BUITENLAND.
BINNENLAND.
Ontmaskerd.
STADSNIEUWS.
KERKNIEUW S.
FEUILLETON
NIEUWE HflflRLEfflSCHE COURANT ™51P,FJ»-*P
Ahveer spionnage vrees.
PASIJS. Bij Angouleme-sur-Mor landde
gistermiddag een Duitsche ballon, waarin
zich. drie industrieelen, de heeren Bruno
Sclimitz, Hugo Gallen en Carlenrschen, be
vonden. Bij de landing bekwamen zij lichte
verwondingen. Zaterdagmorgen 6 uur was
de ballon in Barmen opgestegen met het
doel naar Spanje te vliegen. Deze vlucht
gold als proefvlucht voor den Gordon-Ben
nett-wedstrijd. De Duitsche iuchtschippers
zijn nog niet vrijgelaten, doch de beslis
sing ten gunste hunner vrijlating, wordt he
den verwacht. Het bevel hunner vrijlating
kon gisteren niet verwacht worden, daar in
verband met de Kamerverkiezingen de mi
nisters in de provincie vertoefden.
De diefstal van de „Gioconda."
De rechter van instructie Drioux te Darijs,
lieeft de gebroeders Vincent, Michel Lance-
lotti en mevrouw Olamazorand vrijgesproken
van medeplichtigheid aan den diefstal van
de „Gioconda", het meesterwerk van Leo
nardo da Vinei.
Een proef met het vrouwenkiesrecht.
PARIJS. Het „Journal" beeft gisteren den
clag der Kamerverkiezingen, een proefstem-
ming gehouden onder de vrouwen van Pa
rijs over hunne meening aangaande het vrou
wenkiesrecht. In eigen daartoe ingerichte
stemlokalen konden de vrouwen hunne stem
briefjes ten gunste van het vrouwenkies
recht invullen en afgeven. Deze poging moet
echter als mislukt worden beschouwd, daar
slechts 16819 vrouwen aan de stemming 'ten
gunste van het vrouwenkiesrecht hebben
deelgenomen.
heeren Stolk en Van Noort. feestredenaar ia ontgaan, en hetgeen hij ook
Na beëindiging van het EL Misoffer had ook niet zeggen kon. Ik ben de gelukkige
UIT DE STAATS COURANT.
Bij Kon. Besl. is, met ingang van 1 Mei,
aan mr. P. O. Reeringh, op verzoek, eervol
ontslag verleend als secr. der rentecomm.,
gezeteld te Purmerend (4) en als zoodanig
benoemd G. A. Daey Ouwens, gep. off. van
adm. Ie klas bij de Kon. Marine, aldaar.
Bij Kon. Besl. is met ingang van 1
Mei, benoemd tot archivaris aan het alg.
Rijksarchief te 's-Gravenhage, mr. O. C. D.
Ebell, met toekenning van eervol ontslag
als Rijksarchivaris in Noord-Brabant, te
's-Hertogenbosch.
Bij Kon. Besl. is E. B. van Nes van
Meerkerk, hoofdinsp.-gen. van Jen Rijks-
waterst., bevorderd tot comm. in de Orde
van Oranje-Nassau.
Bij Kon. Besl. is aan D. Vrij, gew.j
veldw., concierge en bode der gem. Zwam-
merdam, de eere-medaille der orde van
Oranje-Nassau, in zilver, toegekend.
Bij K. B. is, met ing. van 1 Mei, aan
H. J. Harmsen, chef der afd. poststempel-;
fabricage bij 's Rijks Munt te Utrecht, op.
verzoek, eervol ontslag verleend, met be-,
nooming, bij bevordering-, tot ridder in de
orde van Oranje-Nassau.
ONDERWIJS VAN BLINDEN.
Wij ontvingen het verslag over den staat
van het Instituut tot onderwijs van blinden en
van bet gesticht voor volwassen blinden te Am
sterdam gedurende het tijdvak November 1908-
November 1913.
Het boekje bevat verschillende zeer interes
sante foto's, die een goeden kijk geven op het
nut van deze mooie instelling en de practische
resultaten van het degelijk onderricht.
