TWEEDE BLAD
R. K. Midtoiandsvemging.
BINNENLAND.
ftiAAsusaa *o april
BUITENLAND.
0e befanqen der kleineren.
FEIISLLETO
HIEUW
„8T. JOZEF".
Afdceling Haarlem en Omstreken
„DE HANZE",
goedgekeurd by Bisschoppelijk besluit van den
2Hen October 1906 en by Kon. besluit
san 8 Mei 1908.
Do R. K. Middenstandsvereeniging stelt zich
ten. doel volgen» art. 2 harer statuten, de zede
lijke en stoffelijke belangen van den handel-
drijvenden- en industriëelen middenstand in het
algemeen en van hare leden in het bijzonder te
behartigen, overeenkomstig de belangen van
den R. K. godsdienst. De voordeelen aan het
lidmaatschap verbonden zijn vele. Wij noemen
slecht»
j le. Gratis Informatiën en rechtskundige ad-
tc viezen hunne zaken betreffende, het geven ter
incasseering hunner dubieuze posten.
T 2e. Gratis gebruik maken van het Bureau
plaatsing kantoor- en winkelpersoneel.
8e. Het verzekeren hunner spiegel- en an
dere ruiten bij de onderlinge glasverzekering
tegen uiterst lage premie.
4e. Deelname aan het fonds uitkeering hij
S- i overlijden tegen geringe bijdrage ouder koste
loos beheer.
5e. Gratis en franco ontvangst van een
weekblad, 16 pagina's druk, inhoudende wat
jioor een middenstander van belang kan zijn.
6e. Tweemaal per jaar opdracht eener H.
Mis voor de geestelijke en tijdelijke belangen
der leden. Bij overlijden van eeu lid één H. Mis
voor zijn zielerust in zijne Parochiekerk.
7e. Minstens zes maal per jaar eene leden
vergadering en eene feestelijke, wanneer de kas
zulks toelaat.
8e. Diocesane Coöperatieve Credietbauk, ge
legenheid gevende creaieten te vragen, gelden
te beleggen, hetzij deposito of rekening-courant;
spaargelden te beleggen tegen 3 pCt. rente, mi
nimum inleg 26 cents, tot een bedrag van 50
gulden terugbetaling onmiddellijk, hoogere be
dragen één dag opzegging.
Voqr inlichtingen of beleggingen gelegen
beid iederen werkdag van 94 uur bij den
administrateur J. H. Visser, Nieuwe Gracht 46
9e. De Debatingclub heeft geregeld gezel
lige bijeenkomsten, ten doel hebbeude het spre
ken in 't publiek eigen te doen worden.
Nog niet aangesloten R. K. .Middenstandera
«orden aangespoord als lid onzer vereeniging
toe te treden. De contributie bedraagt slechts
1.30 per 3 maanden, zich verbindende voor een
geheel jaar.
Aanmelding voor het lidmaatschap bij den
eecr. P. W. Tweehhuysen, Barteljomstr. 21.
Namens het Bestuur,
ANTON BOSSE, Voorzitter.
P. .m WLEHU IJ SEN, Sec iv
Men heeft nu eenmaal groote en ook kleine
middenstanders. Ze vormen te samen den mid
denstandsbond Hun beider organisatie is', de
Middenstan dsvereeniging.
Goed beschouwd, is deze regeling uitstekend,
schrijft de Haarlemscbe Hanze, waaraan wij het
volgende ontieenen:
De kleinen, door hun groot aantal zetten meer
dere kracht bij opdat de wenschen der grooten,
intis ze niet in botsing komen met die der Klei
nen, in vervulling komen de groote middenstan
ders kunnen heel veel doen in 't belang der
kleinen.
Toch zou er voor de kleinen een groot gevaar
in de organisatie kunnen bestaan, tenzij de groo
ten zich" duidelijk zouden kunnen voorstellen, de
omstandigheden, waarin hunne kleinere stand-
gcnooteii zich bevinden. En wij gelooven, dat aan
die kennis nog al iets ontbreekt.
