GBLAD voor MOORD- én ZUID-HOLLAND,
iP. tv. S~iveel?uj/sejt
i3 arteJjorlssrr 27.
FeJef.ma
De Toetssteen getoetst.
STADSNIEUWS.
ifiiisie^fauiswest Ü9-3I-33, Haapflem
EERSTE BLAD.
¥RIJCAS 8 MEI 1384
19ste Jaargang B3o. 843/
Supeanx van nèdaolië èn Administratie
Intercommunaal Telefoonnummer i4£6<
Dit nummer
twree bladen»
bestaat uit
4< Katwijk—Leiderdorp.
•r* Schitterend resultaat!
Bezoek van H.M. de Koningin en
Z. K. H. Prins Hendrik aan Haarlem.
Haarlemsche Alledagjes No. 1325.
H. F. A.
EEN SNUIFJE VOOR DEN HEER FRANS
NETSCHER.
MUZIEK
ABONNEMBNISPSIJS»;
1 Por 8 maanden voor Haarlem "1-85
I Voor de plaatsen, waar een agent 3s gevestigd (kom eer gem,) 1.35
1 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.80
j Afzonderlijke nummers -
PRIJS DER ADVERTENTIëNt
Van 6 regels 60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer 10 et.
Bniten Haarlem en de Agentschappen 15 ct. per regeh Bnitenl. 20 et.
Dienstaanbiedingen 25 ct. (6 regels), driemaal voor 50 ct. (A contant).
'Alle betalende abonné's op dit blad, die ill tiet bezit eener verzekeringspolis ztin, ztin volgens do bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor:
GULDEN bij-
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
GULDEN bij
overlijden.
GULDEN bij
verlies van eett
hand of voet.
GULDEN bij
verlies van
'één oog.
GULDEN hij
verlies van
één duim.
GULDEN bij
verlies van
één
wijsvinger.
GULDEN bij
verlies van
één anderen
vinger.
De nitkeei'ïng dezer bedragen wordt gegarandeerd door de MAATSCHAPPIJ „HOLIiANDSCHE ALGEMEENE VERZEKERINGSBANK'' te Schiedam.
AGENDA. 9 Hol.
Gebouw Sint Bavo 8 nur
Hulpspaarbank Schoterkwartier. Half 9
spaarkas St. Nicolaas (winterprovisie).
Spaarbank. Steuncomité. Inschrijving Coöp.
oakkerij.
'i e y l e r Museum Tentoonstelling van
tcekeningen, behoorende tot de kunstverzame
ling van Te.vler's museum, portretten, portret-
scheisen en figuurstudies.
Algemeen is de hoop, dat de kwestie die
door het aftreden van den Iheer Wassenaer
an Catwijck is ontstaan, zal in orde komen.
De katholieke bladen, de „Standaard", de
„Nederlander", allen raden bezadigde over-
veging en kalmte aan.
Voortreffelijk.
Maar nu zet men, vóór de besprekingen neg
goed en wel zijn aangevangen (de mannen in
het district zullen toch wel deze candida-
mur moeten en mogen stellen?) van Christe-
tijk-H'istorische zijde al als een uitgemaakte
zaak voorop, dat Dr. de Visser de candidaat
moet zijn.
Eu van antirevolutionaire zijde wordt Tal-
na vooruitgebracht.
Terwijl sommige katholieke bladen waar
schuwen: géén Katholiek, hoor!
Wij zouden zoo zeggen, dat al dit couranten
geschrijf erger dan voorbarig, gevaarlijk
en scheuringbrengend moet heeten.
Immers: de gemoederen worden erdoor op
gezet en verhit.
Wat onze katholieke voormannen in het
listrict aangaat: zij staan er op, zélf met de
andere partijen deze zaak op to lossen. Niet
in den Haag of Utrecht moet de candidaat
gesteld, maar in het district-zelf, en dat recht
laat men zieli niet ontnemen, al zal natuur
lijk raad en voorlichting elders zoeken.
