BUITENLAND. BINNENLAND. Ontmaskerd. STADSNIEUWS. KERKNIEUW S. FEUILLETON NIEUWE HflflRLEfflSCHE COURANT ™51P,FJ»-*P Ahveer spionnage vrees. PASIJS. Bij Angouleme-sur-Mor landde gistermiddag een Duitsche ballon, waarin zich. drie industrieelen, de heeren Bruno Sclimitz, Hugo Gallen en Carlenrschen, be vonden. Bij de landing bekwamen zij lichte verwondingen. Zaterdagmorgen 6 uur was de ballon in Barmen opgestegen met het doel naar Spanje te vliegen. Deze vlucht gold als proefvlucht voor den Gordon-Ben nett-wedstrijd. De Duitsche iuchtschippers zijn nog niet vrijgelaten, doch de beslis sing ten gunste hunner vrijlating, wordt he den verwacht. Het bevel hunner vrijlating kon gisteren niet verwacht worden, daar in verband met de Kamerverkiezingen de mi nisters in de provincie vertoefden. De diefstal van de „Gioconda." De rechter van instructie Drioux te Darijs, lieeft de gebroeders Vincent, Michel Lance- lotti en mevrouw Olamazorand vrijgesproken van medeplichtigheid aan den diefstal van de „Gioconda", het meesterwerk van Leo nardo da Vinei. Een proef met het vrouwenkiesrecht. PARIJS. Het „Journal" beeft gisteren den clag der Kamerverkiezingen, een proefstem- ming gehouden onder de vrouwen van Pa rijs over hunne meening aangaande het vrou wenkiesrecht. In eigen daartoe ingerichte stemlokalen konden de vrouwen hunne stem briefjes ten gunste van het vrouwenkies recht invullen en afgeven. Deze poging moet echter als mislukt worden beschouwd, daar slechts 16819 vrouwen aan de stemming 'ten gunste van het vrouwenkiesrecht hebben deelgenomen. heeren Stolk en Van Noort. feestredenaar ia ontgaan, en hetgeen hij ook Na beëindiging van het EL Misoffer had ook niet zeggen kon. Ik ben de gelukkige UIT DE STAATS COURANT. Bij Kon. Besl. is, met ingang van 1 Mei, aan mr. P. O. Reeringh, op verzoek, eervol ontslag verleend als secr. der rentecomm., gezeteld te Purmerend (4) en als zoodanig benoemd G. A. Daey Ouwens, gep. off. van adm. Ie klas bij de Kon. Marine, aldaar. Bij Kon. Besl. is met ingang van 1 Mei, benoemd tot archivaris aan het alg. Rijksarchief te 's-Gravenhage, mr. O. C. D. Ebell, met toekenning van eervol ontslag als Rijksarchivaris in Noord-Brabant, te 's-Hertogenbosch. Bij Kon. Besl. is E. B. van Nes van Meerkerk, hoofdinsp.-gen. van Jen Rijks- waterst., bevorderd tot comm. in de Orde van Oranje-Nassau. Bij Kon. Besl. is aan D. Vrij, gew.j veldw., concierge en bode der gem. Zwam- merdam, de eere-medaille der orde van Oranje-Nassau, in zilver, toegekend. Bij K. B. is, met ing. van 1 Mei, aan H. J. Harmsen, chef der afd. poststempel-; fabricage bij 's Rijks Munt te Utrecht, op. verzoek, eervol ontslag verleend, met be-, nooming, bij bevordering-, tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. ONDERWIJS VAN BLINDEN. Wij ontvingen het verslag over den staat van het Instituut tot onderwijs van blinden en van bet gesticht voor volwassen blinden te Am sterdam gedurende het tijdvak November 1908- November 1913. Het boekje bevat verschillende zeer interes sante foto's, die een goeden kijk geven op het nut van deze mooie instelling en de practische resultaten van het degelijk onderricht. Correspondent voor Haarlem is de heer Mr. G. C. Everwijn Lange. Het aantal jongens, dat in het gesticht ver pleegd wordt, bedraagt 48; het aantal meisjes 90 UU. Sedert November 1918 zijn 38 jongens en 15 meisjes opgenomen. LIEFDEWERK „OUD PAPIER" TE AM STERDAM. 