Nieuwe Haarl. Courant. iederiaiidsciie R. I. Volkstand voor Dairies en buitengemeenten. Mengelwerk. Een dag onder den Aeauator- Te hard cjehgkken. Vertrouwd soneel krijgt u advertentie in de Roomsch dlenstper- het best door een DE ZWEEDSCHE EXPEDITIE IN BOLIVIA. De Zweedsche expeditie, die in Bolivia ver- loren is gegaan, is vermoedelijk ten offer geval- len aan de wraakzucht van de Beni-Indian en, die zich wilden wreken over de gruweldaden, waaraan blanke caoutchouc-verzamelaars zich ieeens hen schuldig hebben gemaakt, schrijft het Hbld. De expeditie stond onder de leiding van Erland v. Nordenskjöld, die een jaar geledc*" zijn tocht in het Noorden van Bolivia onder nam om ethnographische onderzoekingen in te stellen. Nordenskjöld deed ook in 19081909 een onderzoekingsreis in dit gebied, met gelijke bedoelingen. Het bericht van den ondergang der expeditie werd aangebracht door een der metgezellen van Nordenskjöld, die zwaar gekwetst het plaatsje St. Anna, aan een zijrivier van de Rio Marmore, wist te bereiken en nog maar enkele woorden kon uitbrengen, die intusschen het ergste konden doen verwachten in verband met den toestanc van den later gestorven boodschapper. Loonardus Schrama, Antonius Waasdorp, Anna van Rooden, Anna Margaretha Derlinden, Anna Maria Cobbe, hvr. van Gerardus v. der Ploeg, Elisabeth van Braak, wed. van Hermanus Schoondervoort, Alida Lek, hvr. van Joës Sieker, Henrica Magdalena Jansen, hvr. van Tiburtius Hilarius de Boer Jacobus Kroon, die met de laatste H.H. Sacramenten der Stervenden zijn voorzien en voor: Jacobus Pijper, Senr. en Elisabeth Fisane. die in den Heer is overleden. LÏSSE. ZONDAG; te 7 uur en te halt' 9 de gelezen H.H. Missen, te 10 uur de Hoogmis met predikatie, to half 2 Catechismus, te hall 3 Vespers, waaronder de Rozenkrans zal ge- beden worden en 's avonds te 7 uur Lol waaronder predikatie. WOENSDAG, 's middags van 5 uur af ge legenheid om te biechten. DONDERDAG, Hemelvaartsdag, te vieren als Zondag. Te 10 uur plechtige Hoogmis, 's namiddags te half 3 de Vespers, waaron der de Rozenkrans zal gebeden worden. ZATERDAG, 's middags van 3 uur af ge legenheid om tc biechten, 's avonds te 7 uur Lof, waaronder de Rozenkrans zal ge beden worden. NOOUDWIJKEimOïTT. ZONDAG, 7 uur on half 9 stille H.H. MisSen met onderrichting; 10 uur Hooogm.s met predikatie; s namiddags 2 uui Lof en Predikatie ter eere van Maria. DINSDAG, 's avonds kwart over 7 uur Lof ter eere van Maria. DUNDLADAG, 7 uur stille H. Mis, half 9 stille H. Mis waaronder de kleine kinderen hunne eerste H. Communie doen; half 11 igez. H. Mis met predikatie, 's Namiddags 2 uur Lof en Rozenhoedje. VRIJDAG 's avonds kwart over 7 uur Lof ter eere van Maria. De gebeden worden verzocht voor: Wilhelmus Niekerk, Apollonia Akkersdijk, hvr. Rubertus Zoet, Maria van Kampen, en (Jeertruda Borgers, die met de laatste l.H. Sacramenten der Stervenden zijn voorzien. VOORHOUT. ZONDAG, half 8 Vroegmis; 10 uur Hoog mis; helf 2 Catechismus, bijbelles, Cateehis- musleeren; half 3 Kruisweg. MAANDAG, Dinsdag en Woensdag Kruis dagen, gedispenseerd in Vasten- en Onthou- dingswet. Maandag vóór de H. Mis van 7 uur, Dins dag en Woensdag vóór de H. Mis van 8 uur, Litanie van Alle Heiligen. DINSDAG, half 12 en 12 uur de Catechismus WOENSDAG, 's avonds biechthooren van 5 