NIÉUWE HHARLEMSCHE COURANT ÜHP
a
LJ
BUITENLAMP
Ontmaskerd.
BINNENLAND.
STADSNIEUWS
Het Instituut voor doofstom
men te St. üchieis-Gestel.
feuilletoü
JSte
an
ien
Ook in de ambachten hebben do jongens 'fc
ver genoog gebracht, om plaats'te vinden
bij een baas en onder diens leiding, mits
deze zelf zijn vak goed verstaat, degelijke
vaklui te worden.
Wij betreuren het echter, dat mon die kin
deren na het einde van den schoolcursus nog
niet een jaar in heb Instituut liet, om zich
beter in liet ambacht te bekwamen. Het
zelfde zeggen wij van genoemde meisjes.
Voor de meesten barer zou liet ook goed
zijn dat zij nog een jaar in het atelier der
handwerken doorbrachten.
Een ieder zal inzien, van hoe groot belang
het is voor onze. leerlingen, dat zij bij hun
ontslag hun ambacht grondig kennen en dat
de meisjes degelijk in de vrouwelijke hand
werken bedreven zijn. Over het algemeen is
men niet erg gesteld op doofstomme werk
lui; kennen dezen nu hun ambacht nog maar
'en halve, dan wordt het nog moeilijker hen
bij een flinken baas of in een degelijke werk
inrichting geplaatst to krijgen.
Bijaldien de ouders zich in deze naar ons
verlangen wilden schikken, zouden wij ook
de kinderen Wat later mot. het ambacht' kun
nen laten beginnen, wat ón hunne gezond
heid en ook iiet schoolonderwijs ten goede
zou komcfi.
Waaroio doen vele ouders dat niet?
Dat is in den regel om geen andere reden,
dan dat zij gaarne zoo spoedig mogelijk van
hunne kinderen gaan prol'iteeren. Denken zij,
dat hunne kinderen bekwaam genoeg zijn om
iets roor ben te verdienen, dan stellen zij
alle andere voordeelen, die een langer ver
blijf in het instituut hun kinderen zou kun
nen aanbrengen, ter zijde cn laten zij ons
weten, dat hun kind met de vacantie thuis
blijft. Ja, om die reden worden sommig©
kinderen gedwongen thuis te blijven, voor
dat zij alle klassen hebben afgemaakt.
De gezondheidstoestand in het afgeloopen
jaar mocht gunstig genoemd worden. Wel
hebben wij het verlies te betreuren van twee
onzer oud-leerlingen on een onzer onderwij
zeressen, doch die sterfgevallen waren sinds
geruimen tijd te voorzien, en het gevolg van
ongeneeslijke sinds jaren voortwoekerend©
kwalen.
Over' de resultaten van het onderwijs had
den wij alle redenen tevreden t© zijn.
Hoewel een enkele der nieuwe leerlingen
nog slechts den leeftijd van 5 jaar en velen
eerst dien van 6 jaar bereikt hadden, was
het toch niet noodig een voortbereidende klas
voor de jongeren te vormen. Op een enkele
na konden allen met het articulatie-onder
wijs beginnen.
Wegens het groot aantal nieuwe leerlingen
moesten zoowel in de jongens- als de meisjes-
afdeeling twee leerkrachten voor de articu
latie-klassen worden aangesteld. In de jon-
g'ens-afdeeling trad mede als articulatie-on
derwijzer op de Eerw. Broeder Overste, Br.
Leopold, terwijl in do laagste klas der meis-
jes-afdeeling eene nieuwe onderwijzeres ter
assistentie werd aangesteld, de Eerw. Zuster
Theresia, Mej. Henrica Maria van Driel, die
het jaar te voren haar diploma als onderwij
zeres behaalde.
Wijl slechts enkele meisjes voor de hoogste
klas overbleven, achtten wij het beter van de
zevende klas en achtste ééne klas te vormen
met twee afdeelingen, waarin echter twee
onderwijzeressen werkzaam waren. In de jon-
gens-afdecling waren alzoo 11, in de meis-
jes-afdeoling 9 leerkrachten werkzaam."