25 Maart was het 40 jaar geleden, dat to Amsterdam het liefdewerk „Oud Papier" werd opgericht. Wegens den H. Vastentijd was de feestviering uitgesteld, die nu Zon dag plaats had. Z. D. H. Mgr. Gallier droeg in het Pius- gesticht het H. Misoffer op, daarbij geas sisteerd door den Hoögeerw, heer Mgr. L. E. Jansen, deken van Amsterdam als diaken en den Zeereerw. heer Van Kampen, rec tor van het Piusgesticht, als sub-diaken. Voorts waren tegenwoordig de Zeereerw. een gemeenschappelijk ontbijt plaats, waar ook Z. D. H. de Bisschop aanzat. In het gebouw van „Geloof en Weten schap" werd de feestvergadering gehouden, die door den voorzitter dr. O. A. L. Rade maker met een korte toespraak werd ge opend en die mededeelde, dat ingekomen wa ren gelukwenschen en zegeningen van Mgr. den Aartsbisschop en den Bisschop van Bre da, alsmede van een telegrafischen geluk- wensch van den oud-voorzitter van de af- deeling Amsterdam, den heer E, S. P, Lou- werens uit Apeldoorn. Telegrammen van eerbiedige hulde waren verzonden aan Z. H. den Paus en H. M. de Koningin. Hare Majesteit had telegra fisch reeds bedankt voor de aangeboden hul de, iwelke taededeeling met daverend applaus werd begroet. Spr. deed voorlezing van een Pauselijk schrijven, waar Z. H. het eere-kruis „Pro Ecclesia et Pontifice" verleend aan den heer Bern. Th. Schaapveld, secretaris van het Hoofdbestuur. Met luid applaus werd deze mededeeling begroet en een groot gejuich ontstond, toen mgr. Gallier den heer Schaapveld de Pau selijke onderscheiding op de borst hechtte. Vervolgens was het woord aan den feest redenaar, mr. J. N. J. E. Heerkens Thijs- sen uit Haarlem. Spr. is het overgelaten een overzicht te geven over het verledene, dat allen tot dank baarheid moet stemmen jegens den gouden God, die liet Liefdewerk heeft willen ge bruiken om den arme op practische wijze steun en hulp to verleenen. Ik noem aldus spr. dit thans als liet doel van ons liefdewerk, omdat onze sta tuten, zoowel de tegenwoordige, als de daar aan voorafgaande, datcorend van 8 Januari 1908, als eerste doel vermelden: het ver schaffen van werk aan R.-K. personen, die niet of bezwaarlijk' op andere wijze in hun onderhoud kunnen voorzien. Wij deelen geen aalmoezen uit, wij laten werken. Zoo is do opvatting nu, maar zoo is ze het niet altijd geweest; zelfs heeft men blijkbaar weinig in die richting gedacht, toen in het jaar 1874 een aantal katholieke mannen te Am sterdam zich vereenigden om het Liefde werk „Oud Papier" voor Nederland te stich ten. In 1874 bestond oen dergelijk liefde werk reeds in Frankrijk, België, Zwitser land, Italië, Beieren, Spanje en zelfs in Amerika. Dan gaat spr. na wat door bet liefdewerk in al die jaren is gedaan. In 190S werden niet minder dan 36 af- deelingen opgericht. Werd in 1908 660.000 kilo papier verzameld, in 1909 klom dit getal tot bijna 950.000 in 1910 tot 1.200.000, in 1911 tot 1.500.000, in 1912 tot 1.900.000 en in 1913 tot ruim 2.100.000. De liefdadige instellingen konden daar door oolc ruimer, worden bedacht. Aan werkloonen is in 1908 f 8000 uitbe taald, in 1909 f 10.000, in 1910 f 13.000, in 1911 f 17.000, in 1912 f 22.000 en in het alge loop 011 jaar ruim f 28.000. Hartelijk werd spr. toegejuicht, waarna Mgr. Gallier, volgens de Msb. de volgende toespraak' hield: