TWEEDE BLAD R. K. Midtoiandsvemging. BINNENLAND. ftiAAsusaa *o april BUITENLAND. 0e befanqen der kleineren. FEIISLLETO HIEUW „8T. JOZEF". Afdceling Haarlem en Omstreken „DE HANZE", goedgekeurd by Bisschoppelijk besluit van den 2Hen October 1906 en by Kon. besluit san 8 Mei 1908. Do R. K. Middenstandsvereeniging stelt zich ten. doel volgen» art. 2 harer statuten, de zede lijke en stoffelijke belangen van den handel- drijvenden- en industriëelen middenstand in het algemeen en van hare leden in het bijzonder te behartigen, overeenkomstig de belangen van den R. K. godsdienst. De voordeelen aan het lidmaatschap verbonden zijn vele. Wij noemen slecht» j le. Gratis Informatiën en rechtskundige ad- tc viezen hunne zaken betreffende, het geven ter incasseering hunner dubieuze posten. T 2e. Gratis gebruik maken van het Bureau plaatsing kantoor- en winkelpersoneel. 8e. Het verzekeren hunner spiegel- en an dere ruiten bij de onderlinge glasverzekering tegen uiterst lage premie. 4e. Deelname aan het fonds uitkeering hij S- i overlijden tegen geringe bijdrage ouder koste loos beheer. 5e. Gratis en franco ontvangst van een weekblad, 16 pagina's druk, inhoudende wat jioor een middenstander van belang kan zijn. 6e. Tweemaal per jaar opdracht eener H. Mis voor de geestelijke en tijdelijke belangen der leden. Bij overlijden van eeu lid één H. Mis voor zijn zielerust in zijne Parochiekerk. 7e. Minstens zes maal per jaar eene leden vergadering en eene feestelijke, wanneer de kas zulks toelaat. 8e. Diocesane Coöperatieve Credietbauk, ge legenheid gevende creaieten te vragen, gelden te beleggen, hetzij deposito of rekening-courant; spaargelden te beleggen tegen 3 pCt. rente, mi nimum inleg 26 cents, tot een bedrag van 50 gulden terugbetaling onmiddellijk, hoogere be dragen één dag opzegging. Voqr inlichtingen of beleggingen gelegen beid iederen werkdag van 94 uur bij den administrateur J. H. Visser, Nieuwe Gracht 46 9e. De Debatingclub heeft geregeld gezel lige bijeenkomsten, ten doel hebbeude het spre ken in 't publiek eigen te doen worden. Nog niet aangesloten R. K. .Middenstandera «orden aangespoord als lid onzer vereeniging toe te treden. De contributie bedraagt slechts 1.30 per 3 maanden, zich verbindende voor een geheel jaar. Aanmelding voor het lidmaatschap bij den eecr. P. W. Tweehhuysen, Barteljomstr. 21. Namens het Bestuur, ANTON BOSSE, Voorzitter. P. .m WLEHU IJ SEN, Sec iv Men heeft nu eenmaal groote en ook kleine middenstanders. Ze vormen te samen den mid denstandsbond Hun beider organisatie is', de Middenstan dsvereeniging. Goed beschouwd, is deze regeling uitstekend, schrijft de Haarlemscbe Hanze, waaraan wij het volgende ontieenen: De kleinen, door hun groot aantal zetten meer dere kracht bij opdat de wenschen der grooten, intis ze niet in botsing komen met die der Klei nen, in vervulling komen de groote middenstan ders kunnen heel veel doen in 't belang der kleinen. Toch zou er voor de kleinen een groot gevaar in de organisatie kunnen bestaan, tenzij de groo ten zich" duidelijk zouden kunnen voorstellen, de omstandigheden, waarin hunne kleinere stand- gcnooteii zich bevinden. En wij gelooven, dat aan die kennis nog al iets ontbreekt. Evenmin als kleinere zakenmenschen een juist inzicht hebben in „het zaken doen" der grooteren, hebben deze een juisten kijk op de be langen dikwijls der kleineren. Dit schept een niet denkbeeldig gevaar voor een geregelde samenwerking. De belangen der groote collega's zullen ai 'oor hen zelve, en door de kleinere gemakke lijk doorgaans worden erkend als te ziin „szroo- belangen." Derhalve, moeten er besluiten genomen wor-' den omtrent „groote belangen" dan zal de een stemmigheid meestal voor de