half 8, om half 8 Lof ter eere van de Allerh. Maagd Maria. DONDERDAG, Feestdag van 'sHeeren He melvaart, te vieren als Zondag, half 8 Vroeg mis; 10 uur Hoogmis; half 3 Vespers met Rozenhoedje. ZATERDAG, 's avonds biechthooren van tot 8 uur; 7 uur Dof ter eere van de Allerh. Maagd. De gebeden worden verzocht voor Maria van Wieringen, die met de laatste H.H. Sacramenten dei- Stervenden is voorzien. In den ondertrouw zijn opgenomen: Cornelius Zandbergen (Warmond) en Wilhelmina Roere (Voorhout.) HAARLEMMERMEER. (Aan de Lijnden.) ZONDAG, 7 uur voor Joannes Sclionhage, 10 uur Hoogmis voor de parochie, 's middags 3 uur Lof met Rorzenhoedje. MAANDAG, kwart over 8 voor de Levende 'en overleden leden van den Levenden Ro zenkrans. DINSDAG, kwart over 8 gezongen H. Mis ter eere van den H. Antonius voor den wel stand onder het vee en de vruchten der aaide. \vOENSDAG, kwart over 8 voor Adriana Duinhoven, geb. Stolwijk en overleden fa milie. DONDERDAG, Hemelsvaartsdag, 7 uur Vroegmis voor Adrianus Goorden en Antonia Bus, 10 uur Hoogmis, 3 uur Lof met Rozen hoedje. VRIJDAG, kwart over 8 voor Dianysius „"Vervloed. ZATERDAG, kwart over 8 voor Nicolaas v. Eks cn Maria Stokman. HOOFDDORP. ZONDAG, heden Feest van Aanbidding. Den geheelen dag blijft het H. Sacrament ter aanbidding uitgesteld; 7 uur de Vroeg mis voor Antonius Goossens, 10 uur de Hoogmis voor het Geestelijk en tijdelijk wel zijn der Parochie. Half 7 Lof en processie, waarna de Te Deuin tot sluiting van liet Feest. WOENSDAG, bij de Eerw. Zusters voor Alida Maria Raaijmakersvan der Weijden; kwart over 8 voor den Z. E. H. J. Steen voorden, stichter van deze Parochie. DINSDAG, kwart voor 8 voor Gornelis Sprokkelenburg. Kwart over 8 voor de over ledene familie de Lange; half 7 Lof en Mei maandoefening. WOENSDAG, kwart voor 8 voor Nicolaas Thomas Dorbeck en Helena van Lingen kwart over 8 voor Wolterus Koekhoven; 's morgens voor en na de H.H. Missen ge legenheid om te biechten en 's middags van 48 uur. DONDERDAG, Feest van 'sHeeren He melvaart, te vieren als Zondag; 7 uur tot zekere intentie ter eere van Maria, 10 uur voor Geertruida Groenland—Tielkens, 3 uur Lof en Meimaandoefening. VRUDAG, kwart voor '8 voor Bertha Looijaard; kwart over 8 voor Joannes Willi, de Heij en Agatha Oudejans. ZATERDAG, kwart voor 8 voor Francis- cus Albertus Scheelings en Maria Cremers. Kwart over 8 voor Nicolaas Dankelman en overledene familie; half 7 Lof en Meimaand- oefening. Maandag, Dinsdag en Woensdag Kruisda gen- Na de H.H. Missen zal de Litanie voor Allo Heiligen gebeden worden. De gebeden worden verzocht voor Joanna BraakVisser Petrus Zuiderduin, Dymphna Hoovduinvan der Woerkom, die met de laatste H.H. Sacramenten der Stervenden zijn voorzien en voor Cornelis Joannes Sprokkelenburg, Barbara Looijaard, Cornelia Graneman, die in den lieer zijn overleden. ZONDAG, 7 uur Vroegmis 10 u. Hoog mis 3 uur Lof ter eere van den H. Maagd. Deze week Catechismus naar gewoonte. MAANDAG, Dinsdag en Woensdag, Kruis dagen, gedispenseerd in de Vasten- en Ont- houdingswet. WOENSDAG, 's middags 3 uur gelegenheid om te biechten. DONDERDAG, feestdag van 'sHeeren He melvaart, te vieren als Zondag', 7 uur Vroeg mis, 10 uur Hoogmis, 3 uur Lof ter eere van de H. Maagd. De geh: d n worden verzocht voor Joanna van der Linden, wed. Polak, die