Evenmin als kleinere zakenmenschen een
juist inzicht hebben in „het zaken doen" der
grooteren, hebben deze een juisten kijk op de be
langen dikwijls der kleineren.
Dit schept een niet denkbeeldig gevaar voor
een geregelde samenwerking.
De belangen der groote collega's zullen ai
'oor hen zelve, en door de kleinere gemakke
lijk doorgaans worden erkend als te ziin „szroo-
belangen."
Derhalve, moeten er besluiten genomen wor-'
den omtrent „groote belangen" dan zal de een
stemmigheid meestal voor de hand liggen.
De belangen der kleinen, in hun oog echter
ook „groote belangen" zullen, o zoo vaak door
de grooteren worden bekeken als kleinigheden,
haast een bespreking niet waard.
Men is gewend aan groote dingen, en men
kan zich niet indenken, dat zulke kleinigheden
voor de kleinen juist groote dingen zijn.
Zoodoende negeert men de belangen der klei
nen, die op hun beurt, daarover ontevreden, hun
ne medewerking ten slotte dreigen op te zeggen,
aan het tot stand komen van groote dingen.
Wil men een voorbeeld?
Er is een middenstandsbank. (We hebben
geen bepaalde bank op 't oog) Door het nemen
van een aandeel, gemakkelijk te betalen door
groote middenstanders, kan men zich verzekeren
van de gemakken die deze instelling aanbiedt.
Het oprichten van die bank was in het oog
van iedereen van groot belang.
Met volle instemming werd besloten een bank
instelling te openen.
De kleine middenstand met zijn kleine be
langen, verlangt echter ook te genieten van de
gemakken en voordeelen van een bank.
Doch het bedrag der aandeelen is te hoog
eensdeels omdat de kleine man dit niet betalen
kan, anderdeels omdat hij nimmer, hoewel hij
een gelijk aandeel zou moeten nemen, tot een
even groot bedrag gebruik zou maken van de
diensten van de bankinstelling.
Zijn belangen zijn kleiner, zijn behoefte aan
crediet kleiner.
Dus stellen de kleinere middenstanders voor
het verkrijgbaar stellen van bijv. halve aandee
len, opdat de algemeene instelling ook voor hen
dienstig kan zijn en zij toch niet tot zulke groo
te bedragen crediet zouden durven en ook niet
behoeven te vragen.
De groote middenstand zou een dergelijk
voorstel hoogstwaarschijnlijk beschouwen als een
onbeduidende kwestie. En toch zou dit geens
zins zijn, integendeeleen groot gedeelte van den
middenstand zou kunnen profiteeren van- en me
dewerken aan een algemeene instelling. En
waarom zou de groote middenstanders hoogst
waarschijnlijk deze zaak vrijwel onverschillig
laten?
Omdat zij niet weten, wat er in de kringen
der kleine middenstanders omgaat.
't Gaat er mede, als met de meeste Gemeen
teraadsleden, die het kohier van den hoofdelijken
omslag moeten vaststellenIn de meeste ge
meenteraden zetelen gefortuneerde menschen en
vertegenwoordigers van de arbeidersklasse. Het
schijnt nu eenmaal usance te zijn, dat de mid
denstand daar niet thuis behoort. Menschen der
halve, voor wie een in hun oog redelijk bedrag
voor belastingheffing niet te hoog is, en lieden
die evenmin van middenstandersinkomens de
juiste kennis hebben, zullen gaan vaststellen, wat
billijkheidshalve een middenstander moet be
talen
Zoo gaat het ook in het vereenigingsleven.
Samenwerking wordt gezocht en verkregen
tusschen menschen, die een rijk inkomen hebben,
en hen die onder zware zorgen gedrukt gaan;
tusschen standgenooten, die jaarlijks een reisje
maken enhen, die met vrees den tijd zien aan
breken, dat zij weer contributie moeten betalen.