hand liggen. De belangen der kleinen, in hun oog echter ook „groote belangen" zullen, o zoo vaak door de grooteren worden bekeken als kleinigheden, haast een bespreking niet waard. Men is gewend aan groote dingen, en men kan zich niet indenken, dat zulke kleinigheden voor de kleinen juist groote dingen zijn. Zoodoende negeert men de belangen der klei nen, die op hun beurt, daarover ontevreden, hun ne medewerking ten slotte dreigen op te zeggen, aan het tot stand komen van groote dingen. Wil men een voorbeeld? Er is een middenstandsbank. (We hebben geen bepaalde bank op 't oog) Door het nemen van een aandeel, gemakkelijk te betalen door groote middenstanders, kan men zich verzekeren van de gemakken die deze instelling aanbiedt. Het oprichten van die bank was in het oog van iedereen van groot belang. Met volle instemming werd besloten een bank instelling te openen. De kleine middenstand met zijn kleine be langen, verlangt echter ook te genieten van de gemakken en voordeelen van een bank. Doch het bedrag der aandeelen is te hoog eensdeels omdat de kleine man dit niet betalen kan, anderdeels omdat hij nimmer, hoewel hij een gelijk aandeel zou moeten nemen, tot een even groot bedrag gebruik zou maken van de diensten van de bankinstelling. Zijn belangen zijn kleiner, zijn behoefte aan crediet kleiner. Dus stellen de kleinere middenstanders voor het verkrijgbaar stellen van bijv. halve aandee len, opdat de algemeene instelling ook voor hen dienstig kan zijn en zij toch niet tot zulke groo te bedragen crediet zouden durven en ook niet behoeven te vragen. De groote middenstand zou een dergelijk voorstel hoogstwaarschijnlijk beschouwen als een onbeduidende kwestie. En toch zou dit geens zins zijn, integendeeleen groot gedeelte van den middenstand zou kunnen profiteeren van- en me dewerken aan een algemeene instelling. En waarom zou de groote middenstanders hoogst waarschijnlijk deze zaak vrijwel onverschillig laten? Omdat zij niet weten, wat er in de kringen der kleine middenstanders omgaat. 't Gaat er mede, als met de meeste Gemeen teraadsleden, die het kohier van den hoofdelijken omslag moeten vaststellenIn de meeste ge meenteraden zetelen gefortuneerde menschen en vertegenwoordigers van de arbeidersklasse. Het schijnt nu eenmaal usance te zijn, dat de mid denstand daar niet thuis behoort. Menschen der halve, voor wie een in hun oog redelijk bedrag voor belastingheffing niet te hoog is, en lieden die evenmin van middenstandersinkomens de juiste kennis hebben, zullen gaan vaststellen, wat billijkheidshalve een middenstander moet be talen Zoo gaat het ook in het vereenigingsleven. Samenwerking wordt gezocht en verkregen tusschen menschen, die een rijk inkomen hebben, en hen die onder zware zorgen gedrukt gaan; tusschen standgenooten, die jaarlijks een reisje maken enhen, die met vrees den tijd zien aan breken, dat zij weer contributie moeten betalen. Indien de grooteren zich nu maar willen schikken op hun tijd naar de wenschen der klei neren, dan blijft alles geregeld loopen. Indien zulks echter door de finantiëel sterkeren niet voortdurend wordt ingezien, dan kon het gebeu ren, dat het zwakkere gedeelte in organisatie een noodelooze last zag; daarin tevergeefs zocht te ontdekken de verwachte voordeelen, en ten slotte van alle medewerking afzag. Men kan er van op aan, dat de kleine luijden niets liever doen, dan ten krachtigste hun steun te verkenenmen kan er op rekenen, dat zij in hoofdzaak zullen medewerken niet begeeren zul len naar leiding of regeering; zij vertrouwen deze volgaarne toe aan de grootere collega's; doch ook voor hunne belangen vragen ze dan van tijd en wijle aandacht, belangstelling en medewerking. Groote