Uit Holland's ftoordernwatlier.
Kwartjes Advertentiën
NIEUWS UIT DEN UffiTHEK.
Letteren en Kunst.
Boek beoordeel ing
Landbouw en Visscherij
KERKNIEUWS.
Leger ëiï Vloot.
t
Van onze
plaatsen wij er jaarlijks tiendui
zenden. Een bewijs dat zij geven
wat men er van vraagt.
onzichtbare draad aan den hemel verbonden
met onregelmatige versnellingen en vertragin
gen loodrecht naar den horizon nederdaalde.
Op een achttal graden daarboven maakte zij
echter plotseling met haar oorspronkelijke
baan een stompen hoek en even later wederom
een stompen hoek, zoodat zij ongeveer evenwij
dig met den horizon in Zuid-Westelijke rich
ting zich bewoog naar het sterrebeeld de
Beker. Alvorens daar aan te komen keerde zij
terug, steeg wederom een stuk en geraakte van
de Waterslang in het Schip Sorgo, keerde we
derom terug, bleef dalen en stijgen en be
schreef daarbij allerlei kromme lijnen, herhaal
de malen hare baan snijdende en hare bewegin
gen uitstrekkende over eene breedte van meer
dan 20 horizontale booggraden.
Toen zij eindelijk op eenige graden van den
horizon gedaald en hare kleur allengs rood
achtig was geworden, verdween zij aan mijn
oog, nog ettelijke seconden een zwak licht op
dc plaats waar zij gestaan had achterlatende.
Om te zien hoe lang het verschijnsel geduurd
had, streek ik een lucifer aan en zoo kon ik
op mijn horloge constateeren, dat deze vallen
de ster volle drie kwartier had noodig gehad
om hare baan tot aan den gezichteinder af te
leggen.
Een minuut of 8 vóór liaar verdwijnen,
schoot nog eene andere vallende ster vanuit
het sterrebeeld de Tweelingen naar den Een
hoorn en had daar nauwelijks eenige honderd
sten van eene seconde voor noodig.
bouwwerken", zoo meent prol. Huizing», te
laten ontwerpen en uitwerken "door ambte
naren in rijksbureaux was gerechtvaardigd
in den tijd, toen men in Nederland vergeten
was, dat bouwen niet enkel ln het verleden
kunst was geweest. Tegenwoordig, nu nie
mand meer geacht wil worden niet te besef
fen, wat de kunst in de samenleving bete»
kent, is dit stelsel veroordeeld.
En dr. Jan Kalf schrijft zeer juist: „Het
schijnt mij verstandig, wanneer men een op
dracht te geven heeft, haar toe te vertrouwen
aan hem, die tot het volbrengen ervan de
meeste bekwaamheid bezit. En vooropgesteld
dat zoo belangrijke gebouwen, als een uni
versiteit, een paleis of een parlement, aan hun
bestemming niet volkomen beantwoorden, in
dien zij Sist in hun uiterlijke verschijning!
het kenteeken dragen van him hooge betee-
kenis vooropgesteld dus, dat zij kunstwer
ken behooren te zijn kan niemand aarzelen
toe te stemmen, dat Rijksbouwmeesters nim
mer uit hoofde hunner ambtelijke positie ge
roepen kunnen worden om zulke bouwwer
ken te stichten.
Alleen hun kunstenaarschap zou hen voor
deze taak kunnen aanwijzen en zij hebben dus
geen andere titels voor het verkrijgen der op
dracht dan ieder hunner vakgenooten bezit."
En wat het kunstenaarschap der rijksamb-
j tenaren betreft, meent dr. Kalf, dat bij dat
gedeelte van het Nederlandsche volk, waaraan
men den naam „aesthetische Zuschauer" zou
mogen geven, „de zeer stellige overtuiging
leeft, dat Nederland op het oogenblik verschil
lende architecten rijk is, die met voller recht
„kunstenaar" kunnen worden genoemd dan
de ambtelijke bouwmeesters der Regeering,"
DE "VERBETERING VAN DEN VOLKS
ZANG.
