DAGBLAD voor NOORD='Sn ZUID-HOLLAND.
i/1. tv srweehuy&en,
s«3 arteijorJssfr
ireJe/J770.
öe loetssteen getoetst.
STADSNIEUWS.
Zaterdagavondpraaijes.
•3l"33y Haarlem
EÊB3TE BLAD.
ZATERDAG 9 MEI 1914
39 f
gang Mo. 8439
ABONNEMENTSPRIJS t'i
Bureauxvan ftëdaöfli en Administratie
Per 8 maanden voor Haarlem
Voor de plaatsen, waar een agent Is gevestigd (kom der gém.)
Voor de overige plaatsen in Nederland franco per post
Afzonderlijke nnmmers
ftm
1.80
- 0.03
intercommunaal Telefoonnummer 1428.
PRIJS DER ADVERTENTI8N»
Van I8 regels 50 cent (contant 50 cent). Iedere regel meer ÏO oi.
Buiten Haarlem en de Agentschappen 15 ct. per regel. Buitenï. 20 ct.
Dienstaanbiedingen 25 ct. (6 regels), driemaal voor 50 ct. contant).
GULDEN bij
levenslange onge
schiktheid tot
werken.
Alle betalende abonné's op dit blad, die n fief bezit eener verzekeringspolis zün, iHn volgens 'de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voorj
GULDEN bij ftff| GULDEN bij IM'ffi GULDEN bij
Verlies vau een jjjj 9 i 1 Verlies van 9'» O8 8' verlies van
hand of voet. R# HJ| één oog. ft|i Ra één duim.
GULDEN bij
overlijden.
GULDEN bij
verlies van
één
Wijsvinger.
GULDEN bij
verlies van
één anderen
vinger.
De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de MAATSCHAPPIJ „HOLIiANDSCHE ALGEMEENS VERZEKERINGSBANK" te Schiedam.
Dit nummer bestaat uit uijf bla
den lu. o. de Ofïiciëeie Kerk-
lijst en het QeiSiustreerd Zon
dagsblad, in 8 bladzijden.
AGENDA. 11 Mei-
Gebouw St. Bavo R. K. Volksbond
Ondersteuningsfonds. Bestuur Schoenma
kers.
Teyier Museum Tentoonstelling van
leek en ir gen, behoorende tot de kunstverzame
ling van Teyler's museum, portretten, portret-
schetsen en figuurstudies.
Bisschoppelijk Museum Jansstraat
,9 Geopend eiken dag- van 105 uur, tegen
betaling vau 25 cents. Uitgezonderd Zaterda
gen en R. K. Feestdagen.
III. (Slot).
Wij komen nu tot het slot van het tweede
Tijd-atikei, waar de schrijver spreekt over
.,den eigenlijken toetssteen, om iemand Ka
tholicisme te onderscheiden."
We willen gaarne toegeven, dat de schrij
ver in dit laatste gedeelte mooie woorden-
neerschrijft, welke getuigen van zijn Roomsch
enthousiasme en de eerlijkheid zijner heilige
bedoelingen, alsmede van zijn vurig verlan
gen, dat de strijd een einde zal nemen en alle
katholieken eendrachtig en liefdevol zullen
gaan samenwerken aan den volledigen bloei
van het Roomsche leven in al zijn uitingen;
doch dit belet ons niet, het toch geheel oneens
te zijn met zijn antwoord op de vraag, wat nu
eigenlijk de ware toetssteen is, waaraaB
iemands geloof, iemands katholicisme moet
getoetst worden.
Wat de schrijver daar den waren toeststeen
noemt, mag, naar onze oprechte overtuiging,
niet als zoodanig gelden.
Hij komt n.l. tot deze conclusie: „de toets
steen tot erkenning van het ware Katholi
cisme is dan voornamelijk de liefde".