Indien de grooteren zich nu maar willen
schikken op hun tijd naar de wenschen der klei
neren, dan blijft alles geregeld loopen. Indien
zulks echter door de finantiëel sterkeren niet
voortdurend wordt ingezien, dan kon het gebeu
ren, dat het zwakkere gedeelte in organisatie een
noodelooze last zag; daarin tevergeefs zocht te
ontdekken de verwachte voordeelen, en ten slotte
van alle medewerking afzag.
Men kan er van op aan, dat de kleine luijden
niets liever doen, dan ten krachtigste hun steun
te verkenenmen kan er op rekenen, dat zij in
hoofdzaak zullen medewerken niet begeeren zul
len naar leiding of regeering; zij vertrouwen
deze volgaarne toe aan de grootere collega's;
doch ook voor hunne belangen vragen ze dan
van tijd en wijle aandacht, belangstelling en
medewerking.
Groote zaken, de wenschen der grooteren, zul
len algemeene medewerking gemakkelijk erlan-
fen; voor de kleinere belangen of liever voor
et belang der kleineren, toone men dan ook
steeds de noodige belangstelling.
Dan eerst wordt gediend, het algemeen be
lang!
Op Witten Donderdag waren, de geloovigen,
die na de plechtigheden de Saint Gudule, te
Brussel, verlieten aan de zijde van de Rue des
Paroimiens, wederom hiervan getuige. De eer
biedwaardige minister van staat, de heer Woes
te, hield hun een schaal voor, terwijl hij met
duidelijke en krachtige stem riep: „Voor onze
arme scholen, als 't u belieft f'
De bijna 80-jarige staatsman gaf aldua een
even welsprekende als voorbeeldige toepassing
van een rede, die hij, eenige dagen geleden,
had gehouden ten gunste van het onderwijs
der armen.
BELGIë.
Warme ijver
toonen de Belgische katholieke diplomaten
voor de katholieke zaak. Zij zijn mannen van
de daad, wat zij voortdurend doen zien.
TEGEN GEMENGDE HUWELIJKEN.
Wij lezen In de N. R. Ct.:
„Een „eonfesioneel huwelijksbureau" sou
men de inrichting kunnen noemen, die, naar
wij lezen te Nevers in Frankrijk door een
pvedikantegenootsehap is tot stand geibracht.
Het doel dezer inrichting is het tegengaan
van gemengde huwelijken, en het vergemak
kelijken van het huwelijk tusschen Protes-
tantsche geloofsgenooten, uit alle maat -
schappelijke kringen en lagen."
Hoe men zoo'n „inrichting" nu zou kun
nen noemen, doet weinig ter zake. Maar de
geloovige protestanten schijnen dan toch ook
geen heil te zien in gemengd© huwelijken,
zegt de N. T. Ct, En dat ligt voor de hand.
Daarom is het zoo dwaas, dat sommige li
berale schrijvers, die zich zoo bezorgd too
nen over de burgerlijke verdraagzaamheid,
het onzen bisschoppen euvel duiden, dat zij
met kracht het gemengde huwelijk bestrijden.
Is overigens de verdraagzaamheid in een
gemengd huwelijk wel op sterk iisl
Het godsdienstig leven in Frankrijk.
De Parijsche correspondent van de Times
schrijft aan zijn blad: „Onverschilligheid in
zake den godsdienst is in Frankrijk, evenals in
vele andere landen, zeer groot, maar toch kan
men opmerken, dat er op het gebied der gods
dienst-twisten een zekere ontspanning is inge
treden, die veel goeds belooft voor de toekomst.
