Uit Holland's ftoordernwatlier. Kwartjes Advertentiën NIEUWS UIT DEN UffiTHEK. Letteren en Kunst. Boek beoordeel ing Landbouw en Visscherij KERKNIEUWS. Leger ëiï Vloot. t Van onze plaatsen wij er jaarlijks tiendui zenden. Een bewijs dat zij geven wat men er van vraagt. onzichtbare draad aan den hemel verbonden met onregelmatige versnellingen en vertragin gen loodrecht naar den horizon nederdaalde. Op een achttal graden daarboven maakte zij echter plotseling met haar oorspronkelijke baan een stompen hoek en even later wederom een stompen hoek, zoodat zij ongeveer evenwij dig met den horizon in Zuid-Westelijke rich ting zich bewoog naar het sterrebeeld de Beker. Alvorens daar aan te komen keerde zij terug, steeg wederom een stuk en geraakte van de Waterslang in het Schip Sorgo, keerde we derom terug, bleef dalen en stijgen en be schreef daarbij allerlei kromme lijnen, herhaal de malen hare baan snijdende en hare bewegin gen uitstrekkende over eene breedte van meer dan 20 horizontale booggraden. Toen zij eindelijk op eenige graden van den horizon gedaald en hare kleur allengs rood achtig was geworden, verdween zij aan mijn oog, nog ettelijke seconden een zwak licht op dc plaats waar zij gestaan had achterlatende. Om te zien hoe lang het verschijnsel geduurd had, streek ik een lucifer aan en zoo kon ik op mijn horloge constateeren, dat deze vallen de ster volle drie kwartier had noodig gehad om hare baan tot aan den gezichteinder af te leggen. Een minuut of 8 vóór liaar verdwijnen, schoot nog eene andere vallende ster vanuit het sterrebeeld de Tweelingen naar den Een hoorn en had daar nauwelijks eenige honderd sten van eene seconde voor noodig. bouwwerken", zoo meent prol. Huizing», te laten ontwerpen en uitwerken "door ambte naren in rijksbureaux was gerechtvaardigd in den tijd, toen men in Nederland vergeten was, dat bouwen niet enkel ln het verleden kunst was geweest. Tegenwoordig, nu nie mand meer geacht wil worden niet te besef fen, wat de kunst in de samenleving bete» kent, is dit stelsel veroordeeld. En dr. Jan Kalf schrijft zeer juist: „Het schijnt mij verstandig, wanneer men een op dracht te geven heeft, haar toe te vertrouwen aan hem, die tot het volbrengen ervan de meeste bekwaamheid bezit. En vooropgesteld dat zoo belangrijke gebouwen, als een uni versiteit, een paleis of een parlement, aan hun bestemming niet volkomen beantwoorden, in dien zij Sist in hun uiterlijke verschijning! het kenteeken dragen van him hooge betee- kenis vooropgesteld dus, dat zij kunstwer ken behooren te zijn kan niemand aarzelen toe te stemmen, dat Rijksbouwmeesters nim mer uit hoofde hunner ambtelijke positie ge roepen kunnen worden om zulke bouwwer ken te stichten. Alleen hun kunstenaarschap zou hen voor deze taak kunnen aanwijzen en zij hebben dus geen andere titels voor het verkrijgen der op dracht dan ieder hunner vakgenooten bezit." En wat het kunstenaarschap der rijksamb- j tenaren betreft, meent dr. Kalf, dat bij dat gedeelte van het Nederlandsche volk, waaraan men den naam „aesthetische Zuschauer" zou mogen geven, „de zeer stellige overtuiging leeft, dat Nederland op het oogenblik verschil lende architecten rijk is, die met voller recht „kunstenaar" kunnen worden genoemd dan de ambtelijke bouwmeesters der Regeering," DE "VERBETERING VAN DEN VOLKS ZANG. De Commiisie, benoemd door den „Bond ter behartiging van de belangen van het kind", de Ned. Vereeniging „schoonheid