Nu is het waar, dat men van de liefde, als
Christelijke deugd, heel veel schoons kan zeg
gen, dat men lyrisch over deze deugd kan
schrijven, hetgeen de schrijver dan ook doet
met woorden van Christus (Jo. 13, 34, 35) en
van den H. Paulus (I Cor. 13, 47) en met
een woord van den H. Chrysostomus.
Het is waar, dat wij als leerlingen van Hem.
die de Liefde zelve is, bij al ons denken en
doen moeten worden aangedreven door dn
liefde. Ook wij moeten het den H. Paulus kun
nen nazeggen: „de liefde tot Christus dringt
ons."
zijn van de liefde.
Zeker, liet is het groote gebod van Chris
tus, dat wij elkander zullen liefhehhenl
Het woord van St. Paulus blijft altijd waar;
„al hadden wij een geloof, waarmee wij ber
gen zouden kunnen verzetten, als wij de liefde
7^7. hebben, baat het öns niets."
Ons geloof moet dus werkzaam zijn door
de liefde.
Over de noodzakelijkheid van deze deugd
kan men schoone woorden lezen in een twee
tal mooie artikelen, geplaatst in „Het Cen
trum" van 2 Mei 3e hl. en 6 Mei 2e bL, geti
teld „Wat is Katholiek" en geschreven door
P. Lippert S. J. in de „Stimmen aus Maria-
Laach", vertaald door P. J. van Santen S. J-
De liefde mag er ons nooit toe brengen ook
maar een klein stukje van onze heilige bet-
-ginselen prijs te geven.
De schrijver zegt: „Pal staan, onbuigzaam
„en hardnekkig, waar het om onze idealen
„gaat, geen stukje princiep prijsgeven, al heet
„het ook onpractisch en zwanger van tijdelijk
„nadeel, dat is de eer, de glorie van den Ka
tholiek".
Zelfs onder de katholieken, zegt hij, zijn er,
die afkeerig zijn van den Katholieken gods
dienst „als iets ontzettends, iets gruwelijks."
„Zij huiveren er voor, en uit teerhartig
heid om anderen niet te stooten, trachten
„zij de Katholieke leer te verzachten, te
„verdoezelen. En zij sidderen en beven, wan-
„neer de Katholieke Kerk telkens opnieuw
„met open vizier voor de wereld optreedt,
„en, ten volle zichzelf bewust, haar in koe-
„nen kreet de naakte waarheid harer leer
„in het aangezicht slingert."
Het betaamt ons dus als Katholieken pal
te staan en onverschrokken, naar het woord
van St. Paulus, en ons over geen enkel deel
van ons heilig geloof ooit te schamen.
„De Katholiek, zegt pater Lippert, zoekt
„daarom niet naar uitvluchten, naar de
„kronkelgangen der kleinhartigheid om zich
„slechts tot het minst mogelijke verplicht
„te kunnen rekenen."
De ware Katholiek aanvaardt de geheel©
leer en al de verplichtingen dier leer; hij zal
zijn heilig geloof ongerept belijden en bele
ven en daarbij de liefde niet vergeten, welk©
als groot gebod óók tot de ongerepte leer
behoort. Hij zal, zegt pater Lippert, „een hart
vol welwillendheid en broederlijke liefde voor
den evenmensch" hebben. „Verkillend eigen
belang, hardvochtige wangunst, laatdunkend©
minachting, verdachtmaking en veroordee
ling van anderen is niet Katholiek."
Inderdaad, met dezen schrijver zijn wij het
volkomen eens, en moet, wat dit punt betreft,
iedere katholiek het eens zijn.
En we zouden het ook met den „Tijd"-
schrijver eens geweest zijn, als hii alleen had
willen betoogen, dat de liefde voor den Ka
tholiek een noodzakelijke, een onmisbare
deugd is. of. zooals hij het zelf zegt, dat d©
liefde „de drijfkracht van het ware ge
loof" is; maar wij zijn het met hem niet eens,
nu hij de liefde „den eigenlijken toetssteen
van iemands Katholicisme" noemt; nu hij.
zegt, dat die liefde „de drijfkracht èn
toetssteen van het ware geloof" is.
