Nieuwe Haarl. Courant.
iederiaiidsciie R. I. Volkstand voor
Dairies en buitengemeenten.
Mengelwerk.
Een dag onder den Aeauator-
Te hard cjehgkken.
Vertrouwd
soneel krijgt u
advertentie in de
Roomsch dlenstper-
het best door een
DE ZWEEDSCHE EXPEDITIE IN
BOLIVIA.
De Zweedsche expeditie, die in Bolivia ver-
loren is gegaan, is vermoedelijk ten offer geval-
len aan de wraakzucht van de Beni-Indian en,
die zich wilden wreken over de gruweldaden,
waaraan blanke caoutchouc-verzamelaars zich
ieeens hen schuldig hebben gemaakt, schrijft het
Hbld.
De expeditie stond onder de leiding van
Erland v. Nordenskjöld, die een jaar geledc*"
zijn tocht in het Noorden van Bolivia onder
nam om ethnographische onderzoekingen in te
stellen. Nordenskjöld deed ook in 19081909
een onderzoekingsreis in dit gebied, met gelijke
bedoelingen.
Het bericht van den ondergang der expeditie
werd aangebracht door een der metgezellen van
Nordenskjöld, die zwaar gekwetst het plaatsje
St. Anna, aan een zijrivier van de Rio Marmore,
wist te bereiken en nog maar enkele woorden
kon uitbrengen, die intusschen het ergste konden
doen verwachten in verband met den toestanc
van den later gestorven boodschapper.
Loonardus Schrama,
Antonius Waasdorp,
Anna van Rooden,
Anna Margaretha Derlinden,
Anna Maria Cobbe, hvr. van Gerardus v.
der Ploeg,
Elisabeth van Braak, wed. van Hermanus
Schoondervoort,
Alida Lek, hvr. van Joës Sieker,
Henrica Magdalena Jansen, hvr. van
Tiburtius Hilarius de Boer
Jacobus Kroon,
die met de laatste H.H. Sacramenten der
Stervenden zijn voorzien en voor:
Jacobus Pijper, Senr.
en Elisabeth Fisane.
die in den Heer is overleden.
LÏSSE.
ZONDAG; te 7 uur en te halt' 9 de gelezen
H.H. Missen, te 10 uur de Hoogmis met
predikatie, to half 2 Catechismus, te hall
3 Vespers, waaronder de Rozenkrans zal ge-
beden worden en 's avonds te 7 uur Lol
waaronder predikatie.
WOENSDAG, 's middags van 5 uur af ge
legenheid om te biechten.
DONDERDAG, Hemelvaartsdag, te vieren
als Zondag. Te 10 uur plechtige Hoogmis,
's namiddags te half 3 de Vespers, waaron
der de Rozenkrans zal gebeden worden.
ZATERDAG, 's middags van 3 uur af ge
legenheid om tc biechten, 's avonds te 7
uur Lof, waaronder de Rozenkrans zal ge
beden worden.
NOOUDWIJKEimOïTT.
ZONDAG, 7 uur on half 9 stille H.H.
MisSen met onderrichting; 10 uur Hooogm.s
met predikatie; s namiddags 2 uui Lof en
Predikatie ter eere van Maria.
DINSDAG, 's avonds kwart over 7 uur Lof
ter eere van Maria.
DUNDLADAG, 7 uur stille H. Mis, half 9
stille H. Mis waaronder de kleine kinderen
hunne eerste H. Communie doen; half 11 igez.
H. Mis met predikatie, 's Namiddags 2 uur
Lof en Rozenhoedje.
VRIJDAG 's avonds kwart over 7 uur Lof
ter eere van Maria.
De gebeden worden verzocht voor:
Wilhelmus Niekerk,
Apollonia Akkersdijk, hvr. Rubertus Zoet,
Maria van Kampen,
en (Jeertruda Borgers,
die met de laatste l.H. Sacramenten der
Stervenden zijn voorzien.
VOORHOUT.
ZONDAG, half 8 Vroegmis; 10 uur Hoog
mis; helf 2 Catechismus, bijbelles, Cateehis-
musleeren; half 3 Kruisweg.