in opvoeding en onderwijs" en de „Tuchtunie", ter voorbe reiding eener algemeene actie voor verbetering van den Nederlandseben volkszang waar omtrent het rapport onlangs verschenen is heeft, naar aanleiding van de door haar gehou den enquête een reeks conclusies en voorstel len opgesteld waarin vooral wordt aangedron gen op verbetering van het zangonderwijs, zoo wel op do fröbel- als op de Lagere, Middelbare en Hoogere scholen. Maatregelen worden ge vraagd voor betere opleiding van onderwijzers voor het zangonderwijs en tot het bevorderen van het zingen in het leger; aangedrongen wordt op het steunen van de Neder landsche toonkust en het verspreiden van goede liederenbundels, het organiseeren van bijeenkomsten, waar goede volksliederen aan het volk geleerd worden; het oprichten van volkskoren en het zingen van liederen op ver gaderingen, in een woord alle mogelijke mid delen om den Volkszang te bevorderen en waarvan er dit tusschen haakjes even erbij de meeste reeds door de R. K. Vereeniging voor Volkszang worden aangewend! WIE MOET VOOR 'T RIJK BOUWEN. Onder den titel „een cultuurbelang" publi ceert „De Amsterdammer" in zijn laatste nummer eenige beschouwingen over den Par- lementsbouw aan het Binnenhof. De redactie heeft aan een vijftal personen hunne meening dienaangaande gevraagd, n.l. aan: prof. dr. J. Huizinga, Hoogleeraar der Rijksacademie te Groningen, dr. Jan Kalf, secretaria van 's Rijks Monumentenoommissie, mr. S. Mul ler Fzn., Rijksarchivaris te Utrecht, dr. 'A. Pit, Directeur aan het Ned. Museum aan 's Rijks Museum te Amsterdam en den oud- Hpogleeraar en letterkundige prof. mr. H. P. G. Quack te Amsterdam. Hun werd de vraag gesteld: Gegeven als feitelijk bestaande toestand, dat do Rijksarchitecten in de eerste plaats de hoofden zijn van uitgebreide bouwkun dige bureaux en gegeven de niet zoo grooto beteekenis, die men aan deze hoogs ambte naren blijkens hun werken in dezen tijd in Nederland als bouwkunstenaars hechten moet, doet de vraag zich voor: Is het Rijk verplicht zijn groote representa tieve bouwwerken, zooals een parlement, een Universiteit, een paleis, door de leiders dier bureaux te doen ontwerpen of mag en kan de Overheid tot dit doel zich van andere hulp verzekeren? Alle vijf de heeren hebben in denzelfden geest geantwoord. Zij zijn van meening, dat de Overheid het ontwerpen van grooto re presentatieve bouwvakken niet alleen mag en kan opdragen aan een onzer zelfstandig strevende bouwmeesters, maar dat zij dit in de allermeeste gevallen zal behooren te doen. Wij schrijven hier eenige typeerendo ge deelten uit de antwoorden af. ,,'s Lands groote Onze Moeder de H. Kerk bij ziekbed, uitvaart en be grafenis harer kinderen. Door J. J. Wieman R. K. Pr. B. Lenfring, Amsterdam. Veel wordt er gedaan tegenwoordig om de mooie liturgie der H. Kerk meer en meer aan het volk te leeren en verschillende uitgaven op dit gebied zijn reeds verschenen om do geloovigen in de gelegenheid te stellen de plechtigheden te volgen. Voor ons ligt een handig boekje, bewerkt door kapelaan J. J. Wieman en onder den titel: „Onze Moeder de H. Kerk bij ziekbed, uitvaart en begrafenis harer kinderen" uitge geven bij B. Lenfring te Amsterdam. Het bevat de Nederlandsche vertaling der gebeden die bij deze kerkelijke plechtigheden gebeden worden, terwijl de antwoorden door misdienaar of geloovigen te geven in Latijn- schen tekst zijn afgedrukt waarbij de Romeinsche