Van de vorderingen der leerlingen cn oud-
leerlingen is met bijzondere belangstelling
kennis genomen bij gelegenheid der Tilburg-
sche Tentoonstelling.
Een lokaal in de afdeeling „Onderwijs" was
beschikbaar gesteld en daar was een schoone
eollcetio werk der leerlingen geëxposeerd.
Op 13 Juli werden in een openbare les in
de feestzaal der tentoonstelling' de eindresul
taten van het onderwijs getoond.
TI. M. de Koningin verwijlde bij haar be
zoek geruimen tijd bij den stand van het
Instituut.
Zeer vele belangstellenden bezochten het
instituut.
Aan de geestelijke oefeningen voor manne
lijke oud-leerlingen werd door GG personen
deelgenomen.
In Juli a.s, wordt een retraite gegeven voor
dc meisjes en in Augustus voor de jongens.
Van vele zijden mocht dc liefdadige Inrich
ting in den loop des jaars weer finantieelen
steun ontvangen.
Van het Rijk cn de provincie Noord-Brabant
ontving men andermaal de gewone subsidio
van GOOO cn 2009 gld. Voor de verpleging van
elk der behoeftige leerlingen uit de provincie
Zeeland van het Bestuur dier provincie eene
bijdrage van 50 gld., van do gemeente Zwolle
50 gld., (tevens voor het jaar 1912 eene bij
drage van 100 gld.) van het Armbestuur te
Sellingcn 10 gld., van het R. IC. Armbestuur
te Eindhoven 30 gld., van het Armbestuur
van St. Michiels-Gestel 120 gld., van het Arm
bestuur te Herpen 150 gld.
Van 401 contribueerende Leden mocht men
dc jaaïlijksche bijdrage ontvangen.
Als naar gewoonte verleenden de Maat
schappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen
en do Hoilandsche IJzeren-Spoorwegmaat
schappij bij het begin en het einde der vacan
tie aan de leerlingen vrij vervoer over. hare
lijnen.
Diezelfde gunst verleende hun de Tramweg-
maatschappij „de Meijerij" op het traject St.
Michiels-GestelDen Bosch, terwijl bovendien
der Zeereerw. Directeur oen vrijbiljet ver
strekt werd op de lijn 's Bosch—St. Oeden-
Aan giften en legaten werd totaal do som
i' 5282.131/2 ontvangen.
In het jaar 1913 kwamen ei- onde'r de 237
verpleegden slechts weinige voor, voor welke
het volle kostgeld betaald werd, terwijl 182
behoeftigen geheel ten laste kwamen van liet
Instituut cn kosteloos verpleegd werden.
Aan hob slot van hot verslag wordt bij
voortduring on dringend deze schoone lief
dadige Inrichting in de edelmoedigheid der
weldoeners en die van alle katholieke land-
genooten aanbevolen.
Correspondent voor Haarlem is de heer. Dr.
L. C. Proot.
Het boekje geeft behalve de lijst van cor
respondenten ook een opgave van het aantal
kweekelingen in 1913.
Als bijlage bij het jaarverslag geeft Mgr.
Hermus een belangwekkende beschouwing
over een rede van prof. Zwaardemaker, te
Eindhoven gehouden over de Doofstommen
en de Doofstomheid,' welke lezing bijzonder
interessant was.
Naar liet Duitscli door
August Ewald König,
Aangenomen; mam- dan had dat kleine
Rukje hem ook lederen dag do gruwelijke
ilaad in herinnering gebracht en zulk een "ge
dachtenis hangt men niet al« charivari aan
zijnen horlogeketting', antwoordde Einde, Ook
ik raad u aan, en verzoek er u om: trek uwe
aanklacht in.
Tot geen cn prijs!
Hot is een troost, dat Martin hier moet
worden gedagvaard, sprak Kaatje, wier bogen
wederom toornig fonkelden Dat mag tl nu
misschien niet aangenaam zijn.
