een bericht van 'n ontzettend jacht-avontuur van eenige toe risten. Deze waaghalzen waren zonder gids en zonder voldoende bewapening ter jacht geto gen. Ze waren op het spoor giekomen van een paar reusachtige grizlyberen. Een der heeren van het gezelschap, bestaan de uit twee heeren en een dame, had, toen de dieren reeds in het nauw waren gedreven, een der kolossen licht gewond en hem daardoor tot uiterste woede gedreven. Het heest rende op zijn belagers aan en voor deze wisten wat te doen, had hij zich op de dame geworpen en haar met een slag. in het gelaat gedood. Het gezicht van de ongelukkige was totaal onher kenbaar geworden door dien éénen slag van den berenklauw. Toen wierp het woedende dier, met behulp van zijn metgezel, zich op de jagers en na een vreeselijke worsteling werden ook deze gedood. Afschuwelijk verminkt wer den de lijken later door berenjagers, die het spoor van de beide dieren hadden gevolgd ge vonden. VOOR DE HUISKAMER j REGEN EN PIJN. Onlangs stierf in de Vereen. Staten de be kende medicus Mitchall, waaraan onze maat schappij vee] te danken heeft gehad, in de me dische wereld is Mitchall bekend geworden door z'n interessante studiën over de werking der slangengiften. Dan zou zijn studie over de pathologie van ons zenuwstelsel al voldoende zijn, Mitchall in de medische kronieken een on sterfelijkheid te bezorgen. Hier zullen wij het echter niet over hebbenin een nieuwsblad mag men nooit geleerd zijn. Maar Mitchall heeft meer gedaan. Jarenlang heeft hij waarnemingen verricht betreffende het verband tusschen weers gesteldheid en pijn. In den volksmond komen enkele uitdrukkingen voor, die er op wijzen, dat de massa het ver band tusschen weer en pijn weet. Men denke b.v. aan zijn eksteroogendoen die pijn, dan is er slecht weer in aantocht. De officiëele verte genwoordigers van de Wetenschap, of liever de vertegenwoordigers van de officiëele Weten schap, hadden echter niet gemeend, dat het noodig was, hiervan nota te nemen. Zooals zoo vaak het geval is, kreeg Mitchall het met de hooggeleerde en zeergeleerde heeren aan den stok, toen hij hen op hun verzuim wees. Dit geschiedde gedurende den Amerikaansehen on afhankelijkheidsoorlog. Mitchall was toen hoofd directeur van het militaire hospitaal, en ondanks z'n vele werkzaamheden vond de knappe dokter gelegenheid, zijn aandacht te wijden aan de schotwonden en hun werking op de zenuwen. Mitchall was een zeer geliefd geneesheer. Zijn systeem was nl. vroolijk de patiënten op, maak, dat ze hun pijn niet voelen, suggereer ze. Hij beschouwde zijn patiënten niets als proef-konij- nen, maar als vrienden en toen de oorlog voorbij was, en Mitchall het hospitaal reeds lang ver laten had, stond hij nog met zooveel oud-patiën ten in correspondentie, dat het voor hem beslist noodzakelijk was, dat hij er twee secretarissen op nahield. Plots gebeurt er iets merkwaardigs. Er trekt een buitengewoon diepe depressie langzaam van West naar Oost. De storting veroorzaakt over vloedig regen. Ze wordt voorafgegaan door een zone van druilerigheid en somberheid, maar ze wordt óp den voet gevolgd door een opklarings- gebied. De storing kondigt zich in Californië aan en.... de dokter ontvangt een groot aan tal brieven van in Californië wonende oud patiënten, die hem meededen, dat hun oude wonden weer vreeselijk pijn doen. Twee dagen later is de storing in Denver gearriveerd; ge volg er van is, dat nu uit Denver een enorme hoeveelheid brieven arriveert van oud-patiënten, die hun wonden, hoewel genezen, toch weer voelen. Drie dagen later is de storing in Chicago aangeland, en thans melden de meeste oud patiënten, die daar hun tenten hebben opgesla gen, den dokter, dat ze ontzettende pijn lijden. Mitchall heeft hier natuurlijk direct de baro metrische storing als den veroorzaker van de pijn beschouwd. Zoo is hij op het denkbeeld gekomen, het verband tusschen weersgesteldheid en pijn nader te bepalen. Hij stelde overal me teorologische waarnemers aan, en maakte ook gebruik van de officiëele gegevens der