MAANDAG, Dinsdag en Woensdag Kruis
dagen, gedispenseerd in Vasten- en Onthou-
dingswet.
Maandag vóór de H. Mis van 7 uur, Dins
dag en Woensdag vóór de H. Mis van 8 uur,
Litanie van Alle Heiligen.
DINSDAG, half 12 en 12 uur de Catechismus
WOENSDAG, 's avonds biechthooren van 5
half 8, om half 8 Lof ter eere van de
Allerh. Maagd Maria.
DONDERDAG, Feestdag van 'sHeeren He
melvaart, te vieren als Zondag, half 8 Vroeg
mis; 10 uur Hoogmis; half 3 Vespers met
Rozenhoedje.
ZATERDAG, 's avonds biechthooren van
tot 8 uur; 7 uur Dof ter eere van de Allerh.
Maagd.
De gebeden worden verzocht voor
Maria van Wieringen,
die met de laatste H.H. Sacramenten dei-
Stervenden is voorzien.
In den ondertrouw zijn opgenomen:
Cornelius Zandbergen (Warmond)
en Wilhelmina Roere (Voorhout.)
HAARLEMMERMEER.
(Aan de Lijnden.)
ZONDAG, 7 uur voor Joannes Sclionhage,
10 uur Hoogmis voor de parochie, 's middags
3 uur Lof met Rorzenhoedje.
MAANDAG, kwart over 8 voor de Levende
'en overleden leden van den Levenden Ro
zenkrans.
DINSDAG, kwart over 8 gezongen H. Mis
ter eere van den H. Antonius voor den wel
stand onder het vee en de vruchten der
aaide.
\vOENSDAG, kwart over 8 voor Adriana
Duinhoven, geb. Stolwijk en overleden fa
milie.
DONDERDAG, Hemelsvaartsdag, 7 uur
Vroegmis voor Adrianus Goorden en Antonia
Bus, 10 uur Hoogmis, 3 uur Lof met Rozen
hoedje.
VRIJDAG, kwart over 8 voor Dianysius
„"Vervloed.
ZATERDAG, kwart over 8 voor Nicolaas
v. Eks cn Maria Stokman.
HOOFDDORP.
ZONDAG, heden Feest van Aanbidding.
Den geheelen dag blijft het H. Sacrament
ter aanbidding uitgesteld; 7 uur de Vroeg
mis voor Antonius Goossens, 10 uur de
Hoogmis voor het Geestelijk en tijdelijk wel
zijn der Parochie. Half 7 Lof en processie,
waarna de Te Deuin tot sluiting van liet
Feest.
WOENSDAG, bij de Eerw. Zusters voor
Alida Maria Raaijmakersvan der Weijden;
kwart over 8 voor den Z. E. H. J. Steen
voorden, stichter van deze Parochie.
DINSDAG, kwart voor 8 voor Gornelis
Sprokkelenburg. Kwart over 8 voor de over
ledene familie de Lange; half 7 Lof en Mei
maandoefening.
WOENSDAG, kwart voor 8 voor Nicolaas
Thomas Dorbeck en Helena van Lingen
kwart over 8 voor Wolterus Koekhoven;
's morgens voor en na de H.H. Missen ge
legenheid om te biechten en 's middags van
48 uur.
DONDERDAG, Feest van 'sHeeren He
melvaart, te vieren als Zondag; 7 uur tot
zekere intentie ter eere van Maria, 10 uur
voor Geertruida Groenland—Tielkens, 3 uur
Lof en Meimaandoefening.
VRUDAG, kwart voor '8 voor Bertha
Looijaard; kwart over 8 voor Joannes Willi,
de Heij en Agatha Oudejans.
ZATERDAG, kwart voor 8 voor Francis-
cus Albertus Scheelings en Maria Cremers.
Kwart over 8 voor Nicolaas Dankelman en
overledene familie; half 7 Lof en Meimaand-
oefening.
Maandag, Dinsdag en Woensdag Kruisda
gen- Na de H.H. Missen zal de Litanie voor
Allo Heiligen gebeden worden.