-— Geloot dat niet! viel haar de oude heer
scOiorp ui de rede. Ik e»;seh een rechtvaardig"
oordeel en hoe de ru (spraak moge zijn, ik zal
er mij aan onderwerpen. Ik heb mijne bedien
de bereids hierheen ontboden 'om getuigenis
voor de rechtbank af te leggen. Ik eiseh ge
rechtigheid; dat verlangen alleen, maar geen
persoonlijke haat beweegt mij de aanklacht te
bestendigen. Wilt gij mij daarvan een verwijt
Biaken, dan moet ik mij dat laten welgeval
len, maar dan is dat verwijt onbillijk.
—- Neen, het is niet onbillijk] antwoordde
«kaatje, die hare onrust niet kon verbergen',
inm ?"eer. si-' n'et verblind waart door de
jggèfennnige eu wellicht leugenachtige mede-
GEMEENTERAAD.
(Vervolg).
Onder de ingekomen stukken en meded re
lingen was o.m. een verzoek van L. Th.
Swaalf, om benoemd te worden tot ntakela&r
in assurantiën;
Een verzoekschrift van liet Dagelijks.-h Be
stuur der vereeniging Reddingsbrigade voor,
drenkelingen om een subsidie vaif f 200:
dat door den Commissaris der Koningin in
de provincie Noord-Holland:
het ge mof alleen is mij niet
voldoende, ik moet zekerheid lióbben. Ge zult
one vinden op liet®'''and te Sehevaningen.
Houd me g'oed in maar zóó, dat nie
mand er iets van merkt. Ik zal met den lieer,
dien ik verdenk, eenige oogeublikken praten.
- y-fh
HOOFDSTUK X
De graaf van Maisonrouge was geenszins
verstoord over Kaatjes verwijten. Integen
deel sprak hij met waardeering over den
moed en de trouw van het meisje en sprak
er tegelijkertijd zijn leedwezen over uit haren
wensch niet te kunnen vervullen.
Hij was te vast overtuigd van de schuld
van den Duitsdhen onderofficier; de zaak kon
nu eenmaal niet anders zijn, dan hij zich die
had voorgesteld na de ontvangen mededee-
lingen van zijn bedienden.
Als Francois Delattre nog leefde, dan
was er wellicht nog een ooggetuige tegen den
man, sprak bii.
Francois Delattre? riep Emile verrast.
Wie was dat?
Mijn oude tuinman!
Ten vorigeu jaro maakte ik in Zwitser
land kennis met een zekeren heer Leon De
lattre, zeide Emile met toenemende opge
wondenheid.
Leon Delattre? vroeg de graaf naden
kend. Mijn tuinman had een zoon, wiens voor
naam ik niet weet; ik weet slechts, dat die
jongen in zijn vroegste jeugd zijne ouders
verliet en de wereld inging'.
Leon Delattre vertoeft op dit oogenblik
bier; hij beweert een rijk fabrikant uit Lyon
te zijn. V
En twijfelt ge daaraan?
ja, ik vermoed daarentegen, dat bij de
aanvoerder der Franotireurs was, die in Mai
sonrouge onze soldaten overvielen,
Waarop berust dit vermoeden? vroeg 'de
Denkelijk zullen we vandaag nog zeker
heid daaromtrent verkrijgen.
Bah, de naam Delattre as in Frankrijk
niet zeldzaam. Mijn tuinman was een arm
fatsoenlijk man
Maar zijn zoon, zooals gij zelf zegt, eert
deugniet! Kan liij niet. heimelijk tot zijn va
der zijn teruggekeerd, de bewuste gruwel
daad bedreven en daaruit zijn rijke! >m heb
ben verkregen!
De graaf wilde aanvankelijk niet ingaan
op deze mogelijkheid en daar hi.i bij deze ge
legenheid nogmaals verzekerde, dat hij
slechts eene rechtvaardige vergelding ver*
langde, zelfs indien zijn eigen broeder de nes
daad bad bedreven, zoo besloot Emilo iwiu
alles te vertellen, wat hij omtrent Leon De
lattre had vernomen.
