BINNENLAND. Staten-Generaal. ImimiimiiHHiiHHiiB Zoekt U Bedienden Knecht of een Meid? f NU kost het U slechts een kleinigheid 1 IEen annonce voor één kwartje contant 1 Geplaatst in de Nieuwe Haarl. Courant g Brengt U een keur van goed personeel I Menigmaal is zelfs de keus al te veel. I DE BESCHERMING VAN DEN TREK- HOND. konden Woensdag, na de feestdagen, hun deu ren wel sluiten, daar de arbeiders het werk staakten, als protest tegen het gesloten hou den van de drankwinkels, waardoor het hun onmogelijk was gemaakt, hun Paasehdagen op de gebruikelijke wjjze te vieren. Niet minder dan 10.000 man bleven om deze reden van het werk weg. Fransehc gerechtigheid. Een zekere Jeanne Debiesse, die zich dezer dagen voor een Parijsehe rechtbank te verant woorden had, wijl zij haar echtgenoot door zes revolverschoten gedood had, wist niet beter te doen, dan mevrouw Caillaux' woorden: „Ik had het plan niet hem te dooden, ik wilde hem slechts een lesje geven" tot haar verontschul diging in te brengen. Ofschoon vaststond, dat de vrouw met voorbedachten rade haar man vermoord had, vonden de rechters deze veront schuldiging afdoende, en spraken de vrouw vrij. Zij werd echter veroordeeld tot een schade vergoeding van 5000 francs aan de verwanten van den man en tot betaling der kosten. Me vrouw Caillaux had wel gelijk: toen zij zeide: „Er is geen gerechtigheid in Frankrijk." De passiespelen te Oberammergau. Onlangs gaven wij een bericht, ontleend aan de „Miinchener Neueste Nachrichten", waar in gezegd werd, dat de gemeenteraad van Oberammergau met algemeene stemmen beslo ten had in het jaar 1915 geen passiespelen te hcuden. De reden hiervan is, dat men in vorige ja- reu; het laatst in 1905, weinig succes heeft gehad. Men maakt er ons heel terecht opmerk zaam op, dat dit bericht in allen deele onjuist is. Het laatst zijn de Passiespelen in 1910 gegeven. Het resultaat was toen ecellent. Zij worden nooit anders dan elke 10 jaar ge geven. In 1915 zouden ze dus nooit gegeven worden. Wél was of de vraag of zij in 1920 gegeven zouden worden, omdat de persoon die den Christus voorstelde dan te oud zou zijn. De grootste Katholieke Leesbibliotheek is zeker wel de Borromausvereeniging in Duitschland. In 't jaar 1912 heeft deze bibliotheek niet minder dan 5 millioen boeken nitgeleend, ter wijl in 1913 het aantal uitgeleende boeken S1/^ millioen bedroeg. Het centraal-bureau dezer bibliotheek is ge vestigd te Bonn en van daaruit werden alleen in 1913 aan de verschillende afdeelingen ver zonden 522756 banden, vertegenwoordigende eene waarde van 154 millioen Mark. Met deze cijfers staat deze bibliotheek niet alleen de spits van alle katholieke instellin gen van dezen aard, maar overtreft zij ook de grootste neutrale leesbibliotheek van Duitsch land. En dat wil wat zeggen. Ook voor wat betreft de vrijwillige schen kingen staat de Borromausvereeniging aan de spits. Geen enkele bibliotheek in Duitschland kan een cijfer van M. 100.000 aan vrijwillige schen kingen aanwijzen. De Borromaus-bibliotheek daarentegen krjjgt jaarlijks gratis boekdeelen ter waarde van meer dan 200.000 Mark. Met zulke cijfers voor cogen, zullen we wel niet behoeven te zeggen, welk een reuzenkracht bij de bestrijding der slechte lectuur van zulk eene instelling uitgaat. W aar zoo'n bibliotheek werkt daar heeft de neutrale lectuur uitgediend Ongeregeldheden in het Sultan-rjjk. De sultan van Abdali is als gevolg van on