uitspraak is aangegeven. Zeer practisch inderdaad. Ook dit hoekje zal zeker zyn weg vinden evenals de andere op dit ge bied reeds uitgegeven. Zou het misschien geen aanbeveling ver diend hebben naast de Nederlandsche vertaling de Latijnsche tekst van alle gebeden af te drukken 3 Voor onze BoomscHe Vrou wen. XI Kindergebedjes. R. K. Boekcentrale Amster dam. Corry Uittendoorn is voor ons een oude bekqnde en onze lezeressen herinneren zich ongetwij feld de mooie, lezenswaardige opstellen „Voor de Roomsche Vrouw" die gedurende langen tijd in ons blad verschenen en daarna in brochure vorm uitgegeven zijn. Thans is verschenen No. XI, bevattende Kin der-, Morgen- en Avondgebedjes, waarvan de meeste ook in de Nieuwe Haarlemsche Courant verschenen zijn, zooals ten overvloede schrijf ster in hare inleiding nog aangeeft. Dit boekje is een schat voor moeders en wie zich met de opvoeding bezig houden. Wat is het niet heerlijk als moeder hare kindertjes die lieve, naieve kinderliedjes leeren kan: ze zijn zoo gemakkelijk, zoo eenvoudig, zoo mooi, al zijn ze dikwerf niet van groote litteraire waarde. Wat geeft dat ook; als ze maar spreken tot dat kleine kinderhartje en dat doen alle liede- kes die in dit lieve boekje zijn bijeengegaard. Men vindt er zoovele liedjes, die wel bekend zijn grootendeels, doch tamelijk verminkt be waard zijn gebleven en overgeleverd. Wij alen kennnen b.v. het versje: „Als ik 's avonds naar m'n bedje ga Volgens mij veertien Engeltjes na enz." Doch menigeen weet waarschijnlijk niet, dat tusschen deze twee regels nog hoort: JAl* ik avonds naar m'n bedje ga an treed ik op een trapje Dan treed ik aan Maxia'a «ohoot'f Maria ia mijn Moeder Bint Jozef mijn Behoeder Tesus ia mijn 'Leidsman, Die den weg mij wijzen kan !En waar ik ga, of waar ik ata Volgen mij veertien Engeltjes na: enz."- Wat wordt dit gebedje nu reel mooier, en wat drukt het meer uit! Zoo vindt men er bder bijna «estig verzameld, leerzaam, nuttig en schoon, als een frissohe ruiker met de allereenvoudigste bloemkes. Laat iedere moeder dit deugdelijke boekske koopen en hare kleine kleuters die sohoone, oude gebed-versjes leeren. 't Boekje kost, meenen we, slechts 0.15 en is uitgegeven, eenvoudig, maar net, door de N. V, de R. K. Boekcentrale te Amsterdam. P. ANSJOVISVANGST-BERICHTEN. Vanwege den Zuiderzee visscherij raad -wordt dagelijks een telegraphiaoh bericht omtrent de uitkomsten der anajovisscherij op de Zui derzee van uit Den Helder, Wieringen, Hin- deloopen, Kolhorn, Andijk, Medemblik, Sta voren, Lemmer, Enkhuizen, Broekerhaven, Urk, Hoorn en Volendam samengesteld en In die plaatsen bekend gemaakt. Tiet bericht bevat zooveel mogelijk! eene op- giaaf van: lo. de hoogste en laagste vangst per vaartuig; 2o. het aantal vaartuigen bin nengekomen op het tijdstip van samenstelling van het bericht; 3o. de totale vangst daar van volgens schatting; 4o. de te verwachten vangst van de nog op zee zijnde vaartuigen; 5o. het totaal aantal vaartuigen den vorigen dag binnengekomen, de totale vangst daarvan en de ansjovisprijzen. Zij die tegen vergoeding der telegramkos- ten bovenbedoeld bericht dagelijks wenschen te ontvangen, kunnen zich daartoe wenden tot den insp. der visscherij en in het 2de en 8de disfcr., Singel 189, Amsterdam. Wie een of ïneer van de opgaven niet verlangt, gelieve hiervan melding te maken. (St. Ot.) KAPELAAN JOS. TAOKv In den ouderdom van 56 jaren overleed Za terdag