BINNENLAND.
Staten-Generaal.
ImimiimiiHHiiHHiiB
Zoekt U Bedienden Knecht of een Meid? f
NU kost het U slechts een kleinigheid 1
IEen annonce voor één kwartje contant 1
Geplaatst in de Nieuwe Haarl. Courant g
Brengt U een keur van goed personeel
I Menigmaal is zelfs de keus al te veel. I
DE BESCHERMING VAN DEN TREK-
HOND.
konden Woensdag, na de feestdagen, hun deu
ren wel sluiten, daar de arbeiders het werk
staakten, als protest tegen het gesloten hou
den van de drankwinkels, waardoor het hun
onmogelijk was gemaakt, hun Paasehdagen op
de gebruikelijke wjjze te vieren. Niet minder
dan 10.000 man bleven om deze reden van het
werk weg.
Fransehc gerechtigheid.
Een zekere Jeanne Debiesse, die zich dezer
dagen voor een Parijsehe rechtbank te verant
woorden had, wijl zij haar echtgenoot door zes
revolverschoten gedood had, wist niet beter te
doen, dan mevrouw Caillaux' woorden: „Ik had
het plan niet hem te dooden, ik wilde hem
slechts een lesje geven" tot haar verontschul
diging in te brengen. Ofschoon vaststond, dat
de vrouw met voorbedachten rade haar man
vermoord had, vonden de rechters deze veront
schuldiging afdoende, en spraken de vrouw
vrij. Zij werd echter veroordeeld tot een schade
vergoeding van 5000 francs aan de verwanten
van den man en tot betaling der kosten. Me
vrouw Caillaux had wel gelijk: toen zij zeide:
„Er is geen gerechtigheid in Frankrijk."
De passiespelen te Oberammergau.
Onlangs gaven wij een bericht, ontleend aan
de „Miinchener Neueste Nachrichten", waar
in gezegd werd, dat de gemeenteraad van
Oberammergau met algemeene stemmen beslo
ten had in het jaar 1915 geen passiespelen te
hcuden.
De reden hiervan is, dat men in vorige ja-
reu; het laatst in 1905, weinig succes heeft
gehad.
Men maakt er ons heel terecht opmerk
zaam op, dat dit bericht in allen deele
onjuist is. Het laatst zijn de Passiespelen in
1910 gegeven. Het resultaat was toen ecellent.
Zij worden nooit anders dan elke 10 jaar ge
geven. In 1915 zouden ze dus nooit gegeven
worden. Wél was of de vraag of zij in 1920
gegeven zouden worden, omdat de persoon die
den Christus voorstelde dan te oud zou zijn.
De grootste Katholieke Leesbibliotheek
is zeker wel de Borromausvereeniging in
Duitschland.
In 't jaar 1912 heeft deze bibliotheek niet
minder dan 5 millioen boeken nitgeleend, ter
wijl in 1913 het aantal uitgeleende boeken
S1/^ millioen bedroeg.
Het centraal-bureau dezer bibliotheek is ge
vestigd te Bonn en van daaruit werden alleen
in 1913 aan de verschillende afdeelingen ver
zonden 522756 banden, vertegenwoordigende
eene waarde van 154 millioen Mark.
Met deze cijfers staat deze bibliotheek niet
alleen de spits van alle katholieke instellin
gen van dezen aard, maar overtreft zij ook de
grootste neutrale leesbibliotheek van Duitsch
land.
En dat wil wat zeggen.
Ook voor wat betreft de vrijwillige schen
kingen staat de Borromausvereeniging aan de
spits.
Geen enkele bibliotheek in Duitschland kan
een cijfer van M. 100.000 aan vrijwillige schen
kingen aanwijzen. De Borromaus-bibliotheek
daarentegen krjjgt jaarlijks gratis boekdeelen
ter waarde van meer dan 200.000 Mark.
Met zulke cijfers voor cogen, zullen we wel
niet behoeven te zeggen, welk een reuzenkracht
bij de bestrijding der slechte lectuur van zulk
eene instelling uitgaat.
W aar zoo'n bibliotheek werkt daar heeft de
neutrale lectuur uitgediend
Ongeregeldheden in het Sultan-rjjk.