De Commiisie, benoemd door den „Bond ter
behartiging van de belangen van het kind",
de Ned. Vereeniging „schoonheid in opvoeding
en onderwijs" en de „Tuchtunie", ter voorbe
reiding eener algemeene actie voor verbetering
van den Nederlandseben volkszang waar
omtrent het rapport onlangs verschenen is
heeft, naar aanleiding van de door haar gehou
den enquête een reeks conclusies en voorstel
len opgesteld waarin vooral wordt aangedron
gen op verbetering van het zangonderwijs, zoo
wel op do fröbel- als op de Lagere, Middelbare
en Hoogere scholen. Maatregelen worden ge
vraagd voor betere opleiding van onderwijzers
voor het zangonderwijs en tot het bevorderen
van het zingen in het leger; aangedrongen
wordt op het steunen van de Neder
landsche toonkust en het verspreiden van
goede liederenbundels, het organiseeren van
bijeenkomsten, waar goede volksliederen aan
het volk geleerd worden; het oprichten van
volkskoren en het zingen van liederen op ver
gaderingen, in een woord alle mogelijke mid
delen om den Volkszang te bevorderen en
waarvan er dit tusschen haakjes even erbij
de meeste reeds door de R. K. Vereeniging
voor Volkszang worden aangewend!
WIE MOET VOOR 'T RIJK BOUWEN.
Onder den titel „een cultuurbelang" publi
ceert „De Amsterdammer" in zijn laatste
nummer eenige beschouwingen over den Par-
lementsbouw aan het Binnenhof. De redactie
heeft aan een vijftal personen hunne meening
dienaangaande gevraagd, n.l. aan: prof. dr.
J. Huizinga, Hoogleeraar der Rijksacademie
te Groningen, dr. Jan Kalf, secretaria van
's Rijks Monumentenoommissie, mr. S. Mul
ler Fzn., Rijksarchivaris te Utrecht, dr. 'A.
Pit, Directeur aan het Ned. Museum aan
's Rijks Museum te Amsterdam en den oud-
Hpogleeraar en letterkundige prof. mr. H. P.
G. Quack te Amsterdam.
Hun werd de vraag gesteld:
Gegeven als feitelijk bestaande toestand,
dat do Rijksarchitecten in de eerste plaats
de hoofden zijn van uitgebreide bouwkun
dige bureaux en gegeven de niet zoo grooto
beteekenis, die men aan deze hoogs ambte
naren blijkens hun werken in dezen tijd in
Nederland als bouwkunstenaars hechten moet,
doet de vraag zich voor:
Is het Rijk verplicht zijn groote representa
tieve bouwwerken, zooals een parlement, een
Universiteit, een paleis, door de leiders dier
bureaux te doen ontwerpen of mag en kan
de Overheid tot dit doel zich van andere
hulp verzekeren?
Alle vijf de heeren hebben in denzelfden
geest geantwoord. Zij zijn van meening, dat
de Overheid het ontwerpen van grooto re
presentatieve bouwvakken niet alleen mag
en kan opdragen aan een onzer zelfstandig
strevende bouwmeesters, maar dat zij dit in
de allermeeste gevallen zal behooren te doen.
Wij schrijven hier eenige typeerendo ge
deelten uit de antwoorden af. ,,'s Lands groote
Onze Moeder de H. Kerk
bij ziekbed, uitvaart en be
grafenis harer kinderen.
Door J. J. Wieman R. K. Pr.
B. Lenfring, Amsterdam.
Veel wordt er gedaan tegenwoordig om de
mooie liturgie der H. Kerk meer en meer aan
het volk te leeren en verschillende uitgaven
op dit gebied zijn reeds verschenen om do
geloovigen in de gelegenheid te stellen de
plechtigheden te volgen.
Voor ons ligt een handig boekje, bewerkt
door kapelaan J. J. Wieman en onder den
titel: „Onze Moeder de H. Kerk bij ziekbed,
uitvaart en begrafenis harer kinderen" uitge
geven bij B. Lenfring te Amsterdam.
Het bevat de Nederlandsche vertaling der
gebeden die bij deze kerkelijke plechtigheden
gebeden worden, terwijl de antwoorden door
misdienaar of geloovigen te geven in Latijn-
schen tekst zijn afgedrukt waarbij de
Romeinsche uitspraak is aangegeven. Zeer
practisch inderdaad. Ook dit hoekje zal zeker
zyn weg vinden evenals de andere op dit ge
bied reeds uitgegeven.