geregeldheden onder zijn aanhangers in het achterland van Azië, met eenige zijner metge zellen doodelijk gewond. Uit het achterland ko men berichten van oproerige bewegingen der Bedcuinen, die reeds enkele keeren met En- gelsche troepen zijn slaags geweest. Een onaangenaam avontuur. De Engelsche minister van marine Winston Churchill heeft eergisteren gedurende een tocht met een watervliegtuig een onaangenaam avontuur gehad. In de nabijheid van Clacton weigerde plotseling de motor. Het gelukte den bestuurder na groote moeite om zonder onge val te landen. Evenwel moest de minister de aankomst van een ander toestel afwachten om naar Londen terug te keeren. Krijgsoperaties der Fransche troepen in net noorden. De Fransche Generale Staf zal van 27 April tot 3 Mei een gemeenschappelijke reis maken Leon Delattre wierp zijne brnid een blik toe, wiens beteekenis Emile meende te be grijpen, omdat daarin te duidelijk een aan gename bevrediging zich afspiegelde. Hertha knoopte nu met den assessor een gesprek aan over zijne wooplaats, waarin De lattre geen belang stelde. De justitieraad sprak met de doktersweduwe, die hij juist het recept uiteenzette voor een patrijzenpastei. Leon Delattre monsterde met onverschillig gebaar de mensehen, die in zijne nabijheid zaten. Maar eensklaps viel zijn blik op Jacques Legrand. Wat moest die kier uitvoeren? Was Het zijne bedoeling hem gade te slaan, hem door zijne aanwezigheid daarop te willen op merkzaam maken, dat hij niet eerder wilde afreizen, alvorens zijn onbeschaamde eisch werd ingewilligd? Bijna scheen het zoo. Gesteund op zijnen knuppel, den hoed op een oor stond Le grand in uitdagende houding voor hem; hij vestigde zijn blik nu eens op hem, dan weer op Hertha en eenmaal scheen het zelfs, alsof hij Delattre vertrouwelijk wilde aanspreken. Maar had hij ook al werkelijk dit voorne men, hij bracht het toch niet ten uitvoer. Met een spottend lachje keerde hü Delattre den rug toe en ging langzaam van daar naar het strand, waarop de schaduwen van den avond reeds vielen. Den woedenden Franschman steeg het bloed naar de slapen. Zulk een onbeschaamd heid niocht niet opnieuw plaats grijpen. De vagebond moest op dien afstand worden te ruggezet, die voor hem en zijns gelijken was afgebakend. In welke verlegenheid zou Delattre zijn ge- naar het gebied der Belgische grenzen. 25 ge neraals en 250 officieren van alle wapens zul len tegenwoordig zijn bij krijgsoperaties, waar aan een roode en blauwe partij zullen deelne men. Een prinses-socialiste. Donderdagavond is te Breslau overleden me vrouw dr. Willim, geboren prinses van Würt- temberg. De overledene behoorde tot de soci aal-democratische partij en stond als zoodanig in geheel Breslau bekend. Zij had haar man, toen hij als dokter aan het ziekbed harer moe der kwam, leeren kennen, en was onder diens invloed soeiaal-democrate geworden. In vroeger jaren heeft zij steeds een leven dige belangstel! ng getoond in het politieke leven der Breslausche sociaal-democratie en was zij in alle socialistische instellingen van belang betrokken. Naar aanleiding van het bericht, dat door de Commissarissen der Koningin aan de burge meesters inlichtingen zijn gevraagd omtrent de werking der Trekhondenwet en de wijzi gingen die noodig werden geacht, om in aan merking genomen te worden bij een eventueele herziening dier wet, heeft het bestuur der Vereeniging „Asyl" in een schrijven aan den burgemeester van Amsterdam eenige noodzake lijke veranderingen aangegeven. In zijn schrij ven zegt het bestuur volgens het A. H. het vol gende.