zaken, de wenschen der grooteren, zul len algemeene medewerking gemakkelijk erlan- fen; voor de kleinere belangen of liever voor et belang der kleineren, toone men dan ook steeds de noodige belangstelling. Dan eerst wordt gediend, het algemeen be lang! Op Witten Donderdag waren, de geloovigen, die na de plechtigheden de Saint Gudule, te Brussel, verlieten aan de zijde van de Rue des Paroimiens, wederom hiervan getuige. De eer biedwaardige minister van staat, de heer Woes te, hield hun een schaal voor, terwijl hij met duidelijke en krachtige stem riep: „Voor onze arme scholen, als 't u belieft f' De bijna 80-jarige staatsman gaf aldua een even welsprekende als voorbeeldige toepassing van een rede, die hij, eenige dagen geleden, had gehouden ten gunste van het onderwijs der armen. BELGIë. Warme ijver toonen de Belgische katholieke diplomaten voor de katholieke zaak. Zij zijn mannen van de daad, wat zij voortdurend doen zien. TEGEN GEMENGDE HUWELIJKEN. Wij lezen In de N. R. Ct.: „Een „eonfesioneel huwelijksbureau" sou men de inrichting kunnen noemen, die, naar wij lezen te Nevers in Frankrijk door een pvedikantegenootsehap is tot stand geibracht. Het doel dezer inrichting is het tegengaan van gemengde huwelijken, en het vergemak kelijken van het huwelijk tusschen Protes- tantsche geloofsgenooten, uit alle maat - schappelijke kringen en lagen." Hoe men zoo'n „inrichting" nu zou kun nen noemen, doet weinig ter zake. Maar de geloovige protestanten schijnen dan toch ook geen heil te zien in gemengd© huwelijken, zegt de N. T. Ct, En dat ligt voor de hand. Daarom is het zoo dwaas, dat sommige li berale schrijvers, die zich zoo bezorgd too nen over de burgerlijke verdraagzaamheid, het onzen bisschoppen euvel duiden, dat zij met kracht het gemengde huwelijk bestrijden. Is overigens de verdraagzaamheid in een gemengd huwelijk wel op sterk iisl Het godsdienstig leven in Frankrijk. De Parijsche correspondent van de Times schrijft aan zijn blad: „Onverschilligheid in zake den godsdienst is in Frankrijk, evenals in vele andere landen, zeer groot, maar toch kan men opmerken, dat er op het gebied der gods dienst-twisten een zekere ontspanning is inge treden, die veel goeds belooft voor de toekomst. De oppervlakkige waarnemer moet in de afge- loopen Goede Week wel getroffen zijn geweest door het drukke bezoek in de kerken. Een En- gelschman, die 's avonds om 9 uur de Madeleine voorbij kwam, gaf zijn verwondering te ken nen, dat er nog zoovele menschen uit de kerk kwamen. Op Palmzondag waren de kerken stampvol mannen, vrouwen en kindren. De vas tentijd is in Frankrijk altijd een tijd geweest van druk bezoek in de kerken; dit jaar schijnt de ijver te zijn verdubbeld, te rekenen naar het groote aantal vastenpredikaties en het ge tal geloovigen, die ze kwamen bijwonen. De aartsbisschop van Parijs had, volgens de Tijd, den predikers aangeraden zich te beperken tot het godsdienstig leven en alle politiek te ver mijden. Dat i» gebeurd eu men hoorde dan ook geen kritiek over de predikaties." De revolver. Bij de ter aardebestelling van 't stoffelijk overschot van den agent Rouglan, die nabij Parijs door een paar kerels is doodgeschoten hü gelaste hen zich wat kalmer te houden heeft de prefect van politie Henneon een krach tig woord van protest doen hooren tegen het misbruik 't welk van de revolver wordt ge maakt. De wet van 1885, welke den aanmaak en verkoop van dat handvuurwapen geheel vrij laat, dient noodzakelijk te worden herzien. Er moeten meer afdoende maatregelen worden ge nomen ter beveiliging van het publiek. Epirus. Volgens de „Wiener Allgem. Zeit." zullen de regeeringen van het Drievoudig Verbond ten spoedigste aan de Triple Entente het