Sporten Wedstrijden Landbouw e V ^c!erij. Leger en Vloot, n. ONDERWIJS. de leiders (en leidsters) in do groote zieken huizen en krankzinnigengestichten nam, stapten over de bezwaren heen en wijdden zich nan een taak, die vooral voor de eer sten onder hen een niet te onderschatten goeden moed eischte." Schitterend waren de resultaten dan ook xiet. „Buiten de groóte ziekenhuizen van»on- zijdigo kleur op godsdienstig geb'ed, be stond voor gren R. K. meisje gelegenheid zich te bekwamen: alle R. K. ziekenhuizen v aren tot voor enkele weinige jaren voor haar gesloten en allerminst konden zij toe gang verkrijgen in dat deel van ons land, var, om de overwegend, katholieke bevol- k ng, slechts ziekenhuizen door religieusen bediend, bestaan konden. Toch bleek het maar al te vaak dat men Teekenbulp behoefde om de ziekenverple ging te doen beantwoorden aan de nieu were eischen. Eerstens in de mannenafdeeling waar de religieuze verpleegsters bezwaarlijk de hulp van lerken konden missen. Doch ook in dat gedeelte der vrouwenafdeelingen, dat eerst in 1202 op verzoek van een aantal gereesheerer n Noord-Brabant en Lim burg was opengesteld: n.l. dat voor de vrou wen die den zegen van het moederschap wachtten. ..Ook wijk- en kinderverpleging onder vinden nog stepds don ongunstigen terug slag, dat niet tijdig, ook aan leeken-leer- ling-verpleegsters g lcgenbehl tot doelma- t:go opleiding werd geboden" De Mansbode herinnert in dit verband aan do in 120(5 opgerichte vereeniging der bevor dering van de R. K. ziekenverpleging in Noord-Brabant en Limburg. Deze vereeni- g;ng wist dn besturen der ziekenhuizen tot openstelling der zalen voor leeken to bewe gen. Te Breda en te 's Hertogenboseb wordt van de geboden gelegenheid een druk ge bruik n-emaakt door leerling-verpleegsters. In 1908 is te Haarlem een „Bond van R.K. 7, ekenverpleegsters in 'tbisdom Haarlem" opgericht, onder voorzitterschap van Dr. Yan den Berg te Haarlem. Deze hond werkt in denzelfden geest als de Zuidelijke vereeni ging en bezit bovendien een informatiebureau ter uitzending van R. K. verpleegsters. En. zooals Dr. Struyeken zegt, kunnen de R. K. meisjes ople'ding ontvangen in de Katholieke ziekenhuizen te Amsterdam en Utrecht. Edoch, het aantal aanvragen om opleiding in do opengestelde Katholieke ziekenhuizen, is zoo overstelpend groot, dat slechts een klein deel ervan kan worden ingewilligd. De talrijkheid der aanvragen ie wel een 5fc-or verheugend verschijnsel. Daaruit blijkt ten volle, dat dc Katholieke charitas zich ook op dit gebied niet inbetuigd zal laten. Maar het stemt treurig te moeten hooren, dat velen worden afgewezen. Het blad hoopt dan ook, dat dit hoogst be langrijke Katholiek maatschappelijk vraag stuk tot een bevredigende oplossing worde gebracht. De voorzitter van den R. K. Bond van Zie kenverpleegsters, de heer Dr. H. van den Berg. geeft in een ingezonden stuk in de Msb. van heden aan, dat in sommige R. K. Zie kenhuisjes meisjes tot verpleegster worden opgevoed. Morgen zullen wij aan dit stuk een en an der ontleenen. DE PEST IN INDIë EN DE DOKTOREN. Uit de kringen van deskundigen wordt verwondering te kennen gegeven over het feit dat niemand van de geneesheeren in Patria 't noodig heeft geacht, op te komen tegen de woorden door minister Pleyte, ten opzichte van de jonge medici gesproken, en tegen de bedreiging van de regeeringstafel, dat Zijne Excellentie, toonden de Nederland- sche medici geen ambitie of roeping, een beroep zou doen op het buitenland. De Ne- derlandsche medici, meende