Eu daarom is het óók verkeerd, dat in som
mige katholieke bladen nu al met hooghartige
uegeei'ing van de mannen uit het district-
zelf wordt gedecreteerd, dat „de aangewezen
weg" is liét overnemen van een christelijk-
histovischen candidaat.
't Kan best wezen dat lret gebeurt, dat men
aan katholieke zijde inziet dat het niet anders
kan.
Maar men late de beslissing toch over aan
ie menseden uit het district, en bederve
den toestand niet door allerlei ongevraagd en
aadl
Dezer dagen stond er in dit blad een
kon berichtje, dat evenwel in zijn weinige
woorden zeer veel zegt en leest.
Wé bedoelen het bericht onder Beverwijk
lat liit jaar alle twaalf candidaten van de
Bisschoppelijke Kweekschool aldaar, die
deelnamen aan het examen voor de hulp
akte, geslaagd zijn.
Allé twaalf!
Met recht mogen wij dit een „schitterend
resultaat" noemen.
Van do zeven candidaten, die op één der
dap en van de vorige week examen deden,
slaagden er drie, en die drie.... waren juist
allo drie van Beverwijk!
't Is oen gelukwensch meer dan waaijd,
dit succes der Bisschoppelijke Kweek*
school, vooral wanneer men daarbij bedenkt,
hoe ieder jaar bijna een dergelijk gunstig
resultaat wordt bereikt.
Zalmen, met dergelijke sprekende feiten
en cijfers voor oogen, aan den anderen kant
nog durven beweren en volhouden, dat die
Katholieken toch zoo dom z(jn?....
Laat ze maar praten!
Wij hebben de feiten mót ons, als onaan
vechtbare bewijzen der schitterende resul
taten van ons degelijk Roomsch onderwijs 1
H.
Dai het niet zoo heelemaal rust is in de
Koonische gelederen, betcekent ons de „Tiid"-
redacteur vrij duidelijk in zijn eerste arti
kel waar hij zegt, dat „overijveraars" met
„onbarmhartigheid" te werk gaan om de
onvol maaktheden der goede ttouw en zélfs
de volmaaktheden van
Want Wat hij 'daar neerschrijft kan gezegd
worden zoowel van enkele voorstanders als
ook Van enkele tegenstanders van het in
tegrale Katholicisme. Nu 'is het uit den ge-
heelen samenhang duidelijk, dat de redaoteiur
geen kwaad wil spreken van de „Tijd"-rich-
tiing, dus met dezen zin alleen de integralen
wil treffen.
Maar dan merken we onmiddellijk op, dat
hier 'de fouten van enkelen aan allen
worden toegeschreven en met die „overij
veraars" riïet enkele personen, maar de r i c ti
ling zelve der integralen moot getroffen
Worden.
Of durft de schrijver de beschuldiging aan,
dat alle integralen „overijveraars" zijn; dat
zij allen met „onbarmhartigheid" te werk
gaan; dat zij allen 'n vagevuur opstok'en,
waar de „onvolmaaktheden der goede trouw."
en „zelfs de volmaaktheden van een oprecht
Katholicisme" (wat klinkt dit hoogst onschul
dig!!) worden gesleept in „hun persoonlijke
inquisiteurs-vlammen"
We kunnen het niet denken J
Maar waarom dan afkeurenswaardigheden,
die aan beide zijden te vinden zijn, uitge
speeld alleen tegen de integralen?
Natuurlijk alleen om de integrale richting
te treffen. Die dingen worden voorgesteld als
inhaerent aan de richting zelve; ja als
de richting 'zelve.