antwoord doen toekomen op de nota van deze betreffende de eischen van Griekenland omtrent Epirus. Het antwoord is volkomen overeenkomstig den wensch, in de ontwerp-nota van de Triple Entente te kennen gegeven. Alleen de stijl is eenigszins gewijzigd. De Czaar naar Zweden. Uit Stooholm wordt aan de Daily Tele graph geaelnd, dat de Czaar van Rusland in den loop van September aan den koning van Zweden een tegenbezoek zal brengen. IN ONS VRIJHANDELSLAND. Het maandelijksch overzicht van de op brengst der rijksmiddelen over de maand Maart 1914 vermeldt aangaande de invoer rechten het volgende: De invoer in Maart bracht in de schatkist 1.669.628 gulden (verleden jaar 1.588.043). Voor de eerste drie maanden bedroeg de op brengst der invoerrechteni 4.534.441 gulden (verleden jaar 4.453.73). In viermaal drie maanden, of eeu jaar, wordt dat dan plus minus 18 millioen. En dan zeggen ze nog, dat ons land vrij handel kent en dat het vorig ministerie 's lande welvaart in gevaar wilde brengen door „de beproefde wegen van den vrijhan del te verlaten.' merkt de N. T. Ct. op. Grappenmakers die vrijhandelaren! En uilskuikens de kiezers die er zioh door lie ten beetnemen. VRIJZINNIGE DRAAIERS. Gelijk in vele andere gemeenten, werd ook in het dorp Scheemda, in de provincie Gronin gen, in 1898 een Wilhelminaboom geplant, tot blijvende herinnering aan de troonsbestijging van onze koningin. En men gaf den boom, een kastanje, een uitgezochte plaats, n.l. midden op het schoolplein, zoodat de jeugd de histori sche beteekenis van den boom wel moest leeren kennen en daardoor tevens een voortdurende herinnering vond aan de verdiensten van het Oranjehuis jegens ons land en volk Maar de boom mocht zijn plaats niet behou den. Met wortel en tak is hij uitgeroeid, zegt de „Nieuwe Meerb." Wie durfde er de schennende baud aan slaan? Helaas, op hoog bevel van de vroede vaderen der gemeente moest hij zijn plaats rui men. Men moet n.l. weten, dat de burgers van Scheemda veel van een pretje houden. En daar bij is een draaimolen onmisbaar. Bij ieder feest moet deze op 't tooneel van de pret. Zonder ge draai komt men niet in feestelijke stemming. Dooh nu was er geen geschikt plaatsje voor e.en draaiamolen te vinden. De burgerij van Scheemda zat in duizend vreezen. Totdat iemand den schitterenden inval had, om naar het schoolplein te wijzen. Daar zou ruimte zijn, als de kastanjeboom kon worden geveld. De gemeenteraad werd saamgeroepen. Zwaar werd er geredeneerd. En het einde was, dat over den historischen boom het doodvonnis werd uitge sproken. De vroede vaderen, van onvervalschten vrijzinnigen bloede, waren van oordeel, dat het zwaarste wegen moet, wat het zwaarste is. Zon der den historischen boom kon men naar harte lust feest vieren, zonder draaimolen echter was daaraan geen denken. De boom viel en het ge vaar was afgewend, dat de vrijzinnigen in Scheemda niet zouden kunnen draaien. Zoo leert men de jeugd de beteekenis kennen van historische feiten, zoo prent men haar liefde in voor ons Vorstenhuis. Misschien had de boom zijn plaats mogen behouden, als hij r o o d e bloesems.had gedragen. Want de roode kleur wekt ook bi) onze vrijzinnige landgenoo- ten steeds meer geestdrift en de roode bloesem had wellicht de jeugd reeds by voorbaat gewend aan de roode vaan. Hoe het zij, de vroede vade ren van Scheemda hebben zich van hun plicht gekweten door zorg te dragen, dat de ingeze tenen weer naar hartelust kunnen draaien. „SLAVENZIELEN." „Slavenzielen", het woord is niet van ons, zegt het Kath. Volk. De sociaal-democraten gebruiken het, omde christelijke arbeiders aan te duiden, wanneer deze in bepaalde ge vallen den raad volgen van hunne geestelijke ad