De oppervlakkige waarnemer moet in de afge-
loopen Goede Week wel getroffen zijn geweest
door het drukke bezoek in de kerken. Een En-
gelschman, die 's avonds om 9 uur de Madeleine
voorbij kwam, gaf zijn verwondering te ken
nen, dat er nog zoovele menschen uit de kerk
kwamen. Op Palmzondag waren de kerken
stampvol mannen, vrouwen en kindren. De vas
tentijd is in Frankrijk altijd een tijd geweest
van druk bezoek in de kerken; dit jaar schijnt
de ijver te zijn verdubbeld, te rekenen naar
het groote aantal vastenpredikaties en het ge
tal geloovigen, die ze kwamen bijwonen. De
aartsbisschop van Parijs had, volgens de Tijd,
den predikers aangeraden zich te beperken tot
het godsdienstig leven en alle politiek te ver
mijden. Dat i» gebeurd eu men hoorde dan ook
geen kritiek over de predikaties."
De revolver.
Bij de ter aardebestelling van 't stoffelijk
overschot van den agent Rouglan, die nabij
Parijs door een paar kerels is doodgeschoten
hü gelaste hen zich wat kalmer te houden
heeft de prefect van politie Henneon een krach
tig woord van protest doen hooren tegen het
misbruik 't welk van de revolver wordt ge
maakt. De wet van 1885, welke den aanmaak
en verkoop van dat handvuurwapen geheel vrij
laat, dient noodzakelijk te worden herzien. Er
moeten meer afdoende maatregelen worden ge
nomen ter beveiliging van het publiek.
Epirus.
Volgens de „Wiener Allgem. Zeit." zullen de
regeeringen van het Drievoudig Verbond ten
spoedigste aan de Triple Entente het antwoord
doen toekomen op de nota van deze betreffende
de eischen van Griekenland omtrent Epirus.
Het antwoord is volkomen overeenkomstig
den wensch, in de ontwerp-nota van de Triple
Entente te kennen gegeven. Alleen de stijl is
eenigszins gewijzigd.
De Czaar naar Zweden.
Uit Stooholm wordt aan de Daily Tele
graph geaelnd, dat de Czaar van Rusland
in den loop van September aan den koning van
Zweden een tegenbezoek zal brengen.
IN ONS VRIJHANDELSLAND.
Het maandelijksch overzicht van de op
brengst der rijksmiddelen over de maand
Maart 1914 vermeldt aangaande de invoer
rechten het volgende:
De invoer in Maart bracht in de schatkist
1.669.628 gulden (verleden jaar 1.588.043).
Voor de eerste drie maanden bedroeg de op
brengst der invoerrechteni 4.534.441 gulden
(verleden jaar 4.453.73).
In viermaal drie maanden, of eeu jaar,
wordt dat dan plus minus 18 millioen.
En dan zeggen ze nog, dat ons land vrij
handel kent en dat het vorig ministerie
's lande welvaart in gevaar wilde brengen
door „de beproefde wegen van den vrijhan
del te verlaten.' merkt de N. T. Ct. op.
Grappenmakers die vrijhandelaren! En
uilskuikens de kiezers die er zioh door lie
ten beetnemen.
VRIJZINNIGE DRAAIERS.
Gelijk in vele andere gemeenten, werd ook
in het dorp Scheemda, in de provincie Gronin
gen, in 1898 een Wilhelminaboom geplant, tot
blijvende herinnering aan de troonsbestijging
van onze koningin. En men gaf den boom, een
kastanje, een uitgezochte plaats, n.l. midden
op het schoolplein, zoodat de jeugd de histori
sche beteekenis van den boom wel moest leeren
kennen en daardoor tevens een voortdurende
herinnering vond aan de verdiensten van het
Oranjehuis jegens ons land en volk
Maar de boom mocht zijn plaats niet behou
den. Met wortel en tak is hij uitgeroeid, zegt
de „Nieuwe Meerb."
Wie durfde er de schennende baud aan
slaan? Helaas, op hoog bevel van de vroede
vaderen der gemeente moest hij zijn plaats rui
men.