men, hebben zulk een smaad niet verdiend en de minis ter moet het er wel wat dik hebben opge legd. In één jaar zouden die jonge medici eenige duizenden guldens kunnen overleg gen, wat echter alleen mogelijk is bij het betrachten van de allergrootste zuinigheid. Maar de honorarium-kwestie achtte men in medische kringen niet massgebend, trouwens het salaris is even voldoende. In aanmer king dient genomen, dat de uitgezonden me dici geen particuliere praktijk mogen uitoe fenen, terwijl de officieren van gezondheid, die ook f 400 salaris per maand genieten, daarmee vaak meer verdienen dan hun maandgeld bedraagt. En wat dat leeren betreft van de pesfrbe- ptrijding, binnen eenige weken weten ze hoe de pestlijders worden behandeld. Trou wens tegen de pest zelve is niets te doen, het serum bleek niet te helpen. Het moet in hoofdzaak gezocht worden in het schep- waken verbleekt gelaat voor het venster staan om hem een laatsten afscheidsgroet toe te wuiven. pen van betere hygiënische toestanden on der de inlanders. Bovendien heeft de genees kundige dienst dat eerste jaar voor de peat- bestrijding niet veel aan die jonge medici, zij kennen geen Javaansch of Maleisch, of niet in voldoende mate, en weten dat eerste jaar nog niet met de inlanders om te gaanj Meer rationeel vonden deze deskundigen 't, wanneer deze medici voor drie jaren wer den geëngageerd met verhooging van het honorarium, naarmate den duur van den diensttijd. De minister heeft ook gevraagd of onze jeugdige medici dan zoo bang waren voor besmetting; dit noemden deze deskun digen al een zeer zwak argument, waar toch de Europeaan door zijn kleeding en nakomen der hygiënische voorschriften vrijwel im muun is voor de besmetting. Men vergete niet, dat bij de pestbestrijding de behan deling van den zieke slechts een klein on derdeel vormt; tegen de longenpest is niets te doen, tegen de pest septichaemi even min; slechts in enkele gevallen, wanneer de ziekte zich beperkt tot klieren, kan ze, door klieniitsnijding, tot staan worden gebracht. Wel 80 pCt. van de aangegeven pestgeval- len onder inlanders zijn reeds hopeloos bij de aangifte. Men stelle zich dus van de bestrijding der ziekte niet te veel voor. Het moet in hoofdzaak worden gezocht in verbetering van woningtoestanden, wat een heel ding is bij een tropisch volk, dat als 't ware de ratten als huisdieren beschouwt. Ten slotte wezen onze zegslieden er nog op, zegt de Tel., waaraan dit ontleend is, dat jonge medici, voor een jaar naar Indië gaande, gerepatrieerd, weer opnieuw moeten beginnen met het vormen van een geneeskundige praktijk. Men stelle den termijn van aanneming lan ger en verhoogde, naarmate den duur van het emplooi, het honorarium. Dan zal, meenden onze zegslieden, de mi nister geen beroep behoeven te doen op het buitenland. HET BEZOEK. Na het vertrek van Fulco scheen het kasteel als uitgestorven. De Graaf was nog meer af getrokken dan vroeger, en zelfs het gezel schap zijner dochter, die hem met de teeder- ste zorgen omringde, en er steeds op uit was zijne kleinste wenschen te voorkomen, bracht weinig verandering in zijne denkbeelden te weeg. De heeren uit den omtrek die eertijds gul en gastvrij ontvangen werden, staakten thans uit hoofde van de koele ontvangst hun ne bezoeken, en vermeden eene woning waar in zij niet gaarne meer gezien worden. Het jachtvermaak, dat Dido vroeger zoo harts tochtelijk beminde, werd geheel door hem veronachtzaamd, en de jachthonden, waarop hü vroeger zoo trotsch was, werden door hem met een onverschillig