De sultan van Abdali is als gevolg van on
geregeldheden onder zijn aanhangers in het
achterland van Azië, met eenige zijner metge
zellen doodelijk gewond. Uit het achterland ko
men berichten van oproerige bewegingen der
Bedcuinen, die reeds enkele keeren met En-
gelsche troepen zijn slaags geweest.
Een onaangenaam avontuur.
De Engelsche minister van marine Winston
Churchill heeft eergisteren gedurende een
tocht met een watervliegtuig een onaangenaam
avontuur gehad. In de nabijheid van Clacton
weigerde plotseling de motor. Het gelukte den
bestuurder na groote moeite om zonder onge
val te landen. Evenwel moest de minister de
aankomst van een ander toestel afwachten om
naar Londen terug te keeren.
Krijgsoperaties der Fransche troepen in net
noorden.
De Fransche Generale Staf zal van 27 April
tot 3 Mei een gemeenschappelijke reis maken
Leon Delattre wierp zijne brnid een blik
toe, wiens beteekenis Emile meende te be
grijpen, omdat daarin te duidelijk een aan
gename bevrediging zich afspiegelde.
Hertha knoopte nu met den assessor een
gesprek aan over zijne wooplaats, waarin De
lattre geen belang stelde. De justitieraad
sprak met de doktersweduwe, die hij juist het
recept uiteenzette voor een patrijzenpastei.
Leon Delattre monsterde met onverschillig
gebaar de mensehen, die in zijne nabijheid
zaten.
Maar eensklaps viel zijn blik op Jacques
Legrand. Wat moest die kier uitvoeren? Was
Het zijne bedoeling hem gade te slaan, hem
door zijne aanwezigheid daarop te willen op
merkzaam maken, dat hij niet eerder wilde
afreizen, alvorens zijn onbeschaamde eisch
werd ingewilligd?
Bijna scheen het zoo. Gesteund op zijnen
knuppel, den hoed op een oor stond Le
grand in uitdagende houding voor hem; hij
vestigde zijn blik nu eens op hem, dan weer
op Hertha en eenmaal scheen het zelfs, alsof
hij Delattre vertrouwelijk wilde aanspreken.
Maar had hij ook al werkelijk dit voorne
men, hij bracht het toch niet ten uitvoer. Met
een spottend lachje keerde hü Delattre den
rug toe en ging langzaam van daar naar het
strand, waarop de schaduwen van den avond
reeds vielen.
Den woedenden Franschman steeg het bloed
naar de slapen. Zulk een onbeschaamd
heid niocht niet opnieuw plaats grijpen. De
vagebond moest op dien afstand worden te
ruggezet, die voor hem en zijns gelijken was
afgebakend.
In welke verlegenheid zou Delattre zijn ge-
naar het gebied der Belgische grenzen. 25 ge
neraals en 250 officieren van alle wapens zul
len tegenwoordig zijn bij krijgsoperaties, waar
aan een roode en blauwe partij zullen deelne
men.
Een prinses-socialiste.
Donderdagavond is te Breslau overleden me
vrouw dr. Willim, geboren prinses van Würt-
temberg. De overledene behoorde tot de soci
aal-democratische partij en stond als zoodanig
in geheel Breslau bekend. Zij had haar man,
toen hij als dokter aan het ziekbed harer moe
der kwam, leeren kennen, en was onder diens
invloed soeiaal-democrate geworden.
In vroeger jaren heeft zij steeds een leven
dige belangstel! ng getoond in het politieke
leven der Breslausche sociaal-democratie en
was zij in alle socialistische instellingen van
belang betrokken.