Men moet n.l. weten, dat de burgers van
Scheemda veel van een pretje houden. En daar
bij is een draaimolen onmisbaar. Bij ieder feest
moet deze op 't tooneel van de pret. Zonder ge
draai komt men niet in feestelijke stemming.
Dooh nu was er geen geschikt plaatsje voor
e.en draaiamolen te vinden. De burgerij van
Scheemda zat in duizend vreezen. Totdat
iemand den schitterenden inval had, om naar
het schoolplein te wijzen. Daar zou ruimte zijn,
als de kastanjeboom kon worden geveld. De
gemeenteraad werd saamgeroepen. Zwaar werd
er geredeneerd. En het einde was, dat over den
historischen boom het doodvonnis werd uitge
sproken. De vroede vaderen, van onvervalschten
vrijzinnigen bloede, waren van oordeel, dat het
zwaarste wegen moet, wat het zwaarste is. Zon
der den historischen boom kon men naar harte
lust feest vieren, zonder draaimolen echter was
daaraan geen denken. De boom viel en het ge
vaar was afgewend, dat de vrijzinnigen in
Scheemda niet zouden kunnen draaien.
Zoo leert men de jeugd de beteekenis kennen
van historische feiten, zoo prent men haar
liefde in voor ons Vorstenhuis. Misschien had
de boom zijn plaats mogen behouden, als hij
r o o d e bloesems.had gedragen. Want de roode
kleur wekt ook bi) onze vrijzinnige landgenoo-
ten steeds meer geestdrift en de roode bloesem
had wellicht de jeugd reeds by voorbaat gewend
aan de roode vaan. Hoe het zij, de vroede vade
ren van Scheemda hebben zich van hun plicht
gekweten door zorg te dragen, dat de ingeze
tenen weer naar hartelust kunnen draaien.
„SLAVENZIELEN."
„Slavenzielen", het woord is niet van ons,
zegt het Kath. Volk. De sociaal-democraten
gebruiken het, omde christelijke arbeiders
aan te duiden, wanneer deze in bepaalde ge
vallen den raad volgen van hunne geestelijke ad
viseurs.
„Slavenzielen." Het woord past beter op de
»m°deme" arbeiders, die in alles
de ^evfden^opvolgen van de hooge heeren der
Weer een paar staaltjes.
Een plaatselijk blaadje der socialistische „ar
beiderspartij" vertelt aan zijne lezers, wat er
al zoo te aoen zal zijn op het Paaschcongres
der S. D. A. P.
Heerlijk! Daar zal ter sprake komen: de „con
tributie-regeling", de „kiesrecht-resolutie" en „als
er tijd voor is" de kwestie „grond aan arbei
ders". Misschien komt ook ter sprake het ont-
werp-Treub, maar dat zou men ook aan de Ka
merfractie kunnen overlaten, schrijft het blaadje.
Is het niet kostelijk? vraagt het blad. Over
het slechtste sociale wetje, dat er ooit is inge
diend, hebben de „arbeiders" niets te zeggen, dat
kan aan de „heeren" in de Kamer overgelaten
worden.
En deze zullen handelen naar politieke om
standigheden
Een ander voorbeeld.
De vraag is bij de S. D. A. P. aan de orde,
of er eventueel een algemeene werkstaking voor
het kiesrecht moet komen. „De Vakbeweging"
schrijft:
„Meent de politieke partij dat daan oor het
raderwerk moet worden stop gezet, wij zullen
deze meening nauwgezet op haar waaide toet
sen en door ruggespraak met de verantwoorde
lijke colleges en onze mannen in het land tracht
ten te vernemen of het mogelijk is."
De „heeren" behoeven slechts hunne meening
ter kennis te brengen aan de leiders van den
„bijwagen" en hun wil zal geschieden, ais het
maar eenigszins mogelijk is.
Van „slavenzielen" gesproken. Het „moderne"
proletariaat is voor de S. D. A. P. zoo gewillig
als een lammetje.