Want de liefde, als geestelijke kracht, welk©
al onze handelingen moet bezielen en aan
drijven; de liefde, hoe noodzakelijk als Chris
telijke en hoogst beminnelijke deugd ook.
blijft toch altijd iets we zouden willen zeg
gen te vaags, to z we vends, te on
bepaalds, dan dat wij (1 dar aan het war©
Katholicisme, het ware geloof met zekerheid
zouden kunnen toetsen.
We zouden zeggen, dat de zaak hoogst een
voudig is.
Iedere Katholiek heeft aan te nemen en t©
leven naar de leer en de geboden, welk©
de Kerk hem als Christus' leer voorhoudt en
predikt. Men heeft dus een leerstellig©
leer en een geboden leer. De liefde i©
een van Christus' geboden.
De geheele leer. van Christus (geloofs- en
zedenleer) wordt ons voorgehouden door de
prediking der Kerk, welke daartoe de zen
ding heeft ontvangen: „gaat en onderwijst
alle volkeren enz."
De prediking vinden wij terug in de offi
cieel© documenten der Kerk, in de acten den
Concilies, in de uitgesproken dogma's, in d©
encyclieken der Pausen, in de gewone da-
golijksche prediking der Kerk onder leiding
van Paus en Bisschoppen enz.
Als we ons Katholicisme, ons geloof dus
willen toetsen aan den waren toetssteen, heb
ben we eenvoudig te zien of ons katholiek
leven, ons belijden en handelen, overeenkomt
met de leer en de geboden van Christus, zoo
als zij ons door het wettig gezag, door d©
Kerk, door Paus en Bisschoppen gepredikt
worden.
Hieraan hebben we den waren toets
steen, waaraan wij ons geloof met volle ze
kerheid kunnen toetsen.
Dit is dus een heel andere toetssteen als
die, welke de „Tijd" redacteur aangeeftl
En dat do schrijver zich hier eenvoudig
door z'n goed hart, door z'n eigen liefdevol
streven en door de beminnelijkheid der deugd
van liefde zelve heeft laten verleiden tot dit
ontheologisch artikel, blijkt wel uit z'n eerst©
artikel, waar hij in een oogenblik van kal
mere bezinning veel theologisch er het vol
gende schreef:
„Paul Sabatier beweerde onlangs, dat er
„twee Katholicisnien zijn, dat van Rome en
„dat der modernisten. Het is een' verfijnde
„leugen, en practisch onhoudbaar, z o o d r a
„tot beproeving der echtheid
„eener Katholieke overtuiging
„de Encycliek Pascendi wordt
„aangelegd."
Waarom, zoo zouden we nu den schrijver
kunnen vragen, gebruikt ge hier al6 toetssteen
weer niet de liefde, maar de Encycliek
Pascendi!
Misschien herinnerde zich de schrijver hier,
dat het in-der-tijd juifet de modernisten wa
ren, die aan de goede Katholieken verwe
ten, dat zij te weinig liefde hadden, en daar
om voelde hij hier als vanzelf, dat de liefde
toch de eigenlijke toetssteen niet is. maar wel
de waarheid, zooals zij door den Paus is neer
gelegd in de encycliek Pascendi!
Hiermede zijn wij aan het einde van onze
bespreking.
We hopen zelve de liefde niet verbroken
te hebben, al zouden we het liefdevolle in
onze artikelen niet gaarne zien aangemerkt
als het eenige merk toeken der waarheid.
We willen dus enkel nog maar zeggen, dat
we er geen oogenblik aan gedacht hebben t©
kwetsen of te verbitteren.
We hebben onze artikelen eerlijk geschre
ven volgens den zin, welken wij in de „Tijd"-
artikelen meenden te moeten lezen.
Moge de „Tijd"-redacteur er dus van over-
overtuigd zijn, dat deze drie artikelen ons
werden ingegeven door eer oprechte liefd©
voor de waarheid!