* „Ofschoon wij van meening zijn, dat de hond geen trekdier is en dus een algeheel verbod om het dier als zoodanig te gebruiken verreweg het beste zijn zou, doch, voorloopig althans, tot algeheele afschaffing niet schijnt te kun nen worden overgegaan, veroorloven wij ons de volgende wijzigingen in overweging te geven, teneinde tenminste het lot van het dier, zoo lang het nog als trekdier wordt gebruikt, eenigszins dragelijk te maken. 1. Als trekhonden mogen alleen gebruikt worden dieren welke een schofthoogte hebben van tenminste zeventig centimeter. 2. Het is verboden om honden onder de kar te spannen. 3. Voor de kar mogen niet meer dan twee honden gespannen worden. 4. Het zitten op een hondenkar moet ten eenemale van rijkswege verboden worden, zoo wel in de bebouwde kom der gemeente als op de straat- of landwegen. 5. Personen onder de achttien jaar zijn van het besturen van een hondenkar ten eene male uitgesloten. 6. De uit te geven rijbewijzen moeten niet alleen naam en adres van hem, die als trek- liondenhouder ingeschreven is, vermelden, doch tevens ook het signalement van den hond (de honden) aangegeven, met nauwkeurigè om schrijving van grootte, kleur, geslacht en even tueele bijzondere kenmerken van het dier. 7. Het moet verboden worden om trekhon den uit winstbejag om ze te verhurente houden, zooals nu o. a. te Rotterdam het geval is. 8. De eigenaar van een trekhond is ver plicht bij afschaffing daarvan aan het gemeen tebestuur zijner woonplaats kennis te geven, op straffe van boete of hechtenis, terwijl het rijbewijs alsdan moet worden. ingetrokken. 9. De verplichte muilkorvendwang, ten minste voor aangespannen trekhonden, te la ten vervallen. 10. Het rijbewijs moet elke zes maanden door een nieuw rijbewijs worden vervangen, terwijl dan tevens een herkeuring van het dier moet plaats hebben. 11. Het medevoeren en gebruiken van een brits of mat, waarop het dier hij rust kan gaan liggen, moet verplichtend worden gesteld. 12. De zwaarte der vracht moet dusdanig zijn, dat één man de kar gemakkelijk kan voort komen, als de dames deze scène hadden waar genomen en hem opheldering hadden ver zocht 1 Hij wachtte tot Legrand verdwenen was, toen stond hij op om hem te volgen. Ik ga een kleine wandeling maken, zeide hij tot zijn bruid en het klonk juist zoo, alsof hij het slechts deed, omdat het gezelschap des assessors hem onaangenaam was; binnen een kwartiertje ben ik weer terug. De Kurhaustafel ligt u wel zwaar in de maag, schertste de doktersweduwe. Ik heb het u te voren wel gezegd. Inderdaad, ik geloof dat dat alleen de oorzaak van mijne congresti is, antwoordde Delattre met gedwongen kalmte, terwijl hij zich snel verwijderde. Jacques Legrand sprak met een jong meisje, dat zich haastig verwijderde, toen Delattre naderbij kwam. Hij had Kaatje niet herkend en zou zich harer ook wel niet meer herinneren; de ont moeting met haar toch was zeer kort en vluchtig geweest. Wat doet gij hier? vroeg hij harsch, toen hij met Legrand alleen was. Waax*om zijt ge me hier gevolgd? Hebt gij het recht mij deze vragen te stellen? antwoordde Legrand kalm. Kan ik hier niet evengoed mijn geld verteren als gij? Neen! Nu nog mooier! En waarom niet? Omdat gij niet in het gezelschap thuis behoort, dat hier verkeert. Blijf heneden in het dorp hij de visschers, misschien wordt ge daar geduld. Ik geloof niet, dat ik noodig heb mij daaromtrent door u de les te laten lezen. duwen. Hierop voornamelijk te letten hij heu velachtig terrein en in steden waar veel brug gen zijn. 13. Het gebruik van den hond als trekdier bij sneeuw of ijzel onvoorwaardelijk te verbie den.'