TWEEDE BLAD
BINNENLAND.
Ontmaskerd.
B UI T E nlik ii 0,
Staten-Generaal'.
feuilleton
Boekfeese^cSeelinsj.
D0VDEPCA8 13 HPHiL
s-
reactie tegen de invaliditeits
wet.
te
NIEUWE HflflRLEMSCHE COURANT
van verzekeringen, die zieh tot de loonar
beiders beperken, in zijn voorstel lot wijzi
ging der invaliditeitswet, daar niet toe ovex-
FRANKRIJK.
t -j -
De „Gewetensvrijheid" in het leger, Het ontwerp licht den ouderdom uit de
,rH,et 40 VeS wntt -tillcrie heeft
Michiel op Paasch-Zaterdagavond moeten ver- kerii)g op> va]len onder de ouderdomab&.
laten, om naar het kamp van Chalons te ver-
trekken en op den eersten Paaschdag ging liet jud'en ze invaliditéitsrente genoten, moet
81e regiment artillerie van Verdun naar de- d,fr/e overgaan in zgn. ouclerdoms„rente".
telfde plaats van bestemming. Er moest dns aansluiting gevonden worden.
Twee volle regimenten werden dus in de En wel 1 use eb en twee geheel ongel ijksoor-
absolute onmogelijkheid gebracht, om op den tige instellingen^
grootsten kerkelijken feestdag van het jaar de Manr die mvaliditeitsronte zal in de mees-
H. Mis bij te wonen. De Fransche Katholieke te «evallen hooger zijn dan de in uitzicht
ij „a,okpliik scstcicle ouderdomsrente.
oladen vragen, of dit nu wel zoo noodzakelij nde^ dgt mpt
was, en of men niet meer eerbied zou kunnen
toonen voor de gewetensvrijheid van de solda
ten.
Prins Napoleon
riclite aan den generaal De Thomassin, een
brief, waarin hij zegt, dat ongerustheid en
angst zich meester maken van alle goede bur
gers. Hij gelooft niet, dat heil kan ontstaan
door het opnieuw raadplegen van de kiezers; j0(w» verlcenen.
Dan was men van de moeilijkheden
den leeftijd van den invalide-rentetrekker,
op zondanige wijze rekening zal worden ge
houden, dat de rente mét het klimmen der
jaren grleideliik daalt, zoodat ze tenslotte
zich aansluit hij de ouderdomsrente, d.w.z.
twee gulden per week.
Nog eervoudigcr zou het geweest zijn de
ter oore kwam, ontbood den man bij zieh
en gaf hom tegen Zaterdag z'n congé.
Na dezo oneervolle bejegening ging de
ontslagene .naar zijn plaats terug met het
plan het eerste schaftuur het beste met
zijn kameraden er over te delibereeren ten
einde te redden wat er te redden viel.
'n Scherpzinnige vriend had 'n idéé. „Weet
je wat?" gaf hij te raden, tcrwijL z'n pruim
verhuisde van rechts naar links, „weet je
wat? Zeg den baas dat je vrouw 'n kleintje
heeft gekocht en dat die gebeurtenis voor
jou aanleiding was om er een méér van de
j plank te wippen."
i „Prachtig 1" juichte de ontslagene. „Practi-
itigl" herhaalde hij weer, terwijl 'n hikje
'zijn kop deed schudden.
„Maar... waar haal ik 'n kleine van
daan? Mijn jongste kind is zes."
„Hij komt toch niet kijken," troostte de
vriend.
„En als hij liet tóch doet?" vroeg de ont
slagene aarzelend.
„O", riep de andere, „dan heb ik er thuis
eentje van twee-en-een-half jaar... 'n klei
de parlementaire republiek is gedoemd tot
onvruchtbare handelingen, de regeering is
een werktuig van partijzucht, niet van het
volk. Het eenige middel is de grondwet te lier-
zien en de directe verkiezing van het hoofd van
don staat door het volk. Er moet een einde
gemaakt worden aan de ontzettende uitgaven,
waarvan de verantwoordelijkheid valt op het
parlement.