P. VAN DORP, pr.
Amsterdam, Mei 191 4
Haarlemsche AHedagjes No. 1326.
STRAATREINIGING.
Dat er hier bij ora#* openbare diensten van
de gemeento op verschillend gebied nog heel-
heel wat te verbeteren valt, zal niemand ont
kennen. Wij staan, hij andere steden van de
zelfde en kleinere grootte, b.v. inzake de be
strating, inzake het onderhoud van straten
en wegen, ook inzake de straatreiniging, nog
heel wat ten achter
Van het laatste een voorbeeld.
We waren onlangs 'n een betrekkelijk klein©
plaats in het zuiden des lands, 's Morgen©
vroeg ging daar Ms overal de vuilniskar
rond. Maar de voerman had, behalve de ge
wone taak om de vuile inbakken te ledigen,
nog wat anders te doen: met een haak of
spitsen stok pikt© hp overal de papieren
oude kranten e.d. d'!© langs de straten ver
spreid lagen, op en haalde ze weg.
Kijk, dachten wé» üat mankeeren we nog
in Haarlem.
Hoe de instructie luidt onzer vuilislieden,
weten we niet.
Maar het gebeurt, vooral in onze buitenwij
ken, dat een massa papieren, kranten, vod
den enz. dagen en dagen lang over en door
de straten dwarrelt. Als er een verhuizing in
de buurt is geweest, ziet men dat minstens
twee weken lang aan de menigte vuilnis, pa
pier, inpakrommel enz., die liggen blijft
Waarom geen spijker aan een lat, en eeB
jongen die daarmee den boel oppikt!....
HET SCHOUWBURG-AANBOD.
De „Opr. Haarl. Ct." (St. Ed.) schrijft
in denzelfden geest als wij over het kwart
millioen schouwburgaanbod.
Wij lezen in het nummer van gisteravond
o.m. het navolgende:
„De vraag doet zich voor: is hier ter
stede behoefte aan een derden schouwburg?
Deze vraag te stellen leidt onmiddellijk
tot het stellen van een andere en wel of
de gemeente verantwoord zat wezen de gé-
néreuse gift van f 250.000 te aanvaarden
onder het beding door den schenker ge
maakt?
Zeer zeker is het aanbod verleidelijk, doch
vóór het te aanvaarden, dient toch wel on
der het oog te worden gezien, waaraan de
gemeente zal vastzitten zoodra zij een eigen
schouwburg gaat exploiteeren.
We hebben als uitgave voor meubilair en
decors sommen hooren noemen van tusschen
de f 75.000 en f 100.000.
Nemen we aan, dat het f 80.000 zal we
zen, dam komt het aanbod van den schen
ker der f 250.000 ons met den grond mee
te staan op minstens f 100000, waarvan aan
rente per jaar een goede f 4500 zal moe
ten worden opgebracht, ongerekend de kos
ten van onderhoud, assurantie enz. enz.
Die zijn wel uit de exploitatie te halen,
zal allicht worden gezegd, het schouwburg
bezoek zal wel toenemen, hoorden we reeds
beweren, wanneer er maar eenmaal een mo
dern ingerichte schouwburg zal wezen.
Locli deze beweringen zijn alle als scho
ten in de lucht, waarvan niemand kan zeg-
gefi of ze werkelijk doel zullen treffen.
Waar dit zoo is, waar de gemeente er
financieel zóó slecht hij staat, dat zeker
voor luxe uitgaven niet meer mag worden
beschikbaar gesteld dan thans het geval
is en aan riskante uitgaven dus niet ma"
worden gedacht, zal de Raad goed doen
allerernstigst te overwegen of in de
zen stand van zaken het aangeboden ge
schenk in de gevolgen misschien niet een
hangijzer kan worden.
Onze gemeente is reeds lang niet meer
wat men noemt een luxe-stad, al wonen
er dan ook personen die een kwart mil
lioen kunnen wegschenken.