met de laatste H.H. Sacramenten der Stervenden is voorzien en voor Wilhelmus van Beek, die in den Heer is overleden. De Kerkberichten die te laat inkwamen voor dit nummer, zijn opgenomen in de Nieuwe Haarlemsche Courant van heden. Afdeeling HAARLEM. Bondsgebouw Smedestraat 23. Maandag 18 Mei. Ondersteuningsfonds. Vergadering- Schoenmakers. Dinsdag 19 Mei. Gecombineerde Vakbestu- ren. Vrijdag 22 Mei. Propagandaelub. Zaterdag 23 Mei 8 uur Hulpspaarbank Schoterkwartier. Half 9 Spaarbank. Coöp. Bakkerij. Steuncomité. Spaarkas St. Nicolaas. Winterprovisie. Namens het Bestuur, A. L. VOLLAERTS, Secr. Afdeeling OVERVEEN en Omstreken. Zaterdag 16 Mei, des avonds van half 8 tot half 9 zitting Spaarbank en Spaarkas in het gewone lokaal; tevens gelegenheid zich als lid op te geven. Mededeeling. Het bestuur noodigt by deze beleefd jonge meisjes uit, om op Zondag 19 Juli zich te willen belasten met 't verkoopen van bloemp jes, uitgaande van de vereeniging „Herwon nen Levenskracht". Zij, die voor dit schoone doel willen helpen, gelieven zich aan te mel den uiterlijk vóór 18 Mei bij ondergeteekende. Namens het Bestuur, W. VAN DEN AARDWEG, Secr. Afdeeling HEEMSTEDE. R. K. Vereenigingsgebouw. Zondag 17 Mei Encycliekfeest van de afd. Heemstede van den Ned. R. K. Volksbond, 's Morgens 6 uur generale H. Communie der leden en donateurs. Alle leden worden be leefd verzocht getooid met hun insigne tot de H. Tafel te naderen. Onze Weleerw. Geestel. Adviseur zal deze Geestelijke oefening leiden en 's avonds 7 uur zal in het R. K. Vereeni gingsgebouw dit feest worden herdacht. Als feestredenaar zal dan optreden de WelEd. Gestr. Heer Mr. Bomans uit Haarlem. Alle heeren leden en donateurs met hunne dames worden beleefd ter medefeestviering van ons Encycliekfeest uitgenoodigd. Ook zal er vrije toegang zijn voor R. K. heeren en dames. Kinderen beneden 16 jaar worden niet toe gelaten. Namens het Bestuur, G. DE KOK. Afdeeling LISSE. Zaterdag 16 Mei van 8—9 uur Spaarkas. Dinsdag 19 Mei 's avonds te 8 uur jaarver gadering der Propagandaelub in de „Kleine Vereeniging". Mededeeling. Door het comité „Steun nieuw Bondsge bouw" is in de maand April 18 ingezameld. Door liet collecteeren aan de huizen der leden en door den verkoop van bonnetjes. Iedere maand zal de commissie verantwoording doen van de door haar ingezamelde gelden, welke onder de agenda geplaatst zal worden. Namens het Bestuur, H. J. VAN TONGEREN, Secr. Afdeeling VOORHOUT. Zondag 17 Mei, na de Hoogmis, tot half één zitting Spaarkas in de Zusterschool, tot ont vangst der spaargelden. Namens het Bestuur, A. HEERINGS, Secr. Afdeeling ZAANDAM. Jaarvergadering Zondag'17 Mei. 1. Opening. 2. Notulen. 3. Installatie nieuwe leden. 4. Jaar verslag secretaris en penningmeester. 5. In gekomen stukken. 6. Bestuursverkiezingen. 7. Rondvraag. 8. Sluiting. Zondag 24 Mei. Propagenda-feestvergade- ring der R. K. Fabrieks-, Haven- en Trans portarbeiders, des avonds 7Yi uur, in Iet Bondsgebouw. Spreker de heer Hulselman, van Wormerveer, met medewerking van Ce cilia en eenige leden van Vriendenkring. Toe gankelijk voor alle R. K. heeren en dames. Namens het Bestuur, P. J. JANSEN. 