Naar aanleiding van het bericht, dat door de
Commissarissen der Koningin aan de burge
meesters inlichtingen zijn gevraagd omtrent
de werking der Trekhondenwet en de wijzi
gingen die noodig werden geacht, om in aan
merking genomen te worden bij een eventueele
herziening dier wet, heeft het bestuur der
Vereeniging „Asyl" in een schrijven aan den
burgemeester van Amsterdam eenige noodzake
lijke veranderingen aangegeven. In zijn schrij
ven zegt het bestuur volgens het A. H. het vol
gende.*
„Ofschoon wij van meening zijn, dat de hond
geen trekdier is en dus een algeheel verbod om
het dier als zoodanig te gebruiken verreweg
het beste zijn zou, doch, voorloopig althans,
tot algeheele afschaffing niet schijnt te kun
nen worden overgegaan, veroorloven wij ons de
volgende wijzigingen in overweging te geven,
teneinde tenminste het lot van het dier, zoo
lang het nog als trekdier wordt gebruikt,
eenigszins dragelijk te maken.
1. Als trekhonden mogen alleen gebruikt
worden dieren welke een schofthoogte hebben
van tenminste zeventig centimeter.
2. Het is verboden om honden onder de kar
te spannen.
3. Voor de kar mogen niet meer dan twee
honden gespannen worden.
4. Het zitten op een hondenkar moet ten
eenemale van rijkswege verboden worden, zoo
wel in de bebouwde kom der gemeente als op
de straat- of landwegen.
5. Personen onder de achttien jaar zijn
van het besturen van een hondenkar ten eene
male uitgesloten.
6. De uit te geven rijbewijzen moeten niet
alleen naam en adres van hem, die als trek-
liondenhouder ingeschreven is, vermelden, doch
tevens ook het signalement van den hond (de
honden) aangegeven, met nauwkeurigè om
schrijving van grootte, kleur, geslacht en even
tueele bijzondere kenmerken van het dier.
7. Het moet verboden worden om trekhon
den uit winstbejag om ze te verhurente
houden, zooals nu o. a. te Rotterdam het geval
is.
8. De eigenaar van een trekhond is ver
plicht bij afschaffing daarvan aan het gemeen
tebestuur zijner woonplaats kennis te geven,
op straffe van boete of hechtenis, terwijl het
rijbewijs alsdan moet worden. ingetrokken.
9. De verplichte muilkorvendwang, ten
minste voor aangespannen trekhonden, te la
ten vervallen.
10. Het rijbewijs moet elke zes maanden
door een nieuw rijbewijs worden vervangen,
terwijl dan tevens een herkeuring van het dier
moet plaats hebben.
11. Het medevoeren en gebruiken van een
brits of mat, waarop het dier hij rust kan gaan
liggen, moet verplichtend worden gesteld.
12. De zwaarte der vracht moet dusdanig
zijn, dat één man de kar gemakkelijk kan voort
komen, als de dames deze scène hadden waar
genomen en hem opheldering hadden ver
zocht 1
Hij wachtte tot Legrand verdwenen was,
toen stond hij op om hem te volgen.
Ik ga een kleine wandeling maken, zeide
hij tot zijn bruid en het klonk juist zoo, alsof
hij het slechts deed, omdat het gezelschap des
assessors hem onaangenaam was; binnen een
kwartiertje ben ik weer terug.
De Kurhaustafel ligt u wel zwaar in de
maag, schertste de doktersweduwe. Ik heb
het u te voren wel gezegd.
Inderdaad, ik geloof dat dat alleen de
oorzaak van mijne congresti is, antwoordde
Delattre met gedwongen kalmte, terwijl hij
zich snel verwijderde.
Jacques Legrand sprak met een jong meisje,
dat zich haastig verwijderde, toen Delattre
naderbij kwam.
Hij had Kaatje niet herkend en zou zich
harer ook wel niet meer herinneren; de ont
moeting met haar toch was zeer kort en
vluchtig geweest.
Wat doet gij hier? vroeg hij harsch, toen
hij met Legrand alleen was. Waax*om zijt ge
me hier gevolgd?
Hebt gij het recht mij deze vragen te
stellen? antwoordde Legrand kalm. Kan ik
hier niet evengoed mijn geld verteren als gij?
Neen!
Nu nog mooier! En waarom niet?
Omdat gij niet in het gezelschap thuis
behoort, dat hier verkeert. Blijf heneden in
het dorp hij de visschers, misschien wordt ge
daar geduld.