De gebeden worden verzocht voor
Joanna BraakVisser
Petrus Zuiderduin,
Dymphna Hoovduinvan der Woerkom,
die met de laatste H.H. Sacramenten der
Stervenden zijn voorzien en voor
Cornelis Joannes Sprokkelenburg,
Barbara Looijaard,
Cornelia Graneman,
die in den lieer zijn overleden.
ZONDAG, 7 uur Vroegmis 10 u. Hoog
mis 3 uur Lof ter eere van den H. Maagd.
Deze week Catechismus naar gewoonte.
MAANDAG, Dinsdag en Woensdag, Kruis
dagen, gedispenseerd in de Vasten- en Ont-
houdingswet.
WOENSDAG, 's middags 3 uur gelegenheid
om te biechten.
DONDERDAG, feestdag van 'sHeeren He
melvaart, te vieren als Zondag', 7 uur Vroeg
mis, 10 uur Hoogmis, 3 uur Lof ter eere van
de H. Maagd.
De geh: d n worden verzocht voor
Joanna van der Linden, wed. Polak,
die met de laatste H.H. Sacramenten der
Stervenden is voorzien en voor
Wilhelmus van Beek,
die in den Heer is overleden.
De Kerkberichten die te laat inkwamen
voor dit nummer, zijn opgenomen in de
Nieuwe Haarlemsche Courant van heden.
Afdeeling HAARLEM.
Bondsgebouw Smedestraat 23.
Maandag 18 Mei. Ondersteuningsfonds.
Vergadering- Schoenmakers.
Dinsdag 19 Mei. Gecombineerde Vakbestu-
ren.
Vrijdag 22 Mei. Propagandaelub.
Zaterdag 23 Mei 8 uur Hulpspaarbank
Schoterkwartier. Half 9 Spaarbank. Coöp.
Bakkerij. Steuncomité. Spaarkas St. Nicolaas.
Winterprovisie.
Namens het Bestuur,
A. L. VOLLAERTS, Secr.
Afdeeling OVERVEEN en Omstreken.
Zaterdag 16 Mei, des avonds van half 8 tot
half 9 zitting Spaarbank en Spaarkas in het
gewone lokaal; tevens gelegenheid zich als
lid op te geven.
Mededeeling.
Het bestuur noodigt by deze beleefd jonge
meisjes uit, om op Zondag 19 Juli zich te
willen belasten met 't verkoopen van bloemp
jes, uitgaande van de vereeniging „Herwon
nen Levenskracht". Zij, die voor dit schoone
doel willen helpen, gelieven zich aan te mel
den uiterlijk vóór 18 Mei bij ondergeteekende.
Namens het Bestuur,
W. VAN DEN AARDWEG, Secr.
Afdeeling HEEMSTEDE.
R. K. Vereenigingsgebouw.
Zondag 17 Mei Encycliekfeest van de afd.
Heemstede van den Ned. R. K. Volksbond,
's Morgens 6 uur generale H. Communie der
leden en donateurs. Alle leden worden be
leefd verzocht getooid met hun insigne tot de
H. Tafel te naderen. Onze Weleerw. Geestel.
Adviseur zal deze Geestelijke oefening leiden
en 's avonds 7 uur zal in het R. K. Vereeni
gingsgebouw dit feest worden herdacht. Als
feestredenaar zal dan optreden de WelEd.
Gestr. Heer Mr. Bomans uit Haarlem.
Alle heeren leden en donateurs met hunne
dames worden beleefd ter medefeestviering
van ons Encycliekfeest uitgenoodigd. Ook zal
er vrije toegang zijn voor R. K. heeren en
dames.
Kinderen beneden 16 jaar worden niet toe
gelaten.
Namens het Bestuur,
G. DE KOK.
Afdeeling LISSE.
Zaterdag 16 Mei van 8—9 uur Spaarkas.
Dinsdag 19 Mei 's avonds te 8 uur jaarver
gadering der Propagandaelub in de „Kleine
Vereeniging".
Mededeeling.
Door het comité „Steun nieuw Bondsge
bouw" is in de maand April 18 ingezameld.
Door liet collecteeren aan de huizen der leden
en door den verkoop van bonnetjes. Iedere
maand zal de commissie verantwoording doen
van de door haar ingezamelde gelden, welke
onder de agenda geplaatst zal worden.