Correspondent voor Haarlem is de heer Mr.
G. C. Everwijn Lange.
Het aantal jongens, dat in het gesticht ver
pleegd wordt, bedraagt 48; het aantal meisjes
90
UU.
Sedert November 1918 zijn 38 jongens en 15
meisjes opgenomen.
LIEFDEWERK „OUD PAPIER" TE AM
STERDAM.
25 Maart was het 40 jaar geleden, dat to
Amsterdam het liefdewerk „Oud Papier"
werd opgericht. Wegens den H. Vastentijd
was de feestviering uitgesteld, die nu Zon
dag plaats had.
Z. D. H. Mgr. Gallier droeg in het Pius-
gesticht het H. Misoffer op, daarbij geas
sisteerd door den Hoögeerw, heer Mgr. L.
E. Jansen, deken van Amsterdam als diaken
en den Zeereerw. heer Van Kampen, rec
tor van het Piusgesticht, als sub-diaken.
Voorts waren tegenwoordig de Zeereerw.
een gemeenschappelijk ontbijt plaats, waar
ook Z. D. H. de Bisschop aanzat.
In het gebouw van „Geloof en Weten
schap" werd de feestvergadering gehouden,
die door den voorzitter dr. O. A. L. Rade
maker met een korte toespraak werd ge
opend en die mededeelde, dat ingekomen wa
ren gelukwenschen en zegeningen van Mgr.
den Aartsbisschop en den Bisschop van Bre
da, alsmede van een telegrafischen geluk-
wensch van den oud-voorzitter van de af-
deeling Amsterdam, den heer E, S. P, Lou-
werens uit Apeldoorn.
Telegrammen van eerbiedige hulde waren
verzonden aan Z. H. den Paus en H. M.
de Koningin. Hare Majesteit had telegra
fisch reeds bedankt voor de aangeboden hul
de, iwelke taededeeling met daverend applaus
werd begroet.
Spr. deed voorlezing van een Pauselijk
schrijven, waar Z. H. het eere-kruis „Pro
Ecclesia et Pontifice" verleend aan den heer
Bern. Th. Schaapveld, secretaris van het
Hoofdbestuur.
Met luid applaus werd deze mededeeling
begroet en een groot gejuich ontstond, toen
mgr. Gallier den heer Schaapveld de Pau
selijke onderscheiding op de borst hechtte.
Vervolgens was het woord aan den feest
redenaar, mr. J. N. J. E. Heerkens Thijs-
sen uit Haarlem.
Spr. is het overgelaten een overzicht te
geven over het verledene, dat allen tot dank
baarheid moet stemmen jegens den gouden
God, die liet Liefdewerk heeft willen ge
bruiken om den arme op practische wijze
steun en hulp to verleenen.
Ik noem aldus spr. dit thans als liet
doel van ons liefdewerk, omdat onze sta
tuten, zoowel de tegenwoordige, als de daar
aan voorafgaande, datcorend van 8 Januari
1908, als eerste doel vermelden: het ver
schaffen van werk aan R.-K. personen, die
niet of bezwaarlijk' op andere wijze in hun
onderhoud kunnen voorzien. Wij deelen geen
aalmoezen uit, wij laten werken. Zoo is do
opvatting nu, maar zoo is ze het niet altijd
geweest; zelfs heeft men blijkbaar weinig
in die richting gedacht, toen in het jaar
1874 een aantal katholieke mannen te Am
sterdam zich vereenigden om het Liefde
werk „Oud Papier" voor Nederland te stich
ten. In 1874 bestond oen dergelijk liefde
werk reeds in Frankrijk, België, Zwitser
land, Italië, Beieren, Spanje en zelfs in
Amerika.
Dan gaat spr. na wat door bet liefdewerk
in al die jaren is gedaan.
In 190S werden niet minder dan 36 af-
deelingen opgericht. Werd in 1908 660.000
kilo papier verzameld, in 1909 klom dit
getal tot bijna 950.000 in 1910 tot 1.200.000,
in 1911 tot 1.500.000, in 1912 tot 1.900.000
en in 1913 tot ruim 2.100.000.