Er zijn veel grootere behoeften, waarin
allereerst moet worden voorzien, om er maar
één te noemen hijvoorbeeld de Spoor- en
Havenuitbreiding aan liet Noórder Spaarne.
En nu moge het waar wezen, dat de
exploitatie van een eigen schouwburg al
licht slechts enkele duizenden guldens per
jaar zal kosten, zoo lang aan de naastbij-
liggende behoeften niet behoorlijk kan wor
den voldaan, is volgens ons inzicht de ge
meente niet verantwoord gelden uit te ge
ven voor het in exploitatie nemen van een
eigen schouwburg, waaraan de behoefte
niet is gebleken.
MUSEUM VAN KUNSTNIJVER.HEID
In het Museum van Kunstnijverheid alhier
zal de tentoonstelling van foto's der bouw
werken van Hermann Muthesius Zondag as-
voor het laatst te bezichtigen zijn.
In de verzameling, bijeengebracht om d©
verschillende teekeningen, die hii de versie-
ring der stoffen worden toegepast, aan t©
toonen, werd thans een hoogst zeldzaam stuk
geplaatst, en wel een zakdoek met een merk
waardig opschrift in 1726 door een Hollander
op Ceylon vervaardigd en dat tot nog toe
niet kon worden ontcijferd. Het vermoedelijk
oud-Indisch opschrift werd volgers da daar
bij gevoegde verklaring, overgenomen van
een grafsteen, die zich bevindt bil of op den
Adamspiek aldaar.
De verzameling kunstnaaldwerken uit
het Reuzengebergte blijft zeer de aandacht
trekken en zal tot 15 Mei tentoongesteld blij
ven.
TREINBOTSING.
Gisterenmiddag tien minuten voor half vijl
is de trein uit Hoorn door verkeerden wis
selstand op den trein geloopen, die gereed
stond om naar Zandvoort te vertrekken.
Om 4 uur 23 minuten kwam trein 580 uit
Hoorn binnen op het vijfde spoor. Even
te voren waren de twee wissels omgezet om
een wagen met vee te brengen van het
vijfde spoor op het vierde spoor, waar die
wagen moest gebracht worden achter trein
455, die gereed stond om naar Zandvoort te
vertrekken.
Door den rangeerder is verzuimd de om
getrokken wissels recht te zetten, maar d8
liulprangeerder had een van de beide wis
sels al overgezet. De rangeerder verklaar
de bij het onderzoek, gemeend te hebben,
dat de hulprangeerder beide wissels had
omgezet.
Door den verkeerden wisselstand kwam
trein 580, die op spoor 5 binnenkwam bij
den niet rechtgezetten wissel op het ver
bind ingsspoor naar het vierde spoor met het
gevolg dat de locomotief een' ledigen eerste
en tweede klasse personenwagen van den
lZandvoortschen trein van terzijde aanreed.
De wagen werd uit de rails gezet en raak
te bekneld tusschen de locomotief en hef
perron.
,Wij hoorden vertellen dat de wagen niet
ledig was, doch dat er een dame inzat. Per
soonlijke ongelukken hadden intussclien niet
plaats.
De heide treeplanken van den aangereden
wagen werden gedeeltelijk afgerukt en het
portier van een der compartimenten bescha
digd. Locomotief 580 had geen schade. De
uit de rails gezette wagen werd opgevijzeld
met dommekrachten en door een locomotief
weder op de rails gezet.
De beschadigde wagen is naar de Cen
trale Werkplaats gebracht. De dienst naar
Zandvoort had maar weinig vertraging.
Een geluk mag het boeten dat de Hoorn-
sche trein niet veel vaart had. De reizi
gers waren hevig geschrokken, zooals licht
te begrijpen valt.
LANDWEER OPKOMST.
De landweerplichtigen, die voor opkomst on
der de wapenen de oproepingsplaats per open
haar middel van vervoer moeten bereiken
moeten van vervoerbewijzen worden voorzien.