Zou het misschien geen aanbeveling ver
diend hebben naast de Nederlandsche vertaling
de Latijnsche tekst van alle gebeden af te
drukken 3
Voor onze BoomscHe Vrou
wen. XI Kindergebedjes.
R. K. Boekcentrale Amster
dam.
Corry Uittendoorn is voor ons een oude bekqnde
en onze lezeressen herinneren zich ongetwij
feld de mooie, lezenswaardige opstellen „Voor
de Roomsche Vrouw" die gedurende langen tijd
in ons blad verschenen en daarna in brochure
vorm uitgegeven zijn.
Thans is verschenen No. XI, bevattende Kin
der-, Morgen- en Avondgebedjes, waarvan de
meeste ook in de Nieuwe Haarlemsche Courant
verschenen zijn, zooals ten overvloede schrijf
ster in hare inleiding nog aangeeft.
Dit boekje is een schat voor moeders en
wie zich met de opvoeding bezig houden. Wat
is het niet heerlijk als moeder hare kindertjes
die lieve, naieve kinderliedjes leeren kan: ze
zijn zoo gemakkelijk, zoo eenvoudig, zoo mooi,
al zijn ze dikwerf niet van groote litteraire
waarde.
Wat geeft dat ook; als ze maar spreken tot
dat kleine kinderhartje en dat doen alle liede-
kes die in dit lieve boekje zijn bijeengegaard.
Men vindt er zoovele liedjes, die wel bekend
zijn grootendeels, doch tamelijk verminkt be
waard zijn gebleven en overgeleverd.
Wij alen kennnen b.v. het versje:
„Als ik 's avonds naar m'n bedje ga
Volgens mij veertien Engeltjes na enz."
Doch menigeen weet waarschijnlijk niet,
dat tusschen deze twee regels nog hoort:
JAl* ik avonds naar m'n bedje ga
an treed ik op een trapje
Dan treed ik aan Maxia'a «ohoot'f
Maria ia mijn Moeder
Bint Jozef mijn Behoeder
Tesus ia mijn 'Leidsman,
Die den weg mij wijzen kan
!En waar ik ga, of waar ik ata
Volgen mij veertien Engeltjes na: enz."-
Wat wordt dit gebedje nu reel mooier, en
wat drukt het meer uit!
Zoo vindt men er bder bijna «estig verzameld,
leerzaam, nuttig en schoon, als een frissohe
ruiker met de allereenvoudigste bloemkes.
Laat iedere moeder dit deugdelijke boekske
koopen en hare kleine kleuters die sohoone,
oude gebed-versjes leeren.
't Boekje kost, meenen we, slechts 0.15 en
is uitgegeven, eenvoudig, maar net, door de
N. V, de R. K. Boekcentrale te Amsterdam.
P.
ANSJOVISVANGST-BERICHTEN.
Vanwege den Zuiderzee visscherij raad -wordt
dagelijks een telegraphiaoh bericht omtrent
de uitkomsten der anajovisscherij op de Zui
derzee van uit Den Helder, Wieringen, Hin-
deloopen, Kolhorn, Andijk, Medemblik, Sta
voren, Lemmer, Enkhuizen, Broekerhaven,
Urk, Hoorn en Volendam samengesteld en In
die plaatsen bekend gemaakt.
Tiet bericht bevat zooveel mogelijk! eene op-
giaaf van: lo. de hoogste en laagste vangst
per vaartuig; 2o. het aantal vaartuigen bin
nengekomen op het tijdstip van samenstelling
van het bericht; 3o. de totale vangst daar
van volgens schatting; 4o. de te verwachten
vangst van de nog op zee zijnde vaartuigen;
5o. het totaal aantal vaartuigen den vorigen
dag binnengekomen, de totale vangst daarvan
en de ansjovisprijzen.
Zij die tegen vergoeding der telegramkos-
ten bovenbedoeld bericht dagelijks wenschen
te ontvangen, kunnen zich daartoe wenden
tot den insp. der visscherij en in het 2de en
8de disfcr., Singel 189, Amsterdam. Wie een of
ïneer van de opgaven niet verlangt, gelieve
hiervan melding te maken. (St. Ot.)