weer- bureaux. Ook op andere wijs verzamelde hij materiaal, en ten slotte kon hij constateeren, dat ieder regen-gebied, hetwelk van West naar Oost trekt, als het ware een pijngolf met zich meevoert. De regen-zóne en de pijn-zóne zijn gelijkvormig; de pijnzóne is echter iets grooter, gemiddeld ongeveer 20 pCt. Voorts gaat de pijn-zöne de regen-zóne vooraf. Pijn is dus als i de voorbode van regen te beschouwen. Mitchall kon voorts vaststellen, dat in deze pijn-zóne steeds vele gevallen van kinderverlamming en St. Vitusdans voorkwamen. De onderzoekingen van Mitchall zijn zoowel voor de geneesheeren als voor de weerkundigen van het grootste belang, al moet men niet te veel van die onderzoekingen verwachten. Zij zijn te beschouwen als de eerste stap op den nieuwen weg der medische meteorologie en der climatolo- gische geneeskunde. Nog zij er op gewezen, dat deze pijn-zöne waarschijnlijk overeenkomt met het hygrometisch hoog, dat het barometrisch laag en den reuen voorafgaat. REUSACHTIGE GLETSCHERS. De kwakkel-winters van tegenwoordig heb ben ons doen vergeten wat sneeuw, vooral wat ijs is. We zien geen ijs meer zooals we dat voor eenige decenniums zagen. Maar daar zijn altijd toeristen en ijverige onderzoekingsreizigers, die dan de ijsregionen in andere landen opzoe- ken en ons dan later de bijzonderheden melden, die ze daar hebben opgemerkt. Reizigers uit andere landen hebben in de laatste jaren talrijke bezoeken gebracht aan de eeuwige sneeuw- en ijsstreken van Voor- en Midden-Azië. Het echtpaar Workmann neemt onder die onderzoekers wel een eerste plaats in. Met onvermoeiden ijver en met velerlei op offeringen en onberingen heeft dit kranige echtpaar gewerkt in de omgeving van den Hi malaya en den Karakorum. De resultaten, die ze gehad hebben zijn alleszins bevredigend. Ze hebben zich vooral toegelegd op de studie van de beide grootste gletschers ter wereld, die zich, zooals bekend was, in die buurt bevinden. Deze gletschers zijn in de eerste plaats de Siaehen, in de tweede plaats de Tarimscher. Deze beide reusachtige ijsklompen vereenigen zich op een zeker punt. Voordat ze elkaar ra ken, is eerstgenoemde gietscher 42 K.- M., de tweede 3 K. M. breed. Door een vernauwing van het dal komen de gletschers bij elkaar. Intusschen is dat niet het eenige wat het echtpaar Workbann te melden heeft. Ze hebben zich er ook op toegelegd om nieuws te verkregen over den Karakarum. En het is volgens O. N. gebleken, dat de kaarten daarvan niet geheel en al juist zijn. Zoo stel den de reizigers vast, dat de Saltoropas, die tot nn toe zijn naam ontleende aan den giet scher Saltoro, daarmee niets te maken heeft. Zoodat een andere naam noodig was en Sal- toro-pas werd omgedoopt in Bilaphon-pas. Ver der bleek ook, dat de top van den Teramkan- gri-berg, waarvan tot nu werd beweerd dat hij zich 7380 M. verheft, veel hooger is en gere kend mag worden op 8300 M. Daardoor kan men dezen berg rangschikken onder de hoog ste der aarde, echter de Oostelijke wand van den Siachennij gietscher is een landstreek die nog weinig werd bezocht. Daar werd op het gebied van Turkestan een nieuwe groep van hooge bergtoppen ontdekt. Een andere groep ontdekte men bij het zoogenaamde Zilver- stroom-plateau. Dat ook daarbij hooge bergen zijn, bleek uit het feit, dat er een top bij was, die zich 7317 M. in de lucht verhief. Aan dien top werd den naam van Koningin Maria van Engeland gegeven. Nog werd een interessante vondst gedaan op den Siachen-gletscher. De reizigers vonden daar op groote hoogte de overblijfselen en ruines van oude bouwwerken. Dit doet hen ver moeden, dat deze gietscher vroeger heeft ge diend als de weg naar de Turkestan. Wat zeer zeker niet onmogelijk is. Het echtpaar Workmann vertoeft thans in Europa maar zal het er wel niet lang uithou den. Bij beiden zit de liefde voor het reizen zoozeer in het bloed, dat ze wel spoedig weer naar de onbekende streken van het een of an dere ongure land zullen vertrekken. IETS OYER THEE. In de „Allgem. Hot. Rundschau" vinden wij een