vrij onverwacht, doch voorzien van de laatste H.H. Sacramenten, de weleerw. heer M. Joseph J. H. A. T&ck, kapelaan te Munstergeleen (L.) RESERVE-OFFIOIEREN. De minister van Oorlog heeft o.i. schrijven gezonden aan den commandant van het veld leger. „Het is mij gebleken, dat bij het opdragen van diensten aan onder de wapenen zijnde verlofsofficieren niet altijd rekening wordt ge houden met de noodzakelijkheid, om deze offi cieren in de korte tijdperken, welke zij onder de wapenen doorbrengen, in de gelegenheid te stellen van hunne geschiktheid te doen blij ken en hen zooveel mogelijk van hun verblijf in werkelijken dienst te doen partij trekken voor hun verdere practische vorming. Met name zou aan zoodanige officieren niet altijd die mate van zelfstandigheid zijn gelaten, welke overeenkomt met den door hen bekleeden rang en hunne ouderdom nis officier. Ik acht het daarom noodig, dat de aandacht van de commandeerende officieren wordt ge vestigd op de belangrijke taak, die in oorlogs tijd ook aan den reserveofficier wordt opgedra gen. Die" taak zal door hem slechts dan naar behooren kunnen worden vervuld, wanneer hij daartoe in vredestijd op doelmatige wijze met veel zorg is opgeleidtot dit laatste behoort ln de eerste plaats te worden gerekend het aankweeken van initiatief 611 zelfstandigheid. Ik verzoek u het vereisebte te verrichten, op dat voortaan algemeen id ^en ^°°r mij bedoel den zin worde gehandeld-" «Avondpost". MEDEMBLIK. DE R. K. MARKTVEREENIGING. Men schrijft aan de „Tijd" het volgende over de bekende kwestie betreffende de R. K. Marktvereeniging, waarover wij reeds uit voerig geschreven hebben. Reeds eenmaal maakten we kortelings mel ding van het feit, dat ln Jfedemblik en om geving zooveel ontevredenheid heeft gewekt tegen het liberale regime, dat daar zoo lang zijn triomfen gevierd heeft. De benoeming van een niet-katholieken boekhouder aan de markt vereeniging „de Eendracht" was het drop peltje, dat daar de maat deed overloopen. Se dert dien is aldaar een R. K. Marktvereeni ging „St. Joseph" opgericht en flink en rond uit heeft zich de geestelijkheid van Medem blik en Wervershoof aan de spits gesteld. Een voorloopig bestuur werd gekozen on der praesjdium van den weleerw. kapelaan Huf, van Wervershoof, en j.l. Zondag heeft dit bestuur de resultaten van zijn werkzaam heid aan een zeer talrijke vergadering, wel ke te Onderdijk werd gehouden, voorgelegd. Wie niet zoo precies West-Friesland kent, kan zioh onmogelijk voorstellen, welk een ontzaglijken invloed een goed bestuurde marktvereeniging kan uitoefenen op den eco- nomischen toestand der bevolking. In de Streek, is het ontwikkelingsproces op zijn hoogtepunt gekomen, hoewel daarbij opge- merkt moet worden, dat het gebied zich vrij sterk van Oost naar Weet uitbreidt. Dit is echter meer een natuurlijke aangroei en als zoodanig minder duidelijk te observeeren, dan in een betrekkelijk jonger en pas beginnend gebied. Dit laatste nu is alhier het geval, 'tls nog niet zoo lang geleden, dat deze plaats van de doode steden, om nu maar eens een slech te superiatief te gebruiken, de doodsta was. De energie van de burgerij was echter niet dood en toonde zich bijv. bijzonder krachtig in den zomer van 1912, toen de Landbouw tentoonstelling daar met zoo groote medewer king yan allen gehouden werd. Bij die ge legenheid zijn menigeen de oogen wat wijder opengegaan, aangaande de toestanden in dit geïsoleerde