De liefdadige instellingen konden daar
door oolc ruimer, worden bedacht.
Aan werkloonen is in 1908 f 8000 uitbe
taald, in 1909 f 10.000, in 1910 f 13.000,
in 1911 f 17.000, in 1912 f 22.000 en in het
alge loop 011 jaar ruim f 28.000.
Hartelijk werd spr. toegejuicht, waarna
Mgr. Gallier, volgens de Msb. de volgende
toespraak' hield:
De beteekonis van mijn verschijnen in
deze feestelijke bijeenkomst, behoef ik niet
nader uiteen te zetten, na hetgeen de feest
redenaar daareven op zoo uitnemende wijze
heeft gezegd. Ik hen gekomen op de eerste
plaats om den goeden God dank te brengen
voor de vele weldaden, die de werkende
leden van liet Liefdewerk „Oud Papier" in
de afgeloopcn veertig jaren van Hem heb
ben mogen ontvangen.
Niet in het minst wil ik den goeden God
danken voor de gave van volharding, wel
ke de werkende leden steeds hebben ge
toond, klikwerf 'zelfs onder zeer moeilijke om
standigheden. Van die gave moeten wij' alles
hebben, want in alle leven en vooral in het
Christelijk leven, geldt de waarheid van het
spreekwoord: „Eind goed, al goed."
Doch oolc! moet ik dank zeggen voor de
vele offers, welke de werkende leden in de
algeloopen jaren steeds met zooveel bereid
willigheid hebben gebracht en zulks „pro
Deo", in den vollen zin dezer woorden, ge
heel voor God.
In het geheime gebed, dat ik dezen mor
gen onder het H. Misoffer bad, heb ik dan
ook bijzonderlijk ingesloten de vele en groo-
te offers, die door de werkende leden zijn
en nog; voortdurend worden gebracht om het
Liefdewerk te doen bloeien.
Over de beteekonis van mijn verschij
nen, moet ik u nog iets zeggen, hetgeen den
beschermheer van dit Liefdewerk. Zoodra ik
ongeroepen beschermheer dezer vereeniging
ben geworden, schijnt het wel, of ook de
hooge Beschermers in den Hemel op bijzon
dere wijze het Liefdewerk hebben gezegend.
De bloei begon met mijn optreden.
De feestredenaar twijfelde er in zijn rede
aan, of ook in andere landen dit Liefdewerk
zoo bloeide. Hoe dit zij, vast staat dat alleen
door de etage vasthoudendheid der Neder
landers 't hier tot zoo hoogen on grooten
bloei is gekomen.
Bij mijn bezoek aan de Graven der Apos
telen, mocht ik indertijd de feestgave der
liefde aan Z. H. den Paus overhandigen en
moest Hem toen over het werken der. ver
eeniging inlichten. De „Pater pauperum",
de Vader der Armen", was daarmede ten
zeerste ingenomen.
In andere landen is zeker het doel, het
steunen van den Paus, verloren gegaan, want
toen ik eenige jaren later opnieuw het voor
recht genoot door den H. Vader te worden
ontvangen, herinnerde hij zich aanstonds al
les omtrent ons Liefdewerk en voor mijne
oogen werd toen ook door Z. II. eigenhandig
het schrijven opgesteld, waai'in Hij het Lief
dewerk' zegende en aanmoedigde.
Ik ben gelukkig Beschermheer dezer Ver
eeniging te zijn, vooral daardoor, wijl haar
doel eigenlijk is, het opwekken der liefde
voor de Katholieken tot den H. Vader. Want
de kleine gave, welke uit het Liefdewerk
den Paus geschonken wordt, beteekent ten
slotte niet veel voor Hem, noch voor mij.
Doch do liefde, die eruit spreekt is van on
schatbare waarde. Want het werken der
Vereeniging herinnert bij voortduring aan
den Vader der katholieke wereld, die in
Italië leeft. Ik ben gelukkig, omdat dit
liefdewerk zoo bij uitstek geschikt is de zoo
noodzakelijke liefde voor den Paus op te
wekken en aan te vuren.