Ware het tot dusverre ook slechts een \cf*
moeden, dat Delattre degeno was. dien Ren
iner als den aanvoerder der Franotireursbem'
de had aangewezen, zoo waren took nu voo*
dit vermoeden zoo vele en geloofwaardige
gronden, dat hij aan do juistheid geenszins
meer twijfelde. De graaf schudde namelijk
ongeloovig het hoofd; de mogelijkheid vat^
de identiteit van Leon Delattre met den zoog
des tuiniers wilde hij in elk geval toegeverif
maar wat was daardoor gewijzigd en verbo2
terd, als dat werkelijk bewezen was?
De Franctireurs kwamen toch, nadaj
de daad volbracht was, zeido hij, terwijl b
langzaam op en neer schreed; de daad we:
bedreven, nadat de soldaten het huis ware^
ingedrongen. Welke aanklacht kunt gij das'
tegen Delattre inbrengen?
Ik verzoek u een oogenblik te win co
b^fnken, de mogelijkheid, dat de mem-ace-
In druk is verschenen het uitgebreid jaar
verslag over den toestand van het Instituut
voor doofstommen te St. Michiels-Gestel in
1913.
Het jaarverslag begint met een herdenken
der verdiensten van het overleden bestuurs
lid, den heer J. A. H. van Rijckevorsel,
wiens portret in het boekje is opgenomen.
Tot opvolger van wijlen het bestuurslid J.
dei-stens te Tilburg werd benoemd de heer
R, Diepen, lid der Prov. Staten van Roord-
Brabant, te Tilburg. De Eerw. Overste. dei-
Zusters., Moeder Juliana nam wegens hoogen
leeftijd'ontslag; tot haar opvolgster werd be
noemd de Eerw. Zuster Damiana.
Heo aantal doofstommen, die in liet afgeloo-
pen jaar in het Instituut verpleegd werden,
bedroeg- op het einde van het jaar 1913: 239.
Het jaar werd begonnen met 237 kweekelin-
gen, waarvan 119 jongens en 118 meisjes. Op
31 Dec. waren er '239 kweekelingen, waarvan
118 jongens en 121 meisjes. In den loop des
jaars werden aangenomen 12 jongens en 16
meisjes. Ontslagen werden 13 jongens en 13
meisjes, terwijl 2 zijn overleden.
Onder die kweekelingen zijn echter oud-
leerlingen, zoodat 31 December aanwezig wa
ren 180 leerlingen n.l. 95 jongens en 85
meisjes.
Als men in aanmerking neemt, dat een 10-
tal jaren geleden het aantal verpleegden
•slechts 135 bedroeg, constateert men dat onze
eenige Katholieke Doofstommen-inrichting
zich in een gestadigen vooruitgang cn hoogen
bloei mag verheugen.
In den loop des jaars werden aangenomen
30 nieuwe leerlingen, terwijl 26 leerlingen,
als zijnde voldoende onderwezen, konden wor
den ontslagen.
„Onder do nieuw aangenomen leerlingen
aldus lezen wij in 't. uitgebreide verslag
zijn er enkelen die niet tot de eigenlijke
doofstommen behooren, doch wegens zwak
zinnigen, groote spraakgebreken, of aphasie,
uit andere oorzaken voorkomend,niet aan liet
onderwijs op do lagere school kunnen deelne
men.
Bestaat er gegronde hoop, dat wij dio kin
deren althans in zooverre kunnen ontwikke
len, dat zij tot het ontvangen der Sacramenten
kunnen worden voorbereid, cn missen zij el
ders de gelegenheid om een voor hen meer
geëigend onderwijs te ontvangen, dan ge
beurt het wel eens, dat wij van die kinderen
opnemen.
Echter kan dit slechts b ij uitzo n cl e -
r i ng gebeuren. Het eerst en voornaamste
doel onzer Inrichting- is en moet blijven:
de opvoeding en het onderwijs van het do of-
s t o m m e kind.
De meeste leerlingen die het instituut ver
lieten, waren goed onderwezen. Zonder eeni
ge uitzondering kunnen zij zich ook monde
ling goed verstaanbaar uitdrukken en met
weinig moeite liet gesproken woord van de
lippen aflezen.
ÏOttö.
ENGELAND.
De Ulster-kwestie.