Een medium ontmaskerd. Donderdagavond
is op een spiritistische séance in „Odeon" t»
Amsterdam het Amerikaansche trompet-me
dium miss Harris ontmaskerd.
De Tel. schrijft er het volgende van:
Te Amsterdam had miss Harris reeds drie
séances gegeven. Er mochten op zijn hoogst 20
toeschouwers tot deze demonstraties worden
toegelaten, die ieder 5 betaalden. Honderden
aanvragen waren gericht tot de directie van
Odéon, zoodat miss Harris te Amsterdam zeker
nog wel veertien voorstellingen gegeven zou
hebben, indien er zich geen incident had voor
gedaan, dat de waarde van miss Harris als me
dium in een bedenkelijk licht stelt.
Op Maandag 8 April had de eerste voorstel
ling in Odéon plaats. Dete was echter zeer ge
brekkig, daar er een flauwe liehtglimp door
drong tot het voorzaaltje, en miss Harris een
absolute duisternis had voorgeschreven. Van
den tweeden avond, die Dinsdag 9 April plaat»
had, vertelde men allerlei wonderen. Men had
overleden personen gesproken, allerlei wonde
ren hadden plaats gegrepen.
Voor de derde séance waren dan ook alle
plaatsen „uitverkocht". De directeur van Odéon
had zelf vier tickets genomen en deelde ons
over het verloop dezer voorstelling het volgen
de mee:
Den Impresario, den heer Duymaer van
Twist, secretaris der Vereeniging voor phisisch
onderzoek, meegerekend, waren er 21 personen
in een kring aanwezig. Miss Harris is een
groote, imposante vrouw. Zij zette 3 hoorns,
die ieder één meter hoog zijn en veel op kokers
geleken, op den grond. Nadat het licht was uit
gedraaid en allen de handen op de knieen had
den gelegd, zeide zij, dat men met aangename
gedachten jegens het medium bezield moest
zijn. Voorts mocht men onder geen omstandig
heid de hoorns aanraken, daar dit den dood van
het medium tengevolge kon hebben. Zelfs al
werd men aangeraakt door de hoorns, dan
mocht men ze nog niet aanvatten.
De magnetiseur de Bruin en een der aanwe
zige dames hielden de polsen vast van het me
dium.
Nadat men eenigen tijd gezeten had en den
tijd had verdreven met liederen zingen, mani
festeerden zich de beschermgeesten van liet me
dium. Zacht hoorde men roepen: „Jan! Jan!
Janl"
Heet hier iemand Jan? vroeg het medium.
„Ik heet Jacob," aldus een der aanwezigen.
Waarop de hoorn: „Ja, Jacob! Jacob! Jacob!"
Plotseling hoorde men in een hoek het ram
melen van een der hoorns. De heer Richter,
secretaris der Amsterdamsche Spiritistenver-
eeniging, nam het woord.
„Ik constateer bedrog I" aldus de heer Rich
ter. „Gedurende 10 minuten heb ik een der
hoorns in mijn hand en het medium heeft et
niets van gemerkt. Ik verzoek het licht op to
steken I"
Een geweldige consternatie ontstond I Som
migen wilden doorgaan, anderen wenschen het
licht te ontsteken. Het meerendeel der aanwe
zigen, denkend aan hun twee rijksdaalders, be
taald aan den impréesario, den heer Duymaer
van Twist, eisehte voortzetting der séance.
Weer zong men liederen, doch de bescherm
geesten van miss Harris lieten haar in den
steek.
Naar het Duitsch door
August Ewald König.
13)
De landslui, die hier wonen, zijn rijk en
loornaam, bromde hij, en rijke lui kunnen
er zich geen denkbeeld van maken hoe het
een armen drommel te moede ie.