Vandaag hebben we gehoord het Evangelie
van den Goeden Herder, waarin de Zalig
maker niet alleen zich zeiven heeft getee-
kend, doch mede. heeft aangegeven, hoe de
herder», die in zijne plaats worden aange
steld over de kudde, zijn moeten voor Zijne
schapen. Dagelijks bewijst de Paus, hoe hij
in den volsten zin des woorda een goede
herder is voor zijne schapen. Doch de scha
pen hebben ook tot plicht zich door de stem
van dien Herder to laten leiden. Daarom
hooren zij te luisteren naar zijne stem en
hebben die te volgen. Toont uwe liefde tot
den Paus dan ook vóór alles door naar zijne
stem te luisteren. Dit is in onze dagen te
meer noodig wijl or zoovelen zijn waarvan
we helaas het tegenovergestelde moeten be
treuren. Ge weet allen wat de H. Vader
van u vraagt. Dat de katholieken met ver
eende krachten zullen arbeiden aan de groo-
te taak', welke do Katholieke kerk in deze
wereld te verrichten heeft. Dus lcatholiek-
vereenigd moeten we zijn aLs katholieken,
want anders kan van vereende krachten ab
soluut geen sprake zijn.
Een doel van het Liefdewerk' is ook ver
derfelijke lectuur, na haar opgespoord en
verdelgd te hebben, te gelde te maken en
er den H. Vader mede te steunen. Verderfe
lijke lectuur zal dan ook hopen we steeds
een belangrijk deel uitmaken van onzen
voorraad oud papier. Maar die verderfelijke
lectuur mag niet komen uit onze eigen huis
gezinnen. We moeten haar machtig worden,
maar moeten haar niet eerst tot de onze
hebben gemaakt. Verderfelijke lectuur moe
ten wij hebben om haar te vernietigen, doch
niet nadat er het gif reeds is uitgezogen.
Daarom moeten wo ieder in eigen omge
ving- met alle dienstbare middelen de vor-
derfelijke lectuur uitdringen uit de huisge
zinnen der Katholieken.
Daarmede zullen we het grootste bewijs
geven onzer liefde jegens den Paus, want
ook tegenover
den Paus geldt
„wie
Naar het Duitsch door
August Ewald König.
20
Daarop kan ik het getroost laten aanko-
®en» ,z01' Legrand spottend, maar gij be-
li oef t kalmte om mijnen voorslag to over we-
gen en die kalmte wil ik u tot morgen middag
verleenen.
Zonder verder antwoord af te wachten, ging
hij met snelle schreden heen. Delattre zond
hem een blik na vol doodelijken haat; vervol
gens schreed hij, alvorens tot zijne bruid te
rug te keeren, nog geruimen tijd op en neer
am de woede, die hem beheerschte. tot beda
ren te brengen.
HOOFDSTUK XII.
Indien Delattre vermeende, dat de vage
bond door Bertha en den assessor niet was
opgemerkt, dan had hij zich vergist en dit
Waa alleszins te verklaren door zijne opge
wondenheid, die hem verhinderde zijne omge-
Mng gade te slaan.
j Beiden vermoedden, waarom hij die wande-
;«ng wolde maken; zij zagen, dat hij dezelfde
frlohtmg volgde, dje Legrand had ingeslagen,
j Bertha wierp een onderzoekenden blik
stitieraad, waarmede zij in levendig gesprek
was.
Kent gij dien man? vroeg Hertha zacht
aan den assessor.
Neen, ik ken hem niet, zei Emile. De ver
moedens, dié hij evenwel koesterde, wilde liij
niet uitspreken; hij wist nu toch, hoe de dok
tersweduwe over zulke waarschuwingen oor
deelde en overtuigende bewijzen bezat hij niet.
Nu evenwel scheen ook Hertha zelf die ver
moedens te deelen. Eenige minuten lang bleef
zij in gedachten verzonken en terwijl hare
hand met het medaillon speelde, dat op hare
borst hing, zetelde wederom dezelfde bittere
smartelijke trek om haren mond. Het scheen
haar moeite te kosten tot het besluit te ko
men, waarover zij nadacht, maar eindelijk
sloeg zij bare groote, blauwe oogen tot Emile
op en weder trof hem dezelfde blik, die reeds
eenmaal hem tot zoo euvel opgenomen open
hartigheid had verleid.