plaatsje en, laat ons eerlijk be kennen, dat dit ook met Streeker wel het geval was. Wij kunnen alzoo hier nog een gelukkige ontwikkelingsgeschiedenis meemaken en daar om mag hét van belang heeten de aandacht te vestigen op datgene, wat op bevordering en verhaasting daarvan invloed kan uitoefenen, en daartoe rekenen we stellig de Zondag door ons bijgewoonde vergadering. Wie eenigszins het Vereenigingsleven hier gewoon is en den volksaard kent, dien is het al spoedig duidelijk den geest eener ver gadering te onderkennen en daaruit het al of niet bereiken van eenig doel af te leiden. Welnu, in dit opzicht meent ondergeteekende de meest geruststellende berichten te kunnen geven. In zijn openingsrede gaf de eerw. voorzit ter te kennen, welke werkzaamheden door het voorloopig bestuur reeds verricht waren. In de eerste plaats behoorde hiertoe ican schrij- van aan Mgr. den Bisschop van Haarlem, waarbij de feiten uitvoerig vermeld waren en het protest, tegen de handeling van „de Eendracht" uitgesproken. Moeilijkheden wa ren nooit van katholieke zijde geopperd, daar men. levend onder een gedeeltelijk andersden kende bevolking, bezwaar maakte, deze aan stoot te geven. Men mocht echter van Z. D. Hoogw. volkomen goedkeuring verwerven en daarmee werd alweder bevestigd het woord, reeds zoo dikwijls door het Doorluchtig Epis copaat gesproken: „Vereenigt u in confessio- neele vereenigingen." Door de vereeniging „Plaatselijk Belang", te Medemblik, was een bemiddelingsvoorstel ingezonden. Naar aanleiding daarvan heeft een conferentie plaats gehad met een verte genwoordiger van het bestuur der neutrale Marktvereeniging, waarbij als eisch gesteld werd: volkomen erkenning onzer rechten. Daar bedoelde vertegenwoordiger echter geen opdracht had te handelen, had ook deze con ferentie geen verder resultaat gehad. iVan het nu volgend concept-reglement, dat wel degelijk besproken werd, doch nagenoeg ongewijzigd weird aangenomen, zullen we geen uitvoerig relaas kunnen geven. Opmerking verdienen vooral die artikelen, waarbij het godsdienstig karakter van de nieuwe vereeni ging op den voorgrond treedt, alsook! die, wel ke noodzakelijk zullen zijn, om den strijd om het bestaan tegen de thans verlaten ver eeniging met goed gevolg te kunnen volhou den. Zoo zegt bijv. art. 2: Naast het materieele doel bevordering van de aardappel-, groenten on fruitteelt door het oprichten eener publie ke markt ga de behartiging van de zedelijke en stoffelijke belangen der leden volgens de beginselen der Katholieke Kerk. En art. 3 over het lidmaatschap. De vereeniging bestaat uit: le. Gewone leden. Hiertoe kan behooren ieder R. K. aan voerder, onder voorbehoud, dat hij zijn gods dienstplichten vervult en overigens geen er- geriijk leven leidt; 2e. Hospitant-ledenhier toe kan behooren ieder niet-Katholiek, die' geen ergerlijk leven leidt, en 3e. donateurs. Alleen gewone leden bezitten stemrecht. De onder 2 en 3 genoemden hebben een advi- seerende stem. Airb. 5 zegt: Vervallen van het lidmaatschap wordt verklaard ieder gewoon lid, die aan de: zoogenaamde neutrale markt te Medemblik aanvoert of laat aanvoeren. Wel een strenge maatregel tegenover de eoncurreerende neutrale vereeniging, doch noodzakelijk uit den drang der bestaansvoor waarden voor do nieuwe. Een voorgesteld boo- testelsel kon met het oog op het principe geen goedkeuring bij de overgrooto meerder heid der vergadering verwerven. De samenstelling