De beteekonis van mijn verschijnen in deze feestelijke bijeenkomst, behoef ik niet nader uiteen te zetten, na hetgeen de feest redenaar daareven op zoo uitnemende wijze heeft gezegd. Ik hen gekomen op de eerste plaats om den goeden God dank te brengen voor de vele weldaden, die de werkende leden van liet Liefdewerk „Oud Papier" in de afgeloopcn veertig jaren van Hem heb ben mogen ontvangen. Niet in het minst wil ik den goeden God danken voor de gave van volharding, wel ke de werkende leden steeds hebben ge toond, klikwerf 'zelfs onder zeer moeilijke om standigheden. Van die gave moeten wij' alles hebben, want in alle leven en vooral in het Christelijk leven, geldt de waarheid van het spreekwoord: „Eind goed, al goed." Doch oolc! moet ik dank zeggen voor de vele offers, welke de werkende leden in de algeloopen jaren steeds met zooveel bereid willigheid hebben gebracht en zulks „pro Deo", in den vollen zin dezer woorden, ge heel voor God. In het geheime gebed, dat ik dezen mor gen onder het H. Misoffer bad, heb ik dan ook bijzonderlijk ingesloten de vele en groo- te offers, die door de werkende leden zijn en nog; voortdurend worden gebracht om het Liefdewerk te doen bloeien. Over de beteekonis van mijn verschij nen, moet ik u nog iets zeggen, hetgeen den beschermheer van dit Liefdewerk. Zoodra ik ongeroepen beschermheer dezer vereeniging ben geworden, schijnt het wel, of ook de hooge Beschermers in den Hemel op bijzon dere wijze het Liefdewerk hebben gezegend. De bloei begon met mijn optreden. De feestredenaar twijfelde er in zijn rede aan, of ook in andere landen dit Liefdewerk zoo bloeide. Hoe dit zij, vast staat dat alleen door de etage vasthoudendheid der Neder landers 't hier tot zoo hoogen on grooten bloei is gekomen. Bij mijn bezoek aan de Graven der Apos telen, mocht ik indertijd de feestgave der liefde aan Z. H. den Paus overhandigen en moest Hem toen over het werken der. ver eeniging inlichten. De „Pater pauperum", de Vader der Armen", was daarmede ten zeerste ingenomen. In andere landen is zeker het doel, het steunen van den Paus, verloren gegaan, want toen ik eenige jaren later opnieuw het voor recht genoot door den H. Vader te worden ontvangen, herinnerde hij zich aanstonds al les omtrent ons Liefdewerk en voor mijne oogen werd toen ook door Z. II. eigenhandig het schrijven opgesteld, waai'in Hij het Lief dewerk' zegende en aanmoedigde. Ik ben gelukkig Beschermheer dezer Ver eeniging te zijn, vooral daardoor, wijl haar doel eigenlijk is, het opwekken der liefde voor de Katholieken tot den H. Vader. Want de kleine gave, welke uit het Liefdewerk den Paus geschonken wordt, beteekent ten slotte niet veel voor Hem, noch voor mij. Doch do liefde, die eruit spreekt is van on schatbare waarde. Want het werken der Vereeniging herinnert bij voortduring aan den Vader der katholieke wereld, die in Italië leeft. Ik ben gelukkig, omdat dit liefdewerk zoo bij uitstek geschikt is de zoo noodzakelijke liefde voor den Paus op te wekken en aan te vuren. Vandaag hebben we gehoord het Evangelie van den Goeden Herder, waarin de Zalig maker niet alleen zich zeiven heeft getee- kend, doch mede. heeft aangegeven, hoe de herder», die in zijne plaats worden aange steld over de kudde, zijn moeten voor Zijne schapen. Dagelijks bewijst de Paus, hoe hij in den volsten zin des woorda een