Namens het Bestuur,
H. J. VAN TONGEREN, Secr.
Afdeeling VOORHOUT.
Zondag 17 Mei, na de Hoogmis, tot half één
zitting Spaarkas in de Zusterschool, tot ont
vangst der spaargelden.
Namens het Bestuur,
A. HEERINGS, Secr.
Afdeeling ZAANDAM.
Jaarvergadering Zondag'17 Mei. 1. Opening.
2. Notulen. 3. Installatie nieuwe leden. 4. Jaar
verslag secretaris en penningmeester. 5. In
gekomen stukken. 6. Bestuursverkiezingen. 7.
Rondvraag. 8. Sluiting.
Zondag 24 Mei. Propagenda-feestvergade-
ring der R. K. Fabrieks-, Haven- en Trans
portarbeiders, des avonds 7Yi uur, in Iet
Bondsgebouw. Spreker de heer Hulselman,
van Wormerveer, met medewerking van Ce
cilia en eenige leden van Vriendenkring. Toe
gankelijk voor alle R. K. heeren en dames.
Namens het Bestuur,
P. J. JANSEN. 2e Secr.
ver der natuur te zijn; ik verdiep mij dagelijks
in het heerlijke en onuitsprekelijke van haar
leven, en al kan ik bet niet geheel doorgron
den in doel en orde, zoo geeft mij toch bet
flauww besef dier heerlijkheid een ongekend
gevoel van verrukking.
Het is drie uur in den morgen, ik verlaat
mijn hangmat, want de slaap is niet machtig
genoeg om mijn opgewekten geest te kluisteren;
ik open het venster en sla mijn oog in den don
keren, majestueuzen nacht daarbuiten. Heer
lijk flonkeren de sterren, de weerschijn der on
dergaande maan kaatst zijn zilveren glans te
rug op de oppervlakte van den stroom. Een
geheimzinnige stilte omgeeft mij. Ik ga met
de lantaarn naar huiten onder de koele waranda
en beschouw mijn vertrouwde vrienden, de
boomen en struiken, die om het huis heen staan.
Vele slapen met saamgetrokken bladeren, an
deren, die des daags slapen, spreiden hun blade
ren uit en steken vreedzaam de kruin omhoog
in de stille ruimte. Weinige bloemen hebben de
kelken open; gij slechts, welriekende Pauli-
nia 1) komt den wandelaar tegen met uwe
liefelijke geuren, en gij verhevene Manga met
uwe breede schaduwen, die door uw volle lo-
verkroon mij tegen den nachtdauw beschut.
Spookachtig zwieren groote nachtvlinders om
het aantrekkelijk licht mijner lantaarn. Al
meer en meer doorweekt de dauw de opfris-
schende beemden, de nachtwind valt guur en
vochtig op het warme lichaam. Een krekeltje
in huis lokt mij met zijn geheimzinnig gepiep
weer naar binnen en houdt mij gezelschap ter
wijl ik half droomende vol blijde hoop den dag
afwacht, uit den slaap gehouden door het
muskietengegons, liet gekwekkwak der kikkers
en het klagelijk geroep van den geitenmelker.
Tegen vijf uur zag ik aan alle kanten den
morgen aanbreken. Een zacht, eentonig grauw,
waarin het morgenrood vroolijk speelt, bedekt
den hemel; slechts boven ons hoofd is 't nog
donker. De vormen worden duidelijker; de boo
men schijnen ons te naderen, de landwind, die
uit het Oosten waait, brengt ze in een zachte
schommeling. Reeds vallen rozenkleurige stra
len en reflexen op de kruinen der domvormige
caryocar- en bartholethia- en symphoniastam-
men. Takken en bladeren beginnen zich te be
wegen, de droomenden ontwaken en koesteren
zich in de frissclie morgenlucht; ik lioor het
gegons der kevers, vliegen, muggen, de stem
men der vogels en het geschreeuw van apen,
die naar de hooge bosschen terugklauteren. De
sluwe otters verlaten sluipend het gevogelte,
dat van den hooghartigen haan het ochtend
krieken verneemt. De lucht wordt al helderder,
en de dag breekt aan, een onbeschrijfelijke
heilige stilte ligt over de natuurde aarde ver
wacht haar bruidegom. Ziet, daar komt hij
als bliksemvuur schittert de rand der zon: nu
rijst zij omhoog in een oogenhlik is zij ge
heel boven den horizon, opgedoemd uit een
vuurzee, en schiet haar gloeiende stralen over
de aarde. De tooverachtige schemering wijkt,
van plaats tot plaats verjaagd, en eensklaps
treedt de aarde, gedost in haar schitterende
ochtenddauw, jeugdig, feestelijk en vol levens
lust als de schoonste bruid voor het oog van
den aanschouwer. Geen wolkje is er aan den
hemel, klaar en diep is het firmament; alles is
leven, strijdende en genietende, dieren en plan
ten. Tegen zeven uur begint de dauw op te
trekken, de wind legt zich neder, men voelt
reeds het toenemen der warmte. Snel stijgt de
zon tegen den helderen, doorschijnend-blamven
hemel op, waarin alle dampen zich hebben op
gelost.