De unionistische leiders hebben er weer iets
nieuws op gevonden zegt de Msb. om de Ulster
kwestie weer op te warmen en de oppositie
tegen de regeering op temperatuur te houden.
Reeds herhaaldelijk, men herinnert het zich,
hadden zij het gerucht verspreid, dat da regee
ring met de troepenbewegingen, die tot de
dienstweigering van generaal Gough en de
zijnen leidden, een aanslag op Ulster in den
zin had en, wanneer haar plannen door de
dienstweigering niet mislukt waren, een over
rompeling van het graafschap had doorgezet.
De geruchten werden herhaaldelijk en met
klem door de regeering weersproken, waarbij
verklaard werd, dat men geen andere bedoelin
gen gehad had dan de politiemacht op enkele
plaatsen een weinig te versterken ter bescher
ming van de militaire opslagplaatsen.
Nu was de unionistische pers dezer dagen
weer met een nieuw stuk gekomen om den
ouden geruchten nieuw leven te geven. In meer
dere bladen werd verzekerd, dat generaal Paget
aan ziju officieren verklaard zou hebben, dat
inderdaad 25.000 man naar Ulster zouden op
rukken, dat het graafschap door oorlogssche
pen geblokkeerd zou worden genomen, dat hij^
(Paget) zelf bij het eerste gevecht in de ge
vechtslinie zou zijn en meer dergelijke. Dooi
de unionistische bladen werden deze verklarin
gen, die al dan niet authentiek zijn, dat is
nog' niet uitgemaakt,0p handige manier uit.
gesponnen om stemming tegen de regeering te
maken.
Gisteren kwam do kwestie in liet Lagerhuis
ter sprake. Kolonel Ohaloner oischtc van de
regeering, dat zij een gerechtelijk onderzoek zou
doen instellen naai' het plan tot overrompeling
van Ulster.
Asquith bepaalde zich er eenvoudig toe op
te merken, dat hij geen. redenen zag om con
dergelijk onderzoek in te doen stellen. De unio
nisten waren daar natuurlijk niet mede tevre
den eu Bonai' Law verklaarde dan ook, dat hij
dezer dagen op do kwestie zou terugkomen.
Ten slotte deelde Asquith nog mede, dat hij
een nieuwe uitgave zou doen verschijnen van
het laatste uitgegeven legcrvvltboek, dat, zooals
men weet, de Seely-kwestie behandelde. Waar
schijnlijk zal in dat witboek liet noodige lielit
wel ontstoken worden over de verklaringen, die
sir Paget zou hebben afgelegd
T11 tiet lagerhuis had Dinsdag-middag een
scherpe woordenwisseling plaats tussehen -As
quith eu Bonai- Law, naai' aanleiding der mili
taire actie van de regeering met betrekking tot
Ulster. Gedurende een kwartier weerklonken
in liet lagerhuis toejuichingen en tegen-toe
juichingen.
Bonar Law eiselite, dat een rechterlijk on
derzoek zou ingesteld worden naar de leger
en vlootbewegingen, door de regeering met be
trekking- tot Ulster beraamd. Asquith weiger
de, maar noodigde Bonar Law uit om zijn be
schuldigingen in het lagerhuis zelf te formu
leeren. Bonar Law verzetten zich hiertegen en
zeide, dat dc verklaringen van de ministers
valscli gebleken waren, en wees daarom op de
noodzakelijkheid van een onderzoek onder eede
te doen instellen-
Asquith merkte daarna op, dat dit een be
sehuldiging tegen de eer der ministers was, en
de eenige plaats, waar zulke hesehuldigingen
konden besproken worden, was het lagerhuis.
Bonar Law verklaarde tenslotte, dat hij de
publicatie der verdere documenten door de re
geering zou afwachten, alvorens te beslissen,
welken weg de opp°s't'e zou inslaan.
Duitsclil»11'! en Rusland.
In liet gebouw van het ministerie van finan-
tiën te St. Petersburg heeft Staatsraad Polfe-
row een voordracht- gehouden over den handel
16.)
in vleeseh. Rusland biedt onbegrensde moge
lijkheden van veeteelt, wanneer eerst de prak
tijken van beschaafde staten de staatsraad
drukte zich anders uit worden toegepast.