goede herder is voor zijne schapen. Doch de scha pen hebben ook tot plicht zich door de stem van dien Herder to laten leiden. Daarom hooren zij te luisteren naar zijne stem en hebben die te volgen. Toont uwe liefde tot den Paus dan ook vóór alles door naar zijne stem te luisteren. Dit is in onze dagen te meer noodig wijl or zoovelen zijn waarvan we helaas het tegenovergestelde moeten be treuren. Ge weet allen wat de H. Vader van u vraagt. Dat de katholieken met ver eende krachten zullen arbeiden aan de groo- te taak', welke do Katholieke kerk in deze wereld te verrichten heeft. Dus lcatholiek- vereenigd moeten we zijn aLs katholieken, want anders kan van vereende krachten ab soluut geen sprake zijn. Een doel van het Liefdewerk' is ook ver derfelijke lectuur, na haar opgespoord en verdelgd te hebben, te gelde te maken en er den H. Vader mede te steunen. Verderfe lijke lectuur zal dan ook hopen we steeds een belangrijk deel uitmaken van onzen voorraad oud papier. Maar die verderfelijke lectuur mag niet komen uit onze eigen huis gezinnen. We moeten haar machtig worden, maar moeten haar niet eerst tot de onze hebben gemaakt. Verderfelijke lectuur moe ten wij hebben om haar te vernietigen, doch niet nadat er het gif reeds is uitgezogen. Daarom moeten wo ieder in eigen omge ving- met alle dienstbare middelen de vor- derfelijke lectuur uitdringen uit de huisge zinnen der Katholieken. Daarmede zullen we het grootste bewijs geven onzer liefde jegens den Paus, want ook tegenover den Paus geldt „wie Naar het Duitsch door August Ewald König. 20 Daarop kan ik het getroost laten aanko- ®en» ,z01' Legrand spottend, maar gij be- li oef t kalmte om mijnen voorslag to over we- gen en die kalmte wil ik u tot morgen middag verleenen. Zonder verder antwoord af te wachten, ging hij met snelle schreden heen. Delattre zond hem een blik na vol doodelijken haat; vervol gens schreed hij, alvorens tot zijne bruid te rug te keeren, nog geruimen tijd op en neer am de woede, die hem beheerschte. tot beda ren te brengen. HOOFDSTUK XII. Indien Delattre vermeende, dat de vage bond door Bertha en den assessor niet was opgemerkt, dan had hij zich vergist en dit Waa alleszins te verklaren door zijne opge wondenheid, die hem verhinderde zijne omge- Mng gade te slaan. j Beiden vermoedden, waarom hij die wande- ;«ng wolde maken; zij zagen, dat hij dezelfde frlohtmg volgde, dje Legrand had ingeslagen, j Bertha wierp een onderzoekenden blik stitieraad, waarmede zij in levendig gesprek was. Kent gij dien man? vroeg Hertha zacht aan den assessor. Neen, ik ken hem niet, zei Emile. De ver moedens, dié hij evenwel koesterde, wilde liij niet uitspreken; hij wist nu toch, hoe de dok tersweduwe over zulke waarschuwingen oor deelde en overtuigende bewijzen bezat hij niet. Nu evenwel scheen ook Hertha zelf die ver moedens te deelen. Eenige minuten lang bleef zij in gedachten verzonken en terwijl hare hand met het medaillon speelde, dat op hare borst hing, zetelde wederom dezelfde bittere smartelijke trek om haren mond. Het scheen haar moeite te kosten tot het besluit te ko men, waarover zij nadacht, maar eindelijk sloeg zij bare groote, blauwe oogen tot Emile op en weder trof hem dezelfde blik, die reeds eenmaal hem tot zoo euvel opgenomen open hartigheid had verleid. Gij hebt gehoord, dat ik morgen voor de laatste maal het