Gij hebt gehoord, dat ik morgen voor de
laatste maal het museum mag bezoeken, sprak
zij zacht.
En zult ge u aan dien tirannieken eisch
onderwerpenvroeg* hij op een toon, die half
spijtig, half verwijtend klonk.
mij
liefheeft, onderhoude mijne geboden." Als
dit alles gebeurt, welk oen heerlijk feest
zullen we dan over tien jaren kunnen vie
ren. Dan zal het. Liefdewerk nog heerlijker
bloeien dan nu. En ieder van ons, die naar
de mate zijner krachten tot dit doel mede
werkt, zal, hetzij hier, hetzij hiernamaals,
zeker Gods' zegen deelachtig worden. (Da
verende toejuichingen)
Dr. Rademaker sprak vervolgens een kort
slotwoord.
Te 3 uur werd de algemeene vergadering
■gehouden. Het jaarverslag werd onder ap
plaus 'goedgekeurd, evenals de rekening en
verantwoording van den penningmeester.
De aftredende hoofdbestuursleden, de hee
ren mr. J. N. J. E- Heerkens Thijssen,
«r*»
B. J. Planken en Bern. Schaapveld, werden
herkozen.
Na de vergadering vereenigde men zich
aan een gemeenschappeiijken maaltijd.
De waarde van een stem. Te Bodegraven
heeft zich weer eens een geval voorgedaan,
waardoor bij verkiezingen de waarde van één
enkele stem uitkomt. Er moesten voor den
Gemeenteraad twee leden worden gekozen en
er waren 4 candidaten, waarbij 1 Katholiek.
Uitgebracht werden 655 geldige stemmen,
zoodat de meerderheid was 328. Dit cijfer werd
precies gehaald door den katholieken candi-
daat, die dus gekozen werd, terwijl tusschen de
drie overige herstemming moet plaats hebben,
daar twee hunner precies evenveel stemmen,
n.l. 228. Hier heeft dus weer 1 stem het gedaan.
VERGADERING R. K. POL. PROPAGAN-
DAOLUB OP VRIJDAG 24 APRIL j.l j
Na opening door den voorzitter, worden
de notulen gelezen en onveranderd goed
gekeurd. De voorzitter doet daarna mede
deeling van de ontslagname van een der
bestuursleden, alsmede van de benoeming
van den Alg. Secretaris.
De leider van district I geeft bier op eeni
ge cijfers met betrekking tot de gehouden
kiezerskweek, waaruit blijkt, dat de propa
gandisten hun werk goed en met succes
bobben gedaan.
Het woord was daarna aan Mr. J. B.
Bomans, den spreker van dezen avond, die
zou behandelen: „Waarom rechts?"
In zijne inleiding zogt spr. dat deze stof
op tweeërlei wijze te behandelen is en wel
positief en negatief.
Het positieve antwoord putten we uit onze
beginselen, doch om dit antwoord te be
handelen zijn meerdere avonden noodig, ter
wijl deze toch in groote lijnen aan de pro
pagandisten voldoende bekend zijn.
Het negatieve antwoordt luidtRechts, om
dat we niet links willen zijn, omdat we
zijn in staat van oppositie; het is billijk,
omdat wij na den strijd in 1913 liet linksche
ministerie niet kunnen steunen, niet kun
nen tolereeren.
Verleden jaar zijn we verslagen en wc
worden geregeerd door hen, die ons niet
overwonnen. Noch soc.-democratie, noch Con
centratie, noch beiden vereend, noch elk
afzonderlijk regeert,doch op de ministers-
zetels troont een extra-parlementair minis
terie, dat zich van het begin af links beeft
geschaard.
Spr. toont, dat we niet links kunnen zijn
(daarom dus rechts), omdat de regeering
is: gevaarlijk', onoprecht, gevolg van een
misgeboorte, funest in do gevolgen, niet in
's lands belang, walgelijk.
Het zou het verslag te uitgebreid maken,
indien we spr. op den voet wilden volgen.