KAPELAAN JOS. TAOKv
In den ouderdom van 56 jaren overleed Za
terdag vrij onverwacht, doch voorzien van
de laatste H.H. Sacramenten, de weleerw.
heer M. Joseph J. H. A. T&ck, kapelaan te
Munstergeleen (L.)
RESERVE-OFFIOIEREN.
De minister van Oorlog heeft o.i. schrijven
gezonden aan den commandant van het veld
leger.
„Het is mij gebleken, dat bij het opdragen
van diensten aan onder de wapenen zijnde
verlofsofficieren niet altijd rekening wordt ge
houden met de noodzakelijkheid, om deze offi
cieren in de korte tijdperken, welke zij onder
de wapenen doorbrengen, in de gelegenheid te
stellen van hunne geschiktheid te doen blij
ken en hen zooveel mogelijk van hun verblijf
in werkelijken dienst te doen partij trekken
voor hun verdere practische vorming. Met
name zou aan zoodanige officieren niet altijd
die mate van zelfstandigheid zijn gelaten,
welke overeenkomt met den door hen bekleeden
rang en hunne ouderdom nis officier.
Ik acht het daarom noodig, dat de aandacht
van de commandeerende officieren wordt ge
vestigd op de belangrijke taak, die in oorlogs
tijd ook aan den reserveofficier wordt opgedra
gen. Die" taak zal door hem slechts dan naar
behooren kunnen worden vervuld, wanneer hij
daartoe in vredestijd op doelmatige wijze met
veel zorg is opgeleidtot dit laatste behoort
ln de eerste plaats te worden gerekend het
aankweeken van initiatief 611 zelfstandigheid.
Ik verzoek u het vereisebte te verrichten, op
dat voortaan algemeen id ^en ^°°r mij bedoel
den zin worde gehandeld-" «Avondpost".
MEDEMBLIK.
DE R. K. MARKTVEREENIGING.
Men schrijft aan de „Tijd" het volgende
over de bekende kwestie betreffende de R.
K. Marktvereeniging, waarover wij reeds uit
voerig geschreven hebben.
Reeds eenmaal maakten we kortelings mel
ding van het feit, dat ln Jfedemblik en om
geving zooveel ontevredenheid heeft gewekt
tegen het liberale regime, dat daar zoo lang
zijn triomfen gevierd heeft. De benoeming van
een niet-katholieken boekhouder aan de markt
vereeniging „de Eendracht" was het drop
peltje, dat daar de maat deed overloopen. Se
dert dien is aldaar een R. K. Marktvereeni
ging „St. Joseph" opgericht en flink en rond
uit heeft zich de geestelijkheid van Medem
blik en Wervershoof aan de spits gesteld.
Een voorloopig bestuur werd gekozen on
der praesjdium van den weleerw. kapelaan
Huf, van Wervershoof, en j.l. Zondag heeft
dit bestuur de resultaten van zijn werkzaam
heid aan een zeer talrijke vergadering, wel
ke te Onderdijk werd gehouden, voorgelegd.
Wie niet zoo precies West-Friesland kent,
kan zioh onmogelijk voorstellen, welk een
ontzaglijken invloed een goed bestuurde
marktvereeniging kan uitoefenen op den eco-
nomischen toestand der bevolking. In de
Streek, is het ontwikkelingsproces op zijn
hoogtepunt gekomen, hoewel daarbij opge-
merkt moet worden, dat het gebied zich vrij
sterk van Oost naar Weet uitbreidt. Dit is
echter meer een natuurlijke aangroei en als
zoodanig minder duidelijk te observeeren, dan
in een betrekkelijk jonger en pas beginnend
gebied.
Dit laatste nu is alhier het geval, 'tls nog
niet zoo lang geleden, dat deze plaats van
de doode steden, om nu maar eens een slech
te superiatief te gebruiken, de doodsta was.
De energie van de burgerij was echter niet
dood en toonde zich bijv. bijzonder krachtig
in den zomer van 1912, toen de Landbouw
tentoonstelling daar met zoo groote medewer
king yan allen gehouden werd. Bij die ge
legenheid zijn menigeen de oogen wat wijder
opengegaan, aangaande de toestanden in dit
geïsoleerde plaatsje en, laat ons eerlijk be
kennen, dat dit ook met Streeker wel het
geval was.
