GBLAD voor MOORD- én ZUID-HOLLAND, iP. tv. S~iveel?uj/sejt i3 arteJjorlssrr 27. FeJef.ma De Toetssteen getoetst. STADSNIEUWS. ifiiisie^fauiswest Ü9-3I-33, Haapflem EERSTE BLAD. ¥RIJCAS 8 MEI 1384 19ste Jaargang B3o. 843/ Supeanx van nèdaolië èn Administratie Intercommunaal Telefoonnummer i4£6< Dit nummer twree bladen» bestaat uit 4< Katwijk—Leiderdorp. •r* Schitterend resultaat! Bezoek van H.M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik aan Haarlem. Haarlemsche Alledagjes No. 1325. H. F. A. EEN SNUIFJE VOOR DEN HEER FRANS NETSCHER. MUZIEK ABONNEMBNISPSIJS»; 1 Por 8 maanden voor Haarlem "1-85 I Voor de plaatsen, waar een agent 3s gevestigd (kom eer gem,) 1.35 1 Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post 1.80 j Afzonderlijke nummers - PRIJS DER ADVERTENTIëNt Van 6 regels 60 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer 10 et. Bniten Haarlem en de Agentschappen 15 ct. per regeh Bnitenl. 20 et. Dienstaanbiedingen 25 ct. (6 regels), driemaal voor 50 ct. (A contant). 'Alle betalende abonné's op dit blad, die ill tiet bezit eener verzekeringspolis ztin, ztin volgens do bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor: GULDEN bij- levenslange onge schiktheid tot werken. GULDEN bij overlijden. GULDEN bij verlies van eett hand of voet. GULDEN bij verlies van 'één oog. GULDEN hij verlies van één duim. GULDEN bij verlies van één wijsvinger. GULDEN bij verlies van één anderen vinger. De nitkeei'ïng dezer bedragen wordt gegarandeerd door de MAATSCHAPPIJ „HOLIiANDSCHE ALGEMEENE VERZEKERINGSBANK'' te Schiedam. AGENDA. 9 Hol. Gebouw Sint Bavo 8 nur Hulpspaarbank Schoterkwartier. Half 9 spaarkas St. Nicolaas (winterprovisie). Spaarbank. Steuncomité. Inschrijving Coöp. oakkerij. 'i e y l e r Museum Tentoonstelling van tcekeningen, behoorende tot de kunstverzame ling van Te.vler's museum, portretten, portret- scheisen en figuurstudies. Algemeen is de hoop, dat de kwestie die door het aftreden van den Iheer Wassenaer an Catwijck is ontstaan, zal in orde komen. De katholieke bladen, de „Standaard", de „Nederlander", allen raden bezadigde over- veging en kalmte aan. Voortreffelijk. Maar nu zet men, vóór de besprekingen neg goed en wel zijn aangevangen (de mannen in het district zullen toch wel deze candida- mur moeten en mogen stellen?) van Christe- tijk-H'istorische zijde al als een uitgemaakte zaak voorop, dat Dr. de Visser de candidaat moet zijn. Eu van antirevolutionaire zijde wordt Tal- na vooruitgebracht. Terwijl sommige katholieke bladen waar schuwen: géén Katholiek, hoor! Wij zouden zoo zeggen, dat al dit couranten geschrijf erger dan voorbarig, gevaarlijk en scheuringbrengend moet heeten. Immers: de gemoederen worden erdoor op gezet en verhit. Wat onze katholieke voormannen in het listrict aangaat: zij staan er op, zélf met de andere partijen deze zaak op to lossen. Niet in den Haag of Utrecht moet de candidaat gesteld, maar in het district-zelf, en dat recht laat men zieli niet ontnemen, al zal natuur lijk raad en voorlichting elders zoeken. Eu daarom is het óók verkeerd, dat in som mige katholieke bladen nu al met hooghartige uegeei'ing van de mannen uit het district- zelf wordt gedecreteerd, dat „de aangewezen weg" is liét overnemen van een christelijk- histovischen candidaat. 't Kan best wezen dat lret gebeurt, dat men aan katholieke zijde inziet dat het niet anders kan. Maar men late de beslissing toch over aan ie menseden uit het district, en bederve den toestand niet door allerlei ongevraagd en aadl Dezer dagen stond er in dit blad een kon berichtje, dat evenwel in zijn weinige woorden zeer veel zegt en leest. Wé bedoelen het bericht onder Beverwijk lat liit jaar alle twaalf candidaten van de Bisschoppelijke Kweekschool aldaar, die deelnamen aan het examen voor de hulp akte, geslaagd zijn. Allé twaalf! Met recht mogen wij dit een „schitterend resultaat" noemen. Van do zeven candidaten, die op één der dap en van de vorige week examen deden, slaagden er drie, en die drie.... waren juist allo drie van Beverwijk! 