Later komen aan de westelijke kim kleine,
nederige witte wolkjes op, die gekeerd naai
de dagvorstin, zich al meer en meer uitbreiden.
Om negen uur is de weide geheel opgedroogd,
het boseh schitert met zijn violetkleurigen dan
over 't landschap nu een violetkleurigen dan
een licht-gelen tint verspreiden, waardoor,
de achtergrond van 't hooge woud,
de rivier en de zee, volkomen harmonisch ver
bonden worden. De zon daalt en in de schit
terendste kleuren-mengeling verlaat zij de
westelijke poort des hemels. Vrede en liefde
heeft zij aan de schepping achtergelaten; de
duisternis wekt in dier en plant nieuwe lus
ten op; het leeft in het woud van een teeder
gefluister en geruisch; vernieuwd liefdesver
langen ademt er in de verrukkende geuren, die
uit de pas ontloken bloemen opstijgen; de na
tuur geeft zich over aan al de weelde der liefde.
Nog drijven er in den weerglans der onder
gaande zon eenige lichtstrepen om de kruinen
der boomen; daar stijgt in statige kalmte, stil
en verheven, vriendelijk en wonderbaar, de zil
verblanke maan boven het donkere woud, en
onder het verflauwen der omtrekken meiten
de voorwerpen die ons omringen tot
nieuwe duistere gestalten ineen. De nacht
komt, al het geschapene verzinkt in den slaap
en verliest zich in droomen. De hemel, schit
terende van tallooze getuigen van de hoogste
en verst-verwijderde heerlijkheid, welft zich
in zijn onbesefbare onmetelijkheid over de
aarde heen en vervult het. menschelijk hart met
ootmoed en vertrouwen de schoonste gave Gods
na een dag van aanschouwen en genieten.
Para, 18 Augustus. Wat ben ik hier gelukkig,
wat versta ik hier veel dingen volkomen, die
vroeger voor mijn geest onbereikbaar schenen.
Deze plaats waar alle krachten in een vol
maakte harmonie zijn en als tot een zegelied
zamen stemmen, brengt ons gevoelen en den
ken tot een helder bewustzijn. Nu geloof ik
beter te verstaan wat het zegt gesehiedschry-
1) Een klimplant in de tropische gewesten
thuis behoorende.
„TI. Ct.
Guglhofer, een der diepst in schulden ste
kende boeren in Ninterberggraben, lieeft een
groote erfenis gekregen. Hij moet derhalve
voor het gerecht verschijnen en is voor de eer
ste maal in de stad. Nadat het voornaamste is
afgehandeld, doet hy m de vroolijkste stemming
een paar boodschappen, voor de boerin koopt
hij een zijden hoofddoek, voor de dienstbode
een kerkboek en voor den knecht een gesneden
tabakspyp.
Terwijl hij voortloopt en erover peinst, wat
hij zichzelf cadeau zal geven, staat hij stil
voor een voornaam restaurant met spiegelrui
ten. Daar zitten de mensehen zoo lekker te
smullen en te drinken, dat den boer het water
in den mond komt. Als hij ook eens den grooten
heer speelde en 'reis wat beter at dan zijn da-
gelijksche zurrkool met spek. Nu kon hij zich
de weelde veroorlooven, en dan behoefde hij
tenminste niet meer zich het hoofd te breken
met de quaestie, welk geschenk hij zichzelf zou
geven. Zonder lang te overleggen, treedt hij het
lokaal binnen.