Misschien zijn er te Soheveningen, wel
badgasten, die gij kent, zeide de waardin,
terwijl zij een pak couranten van de tapkast
nam en ze Legrand voorlegde; zie de vreenm-
delmgenlijsten maar een» door. Ik weet zeer
goed, dat het hard is een vreemde om eene
ondersteuning te moeten vragen, maar ieder
een kan in nood komen
Werktuigelijk liep Legrand de couranten
door De goedhartige vrouw vulde een ta
mely k groot glas met jenever, plaatste het
op een porcelem blaadje <m boc>d het haren
gast aan, die het met dankbaren Mik aan
vaardde. I
Gij zijt toch een brave vrouw, zeide hij.
moge het u en uwe kinderen vergelden!
Zie maar, dat ge een bekende vindt,
antwoordde zij. TJw schuld by mij is niet
groot en krijgt ge buitendien nog zooveel,
at gij naar Frankrijk kunt terugkeeren, dan
«Ut ge geholpen.
Gok dan hen ik nog een bedelaar, ant
woordt Legrand, maar hij las nu reeds op
merkzamer de namen hij klemde zich vast
38,11 de nooP) die m li gul wsus oipgGweilrt en
Avaaraan hij zelf nog niet gedadht had.
Ge moet niet wanhopen, sprak de waar
din troostend, gij zijt nog jong
Al vijf en veertig, madame.
Ja, in de kracht van het leven! Ge kunt
dan nog heel wat ten uitvoer brengen!
Zeker, als ik er maar toe in de gelegen
heid word gesteld! Ik heb niets anders ge
leerd dan het molenaarsbedrijf.
Houd slechts moed! Gaat (het vandaag
neerwaarts, morgen kan het weer opwaarts
gaan; wanhopen mag niemand zoolang hij
de handen uit den mouw kan steken.
Wacht, daar zie ik wat! riep Legrand
met den: vmger op een naam wijzend, ter
wijl de bezorgde uitdrukking dadelijlk van
zijn gezicht was verdwenem Leon Delattre,
fabrikant nit Lyon. Sakkerloot, fabrikant!
Dan moet hij een rijk man zijn.
Kent g© hem persoonlijk! vroeg de
waardin.
Als bet dezelfde Delattre is. dien ik
voor jaren heb leeren kennen', dan ja, knik
te Legrand, terwijl hij verder bladerde, maar
bet kan ook een naamgenoot zijn.
Dat is niet waarschijnlijk, omdat ook
de voornaam klopt.
Volkomen juist. Maar nu komt eene
tweede vraag: zou hij mij nog kennen!
Wel, ge moet hem aan iets herinneren,
Wat hem niet aangenaam is! Ja, dat
is het juist, wat hem aanleiding zal geven
ile kennis met mij te verloochenen1.
Als d© zaken zoo staan, dan kunt ge
hem toch de duimschroeven aanzetten en
hem dwingen u te steunen1, zeide de waar-'
din, terwijl zij hean opmerkzaam gadesloeg.
En als hij een rijk fabrikant is, dan zal het
hem op een honderd gulden niet aankomen
om u weer kwijt te raken. Ga dus naar Sohe
veningen.
Hij woont hier In den Haag.
Des te beter!
En daar heb ik er nog een! riep Legrand
verrast in de hoogste mate. Sakkerloot, hoe
zeldzaam toch dikwijl» het toeval er mee
speelt!
Toeval! Wat i® toeval! Er komen tooh
vele Franschen hier om in Schevemngen te
baden, misschien vindt ge nog wel meer be
kenden in de lijstern.
Indien ook, met deze belden Is het ge
noeg. antwoordde Legrand, terwijl hij de cou
ranten ter zijde schoof. Ik zal vandaag nog
mijne schuld betalen,
En daa afreizeoj
Dat weet ik nog niet Mag Ik n nog
een glae van dien uitstekenden jenever ver
zoeken!
De waardin voldeed onmiddellijk aan den
wensch en Legrand legde het glas in zijne
koortsachtig» opgewondenheid met een en
kelen teug,
Wie la idggandere! vroeg zij.
Een Fransche graaf, antwoordde hij.