oog aangezien. Zelfs de schoone Hector, de bijzondere lieveling van Fulco onderging geen beter lot. en het arme dier liet treurig de ooren hangen, daar zijn meester zijne liefkozingen onbeantwoord liet, hem met geen blik verwaardigde. De leiding zijner zaken, waaraan hij zich vroeger zooveel gelegen liet liggen, werd door hem verontachtzaamd, en v i zijn slot voogd toevertrouwd, dien hij eerst na het ver trek van Walter bij zich in dienst had geno men. W el had vader Ambrosius zich tegen de komst van den nieuwen slotvoogd, Heer Hensberg geheeten, verzet, maar de oude Graaf, die somtijds zeer eigenzinnig te werk Van een koude kermis! Te Bergen- op-Zoom is onlangs een Protestantsch meis je, wier moeder overleden was, nadat zij eenigen tijd hij Protestantsche familie was verzorgd, in het huis van haar oom en tante opgenomen. Deze zijn Katholiek. Vandaar groote ongerustheid bij de Protestantsche familie elders dat het meisje onder „geloofs dwang" zou komen. Den predikant ds. van der Kooi werd er kennis van gegeven en deze trachtte nu het meisje te spreken. Oom en tante waren echter niet gezind, den predikant in hun huis toe te laten en deze kreeg zelfs een briefje van het meisje, waarin zij hem ver zocht, geen moeite meer te doen en weg te blijven. Nu stond voor den predikant dadelijk vast, dat op het meisje dwang werd uitgeoefend '"J gicep naar de pen en het „schandelijk! geval van geloofsdwang" stond weldra in do „N. Rott. Ot." Vandaag geeft echter het meisje, mej. J. Morclisse, zelve in vrij scherpe bewoordin gen haar ongenoegen te kennen over het haastig en ongegrond oordeel van haar pre dikant en spreekt beslist tegen, dat zij in iets door haar oom en tante gedwongen wordt. Vooral de insinuatie van den predi kant, dat het briefje valsch zou zijn ge weest, heeft haar ergernis opgewekt. Zij is bij den Katholieken oom en tante blijk baar best op haar gemak en zegt ook, dat haar vader haar oom en tante dankbaar is voor de verzorging van zijn kind. Weshalve dominee hier niet van een bij zonder gelukkige reis komt, merkt de Tijd op. Een vreeselijke geschiedenis I In de „Volkstribuun" kwam dezer dagen het voor socialisten zielroerend verhaal voor van kin deren der Zusterschool te Bleijerheide, die om het geringste vergrijp worden gestraft met schoolblijven en dan door de zusters worden gedwongen om steenen te stapelen voor het in aanbouw zijnde nieuwe gedeelte der school, 't Was bepaald om er van te rillen. Want niet alleen worden daardoor de werklieden onderkropen, maar ook de kinderexploitatie ia hier in vollen gang en de correspondent maakt natuurlijk de ge volgtrekking, dat Zusters, die straffen toe passen als waaraan wijlen de Israëlieten in Egypte al een broertje dood hadden, ook' wel geen goede onderwijzeressen en opvoed sters zouden zijn. Weshalve het toch maar jammer was, dat de Bleijerheidesche school zoo uitgebreid werd. En dan nog wel door het steenen aandragen van de kleine meis jes! De „Kerkraadsche Courant" reduceert nu het geheele verhaal tot een onzinnig sprook je. Ja, er hebben schoolkinderen steenen helpen stapelen. Maar ze vonden er pret in, zooals kinderen dat plegen te doen. En de Zusters hadden het goed gevonden als kon gaan, had op de rechtmatige bezwaren van den waardigen man geen acht geslagen, ofschoon deze hem gewaarschuwd bad, dat die handelwijze hem eenmaal zou berouwen. Niets had gebaat, en Graaf Dido, die Heer Hensberg een zeer hnpsch man vond, geloof de in zijne keuze zeer goed geslaagd te zijn. Voor het overige bemoeide