2e Secr. ver der natuur te zijn; ik verdiep mij dagelijks in het heerlijke en onuitsprekelijke van haar leven, en al kan ik bet niet geheel doorgron den in doel en orde, zoo geeft mij toch bet flauww besef dier heerlijkheid een ongekend gevoel van verrukking. Het is drie uur in den morgen, ik verlaat mijn hangmat, want de slaap is niet machtig genoeg om mijn opgewekten geest te kluisteren; ik open het venster en sla mijn oog in den don keren, majestueuzen nacht daarbuiten. Heer lijk flonkeren de sterren, de weerschijn der on dergaande maan kaatst zijn zilveren glans te rug op de oppervlakte van den stroom. Een geheimzinnige stilte omgeeft mij. Ik ga met de lantaarn naar huiten onder de koele waranda en beschouw mijn vertrouwde vrienden, de boomen en struiken, die om het huis heen staan. Vele slapen met saamgetrokken bladeren, an deren, die des daags slapen, spreiden hun blade ren uit en steken vreedzaam de kruin omhoog in de stille ruimte. Weinige bloemen hebben de kelken open; gij slechts, welriekende Pauli- nia 1) komt den wandelaar tegen met uwe liefelijke geuren, en gij verhevene Manga met uwe breede schaduwen, die door uw volle lo- verkroon mij tegen den nachtdauw beschut. Spookachtig zwieren groote nachtvlinders om het aantrekkelijk licht mijner lantaarn. Al meer en meer doorweekt de dauw de opfris- schende beemden, de nachtwind valt guur en vochtig op het warme lichaam. Een krekeltje in huis lokt mij met zijn geheimzinnig gepiep weer naar binnen en houdt mij gezelschap ter wijl ik half droomende vol blijde hoop den dag afwacht, uit den slaap gehouden door het muskietengegons, liet gekwekkwak der kikkers en het klagelijk geroep van den geitenmelker. Tegen vijf uur zag ik aan alle kanten den morgen aanbreken. Een zacht, eentonig grauw, waarin het morgenrood vroolijk speelt, bedekt den hemel; slechts boven ons hoofd is 't nog donker. De vormen worden duidelijker; de boo men schijnen ons te naderen, de landwind, die uit het Oosten waait, brengt ze in een zachte schommeling. Reeds vallen rozenkleurige stra len en reflexen op de kruinen der domvormige caryocar- en bartholethia- en symphoniastam- men. Takken en bladeren beginnen zich te be wegen, de droomenden ontwaken en koesteren zich in de frissclie morgenlucht; ik lioor het gegons der kevers, vliegen, muggen, de stem men der vogels en het geschreeuw van apen, die naar de hooge bosschen terugklauteren. De sluwe otters verlaten sluipend het gevogelte, dat van den hooghartigen haan het ochtend krieken verneemt. De lucht wordt al helderder, en de dag breekt aan, een onbeschrijfelijke heilige stilte ligt over de natuurde aarde ver wacht haar bruidegom. Ziet, daar komt hij als bliksemvuur schittert de rand der zon: nu rijst zij omhoog in een oogenhlik is zij ge heel boven den horizon, opgedoemd uit een vuurzee, en schiet haar gloeiende stralen over de aarde. De tooverachtige schemering wijkt, van plaats tot plaats verjaagd, en eensklaps treedt de aarde, gedost in haar schitterende ochtenddauw, jeugdig, feestelijk en vol levens lust als de schoonste bruid voor het oog van den aanschouwer. Geen wolkje is er aan den hemel, klaar en diep is het firmament; alles is leven, strijdende en genietende, dieren en plan ten. Tegen zeven uur begint de dauw op te trekken, de wind legt zich neder, men voelt reeds het toenemen der warmte. Snel stijgt de zon tegen den helderen, doorschijnend-blamven hemel op, waarin alle dampen zich hebben