't Is oen gelukwensch meer dan waaijd, dit succes der Bisschoppelijke Kweek* school, vooral wanneer men daarbij bedenkt, hoe ieder jaar bijna een dergelijk gunstig resultaat wordt bereikt. Zalmen, met dergelijke sprekende feiten en cijfers voor oogen, aan den anderen kant nog durven beweren en volhouden, dat die Katholieken toch zoo dom z(jn?.... Laat ze maar praten! Wij hebben de feiten mót ons, als onaan vechtbare bewijzen der schitterende resul taten van ons degelijk Roomsch onderwijs 1 H. Dai het niet zoo heelemaal rust is in de Koonische gelederen, betcekent ons de „Tiid"- redacteur vrij duidelijk in zijn eerste arti kel waar hij zegt, dat „overijveraars" met „onbarmhartigheid" te werk gaan om de onvol maaktheden der goede ttouw en zélfs de volmaaktheden van Want Wat hij 'daar neerschrijft kan gezegd worden zoowel van enkele voorstanders als ook Van enkele tegenstanders van het in tegrale Katholicisme. Nu 'is het uit den ge- heelen samenhang duidelijk, dat de redaoteiur geen kwaad wil spreken van de „Tijd"-rich- tiing, dus met dezen zin alleen de integralen wil treffen. Maar dan merken we onmiddellijk op, dat hier 'de fouten van enkelen aan allen worden toegeschreven en met die „overij veraars" riïet enkele personen, maar de r i c ti ling zelve der integralen moot getroffen Worden. Of durft de schrijver de beschuldiging aan, dat alle integralen „overijveraars" zijn; dat zij allen met „onbarmhartigheid" te werk gaan; dat zij allen 'n vagevuur opstok'en, waar de „onvolmaaktheden der goede trouw." en „zelfs de volmaaktheden van een oprecht Katholicisme" (wat klinkt dit hoogst onschul dig!!) worden gesleept in „hun persoonlijke inquisiteurs-vlammen" We kunnen het niet denken J Maar waarom dan afkeurenswaardigheden, die aan beide zijden te vinden zijn, uitge speeld alleen tegen de integralen? Natuurlijk alleen om de integrale richting te treffen. Die dingen worden voorgesteld als inhaerent aan de richting zelve; ja als de richting 'zelve. Nadat dan m'et deze woorden de richting der integralen is gedoodverfd, schrijft de schrijver 'n paar zinnen verder aldus: „AI staan wij eerst b ij1 het begin der noodzakelijke hergeboorte, aaln Christus' Stedehouder zij' dank, dat het katho lieke leven reeds voor een deel werd gezuiverd en dat het zoo beginselvast verschijnt, als het op dit oogenblik de "harten aller weidenkenden verheugen mag." We hebben hier enkele woorden onder streept. De schrijver zegt dus: 1) dat we eerst bij het begin der noodzake lijke wedergeboorte staan; 2) dat het katholieke leven sleohts voor een deel nog maar gezuiverd is; 3) dat dit gezuiverd Katholieke leven, dank zij' den Paus, zoo beginselvast verschijnt; 4) dat alle weidenkenden zich hierover ver heugen. Als de schrijver nu weet, dat het 't eerlijke streven is der integraal-katholieken, om on der de leiding van en in stipte gehoorzaam heid aan den Paus en de Bisschoppen mee te ij veren aan die wedergeboorte, opdat het ka tholieke leven, 't welk nog maar gedeeltelijk gezuiverd is, geheel gezuiverd worde en het in zijn geheel een beginselvaste ver schijning verkrijge, dan begrijpen wij niet goed, waarom da schrijver niet zoo „wel denkend" wil zijn, om zich over een zoo eerlijke richting te verheugen. We kunnen ons ten minste moeilijk voor stellen, dat de „Tijd"-redacteur als onver- valschte strijders voor „een beginselvast ka tholiek leven" zal willen aanwijzen de „over