Wij kunnen alzoo hier nog een gelukkige
ontwikkelingsgeschiedenis meemaken en daar
om mag hét van belang heeten de aandacht
te vestigen op datgene, wat op bevordering en
verhaasting daarvan invloed kan uitoefenen,
en daartoe rekenen we stellig de Zondag door
ons bijgewoonde vergadering.
Wie eenigszins het Vereenigingsleven hier
gewoon is en den volksaard kent, dien is
het al spoedig duidelijk den geest eener ver
gadering te onderkennen en daaruit het al of
niet bereiken van eenig doel af te leiden.
Welnu, in dit opzicht meent ondergeteekende
de meest geruststellende berichten te kunnen
geven.
In zijn openingsrede gaf de eerw. voorzit
ter te kennen, welke werkzaamheden door
het voorloopig bestuur reeds verricht waren.
In de eerste plaats behoorde hiertoe ican schrij-
van aan Mgr. den Bisschop van Haarlem,
waarbij de feiten uitvoerig vermeld waren
en het protest, tegen de handeling van „de
Eendracht" uitgesproken. Moeilijkheden wa
ren nooit van katholieke zijde geopperd, daar
men. levend onder een gedeeltelijk andersden
kende bevolking, bezwaar maakte, deze aan
stoot te geven. Men mocht echter van Z. D.
Hoogw. volkomen goedkeuring verwerven en
daarmee werd alweder bevestigd het woord,
reeds zoo dikwijls door het Doorluchtig Epis
copaat gesproken: „Vereenigt u in confessio-
neele vereenigingen."
Door de vereeniging „Plaatselijk Belang",
te Medemblik, was een bemiddelingsvoorstel
ingezonden. Naar aanleiding daarvan heeft
een conferentie plaats gehad met een verte
genwoordiger van het bestuur der neutrale
Marktvereeniging, waarbij als eisch gesteld
werd: volkomen erkenning onzer rechten.
Daar bedoelde vertegenwoordiger echter geen
opdracht had te handelen, had ook deze con
ferentie geen verder resultaat gehad.
iVan het nu volgend concept-reglement, dat
wel degelijk besproken werd, doch nagenoeg
ongewijzigd weird aangenomen, zullen we geen
uitvoerig relaas kunnen geven. Opmerking
verdienen vooral die artikelen, waarbij het
godsdienstig karakter van de nieuwe vereeni
ging op den voorgrond treedt, alsook! die, wel
ke noodzakelijk zullen zijn, om den strijd
om het bestaan tegen de thans verlaten ver
eeniging met goed gevolg te kunnen volhou
den.
Zoo zegt bijv. art. 2: Naast het materieele
doel bevordering van de aardappel-, groenten
on fruitteelt door het oprichten eener publie
ke markt ga de behartiging van de zedelijke
en stoffelijke belangen der leden volgens de
beginselen der Katholieke Kerk.
En art. 3 over het lidmaatschap.
De vereeniging bestaat uit: le. Gewone
leden. Hiertoe kan behooren ieder R. K. aan
voerder, onder voorbehoud, dat hij zijn gods
dienstplichten vervult en overigens geen er-
geriijk leven leidt; 2e. Hospitant-ledenhier
toe kan behooren ieder niet-Katholiek, die'
geen ergerlijk leven leidt, en 3e. donateurs.
Alleen gewone leden bezitten stemrecht.
De onder 2 en 3 genoemden hebben een advi-
seerende stem.
Airb. 5 zegt: Vervallen van het lidmaatschap
wordt verklaard ieder gewoon lid, die aan de:
zoogenaamde neutrale markt te Medemblik
aanvoert of laat aanvoeren.
Wel een strenge maatregel tegenover de
eoncurreerende neutrale vereeniging, doch
noodzakelijk uit den drang der bestaansvoor
waarden voor do nieuwe. Een voorgesteld boo-
testelsel kon met het oog op het principe
geen goedkeuring bij de overgrooto meerder
heid der vergadering verwerven.