museum mag bezoeken, sprak zij zacht. En zult ge u aan dien tirannieken eisch onderwerpenvroeg* hij op een toon, die half spijtig, half verwijtend klonk. mij liefheeft, onderhoude mijne geboden." Als dit alles gebeurt, welk oen heerlijk feest zullen we dan over tien jaren kunnen vie ren. Dan zal het. Liefdewerk nog heerlijker bloeien dan nu. En ieder van ons, die naar de mate zijner krachten tot dit doel mede werkt, zal, hetzij hier, hetzij hiernamaals, zeker Gods' zegen deelachtig worden. (Da verende toejuichingen) Dr. Rademaker sprak vervolgens een kort slotwoord. Te 3 uur werd de algemeene vergadering ■gehouden. Het jaarverslag werd onder ap plaus 'goedgekeurd, evenals de rekening en verantwoording van den penningmeester. De aftredende hoofdbestuursleden, de hee ren mr. J. N. J. E- Heerkens Thijssen, «r*» B. J. Planken en Bern. Schaapveld, werden herkozen. Na de vergadering vereenigde men zich aan een gemeenschappeiijken maaltijd. De waarde van een stem. Te Bodegraven heeft zich weer eens een geval voorgedaan, waardoor bij verkiezingen de waarde van één enkele stem uitkomt. Er moesten voor den Gemeenteraad twee leden worden gekozen en er waren 4 candidaten, waarbij 1 Katholiek. Uitgebracht werden 655 geldige stemmen, zoodat de meerderheid was 328. Dit cijfer werd precies gehaald door den katholieken candi- daat, die dus gekozen werd, terwijl tusschen de drie overige herstemming moet plaats hebben, daar twee hunner precies evenveel stemmen, n.l. 228. Hier heeft dus weer 1 stem het gedaan. VERGADERING R. K. POL. PROPAGAN- DAOLUB OP VRIJDAG 24 APRIL j.l j Na opening door den voorzitter, worden de notulen gelezen en onveranderd goed gekeurd. De voorzitter doet daarna mede deeling van de ontslagname van een der bestuursleden, alsmede van de benoeming van den Alg. Secretaris. De leider van district I geeft bier op eeni ge cijfers met betrekking tot de gehouden kiezerskweek, waaruit blijkt, dat de propa gandisten hun werk goed en met succes bobben gedaan. Het woord was daarna aan Mr. J. B. Bomans, den spreker van dezen avond, die zou behandelen: „Waarom rechts?" In zijne inleiding zogt spr. dat deze stof op tweeërlei wijze te behandelen is en wel positief en negatief. Het positieve antwoord putten we uit onze beginselen, doch om dit antwoord te be handelen zijn meerdere avonden noodig, ter wijl deze toch in groote lijnen aan de pro pagandisten voldoende bekend zijn. Het negatieve antwoordt luidtRechts, om dat we niet links willen zijn, omdat we zijn in staat van oppositie; het is billijk, omdat wij na den strijd in 1913 liet linksche ministerie niet kunnen steunen, niet kun nen tolereeren. Verleden jaar zijn we verslagen en wc worden geregeerd door hen, die ons niet overwonnen. Noch soc.-democratie, noch Con centratie, noch beiden vereend, noch elk afzonderlijk regeert,doch op de ministers- zetels troont een extra-parlementair minis terie, dat zich van het begin af links beeft geschaard. Spr. toont, dat we niet links kunnen zijn (daarom dus rechts), omdat de regeering is: gevaarlijk', onoprecht, gevolg van een misgeboorte, funest in do gevolgen, niet in 's lands belang, walgelijk. Het zou het verslag te uitgebreid maken, indien we spr. op den voet wilden volgen. Het zij voldoende te constateeren, dat spr. op glasheldere en voor een ieder begrijpe lijke wijze aantoonde, dat zijn