ijveraars" voor de Christliche Gewerkjsehaf- ben en het Duitsohe Centrum! Maar men ziet al weer, hoe de eene zin te gen den anderen botst en dit aan 't geheel iets tweeslachtigs geeft. En wilt ge zien, hoe de schrijver allerlei verwarringen, waarop we'reeds wezen, door mekaar haspelt, dan leze men den zin, welke onmiddellijk volgt op zijn uiting van blijd schap over de „beginselvaste" verschijning van het katholieke leven, dat reeds voor een deel gezuiverd .werd. Hij schrijft: „Zulk een uitkomst is, in het „groot bezien, stellig wat verdriet en wre- „vel waard, den kwaadgezinden overkomen „en zelfs eenigen goedgezinden niet gespaard, „die mild mogen gestemd worden door de „gedachte, dat het beter is onrechtvaardigheid „te lijden, dan onrechtvaardigheid te doen." Als we dezen onduidelijken zin goed be grijpen, lezen Wij er wederom een afstraffend woord aan het adres der „onrechtvaardig heid"-plegende integralen; en daarbij de Ver- eenzelving van enkelen met allen en met de geheele richting, terwijl de z.g. anti-integralen moeten figureeren als de „goedgezinden, die onrechtvaardigheid hebben te lijden." De tweeslachtigheid wordt voortgezet. Nadat wij boven gezien hebben, dat er "vol gens den schrijver eigenlijk geen diepere strijd bestaat, wijl beide partijen „over en weer" het ongerepte Katholicisme „willen die nen", terwijl hij even. te voren zegt, dat het Katholieke leven nog maar „voor een deel gezuiverd is is er nu ineens sprake van een „crisis". Hij schrijft: „Men kent de pijnlijke gebeur tenissen, die in verscheiden landen een „c risis in het katholiek samen Te- „v e n inleidden en nog steeds vergezellen." 't Ziet er dus in die „verschéiden landen" niet zoo rooskleuring uit, wat betreft „het Hij! vervolgt: „niet slechts Gcrmanië tot „Hongarije toe, welks primaat nog zeer on langs partij koog tegen het Katholicisme van „de dubbele namen, ook Frankrijk houdt zich „bezig, mét een min of meer geprikkelde „beraadslaging over de kwestie, die ook in „ons land al een stelligen weerklank deed „hooren." Dit alles n,u veronderstelt toch een strijd, die dieper dingen makt dan een woord. Doch de „Tijd"-redacteur doezelt den die péren strijd weer gauw weg door Mgr. Czeriioch partij te doen kiezen tegen het integraal-Katholiciisme, terwijl hij even later aan tien voet der bladzijde vermeldt: „waar dig verdedigde Mgr. Sévin het ongerepte (in tegraal) Katholicisme tegen zijn aanvallers", tevens vermeldend, dat deze beide bisschop pen in het a.s. Consistorie tot het Kardinalaat verheven wórden. Zooals bekönd is, gaf Mgr. Czernoch zijn meening in een gelegenheidstoespraak op een openbare vergadering. Deze redevoering is in de petrs reeds voldoende belicht, zoodat het niet meer noodig is er veel over te zeggen. Dat het par tij-kiezen van dezen p relaat te gen den naam niet zooveel be teekent, blijkt wel hieruit, dat hij zelf den naam gebruikte, zeggende„de werkelijk integraal-Ka tholieken zijn de wakkere voormannen en onvermoeibare arbeiders, die" enz. [Tot nu toe hebben we alleen nog maar het eeïste artikel van „De Tijd" doorioopen. In het tweede artikel komt de schrijver met kracht op tegen het gebruik van het woord „integraal-Katholiek". We zullen dit artikel niet volgen, hoeveel e» ook tegenover valt te zeggen. We willen den schrijver alleen opmerken, dab het woord „integraal" niet bedoelt iets toe te voegien aan Christus' leer objectief genomen. Objectief genomen is het dus waar, dat wie Katholiek is (dus een belijder van de Katholieke leer in heel haar omvang en met heel haaii inhoud) ook zuiver Katholiek ia, en niet noodig heeft „integraal-katholiek" genoemd ,te worden. Maar nu is het toch een onloochenbaar feit, tiat velen, die Katholiek heeten, het