Als daar zijn, deskundige keuring, koelinrich-
tingen, rationeele slachtmethode, snelle ver
voermiddelen. Al dat vleeseh dat in Rusland
groeien kan ja, groeien! den vegetariërs
ton spijt wacht slechts op, de monden der
Duitsclie burgers eu arbeiders, die tengevolge
dèr Duitsclie industrie daar even welig tieren
als in Rusland het vee zou kunnen doen, wan
neer dat niet zulk een invloed op de regeering
uitoefende; doch wederom gebruikte de staats
raad andere bewoordingen. Ook Duitschland is
echter niet geheel verstoken van vee en zoo
komt het dat hooge voorrechten de Russische
runderweelde afweert. Want reeds voert Rus
land vleeseh uit, vooral naar Engeland, dan ook
naar Frankrijk en Italië. Doch Duitschland is
de markt van de toekomst. Tot zoover staats
raad Polferow. Voor den aandachtigen lezer is
er veel te leereu uit zijn rede. Duitschland zal
meer en meer afhankelijk worden van
toevoer van levensmiddelen. Alle groote indus
trielanden ondergaan dat lot. Rusland, dat vlak
bij ligt, te land en te zee gemakkelijk bereik
baar, kan graan leveren, kan petroleum leveren,
heeft hout te koop en spoedig ook een onmete
lijke hoeveelheid vleeseh.
Als nu niet alles averechts gaat, moet. dat op
der. duur leiden tot politieke toenadering. Als
men het slechts over de Levantijnseho zaken
eens kon wordenWie weet welke verandering
in de groepeering der mogendheden dat graan
en dat vleeseh nog eens te weeg zullen brengen.
Het bloedbad van Dogali.
Op 26 Januari 1887 werd een Italiaansclie
colonne van 500 man onder luitenant De Cris-
toforis in Abessynië door aanhangers van den
hoofdman Ras Aloela in de pan gehakt. De
eenige man, die het bloedbad overleefde, was.
luitenant Michelini die met drie schoten en
twee steekwonden bewusteloos, na uitgeschud
te zijn, op hot slagveld bleef liggen, den anderen
morgen echter bijkwam en zijn landgenoot.cn
wist te bereiken. Thans is cle oenigo overgeble-
ven© van het bloedbad van Dogali, de als kolo
nel gepensionneerde graaf Michelini op 60-jari-
gen leeftijd overleden.
Het failliet der schoolpolitiek.
De „Éclair" belicht met ernstige cijfers den
hoilloozen invloed van de regeevende vrijinet-
selaaarskliek op de Fransche cultuur.
In 1900 telde men, schrijft liet blad, in Frank
rijk 84.972 openbare scholen. Dit getal is nu
gedaald op SI.237. In veertien jaar tijds der
halve oen daling van 3.735 scholen.
Ook het aantal onderwijzers is gedaald en
wel van 157.517 op 156.981. In denzelfden tijd j
dus weer een daling van 580.
Zelfs het absolute aantal leerlingen is ge
daald van 5.526.800 op 5.526.400.
De uitgaven echter voor liet Rekenonderwijs
zijn daarentegen steeds opgeschroefd, cn wel
van 2t7.S78.000 in 1900 op 370.000.000. Een
stijging dus van uitgaven voor liet anti-cleri-
Cfdo staatsonderwijs van 152.122.000 francs.
Gemiddeld kostte een openbare school veer
tien jaar geleden 3.000 francs cn tegenwoordig
5.200 francs of per leerling in 1900 47 francs,
nu echter 74 francs.
En ondanks den schooldwang korden in 1912
7.850 recruten noch lezen, noch schrijven!
Deze nuchtere cijfers Wijzen onweerspreke
lijk uit liet failliet van de maconnieke school
politiek, die de Fransche beschaving opoffert
aan een bekrompen anti-clericalisme.
Bedrieger ontmaskerd.
Alexander, de tweede burgemeester van Koo-
slin, is te Berlijn in hechtenis genomen. Hij eu
de 32-jarige lcriessassistent Thormann, die we
gens bedrog tot een lialf jaar gevangenisstraf
veroordeeld was, zijn één en dezelfde persoon.