En ge kunt dien ook dwingen!
Neen, maar ik ka hhem een geschiede
nis vertellen, waarvoor hij mij graag beta
len zal.
Beet; verted bean dan idle geschiedenis en
•iel den prijs niet te laag; misschien kont
ge nwen molen daarmede opbouwen.
Jaoquee Legrand keek haar een geralmen
wreef hü met1
de hand langzaam over zijn pokdalig gezicht,
j Dat zal bezwaarlijk gaan! zei hij hoofd-
schuddend.
j De grond en de bodem, waarop mijn
I molen stond, zijn niet meer mijn eigendom.
Maar gij hebt gelijk, madame, men kan den
prijs niet te laag stellen.
Hij had zich opgericht, trad voor den klei
nen spiegel der koffiekamer en beschouwde
zioh met een medelijdend lachje.
Als ze mij in een hotel, waarin bij
woont, niet dadelijk de deur uitsmijten, dan
mag ik van geluk spreken, sprak Mi sarcas
tisch: ik zie er nit als een vagebond!
Niet beelmaal, maar 't scheelt toch niet
veel, meende de waardin, toen zii zijne ar
moedige kleeding beschouwde, die zelfs in
haren bloeitijd niet tot de elegantste bad
behoord. Laat den stok hier achter, ging zij
voort, toen bij naar den knuppel greep, die
in een hoek stond; met dezen ziet ge er ge
vaarlijk uit.
Hij knikte toestemmend en nam van den
kapstok den voskleurigen vilthoedi waar>-
over hij eenige keeren met zijn mouw streek,
Ik geef er u mijn woord op dat ik geld
zal meebrengen, sprak hij op overtuigenden
toon. Als hij niet te huis is, zal ik wachten
tot hij terugkomt
Hij knikte haar nog eenmaal 'toe, ging toen
heen en een kwartier later had hij reeds het
hotel bereikt, in hetwelk Leon Delattre
woonde.
Zooals hü had voorspeld, werd hij daar
door het personeel met zeer wantrouwenden
blik opgenomen, toen hij informeerde naai
de kamer de» heereui Leon Delattre.
Mijnheer Delattre heeft zo© juist zijn
ontbijt besteld, zei de kellner, die-den por
tier raadpleegde.
En na het ontbijt rijdt hii dadelijk naar
zyue bruid te Schevemngen, wendde zich nu
de portier tot Legrand, die met gespannen
opmerkzaamheid luisterde. Gij hebt dus niet
lang den tijd mijn waarde. Komt ge mis
schien om te bedelen?
Ik denk er niet aan, antwoordde Legrand,
Dus is mynheer Delattre verloofd!
- Ta' ea Zl-in bruid woont te Soheveningen.
J® zh eene rijke dame!
at kan jou dat sohelen? Of kom js
om te spionneeren!
Al» ik dat wou, zou ik n niet vragen,
wat ik in Sckeveningen met eigen oogen
zien kan.
En ik, vriend, beantwoord zulke vragen
niet, zei de portier op groven toon. Waarom
gaat ge niet?
Ge hebt me het nommer der kamer nog
niet gezegd.
Zeventien! Maar wadht, ik ga met je
mee, opdat ge in geen verkeerde kamer ver
zeild raakt.
Legrand zweeg, ofschoon hij .innerlijk woe
dend was over de heieediging, die in deze
verachtelijk gesproken woorden lag opgeslo
ten. Met donkeren "blik volgde hij den rijk
gegalonneerclen portier de trajipeu op.
De portier hleef staan voor no. 17, klopte
en diende het bezoek aan. Jacques Legrand
maakte evenwel korte metten, schoof den
portier ter zijde en trad binnen.
Wat moet dat hier? Wie zijt gij? vroeg
..Delattre bars eb, toen hy den vagebond zoo
j onverwacht voor zich zag.
Kent u dan Jaeqnos Legrand niet meert