Sporten Wedstrijden
Landbouw e V ^c!erij.
Leger en Vloot,
n.
ONDERWIJS.
de leiders (en leidsters) in do groote zieken
huizen en krankzinnigengestichten nam,
stapten over de bezwaren heen en wijdden
zich nan een taak, die vooral voor de eer
sten onder hen een niet te onderschatten
goeden moed eischte."
Schitterend waren de resultaten dan ook
xiet.
„Buiten de groóte ziekenhuizen van»on-
zijdigo kleur op godsdienstig geb'ed, be
stond voor gren R. K. meisje gelegenheid
zich te bekwamen: alle R. K. ziekenhuizen
v aren tot voor enkele weinige jaren voor
haar gesloten en allerminst konden zij toe
gang verkrijgen in dat deel van ons land,
var, om de overwegend, katholieke bevol-
k ng, slechts ziekenhuizen door religieusen
bediend, bestaan konden.
Toch bleek het maar al te vaak dat men
Teekenbulp behoefde om de ziekenverple
ging te doen beantwoorden aan de nieu
were eischen.
Eerstens in de mannenafdeeling waar
de religieuze verpleegsters bezwaarlijk de
hulp van lerken konden missen. Doch ook
in dat gedeelte der vrouwenafdeelingen,
dat eerst in 1202 op verzoek van een aantal
gereesheerer n Noord-Brabant en Lim
burg was opengesteld: n.l. dat voor de vrou
wen die den zegen van het moederschap
wachtten.
..Ook wijk- en kinderverpleging onder
vinden nog stepds don ongunstigen terug
slag, dat niet tijdig, ook aan leeken-leer-
ling-verpleegsters g lcgenbehl tot doelma-
t:go opleiding werd geboden"
De Mansbode herinnert in dit verband aan
do in 120(5 opgerichte vereeniging der bevor
dering van de R. K. ziekenverpleging in
Noord-Brabant en Limburg. Deze vereeni-
g;ng wist dn besturen der ziekenhuizen tot
openstelling der zalen voor leeken to bewe
gen. Te Breda en te 's Hertogenboseb wordt
van de geboden gelegenheid een druk ge
bruik n-emaakt door leerling-verpleegsters.
In 1908 is te Haarlem een „Bond van R.K.
7, ekenverpleegsters in 'tbisdom Haarlem"
opgericht, onder voorzitterschap van Dr. Yan
den Berg te Haarlem. Deze hond werkt in
denzelfden geest als de Zuidelijke vereeni
ging en bezit bovendien een informatiebureau
ter uitzending van R. K. verpleegsters.
En. zooals Dr. Struyeken zegt, kunnen de
R. K. meisjes ople'ding ontvangen in de
Katholieke ziekenhuizen te Amsterdam en
Utrecht.
Edoch, het aantal aanvragen om opleiding
in do opengestelde Katholieke ziekenhuizen,
is zoo overstelpend groot, dat slechts een
klein deel ervan kan worden ingewilligd.
De talrijkheid der aanvragen ie wel een
5fc-or verheugend verschijnsel.
Daaruit blijkt ten volle, dat dc Katholieke
charitas zich ook op dit gebied niet inbetuigd
zal laten.
Maar het stemt treurig te moeten hooren,
dat velen worden afgewezen.
Het blad hoopt dan ook, dat dit hoogst be
langrijke Katholiek maatschappelijk vraag
stuk tot een bevredigende oplossing worde
gebracht.
De voorzitter van den R. K. Bond van Zie
kenverpleegsters, de heer Dr. H. van den
Berg. geeft in een ingezonden stuk in de Msb.
van heden aan, dat in sommige R. K. Zie
kenhuisjes meisjes tot verpleegster worden
opgevoed.
Morgen zullen wij aan dit stuk een en an
der ontleenen.
DE PEST IN INDIë EN DE DOKTOREN.