op gelost. Later komen aan de westelijke kim kleine, nederige witte wolkjes op, die gekeerd naai de dagvorstin, zich al meer en meer uitbreiden. Om negen uur is de weide geheel opgedroogd, het boseh schitert met zijn violetkleurigen dan over 't landschap nu een violetkleurigen dan een licht-gelen tint verspreiden, waardoor, de achtergrond van 't hooge woud, de rivier en de zee, volkomen harmonisch ver bonden worden. De zon daalt en in de schit terendste kleuren-mengeling verlaat zij de westelijke poort des hemels. Vrede en liefde heeft zij aan de schepping achtergelaten; de duisternis wekt in dier en plant nieuwe lus ten op; het leeft in het woud van een teeder gefluister en geruisch; vernieuwd liefdesver langen ademt er in de verrukkende geuren, die uit de pas ontloken bloemen opstijgen; de na tuur geeft zich over aan al de weelde der liefde. Nog drijven er in den weerglans der onder gaande zon eenige lichtstrepen om de kruinen der boomen; daar stijgt in statige kalmte, stil en verheven, vriendelijk en wonderbaar, de zil verblanke maan boven het donkere woud, en onder het verflauwen der omtrekken meiten de voorwerpen die ons omringen tot nieuwe duistere gestalten ineen. De nacht komt, al het geschapene verzinkt in den slaap en verliest zich in droomen. De hemel, schit terende van tallooze getuigen van de hoogste en verst-verwijderde heerlijkheid, welft zich in zijn onbesefbare onmetelijkheid over de aarde heen en vervult het. menschelijk hart met ootmoed en vertrouwen de schoonste gave Gods na een dag van aanschouwen en genieten. Para, 18 Augustus. Wat ben ik hier gelukkig, wat versta ik hier veel dingen volkomen, die vroeger voor mijn geest onbereikbaar schenen. Deze plaats waar alle krachten in een vol maakte harmonie zijn en als tot een zegelied zamen stemmen, brengt ons gevoelen en den ken tot een helder bewustzijn. Nu geloof ik beter te verstaan wat het zegt gesehiedschry- 1) Een klimplant in de tropische gewesten thuis behoorende. „TI. Ct. Guglhofer, een der diepst in schulden ste kende boeren in Ninterberggraben, lieeft een groote erfenis gekregen. Hij moet derhalve voor het gerecht verschijnen en is voor de eer ste maal in de stad. Nadat het voornaamste is afgehandeld, doet hy m de vroolijkste stemming een paar boodschappen, voor de boerin koopt hij een zijden hoofddoek, voor de dienstbode een kerkboek en voor den knecht een gesneden tabakspyp. Terwijl hij voortloopt en erover peinst, wat hij zichzelf cadeau zal geven, staat hij stil voor een voornaam restaurant met spiegelrui ten. Daar zitten de mensehen zoo lekker te smullen en te drinken, dat den boer het water in den mond komt. Als hij ook eens den grooten heer speelde en 'reis wat beter at dan zijn da- gelijksche zurrkool met spek. Nu kon hij zich de weelde veroorlooven, en dan behoefde hij tenminste niet meer zich het hoofd te breken met de quaestie, welk geschenk hij zichzelf zou geven. Zonder lang te overleggen, treedt hij het lokaal binnen. „Een glas bier," bestelt hij aan een kleinen bediende, en in 't volle besef van zijn waardig heid, zet hij zich bij een der ramen neer. „Wilt u soms wat eten?" vroeg een tweede, snel toegeloopen zwaluwstaartige kelner hem, onder het overhandigen van de spijskaart, toe. „Ja, dat wil ik wel," zegt Guglhofer voor naam knikkend. Een