* UITYERKOOPEN, Wij ontleenden onlangs aan de Nederlander hoe er te Rotterdam een onderzoek is ingesteld naar wat in werkelijkheid per week een gezin kost. Zulks naar aanleiding van de klacht over de finantieele ellende, waarin schier elk Ne- derl. gezin schijnt te verkeeren, voor zoover dit niet tot de rijke lui behoort. Het blad had zich ten dien einde vervoegd tot de vrouw van een stadsbeambte in dienst van 't Haagsche Gemeentebestuur en gaf van dit bezoek een uitvoerig relaas. Er bleek uit, dat bij zuinig beheer met 15 per week, een huishouden met 2 kinderen fat soenlijk voor den dag kan komen. Natuurlijk moet aan elke overbodige weelde verzaakt wor den. In dit relaas trof ons in 't hijzonder zegt de Haarl. Hanze, waaraan wij dit ontleenen, het antwoord op de vraag aan bedoelde vrouw: Hebt ge nooit geldgebrek? „Neen, zeide zij, „elke week leg ik terstond alles ter zijde wat voor belasting, school, ver zekering noodig is. Alles wat ik niet dadelijk noodig heb gaat naar de spaarbank. Daardoor kan ik mij ook beter aanschaffen wat ik voor kleeren noodig heb. Hoe bedoelt ge dat? Wel, er is telkens uitverkoop op zekere tijden, en dan kan ik ook vooruit lapjes koopen, die ik noodig heb. In Januari h.v. kocht ik voor meer dan 10; dat goed heb ik achter de hand. Dat haal ik dan van de spaarbank." Dit antwoord verzoende ons eenigermate met het euvel der telkens wederkeerende Hit- vevkoopen, omdat daaruit zonneklaar bleek, dat menig gezin dus door een Uitverkoop in staat wordt gesteld netjes voor den dag te ko men. Toch was het antwoord van deze vrouw ken schetsend. „Er is telkens uitverkoop op zekere tijden." Uit deze bewering kan de middenstand dus lee ren, dat Uitverkoopen in 't geheel niet meer beschouwd worden door 't publiek als iets bij zonders. Men rekent er eenvoudig op. 't Hoort er tegenwoordig zoo hij. En indien nu alleen maar gezinnen als bo venbedoeld hunne inkoopen bepaalden op den tijd van uitverkoop, dan gelooven wij, dat de middenstand een keer te meer zou blijken te zijn de nuttige groep in de maatschappelijke samenleving, en als zoodanig zouden wij zelfs geheel verzoend kunnen raken met het euvel de uitverkoopen. Ook indien die uitverkoopen zich bepaalden tot zekere tijden", ook dan zou men nog niet in die hooge mate als thans kunnen spreken van een kwaal in den middenstand. Helaas echter wachten, tegenwoordig niet slechts minvermogende gezinnen op de tijden der uitverkoopen doch zulks wordt in meer vermogende- zelfs in hoogvermogende kringen meer en meer usance. En de uitverkoopen zijn thans niet meer pe riodiek doch chronisch. Alles loopt tegenwoordig op de koopjes, en geregeld zijn er uitverkoopen. Dit kan niet anders dan ten slotte schadelijk zijn voor den middenstand. Bovendien ontwaart men uitverkoopen, die dit slechts schijnen te zijn; die er eenvoudig op „gemaakt" zijn om het publiek ten bate van den ondernemer eens er in te laten loopen. Kunnen wij derhalve naar aanleiding van het hierboven vermeld ingesteld onderzoek ons levendig voorstellen, dat goed geregelde uit verkoopen, beter genoemd „jaarlijksche oprui mingen", mis zij eerlijk zijn, als nuttig kunnen aangemerkt worden; dit neemt toch niet weg, dat over 't algemeen èn door hunne veelvuldig heid, èn door het wachten met het doen hunner inkoopen door het koopkrachtig publiek „tot dat er weer eens ergens een uitverkoop is"; deze meer en meer als gewoonten ingeburgerde wijzen om het publiek te trekken moeten gere kend worden tot middenstands-euvelen. 