Nadat dan m'et deze woorden de richting
der integralen is gedoodverfd, schrijft de
schrijver 'n paar zinnen verder aldus:
„AI staan wij eerst b ij1 het begin der
noodzakelijke hergeboorte, aaln
Christus' Stedehouder zij' dank, dat het katho
lieke leven reeds voor een deel werd
gezuiverd en dat het zoo beginselvast
verschijnt, als het op dit oogenblik de "harten
aller weidenkenden verheugen mag."
We hebben hier enkele woorden onder
streept.
De schrijver zegt dus:
1) dat we eerst bij het begin der noodzake
lijke wedergeboorte staan;
2) dat het katholieke leven sleohts voor
een deel nog maar gezuiverd is;
3) dat dit gezuiverd Katholieke leven, dank
zij' den Paus, zoo beginselvast verschijnt;
4) dat alle weidenkenden zich hierover ver
heugen.
Als de schrijver nu weet, dat het 't eerlijke
streven is der integraal-katholieken, om on
der de leiding van en in stipte gehoorzaam
heid aan den Paus en de Bisschoppen mee te
ij veren aan die wedergeboorte, opdat het ka
tholieke leven, 't welk nog maar gedeeltelijk
gezuiverd is, geheel gezuiverd worde en
het in zijn geheel een beginselvaste ver
schijning verkrijge, dan begrijpen wij niet
goed, waarom da schrijver niet zoo „wel
denkend" wil zijn, om zich over een zoo
eerlijke richting te verheugen.
We kunnen ons ten minste moeilijk voor
stellen, dat de „Tijd"-redacteur als onver-
valschte strijders voor „een beginselvast ka
tholiek leven" zal willen aanwijzen de „over
ijveraars" voor de Christliche Gewerkjsehaf-
ben en het Duitsohe Centrum!
Maar men ziet al weer, hoe de eene zin te
gen den anderen botst en dit aan 't geheel
iets tweeslachtigs geeft.
En wilt ge zien, hoe de schrijver allerlei
verwarringen, waarop we'reeds wezen, door
mekaar haspelt, dan leze men den zin, welke
onmiddellijk volgt op zijn uiting van blijd
schap over de „beginselvaste" verschijning
van het katholieke leven, dat reeds voor een
deel gezuiverd .werd.
Hij schrijft: „Zulk een uitkomst is, in het
„groot bezien, stellig wat verdriet en wre-
„vel waard, den kwaadgezinden overkomen
„en zelfs eenigen goedgezinden niet gespaard,
„die mild mogen gestemd worden door de
„gedachte, dat het beter is onrechtvaardigheid
„te lijden, dan onrechtvaardigheid te doen."
Als we dezen onduidelijken zin goed be
grijpen, lezen Wij er wederom een afstraffend
woord aan het adres der „onrechtvaardig
heid"-plegende integralen; en daarbij de Ver-
eenzelving van enkelen met allen en met de
geheele richting, terwijl de z.g. anti-integralen
moeten figureeren als de „goedgezinden, die
onrechtvaardigheid hebben te lijden."
De tweeslachtigheid wordt voortgezet.
Nadat wij boven gezien hebben, dat er "vol
gens den schrijver eigenlijk geen diepere
strijd bestaat, wijl beide partijen „over en
weer" het ongerepte Katholicisme „willen die
nen", terwijl hij even. te voren zegt, dat
het Katholieke leven nog maar „voor een
deel gezuiverd is is er nu ineens sprake
van een „crisis".
Hij schrijft: „Men kent de pijnlijke gebeur
tenissen, die in verscheiden landen een
„c risis in het katholiek samen Te-
„v e n inleidden en nog steeds vergezellen."
't Ziet er dus in die „verschéiden landen"
niet zoo rooskleuring uit, wat betreft „het
Hij! vervolgt: „niet slechts Gcrmanië tot
„Hongarije toe, welks primaat nog zeer on
langs partij koog tegen het Katholicisme van
„de dubbele namen, ook Frankrijk houdt zich
„bezig, mét een min of meer geprikkelde
„beraadslaging over de kwestie, die ook in
„ons land al een stelligen weerklank deed
„hooren."