„Een glas bier," bestelt hij aan een kleinen
bediende, en in 't volle besef van zijn waardig
heid, zet hij zich bij een der ramen neer.
„Wilt u soms wat eten?" vroeg een tweede,
snel toegeloopen zwaluwstaartige kelner hem,
onder het overhandigen van de spijskaart, toe.
„Ja, dat wil ik wel," zegt Guglhofer voor
naam knikkend. Een oogenblik is hij met de
kaart iets verlegen, wijl hij niet lezen kan en
die beschaamde onkunde tot geen pry's verraden
wil. maar gelukkig krijgt hij een reddende in
geving: zwijgend cn achteloos wijst liij op den
eersten regel van de spijskaart. Vervuld van
zelfvoldoening over zijn slimheid en tegenwoor
digheid van geest, lepelt hij behaaglijk de voor-
gediende ragoutsoep op. Nauwelijks is hij daar
mee klaar of hij ziet reeds weder den kellner
in gehukte houding vóór hem staan. „Nu
is het geen kunst meer", lacht het boertje in
zijn vuistje en tikt, zwijgend als te voren, op
den tweeden regel. Het duurt niet lang, of de
gedienstige kellner zet hem een bord rijstesoeji
voor.
„Alweer soep, nou dat zal bij de heeren wel
mode wezen," troost zich de ietwat teleurge
stelde en maakt bekwamen spoed met de ver-
zwelging van de tweede portie.
„Nu zal toch eindelijk wel het vleescli komeo,
hoopt de boer, en legt den vinger op den derden
regel terwijl de kellner te derden male voor
hem buigt. Na enkele minuten keert de man,
moeite hebbende om zich goed te houden, terug
met een bouillon met ei.
In do nabijheid gezeten heeren maken zich
al vroolijk over die zonderlinge soepliefde van
den landelijken gast. Guglhofer neemt er even
wel geen notie van. Hij heeft al zijn krachten
noodig, om zijn bouillon naar binnen te spelen.
„Ze kunnen me gestolen worden, die stadslui
met hun eeuwig geslorp," denkt hij ontstemt,
maar eindelijk is zijn bord goddank weer leeg.
„Als jullie denkt dat ik al die malligheden
meemaak, dan heb je 't glad mis," bromt hij tus-
schen zijn tanden, en in de juiste veronderstel
ling dat op de kaart niet enkel soepen staan,
wyst hij den kellner op een der onderste regels.
Een tijdlang moest hij wachten, maar ditmaal
heeft hij het beter getroffen. Bij zyn derde glas
bier staat een schaal met appetijtelijk-roode
kreeft vóór hem. Bewonderend bekijkt Guglho
fer de vreemdsoortige spijszulk vee heeft hij
nog nooit gezien, maar dat maakt niet uit. In
elk geval is het iets heel bijzonder aparts en
minstens iets om te bijten en voor maagvulling.
Vol moed brengt hy dus mes en vork in bewe
ging en zaagt het eene pantserdier na het an
dere door in even groote lekkere beten. By het
kouwen en slikken haakt het wel wat in zyn
mond en keel maar onder de toenemende verba
zing der om hem heen zittende» werkt de boer
zich door den pijnlijken maaltijd heen, totdat
schaal en bord schoon zijn.
„Heeft het gesmaakt?" vraagt ten slotte grin-
nekend de kellner, nadat de boer betaald en zijn
fooi gegeven heeft.
„Jawel, jawel," zegt Guglhofer, terwijl alles
om hem heen schatert, ,,'t is heel goed geweest;
maar 't was wel... wat liard gebakken."
het frissche zuivere water der zandgronden
van Ren6umageest aan de oppervlakte doet
komen, bevordere waarschijnlijk de opkomst
dezer industrie.
Ook in Groningen hestonden vroeger vele
bierbrouwerijen; het Groninger hier, dat den
naam „kluun" droeg, werd veel naar Leeu
warden en door de provincie vervoerd. De
stad, deels op den diluvialen Hondsrug gele-
geu, kon voor de bierbrouwerij over goed wa
ter beschikken.