De prins brengt hulde aan de mannen van
allo overtuigingen, die stemden voor den drie
jarigen diensttijd, en zegt ten slotteZoo de
Eranschen zich willen vereenigen om den
naam van Napoleon, zal ik een beroep doen
op de bekwame mannen van alle partijen om
met hen en op den grondslag van de volkssou-
vereiniteit een regeering te vestigen van
vruchtbare daden en nationale verzoening.
rente voor de invaliden maar on hetzelfde ,l0 dop, die best voor 'n zuigeling kandoor-
bedrag te stellen, en ze dan ook maar „koste- gaan. Je hoeft het maar te zeggen en ik
leen je het
d'o
ieder verzekeringsstelsel oplevert, voor goed
„Merci!"
Én de man stapte naar den haas om hem
af. En dan kon het evengoed gelden voor t.o vertellen waarom hij vanmorgen wat aan-
fftf flTlfl 1 ffOTl oio r»YT7oT Pcf o nrli iron i 0,^,qT\o1/C 11 Wfl-St
De patroon, die lont rook, beloofde des
middags te zullen komen kijken, wat de
man zei héél prettig te vinden
.Wij verplaatsen onze gedachten, ten
einde de geheele geschiedenis mee te leven,
naar de woning des werkmaus, zooals die er
uitzag op den bewusten middag. De vrouw
lag te bed en naast haar lag de kleine
van twce-en-een-half te spelen met de punt
van liet laken.
„Kijk, kijk, vrouw, is dat je kleintje?"
vroeg de patroon binnentredend. „Inderdaad,
zelfstoudigen als onzelfstanrligen.
Laat men eer maal het verzekeringsstelsel
los. wat de gepresumeerde invaliditeit, der
ouderdom, betreft, dan komt men. van zelf
verder op den weg der overheidsbedeeling.
De invaliditeitsrentetrekker zal op zijn ze
ventigste jaar ouderdonas„rente"-trekker wor
den.
Dit gevorderd in twee gevallen.
Vooreerst wanneer hij. wat niet uitgesloten
is, niettegenstaande zijn inval'diteitsrente,
toeh nog tot de bedeelden behoort.
En in de tweede plaats wanneer hij, wat
evenmin onmogelijk is, op zijn 70ste jaar iCCn schoon kind. En hoe gaat het met u?"
niet lot de hehoeftigen gerekend wordt.
Een verijdeld plan.
Een sensationeel© zaak houdt op het oogen-
b]5k de autoriteiten van Graz bezig. De Rus
sische; spion Alexander Jandric, die, zooals
men weet, eenigen tijd geleden door de Ween-
sdhe rechtbank tot meerdere jaren gevange
nisstraf veroordeeld werd, morst zijn straf in
de egvangenis van Graz uitzitten. Door Rus
sische agenten worden nu pogingen aange
wend om Jandric ie verlossen. De zaak kwam
aan het licht, doordat de bevrijders hun
plan in een herberg bespraken zonder er
op te letten, dat zij door een kol lu er in af
geluisterd werden, die toevallig Russisch
verstond. De vrouw stelde de autoriteiten
van het geval in kennis, die onmiddellijk uit
gebreide maatregelen troffen. Zaterdagnacht
kwamen werkelijk drie personen met een
ante hij de gevangenis, maar toen de wacht
post ben sommeerde te blijven staan, wend-
('©u zij Hot stuur en maakten zich in allerijl
,"'t de voeten. Men slaagde e rniet in hen
Jn hechtenis ie nemen.
Jandric zelf was floor een Insscbenpersoon
Van het plan op de hoogte gebracht.
In die heide gevallen krijgt hij niets meer.
Een gevolg van het doen samenvloeien
van het verzekeringsstelsel met het bedee-
liresstelsel.
Dit de invaliditeitswet wordt de ouderdom
gePelit.
Wat de invaliditeitsverzekering die over
blijft, betreft: deze wordt gedwongen zich
aan Ie passen aan een geheel ongelijksoor
tige instelling.
En de inwerkingtreding, die van rechts
wege zou plaats hebben in December 1916.
wordt in 'ieder geval uitgesteld, zoo niet
afgesteld.
Wel een© reactie!"