Dit alles n,u veronderstelt toch een strijd,
die dieper dingen makt dan een woord.
Doch de „Tijd"-redacteur doezelt den die
péren strijd weer gauw weg door Mgr.
Czeriioch partij te doen kiezen tegen het
integraal-Katholiciisme, terwijl hij even later
aan tien voet der bladzijde vermeldt: „waar
dig verdedigde Mgr. Sévin het ongerepte (in
tegraal) Katholicisme tegen zijn aanvallers",
tevens vermeldend, dat deze beide bisschop
pen in het a.s. Consistorie tot het Kardinalaat
verheven wórden.
Zooals bekönd is, gaf Mgr. Czernoch zijn
meening in een gelegenheidstoespraak op een
openbare vergadering. Deze redevoering is
in de petrs reeds voldoende belicht, zoodat
het niet meer noodig is er veel over te zeggen.
Dat het par tij-kiezen van dezen p relaat te
gen den naam niet zooveel be teekent, blijkt
wel hieruit, dat hij zelf den naam gebruikte,
zeggende„de werkelijk integraal-Ka
tholieken zijn de wakkere voormannen
en onvermoeibare arbeiders, die" enz.
[Tot nu toe hebben we alleen nog maar het
eeïste artikel van „De Tijd" doorioopen.
In het tweede artikel komt de schrijver
met kracht op tegen het gebruik van het
woord „integraal-Katholiek".
We zullen dit artikel niet volgen, hoeveel
e» ook tegenover valt te zeggen.
We willen den schrijver alleen opmerken,
dab het woord „integraal" niet bedoelt iets
toe te voegien aan Christus' leer objectief
genomen. Objectief genomen is het dus waar,
dat wie Katholiek is (dus een belijder van
de Katholieke leer in heel haar omvang en
met heel haaii inhoud) ook zuiver Katholiek
ia, en niet noodig heeft „integraal-katholiek"
genoemd ,te worden.
Maar nu is het toch een onloochenbaar
feit, tiat velen, die Katholiek heeten, het
Katholiek geloof niet in z'n ganschen om
vang en met heel z'n inhoud willen belijden
en (handhaven, en dus niet Katholiek zijn
geheel en al.
.Velen, die den naam van Katholieken dra
gen, zijn aangetast door „dia laffe begeerten
naair verzoening met den tijdgeest en door
de buitensporigheden van een verfijnd so-
phistische rede," en daarom klinkt over de
wereld de oproep: „Mannen broeders, laten
wij ons Roomscti-Katholiek geloof inte
graal of te wel ongerept belijden en hand
haven; laten Wij integraal-KatKholieken zijn!
Tegenover alles nu, wat de „Tijd"-redac-
teur, bij elkaar zoekt om te pleiten tegen
het gebruik van het woord „integraal-Katho
liek" 't geen wij breedvoerig zouden kun
nen, maar niet zullen bestrijden halen
we hiér het woord aan van den Aartsbisschop
van Lyon, Mgr. Sévin, die in een herderlijken
brief aan zijn geestelijkheid, er over klaagt,
dat „in sommige kringen de denkwijze zoo
zeer vervalscht is, dat de intégriteit van
liet geloof wordt aangezien als zonde of zwak
heid, en dat de naam integraal gebruikt
wordt als een beleediging voor hen, die alles
willen aannemen, wat de hiërarchie leert en
in den zin zooals de hiërarchie wil."
En ook dit woord van Z. D. H. Mgr.1
iVolpi, bisschop van Arezzo.
In een herderlijken brief bespreekt deze bis
schop juist het woord „integraal-Katho-
li ek," „welk woord aldus de bisschop
door velen in onze dagen bestreden wordt,
alsof er door dat woord verdeeldheid wordt
uitgestrooid in het katholieke kamp."