van het bestuur lijkt ons ook met het oog op do 4 afdeelingen (Me demblik, de Weere, Onderdijk met Lagedijk en Wervershoof) een zeer practische: afd. met tenminste 15 leden kiezen 1 bestuurslid, van 20100 leden 2 en 100 of meer 3 feestuurs leden. Een door Z. D. H. te benoemen geestelijke staat bestuur en vereeniging als raadsman bij. Nog een paar artikelen komen ons bij uit stek nuttig voor. "Zoo bijv. do bepaling, dat alle leden aanvoerders moeten zijn, daardoor ontgaat men het gevaar van overstemming door diegenen, die eigenlijk geen landbouwers zijn, doch door het betalen van een lage con tributie een soms ongewenschten invloed zou den kunnen uitoefenen. Zelf3 zij, die hun wa ren door zoogenaamde vrachtvaarders laten aanvoeren, zijn tot het lidmaatschap ver plicht. Reeds 261 leden traden tot de nieuwe ver eeniging toe en de vergadering werd door 151 leden, behalve de belangstellenden, bij gewoond. Een respectabel getal, en. mogen we 't zeggen, bij de mindere routine in de kunst van vergaderen bij nog vrij velen, een heele taak, om het zaakje in het rechte spoor te houden! Daarom deed het ons zoo'n bijzonder genoegen, dat kap. Huf met zoo vaste hand de teugels "hield. Niettegenstaande een leuk woordje op z'n tijd en "opzettelijk toegestane oogenblikken van „bijenkorf", wist hij, als 't noodig was, een gepaste stilte en oplettendheid te bewaren. Nog gemakkelij ker zal dat worden, als men in 't vervolg het Streeksche stelsel gaat volgen, dat er bij vergaderingen geen sterken drank mag worden geschonken, want deze maakt onze menschen niet dronken, maar druk. Ook de zeereerw. heer pastoor Bollinger en de weleerw. heer kapelaan Verhaar, die zich zeer bescheidenlijk „oproerkraaiers" noemden, vereerden de vergadering met hunne tegenwoordigheid. Mooi zool Nog kunnen we melden, dat in 't bestuur zijn gekozen: voor Onderdijk: N. van Velzen, O. Manshanden, M. Brandsen; Lagedijk: A. Schuitemaker, O. Schoenmaker; Medemblik: J. Slijkerman, Wi van Leeuwen; de Weere: G, Besseling, J. Berkhoudt. NOORl) WIJK. R. E. Vo lksbond. De jeugdige R. K. Volksbondafdeeling, heeft deze week weer twee feestavonden georganiseerd ter viering van het Encycliekfeest. Ditmaal was de too- neelafdeeling „Onderling Genoegen" aan het woord. Beide avonden was de zaal goed be zet in ciafó „Flora". Nadat de voorzitter, de heer J. P. Rijnders do aanwezigen welkom had geheeten, en een korte uiteenzetting had gegeven van het op te voeren drama, voerde de tooneelafdeeling „De Triumf des Kruises" op, een dramia in 3 bedrijven, dat den strijd weergeeft tusschen Christendom en Heiden dom onder Constantijn den Grooten. We heb ben met aandacht en genoegen het spel der dillettanten gevolgd, en bemerkt dat allen rolvast waren. De rol van den afgodspriester Severus was in goede handen, terwijl het stil spel (en dat is vaak het moeilijkste) van den valschen maar heersohzuchtigen Lucretius heel goed was. Ook de rol van Constantijn en die van Sabimis, den Christen-Honderdman werden zeer verdienstelijk! vertolkt. En aller spel was goed, toen het teeken aan den hemel verscheen: „In hoe signo vinces". De kinderrollen, die in het stuk voorkomen, gaven als altijd een eigenaardige bekoring aan het geheel. 