Deze vervoerbewijzen moeten de belangheb
benden aanvragen by het gemeentebestuur,
dat ook voor den dag van opkomst vijf-cn-
twintig cent daggeld daarbij kan uitbetalen.
Een bulletin van onze Courant en
waarom, ik de vlag uitsteek. Een
vreemd present, en hoe leelijk of het is.
De Amsterdamsche poort-kwestie, en
hoe men hier een poort bouwt voor een
oud hutje. Een pessimistisch oor
deel, en een verzuchting over naïeve
menschen.
Etn bulletin van de „Nieuwe Haarlemsche":
„De Koningin komt in de stad!" 't Maakte gis
teren overal veel belangstelling gaande, en zoo
«en we dat Hare Majesteit Haarlem toch niet
vegeet. Al is het bezoek van a.s. Dinsdag maar
officieus zooals dat heet, dat wil zeggen dat
het zonder groot vertoon en eenigszins op hui
selijke wijs zal worden gebracht toch zal
Haarlem ongetwijfeld het vorstelijk echtpaar
met eerbied en huldebetoon willen ontvangen Ik
«teek alvast de vlag uit op dien dag, en u? Dat
voor h yoor,de komst der Koningin liever dan
die onM^ aut,e van een kwart miIlioen, dat
wil aanbiedenroy e gever aan de stad Haarlem
ÏÏgmfwatlouT een schouwbl»'g! Jegens,
iwngtns, wat zou er met een kwart millioen heel
wat te doen wezen en te verbeteren in onze stad
Wat zouden we daar 'n macht nuttige en noodi-
ge dingen mee kunnen doen, als die meneer zijn
twee en een half honderdduizend guldens dan
toch metterdaad kwijt wil! Maar voor een
schouwburg, een ding dat zooals de redactie
heel terecht zeide nóch noodig nóch nuttig is
mw hi? mlfemde. Enfin, ik geloof dan ook
dankbaar niet. djd onze gemeenteraad, hoe
ankbaar ook gezind jegens een zoo vrijgevig
man op dat aanbod zal ingaan, 't Zou eenduif
paardje worden op stal: eFkomt natuurliik non
heel wat bij, en dan al de soesah van een ü&-
meentehjke exploitatie, die wel het onwensehe-
lijkste is van wat men bedenken kan, tenzij de
gemeente dien nieuwen schouwburg aan meneer
van Gasteren zou willen verhuren, maar dan
vraag ik me natuurlijk óók weer af, of daarvoor
nu zooveel geld noodig is, waar de schouwburg in
de Jansstraat in alle behoeften voldoet en altijd
groot genoeg is. We zullen maar afwachten- er
komt natuurlijk nog bij dat de bewoners van het
Wilsonsplein allerminst ingenomen zijn met het
voorstel om hen zoo'n vierkante kast voor de
deur te zetten, men spreekt zelfs al van een
„servituut". En ten slotte, ik ben in mijn quali-
teit van leverancier van wekelijksche bijdragen
aan deze courant natuurlijk óók wezen kijken op
het Stadhuis naar de plannen van meneer van
der Steur, en ik kan het hier niet verhelen, dat
ze mij allesbehalve naar den smaak zijn. Ik vind
het ontwerp voor het gebouw, als ik zeggen
mag, foei-leelijk, althans wat de buitenzijde be
treft, die mij het ine63* doet denken aan een
synagoge. Een grapPenmaker hoorde ik gisteren
al zeggen, dat 't ook een mooi gebouw zou we
zen voor een lijkverbrandingsoven, wat ik óók
niet kan tegenspreken. Een schouwburg, een
schouwtoóneel zie ik nóch ia de motieven die in
een vreemden poespas bijeengegaard zijn, nóch
in het geheel van den gevel, waar die twee
koperen halfbollen, als omgekeerde pauken, al
heel gek op doen. En daarenboven zou dit ge
bouw, in die omgeving, vlak bij onzen nieuwen
Sint Bavo en bij het variëerende, frissche, hup-
sche villakwartier achter de Tempeliersstraat,
met z'n logge vormen raar afstekenin onze stad
althans past zoo'n lomp gebouw heelemaal niet!