oordeel over do huidige regeering juist is. We willen hier en daar een greep doen. Ter staving dan van hetgeen hij had voor opgesteld, liet spr. eenige malen de minis ters de revue passeeren, hunne houding' vóór de Juni-verkiezingen en daarna, het optre den der linksche partijen tegenover de vo rige ministers en tegenover het thans re- geerende ministerie, enz. We' zagen daar, hoe het mogelijk is, dat een minister Wcntholt viol, toen hij de bouw voorstelde van een" schip van 7009 ton, hoe daartegen eene oppositie was zonder eind. Ach, Nederland kon toch niets beginnen, ais een grootero huur het aanpakte. Waar voor dan het geld voor die schepen weg gooien? Min. Rambonnet komt hij heeft sche pen noodig, Dreadnoughts. Het beste zou zijn schepen van 23000 ton, maar deze Minister is bezadigd, weet te schipperen hij zal voorloopig voorstellen schepen van 15.000 ton. Weg is alle oppositie. De sche pen zullen er komen, hij valt niet. Nooit was er gr00ter en principieeler te genstander van staatspensioen, dan minister Treuh hij trad er zelfs voor uit zijne partij. Min. Talma had onder zijne bestrij ders inzake de Pensioenwet géén vuriger dan hij. Hij komt op het groene kunnen en zijn voorstellen komen. Én wat blijkt? Zij zijn een samenvoeging' van Min. Talma's wet plus staatspensioen hoe consequent! En de bedeelden, zij, die het hardst een pensioen noodig hebben, zij krijgen niets, worden meedoogenloos uitgeschakeld. Min. Pleyte's optreden in Amsterdam voor de Juni-verkiezingen 1913 is voldoende be kend. Wat de leiding en regeering van In- dië betrof, niets deugde. En nu? Min. Pley- te is het roerend eens met den Gouverneur- Generaal; hij ziet absoluut geen reden, om hem niet op zijn verantwoordelijke post te handhaven, er bestaat absoluut geen raee- ningsverscliil. Diens optreden tegen de In dische Partij keurt hij goed, hij gaat accoord met liet stelling nemen tegen de Sarekat Is lam, hij is zelfs een voorstander van de gevoerde kerstenings-politiek 1 Min. Bertling, de man uit de school Pa- tij n, zou ons „nieuwe" belastingen brengen. Tariefverhooging (waardoor het buitenland zou helpen, de lasteii te dragen, waar het hier zooveel voordeel behaalt), 0 neen! Wc krijgen (iets nieuws?) verhooging van de opcenten op de directe belasting enals deze niet genoeg opleveren, belasting op bier, tabak (het volk wordt de dupe); dan is er nog liet suikerpotje en als alles nog niet nelpt, dan geen tarief verhooging, wel neen, maar een fiscale verscherping verhooging van het tarief; dus tocli het tarief!? Min. Lely, de man van de Haagsche (Sche- cningsche) visschershaven waarvan de yoordeelen niet opwegen tegen de kosten de man van de Yelserpont, hij zal toonen' dat Nederland nog iets groots kan doen! De Zuiderzee zal men gaan dempen. Er is nog wel overvloed van land zonder wa ter, waar ontginning en bewerking mogelijk is, maar toch onze voorouders ontwor stelden zooveel land aan het water, wij kun nen dat ook nog wij gaan dempen en droogmaken, met heel veel kosten en wei nig kans op voordeelen en veel kans op fiasco. Ons belastinggeld kan natuurlijk niet be ter besteed zijn; als er niet genoeg is, dan legt men er eenvoudig nog eens 10 of 20 opcenten bovenop. Met de benoemingen gaat het alreeds, zoo als het onder een fatsoenlijk iinksch minis terie behoort to gaan. Geen partijdigheid, alleen