'In één woord: de a»g jonge tooneelvereeniging heeft 'de bijvalsbetuigin gen van het auditorium wel verdiend. „Onderling Oenoegen" heeft ervoor gezorgd, dat de VolkSbonders een paar mooie avonden hebben geluid. Gij hoort het, mama! zeide hij met van toorn ingehouden 6tem. Ik vertel haar, dat ik dien assessor als een vijand beschouw, die ons geluk bedreigt; ik verzoek haar hem te mijden en ze antwoordt mij, dat zii zidh gee- ne hevelen laat geven, en zich niet in hare persoonlijke vrijheid laat dwarsboomen. En ik zeg u nog eenmaal, dat ongemo tiveerde ijverzucht u verblindt en onrecht vaardig maakte, antwoordde de oude dame thans vergoelijkend, terwijl zij hare dochter een waarschuwenden blik toewierp. Goede hemel, het is een strijd om des keizers baard! Aan de verwachtingen, waarop gij sti'aks doeldet, heeft niemand gedacht en ware zulks wel het geval, dan zon mijnheer de assessor thans zeker niet meer aan de mogelijkheid harer vervulling gelooven, Of mijnheer de assessor werkelijk zoo denkt, weet ik niet, zei Delattre schouderop halend; ik geloof het niet. W aarom dringt hij zich tussehen ons? "Waarom bespionneert Ihij mij? Vreest ge, dat hij eene onaangename ont dekking kan doen? vroeg Hertha, nu ook een seherperen toon aanslaande. Dan voorzeker ware uw wantrouwen verklaarbaar. Vreezen? Ik heb niet te vreezen! stoof hij op. En als ik ijverzuchtig hen, dan bewijst dat mijne liefde voor u. Pardon, geen ijverzucht, maar vertrou wen bewijst liefde, er bestaat geen ware lief de zonder vertrouwen! Praatjes! antwoordde Delattre. De men schen zijn niet allen van hetzelfde deeg ge kneed; ik ontken niet, dat ik eene ijverzuch tige natuur heb en dat ik dien assessor Ihaat. Ik beveel u niet, maar verzoek u niet meer naar het Mauritshuis te gaan. Uw mama kan niet met u meegaan, en ik vind, dat het ook voor eene bruid niet past uren lang daar al leen te zitten en zich bloot te stellen aan de nieuwsgierigheid der gapende menigte. Ik moet toch mijn copie voleinden. Die zou reeds voor eenige dagen gereed zijn. Zoo dacht ik ook, maar ik had mij ver gist. Was dat heusch slechts eene vergissing? vroeg hij scherp. Meent ge, omdat ik niets van de schilderkunst versta dat ik mij door jou maar alles op de mouw laat spellen? Destijds toen ge het beeld wildot afwerken, zag ik, dat eenige engelenkopjes verdwenen, welke toen opnieuw weder moesten worden hijgeschilderd. Omdat zij mij niet voldeden Haar, denkt ge nog altoos, dat ik het doel niet begrijp, wat daar achter steekt? stoof hij weder op. De samenkomsten met dien assessor moesten toch ophouden, zoodra de schilderij gereed was; ik hen nu zelfs niet zeker of morgen niet ook het hoofd der Ma donna verdwijnt, omdat het u niet bevre- digt. Een snijdende spot lag in den toon, waar in hij de laatste woorden had gesproken. De oude dame moest zioh onwillekeurig afvra gen of de assessor wel zulk een ruw optre den verdiend had. Als dat zoo ware, zou ik ook tot dezen arbeid besluiten, antwoordde Hertha met vas ten blik. Ik zal mijne sobiilderij niet eerder voor afgewerkt beschouwen, alvorens ik er zelve mee tevreden hen. Daar kan ik niet op wachten, zeide hii. Ik wensdh, dat we eerstdaags van hier afrei zen. Om welke redenen? vroeg de oude dame, wier wantrouwen door deze verklaring werd gg"W6:llt. Omdat ik deze opwindingen moede "ben: gij moest zulks begrijpen, mama! Ik kwam hierheen met het vaste vertrouwen aan de zijde mijner bruid eenige gelukkige weken door te brengen; maar nauwelijks "ben ik hier of vind ergernis en opwinding. Lk kan den assessor niet verbieden te bezoeken en mij ne bruid aan te spreken en gu wilt hem niet te verstaan