uitgebreid artikel gewijd aan de thee, de bereiding in het land van productie en de wijze van gereedmaken voor gebruik. De schrijver Julius Bredow, begint met er op te wijzen hoeveel verschil er bestaat tus schen de eene kop en de andore. Tusschen het fijne geurige kopje, dat niemand verkwikt en j doet g< lieten en het gootwater, dat zoo dik- j wtfls voor thee moet doorgaan. En toch I vorvalscbingen nu even daargelaten kom* de grondstof van beide van denzelfden struik. De theeboom wordt drie a vier meter hoog en beeft spitse getande bladeren, die steeds groen blijven en een lederachtigen glans be zitten. Inheemseh komt de thee in China, Ja pan en onze Oost-Indische eilanden voor, doch is ook met succes in de West en in Brazilië aangeplant. Het eigenlijke vaderland is echter China, dat nog steeds de eerste plaats inneemt onder de producenten. De groene en de zwarte thee zijn van de Chineesche soorten de meest bekende. Om groene thee te verkrijgen worden de pas geplukte bladeren aan heete waterdam pen blootgesteld, dan eenige uren in de zon gedroogd om daarna in ijzeren pannen te wor den geëe8t om dan gekneed en tot ballen ge wrongen te worden. Daarmede is de behande ling in hoofdzaak afgeloopen. Meer zorg vereischt de zwarte thee, want de verwelkte blaadjes moeten daarbij vóór het kneden aan gisting worden onderworpen en voorzichtig boven een rookvrij kolenvuur wor den geroosterd. Daardoor verliest de zwarte thee verschillende 6cherpe en bittere bestand deelen, o.a. een groot deel van het looizuur en wordt zoodoende fijner en zachter van smaak zonder zoo prikkelend op de zenuwen te werken. Nog steeds geschiedt de theebereiding in China uitsluitend door handenarbeid, terwijl bijvoorbeeld in onze Oost de machine reeds haar intrede gedaan heeft. Op de laatste wijze gaat de ïabrikatie zooveel sneller, dat bladeren, die 's morgens nog aan de boom zit ten, '8 avonds reeds geheel gereed zijn voor de verzending naar Europa. De rationeele wijze van exploitatie, waarbij het verlies zooveel mogelijk beperkt wordt en de beste soorten worden aangeplant, leidt er toe-, dat Java en Ceylon concurrenten van beteekenis worden. De kwaliteit wordt in hoofdzaak bepaald door de zachtheid en fijnheid van blad. In de eerste plaats komt dus de Keizerthee uit de zachtste blaadjes van den eersten pluk bereid. Deze is echter niet in den handel, wijl zij niet tegen transport bestand is en toch te duur zou worden. De karavanen thee in de loodeD kisten, die vroeger op kameelen door Siberië? naar Rusland werd gevoerd (thans natuurlijk met den trein) is zeer goed, beter dan die wel ke over zee hier heen komt, daar deze door de vochtige atmosfeer meestal aan kwaliteit ver liest. De Tartaren en Oalmukken gebruiken 'ge woonlijk de „Briketthee": verwelkte en ver- dorde blaadjes, met deelen veegsel en andere afval, met lijm of ossenbloed vermengd en tot tegels geperst van 1.5X10X20 cM. Van dit kostelijk mengsel weten Tartaren zelfs een soort soep en een soort groente te bereiden. Al draait een Europeaan het hart in het lichaam om, die menschen houden er zooveel van. dat de^ theebriketten vaak in plaats van geld als ruilmiddel worden gebruikt. Ohineezen gebruiken de afgetrokken blaad jes voor verschillende doeleinden, ook ge droogd en in vormen geperst als brandstof zoo- als turf. Vooral staat deze brandstof in hooge eer bij de bereiders van gerookte of gepekeld varkensvleesch, dat aan de behandeling een eigenaardigen smaak dankt, die voor een Chi- nees even lekker is als voor den Amerikaan hot vleesch van met mais gemeste ossen. De nsch van deze „theeturf" dient om het land te bemesten. Doch voor dien heeft het theeblaadje nog een andere functie vervuld. Door het na melijk langzaam nit te kooken komt de looi stof vrij die bij de lederbewerking een groote rol speelt of aan weefsels een donker bruine tint geeft die niet verschiet (dit laatste zien wij aan theevlekken in tafelgoed). Natuurliik ontgaat thee het algemeens lot

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 7