intellect. Bekwame menscken kun nen alleen bij hen, onder hen en door hen gevonden worden. I11 Zaandam is er een socialistische meer derheid, al is het dan ook de kleinst moge lijke en jmin. O. v. d. Linden benoemt vanzelf een socialist tot burgemeester. Een socialist burgervader, terwijl hij een vijand der burgers is, dienaar der Koningin en tocli koningshater, afbreker van Prins Hendrik, dienaar van Diens Gemalin, tegen het gezag, nu aan liet hoofd van het gezag, tegen politie doch chef der politie, vervloe- kcr en omwcntelaar der bestaande toestan den en ambthalve dezer verdediger, klasse man, staande boven de partijen. Zijn er geen gemeenten met rechtsclie meerderheid? Hebben alle deze rechtsclieu tót bestuurders? Min. Colijn's richting was absoluut ver keerd. Min. Bosboom volgt dezelfde rich ting, die nu niets verkeerds meer bevat. In een schitterende peroratie wekt de spr, de propagandisten op, stelling te nemen te gen links, propaganda te maken voor het reclitsche. goede beginsel, om zoo tot over winning te komen. Een hartelijk, langdurig applaus loonde spreker voor zijne prachtrede, welk ap plaus zich nog eens herhaalde na het dank' woord van den voorzitter. _De hierop volgende rondvraag loverde niets op, waarna de voorzitter de vergade ring met gebed sloot. De afwezigen hadden ongelijk. Waarom blijven er tocli telkens nog loden we-g. De onderwerpen, die behandeld worden en voor de spreker verdienen beter. Z. D. II. de Bisschop van 's-Bosch heeft aan den Weleer w. heer H. J. H. J. Bold us, eervol ontslag verleend als pastoor te Duizel; en heeft benoemd tot pastoor te St. Hubert: den Weleer\v. heer A. A. Jacobs; tot pastoor te Duizel: den Weleerw. heer H. Gijsels; tot Vicarius te St. Anthonis; den Weleerw. heer J. H. P. van Ensohofc; tot kapelaan te Hatert, (St.. Anna): den Weleerw. heer M. A. Jansen; tot kapelaan te Tilburg (Hasselt): den Weleerw. heer P. L. L'. Verkuyl; tot kape laan te Bladel: den Weleerw. heer L. J. van Vroonhoven, die assistent was te St. Hubert; 011 tot kapelaan te Zeeland: den Eerw. heer J. Th. van der Weerden, priester van het Seminarie. o trof hem opnieuw die blik dien hij niet ver-[wensehte ik de uitbarsting van openlijke vij- mocht te weerstaan. andschap te voorkomen. vermoed den mhoud van uw onder- J Zonder bedenken zal ik die uitbarsting in houd. Twijfel en vermoedens, die ik niet meer het leven roepen, als ik u daardoor van een onderdrukken kan, beangsten mij. Ik moet ongeluk kan terughonden, volle zekerheid hebben, onverschillig hoe ook Neen, neen, dat moogt ge niet! sprak zij de uitslag moge zijn- Begrijpt gij mij? I bezorgd. Volkomen! knikte liij. Leon Delattre is een lafaard, antwoordde bi.i schouderophalend Kunt gij mij die zekerheid verschaffen? Ik hoop liet, maar weet nog niet beslist of ik de bewijzen zal vinden, die ik zoek. Wilt gij mij gelooven, als ik 11 de verzekering geef, dat ik ze slechts uwentwege tracht op te spo ren. Zeker. Op dit oogen blik kan ik uwen wensch niet vervullen, ging hij voort, terwijl hij haar met een waarschuwenden blik op de beide oudjes opmerkzaam maakte; Mevrouw, uw mama Ik verwacht u morgen ochtend, viel zij hem snel in de rede en de lichte trilling in ha re stem verried eene innerlijke, ontroering. Zult ge komen? E11 wilt ge 't mij verge ven, dat ik den raad eens vriends heb afge wezen Denk er niet meer