„Er is echter geen toevoegsel,
geen woord, dat geschikter is om
inonzedagen depliehtmatigehou-
dingaan te duiden vaneen Katho
liek van de daad."
Met dit bisschoppelijk woord kunnen zij, die
in alles en onder ieder opzicht met den Paus
willen zijn, tevreden zijn.
In een slotartikel bespreken we nu nog,
wat de „Tijd"-redacteur aanziet als „den
eigenlijken toetssteen, om iemands Katholi
cisme te onderscheiden."
P. van DORP Pr.
Amsterdam, 5 Mei 1914,
officieel niets bekend geworden.
De Directie houdt zich van den domme.
Met het bestuur der organisatie wenseht
de Directie niet te onderhandelen. en om
„krantengeschrijf" bekommert zij zich niet(?),
zoo heet het.
Is dit laatste wel juist, vragen wij? Onze
betrouwbare voorlichter, die „zoo noodig ver
volgen wilde", zal binnenkort hierop wel een
antwoord geven, denken we.
H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hen
drik der Nederlanden komen Dinsdag a.s. een
n i e t-officieel bezoek brengen aan het Frans
Halsmuseum en aan de Werf Conrad.
Bij den Commissaris der Koningin zal het
noenmaal gebruikt worden. Maandag zullen
nadere bijzonderheden hekend gemaakt wor
den.
EXAMEN LAGER ONDERWIJS.
Gisteren werden geëxamineerd acht man
nelijke candidaten. Geslaagd zijn de heeren:
J. Gorter, Hoorn; M. Groot te Zaandam; B.
de Haan te den Helder; M. B. Nieterink, J.
C. A. Oostdijk en J. J. Plemp, allen te Haar
lem.
DE SCHETSEN VAN DEN NIEUWEN
SCHOUWBURG.
De ontwerpen en schetsen van den nieuwen
schouwburg zullen behalve morgen van 92
BIJ DE E. S. M.
dig-melodieus is, maar een waarachtig artist
weet toch hoe hij de Beethovensche romantiek
ook hierin moet doen leven!
Mej. Betsy Pielage begeleidde de solisten zéér
volgzaam en met muzikalen smaak.
Na de pauze werd aan den heer Pielage door
het koor een prachtvol bloemstuk aangeboden.
De burgemeester woonde met mevrouw na de
pauze het concert bij.
Onder het opschrift „Een voorlichter dei
menschheid", lezen wij het volgende vermake
lijke stukje in De Maasbode over den befaaur
den wethouder van Velzen, onzen welbeken
den heer Frans Netscher:
„Wij behoeven hem niet aan onze lezers vooi
te stellen.
Hij is bekend als van Houten's cacao, Sun-
light-zeep en Hulstkamp's Oude.
Hij, Frans Netscher, litterator, man van '80,
uur in tiet" Stadhuis, ook Zondag van 10^1sportkampioen, journalist, politicus, oud-wethou-
uur te bezichtigen zijn in de bovenzaal van j der van Velzen, gestraald candidaat-kamerliö
voor Zaandam, en, als wijlen William Stead,
stichter van een Revue, waarin revue wordt ge
houden over alle mogelijke revue's die er maaf
uitkomen.
Van schrijver is Frans Netscher in de Hol-
landsche Revue een snijder geworden, niet altijd
in de beteekenis van een opsnijder, maar vai
een knipper.
Hij knipt zijn Revue bij elkaar.
Maar Frans Netscher is een werkzame geest,
hij vergenoegt zich niet alleen met maandelijks
een dikke Revue bijeen te knippen, hij schrijft
ook nog tal van provinciale bladen vol nte
waardevolle recensies over tooneel en boeken.
's Mans geestelijke productie is zoo groot
dat ons eens bij de gedachte aan dezen veel-
zijdigen producent het woord uit de pen is ge
vloeid van „litteraire duizendpoot".