In de 18e eeuw verminderde het biergebruik
in ons land. Bij de aanzienlijken nam het
gebruik van vree.mde wijnen toe, bii het volk
vonden koffie en thee ingang, maar, helaas,
ook do jenever en brandewijn. Omstreeks 1667
heetten deze sterke dranken nog „jenever
water" en werd het gebruik daarvan bii de
eerzame burgers verafschuwd, maar toch
nam het toe. In de eerste helft der 19e. eeuw
verdrong het jenvergobruik dat van bier hoe
langer hoe meer. Toen Pacoh van Lennep in
zijn jeugd omstreeks 1823 de noordelijke pro
vinciën doorreisde, was het jerevergebruik
daar sterk, zeggen zijn brieven. Toch bestond-
den er ook nog tal van brouwerijen in ons
land. Zelfs Friesland had in 1829 nog 29 brou
werijen, Drente 20. die be de srdertt 1874 geen
brouwerijen meer bezitten.
Momenteel bestaan er in Nederland nog
439 brouwerijen, waarvan 174 in Nonrd-Brn-
bant en 177 in Limburg, Zreland telt er 28.
Gelderland 22, Zuid-Holland 13 en Noord-Hol
land 11. Een eeuw geleden was het aaninl
brouwerijen 678. Het aantal is dus geil i;
de productie evenwél stpeg, doordien hei be
drijf meer geconcentreerd i- v groote onder
nemingen.
BIERBROUWERIJEN IN ONS LAND IN
VROEGER TIJD.
Dr. H. Blink heeft in het tijdschrift voor
Economische Geographie een artikel geschre
ven over de ontwikkeling der bouw-industrie
'n ons land, waaraan het volgende is ont
leend:
Reeds in de middeleeuwen, toen koffie en
thee nog onbekend waren, was bier hier de
algemeene volksdrank, en de bierfabricatie
van groote beteekenis. Wagenaar deelt mede,
dat reeds in de 13e eeuw te Amsterdam bier
brouwerijen waren, ofschoon toen in eenigs-
zins aanzienlijke huishoudingen het bier voor
eigen gebruik zelf gebrouwen werd. In de
oostelijke streken van ons land is die gewoon
te veel langer blijven bestaan; in enkele stre
ken hadden voor niet langen tyd enkele groo
te heeren nog een brouwhuis op hun erf,
evenals een bakhuis.
Bij de Friezen in Sagelterland, waar zoo
vele oud-Friesche gewoonten lang stand hiel
den, vond men in het begin der negentiende
eeuw in elk dorp nog een gemeenschappelijk
brouwhuis, waar de huisvrouwen beurt om
beurt voor het huisgezin het bier brouwden
ten behoeve van eenige dagen. In talrijke dor
pen en provinciesteden van Gelderland,
Utrecht, Oveiijsel, Drente, Groningen en
Friesland vond men voor een eeuw nog een
of meer brouwerijen, die het bier leverden
voor den omtrek. In Noord-Brabant en Lim
burg is die toestand tot nog toe blijven voort
duren.
In de steden was men er al spoedig bij de
brouwerijen tot een monopolie te maken en
verhinderde daarom die industrie in de om
geving. Hieruit ontstonden wel eens moeilijk
heden, die het aanzijn gaven aan tal van be
palingen voor handel en industrie met be
trekking tot bier.
Na er op gewezen te hebben hoe in de 15e
en 16e eeuw de bierbrouwerijen in verschil
lende steden bloeiden, maar die industrie ach
teruitging hier en daar als in Amsterdam
door gebrek aan goed water, vervolgt de
schrijver:
In de Oostelijke provincie vond men in de
17e en 18e eeuw nog vele bierbrouwerijen op
de dorpen en in de provinciesteden. Het zoete,
Deventer bier, was hier een belangrijk han
delsartikel, dat, evenals het Haarlemsche,
veel in Friesland werd ingevoerd. Bij plech
tige gelegenheden, o.a. bij de begrafenissen,
waaraan niet zelden 50 tot 100 en meer perso
nen deelnamen, werd vóór een halve eeuw
nog bier gedronken, dat daarvoor speciaal ge
brouwen werd.