Het zij voldoende te constateeren, dat spr.
op glasheldere en voor een ieder begrijpe
lijke wijze aantoonde, dat zijn oordeel over
do huidige regeering juist is. We willen hier
en daar een greep doen.
Ter staving dan van hetgeen hij had voor
opgesteld, liet spr. eenige malen de minis
ters de revue passeeren, hunne houding' vóór
de Juni-verkiezingen en daarna, het optre
den der linksche partijen tegenover de vo
rige ministers en tegenover het thans re-
geerende ministerie, enz.
We' zagen daar, hoe het mogelijk is, dat
een minister Wcntholt viol, toen hij de bouw
voorstelde van een" schip van 7009 ton, hoe
daartegen eene oppositie was zonder eind.
Ach, Nederland kon toch niets beginnen,
ais een grootero huur het aanpakte. Waar
voor dan het geld voor die schepen weg
gooien?
Min. Rambonnet komt hij heeft sche
pen noodig, Dreadnoughts. Het beste zou
zijn schepen van 23000 ton, maar deze
Minister is bezadigd, weet te schipperen
hij zal voorloopig voorstellen schepen van
15.000 ton. Weg is alle oppositie. De sche
pen zullen er komen, hij valt niet.
Nooit was er gr00ter en principieeler te
genstander van staatspensioen, dan minister
Treuh hij trad er zelfs voor uit zijne
partij. Min. Talma had onder zijne bestrij
ders inzake de Pensioenwet géén vuriger
dan hij. Hij komt op het groene kunnen
en zijn voorstellen komen. Én wat blijkt?
Zij zijn een samenvoeging' van Min. Talma's
wet plus staatspensioen hoe consequent!
En de bedeelden, zij, die het hardst een
pensioen noodig hebben, zij krijgen niets,
worden meedoogenloos uitgeschakeld.
Min. Pleyte's optreden in Amsterdam voor
de Juni-verkiezingen 1913 is voldoende be
kend. Wat de leiding en regeering van In-
dië betrof, niets deugde. En nu? Min. Pley-
te is het roerend eens met den Gouverneur-
Generaal; hij ziet absoluut geen reden, om
hem niet op zijn verantwoordelijke post te
handhaven, er bestaat absoluut geen raee-
ningsverscliil. Diens optreden tegen de In
dische Partij keurt hij goed, hij gaat accoord
met liet stelling nemen tegen de Sarekat Is
lam, hij is zelfs een voorstander van de
gevoerde kerstenings-politiek 1
Min. Bertling, de man uit de school Pa-
tij n, zou ons „nieuwe" belastingen brengen.
Tariefverhooging (waardoor het buitenland
zou helpen, de lasteii te dragen, waar het
hier zooveel voordeel behaalt), 0 neen! Wc
krijgen (iets nieuws?) verhooging van de
opcenten op de directe belasting enals
deze niet genoeg opleveren, belasting op
bier, tabak (het volk wordt de dupe); dan is
er nog liet suikerpotje en als alles nog niet
nelpt, dan geen tarief verhooging, wel neen,
maar een fiscale verscherping verhooging
van het tarief; dus tocli het tarief!?
Min. Lely, de man van de Haagsche (Sche-
cningsche) visschershaven waarvan de
yoordeelen niet opwegen tegen de kosten
de man van de Yelserpont, hij zal toonen'
dat Nederland nog iets groots kan doen!
De Zuiderzee zal men gaan dempen. Er is
nog wel overvloed van land zonder wa
ter, waar ontginning en bewerking mogelijk
is, maar toch onze voorouders ontwor
stelden zooveel land aan het water, wij kun
nen dat ook nog wij gaan dempen en
droogmaken, met heel veel kosten en wei
nig kans op voordeelen en veel kans op
fiasco.
Ons belastinggeld kan natuurlijk niet be
ter besteed zijn; als er niet genoeg is, dan
legt men er eenvoudig nog eens 10 of 20
opcenten bovenop.
Met de benoemingen gaat het alreeds, zoo
als het onder een fatsoenlijk iinksch minis
terie behoort to gaan. Geen partijdigheid,
alleen intellect. Bekwame menscken kun
nen alleen bij hen, onder hen en door hen
gevonden worden.