OCTROOÏBEZORGERSEXAMEN.
Bij beschikking van den Minister van
Landbouw is benoemd rene commissie tot het
afnemen van liet in Mei te houden octrooi-
bezorger&examen, en in die commissie zi.in
benoemd: tot lid, tevens voorzitter, mr. dr.
F. W. J. G. Snijder van W'vsenkerke, dir.
Bureau voor don Ind. Eigendom, voorzitter
van den Octrooiraad; tot leden: prof. dr. S.
Hoogewerff, buitengew. lid van den Octrooi-
raad; W. Moorrees, c. i. idem idem; mr. C. O.
Sogers, raadsheer in den Hoogen Raad, en
prof. Is. P. de Vooys, w.i., hoogleeraar aan
do Teclm. Hoogesehool buitengew. lid van
den Octrooiraad. St. Ct.
DE PEST IN INDIë.
Een regeeringstelegram, betreffende de
pestgevallen op Java, gedurende het 14-daag-
Mgr. dr. W. H. Nolens schrijft in de „Nieu- scbe tijdvak van 25 Maart tot en met 7 April,
lïe Veulosche Courant": i luidt als volgt:
„Het ontwerp-Treub dat aan behoeftige I Afdeeling Malang: B00 nieuwe pestgevallen,
zeventigjarigen een zoogenaamde „rente"
toekent, is eene reactie tegen de Armenwet
Maar evenzeer tegen de Invaliditeitswet
Volgens dezo zijn alle loonarbeiders ver
zekerd tegen invaliditeit en ouderdom.
De invaliditeit is de hoofdzaak.
Wie echter bet geluk heeft niet invalide
te worden, heeft de zekerheid, dat hij op ze
ventigjarigen leeftijd voor de betaalde pre
mier, rente zal trekken.
Niemand zal beweren, dat met deze voor
zieningen nu alles in orde zou zijn.
Zelfs niet voor de verzekerden, want de
rente zal in vele gevallen toch nog slechts
een bestaansminimum zijn.
En zeker niet voor bon, die buiten de ver
plichte verzekering vallen en van de gele
genheid om zich vrijwillig te verzekeren,
geen gebruik maken.
De vraag is maar of men; ook de zooge
naamd „zelfstandigen" in de verplichte inva
liditeitsverzekering wil opnemen.
Moorzoover thans kan blijken, zal de Minis
ter van Landbouw, die een tegenstander Is
270 dood en. Toeloengagoeng 7. Lamongan 1
en Berbek 2 sterfgevallen. Madioen 31 nieuwe
j gevallen, 22 dooden. Kcdir 46 nieuwe geval
len, 45 dooden. Soera ba j a 39 nieuwe gevallen,
30 dooden. Paree 60 nieuwe gevallen, 12 doo
den. Pasoeroean 10 nieuwe gevallen, 12 doo
den. Malang in de vorige periode nog 22 ge
vallen en 20 dooden.
„Toontje." In een dorp, gelegen on
der den rook van onze stad, is eenige dagen
geleden het volgende voorgevallen.
Een werkman, werkzaam in een groote
fabriek, toond eherhaaldelijk anti-Paulisti-
sclie neigingen, hetgeen hem buiten de fa
briek geen achting deed verwerven en daar
binnen voor den patroon verschillende ma
len aanleiding wa9 den Bacchus-vereerder
daarover gestrengelijk te berispen.
Het resultaat was niet hijster groot.
Op 'n Maandagmorgen laveerde de werk
man weer de fabriek binnen, zooals gewoon
lijk na een dag van rust lichtelijk aange
schoten. De patroon, wien het andermaal
„Naar omstandigheden goed, meneer
Gaat uwes 'n oogenblikje zitten.
„DankjeEnne dien flinke jongen
hoo heet ie!"
Daar zet de jonge wereldburger een paar
groote oogen op, verbaasd dat een meneer
het over hem heeft. Dan klinkt plotseling in
onvervalscht Brabantsch dialect uit den klei
nen mond op de herhaalde vraag naar 's ven-
jes naam:
„Toontje!!