Nijmegen had zijn witte molbier, waaraan
men geneeskrachtige eigenschappen toe
schreef, en dat veel in Kleei'sland gedronken
werd. In Friesland was bet Dokkummer bier
bekend, dat naar alle Friescke dorpen werd
gezonden. De bron nabij deze stad, welke aan
St. Bonifaeius wordt toegeschreven, en welke
EEN BALTSCH GEBRUIK.
Men schrijft aan de Locomotief van een ge
bruik van den Baliër:
Zoo nu en dan echter probeert hij do booze
geesten, in plaats van ze met lekkere beetjes
gunstig voor zich te stemmen, door een Istig
opgezette mystificatie een loer te draaien en
zichzelf en zyn land te vrijwaren tegen de
akeligheden, die bedoelde kwaadgezinde mac'i
ten om zich heen plegen te zaaien 'n den
vorm van allerlei ziekten onder menschen en
dieren. Zoo was het nog pas kort geleden
„Menjepi", wat zooveel zeggen wi] als „ver
latenheid" en dien naam dan ook met alle
recht verdient. Het duurde van Vrijdagnacht
12 uur (27 Maart) tot Zondagmorgen 5 uur
d.a.v. en gedurende die periode werd het er
op alle mogelijke manieren door de Balinee-
zen op toegelegd om goden en geesten, d e
over het eiland rondwaren, in den waan te
brengen, dat Bali geen levende ziel meer her
bergde en het dus verpilling van krachten
zou wezen om over zoo'n onbewoond oord ook
nog maar het geringste van hun voorraad na
righeden uit te storten. Het was daartoe zoo
lang „Menjepi" dnurde, aan alle Baliërs,
mannen en vrouwen, groot en klein, eenvou
dig streng verboden zich op straat te vertoo-
nen of zelfs ook maar buitenshuis te komen.
Den heelen Zaterdag had gansck Bali huis
arrest, en wie het mocht wagen, toch zijn
woning maar even te verlaten, werd met ten
boete van 5 mille gestraft nu wel geen
„mille" in den zin, dien wij gewoonlijk aan
dat woord hechten, n.l. van 1000, maar in
dien van 1000 képens, Chineesche bronzen
muntstukjes met vierkant gat in het midden,
die hij heele rissen aan elkaar geregen wor
den en waarvan er vijf in waarde gelijk staan
met een cent, zoodat dus het bewuste met 10
pop gelijk stond. Het spreekt wel van zelf,
dat daarvoor controle noodig was, en die werd
dan ook uitgeoefend door een aantal elk uit
2 of 3 Baliërs bestaande patrouilles, die Boe-
leleng en Singaradja zwijgend doorkruisten,
om zich er de visu van te overtuigen, dat hét
huisarrest-gebod niet overtreden werd. Nu
zal men allicht vragen, of dan die rondzwer
vende controleurs zelf niet meetelden voor
heeren-geestenf WelnMn, want die lui hadden
een zwart jasje aanschoten, droegen geen
hoofddoek en slopen zorgvuldig langs de kan
ten van de wegen, zoodat ze geacht konden
worden voor de bovenaardsche machten on
zichtbaar te zijn. Of die ongelukzaaiers dus
ook aardig in de luren gelegd werden!
Ook mocht er gedurende den heele „Menje-
pi"-tijd nergens rook uit de hnizen opstijgen,
alweer natuurlijk om de verlatenheidsfictie-
tie nog te versterken, terwijl er om dezelfde
reden in geen envele inlandsche woning vuur
of licht ontstoken mocht worden. Van eten
koken kon dns geen sprake zijn: daar had
men de vorige dagen maar alvast voor moe
ten zorgen.
Aldus geschiedde het, dat Bali door al deze
welberaamde listigheden nu weer voor een
poosje tegen veeziekten, hondsdolheid, pest en
soortgelijke van booze geesten afkomstige na
righeden gevrijwaard is. Jammer alleen maar,
dat die Menjepi-toestand bezwaarlijk perma
nent gehandhaafd kan blijven!