hij zich zeer wei nig met den nieuw aangekomene, en was verblijd iemand gevonden te hebben, die in zijne plaats een waakzaam oog over zijn be zittingen kon houden. De slotvoogd echter, die zich naar al de luimen zijns meesters wist te schikken, daar bij een zacht en vredelievend man scheen, en altijd met veel geduld de luimen van den i ouden man verdroeg, had zich spoedig de ge- j negenheid van den Graaf verworven, die zich grooteljjks verwonderde, dat vader Ambro- i sine, Hensberg zoo verkeerd beoordeeld, en zijn oor aan vuige lastertaal geleend had, die zoo geheel en al gelogenstraft werd. Maar had hij een dieperen blik in het hart van dien man kunnen werpen, dan zou hij ontwaard hebben, dat die geduldige, zoet sappige en beleefde slotvoogd een sluw en arglistig wezen was, die zjjne heerschzucht onder den dekmantel der nederigheid en zij ne hebzucht, onder het masker van vrijgevig heid wist té verbergen. Hij wachtte slechts den tijd af om zich in zijne ware gedaante te vertoonen, daar hij aangaande ziine gevoe lens, vele menschen, van denzelfden stempel als den graaf verschalkt had. Hij spaarde noch middelen noch moeite om zich meer en meer in de genegenheid van den Graaf te dringen, en deze in zijne gevoelens aangaande j Hensberg, door een brief, dien hij van een zij- ■een héeï onschuldig kindervermaak". Ver- moedelijk zullen de kleine meisjes der Zus terschool later ook wel pleizier hebben, om 'te helpen bij het metselen, het timmeren, de loodgieterij, het stuc ad ooren én het schil- deren. Als de Zusters er dan maar eerst kennis van geven aan de ^Volkstribuun". Modelopvoedeis! Do zaak Beishuizen is genoegzaam bekend. In het bijzijn der kinderen schold hij op een polderjongensmanier het hoofd der school uit en weigerde excuses aan te bieden. In hoeverre voorafgaande wederzijdsche „vriendelijkheden" op deze manier van doen invloed hebben gehad, kan hier. buiten be schouwing blijven 1 Hoe men ook over het geval denkt, ie der die nog over een greintje beschaving beschikt, voelt, dat er in B.'s optreden ieta te laken viel, zegt het K. S. In „De Bode" komt evenwel een „Opvoe der" der Nederlandsche jeugd voor B. den wierook zijner bewondering branden... Meester H. J. Hegeraat van Amsterdam' zegt in „De Bode" van 8 Mei, sprekend over Beishuizens beschavingswijze: „Wij brengen hulde aan zijn zelfbeheersching, zijn zedelijken moed, zijn paedagogisch juist in zicht." 'k Zou niet graag met den heer H. J. Hegeraat op dezelfde trap wonen en nog minder zou ik, als vader, mijn jongen aan het „paedagogisch juist inzicht" van den heer H. toevertrouwen. Óm nu van zijn „opvoeding tot alle Chris telijke en maatschappelijke deugden" maar te zwijgen. En dan zijn er nog tnenschen, die bewe ren, dat alléén de openbare school de kin deren voor het volle leven kan klaar ma ken. Zeker omdat mannen als Beishuizen en Hegeraat over zoo'n enorme massa zelfbe heersching, zedelijken moed en bovenal pae dagogisch inzicht beschikken. 't Is fraai. Treurig. Te Kesteren heeft een vader (weduwnaar) zijn vier kinderen onverzorgd achtergelaten. Na het overlijden van zijn vrouw had de man geen werk meer. terwijl hij slechts een geringe ondersteuning ont ving. De politie heeft zich voorloopig het lot der kinderen aangetrokken. VOETBAL. DENEMARKEN—NEDERLAND. Het Nederlandsche elftal bindt dan Zondag in de Deensche hoofdstad den strijd aan tegen de nationale ploeg van Denemarken. Erg bekend met haar spel zijn we nog niet. We speelden tegen een vertegenwoordigend Deensch elftal pas één