Maar wat ons 't meest frappeert, is dat zijn
werk, ondanks de enorme productiviteit, steeds
den stempel draagt van weloverwogen en wel
bewuste wetenschap.
Wat Netscher ook schrijft, het is als een blad
van een opengeslagen encyclopedie, men word;
er volledig en correct door ingelicht.
Zoo schreef hij dezer dagen in de „Opr.
Haarlemmer" over Shaw's zonderlinge stuk
„Androcles en de Leeuw" en onmiddellijk wist
hij als inleiding tot deze beschouwing he*
volgende frappante stuk eruditie ten beste te
geven
„Daniël, die als Christen door de Romeinen
in den leeuwenkuil werd geworpen, om dezen
wilden dieren ten prooi te vallen, geschiedde
geen leed, omdat de leeuw in hem. zijn weldoe
ner herkende, die hem vroeger een splinter ui)
den gekwetsten poot had getrokken.
„Bernard Shaw heeft van dit gegeven nu een
fabelstuk gemaakt."
Wat zeggen onze lezers nu van deze aller
modernste exegese?
Moest Frans Netscher eigenlijk niet onder
de kerkvaders worden opgenomen; want nie
mand heeft ooit zooals hij in 'n paar simpele
woorden het Oude Testament zoo nauw met
het Christendom verbon den
Wij houden ons voor dergelijke meesterproe
ven in de toekomst aanbevolen.
Eerst „Daniël in den leeuwenkuil", straks
misschien „Jonas in den walvischzak"
Frans Netscher moet er zich uit de spelen
zijner kinderjaren nog wel iets van herinneren."
VERDWENEN.
Per stoomboot werd van bier naar Alfon
aan den Rijn een mand met 24 flesschen
whisky-soda verzonden. De zending is niet
aangekomen.
In ons blad van 15 April >j-l- kwam een
stuk voor, waarin op zéér bezadigde, maar
ook op volkomen gedocumenteerde wijze eeni-
ge critiek werd uitgeoefend op de directie
der E. S. M„ en naar aanleiding van het
m'sme in ht.f „o™ eöa ,°Prec^': Katholi- uieu zoo roosKieurmg
5fetorav]7mn^raT T Perso°nlijke j katholiek samenleven.
Hier schreef de sohrriverbeen 'dier zinnen dlt Van te.V01!e.a7^t: 10611 ve.°h-tj ongeluk te Sloterdijk «.enige opmerkingen
die uitmunten door ondui del iii-heiri t t f n-f wo°rd, zoo dat er een crisis werden gemaakt die inderdaad hout sneden,
waarover wij reeds klLgden in het L jl' wr 1veronderstelt een strijd over Over dit stuk, dat in de kringen de* tram-
tifcel aag ten in liet eerste ar-j groote beginselen. De schrijver spreekt dan wegmannen, bij de Directie der E. S M. en
ook van „pijnlijke gebeurtenissen." Ivele anderen uiterst druk is besproken, is
het Frans Halsmuseum.
„ONDER ONS".