Ik geloof niet, dat ik noodig heb mij
daaromtrent door u de les te laten lezen.
duwen. Hierop voornamelijk te letten hij heu
velachtig terrein en in steden waar veel brug
gen zijn.
13. Het gebruik van den hond als trekdier
bij sneeuw of ijzel onvoorwaardelijk te verbie
den.'*
UITYERKOOPEN,
Wij ontleenden onlangs aan de Nederlander
hoe er te Rotterdam een onderzoek is ingesteld
naar wat in werkelijkheid per week een gezin
kost. Zulks naar aanleiding van de klacht over
de finantieele ellende, waarin schier elk Ne-
derl. gezin schijnt te verkeeren, voor zoover dit
niet tot de rijke lui behoort.
Het blad had zich ten dien einde vervoegd
tot de vrouw van een stadsbeambte in dienst
van 't Haagsche Gemeentebestuur en gaf van
dit bezoek een uitvoerig relaas.
Er bleek uit, dat bij zuinig beheer met 15
per week, een huishouden met 2 kinderen fat
soenlijk voor den dag kan komen. Natuurlijk
moet aan elke overbodige weelde verzaakt wor
den.
In dit relaas trof ons in 't hijzonder zegt
de Haarl. Hanze, waaraan wij dit ontleenen,
het antwoord op de vraag aan bedoelde vrouw:
Hebt ge nooit geldgebrek?
„Neen, zeide zij, „elke week leg ik terstond
alles ter zijde wat voor belasting, school, ver
zekering noodig is. Alles wat ik niet dadelijk
noodig heb gaat naar de spaarbank. Daardoor
kan ik mij ook beter aanschaffen wat ik voor
kleeren noodig heb.
Hoe bedoelt ge dat?
Wel, er is telkens uitverkoop op zekere
tijden, en dan kan ik ook vooruit lapjes koopen,
die ik noodig heb. In Januari h.v. kocht ik voor
meer dan 10; dat goed heb ik achter de hand.
Dat haal ik dan van de spaarbank."
Dit antwoord verzoende ons eenigermate
met het euvel der telkens wederkeerende Hit-
vevkoopen, omdat daaruit zonneklaar bleek,
dat menig gezin dus door een Uitverkoop in
staat wordt gesteld netjes voor den dag te ko
men.
Toch was het antwoord van deze vrouw ken
schetsend.
„Er is telkens uitverkoop op zekere tijden."
Uit deze bewering kan de middenstand dus lee
ren, dat Uitverkoopen in 't geheel niet meer
beschouwd worden door 't publiek als iets bij
zonders.
Men rekent er eenvoudig op.
't Hoort er tegenwoordig zoo hij.
En indien nu alleen maar gezinnen als bo
venbedoeld hunne inkoopen bepaalden op den
tijd van uitverkoop, dan gelooven wij, dat de
middenstand een keer te meer zou blijken te
zijn de nuttige groep in de maatschappelijke
samenleving, en als zoodanig zouden wij zelfs
geheel verzoend kunnen raken met het euvel
de uitverkoopen.
Ook indien die uitverkoopen zich bepaalden
tot zekere tijden", ook dan zou men nog niet
in die hooge mate als thans kunnen spreken
van een kwaal in den middenstand.
Helaas echter wachten, tegenwoordig niet
slechts minvermogende gezinnen op de tijden
der uitverkoopen doch zulks wordt in meer
vermogende- zelfs in hoogvermogende kringen
meer en meer usance.
En de uitverkoopen zijn thans niet meer pe
riodiek doch chronisch.
Alles loopt tegenwoordig op de koopjes, en
geregeld zijn er uitverkoopen.
Dit kan niet anders dan ten slotte schadelijk
zijn voor den middenstand.
Bovendien ontwaart men uitverkoopen, die
dit slechts schijnen te zijn; die er eenvoudig op
„gemaakt" zijn om het publiek ten bate van
den ondernemer eens er in te laten loopen.