oogenblik is hij met de kaart iets verlegen, wijl hij niet lezen kan en die beschaamde onkunde tot geen pry's verraden wil. maar gelukkig krijgt hij een reddende in geving: zwijgend cn achteloos wijst liij op den eersten regel van de spijskaart. Vervuld van zelfvoldoening over zijn slimheid en tegenwoor digheid van geest, lepelt hij behaaglijk de voor- gediende ragoutsoep op. Nauwelijks is hij daar mee klaar of hij ziet reeds weder den kellner in gehukte houding vóór hem staan. „Nu is het geen kunst meer", lacht het boertje in zijn vuistje en tikt, zwijgend als te voren, op den tweeden regel. Het duurt niet lang, of de gedienstige kellner zet hem een bord rijstesoeji voor. „Alweer soep, nou dat zal bij de heeren wel mode wezen," troost zich de ietwat teleurge stelde en maakt bekwamen spoed met de ver- zwelging van de tweede portie. „Nu zal toch eindelijk wel het vleescli komeo, hoopt de boer, en legt den vinger op den derden regel terwijl de kellner te derden male voor hem buigt. Na enkele minuten keert de man, moeite hebbende om zich goed te houden, terug met een bouillon met ei. In do nabijheid gezeten heeren maken zich al vroolijk over die zonderlinge soepliefde van den landelijken gast. Guglhofer neemt er even wel geen notie van. Hij heeft al zijn krachten noodig, om zijn bouillon naar binnen te spelen. „Ze kunnen me gestolen worden, die stadslui met hun eeuwig geslorp," denkt hij ontstemt, maar eindelijk is zijn bord goddank weer leeg. „Als jullie denkt dat ik al die malligheden meemaak, dan heb je 't glad mis," bromt hij tus- schen zijn tanden, en in de juiste veronderstel ling dat op de kaart niet enkel soepen staan, wyst hij den kellner op een der onderste regels. Een tijdlang moest hij wachten, maar ditmaal heeft hij het beter getroffen. Bij zyn derde glas bier staat een schaal met appetijtelijk-roode kreeft vóór hem. Bewonderend bekijkt Guglho fer de vreemdsoortige spijszulk vee heeft hij nog nooit gezien, maar dat maakt niet uit. In elk geval is het iets heel bijzonder aparts en minstens iets om te bijten en voor maagvulling. Vol moed brengt hy dus mes en vork in bewe ging en zaagt het eene pantserdier na het an dere door in even groote lekkere beten. By het kouwen en slikken haakt het wel wat in zyn mond en keel maar onder de toenemende verba zing der om hem heen zittende» werkt de boer zich door den pijnlijken maaltijd heen, totdat schaal en bord schoon zijn. „Heeft het gesmaakt?" vraagt ten slotte grin- nekend de kellner, nadat de boer betaald en zijn fooi gegeven heeft. „Jawel, jawel," zegt Guglhofer, terwijl alles om hem heen schatert, ,,'t is heel goed geweest; maar 't was wel... wat liard gebakken." het frissche zuivere water der zandgronden van Ren6umageest aan de oppervlakte doet komen, bevordere waarschijnlijk de opkomst dezer industrie. Ook in Groningen hestonden vroeger vele bierbrouwerijen; het Groninger hier, dat den naam „kluun" droeg, werd veel naar Leeu warden en door de provincie vervoerd. De stad, deels op den diluvialen Hondsrug gele- geu, kon voor de bierbrouwerij over goed wa ter beschikken. In de 18e eeuw verminderde het biergebruik in ons land. Bij de aanzienlijken nam het gebruik van vree.mde wijnen toe, bii het volk vonden koffie en thee ingang, maar, helaas, ook do jenever en