Met behulp van valsehe legitimatiebewijzen
en staatsdocumenten had hij een betrekking
gevonden als magistraatssessor, eerst te Wei-
senfells en daarna te Bromberg, waar hij de
dochter van een hooggeplaatsten ambtenaar
huwde, die hem een flinken buidschat mede-
medebracht.
Vervolgens werd hij uit 700 sollicitanten, tot
tweeden burgemeester van Koeslin gekozen.
Een vroegere geliefde, wie de zich noemende
Alexander 2000 mark ontstal, diende een aan
klacht in wegens afpersing, wijl haar eiscli om
teruggave van het geld met bedreigingen be
antwoord werd.
Deze aanklacht leidde tot de ontmaskering
RECHTS EN LINKS.
Herhaaldelijk is van links beweerd, dar
de coalitie alleen bijeengehouden wordt dooi
de schoolkwestie. Wanneer deze dus opge
lost is, zal straks de coalit e uiteenvallen.
Vandaar, dat er zelfs liberalen en socialis
ten gevonden worden, die hopen, dat ue On
derwijscommissie in haar pogingen moge
slagen. Dan is liet met de macht der recht-
sche partijen gedaan, zoo meenen ze. Doch
hierin konden zij zich wel eens vergissen,
meent de Nieuwe Meerbode.
Wij ontkennen niet, dat de strijd voor het
bijzonder, vrije onderwijs Anti-Revolutionai
ren, Christelijk-Historischcn en Eoomscben
tot elkaar gebracht heeft. Maar ook zonder
deze, zouden ze elkaar gewis gevonden heb
ben .Deze drie partijen toch stoelen op cen-
zelfden wortel. Zij gaan uit van de geopen
baarde. waarheid. Zij ontleenen hun licht niet
aan de door de zonde verduisterde rede,
maar gaan uit van de erkenning van he-r
hoven-natuurlijke.
Daarom is het zoo dwaas, te willen bewe
ren, dat de anti-these door Dr. Kuypcr in
gemaakt en dat hij deze wil bestendigen.
Neen, dan zag Goetlic verder, d o reed?
neerschreef: „Het thema der wereldgeschie
denis is de strijd tuselien geloof en on
gel o o i"\
En nu moge er veel zijn, dat ons als volk
vereeuigt tenslotte ligt liier de scheiding?
lijn. Het „vóór of tegen Christus" beiieerseld
de geschiedenis der volkeren.
De alomvattende beteekeuis van bet geloof,
dat de wereld overwint, wordt door hen, <t.o>
alléén op dc inenschelijke rede willen steu
nen, te veel tiit liet oog verloren. De gods
dienst kan geen „privaatzaak" zijn. Dan to cv,
zou hij zijn invloed verliezen op heel 'bet le
ven. op heel onze beschaving, die daaraan
juist haar geheel eenige hoogte heeft te
danken. Onmogelijk is lic-t- het verband tus
sehen godsdienst en staatkunde te loochenen.
Dc Overheid is maar niet een soort politie
agent, die voor de goede orde moet waken,
en voorts geen hoog ere leiding zou be
hoeven te geven.
Neen, zij heeft een veel hoogere roeping.
Zij behoort, voor zoover haar ditjnogelijk is,
het religieuse leven der burgers zooveel mo
gelijk te bevorderen, met inachtneming t!et
gewetensvrijheid. Dat deze twee niet te schei
den zijn, blijkt wel 't duidelijkst uit bet on
derwijs. Dat zoti en moest neutraal zijn.
Maar tegenwoordig is bijna ieder ervan over
tuigd, dat neutraliteit op onderwijsgebied on
mogelijk is; dat het uitschakelen van den
godsdienst tot. vijandschap moet leiden, ten
minste tot onverschilligheid ten opzichte van
de hoogste belangen, 't Zelfde is het geval op
het terrein van 'trecht. Is de menscli verant
woordelijk voor zijn daden, dan behoort hij
ook de straf te dragen voor hetgeen bij mis
daan heeft. Dodh is de misdadiger niet an
ders dan een erfelijk belaste, dan lean hij
hoogstens in een ziekenhuis of krankzinni
gengesticht Ondergebracht worden, doch van
straf 's geen sprake meer. Eu nu gevoelen
we, dat alles hier afhangt van de beginselen,
waardoor de Overheid zich laat leiden.