Uit de kringen van deskundigen wordt
verwondering te kennen gegeven over het
feit dat niemand van de geneesheeren in
Patria 't noodig heeft geacht, op te komen
tegen de woorden door minister Pleyte, ten
opzichte van de jonge medici gesproken, en
tegen de bedreiging van de regeeringstafel,
dat Zijne Excellentie, toonden de Nederland-
sche medici geen ambitie of roeping, een
beroep zou doen op het buitenland. De Ne-
derlandsche medici, meende men, hebben
zulk een smaad niet verdiend en de minis
ter moet het er wel wat dik hebben opge
legd. In één jaar zouden die jonge medici
eenige duizenden guldens kunnen overleg
gen, wat echter alleen mogelijk is bij het
betrachten van de allergrootste zuinigheid.
Maar de honorarium-kwestie achtte men in
medische kringen niet massgebend, trouwens
het salaris is even voldoende. In aanmer
king dient genomen, dat de uitgezonden me
dici geen particuliere praktijk mogen uitoe
fenen, terwijl de officieren van gezondheid,
die ook f 400 salaris per maand genieten,
daarmee vaak meer verdienen dan hun
maandgeld bedraagt.
En wat dat leeren betreft van de pesfrbe-
ptrijding, binnen eenige weken weten ze
hoe de pestlijders worden behandeld. Trou
wens tegen de pest zelve is niets te doen,
het serum bleek niet te helpen. Het moet
in hoofdzaak gezocht worden in het schep-
waken verbleekt gelaat voor het venster
staan om hem een laatsten afscheidsgroet toe
te wuiven.
pen van betere hygiënische toestanden on
der de inlanders. Bovendien heeft de genees
kundige dienst dat eerste jaar voor de peat-
bestrijding niet veel aan die jonge medici,
zij kennen geen Javaansch of Maleisch, of
niet in voldoende mate, en weten dat eerste
jaar nog niet met de inlanders om te gaanj
Meer rationeel vonden deze deskundigen
't, wanneer deze medici voor drie jaren wer
den geëngageerd met verhooging van het
honorarium, naarmate den duur van den
diensttijd. De minister heeft ook gevraagd
of onze jeugdige medici dan zoo bang waren
voor besmetting; dit noemden deze deskun
digen al een zeer zwak argument, waar toch
de Europeaan door zijn kleeding en nakomen
der hygiënische voorschriften vrijwel im
muun is voor de besmetting. Men vergete
niet, dat bij de pestbestrijding de behan
deling van den zieke slechts een klein on
derdeel vormt; tegen de longenpest is niets
te doen, tegen de pest septichaemi even
min; slechts in enkele gevallen, wanneer de
ziekte zich beperkt tot klieren, kan ze, door
klieniitsnijding, tot staan worden gebracht.
Wel 80 pCt. van de aangegeven pestgeval-
len onder inlanders zijn reeds hopeloos bij
de aangifte. Men stelle zich dus van de
bestrijding der ziekte niet te veel voor.
Het moet in hoofdzaak worden gezocht in
verbetering van woningtoestanden, wat een
heel ding is bij een tropisch volk, dat als
't ware de ratten als huisdieren beschouwt.
Ten slotte wezen onze zegslieden er nog
op, zegt de Tel., waaraan dit ontleend is,
dat jonge medici, voor een jaar naar
Indië gaande, gerepatrieerd, weer opnieuw
moeten beginnen met het vormen van een
geneeskundige praktijk.
Men stelle den termijn van aanneming lan
ger en verhoogde, naarmate den duur van
het emplooi, het honorarium.
Dan zal, meenden onze zegslieden, de mi
nister geen beroep behoeven te doen op het
buitenland.
HET BEZOEK.
Na het vertrek van Fulco scheen het kasteel
als uitgestorven. De Graaf was nog meer af
getrokken dan vroeger, en zelfs het gezel
schap zijner dochter, die hem met de teeder-
ste zorgen omringde, en er steeds op uit was
zijne kleinste wenschen te voorkomen, bracht
weinig verandering in zijne denkbeelden te
weeg. De heeren uit den omtrek die eertijds
gul en gastvrij ontvangen werden, staakten
thans uit hoofde van de koele ontvangst hun
ne bezoeken, en vermeden eene woning waar
in zij niet gaarne meer gezien worden. Het
jachtvermaak, dat Dido vroeger zoo harts
tochtelijk beminde, werd geheel door hem
veronachtzaamd, en de jachthonden, waarop
hü vroeger zoo trotsch was, werden door hem
met een onverschillig oog aangezien. Zelfs de
schoone Hector, de bijzondere lieveling van
Fulco onderging geen beter lot. en het arme
dier liet treurig de ooren hangen, daar zijn
meester zijne liefkozingen onbeantwoord liet,
hem met geen blik verwaardigde.