Hier schrijven we neer net., trad'itioneele
tableau I
De man bleef op de fabriek en verloor
twee vrienden; de vriend met het twee-en-
halfjarig „Toontje" en... den borrel!
Hgzn.
TWEEDE KAMER.
GEWISSELDE STUKKEN.
Wetboek van Strafvordering.
Thans is ingediend het wetsontwerp tot vast
stelling van een Wetboek van Strafvordering,
vergezeld van eene Memorie van Toelichting
welke niet minder dan 250 pagina's telt.
Daaruit blijkt dat het door de Staatscommis
sie voor de herziening van het Wetboek van
Strafvordering ontworpen wetboek door minis-
ter Heemskerk als Minister van Justitie ad
interim op 8 Juli 1913 om advies naar den
Raad van State is verzonden. Mede in het licht
van dit advies, dat reeds 23 December 1913
inkwam, heeft de tegenwoordige Minister van
Justitie het wetsontwerp aan een algeheele her
ziening onderworpen en waar noodig met eigen
inzichten in overeenstemming gebracht,
Na een inleiding worden de hoofdbeginselen
van het ontwerp uiteengezet.
Onze strafrechtspleging onderscheidt zich
daardoor van die der meeste andere landen van
Europa, dat de berechting i3 opgedragen uit
sluitend aan ambiehjke rechtsgeleerde rechters
en dat in de wijze van berechting geenerlei on
derscheid wordt gemaakt tusschen de misdrij
ven, naar gelang zij een ernstiger of minder
ernstig karakter dragen.
Bij het ontworpen strafproces is nu aangeno
men, dat beide hoofdbeginselen onveranderd ge
handhaafd blijven.
Ook wordt gehandhaafd het z.g. opportuni
teitsbeginsel volgens hetwelk het openbaar mi
nisterie de bevoegdheid heeft ook dan, wanneer
een bewijsbaar strafbaar feit gepleegd is en dus
eene strafvervolging met waarschijnlijkheid van
veroordeeling zou kunnen worden ingesteld, die
vervolging achterwege te laten, wanneer dit op
gronden, aan het algemeen belang ontleend,
wenschelijk voorkomt, wanneer eene vervolging
niet door het algemeen belang gerechtvaardigd
is.
Welke zijn nu verder de voornaamste begin
selen, die het aangeboden ontwerp beheerschen?
Een goed ingericht strafproces moet zooveel mo
gelijk bevorderen de toepassing van de strafwet
op den werkelijk schuldige en tevens de veroor
deeling, kan het zijn, de vervolging van den
niet-schuldige naar vermogen verhinderen.
In het ontwerp is beproefd de rechten en be
voegdheden van de vervolgende autoriteit zoo
danig te regelen, dat zij naar de omstandig
heden tot alle gevorderde maatregelen in het be
lang van het onderzoek zal kunnen overgaan.
Art. 41 van het geldende Wetboek geeft
slechts een recht tot aanhouding van den ver
dachte ingeval van ontdekking op heeterdaad;
art. 55 ontwerp wil die bevoegdheid, althans
voor officier van justitie en subsidiair voor hulp
officieren van justitie en opsporingsambtenaren,
ook geven in alle gevallen waarin iemand ver
dacht is een strafbaar feit te hebben gepleegd,
waarvoor preventieve hechtenis is toegelaten.
Zeer belangrijk zijn verder de bepalingen, die
betrekking hebben op het zich verzekeren van
den persoon van den verdachte. Art. 58 ontwerp
geeft eene regeling, waardoor liet recht van den
officier van justitie of den hulpofficier om den
verdachte gedurende enkele dagen in verzeke
ring te houden, wettelijk wordt verzekerd.
De grenzen waar binnen de preventieve hech
tenis zal zijn toegelaten, worden eenigermate
uitgebreid, met name ten aanzien van verdach
ten, die hier te lande geene vaste woon- of ver
blijfplaats hebben.
De artikelen 509 en vlgg. van het ontwerp
strekken tot invoering van een met die voorloo-
pige hechtenis ter voorkoming van herhaling of
voortzetting van strafbare feiten verwant insti
tuut, te weten van de zoogenaamde rechterlijke
bevelen tot handhaving der openbare orde.