viseurs. „Slavenzielen." Het woord past beter op de »m°deme" arbeiders, die in alles de ^evfden^opvolgen van de hooge heeren der Weer een paar staaltjes. Een plaatselijk blaadje der socialistische „ar beiderspartij" vertelt aan zijne lezers, wat er al zoo te aoen zal zijn op het Paaschcongres der S. D. A. P. Heerlijk! Daar zal ter sprake komen: de „con tributie-regeling", de „kiesrecht-resolutie" en „als er tijd voor is" de kwestie „grond aan arbei ders". Misschien komt ook ter sprake het ont- werp-Treub, maar dat zou men ook aan de Ka merfractie kunnen overlaten, schrijft het blaadje. Is het niet kostelijk? vraagt het blad. Over het slechtste sociale wetje, dat er ooit is inge diend, hebben de „arbeiders" niets te zeggen, dat kan aan de „heeren" in de Kamer overgelaten worden. En deze zullen handelen naar politieke om standigheden Een ander voorbeeld. De vraag is bij de S. D. A. P. aan de orde, of er eventueel een algemeene werkstaking voor het kiesrecht moet komen. „De Vakbeweging" schrijft: „Meent de politieke partij dat daan oor het raderwerk moet worden stop gezet, wij zullen deze meening nauwgezet op haar waaide toet sen en door ruggespraak met de verantwoorde lijke colleges en onze mannen in het land tracht ten te vernemen of het mogelijk is." De „heeren" behoeven slechts hunne meening ter kennis te brengen aan de leiders van den „bijwagen" en hun wil zal geschieden, ais het maar eenigszins mogelijk is. Van „slavenzielen" gesproken. Het „moderne" proletariaat is voor de S. D. A. P. zoo gewillig als een lammetje. Een medium ontmaskerd. Donderdagavond is op een spiritistische séance in „Odeon" t» Amsterdam het Amerikaansche trompet-me dium miss Harris ontmaskerd. De Tel. schrijft er het volgende van: Te Amsterdam had miss Harris reeds drie séances gegeven. Er mochten op zijn hoogst 20 toeschouwers tot deze demonstraties worden toegelaten, die ieder 5 betaalden. Honderden aanvragen waren gericht tot de directie van Odéon, zoodat miss Harris te Amsterdam zeker nog wel veertien voorstellingen gegeven zou hebben, indien er zich geen incident had voor gedaan, dat de waarde van miss Harris als me dium in een bedenkelijk licht stelt. Op Maandag 8 April had de eerste voorstel ling in Odéon plaats. Dete was echter zeer ge brekkig, daar er een flauwe liehtglimp door drong tot het voorzaaltje, en miss Harris een absolute duisternis had voorgeschreven. Van den tweeden avond, die Dinsdag 9 April plaat» had, vertelde men allerlei wonderen. Men had overleden personen gesproken, allerlei wonde ren hadden plaats gegrepen. Voor de derde séance waren dan ook alle plaatsen „uitverkocht". De directeur van Odéon had zelf vier tickets genomen en deelde ons over het verloop dezer voorstelling het volgen de mee: Den Impresario, den heer Duymaer van Twist, secretaris der Vereeniging voor phisisch onderzoek, meegerekend, waren er 21 personen in een kring aanwezig. Miss Harris is een groote, imposante vrouw. Zij zette 3 hoorns, die ieder één meter hoog zijn en veel op kokers geleken, op den grond. Nadat het licht was uit gedraaid en allen de handen op de knieen had den gelegd, zeide zij, dat men met aangename gedachten jegens het medium bezield moest zijn. Voorts mocht men onder geen omstandig heid de hoorns aanraken, daar dit den dood van het medium tengevolge kon hebben. Zelfs al werd men aangeraakt door de hoorns, dan mocht men ze nog niet aanvatten. De magnetiseur de Bruin en een der aanwe zige dames hielden de polsen vast van het me dium. Nadat men eenigen tijd gezeten had en den tijd had verdreven met liederen zingen, mani festeerden zich de beschermgeesten van liet me dium. Zacht hoorde men roepen: „Jan! Jan! Janl" Heet hier iemand Jan? vroeg