Blijkt niet uit dit alles, lioe de Overln-id
dus o]> liet stuk der beginselen omnogedijk
„neutraal" kan zijn, doch moet uitgaan of van
de menschelijke rede, óf van Gods Woord?
Daarbij openbaart: zich dc klove, waardoor
de partijen van links en rechts gescheiden zijn.
En nu kan het voorkomen, dat n zaken
van practisdhen aard die partijen som.- tijde
lijk dooreen vloeiden, toch als het wederom
over de beginselen van staatsrecht gaat, -/.ui
len ze steeds tegenover elkander staan.
deelingen ïw» bedienden, zoowel als door
uwen haat tegen de Duitscliers, dan zoudt gc
zelf erkennen, lioe weinig steekhoudend do
'gronden uwer vermoedens ziju. Het is dan
vorgeefische moeite u nog een enkele maal te
verzoeken en ik moet daarom aan uw eigen
geweten liet oordeel uwer handelwijze over
laten.
Met, kouden groet ging zi.i heen. Emile ver
gezelde haar.
Wat miï vroeg het meisje bezorgd. Wees
zoo goed mij de brieven terug te geven; ik
zei ze onzen advocaat voorleggen. De andere
kameraad van Reïmev moet ook als getuige
worden opgeroepen. Hij i6 wellicht niet in
«taaf zyn geheugen 1e scherpen, maar als de
rechter hem ondervraagt, dan moet hij toch
antwoorden.
i'nnUc gaf haar de brieven terug.
Gij «Ut een flink meisje, zei hij lachend.
uSe.1 lSCimer 1<ai1 trotsch °P Ove-
v-fftet Teni V 1!lisschien langs anderen
Froniclmm» Herinnert ge u nog den
i l anscliman, the op den avond van de inhech
tenisneming van mv verloofde zich jegens u
misdroeg'.
Den Franotireur, dio Martin 'den arm
doorschoten lieeft? vroeg Kaatje snel.
Zoudt ge hem nog herkennen!
Dadelijk!
ITeht go hem sinds dien tijd niet meer
gezien of zijnen naam vernomen?
Neen.
Goed. Kunt ge vanmiddag naar Sclieve-
ningeu komen?
In Martin's belangt
~=- Stellig
Dan kunnen me geen honderd paarden
hier lorug houden-
Nu, let dan wel op hetgeen ik zegl sprak
Emile. Gij zijt niet alleen een flink, maar ook
een verstandig meis.le, en zult me dus dade
lijk begrijpen. Ik geloof dien Fransclunan te
kennen; maar
Gij moet u dan overtuigen of die heer
de Franctireur is-
J -7 Maar verraad 11 niet; keer rustig naar
huis terug, als ons niet de gelegenheid wordt
geboden, ongemerkt eenige woorden met el
kaar te wisselen. Kom dan morgenochtend
bier weer om mij te berichten, Is mijn ver
moeden ongegrond, dan hebt ge den weg ver
geefs afgelegd; in het tegenovergestelde ge
val kunnen w© misschien het proces tegen
uwen verloofde een gunstige wending geven.
Ik wil alles doen, wat gij wensoht, sprak
Ivaatje levendig, terwijl zij den assesor met
dankbaren blik de hand bood. Als gij Martin-
redt, zal ik dat nooit in mijn leven vergeten
en, ik weet, dat gil het zult doen; gij moet
hem toch ook kennen, omdat gij zijn luite
nant en krijgsmakker waart.
Wat ik doen kan, zal geschieden, en Ik
hoop met vertrouwen vóór mijne afreis van
bier wederom uw vroolijken lach te hooren
Dat geve God!
Daarmede ging Kaatje Heen en Emile keer
de, terug in de kamer ,vau den graaf.
-- - - «fr 1
re