Katholiek geloof niet in z'n ganschen om vang en met heel z'n inhoud willen belijden en (handhaven, en dus niet Katholiek zijn geheel en al. .Velen, die den naam van Katholieken dra gen, zijn aangetast door „dia laffe begeerten naair verzoening met den tijdgeest en door de buitensporigheden van een verfijnd so- phistische rede," en daarom klinkt over de wereld de oproep: „Mannen broeders, laten wij ons Roomscti-Katholiek geloof inte graal of te wel ongerept belijden en hand haven; laten Wij integraal-KatKholieken zijn! Tegenover alles nu, wat de „Tijd"-redac- teur, bij elkaar zoekt om te pleiten tegen het gebruik van het woord „integraal-Katho liek" 't geen wij breedvoerig zouden kun nen, maar niet zullen bestrijden halen we hiér het woord aan van den Aartsbisschop van Lyon, Mgr. Sévin, die in een herderlijken brief aan zijn geestelijkheid, er over klaagt, dat „in sommige kringen de denkwijze zoo zeer vervalscht is, dat de intégriteit van liet geloof wordt aangezien als zonde of zwak heid, en dat de naam integraal gebruikt wordt als een beleediging voor hen, die alles willen aannemen, wat de hiërarchie leert en in den zin zooals de hiërarchie wil." En ook dit woord van Z. D. H. Mgr.1 iVolpi, bisschop van Arezzo. In een herderlijken brief bespreekt deze bis schop juist het woord „integraal-Katho- li ek," „welk woord aldus de bisschop door velen in onze dagen bestreden wordt, alsof er door dat woord verdeeldheid wordt uitgestrooid in het katholieke kamp." „Er is echter geen toevoegsel, geen woord, dat geschikter is om inonzedagen depliehtmatigehou- dingaan te duiden vaneen Katho liek van de daad." Met dit bisschoppelijk woord kunnen zij, die in alles en onder ieder opzicht met den Paus willen zijn, tevreden zijn. In een slotartikel bespreken we nu nog, wat de „Tijd"-redacteur aanziet als „den eigenlijken toetssteen, om iemands Katholi cisme te onderscheiden." P. van DORP Pr. Amsterdam, 5 Mei 1914, officieel niets bekend geworden. De Directie houdt zich van den domme. Met het bestuur der organisatie wenseht de Directie niet te onderhandelen. en om „krantengeschrijf" bekommert zij zich niet(?), zoo heet het. Is dit laatste wel juist, vragen wij? Onze betrouwbare voorlichter, die „zoo noodig ver volgen wilde", zal binnenkort hierop wel een antwoord geven, denken we. H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hen drik der Nederlanden komen Dinsdag a.s. een n i e t-officieel bezoek brengen aan het Frans Halsmuseum en aan de Werf Conrad. Bij den Commissaris der Koningin zal het noenmaal gebruikt worden. Maandag zullen nadere bijzonderheden hekend gemaakt wor den. EXAMEN LAGER ONDERWIJS. Gisteren werden geëxamineerd acht man nelijke candidaten. Geslaagd zijn de heeren: J. Gorter, Hoorn; M. Groot te Zaandam; B. de Haan te den Helder; M. B. Nieterink, J. C. A. Oostdijk en J. J. Plemp, allen te Haar lem. DE SCHETSEN VAN DEN NIEUWEN SCHOUWBURG. De ontwerpen en schetsen van den nieuwen schouwburg zullen behalve morgen van 92 BIJ DE E. S. M. dig-melodieus is, maar een waarachtig artist weet toch hoe hij de Beethovensche romantiek ook hierin moet doen leven! Mej. Betsy Pielage begeleidde de solisten zéér volgzaam en met muzikalen smaak. Na de pauze werd aan den heer Pielage door het koor een prachtvol bloemstuk aangeboden. De burgemeester woonde met mevrouw na de pauze het concert bij. Onder het opschrift „Een voorlichter dei menschheid", lezen wij het volgende vermake lijke stukje in De Maasbode over den befaaur den wethouder van Velzen, onzen welbeken den heer Frans Netscher: „Wij behoeven hem niet aan onze lezers vooi te stellen. Hij is bekend als van Houten's cacao, Sun- light-zeep en Hulstkamp's Oude. Hij, Frans Netscher, litterator, man van '80, uur in tiet" Stadhuis, ook Zondag van 10^1sportkampioen, journalist, politicus, oud-wethou- uur te bezichtigen zijn in de bovenzaal van j der van Velzen, gestraald candidaat-kamerliö voor Zaandam, en, als wijlen William Stead, stichter van een Revue, waarin revue wordt ge houden over alle mogelijke revue's die er maaf uitkomen. Van schrijver is Frans Netscher in de Hol- landsche Revue een snijder geworden, niet altijd in de beteekenis van een opsnijder, maar vai een knipper. Hij knipt zijn Revue bij elkaar. Maar Frans Netscher is een werkzame geest, hij vergenoegt zich niet alleen met maandelijks een dikke Revue bijeen te knippen, hij schrijft ook nog tal van provinciale bladen vol nte waardevolle recensies over tooneel en boeken. 's Mans geestelijke productie is zoo groot dat ons eens bij de gedachte aan dezen veel- zijdigen producent het woord uit de pen is ge vloeid van „litteraire duizendpoot". Maar wat ons 't meest frappeert, is dat zijn werk, ondanks de enorme productiviteit, steeds den stempel draagt van weloverwogen en wel bewuste wetenschap. Wat Netscher ook schrijft, het is als een blad van een opengeslagen encyclopedie, men word; er volledig en correct door ingelicht. Zoo schreef hij dezer dagen in de „Opr. Haarlemmer" over Shaw's zonderlinge stuk „Androcles en de Leeuw" en onmiddellijk wist hij als inleiding tot deze beschouwing he* volgende frappante stuk eruditie ten beste te geven „Daniël, die als Christen door de Romeinen in den leeuwenkuil werd geworpen, om dezen wilden dieren ten prooi te vallen, geschiedde geen leed, omdat de leeuw in hem. zijn weldoe ner herkende, die hem vroeger een splinter ui) den gekwetsten poot had getrokken. „Bernard Shaw heeft van dit gegeven nu een fabelstuk gemaakt." Wat zeggen onze lezers nu van deze aller modernste exegese? Moest Frans Netscher eigenlijk niet onder de kerkvaders worden opgenomen; want nie mand heeft ooit zooals hij in 'n paar simpele woorden het Oude Testament zoo nauw met het Christendom verbon den Wij houden ons voor dergelijke meesterproe ven in de toekomst aanbevolen. Eerst „Daniël in den leeuwenkuil", straks misschien „Jonas in den walvischzak" Frans Netscher moet er zich uit de spelen zijner kinderjaren nog wel iets van herinneren." VERDWENEN. Per stoomboot werd van bier naar Alfon aan den Rijn een mand met 24 flesschen whisky-soda verzonden. De zending is niet aangekomen. In ons blad van 15 April >j-l- kwam een stuk voor, waarin op zéér bezadigde, maar ook op volkomen gedocumenteerde wijze eeni- ge critiek werd uitgeoefend op de directie der E. S. M„ en naar aanleiding van het m'sme in ht.f „o™ eöa ,°Prec^': Katholi- uieu zoo roosKieurmg 5fetorav]7mn^raT T Perso°nlijke j katholiek samenleven. Hier schreef de sohrriverbeen 'dier zinnen dlt Van te.V01!e.a7^t: 10611 ve.°h-tj ongeluk te Sloterdijk «.enige opmerkingen die uitmunten door ondui del iii-heiri t t f n-f wo°rd, zoo dat er een crisis werden gemaakt die inderdaad hout sneden, waarover wij reeds klLgden in het L jl' wr 1veronderstelt een strijd over Over dit stuk, dat in de kringen de* tram- tifcel aag ten in liet eerste ar-j groote beginselen. De schrijver spreekt dan wegmannen, bij de Directie der E. S M. en ook van „pijnlijke gebeurtenissen." Ivele anderen uiterst druk is besproken, is het Frans Halsmuseum. „ONDER ONS". Het feestconcert van „Onder Ons" (ter gele genheid van het 12y2-jarig bestaan), had inder daad een waardig karakter; alles heeft er toe bijgedragen dit concert tot een zeer belangrijk te maken, de samenstelling van het programma zoowel als de uitvoering. En zoo was dit concert ook méér dan een gewone gelegenheidsavond er was van artisticiteit sprake en dit ondervinden we bij koor-uitvoeringen