wedstrijd: in 1912, te Stockholm, ter gelegenheid van de Olympische spelen. We kregen met 41 klop en het spel van onze Noordelijke tegenstanders maakte een uitsteken den indruk. Het Deensche spel bleek op zeer hoog peil te staan. Toch was dit niet de allereerste wedstrijd tegen een Denen-ploeg. We vinden in Hirschtnan's boekje „Het Neder- Jandsch elftal en zijne Verrichtingen" onder de oudere ontmoetingen van het nationaal elftal er een, die in dit geval onze lezers ongetwijfeld interesseert. Op 13 April in het jaar 1903 werd op het terrein van H. V. V. in den Haag een interna tionale wedstrijd gespeeld door het Nederland sche elftal tegen de „Boldklubben af 1893", uit Kopenhagen. Dat was dan vermoedelijk de eerste ontmoe ting tusschen een Hollandsche en een Deensche ploeg. Wij wonnen dezen internationalen wed strijd met 63, en, zoo teekent de schrijver van het boekje er o. m. bij aan, „wat spelkwaliteit betreft, mag deze wedstrijd gerekend worden tot de schitterendste wedstrijden dezer reeks." Met „deze reeks" zijn bedoeld de wedstrijden die het Nederlandsch elftal speelde tegen buiten- landsche ploegen (elftallen, niet officiéél een bui- tenlandschen Bond vertegenwoordigend). Om wille der merkwaardigheid mogen hier ook de namen van de Hollanders, die het eerst zich met Denen konden meten, worden vermeld. Ze zijn, alweer volgens het merkwaardige boekje van den heer C. A. W. Hirschman, als volgt: L. H. Koopman, H. B. S., doel: E. G. Mundt, aanv,, en J. C. Heijning, beiden H. V. V.. achter J. K. H. Steijn van Hensbroek, Velodtas, W. Hupkes, H. V. V., en W. F. Wessehnk, Vitesse, midden'; A. v. Renterghem, Volharding, J. J. v. d. Berg, Haarlem, C. Bekker, H. B. S., J. F. Sol, H. V. V., Alb, v. Renterghem, Volharding, voor. Zooals men ziet, niet allemaal onbekenden. Zondag a.s. komen in Kopenhagen de volgen de elftallen tegenover elkaar: Nederland: van Hemert. Wijnveldt, Bouman. Boutmy, Lotsy, v. d. Nagel. Noorduijn, de Groot, Buitenweg, Vos, D. Kessler. Denemarken: S. Hansen. Castella, Brijsting. N. Middelboe, Lykke, Beith, 0. Nielsen, S. Nielsen, P. Nielsen, Wolfhagen, Knudsen. Eerlijk gezegdwe vreezen, dat ons nationaal elftal niet veel succes zal hebben. Al hebben we, na alles wat we van v. Hemert, Wijnveldt en Bouman hebben gezien, veel vertrouwen in de achterhoede, in de middenlinie hebben we niet zooveel vertrouwen, 't Is jammer dat Bosschart verhinderd is in Kopenhagen mee te spelen; op eene middenlinie, zooals b.v. het elftal had in den wedstrijd tegen Duitschland, konden we ons gerust verlaten; we weten niet of v. d. Nagel op deze hem ongewone plaats succes zal hebben en kunnen dus niet anders doen dan af wachten. Met de voorhoede is het precies eender: wie geeft ons waarborg, dat deze linie succesvol zal optreden De wedstrijden tegen België en Duitschland hebben ons bewezen, dat de voorhoede: Noor duijn, Kessler, Buitenweg, Vos, Buwalda mo menteel de gewenschte is; die gaf ons vertrou wen in en had op dat vertrouwen recht. Door de nu aangebrachte veranderingen is onze voorhoede o. i. niet verbeterd'. We durven zeggen: de hier bovengenoemde voorlinie, die van België met 4—2 won, gaf ons vertrouwen op een nieuwe zege van Neerland's voetbal Deze, die gisterenavond naar Kopenhagen vertrokken is, geeft ons dat heel niet! En alleen dat feit is nu juist niet erg bemoe digend. We laten intusschen nog niet alle moed zak ken. Misschien heeft de copimissie goed gezien door weer te veranderen! Misschien We hopen nog het beste ervan. De verre reis van Ons Elftal naar het hooge Noorden verdient met een overwinning te wor den bekroond HENK. DE WEDSTRIJDEN VAN ZONDAO. Behalve den strijd tusschen Denen en Neder landers, die in Kopenhagen overmorgen wordt uitgevochten, worden dan nog de volgende wed strijden gespeeld: COMPETITIE. Oost. Eerste Klasse. Deventer: Go aheadP. W. West. Res. lste Klasse. Dordrecht: D. F. C. II—Quick II. DEGRADATIE EN PROMOTIE. West. Ie Klasse. Utrecht: HerculesAjax. West. 3e Klasse, Rotterdam: Neptunus—E. D. O. Den Haag: A. D. O.