geven, dat hii ons hindert, hoe wel gij de tweespalt ziet, d'ie hu zaait. De maat is nu vol. Loopt zij over, dan moet ik den onbeschaamde met vleiende woorden zeg gen, waar ik hem voor houd en hoe ik over hem denk. Wat daaruit kan voortvloeien, is vooraf te berekenen. Ik wenschte dat evenwel te vermyden en ik vermeen, dat het ook in nw belang is, dat wij deze eventualiteiten voorkomen. Ik begrijp dat alles niet, zei Hertha, om wier mondhoeken weder dezelfde sombere smartelijke trek kwam, wolke Emile had aangemoedigd haar den bijstand van eenen ■vriend aan te bieden. Gij ziet spoken, die niet bestaan en er gert je over gevaren, die slechts in je ver beelding opkomen. Assessor Muller ie onze vriend.... Maar niet de mijne. Dat hij dat niet is, heeft hij no-g niet bewezen. Vraag het uwe moeder, zij tal dat (beter weten. Door dezen onverdacliten uitval in verwar ring gebracht, wendde de oude dame haar aangezicht af; de woede van Delaftre werd daardoor nog meer verhoogd. Verstaat ge nu mijne woorden? vroeg hij scherp. Wilt ge ook nu nog weigeren mij nen wensch te vervullen? Ik kan u d'e verzekering geven, dat gij van valsche veronderstellingen uitgaaf, zeide de oude dame, die zich inmiddels van hare verwarring hersteld had, maar herhaal bo vendien nog eens, dat Hertha volle vertrou wen van ,u eischen "kan en mag. Gij wilt dus niet met mij vertrekken? geven, dat de assessor tegen hem intrigeerde en dat het verontrustend voor hem was, als Hertha met dien man zoo dikwerf samen kwam. Wanneer wildot gij afreizen? vroeg zij. Zoodra dat maar mogelijk is, antwoord de Delattre, die zijne bruid met duisteren blik opnam. Het is mij eien groot offer, wanneer ik hier mijn kuur afbreek en mij te Ostenlle weder onder nieuwe verhoudingen moet 1 schikken. Gij brengt dat offer evenwel aan het Ge weet, dat ik Mer een kuur t© onder-geluk uwer kinderen, mama. gaan heib. Die ook zonder eenig nadeel hier kon worden afgebroken en te Ostende worden voortgezet. Ik heb u reeds vroeger gezegd, dat het leven te Ostende mij te druk is. Men kan ook daar heel rustig wonen. Geef u aan mijne leiding over, ik ken Osten- I de gij zult daar een stille woning vinden. Ik verzeker _u> dat ge u den ruil niet zult berouwen. Als ge evenwel niet wilt, dan zult Ik vind niet, dat het noodig is, zeide Hertha. Ja, het moet mij zelfs beleedigen, dat het verlangd wordt, want dit verlangen is gebouwd op mistrouwen. Wij kunnen voor het einde dezer week niet opbreken, nam nu de oude dame wedex het woord, zonder acht te slaan op het go. zegde harer dochter. Wilt ge zoolang waeto Wanneer gij dit wensdht, mama. Ja, ik kan niet vroeger weg. Maar mijne copie zal dan nog niet klaa> ge mij veroorloven naar Lyon terug te zijn, wie~rP HerthTtusschenbeide. Moet dax re- Misschien ware dat het beste, sprak Her- j met mij heelemaal geen rekening worden ge .tba, die in gedachten verdiept aan het ven- jhoadenï zjjne handschoenen u« ster stond. Wy zouden ook te Ostende door Deon Delattre iansrzaara aan je ijverzucht voortdurend in onrust verkee-den hoed en trok ze langzaam aan. 1 ren en mama moet alle opwinding streng vermijden. De oude dame weifelde; zij was wel eenigs- j zins bevreesd dat, wanneer zij zich tegen iede- j ren wensch van Delattre verzette, een breuk onvermijdelijk zou zijn. Zoo geheel ongegrond j toch waren zijne klachten niet; zij moest toe- Wordt '"o:ga;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 6