Kunnen wij derhalve naar aanleiding van
het hierboven vermeld ingesteld onderzoek ons
levendig voorstellen, dat goed geregelde uit
verkoopen, beter genoemd „jaarlijksche oprui
mingen", mis zij eerlijk zijn, als nuttig kunnen
aangemerkt worden; dit neemt toch niet weg,
dat over 't algemeen èn door hunne veelvuldig
heid, èn door het wachten met het doen hunner
inkoopen door het koopkrachtig publiek „tot
dat er weer eens ergens een uitverkoop is";
deze meer en meer als gewoonten ingeburgerde
wijzen om het publiek te trekken moeten gere
kend worden tot middenstands-euvelen.
't Mag dan ook bijzonder toegejuicht wor
den, indien het ontwerp van Mr. Aalberse zou
kunnen bevorderen dat aan het „geregeld
houden van Uitverkoopen" (een geijkte contra
dictie van thans) een einde werd gemaakt.
Wij herinneren ons nog als ware het gisteren:
door schijnuitverkoopen tracht men het publiek
sprak Legrand. Ik zal gaan, waarheen het mij
goeddunkt.
Gij zijt hier slechts om te spionneeren!
En als dat zoo was, kondt gij mjj dat
verbieden?
Ja, want ge weet, wat we zijn overeen
gekomen, antwoordde, De^Wre, diie zich meer
en meer door zijne drift liet vervoeren. Ge
moest reeds lang op weg zijn, indien gij onze
overeenkomst zoudt nakomen.
Ik herinner mij niet, dat wij een over
eenkomst hebben getroffen, en als ik als eer
lijk man wil handelen, waartoe ik waarschijn
lijk zal hesluiten, dan zult gil het zijn, die de
reis naar Frankrijk zult moeten maken.
Wiilt ge nu weder dreigen?
Neen, waartoe ook? Ge weet zonder dat,
dat uw lot in mijne hand ligt.
Ge zijt een gek!
Vroeger was ik dit, toen gij het mij maak-
tet, thans ben ik het niet meer.
Leon Delattre stampte woedend met den
voet in het zand, waarin Legrand met zijnen
stok figuren teekende.
Zeg me Tonduit, wat ge beoogt! stoof
hij op.
Voor 'toogenblik weet ik het zelf nog
niet, antwoordde Legrand lakonisch, dat
hangt van uwe houdiing af. De graaf van Mai-
sonrouge is hier. Wat zondt ge er van zeggen,
als ik n naar het tafeltje bracht, waaraan ge
met uwe sehoone en in elk geval rijke bruid
gezeten zijt en hem daar een kleine geschie
denis vertel?
Wat ik er van zon zeggen? antwoordde
Delattre met schorre stem. Zie toe of ge geen
politieagent ontdekt! Tegenover de badgasten
zijn deze ambtenaren zeer beleefd, maar met
door middel van een leugenachtige voorstelling
te lokken. Men tracht derhalve zijn debiet uit
te breiden door misleiding van het publiek ten
schade van de concurrenten.
Oneerlijke concurrentie derhalve!
Moge het ontwerp-Aalberse spoedig in be
handeling komen in de Tweede Kamer. Een
daartoe strekkende reeds gedane mededeeling
door den Voorzitter op 't Binnenhof mag ons
bereids heugelijk stemmen.
—o
iOnderwijzer-klokluider. Te Hazerswoude
werd door den raad benoemd tot klokluider
de heer B. v. Elswijk, onderwijzer. Nog iets uit
den goeden ouden tijd.
Een zonderlinge pensioengeschiedenis.
Men meldt aan de „Msbd.":
Men herinnert zich zeker den Gorselschen
oud-gemeente- en onbezoldigd rijksveldwachter
v. d. M. nog wel.
Deze man, die na zijn ontslag als gemeente
en rijkspolitieman nog al veel van zich deed
spreken, niet in het minst in zijn kwaliteit van
socialistisch getint gemeenteraadslid derzelfde
gemeente Gorsel, had indertijd een pensioen
van 100 kunnen opstrijken als ex-gemeente
veldwachter. De man weigerde als zieh-voe-
lende-onwettig-ontsl agen.