—Victoria. De inwjjding van het Stadion. Tot dusver zijn voor de Internationale Athle- tisohe wedstrijden, die Zondag 24 Mei in het Stadion worden gehouden, de volgende loopers ingeschreven 100 Meter: Barker, d'Arcy, Ride (Engel sehen); Grysseels, Jobst, v. d. Heuvel en Loopman (Nederland) en Freddy (Belg). 200 meter met voorgift: d'Arcy, Barker, Ni- 001, Erisby en Rioe (Engelschen); Jacquemin (Belg). 400 Meter: Nicol en Frisby (Engelsohen) Jacquemin (Belg); Grysseels en Jobst (Neder land). 1500 meterHutson, Sweet, Nichols en Treble (Engelschen)} Delarge en Vignol (Belgen). 5000 meter met voorgi'ft: Hutson, Sweet en Nichols (Engelsohen); Vignol (Belg); Vos bergen, G. Sakes, W. Kamlach en A. O. H. Veerkamp (Nederland). Speerwerpen: Lemming (Zweed); d'Arcy (Engeland); Ploeger, van Leeuwen, Bos, „Jumper" en Titski (Nederland). Polstokhoogspringen: Uggla (Zweed); Eike- ma en Jumper (Nederland). Een voornaam internationaal gezelschap dus. En nog is de Inschrijvingslijst niet geslo ten. De voetbalwedstrijd wordt gespeeld tussohen een sterk Zwaluwen-elftal en de Reading F. O., een bekende Engelsche beroepsspelers-ver- eeniging. DE EERSTE ACHT. In April 1914 zijn voor 't eerst aan de R. K. Vormschool voor Bewaarschoolonderwijzeressen de examens voor diploma B., d. i. voor hoofd eener Voorber. school, afgenomen. De candida- ten slaagden alle 8, waarbij 6 religieuzen. Dit feit mag in de Kath. onderw. wereld niet onver meld blijven, zegt het K. S. DUITSCHLAND EN ONZE TUINBOUW. Naar het „Ned. Landb. Wkbl." meldt is een compromis tusschen den Duitschen Tuinbouw- bond en den Bond van Bloemenwinkeliers ge sloten en stellen nu alle belanghebbenden in den Duitschen tuinbouw dezelfde eischen met betrek king tot de te heffen invoerrechten bij de aieuwe handelsverdragen. Uit de gesloten overeenkomst blijkt, dat de door de bloemenwinkeliers verkregen voordeden niet zeer groot zijn, men moet dus gelooven, dat een zware druk op hun Vereeniging is uitge oefend. Dat is van beteekenis, nu in de laatste weken de kansen, dat de Duitsche handelsverdragen en het Duitsche tarief va ninvoerrechten zal wor den herzien, er grooter op zijn geworden. Het „Handelsblatt für den deutschen Gartenbau" is dan ook uitermate verheugdo, dat de overeen komst tusschen Tuinbouwersbond en Bond van Bloemenwinkeliers tot stand is gekomen. Het blad meent, dat, nu de eenheid is bereikt, er meer kans is, dat de wenschen van den Duit schen tuinbouw daarvan kan nu ten volle gesproken worden èn bij de regeering des lands èn bij den Rijksdag gehoor zullen vinden. Ontkend kan niet worden, eat dr in verschil lende kringen in Duitschland rusteloos gewerkt wordt om bij de nieuwe handelsverdragen het zóóver te brengen, dat invoerrechten op Neder landsche tuinbouwproducten zullen worden ge heven. Arm Nederland, dat geen tegenweer kan bie den en zich liever laat wijsmaken dat het toch zoo voordeelig is, als we hier vrijhandel hebben en.... maar hooge directe belastingen betalen. ANSJOVISCHV ANGST. Hoewel tot nog