Dan bouwt de heer Dumont kijk maar eens
naar de nieuwe hoogere burgerscholen aan de
Zijlvest karakteristieker en mooier gebouwen 1
Alles en alles onderschrijf ik ten volle wat onze
redactie van de week al zeide: het is een mooie
aanbieding, maar als die meneer van z'n kwart
millioen beslist af wil, is het altijd beter te
besteden dan aan zoo'n onnutten schouwburg,
waar niemand eenige behoefte aan gevoelt!
Ik sprak daareven over meneer Dumont, onzen
knappen gemeente-architect, die met de ontwer
pen voor de hoogere burgerscholen zich zulk
een smaakvol bouwmeester heef) getoond; al is hij
ook zooals méér knappe menschen 1 in het
gebruik een beetje duur. Het spreekt vanzelf,
'dat ik bij het noemen van dien naam dadelijk
nu denk aan zijn voorstellen tot doorhakking
vanniet van de Amsterdamsche poort,
maar van de poort-kwestie, die befaamde kwes
tie, die al zoolang hangende was en al zooveel
pennen, tongen en potlooden heeft in beweging
gezet 1 De Amsterdamsche poort-kwestie is eigen
lijk de kwestie van het maken van een beteren
toegangsweg naar de binnenstad van de richting
van den Amsterdamschen Straatweg uit. Wie
met rijtuig of auto wel eens van Amsterdam
kwam, weet hoe allermiserabelst die toegangs
weg is. Of men nu de Heerenvest gaat, ofwel
de Anthoniusstraat zich inperst, 't is akelig, en
een vreemdeling die van die richting komende,
Haarlem bezoekt, denkt zich in een provincie
stadje van het allerminste allooi. Men heeft nu
het kleinste bezwaar van alle: de doorgang door
de Amsterdamsche poort zélf, verbeterd: er
komt een flinke brug naast de poort Maar het
grootste bezwaar: de toegang tot de stad, blijft
onverbeterd en tot later uitgesteld! Dat is wel
een gek ding, want ik voorzie dat we nü doen
zooals iemand die een héél groote poort bouwt
voor een oud hutje, en er dan nooit meer toe
komt om dat hutje door een paleis te vervangen',
dat bij die poort past, zoodat iedereen die de
poort doorgaat, een allerverschrikkelijksten tegen
valler voor zich ziet! We hebben uit de krant
vernomen, dat er eigenlijk wel een plan is om
j dat hutje tot een fatsoenlijk huis te maken, ol
duidelijker gezegdom den toegangsweg tot de
stad van de Amsterdamsche poort af royaal en
onzer stad waardig te maken, maarvan düt
plan-Dumont zijn de gemeentenaren weer een^
koud gebleven en niemand ziet er wat van, voor»
dat een onderdeel ervan (de brug, die nu -ge*
bouwd zal worden) in den Raad in bespreking
kwam. Heel rich tig is dat niet, maar ik houd hef
met een van de ambtenaren van onze gemeente,
die mij deze week zeide dat er in de eerste tien
jaren van zoo'n groote doorbraak en onteigening
en aanleg van een nieuwen verkeersweg toch
niets komen kan, zoodat het eenerlei was, of hef
„plan" nü bekend werd of nooit! 't Is een beetj
pessimistisch gedacht, maar wie de financie
van de gemeente even erbij in de gedachte houd
zal wel tot hetzelfde resultaat komen. en.;,
daarbij zich nog méér verbazen over de op
vlakkige naïeviteit dergenen die nog
tisch gestemd zijn ten opzichte van dat
schouwburgplan van een kwart millioen, pt
wat de gemeente erbij zal hebben te betalen I
9 MÉV
Vi»u
1010
400
300
00
15
Zoo als liet licht dooi- die lucht hangt, zoo
moet ons lieele leven en streven doortrokken
CCCXLIII.