niet te dikwijls. Er was nu bij het koor niets van matheid te bemerken, en ook was die schraalheid van toon er niet meer, welke ons bij het vorige concert was opge vallen; integendeel we hoorden weer die stra lende klankrijkdom, die we van „Onder Ons" immer gewend waren, en die mèt het welver zorgde der voordracht de zang van dit koor zoo aantrekkelijk maken. „Exaudi Deus" van Balthasar Florence (het openingsnummer van den avond) is een van die knap-gecomponeerde werken, die ook om de zuivere harmonische stemming het altijd waard zijn nauwkeurig te worden bestudeerd. De voordracht van dit werk, onder de zoo expressieve leiding van den heer Henri Pielage, was gisteravond zóó muzi kaal en op meerdere momenten zóó fijn, dat dit ongetwijfeld het resultaat moet zijn van een heel serieuze voorbereiding. Dan is het ook een genoe gen, dat er naar den zang van „Onder Ons" rustig te luisteren ismen behoeft niet beangst te zijn voor zwakheden bij de afzonderlijke stem men, die de harmoniek van het geheel geleidelijk bederven. Al evenzeer van harte kunnen we onze bewondering uitspreken over de uitvoering van „In Speculo" van Ph. Loots. Als ge een voor beeld wilt van artistiek-volkomene tekstuitbeel ding, zie dan naar deze muziek van Loots bij dit allerfijnste gedichtje van Guido Gezelle. Zulk een poëzie-rijke vereeniging van gedicht en mu ziek is een heerlijke uitzondering op de afschu welijke massa Nederlandsche koormuziek, die we nog maar al te veel moeten aanhooren. Na tuurlijk verschillend van karakter, maar van gelijke waarde zijn ook Loots' „Harpzangh" en zijn „Lentedauw". De voordracht van Harp zangh, die we nog hoorden, was ook weer heel muzikaal verzorgd; het was een mooi-genuan- ceerde polyphone zang, die tot aan het eind boeiend was. De krachtig-optredende, uiterst- muzikale dirigent Henri Pielage heeft vyeer alle eer van zijn werk! Mej. L. Roldanus (uit den Haag), was soliste. Van haar hoorden we liederen van Peter Cor nelius en Max Reger. Er was wel natuurlijke muzikaliteit en emotie in haar zingen, maar over 't algemeen was de voordracht wat te naïef en soms zwak-pathetisch. Aan de eigenlijke, diepere poëzie van Reger's muziek bleef ze toch vreemd en bovendien was de behandeling van maat en rhythme in het mooie „Wenn die Linde blüht" (Reger) véél te nonchalant. De zang van mej. Roldanus zal zeker winnen wanneer ze wat min der om de uiterlijkheid der voordracht en wat meer om de diepere schoonheid der liederen denkt. Solist was ook de heer M. Wolters, violist DIEFSTAL. In het tijdsverloop van Augustus tot No* vember 1913 heeft de loopknecht van een bo- terhandelaar 110 verduisterd. Daarvan as nu aangifte gedaan en tegen den loopkneotii is proces-verbaal opgemaakt. DE EENDJESPOORTSTRAAT. Men schrijft ons: Een belangrijke verbeto* ring is nu te bespeuren in de Eendjespoort* straat. Was die straat eenigen tijd geledein .tenminste hij regenachtig weder, zoo goec (Amsterdam) die voor de pauze speelde eenalg oübegaanW door lis aan wateratf „Aria van J. Mattheson en de twee bekenc yoer en goede bestrating, nu is daar een einA Romances (in F en G-dur) van Beethoven, i aan gemaakt. Van gemeentewege zijn flinkf sentiment en ernstige toewijding speelde de riolen a l d en een lüeuwe bestratin* heer Wolters; zijn loonvorming was zeer zmver Teyens er een niewe gasiantaam «O* en ook mooi van klank. Maar zijn voordracht was toch nogal oppervlakkig: de melodiek in. Beethoven's Romances had toch meer mannelijk; MILITAIRE OEFENINGEN, moeten zijn. Het is waar dat voor velen het1 Door het lie hat. werd gisterenavond on* uiterlijk van deze twee stukken slechts eenvou- der bevel van den kapitein de Reede uiige-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 1