Het feestconcert van „Onder Ons" (ter gele
genheid van het 12y2-jarig bestaan), had inder
daad een waardig karakter; alles heeft er toe
bijgedragen dit concert tot een zeer belangrijk
te maken, de samenstelling van het programma
zoowel als de uitvoering. En zoo was dit concert
ook méér dan een gewone gelegenheidsavond
er was van artisticiteit sprake en dit ondervinden
we bij koor-uitvoeringen niet te dikwijls. Er was
nu bij het koor niets van matheid te bemerken,
en ook was die schraalheid van toon er niet
meer, welke ons bij het vorige concert was opge
vallen; integendeel we hoorden weer die stra
lende klankrijkdom, die we van „Onder Ons"
immer gewend waren, en die mèt het welver
zorgde der voordracht de zang van dit koor
zoo aantrekkelijk maken. „Exaudi Deus" van
Balthasar Florence (het openingsnummer van
den avond) is een van die knap-gecomponeerde
werken, die ook om de zuivere harmonische
stemming het altijd waard zijn nauwkeurig
te worden bestudeerd. De voordracht van dit
werk, onder de zoo expressieve leiding van den
heer Henri Pielage, was gisteravond zóó muzi
kaal en op meerdere momenten zóó fijn, dat dit
ongetwijfeld het resultaat moet zijn van een heel
serieuze voorbereiding. Dan is het ook een genoe
gen, dat er naar den zang van „Onder Ons"
rustig te luisteren ismen behoeft niet beangst te
zijn voor zwakheden bij de afzonderlijke stem
men, die de harmoniek van het geheel geleidelijk
bederven. Al evenzeer van harte kunnen we onze
bewondering uitspreken over de uitvoering van
„In Speculo" van Ph. Loots. Als ge een voor
beeld wilt van artistiek-volkomene tekstuitbeel
ding, zie dan naar deze muziek van Loots bij dit
allerfijnste gedichtje van Guido Gezelle. Zulk
een poëzie-rijke vereeniging van gedicht en mu
ziek is een heerlijke uitzondering op de afschu
welijke massa Nederlandsche koormuziek, die we
nog maar al te veel moeten aanhooren. Na
tuurlijk verschillend van karakter, maar van
gelijke waarde zijn ook Loots' „Harpzangh" en
zijn „Lentedauw". De voordracht van Harp
zangh, die we nog hoorden, was ook weer heel
muzikaal verzorgd; het was een mooi-genuan-
ceerde polyphone zang, die tot aan het eind
boeiend was. De krachtig-optredende, uiterst-
muzikale dirigent Henri Pielage heeft vyeer alle
eer van zijn werk!
Mej. L. Roldanus (uit den Haag), was soliste.
Van haar hoorden we liederen van Peter Cor
nelius en Max Reger. Er was wel natuurlijke
muzikaliteit en emotie in haar zingen, maar over
't algemeen was de voordracht wat te naïef en
soms zwak-pathetisch. Aan de eigenlijke, diepere
poëzie van Reger's muziek bleef ze toch vreemd
en bovendien was de behandeling van maat en
rhythme in het mooie „Wenn die Linde blüht"
(Reger) véél te nonchalant. De zang van mej.
Roldanus zal zeker winnen wanneer ze wat min
der om de uiterlijkheid der voordracht en wat
meer om de diepere schoonheid der liederen
denkt.
Solist was ook de heer M. Wolters, violist
DIEFSTAL.
In het tijdsverloop van Augustus tot No*
vember 1913 heeft de loopknecht van een bo-
terhandelaar 110 verduisterd. Daarvan as
nu aangifte gedaan en tegen den loopkneotii
is proces-verbaal opgemaakt.
DE EENDJESPOORTSTRAAT.
Men schrijft ons: Een belangrijke verbeto*
ring is nu te bespeuren in de Eendjespoort*
straat. Was die straat eenigen tijd geledein
.tenminste hij regenachtig weder, zoo goec
(Amsterdam) die voor de pauze speelde eenalg oübegaanW door
lis aan wateratf
„Aria van J. Mattheson en de twee bekenc yoer en goede bestrating, nu is daar een einA
Romances (in F en G-dur) van Beethoven, i aan gemaakt. Van gemeentewege zijn flinkf
sentiment en ernstige toewijding speelde de riolen a l d en een lüeuwe bestratin*
heer Wolters; zijn loonvorming was zeer zmver Teyens er een niewe gasiantaam «O*
en ook mooi van klank. Maar zijn voordracht
was toch nogal oppervlakkig: de melodiek in.
Beethoven's Romances had toch meer mannelijk; MILITAIRE OEFENINGEN,
moeten zijn. Het is waar dat voor velen het1 Door het lie hat. werd gisterenavond on*
uiterlijk van deze twee stukken slechts eenvou- der bevel van den kapitein de Reede uiige-