't Mag dan ook bijzonder toegejuicht wor den, indien het ontwerp van Mr. Aalberse zou kunnen bevorderen dat aan het „geregeld houden van Uitverkoopen" (een geijkte contra dictie van thans) een einde werd gemaakt. Wij herinneren ons nog als ware het gisteren: door schijnuitverkoopen tracht men het publiek sprak Legrand. Ik zal gaan, waarheen het mij goeddunkt. Gij zijt hier slechts om te spionneeren! En als dat zoo was, kondt gij mjj dat verbieden? Ja, want ge weet, wat we zijn overeen gekomen, antwoordde, De^Wre, diie zich meer en meer door zijne drift liet vervoeren. Ge moest reeds lang op weg zijn, indien gij onze overeenkomst zoudt nakomen. Ik herinner mij niet, dat wij een over eenkomst hebben getroffen, en als ik als eer lijk man wil handelen, waartoe ik waarschijn lijk zal hesluiten, dan zult gil het zijn, die de reis naar Frankrijk zult moeten maken. Wiilt ge nu weder dreigen? Neen, waartoe ook? Ge weet zonder dat, dat uw lot in mijne hand ligt. Ge zijt een gek! Vroeger was ik dit, toen gij het mij maak- tet, thans ben ik het niet meer. Leon Delattre stampte woedend met den voet in het zand, waarin Legrand met zijnen stok figuren teekende. Zeg me Tonduit, wat ge beoogt! stoof hij op. Voor 'toogenblik weet ik het zelf nog niet, antwoordde Legrand lakonisch, dat hangt van uwe houdiing af. De graaf van Mai- sonrouge is hier. Wat zondt ge er van zeggen, als ik n naar het tafeltje bracht, waaraan ge met uwe sehoone en in elk geval rijke bruid gezeten zijt en hem daar een kleine geschie denis vertel? Wat ik er van zon zeggen? antwoordde Delattre met schorre stem. Zie toe of ge geen politieagent ontdekt! Tegenover de badgasten zijn deze ambtenaren zeer beleefd, maar met door middel van een leugenachtige voorstelling te lokken. Men tracht derhalve zijn debiet uit te breiden door misleiding van het publiek ten schade van de concurrenten. Oneerlijke concurrentie derhalve! Moge het ontwerp-Aalberse spoedig in be handeling komen in de Tweede Kamer. Een daartoe strekkende reeds gedane mededeeling door den Voorzitter op 't Binnenhof mag ons bereids heugelijk stemmen. —o iOnderwijzer-klokluider. Te Hazerswoude werd door den raad benoemd tot klokluider de heer B. v. Elswijk, onderwijzer. Nog iets uit den goeden ouden tijd. Een zonderlinge pensioengeschiedenis. Men meldt aan de „Msbd.": Men herinnert zich zeker den Gorselschen oud-gemeente- en onbezoldigd rijksveldwachter v. d. M. nog wel. Deze man, die na zijn ontslag als gemeente en rijkspolitieman nog al veel van zich deed spreken, niet in het minst in zijn kwaliteit van socialistisch getint gemeenteraadslid derzelfde gemeente Gorsel, had indertijd een pensioen van 100 kunnen opstrijken als ex-gemeente veldwachter. De man weigerde als zieh-voe- lende-onwettig-ontsl agen. Thans echter is hij bij eindvonnis veroordeeld tot een heohtenisstraf en als zoodanig zond hij van uit Amsterdam, de plaats zijner detentie, een rekest naar zijn vroegere collega's, de vroedschap van het landelijk Gorsel, halfweg DeventerZutphon gelegen. Dit rekest hield in, dat Z.Ed. zich alsnog zeer gaarne in het genot gesteld zag van het pensioen. Dit ver zoek werd j.l. Maandag in de raad van Gorsel behandeld en de oud-collega's stonden werkelijk het verzoek toe, op voorwaarde, dat zjj nooit meer door hem zouden worden lastig gevallen. TWEEDE KAMER. SUPPLETOIRE BEGROOTING VAN FINANCIëN VOOR 1914. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging en verhooging van hoofdstuk „Finan ciën" der Staatsbegrooting voor 1914. De verhoogingen betreffen voor een groot deel den aankoop of de overneming' van ge- bouwen of gronden, waarvoor zich thans een gunstige gelegenheid voordoet; doordat de Staat den eigendom van die onroerende goe deren verkrijgt, zullen jaarlijks terugkeeren- de uitgaven vervallen of verminderen. Vervolgens betreft het wetsontwerp de overdracht in beheer en onderhoud door het dep. van Oorlog aan dat van Financiën van het aan de gemeente Deventer verkocht voor malig militair terrein buiten de Noorderberg- poort. Een verhooging is verder wenschelijk ge bleken, om bij de voorziening in de kantoor ruimte van den betaalmeester te Rotterdam alsnog aan te brengen een betere verlichting. Voorts is verhooging noodig tot een be drag van f 12.500 in verband met de voor genomen overname van bet voormalig post en telegraafgebouw te Hoek van Holland ten behoeve van den dienst der directe belastin gen, invoerrechten en accijnzen. Een volgende verhooging niet f 18.380 is noodig, omdat het bedrag van f 80.000 aan gevraagd voor de aanschaffing van eene stoomboot, die het sinds 1883 dienstdoende recherche-vaar tuig „Zeemeeuw" moet ver vangen uiet toereikend is en de moest aanne melijke aanbieding f 98.380 bedraagt. Voorts wordt een artikel verhoogd met f 7140 in verband met den aankoop van een terrein aan de Maas onder Eijsden. Ten slotte wordt 'n verhooging voorgesteld, omdat 't sinds 1896 door den Staat gehuurde gebouw aan de Grootestraat te Almelo, waar in gevestigd zijn de kantoren van den ont vanger der registratie en domeinen, van den inspecteur en den ontvanger der directe be lastingen, enz. en van den betaalmeester, zoomede een kommiezenwacht, niet me©r vol doet aan zelfs laaggestelde eischen. Voor den aankoop van eene aan den linker oever der Oude Maas langs den Bosschen Polder, onder de gemeente Heinenoord, ge legen oppervlakte van ruim 8 Hectaren bui tengrond, waarop eene circa 90O meter lange zegenkade met bijbehoorende opstallen kan worden aangelegd, is het noodig, dat tot vin ding van de koopsom met bijkomende kosten en lasten voor het dienstjaar 1914 circa f 35000 beschikbaar komen. Deze aankoop is zeer gewenscht in het belang van eene goede vischgelegenheid, daar hij zal mogelijk maken de verplaatsing der door verzanding minder bruikbaar worden de tegenwoordige vischplaats naar den lin keroever, waarvan betere vangst en dus la- eenon landlooper maken zij korte metten 1 Ik behoef hun slechts een woord te zeggen. En ge zit morgen of wellicht nog van avond achter slot en grendel, dat klopt! viel Legrand hem met onverstoorbare kalmte in de rede. Probeer het; ik geef u er mijn woord op, dat ge 't hitter zoudt herouwen! Niet uit vrees voor die bedreiging maar om anderen redenen, zie ik daarvan af; maar ik raad je, niet nog eenmaal zoo onbeschaamd te zijn, als te voren. Ik heb je reeds gezegd, dat mijn reisgeld niet toelaat je een grootere som te betalen en dat ik mij ook niet daartoe verplicht