Voorts geeft het ontwerp een betere regeling
van het psychiatrisch onderzoek van verdachten.
Van veel belang zijn in het ontwerp de rege
lingen betrekkelijk inbeslagneming en huiszoe
king, die in het geldende recht onvoldoende en
onvolledig zijn.
Tegenover de uitbreiding van de rechten van
de vervolging staat die van de rechten van ver
dachte en verdediging.
Het geheim van het vooronderzoek wordt in
den regel tegenover den raadsman prijsgegeven.
Hetzelfde kan ook geschieden tegenover den
verdachte.
Het ontwerp heeft het gerechtelijk vooronder
zoek behouden en dat wel met den rechter als
onderzoekenden ambtenaar.
De openbaarheid van het onderzoek is niet
wenschelijk geoordeeld.
Er is voldoende voor gewaakt, dat eene behan
deling ter terechtzitting niet zal plaats vinden,
zonder dat de verdachte gelegenheid heeft gehad
eene voorafgaande beslissing van den rechter in
te roepen.
Ten aanzien van het bewijsrecht houdt het
Ontwerp het grondbeginsel ten deze van het
geldende Wetboek, d. w. z. de rechter mag eenig
feit slechts dan als bewezen aannemen, wanneer
hij daarvan uit het onderzoek ter terechtzitting
door den inhoud van wettige bewijsmiddelen de
overtuiging heeft bekomen.
Eene bepaling omtrent dé kracht van onbe-
eedigde verklaringen is in het ontwerp niet op
genomen. Het ontwerp houdt vast aan den regel,
dat alle personen, die als getuigen gehoord wor
den, den eed of eene evenfuee.'e daarmede gelijk
gestelde belofte, moeten afleggen.
Ook kinderen beneden den leeftijd van zestien
jaren en personen lijdende aan storing of ge
brekkige ontwikkeling hunner geestvermogens,
kunnen als getuigen worden gehoord.
leder kan als getuige gehoord worden. Voor
den rechter daartegenover de plicht te wikken en
te wegen, welk gewicht aan ieders verklaring
mag worden toegekend.
Met afwijking van het geldende Wetboek is in
het Ontwerp niet volstaan met eene verdeeling
in Titels, doch is allereerst eene verdeeling ge
geven in Boeken.
Het Eerste Boek is bestemd voor de alge-
meene bepalingen.
Het Tweede Boek behandelt het strafproces in
eersten aanleg.
Het Derde Boek behandelt de rechtsmiddelen.
De rechtsplegingen van bijzonderen aard zijn
vereenigd in het Vierde Boek.
Bij de toelichting wordt o. a. medegedeeld:
Het aantal strafbare feiten waarvoor voorloo-
pige hechtenis is toegelaten, wordt uitgebreid.
De vrijlating onder zekerheidstelling, een in
stituut, in schier alle buitenlandsche wetgevin
gen erkend, verdient ook hier te lande in het
gewone strafproces invoering.
Dat het instituut der schadevergoeding onder
gane voorloopige hechtenis ook hier te lande
invoering verdient, wordt vrij algemeen erkend.
De beslissing in zake de toekenning der scha
devergoeding wordt bij dit wetsontwerp in het
algemeen opgedragen aan het college, door of
bij hetwelk de beslissing is genomen, waardooi
aan de strafzaak een einde is gemaakt.
De toekenning eener tegemoetkoming heef!
steeds plaats, indien en voor zoover daartoe
gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Bij kennisneming van artikel 126 zal men be
vinden, dat de eedsdwang in het ontwerp is
gehandhaafd, onder uitbreiding nochtans van
het aantal gevallen, waarin voor den eed eent
belofte in de plaats treedt.
Rekening wordt gehouden met gewichtige ge
wetensbezwaren eene toetsingsbevoegdheid van
den rechter erkend, doch anderzijds enkel voor
zoover betreft de waarachtigheid, de overtui-
gingswaarde, van de opgave van die aanwezig
heid.