brandewijn. Omstreeks 1667 heetten deze sterke dranken nog „jenever water" en werd het gebruik daarvan bii de eerzame burgers verafschuwd, maar toch nam het toe. In de eerste helft der 19e. eeuw verdrong het jenvergobruik dat van bier hoe langer hoe meer. Toen Pacoh van Lennep in zijn jeugd omstreeks 1823 de noordelijke pro vinciën doorreisde, was het jerevergebruik daar sterk, zeggen zijn brieven. Toch bestond- den er ook nog tal van brouwerijen in ons land. Zelfs Friesland had in 1829 nog 29 brou werijen, Drente 20. die be de srdertt 1874 geen brouwerijen meer bezitten. Momenteel bestaan er in Nederland nog 439 brouwerijen, waarvan 174 in Nonrd-Brn- bant en 177 in Limburg, Zreland telt er 28. Gelderland 22, Zuid-Holland 13 en Noord-Hol land 11. Een eeuw geleden was het aaninl brouwerijen 678. Het aantal is dus geil i; de productie evenwél stpeg, doordien hei be drijf meer geconcentreerd i- v groote onder nemingen. BIERBROUWERIJEN IN ONS LAND IN VROEGER TIJD. Dr. H. Blink heeft in het tijdschrift voor Economische Geographie een artikel geschre ven over de ontwikkeling der bouw-industrie 'n ons land, waaraan het volgende is ont leend: Reeds in de middeleeuwen, toen koffie en thee nog onbekend waren, was bier hier de algemeene volksdrank, en de bierfabricatie van groote beteekenis. Wagenaar deelt mede, dat reeds in de 13e eeuw te Amsterdam bier brouwerijen waren, ofschoon toen in eenigs- zins aanzienlijke huishoudingen het bier voor eigen gebruik zelf gebrouwen werd. In de oostelijke streken van ons land is die gewoon te veel langer blijven bestaan; in enkele stre ken hadden voor niet langen tyd enkele groo te heeren nog een brouwhuis op hun erf, evenals een bakhuis. Bij de Friezen in Sagelterland, waar zoo vele oud-Friesche gewoonten lang stand hiel den, vond men in het begin der negentiende eeuw in elk dorp nog een gemeenschappelijk brouwhuis, waar de huisvrouwen beurt om beurt voor het huisgezin het bier brouwden ten behoeve van eenige dagen. In talrijke dor pen en provinciesteden van Gelderland, Utrecht, Oveiijsel, Drente, Groningen en Friesland vond men voor een eeuw nog een of meer brouwerijen, die het bier leverden voor den omtrek. In Noord-Brabant en Lim burg is die toestand tot nog toe blijven voort duren. In de steden was men er al spoedig bij de brouwerijen tot een monopolie te maken en verhinderde daarom die industrie in de om geving. Hieruit ontstonden wel eens moeilijk heden, die het aanzijn gaven aan tal van be palingen voor handel en industrie met be trekking tot bier. Na er op gewezen te hebben hoe in de 15e en 16e eeuw de bierbrouwerijen in verschil lende steden bloeiden, maar die industrie ach teruitging hier en daar als in Amsterdam door gebrek aan goed water, vervolgt de schrijver: In de Oostelijke provincie vond men in de 17e en 18e eeuw nog vele bierbrouwerijen op de dorpen en in de provinciesteden. Het zoete, Deventer bier, was hier een belangrijk han delsartikel, dat, evenals het Haarlemsche, veel in Friesland werd ingevoerd. Bij plech tige gelegenheden, o.a. bij de begrafenissen, waaraan niet zelden 50 tot 100 en meer perso nen deelnamen, werd vóór een halve eeuw nog bier gedronken, dat daarvoor speciaal ge brouwen werd. Nijmegen had zijn witte molbier, waaraan men geneeskrachtige eigenschappen toe schreef, en dat