acht. Ik heb je verder gezegd, dat ik je niettemin wil helpen, omdat ik mede lijden heb met je armoede; maar voor aan staande week dan dat niet geschieden. Ge zult dus tot zoo lang geduld moeten oefenen. Maakt ge wellicht aanspraak op een bepaalde som! In dat geval zou ik je den welmeenen- den raad geven ten opzichte uwer aanspraken zeer bescheiden te zijn. Neen, ik eisch geen geld, viel Legrand bem opnieuw in de rede, maar ik verlang wat anders. En wat is dat dan? Is 't u bekend, dat de graaf van Maison- rouge den Pruisiseben onderofficier heeft la ten gevangen nemen, dien wij destijds over rompelden? Delattre wendde zijn gelaat af; de onderzoe kende blik des vragers scheen hem onaange naam te treffen. Ik heb er van gehoord, gaf hij ten ant woord. Gij zult er voor zorg dragen, dat hij zijne vrijheid terugkrijgt, Ik? Wat heb ik daarmee te maken? ter ook üoogere paentsom1 ie verwa-enten is, maar hij zal bovendien den Staat de verdere betaling besparen van de nu gevorderde jaar lijksche huursom van de particuliere zegen kade aan den rechteroever ad f 4000 's jaars. Eene verhooging met f 2650 is een gevolg van de noodzakelijkheid, om bij de Pensioen raden tijdelijk personeel werkzaam te stel len, in verband met de uitvoering van de Pen sioenwet voor de gemeente-ambtenaren. INKOMSTENBELASTING. Door den heer Van Vuuren zijn een paar amendementen ingediend, die ten doel hebben de z.g. „kinderaftrek" door te voeren voor inkomens boven de f 5000, die in het regee- ringsontwerp tot grens is gesteld. Volgens zijn voorstel zou de aftrek voor in komens tot f 5000 dezelfde blijven als in het ontwerp, voor inkomens van f 5000 tot f 10000 de aftrek bedragen f 100 per kind of zooveel meer dan li/2 ten honderd van het inkomen bedraagt; voor inkomens van f 10,000 tot f 20,000 met f 150 of zooveel meer dan 1 pet., van het inkomenvoor inkomens van f 20,000 of meer met f 200 of zooveel meer dan i/a pet. van het inkomen bedraagt. In de toelichting zegt de voorsteller o.a., dat hij het gewone tarief van aanslag wel zou voorstellen zóó te verhoogen, dat de schatkist geen schade lijdt, maar dat hij de daarvoor noodigo gegevens mist. Zijn bedoeling is, de kinderaftrek te doen stijgen met het vermo gen, omdat hoe rijker men i3, des te meer men aan de kinderen ten koste legt, doch overigens ook rekening houden met de ster kere draagkracht. Voorts stelt de heer Van Vuuren nog bij amendement v"oor, de bepaling te doen verval len, dat de weigering van boeken over te leg gen een vermoeden schept ten nadeele van den belastingschuldige, en wel vooial zoo als de toelichting zegt omdat er personer. zijn, die principieel bezwaar kunnen hebber tegen het openleggen van boeken. STUWADOORSWET. Door de herren Van der Voort van Zijp Van Veen, Rutgers en Gerretson is bij amen dement Voorgesteld, de bepaling van het ont- werp-Talma in zake den plicht tot hooger loon-uitkeering voor den Zondag weer te her stellen. SUPPLETOIRE JUSTITIE-BEGROOTING. Op de vraag of de uitvoering der Kinder wetten niet een weg is opgegaan, die noch door de regeering noch door de Kamer is ge wild, antwoordt de minister met een verwij zing naar zijn antwoord op bet voorloopig verslag betreffende de begrooting voor 1914, voor 't geval daarmede bedoeld is een soort gelijke opmerking als in dat Voorloopig Ver slag werd gemaakt; terwijl hij, indien bedoeld wordt, dat de noodzakelijk gebleken verhoo ging van dezen post te