Het ontwerp geeft aan den verdachte en den
raadsman de bevoegdheid om zonder tusschen-
komst van den president en in den door hen ge
kozen vorm hunne vragen rechtstreeks tot de ge
tuigen te richten. Wel is waar zal de president
ambtshalve of op het verzet van den officier van
justitie kunnen beletten, dat aan zoodanige vra
gen gevolg wordt gegeven, doch ook bij vragen
door den officier van justitie gesteld bestaat de
mogelijkheid eener soortgelijke rechterlijke tus-
schenkomst.
Op het voetspoor van het Engelsche stelsel is
het instituut, oin staande de terechtzitting nog
wijziging in de dagvaarding aan te brengen, op
wélks invoering ook ten onzent reeds meermalen
van verschillende zijde werd aangedrongen, in
het ontwerp opgenomen.
Veelvuldig zijn de klachten, die aan den
grondwettigen eisch, dat alle vonnissen de gron
den, waarop zij rusten, moeten inhouden (art.
161 der Grondwet), door de tegenwoordige wijze
van motiveeren van strafvonnissen, niet op be
vredigende wijze wordt voldaan.
Ten einde aan deze grieven tegemoet te komen,
zijn daarom in het ontwerp vijf motiveerings-
voorschriften opgenomen.
Bij den drang naar herziening van ons straf
proces, wa3 steeds een van de hoofdwenschen
deze, dat de berechting van „kleine zaken"
mocht worden bespoedigd en vereenvoudigd.
Daartoe zoekt het ontwerp in de eerste plaats
bespoediging en vereenvoudiging te brengen in
het gewone rechtsgeding voor den kantonrechter
ter openbare terechtzitting.
Tegen misbruik van de zijde van het open
baar ministerie bij het gebruik maken van het
rechtsmiddel van hooger beroep is getracht te
voorzien door aan den verdachte een langeren
termijn voor het aanteekenen van beroep toe te
staan.
Nieuw is de invoering van rechterlijke bevelen
tot handhaving der openbare orde.
In hoofdzaak geldt het de invoering van
eene belofte, die de verdachte heeft af te leggen,
eene bereidverklaring, die bij heeft te geven,
waarvan de nakoming op verlangen des rechters,
door zekerheidstelling moet worden gewaar
borgd, houdende, dat hij het strafbaar feit, dat
op heeterdaad werd ontdekt, binnen een hem
gestelden termijn niet zal voortzetten of herha
len, terwijl hij óf bij weigering van die bereid
verklaring, of bij niet-nakoming van de bevelen,
welker opvolging hij beloofde, kan worden in
verzekering gesteld, hoewel slechts voor een door
de wet beperkten tijd, terwijl de niet-nakoming
der bevelen bovendien ten gevolge heeft, dat de
gestelde zekerheid aan den Staat vervalt.
Het Ontwerp kent den maatregel uitsluitend in
geval van ontdekking op heeterdaad van een
strafbaar feit.
De reeds bij verschillende wetten ten aanzien
van beoaalde stukken verleende vrijstelling van
het recht van zegel en registratie is tot alle'stuk-
ken op eene strafzaak betrekking hebbende uit
gebreid.
Heffing eener inkomstenbelasting.
Met de bedoeling de hoogere inkomens zoowel
in de inkomstenbelasting als in de vermogens
belasting eenigszins zwaarder te treffen dan in
het wetsontwerp geschiedt, zijn door de heeren
Bos, van Deventer, Ketelaar, Limburg, Mar-
chant, Roodenburg en Teenstra amendementen
voorgesteld.
Legende of historie? door
Th. Famulus R. K. Boekcen
trale Amsterdam.
't Overbekende, puike werkje van Th Fa
mulus, den populair-wetenschanpelijkcn apo
logeet pater Th. Bensdorp O.S.S.U. is weer
in een nieuw kleed verschenen: de derde
herziene uitgave.