toe aan den stedelijken afslag te Enkhuizen de meeste ansjovis wordt aange voerd in vergelijking met de'andere Zuiderzee plaatsen, kan toch het aantal niet groot genoemd worden, aldus schrijft men van daar aan „de Tijd". De afgeloopen week bedroeg dit in totaal 822,000 stuks. Toch is de laatste dag niet zoo ongunstig geweest als 11. Vrijdag. Gemiddeld toch waren er per vaartuig 27 h 2800 stuks. De prijzen liepen deze week op van het maximum a f 5.65 op Maandag tot 6.40 (Zaterdag). Dat er voortdurend minder vaartuigen naar zee zijn gegaan moet geweten worden aan de schade aan het vischwant toegebracht door stormachtig weer en door de groote hoeveelheid zeekwallen, die de netten stuk maken. Deze netten hebben zeer kleine mazen en zijn van fijn garen ver vaardigd. Wanneer ze nu op stroom staan en een hoeveelheid kwallen komt tegen het net, dan wordt door de zwaarte dezer dingen en den stroom de drukking te groot en het net wordt verscheurd en sleurt met den stroom heen. Het is geheel verloren, uitgenomen de lijken (touwen waartusschen het gespannen stond) en de kur ken, die de bovenzijde drijvend houden. Dat zoo iets een heele schade is, vernamen we dezer dagen van een visscherman, die in een schot (het uitbrengen der netten) 50 stuks had verloren, die hem elk op 3.50 gulden kwamen. Een schade dus van 175 gulden. Nu heeft zoo'n visscher nog wel meer netten op den zolder, doch zoolang de omstandigheden ongunstig blijven, waagt hij zijn vischwant er liever niet aan. Ook bij normale omstandigheden moeten toch altijd nog netten hersteld (geboet) worden. Ieder vis scher verstaat de kunst van het nettenbreien of knoopen. In „De Nieuwe Crt." kon men dezer dagen lezen, dat de wettelijke termijn, het vorige jaai gesteld, dat men op 1 Juli met den vangst moet ophouden, geen gevolg blijkt gehad te hebben op de teelt. Deze conclusie lijkt ons te gewaagd. Ook is het beslist onwaar, dat men toen nog volop ving. De visscherij eindigde toen vanzelf, omdat de ansjovis zoo goed als weg was. ■- EERERADEN. De onderofficierenvereeniging „Ons Belang" zal, naar de Avp. meldt, plaatselijke eereradén instellen welke ten doel hebben lichtzinnige ot zwakke leden, die hun stand of zichzelf kleinee ren. te steunen en te helpen. Alleen zij, die bewust den ond. off.-stand klei neeren, zullen krachtig worden aangegre pen. Boven deze plaatselijke eereraden is een alge- meene eereraad benoemd, waarin 7 leden, onder ner vrienden ontvangen had, nog meer ver sterkt, schonk hem een onbepaald vertrou wen, en gelastte den rentmeester voortaan met den slotvoogd^ de zaken te regelen en hem dienaangaande niet meer lastig te vallen. De rentmeester, die echter zeer spoedig het heerechende gebrek van Hensberg had be merkt, en die zag hoe in al diens handelen een onverzadelijke dorst naar geld doorstraal de, had reeds op Ihet punt gestaan, dien gun steling te ontmaskeren, maar daar hij be ducht was, door zijn argwaan, en den graaf in zijne keuze, en Hensberg in ziine betrek king te kwetsen, zoo bad hij het echter wij zer gevonden te zwü£ea* en eerst dan te spreken als zich biertoe eene gunstige gele genheid aanbood. Hij bad zijn bevinding ech ter vader Ambrosius medegedeeld, en zijnen raad ingewonnen. Vader Ambrosius toch was de algemeene vraagbaak der slotoewoners; hij had immers zoo menige16™ree met raad en daad bijgestaan, en gaf hij daarenboven niet het schoonste voorbeeld van de voet stappen zijns Goddelijken Meesters in alies 'na te volgent En hoe minzaam was hij niet in den omgang! Iedereen