het medium. „Ik heet Jacob," aldus een der aanwezigen. Waarop de hoorn: „Ja, Jacob! Jacob! Jacob!" Plotseling hoorde men in een hoek het ram melen van een der hoorns. De heer Richter, secretaris der Amsterdamsche Spiritistenver- eeniging, nam het woord. „Ik constateer bedrog I" aldus de heer Rich ter. „Gedurende 10 minuten heb ik een der hoorns in mijn hand en het medium heeft et niets van gemerkt. Ik verzoek het licht op to steken I" Een geweldige consternatie ontstond I Som migen wilden doorgaan, anderen wenschen het licht te ontsteken. Het meerendeel der aanwe zigen, denkend aan hun twee rijksdaalders, be taald aan den impréesario, den heer Duymaer van Twist, eisehte voortzetting der séance. Weer zong men liederen, doch de bescherm geesten van miss Harris lieten haar in den steek. Naar het Duitsch door August Ewald König. 13) De landslui, die hier wonen, zijn rijk en loornaam, bromde hij, en rijke lui kunnen er zich geen denkbeeld van maken hoe het een armen drommel te moede ie. Misschien zijn er te Soheveningen, wel badgasten, die gij kent, zeide de waardin, terwijl zij een pak couranten van de tapkast nam en ze Legrand voorlegde; zie de vreenm- delmgenlijsten maar een» door. Ik weet zeer goed, dat het hard is een vreemde om eene ondersteuning te moeten vragen, maar ieder een kan in nood komen Werktuigelijk liep Legrand de couranten door De goedhartige vrouw vulde een ta mely k groot glas met jenever, plaatste het op een porcelem blaadje <m boc>d het haren gast aan, die het met dankbaren Mik aan vaardde. I Gij zijt toch een brave vrouw, zeide hij. moge het u en uwe kinderen vergelden! Zie maar, dat ge een bekende vindt, antwoordde zij. TJw schuld by mij is niet groot en krijgt ge buitendien nog zooveel, at gij naar Frankrijk kunt terugkeeren, dan «Ut ge geholpen. Gok dan hen ik nog een bedelaar, ant woordt Legrand, maar hij las nu reeds op merkzamer de namen hij klemde zich vast 38,11 de nooP) die m li gul wsus oipgGweilrt en Avaaraan hij zelf nog niet gedadht had. Ge moet niet wanhopen, sprak de waar din troostend, gij zijt nog jong Al vijf en veertig, madame. Ja, in de kracht van het leven! Ge kunt dan nog heel wat ten uitvoer brengen! Zeker, als ik er maar toe in de gelegen heid word gesteld! Ik heb niets anders ge leerd dan het molenaarsbedrijf. Houd slechts moed! Gaat (het vandaag neerwaarts, morgen kan het weer opwaarts gaan; wanhopen mag niemand zoolang hij de handen uit den mouw kan steken. Wacht, daar zie ik wat! riep Legrand met den: vmger op een naam wijzend, ter wijl de bezorgde uitdrukking dadelijlk van zijn gezicht was verdwenem Leon Delattre, fabrikant nit Lyon. Sakkerloot, fabrikant! Dan moet hij een rijk man zijn. Kent g© hem persoonlijk! vroeg de waardin. Als bet dezelfde Delattre is. dien ik voor jaren heb leeren kennen', dan ja, knik te Legrand, terwijl hij verder bladerde, maar bet kan ook een naamgenoot zijn. Dat is niet waarschijnlijk, omdat ook de voornaam klopt. Volkomen juist. Maar nu komt eene tweede vraag: zou hij mij nog kennen! Wel, ge moet hem aan iets herinneren, Wat hem niet aangenaam is! Ja, dat is het juist, wat hem aanleiding zal geven ile kennis met mij te verloochenen1. Als d© zaken zoo staan, dan kunt ge hem toch de duimschroeven aanzetten en hem dwingen u te steunen1, zeide de waar-' din, terwijl zij hean opmerkzaam gadesloeg. En als hij een rijk fabrikant is, dan zal het hem op een honderd gulden niet aankomen om u weer kwijt te raken. Ga dus naar Sohe veningen. Hij woont hier In den Haag. Des te beter! En daar heb ik er nog een! riep Legrand verrast in de hoogste mate. Sakkerloot, hoe zeldzaam toch dikwijl» het toeval er mee speelt! Toeval! Wat i® toeval! Er komen tooh vele