I11 Zaandam is er een socialistische meer
derheid, al is het dan ook de kleinst moge
lijke en jmin. O. v. d. Linden benoemt vanzelf
een socialist tot burgemeester.
Een socialist burgervader, terwijl hij een
vijand der burgers is, dienaar der Koningin
en tocli koningshater, afbreker van Prins
Hendrik, dienaar van Diens Gemalin, tegen
het gezag, nu aan liet hoofd van het gezag,
tegen politie doch chef der politie, vervloe-
kcr en omwcntelaar der bestaande toestan
den en ambthalve dezer verdediger, klasse
man, staande boven de partijen.
Zijn er geen gemeenten met rechtsclie
meerderheid? Hebben alle deze rechtsclieu
tót bestuurders?
Min. Colijn's richting was absoluut ver
keerd. Min. Bosboom volgt dezelfde rich
ting, die nu niets verkeerds meer bevat.
In een schitterende peroratie wekt de spr,
de propagandisten op, stelling te nemen te
gen links, propaganda te maken voor het
reclitsche. goede beginsel, om zoo tot over
winning te komen.
Een hartelijk, langdurig applaus loonde
spreker voor zijne prachtrede, welk ap
plaus zich nog eens herhaalde na het dank'
woord van den voorzitter.
_De hierop volgende rondvraag loverde
niets op, waarna de voorzitter de vergade
ring met gebed sloot.
De afwezigen hadden ongelijk. Waarom
blijven er tocli telkens nog loden we-g. De
onderwerpen, die behandeld worden en voor
de spreker verdienen beter.
Z. D. II. de Bisschop van 's-Bosch heeft
aan den Weleer w. heer H. J. H. J. Bold us,
eervol ontslag verleend als pastoor te Duizel;
en heeft benoemd tot pastoor te St. Hubert:
den Weleer\v. heer A. A. Jacobs; tot pastoor
te Duizel: den Weleerw. heer H. Gijsels;
tot Vicarius te St. Anthonis; den Weleerw.
heer J. H. P. van Ensohofc; tot kapelaan te
Hatert, (St.. Anna): den Weleerw. heer M. A.
Jansen; tot kapelaan te Tilburg (Hasselt): den
Weleerw. heer P. L. L'. Verkuyl; tot kape
laan te Bladel: den Weleerw. heer L. J.
van Vroonhoven, die assistent was te St.
Hubert; 011 tot kapelaan te Zeeland: den Eerw.
heer J. Th. van der Weerden, priester van
het Seminarie.
o
trof hem opnieuw die blik dien hij niet ver-[wensehte ik de uitbarsting van openlijke vij-
mocht te weerstaan. andschap te voorkomen.
vermoed den mhoud van uw onder- J Zonder bedenken zal ik die uitbarsting in
houd. Twijfel en vermoedens, die ik niet meer het leven roepen, als ik u daardoor van een
onderdrukken kan, beangsten mij. Ik moet ongeluk kan terughonden,
volle zekerheid hebben, onverschillig hoe ook Neen, neen, dat moogt ge niet! sprak zij
de uitslag moge zijn- Begrijpt gij mij? I bezorgd.
Volkomen! knikte liij. Leon Delattre is een lafaard, antwoordde
bi.i schouderophalend
Kunt gij mij die zekerheid verschaffen?
Ik hoop liet, maar weet nog niet beslist
of ik de bewijzen zal vinden, die ik zoek. Wilt
gij mij gelooven, als ik 11 de verzekering geef,
dat ik ze slechts uwentwege tracht op te spo
ren.
Zeker.
Op dit oogen blik kan ik uwen wensch
niet vervullen, ging hij voort, terwijl hij haar
met een waarschuwenden blik op de beide
oudjes opmerkzaam maakte; Mevrouw, uw
mama
Ik verwacht u morgen ochtend, viel zij
hem snel in de rede en de lichte trilling in ha
re stem verried eene innerlijke, ontroering.
Zult ge komen? E11 wilt ge 't mij verge
ven, dat ik den raad eens vriends heb afge
wezen
Denk er niet meer aan, verzocht hij;
Geloof dat niet, heer assessor; ge kent
hem nog niet in zijn wilde drift,
of ik ze liet volgende jaar nog wel weer be
leven zal.