wijten zou zijn aan eene subsidieregeling van te verre strekking tengevolge van welke de particuliere ver eenigingen nagenoeg al baar kosten door het rijk vergoed zouden krijgen, opmerkt, dat niet allen dit oorzakelijk verband niet bestaat de thans gevraagde verhooging is evenals de vorige een uitvloeisel van het nog steeds toe nemend aantal der minderjarigen, voor wier verpleging het hier bedoelde subsidie behoor! te worden verleend doch tevens, dat de voorstelling, als Zou het Rijk de particuliere vereenigingen in staat stellen zonder andere inkomsten haar taak te vervullen, in het al gemeen niet strookt met de werkelijkheid. Van de zijde der particuliere vereenigingen wordt meermalen de klacht vernomen, dat de vergoeding van rijkswege ontoereikend is om den vereenigingen haar taak bij voortduring mogelijk te maken. Deze klacht wijst er op, naar de minister doet uitkomen, dat de toe stand, althans in het algemeen, geenszins zoc is, dat de kosten der verpleging vrijwel ge- geheel door den staat worden gedragen. In antwoord op de vraag, of de minister reeds plannen heeft gevormd ter betere ver zekering van het verhaal der bijdragen in de verplegings- en opvoedingskosten, opge legd aan uit de ouderlijke macht ontzette ouders, herhaalt hij, dat van hem geen nieu we maatregelen zijn te wachten vóór hem gebleken is, dat met de thans beschikbare behoorlijk effect niet is te verkrijgen. De aanbevolen zelfstandige positie van plaatsvervangende secretarissen van eenige der grootere voogdijraden naast den secretaris komt den minister noch nuttig noch wen* schelijk voor. Op grond van verschillende uitlatingen van Öe in de rijkswerkinrichting te Hoorn ge plaatste souteneurs mag zegt de minister worden aangenomen, dat het verblijf aldaar een afschrikkenden invloed oefent en vol gens getuigenis van hen, die zich met reclas* seeringswerk bezighouden schijnt de vrees voor opzending een heilzamen ommekeer te hebben teweeggebracht bij verscheidene jon geren van dergelijke overtreders. M—H—Wl Gij zult die vraag beter kunnen beant woorden, dan ik, zeide Legrand scherp, ter wijl hij zijnen stok driftig in het zand stiet. Wilt ge dien eisch volbrengen? Wat kan jou dien Duitscher schelen 1 Zijt gij reeds vergeten, dat "hij destijds een de; onzen heeft doodgeschoten? Daarvoor hebt gij hem den arm verbrij zeld. En wat mij dien man aangaat? Hij is verloofd met een meisje dat mjj veel goeds beeft bewezen. Voor den duivel, wat heb daarmede te maken! stoof Delattre op. Ge wilt me daar iets opdragen dat ik Dat ge kunt doen en doen zult! zeide Le grand vast besloten. Hoe kan ik dat? Ik zie er geene moge lijkheid toe! Schrijf aan den graaf, van Maisonrouge, Ben je gek, kerel? Nog niet. Ge hebt me vooraf gevraagd of ik als eerlijk man handelen wilde mijn vor dering moet n bewijze11' dat ik dat wil. Denk er over na tot morgenmiddag kunt ge n beraden. Ik heb medelijden met het arme meise, en wil niet, dat het langer om baren beminde zal treuren. En wanneer ik weiger? vroeg Delattre tusschen de tanden door, die zich diep in zijn onderlip groefden. Dan moet ge de gevolgen afwachten! Ik zal morgenvoormiddag ten uwent komen om uw besluit te vernemen; tot zoolang zal ik u niet verder lastig vallen. Ge weet, wat je te wachten staat, als je 't doet, dreigde Delattre. Ik geef je mijn woord, dat ik je laat gevangen nemen. (VVordt vervolgd.;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 6