naderde hem met vertrouwen, en bevond er zich wel bij ziine aanwijzingen opgevolgd te hebben. Vader Ambrosius had zich dus met de taak belast, den Graaf in persoon over die zaak te on derhonden, en bij deed dit met die voorzich tigheid en bedaardheid, die hem eigen was. Hij bewees dat Hensberg een nietswaardig mensch die die misbruik van vertrouwen maakte, die onmedoogend de lasten der arme i landbewoners verzwaarde, dit woekergeld ten zijnen voordeele aanwendde, en eindelijk dat hij door vroegere misdrijven onwaardig was de betrekking waar te nemen, die bij bekleedde. Maar de verblindheid van Graaf Dido was zoo groot, dat bij zijn kapelaan niet eens liet uitspreken, maar zeer toornig J verklaarde, dat hij die lasteringen moede j was en verzocht verder van die praatjes ver schoond te blijven, daar hij anders hoe on gaarne ook èn vader Ambrosius èn den rent meester moest verzoeken bet kasteel te ver laten. Vader Ambrosius, die ter wille van Maria, zich dit gezegde liet welgevallen, zweeg; Ihjj gevoelde dat thans het oogenblik nog niet gekomen was om zich te verwijderen; hij moest het bolwerk zijn waarachter zich Maria kon verschansen, en hij hoopte, niettegen staande zijn booge jaren, nog in staat te zijn, ann de gevaren, die (hij voorzag dat het meisje bedreigden, moedig het hoofd te bie den. Van dien tijd af werd over betgeen men opmerkte niet meer gesproken, en liet men alles aan de leiding eener rechtvaardige Voorzienigheid over, die reeds in dit leven zijn wrekenden arm doet gevoelen; het k waart naar verdiensten straft, en de lijdende on schuld zegepralende nit de boeien der ver drukking verlost, die haar omkluisterd houdt. Menigeen zal misschien over de verblind heid van den graaf verwonderd zijn, of die mogelijk aan overdrijving toeschrijven. Maar (hoe dikwijls zien wij die voorheelden niet in het dagelijksche leven, onder onze oogen plaats grijpen? Hechte vriendschapsbanden worden dikwijls verbroken om nieuwe aan te knoopen, en den raad van een kortelings ver worven kennis, boven dien van een opd, be proefd vriend de voorkeur gegeven. Die aan trekkelijkheid "tot het nieuwe, elk mensch eigen, doen hem soms zijn dierbaarste belai. - gen nit het oog verliezen, en daaraan alle* ten offer brengen. En eerst later, als hij bit ter in zijne verwachtingen is te leur gesteld, de hersenschimmen, die hij zich gevormd had ala zeepbellen ziet vervliegen, dan eerst wijkt de duisternis, die zijn geest benevelde, en ge lukkig indien hij tot die kenni» gekomen, nog terugtreedt en zioh in den maalstroom waar in hij zich geworpen heeft, niet verder laat Wat den Graaf betreft, wjj kennen zijnep' zielstoestand; en zijn gevorderden leeftijd ge voegd hü het verdriet dat hem bezielde, zal hem In onze oogen wel tot eenige veront schuldiging verstrekken. Op deze wijze waren reeds twee jaren lang zaam en droevig voorbij gekropen, en Graaf Dido werd met den dag zwaarmoediger. Het oude vuur had hem geheel verlaten, en hij* die den gebukten grijsaard langzaam op zijn stok leunende, langs de wallen zijner sterkt® had zien ronddwalen, zou gewis in hem den! fieren en onverschrokken krijgsman vaM vroegeT niet herkend hebben. Soms zat hij in diepe gedaohten verzonken voor de slotpoort van zün kasteel en begluurde den weg, dien zijn zoon, toen hij hem verlaten had. was in« geslagen, en dagelijks hoopte hü langs dien zelfden weg een bode te zien naderen, dié hem nadere tijdingen van zijn lieveling1 bracht. (Wordt vervolgd,!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 6