De samenstelling van het bestuur lijkt ons
ook met het oog op do 4 afdeelingen (Me
demblik, de Weere, Onderdijk met Lagedijk en
Wervershoof) een zeer practische: afd. met
tenminste 15 leden kiezen 1 bestuurslid, van
20100 leden 2 en 100 of meer 3 feestuurs
leden.
Een door Z. D. H. te benoemen geestelijke
staat bestuur en vereeniging als raadsman bij.
Nog een paar artikelen komen ons bij uit
stek nuttig voor. "Zoo bijv. do bepaling, dat
alle leden aanvoerders moeten zijn, daardoor
ontgaat men het gevaar van overstemming
door diegenen, die eigenlijk geen landbouwers
zijn, doch door het betalen van een lage con
tributie een soms ongewenschten invloed zou
den kunnen uitoefenen. Zelf3 zij, die hun wa
ren door zoogenaamde vrachtvaarders laten
aanvoeren, zijn tot het lidmaatschap ver
plicht.
Reeds 261 leden traden tot de nieuwe ver
eeniging toe en de vergadering werd door
151 leden, behalve de belangstellenden, bij
gewoond. Een respectabel getal, en. mogen
we 't zeggen, bij de mindere routine in de
kunst van vergaderen bij nog vrij velen, een
heele taak, om het zaakje in het rechte
spoor te houden! Daarom deed het ons zoo'n
bijzonder genoegen, dat kap. Huf met zoo
vaste hand de teugels "hield. Niettegenstaande
een leuk woordje op z'n tijd en "opzettelijk
toegestane oogenblikken van „bijenkorf",
wist hij, als 't noodig was, een gepaste stilte
en oplettendheid te bewaren. Nog gemakkelij
ker zal dat worden, als men in 't vervolg
het Streeksche stelsel gaat volgen, dat er
bij vergaderingen geen sterken drank mag
worden geschonken, want deze maakt onze
menschen niet dronken, maar druk.
Ook de zeereerw. heer pastoor Bollinger
en de weleerw. heer kapelaan Verhaar, die
zich zeer bescheidenlijk „oproerkraaiers"
noemden, vereerden de vergadering met hunne
tegenwoordigheid.
Mooi zool
Nog kunnen we melden, dat in 't bestuur
zijn gekozen: voor Onderdijk: N. van Velzen,
O. Manshanden, M. Brandsen; Lagedijk: A.
Schuitemaker, O. Schoenmaker; Medemblik:
J. Slijkerman, Wi van Leeuwen; de Weere:
G, Besseling, J. Berkhoudt.
NOORl) WIJK.
R. E. Vo lksbond. De jeugdige R. K.
Volksbondafdeeling, heeft deze week weer
twee feestavonden georganiseerd ter viering
van het Encycliekfeest. Ditmaal was de too-
neelafdeeling „Onderling Genoegen" aan het
woord. Beide avonden was de zaal goed be
zet in ciafó „Flora". Nadat de voorzitter, de
heer J. P. Rijnders do aanwezigen welkom
had geheeten, en een korte uiteenzetting had
gegeven van het op te voeren drama, voerde
de tooneelafdeeling „De Triumf des Kruises"
op, een dramia in 3 bedrijven, dat den strijd
weergeeft tusschen Christendom en Heiden
dom onder Constantijn den Grooten. We heb
ben met aandacht en genoegen het spel der
dillettanten gevolgd, en bemerkt dat allen
rolvast waren.
De rol van den afgodspriester Severus was
in goede handen, terwijl het stil spel (en
dat is vaak het moeilijkste) van den valschen
maar heersohzuchtigen Lucretius heel goed
was. Ook de rol van Constantijn en die van
Sabimis, den Christen-Honderdman werden
zeer verdienstelijk! vertolkt. En aller spel
was goed, toen het teeken aan den hemel
verscheen: „In hoe signo vinces".
De kinderrollen, die in het stuk voorkomen,
gaven als altijd een eigenaardige bekoring
aan het geheel. 'In één woord: de a»g jonge
tooneelvereeniging heeft 'de bijvalsbetuigin
gen van het auditorium wel verdiend.
„Onderling Oenoegen" heeft ervoor gezorgd,
dat de VolkSbonders een paar mooie avonden
hebben geluid.