veel in Kleei'sland gedronken werd. In Friesland was bet Dokkummer bier bekend, dat naar alle Friescke dorpen werd gezonden. De bron nabij deze stad, welke aan St. Bonifaeius wordt toegeschreven, en welke EEN BALTSCH GEBRUIK. Men schrijft aan de Locomotief van een ge bruik van den Baliër: Zoo nu en dan echter probeert hij do booze geesten, in plaats van ze met lekkere beetjes gunstig voor zich te stemmen, door een Istig opgezette mystificatie een loer te draaien en zichzelf en zyn land te vrijwaren tegen de akeligheden, die bedoelde kwaadgezinde mac'i ten om zich heen plegen te zaaien 'n den vorm van allerlei ziekten onder menschen en dieren. Zoo was het nog pas kort geleden „Menjepi", wat zooveel zeggen wi] als „ver latenheid" en dien naam dan ook met alle recht verdient. Het duurde van Vrijdagnacht 12 uur (27 Maart) tot Zondagmorgen 5 uur d.a.v. en gedurende die periode werd het er op alle mogelijke manieren door de Balinee- zen op toegelegd om goden en geesten, d e over het eiland rondwaren, in den waan te brengen, dat Bali geen levende ziel meer her bergde en het dus verpilling van krachten zou wezen om over zoo'n onbewoond oord ook nog maar het geringste van hun voorraad na righeden uit te storten. Het was daartoe zoo lang „Menjepi" dnurde, aan alle Baliërs, mannen en vrouwen, groot en klein, eenvou dig streng verboden zich op straat te vertoo- nen of zelfs ook maar buitenshuis te komen. Den heelen Zaterdag had gansck Bali huis arrest, en wie het mocht wagen, toch zijn woning maar even te verlaten, werd met ten boete van 5 mille gestraft nu wel geen „mille" in den zin, dien wij gewoonlijk aan dat woord hechten, n.l. van 1000, maar in dien van 1000 képens, Chineesche bronzen muntstukjes met vierkant gat in het midden, die hij heele rissen aan elkaar geregen wor den en waarvan er vijf in waarde gelijk staan met een cent, zoodat dus het bewuste met 10 pop gelijk stond. Het spreekt wel van zelf, dat daarvoor controle noodig was, en die werd dan ook uitgeoefend door een aantal elk uit 2 of 3 Baliërs bestaande patrouilles, die Boe- leleng en Singaradja zwijgend doorkruisten, om zich er de visu van te overtuigen, dat hét huisarrest-gebod niet overtreden werd. Nu zal men allicht vragen, of dan die rondzwer vende controleurs zelf niet meetelden voor heeren-geestenf WelnMn, want die lui hadden een zwart jasje aanschoten, droegen geen hoofddoek en slopen zorgvuldig langs de kan ten van de wegen, zoodat ze geacht konden worden voor de bovenaardsche machten on zichtbaar te zijn. Of die ongelukzaaiers dus ook aardig in de luren gelegd werden! Ook mocht er gedurende den heele „Menje- pi"-tijd nergens rook uit de hnizen opstijgen, alweer natuurlijk om de verlatenheidsfictie- tie nog te versterken, terwijl er om dezelfde reden in geen envele inlandsche woning vuur of licht ontstoken mocht worden. Van eten koken kon dns geen sprake zijn: daar had men de vorige dagen maar alvast voor moe ten zorgen. Aldus geschiedde het, dat Bali door al deze welberaamde listigheden nu weer voor een poosje tegen veeziekten, hondsdolheid, pest en soortgelijke van booze geesten afkomstige na righeden gevrijwaard is. Jammer alleen maar, dat die Menjepi-toestand bezwaarlijk perma nent gehandhaafd kan blijven!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 11