Thans echter is hij bij eindvonnis veroordeeld
tot een heohtenisstraf en als zoodanig zond hij
van uit Amsterdam, de plaats zijner detentie,
een rekest naar zijn vroegere collega's, de
vroedschap van het landelijk Gorsel, halfweg
DeventerZutphon gelegen. Dit rekest hield
in, dat Z.Ed. zich alsnog zeer gaarne in het
genot gesteld zag van het pensioen. Dit ver
zoek werd j.l. Maandag in de raad van Gorsel
behandeld en de oud-collega's stonden werkelijk
het verzoek toe, op voorwaarde, dat zjj nooit
meer door hem zouden worden lastig gevallen.
TWEEDE KAMER.
SUPPLETOIRE BEGROOTING VAN
FINANCIëN VOOR 1914.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging en verhooging van hoofdstuk „Finan
ciën" der Staatsbegrooting voor 1914.
De verhoogingen betreffen voor een groot
deel den aankoop of de overneming' van ge-
bouwen of gronden, waarvoor zich thans een
gunstige gelegenheid voordoet; doordat de
Staat den eigendom van die onroerende goe
deren verkrijgt, zullen jaarlijks terugkeeren-
de uitgaven vervallen of verminderen.
Vervolgens betreft het wetsontwerp de
overdracht in beheer en onderhoud door het
dep. van Oorlog aan dat van Financiën van
het aan de gemeente Deventer verkocht voor
malig militair terrein buiten de Noorderberg-
poort.
Een verhooging is verder wenschelijk ge
bleken, om bij de voorziening in de kantoor
ruimte van den betaalmeester te Rotterdam
alsnog aan te brengen een betere verlichting.
Voorts is verhooging noodig tot een be
drag van f 12.500 in verband met de voor
genomen overname van bet voormalig post
en telegraafgebouw te Hoek van Holland ten
behoeve van den dienst der directe belastin
gen, invoerrechten en accijnzen.
Een volgende verhooging niet f 18.380 is
noodig, omdat het bedrag van f 80.000 aan
gevraagd voor de aanschaffing van eene
stoomboot, die het sinds 1883 dienstdoende
recherche-vaar tuig „Zeemeeuw" moet ver
vangen uiet toereikend is en de moest aanne
melijke aanbieding f 98.380 bedraagt.
Voorts wordt een artikel verhoogd met
f 7140 in verband met den aankoop van een
terrein aan de Maas onder Eijsden.
Ten slotte wordt 'n verhooging voorgesteld,
omdat 't sinds 1896 door den Staat gehuurde
gebouw aan de Grootestraat te Almelo, waar
in gevestigd zijn de kantoren van den ont
vanger der registratie en domeinen, van den
inspecteur en den ontvanger der directe be
lastingen, enz. en van den betaalmeester,
zoomede een kommiezenwacht, niet me©r vol
doet aan zelfs laaggestelde eischen.
Voor den aankoop van eene aan den linker
oever der Oude Maas langs den Bosschen
Polder, onder de gemeente Heinenoord, ge
legen oppervlakte van ruim 8 Hectaren bui
tengrond, waarop eene circa 90O meter lange
zegenkade met bijbehoorende opstallen kan
worden aangelegd, is het noodig, dat tot vin
ding van de koopsom met bijkomende kosten
en lasten voor het dienstjaar 1914 circa
f 35000 beschikbaar komen.
Deze aankoop is zeer gewenscht in het
belang van eene goede vischgelegenheid, daar
hij zal mogelijk maken de verplaatsing der
door verzanding minder bruikbaar worden
de tegenwoordige vischplaats naar den lin
keroever, waarvan betere vangst en dus la-
eenon landlooper maken zij korte metten 1 Ik
behoef hun slechts een woord te zeggen.
En ge zit morgen of wellicht nog van
avond achter slot en grendel, dat klopt! viel
Legrand hem met onverstoorbare kalmte in
de rede. Probeer het; ik geef u er mijn woord
op, dat ge 't hitter zoudt herouwen!
Niet uit vrees voor die bedreiging maar
om anderen redenen, zie ik daarvan af; maar
ik raad je, niet nog eenmaal zoo onbeschaamd
te zijn, als te voren. Ik heb je reeds gezegd,
dat mijn reisgeld niet toelaat je een grootere
som te betalen en dat ik mij ook niet daartoe
verplicht acht. Ik heb je verder gezegd, dat
ik je niettemin wil helpen, omdat ik mede
lijden heb met je armoede; maar voor aan
staande week dan dat niet geschieden. Ge
zult dus tot zoo lang geduld moeten oefenen.