Gij hoort het, mama! zeide hij met van
toorn ingehouden 6tem. Ik vertel haar, dat
ik dien assessor als een vijand beschouw, die
ons geluk bedreigt; ik verzoek haar hem te
mijden en ze antwoordt mij, dat zii zidh gee-
ne hevelen laat geven, en zich niet in hare
persoonlijke vrijheid laat dwarsboomen.
En ik zeg u nog eenmaal, dat ongemo
tiveerde ijverzucht u verblindt en onrecht
vaardig maakte, antwoordde de oude dame
thans vergoelijkend, terwijl zij hare dochter
een waarschuwenden blik toewierp. Goede
hemel, het is een strijd om des keizers baard!
Aan de verwachtingen, waarop gij sti'aks
doeldet, heeft niemand gedacht en ware zulks
wel het geval, dan zon mijnheer de assessor
thans zeker niet meer aan de mogelijkheid
harer vervulling gelooven,
Of mijnheer de assessor werkelijk zoo
denkt, weet ik niet, zei Delattre schouderop
halend; ik geloof het niet. W aarom dringt
hij zich tussehen ons? "Waarom bespionneert
Ihij mij?
Vreest ge, dat hij eene onaangename ont
dekking kan doen? vroeg Hertha, nu ook een
seherperen toon aanslaande. Dan voorzeker
ware uw wantrouwen verklaarbaar.
Vreezen? Ik heb niet te vreezen! stoof
hij op. En als ik ijverzuchtig hen, dan bewijst
dat mijne liefde voor u.
Pardon, geen ijverzucht, maar vertrou
wen bewijst liefde, er bestaat geen ware lief
de zonder vertrouwen!
Praatjes! antwoordde Delattre. De men
schen zijn niet allen van hetzelfde deeg ge
kneed; ik ontken niet, dat ik eene ijverzuch
tige natuur heb en dat ik dien assessor Ihaat.
Ik beveel u niet, maar verzoek u niet meer
naar het Mauritshuis te gaan. Uw mama kan
niet met u meegaan, en ik vind, dat het ook
voor eene bruid niet past uren lang daar al
leen te zitten en zich bloot te stellen aan de
nieuwsgierigheid der gapende menigte.
Ik moet toch mijn copie voleinden.
Die zou reeds voor eenige dagen gereed
zijn.
Zoo dacht ik ook, maar ik had mij ver
gist.
Was dat heusch slechts eene vergissing?
vroeg hij scherp. Meent ge, omdat ik niets
van de schilderkunst versta dat ik mij door
jou maar alles op de mouw laat spellen?
Destijds toen ge het beeld wildot afwerken,
zag ik, dat eenige engelenkopjes verdwenen,
welke toen opnieuw weder moesten worden
hijgeschilderd.
Omdat zij mij niet voldeden
Haar, denkt ge nog altoos, dat ik het
doel niet begrijp, wat daar achter steekt?
stoof hij weder op. De samenkomsten met
dien assessor moesten toch ophouden, zoodra
de schilderij gereed was; ik hen nu zelfs niet
zeker of morgen niet ook het hoofd der Ma
donna verdwijnt, omdat het u niet bevre-
digt.
Een snijdende spot lag in den toon, waar
in hij de laatste woorden had gesproken. De
oude dame moest zioh onwillekeurig afvra
gen of de assessor wel zulk een ruw optre
den verdiend had.
Als dat zoo ware, zou ik ook tot dezen
arbeid besluiten, antwoordde Hertha met vas
ten blik. Ik zal mijne sobiilderij niet eerder
voor afgewerkt beschouwen, alvorens ik er
zelve mee tevreden hen.
Daar kan ik niet op wachten, zeide hii.
Ik wensdh, dat we eerstdaags van hier afrei
zen.
Om welke redenen? vroeg de oude dame,
wier wantrouwen door deze verklaring werd
gg"W6:llt.
Omdat ik deze opwindingen moede "ben:
gij moest zulks begrijpen, mama! Ik kwam
hierheen met het vaste vertrouwen aan de
zijde mijner bruid eenige gelukkige weken
door te brengen; maar nauwelijks "ben ik hier
of vind ergernis en opwinding. Lk kan den
assessor niet verbieden te bezoeken en mij
ne bruid aan te spreken en gu wilt hem niet
te verstaan geven, dat hii ons hindert, hoe
wel gij de tweespalt ziet, d'ie hu zaait. De maat
is nu vol. Loopt zij over, dan moet ik den
onbeschaamde met vleiende woorden zeg
gen, waar ik hem voor houd en hoe ik over
hem denk. Wat daaruit kan voortvloeien, is
vooraf te berekenen.