aan, verzocht hij; Geloof dat niet, heer assessor; ge kent hem nog niet in zijn wilde drift, of ik ze liet volgende jaar nog wel weer be leven zal. Mijnheer de justitieraad! Ik begin nu aan de voortreffelijkheid van nwen maag te twij felen, sprak Emile schertsend, zonder van Delattre notitie te nemen, die zich aan de zijde zijner bruid nederzette. Hoe komt gij nu in s "hemelsnaam aan deze sombere gedach ten? Nu, nu, vriendlief, men wordt met iede- ren dag een dagje ouder. Een driftkop is zelden moedig. Wie slechts Dat lot deelen we allen Ik weet het nog niet, ging zij voort; ik ^c..^erl (tl6t'..diie "Jti?11'8 heb te vragen. Gij hebt mijnen raad niet gevraagd en ik ben zal het wel moeten om wille van den vréde, wat hebt ge vanmiddag aan mama mede te deelen gehad? -- Ik heb haar beloofd bet voor ieder te ver zwijgen. Ah' g® mijn vriend wilt blijven, zooals !J»are moeder' °P 8'ij mij 1,6loo[(let> dan heb ik ook bet réc-ht mij iWft O-Mom. 'i„, wijdde evenwel niet. tot al die anderen te rekenen, zeide zij g opmerkzaamheid aan den in- -en van onder har». half geloken wimpers niet gerechtigd u dien op te dringen. Toen wist ik ook nog niet maar laten we. er niet meer over spreken; ik verwacht u morgen: misschien is het wel voor de laat ste maal. Zoudt ge hem bij mü zien, spreek mij dan niet aan; gij hebt geen denkbeeld van zijnen toorn. Bah! Meent gij, dat ik hem vreest Neen, ik ken uwen moed on ju iet daarom den moed lieeft den vijand uit een hinderlaag te overvallen, dien kan men gerust het hoofd bieden. Ge kunt gelijk hebben, sprak Hertha pein zende; maar ik wil niet, dat de proef genomen wordt. Beloof me dat, als gij een zorg van mij afnemen wilt, die mij zwaar ter neer drukt. Verraad door woord noch blik welke afspraak wij gemaakt hebben, en wanneer ge hem mor gen in het Mauritshuis zoudt zien, ga dan voorhij zonder mij aan te spieken. Er moeten overwegende redenen voor hem zijn, die hem tot deize wandeling noopten. Hij weet toch, dat ge onder de hoede van mevrouw uw mama zijt., sprak Emile spot tend. Stil, jk zie hem, fluisterde zij; hij komt naar hier terug. Ga nu spoedig heen. Zijn voorhoofd is bewolkt, zijn blik duister en dreigend. Hoe lang denkt u nog hier te blij ven? wendde zij zich met opgewekten toon tot den justitieraad, Nog slechts enkele dagen, geëerde juf frouw, antwoordde de oude heer mei een spij tig schouderophalen. De schoon» dagen van Aranjuez zijn voer mij weer voorbij; wie weet Ongetwijfeld, maar men denkt er niet aan tot men voelt, dat het bergaf gaat. Do luide toon, waarop Delattre zich met zijne bruid onderhield, liet duidelijk bi Liken, dal hij in hoogen graad was opgewonden. Emile gaf den justitieraad een wenk, dien deze dadelijk begreep. De beide heeren stonden op en namen af scheid tot grooten «6pijt der weduwe, die zich met den ouden heer gaarne nog langer bad onderhouden en de kekelige opmerkingen vreesde van Delattre, op welke zij zich nu moest voorbereid houden. De doktersweduwe is een buitengewone vrouw, sprak de justitieraad, terwijl bij met zijn jongen vriend arm in arm heenging, maar in hare behagelijke rust'wil zij niet ge stoord zijn. Geef je geen verdere moeite, beste jongen. Delattre haat u, uwe verdere be moeiingen konden tot een hoogst onaange naam einde leiden. (Kordt verrolgu.j;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 5