Dit feit alleen is aanbeveling genoeg voor
dit degelijke werkje, waarin met zoo heldere
La,If,™Üisif*_w®ar01lder «Meen de vijf dooh- verliet, vierde ik in Hotel le rang mijne breng ik op de meest ongedwongen wijze assessor met een ironisch larihje. Gij hebt
Naar het Duitsch door
August Ewali König.
s au de weduwe van den, rechtercommis- bruiloft met pauken n trompetten en het het gesprek op Delattre en ik kan er dan ze- toch, toen gij u uwe bruid uitkoost. ook niet
sarxs, en nu trouwde zoo'n uilskuiken eene 'geheele theatervolloe was mede uitgenoo- ker van zijn een eerlijk antwoord, te mogen de bevoegdheid op dat hooger beroep laten
vreemde, heel gewone zangeres, die het digd van de partij te z«n. .verwachten. .gelden!
hoogwelgeboren publiek avond aan avond - Maar was de hoon tegen de samenleving Ge kunt gelijk hebben stemde Emile toe;Misschien ware het beter geweest, als ik
voor eenige stuivers hare kunsten vertoonde! niet een groote waaghalzerij? vroeg Emile de kwestie heeft toch altijd nog wel eenige het wel gedaan had!
INu, er is clan ook al het mogelijke beproefd opgewekt. dagen den tijd en we kunnen alleen dan op I Gij kondet dan nu president aan eene of
mij mijne domheid duidelijk te maken. Uit- Kom, wat kon ®U toen gebeuren? Arm een goeden uitslag rekenen, wanneer we ten andere rechtbank zijn.
noodigingen ontving ik niet meer, wel ano- was ik niet. Indien men mij genoodzaakt had volle zeker zijn van onze zaak. Gaat ge mee
nyme brieven. En mijne bruid moest ik da- mij uit mijn ambt terug te trekken, dan bad naar het strand?
r del ijk van het tooneel nemen, wanneer ik ik mijn geluk in Amerika beproefd. Ik heb I De justitieraad verklaarde zich bereid; hij Een huis vol huwbare dochters en stn-
.„i®, ,mv welnemen, een geheime echt- haar niet aan het gevaar wilde blootstellen wel van boven tot onder een neus gehaald/maakte dus zijn toilet en ging met den deerende zoons en eene vrouw die n dave-
nud© liper terwfii \C°\ "Jet' scbr.ytste de TTan met rotfe appelen te worden gegooid, maar de ontvangst lachend gekwiteerd. In devriend naar buiten. j Riks van hare koffiekransjes eenige nieuw-
honM m^Hioof en V vaal' Zljn voor" 'HLt heeft mij aan ergernis niet ontbroken, stad, waar ik toen kwam te wonen, noemde Ik hoop, dat ge verstandig genoeg zult tjes medebracht.
i.i/i„.13-.a."f 'fe oogen met (De collega's, die den vrede in eigen huis wil- i men mijn huwelijk^romantisch en mijne zijn om niet mct_ volle zekerheid op den goe- j In de groote steden is dat alles niet zoo
10.)
Stellig, ik zou een onbezorgd bestaan
gehad hebben.
'j heeft destijds heel wat opzien gebaard «i, eén meln,niar?if -; g^,001'7-amen en my vrouw werd in alle kringen gevierd, ik had den irtslag te rekenen, zooals gij zulks zoudt erg, als in de kleine plaatsen. Als ik bedenk;
Maar dat is opheel iets nieuws voor mLi! <W-.ni .^l at e u',t c,en £aan; het daar ook geene verwachtingen den bodem wen&dhen, zeide hij, terwijl zij langzaam over dat het zoo kou zijn, als gij het schildert, dan
Maar dat is geheel iets nieuws voor mu! kwam zelfs zoo ver, dat de bonden op de ingeslagen Doch *><>als gezegd, het was een de duinen naar het strand wandelden, Leon wenschte ik liever begraven te zijn, dan zulk
A Itt 9.<A mi? in /1.A l i j ir.n« nrPBGO r» 1 J_1 Ir.iDM._t_ -
reeds lang, zeer lang geleden, toen ik bet 'gen aankomen,
iieve, aardige kind trouwde, dat ik reed»; —Tut, tut....
Wee jaar later met mijn eenig kind ten gra-Ge behoeft "er geenszins aan te twiifelen
ve moest dragen. Wees niet bevreesd, dat de Het is letterliik de waarheid
herinnering daaraan mij sentimenteel zalOmdat ik aan de memchen mijn toorn
sohiedenis! Ge komt van den Franscihen
graaf, heeft hij u ,weer geërgerd?