Maakt ge wellicht aanspraak op een bepaalde
som! In dat geval zou ik je den welmeenen-
den raad geven ten opzichte uwer aanspraken
zeer bescheiden te zijn.
Neen, ik eisch geen geld, viel Legrand
bem opnieuw in de rede, maar ik verlang wat
anders.
En wat is dat dan?
Is 't u bekend, dat de graaf van Maison-
rouge den Pruisiseben onderofficier heeft la
ten gevangen nemen, dien wij destijds over
rompelden?
Delattre wendde zijn gelaat af; de onderzoe
kende blik des vragers scheen hem onaange
naam te treffen.
Ik heb er van gehoord, gaf hij ten ant
woord.
Gij zult er voor zorg dragen, dat hij zijne
vrijheid terugkrijgt,
Ik? Wat heb ik daarmee te maken?
ter ook üoogere paentsom1 ie verwa-enten is,
maar hij zal bovendien den Staat de verdere
betaling besparen van de nu gevorderde jaar
lijksche huursom van de particuliere zegen
kade aan den rechteroever ad f 4000 's jaars.
Eene verhooging met f 2650 is een gevolg
van de noodzakelijkheid, om bij de Pensioen
raden tijdelijk personeel werkzaam te stel
len, in verband met de uitvoering van de Pen
sioenwet voor de gemeente-ambtenaren.
INKOMSTENBELASTING.
Door den heer Van Vuuren zijn een paar
amendementen ingediend, die ten doel hebben
de z.g. „kinderaftrek" door te voeren voor
inkomens boven de f 5000, die in het regee-
ringsontwerp tot grens is gesteld.
Volgens zijn voorstel zou de aftrek voor in
komens tot f 5000 dezelfde blijven als in het
ontwerp, voor inkomens van f 5000 tot f 10000
de aftrek bedragen f 100 per kind of zooveel
meer dan li/2 ten honderd van het inkomen
bedraagt; voor inkomens van f 10,000 tot
f 20,000 met f 150 of zooveel meer dan 1 pet.,
van het inkomenvoor inkomens van f 20,000
of meer met f 200 of zooveel meer dan i/a
pet. van het inkomen bedraagt.
In de toelichting zegt de voorsteller o.a.,
dat hij het gewone tarief van aanslag wel zou
voorstellen zóó te verhoogen, dat de schatkist
geen schade lijdt, maar dat hij de daarvoor
noodigo gegevens mist. Zijn bedoeling is, de
kinderaftrek te doen stijgen met het vermo
gen, omdat hoe rijker men i3, des te meer
men aan de kinderen ten koste legt, doch
overigens ook rekening houden met de ster
kere draagkracht.
Voorts stelt de heer Van Vuuren nog bij
amendement v"oor, de bepaling te doen verval
len, dat de weigering van boeken over te leg
gen een vermoeden schept ten nadeele van
den belastingschuldige, en wel vooial zoo
als de toelichting zegt omdat er personer.
zijn, die principieel bezwaar kunnen hebber
tegen het openleggen van boeken.
STUWADOORSWET.
Door de herren Van der Voort van Zijp
Van Veen, Rutgers en Gerretson is bij amen
dement Voorgesteld, de bepaling van het ont-
werp-Talma in zake den plicht tot hooger
loon-uitkeering voor den Zondag weer te her
stellen.
SUPPLETOIRE JUSTITIE-BEGROOTING.