Mijnheer de justitieraad! Ik begin nu aan
de voortreffelijkheid van nwen maag te twij
felen, sprak Emile schertsend, zonder van
Delattre notitie te nemen, die zich aan de
zijde zijner bruid nederzette. Hoe komt gij nu
in s "hemelsnaam aan deze sombere gedach
ten?
Nu, nu, vriendlief, men wordt met iede-
ren dag een dagje ouder.
Een driftkop is zelden moedig. Wie slechts Dat lot deelen we allen
Ik weet het nog niet, ging zij voort; ik ^c..^erl (tl6t'..diie "Jti?11'8 heb te vragen.
Gij hebt mijnen raad niet gevraagd en ik ben
zal het wel moeten om wille van den vréde,
wat hebt ge vanmiddag aan mama mede te
deelen gehad?
-- Ik heb haar beloofd bet voor ieder te ver
zwijgen.
Ah' g® mijn vriend wilt blijven, zooals
!J»are moeder' °P 8'ij mij 1,6loo[(let> dan heb ik ook bet réc-ht mij
iWft O-Mom. 'i„, wijdde evenwel niet. tot al die anderen te rekenen, zeide zij
g opmerkzaamheid aan den in- -en van onder har». half geloken wimpers
niet gerechtigd u dien op te dringen.
Toen wist ik ook nog niet maar laten
we. er niet meer over spreken; ik verwacht
u morgen: misschien is het wel voor de laat
ste maal. Zoudt ge hem bij mü zien, spreek
mij dan niet aan; gij hebt geen denkbeeld van
zijnen toorn.
Bah! Meent gij, dat ik hem vreest
Neen, ik ken uwen moed on ju iet daarom
den moed lieeft den vijand uit een hinderlaag
te overvallen, dien kan men gerust het hoofd
bieden.
Ge kunt gelijk hebben, sprak Hertha pein
zende; maar ik wil niet, dat de proef genomen
wordt. Beloof me dat, als gij een zorg van mij
afnemen wilt, die mij zwaar ter neer drukt.
Verraad door woord noch blik welke afspraak
wij gemaakt hebben, en wanneer ge hem mor
gen in het Mauritshuis zoudt zien, ga dan
voorhij zonder mij aan te spieken. Er moeten
overwegende redenen voor hem zijn, die hem
tot deize wandeling noopten.
Hij weet toch, dat ge onder de hoede van
mevrouw uw mama zijt., sprak Emile spot
tend.
Stil, jk zie hem, fluisterde zij; hij komt
naar hier terug. Ga nu spoedig heen. Zijn
voorhoofd is bewolkt, zijn blik duister en
dreigend. Hoe lang denkt u nog hier te blij
ven? wendde zij zich met opgewekten toon
tot den justitieraad,
Nog slechts enkele dagen, geëerde juf
frouw, antwoordde de oude heer mei een spij
tig schouderophalen. De schoon» dagen van
Aranjuez zijn voer mij weer voorbij; wie weet
Ongetwijfeld, maar men denkt er niet
aan tot men voelt, dat het bergaf gaat.
Do luide toon, waarop Delattre zich met
zijne bruid onderhield, liet duidelijk bi Liken,
dal hij in hoogen graad was opgewonden.
Emile gaf den justitieraad een wenk, dien
deze dadelijk begreep.
De beide heeren stonden op en namen af
scheid tot grooten «6pijt der weduwe, die zich
met den ouden heer gaarne nog langer bad
onderhouden en de kekelige opmerkingen
vreesde van Delattre, op welke zij zich nu
moest voorbereid houden.
De doktersweduwe is een buitengewone
vrouw, sprak de justitieraad, terwijl bij met
zijn jongen vriend arm in arm heenging,
maar in hare behagelijke rust'wil zij niet ge
stoord zijn. Geef je geen verdere moeite, beste
jongen. Delattre haat u, uwe verdere be
moeiingen konden tot een hoogst onaange
naam einde leiden.
(Kordt verrolgu.j;