Ik wenschte dat evenwel te vermyden en
ik vermeen, dat het ook in nw belang is, dat
wij deze eventualiteiten voorkomen.
Ik begrijp dat alles niet, zei Hertha, om
wier mondhoeken weder dezelfde sombere
smartelijke trek kwam, wolke Emile had
aangemoedigd haar den bijstand van eenen
■vriend aan te bieden.
Gij ziet spoken, die niet bestaan en er
gert je over gevaren, die slechts in je ver
beelding opkomen. Assessor Muller ie onze
vriend....
Maar niet de mijne.
Dat hij dat niet is, heeft hij no-g niet
bewezen.
Vraag het uwe moeder, zij tal dat
(beter weten.
Door dezen onverdacliten uitval in verwar
ring gebracht, wendde de oude dame haar
aangezicht af; de woede van Delaftre werd
daardoor nog meer verhoogd.
Verstaat ge nu mijne woorden? vroeg
hij scherp. Wilt ge ook nu nog weigeren mij
nen wensch te vervullen?
Ik kan u d'e verzekering geven, dat gij
van valsche veronderstellingen uitgaaf, zeide
de oude dame, die zich inmiddels van hare
verwarring hersteld had, maar herhaal bo
vendien nog eens, dat Hertha volle vertrou
wen van ,u eischen "kan en mag.
Gij wilt dus niet met mij vertrekken?
geven, dat de assessor tegen hem intrigeerde
en dat het verontrustend voor hem was, als
Hertha met dien man zoo dikwerf samen
kwam.
Wanneer wildot gij afreizen? vroeg zij.
Zoodra dat maar mogelijk is, antwoord
de Delattre, die zijne bruid met duisteren
blik opnam.
Het is mij eien groot offer, wanneer ik
hier mijn kuur afbreek en mij te Ostenlle
weder onder nieuwe verhoudingen moet
1 schikken.
Gij brengt dat offer evenwel aan het
Ge weet, dat ik Mer een kuur t© onder-geluk uwer kinderen, mama.
gaan heib.
Die ook zonder eenig nadeel hier kon
worden afgebroken en te Ostende worden
voortgezet.
Ik heb u reeds vroeger gezegd, dat het
leven te Ostende mij te druk is.
Men kan ook daar heel rustig wonen.
Geef u aan mijne leiding over, ik ken Osten-
I de gij zult daar een stille woning vinden.
Ik verzeker _u> dat ge u den ruil niet zult
berouwen. Als ge evenwel niet wilt, dan zult
Ik vind niet, dat het noodig is, zeide
Hertha. Ja, het moet mij zelfs beleedigen,
dat het verlangd wordt, want dit verlangen
is gebouwd op mistrouwen.
Wij kunnen voor het einde dezer week
niet opbreken, nam nu de oude dame wedex
het woord, zonder acht te slaan op het go.
zegde harer dochter. Wilt ge zoolang waeto
Wanneer gij dit wensdht, mama.
Ja, ik kan niet vroeger weg.
Maar mijne copie zal dan nog niet klaa>
ge mij veroorloven naar Lyon terug te zijn, wie~rP HerthTtusschenbeide. Moet dax
re- Misschien ware dat het beste, sprak Her- j met mij heelemaal geen rekening worden ge
.tba, die in gedachten verdiept aan het ven- jhoadenï zjjne handschoenen u«
ster stond. Wy zouden ook te Ostende door Deon Delattre iansrzaara aan
je ijverzucht voortdurend in onrust verkee-den hoed en trok ze langzaam aan.
1 ren en mama moet alle opwinding streng
vermijden.
De oude dame weifelde; zij was wel eenigs- j
zins bevreesd dat, wanneer zij zich tegen iede- j
ren wensch van Delattre verzette, een breuk
onvermijdelijk zou zijn. Zoo geheel ongegrond j
toch waren zijne klachten niet; zij moest toe-
Wordt
'"o:ga;