Op de vraag of de uitvoering der Kinder
wetten niet een weg is opgegaan, die noch
door de regeering noch door de Kamer is ge
wild, antwoordt de minister met een verwij
zing naar zijn antwoord op bet voorloopig
verslag betreffende de begrooting voor 1914,
voor 't geval daarmede bedoeld is een soort
gelijke opmerking als in dat Voorloopig Ver
slag werd gemaakt; terwijl hij, indien bedoeld
wordt, dat de noodzakelijk gebleken verhoo
ging van dezen post te wijten zou zijn aan
eene subsidieregeling van te verre strekking
tengevolge van welke de particuliere ver
eenigingen nagenoeg al baar kosten door het
rijk vergoed zouden krijgen, opmerkt, dat niet
allen dit oorzakelijk verband niet bestaat
de thans gevraagde verhooging is evenals de
vorige een uitvloeisel van het nog steeds toe
nemend aantal der minderjarigen, voor wier
verpleging het hier bedoelde subsidie behoor!
te worden verleend doch tevens, dat de
voorstelling, als Zou het Rijk de particuliere
vereenigingen in staat stellen zonder andere
inkomsten haar taak te vervullen, in het al
gemeen niet strookt met de werkelijkheid.
Van de zijde der particuliere vereenigingen
wordt meermalen de klacht vernomen, dat de
vergoeding van rijkswege ontoereikend is om
den vereenigingen haar taak bij voortduring
mogelijk te maken. Deze klacht wijst er op,
naar de minister doet uitkomen, dat de toe
stand, althans in het algemeen, geenszins zoc
is, dat de kosten der verpleging vrijwel ge-
geheel door den staat worden gedragen.
In antwoord op de vraag, of de minister
reeds plannen heeft gevormd ter betere ver
zekering van het verhaal der bijdragen in
de verplegings- en opvoedingskosten, opge
legd aan uit de ouderlijke macht ontzette
ouders, herhaalt hij, dat van hem geen nieu
we maatregelen zijn te wachten vóór hem
gebleken is, dat met de thans beschikbare
behoorlijk effect niet is te verkrijgen.
De aanbevolen zelfstandige positie van
plaatsvervangende secretarissen van eenige
der grootere voogdijraden naast den secretaris
komt den minister noch nuttig noch wen*
schelijk voor.
Op grond van verschillende uitlatingen van
Öe in de rijkswerkinrichting te Hoorn ge
plaatste souteneurs mag zegt de minister
worden aangenomen, dat het verblijf aldaar
een afschrikkenden invloed oefent en vol
gens getuigenis van hen, die zich met reclas*
seeringswerk bezighouden schijnt de vrees
voor opzending een heilzamen ommekeer te
hebben teweeggebracht bij verscheidene jon
geren van dergelijke overtreders.
M—H—Wl
Gij zult die vraag beter kunnen beant
woorden, dan ik, zeide Legrand scherp, ter
wijl hij zijnen stok driftig in het zand stiet.
Wilt ge dien eisch volbrengen?
Wat kan jou dien Duitscher schelen 1
Zijt gij reeds vergeten, dat "hij destijds een de;
onzen heeft doodgeschoten?
Daarvoor hebt gij hem den arm verbrij
zeld. En wat mij dien man aangaat? Hij is
verloofd met een meisje dat mjj veel goeds
beeft bewezen.
Voor den duivel, wat heb daarmede te
maken! stoof Delattre op. Ge wilt me daar
iets opdragen dat ik
Dat ge kunt doen en doen zult! zeide Le
grand vast besloten.
Hoe kan ik dat? Ik zie er geene moge
lijkheid toe!
Schrijf aan den graaf, van Maisonrouge,
Ben je gek, kerel?
Nog niet. Ge hebt me vooraf gevraagd of
ik als eerlijk man handelen wilde mijn vor
dering moet n bewijze11' dat ik dat wil. Denk
er over na tot morgenmiddag kunt ge n
beraden. Ik heb medelijden met het arme
meise, en wil niet, dat het langer om baren
beminde zal treuren.
En wanneer ik weiger? vroeg Delattre
tusschen de tanden door, die zich diep in zijn
onderlip groefden.
Dan moet ge de gevolgen afwachten! Ik
zal morgenvoormiddag ten uwent komen om
uw besluit te vernemen; tot zoolang zal ik
u niet verder lastig vallen.
Ge weet, wat je te wachten staat, als je
't doet, dreigde Delattre. Ik geef je mijn
woord, dat ik je laat gevangen nemen.
(VVordt vervolgd.;