Franschen hier om in Schevemngen te baden, misschien vindt ge nog wel meer be kenden in de lijstern. Indien ook, met deze belden Is het ge noeg. antwoordde Legrand, terwijl hij de cou ranten ter zijde schoof. Ik zal vandaag nog mijne schuld betalen, En daa afreizeoj Dat weet ik nog niet Mag Ik n nog een glae van dien uitstekenden jenever ver zoeken! De waardin voldeed onmiddellijk aan den wensch en Legrand legde het glas in zijne koortsachtig» opgewondenheid met een en kelen teug, Wie la idggandere! vroeg zij. Een Fransche graaf, antwoordde hij. En ge kunt dien ook dwingen! Neen, maar ik ka hhem een geschiede nis vertellen, waarvoor hij mij graag beta len zal. Beet; verted bean dan idle geschiedenis en •iel den prijs niet te laag; misschien kont ge nwen molen daarmede opbouwen. Jaoquee Legrand keek haar een geralmen wreef hü met1 de hand langzaam over zijn pokdalig gezicht, j Dat zal bezwaarlijk gaan! zei hij hoofd- schuddend. j De grond en de bodem, waarop mijn I molen stond, zijn niet meer mijn eigendom. Maar gij hebt gelijk, madame, men kan den prijs niet te laag stellen. Hij had zich opgericht, trad voor den klei nen spiegel der koffiekamer en beschouwde zioh met een medelijdend lachje. Als ze mij in een hotel, waarin bij woont, niet dadelijk de deur uitsmijten, dan mag ik van geluk spreken, sprak Mi sarcas tisch: ik zie er nit als een vagebond! Niet beelmaal, maar 't scheelt toch niet veel, meende de waardin, toen zii zijne ar moedige kleeding beschouwde, die zelfs in haren bloeitijd niet tot de elegantste bad behoord. Laat den stok hier achter, ging zij voort, toen bij naar den knuppel greep, die in een hoek stond; met dezen ziet ge er ge vaarlijk uit. Hij knikte toestemmend en nam van den kapstok den voskleurigen vilthoedi waar>- over hij eenige keeren met zijn mouw streek, Ik geef er u mijn woord op dat ik geld zal meebrengen, sprak hij op overtuigenden toon. Als hij niet te huis is, zal ik wachten tot hij terugkomt Hij knikte haar nog eenmaal 'toe, ging toen heen en een kwartier later had hij reeds het hotel bereikt, in hetwelk Leon Delattre woonde. Zooals hü had voorspeld, werd hij daar door het personeel met zeer wantrouwenden blik opgenomen, toen hij informeerde naai de kamer de» heereui Leon Delattre. Mijnheer Delattre heeft zo© juist zijn ontbijt besteld, zei de kellner, die-den por tier raadpleegde. En na het ontbijt rijdt hii dadelijk naar zyue bruid te Schevemngen, wendde zich nu de portier tot Legrand, die met gespannen opmerkzaamheid luisterde. Gij hebt dus niet lang den tijd mijn waarde. Komt ge mis schien om te bedelen? Ik denk er niet aan, antwoordde Legrand, Dus is mynheer Delattre verloofd! - Ta' ea Zl-in bruid woont te Soheveningen. J® zh eene rijke dame! at kan jou dat sohelen? Of kom js om te spionneeren! Al» ik dat wou, zou ik n niet vragen, wat ik in Sckeveningen met eigen oogen zien kan. En ik, vriend, beantwoord zulke vragen niet, zei de portier op groven toon. Waarom gaat ge niet? Ge hebt me het nommer der kamer nog niet gezegd. Zeventien! Maar wadht, ik ga met je mee, opdat ge in geen verkeerde kamer ver zeild raakt. Legrand zweeg, ofschoon hij .innerlijk woe dend was over de heieediging, die in deze verachtelijk gesproken woorden lag opgeslo ten. Met donkeren "blik volgde hij den rijk gegalonneerclen portier de trajipeu op. De portier hleef staan voor no. 17, klopte en diende het bezoek aan. Jacques Legrand maakte evenwel korte metten, schoof den portier ter zijde en trad binnen. Wat moet dat hier? Wie zijt gij? vroeg ..Delattre bars eb, toen hy den vagebond zoo j onverwacht voor zich zag. Kent u dan Jaeqnos Legrand niet meert

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 5