Neen, ditmaal niet. Hebt ge d© vreem
delingen lijs ten doorgezien?
Delattre kan een fatsoenlijk man zijn en als een leven te lijden!
zijne brnid hem bemint.... j Gij verheugt u deihalve, dat gij toen»
Dan heb ik natuurlijk niet het recht die maals de stem van uw hart yolgdet en den
twee te scheiden. Maar stel n gerust, ik toover weerstondt, dien de vijf dochters det
vecht met geen windmiolenes. Voor 't ove- weduwe van den rechtercommisaris op u uit.
Ja, ik trof er een heer uit Lyon ïn aan rige verwijs ik n naar uwe eigene veriovings-
vindtng ^da^^^n^et^ep84 0flder^ ji0D' &af aan i ©deren hond, en mijn onderzoek heeft er toe geleid te ver-en huwelijks geschied en is, gij hebt toen ook,
looi tspu t i to en t eM k anv? ni g^ailde maag dl6 mV een sdhop en als zulk nemen, dat hij nog niet hier ie. 1
looit sentimenteel kan worden, een mishand-eld beest ook al eens naar mij I Hebt ce dan ro©d» met hem
►o'n otizJ en?18 r°m UW luiW€]ijk dan beet; z,°rffde ibeT v0°r> dat hij werd dood-! - Wind^ niet oP - verdere mededeelin-
u opzient geschoten en alle andere henzon 1u.
ên
OmdaT uii'ine bruid een then te geschoten en alle andere honden den muil- gen kan ik n nog niet doen. Ik ben dien beer
i t;bea^r-Pi'inses korf moesten dragen.. De rattenvanger van vreemd. Wat zou bü er van denken, als ik
tik een goed gesitueerd kantonrechter den president der Arrondissements Recht-1 zoo maar Lt de deur in huis kwam valïeil
het antwoord schuldig
zijne plaats sou ik het
oefenden.
Dien toover te weerstaan was niet zoo
'zonder n ook maar door iets te laten terug- erg, ik geef er n mijn woord op, lachte d©
Hebt ge dan roods met hean gesproken? houden, uwen eigen weg gevolgd tot het doeloude heer. Rosalinda, Timen eld a, Theodo-
was bereikt! I Ade,gonda en Clotilda; boe bewallen
Jongen©, jongens! Daar heb Ik hem een u d© namen?
wapen tegen me zielf gegeven! klaagde de j Echt Germaans oh! schertste Emile.
oude heer. Gij zult daarvan nn bü iedere go-1 Met Gotisch krulwerk. De vader was een
legenheid gebruik maken, maar al was ik braaf Duit6cher, die graag op een berenhuid
'1 niet den kantonrechter Mansfeld, om
respectievelijke
voor mii hadden in zoo'n geval doen. Laat mij tot morgen den
zeggen, op een presenteerblaadje
mi zoo gestoofd. Ik behoef u wel niet te vertellen, j tijd; ik zal door bemiddeling van een keil»
aange-ijdat het toen gebeel niet meer in het nestjner of badknecht trachten hem t« naderen
telde incisies T':'TS' Mke ra.ei.s'ies' ontwih- (was uit te houden. Ik verzocht dus te wor-jen een gesprek mét hem 'attnknöopea En
telde mei*-,©*, beschaafde meisjes en musi- den overgeplaatst, maar alvorens ik de plaat»1 we>et ««Mm», bekend <£n
boden! Mooie
legenheid gebruik
nu ook in mijne jeugd een dwaas, moeten
daarom dan all© ander© jonge mannen dwaas
handelen?
Meent gij dan, dat men ten opzichte van
aangelegenheden des harten maar altijd al
leen; het verstand most raadplegen? vroeg de
sliep en er altijd nog wel eentje lustte. En
deze vijf Germaansche dochters, ze waren
allen aschblond, spichtig en lang als boo ne
etaken; zjj boezemden mü' een tegenzin in
wegens hunne gemaakte lieftalligheid. Brr!