De leiding zijner zaken, waaraan hij zich
vroeger zooveel gelegen liet liggen, werd
door hem verontachtzaamd, en v i zijn slot
voogd toevertrouwd, dien hij eerst na het ver
trek van Walter bij zich in dienst had geno
men. W el had vader Ambrosius zich tegen
de komst van den nieuwen slotvoogd, Heer
Hensberg geheeten, verzet, maar de oude
Graaf, die somtijds zeer eigenzinnig te werk
Van een koude kermis! Te Bergen-
op-Zoom is onlangs een Protestantsch meis
je, wier moeder overleden was, nadat zij
eenigen tijd hij Protestantsche familie was
verzorgd, in het huis van haar oom en tante
opgenomen. Deze zijn Katholiek. Vandaar
groote ongerustheid bij de Protestantsche
familie elders dat het meisje onder „geloofs
dwang" zou komen.
Den predikant ds. van der Kooi werd er
kennis van gegeven en deze trachtte nu
het meisje te spreken. Oom en tante waren
echter niet gezind, den predikant in hun
huis toe te laten en deze kreeg zelfs een
briefje van het meisje, waarin zij hem ver
zocht, geen moeite meer te doen en weg
te blijven.
Nu stond voor den predikant dadelijk vast,
dat op het meisje dwang werd uitgeoefend
'"J gicep naar de pen en het „schandelijk!
geval van geloofsdwang" stond weldra in do
„N. Rott. Ot."
Vandaag geeft echter het meisje, mej. J.
Morclisse, zelve in vrij scherpe bewoordin
gen haar ongenoegen te kennen over het
haastig en ongegrond oordeel van haar pre
dikant en spreekt beslist tegen, dat zij in
iets door haar oom en tante gedwongen
wordt. Vooral de insinuatie van den predi
kant, dat het briefje valsch zou zijn ge
weest, heeft haar ergernis opgewekt. Zij
is bij den Katholieken oom en tante blijk
baar best op haar gemak en zegt ook, dat
haar vader haar oom en tante dankbaar
is voor de verzorging van zijn kind.
Weshalve dominee hier niet van een bij
zonder gelukkige reis komt, merkt de Tijd
op.
Een vreeselijke geschiedenis I In de
„Volkstribuun" kwam dezer dagen het voor
socialisten zielroerend verhaal voor van kin
deren der Zusterschool te Bleijerheide, die
om het geringste vergrijp worden gestraft
met schoolblijven en dan door de zusters
worden gedwongen om steenen te stapelen
voor het in aanbouw zijnde nieuwe gedeelte
der school, 't Was bepaald om er van te
rillen. Want niet alleen worden daardoor
de werklieden onderkropen, maar ook de
kinderexploitatie ia hier in vollen gang en
de correspondent maakt natuurlijk de ge
volgtrekking, dat Zusters, die straffen toe
passen als waaraan wijlen de Israëlieten in
Egypte al een broertje dood hadden, ook'
wel geen goede onderwijzeressen en opvoed
sters zouden zijn. Weshalve het toch maar
jammer was, dat de Bleijerheidesche school
zoo uitgebreid werd. En dan nog wel door
het steenen aandragen van de kleine meis
jes!
De „Kerkraadsche Courant" reduceert nu
het geheele verhaal tot een onzinnig sprook
je. Ja, er hebben schoolkinderen steenen
helpen stapelen. Maar ze vonden er pret
in, zooals kinderen dat plegen te doen. En
de Zusters hadden het goed gevonden als
kon gaan, had op de rechtmatige bezwaren
van den waardigen man geen acht geslagen,
ofschoon deze hem gewaarschuwd bad, dat
die handelwijze hem eenmaal zou berouwen.
Niets had gebaat, en Graaf Dido, die Heer
Hensberg een zeer hnpsch man vond, geloof
de in zijne keuze zeer goed geslaagd te zijn.
Voor het overige bemoeide hij zich zeer wei
nig met den nieuw aangekomene, en was
verblijd iemand gevonden te hebben, die in
zijne plaats een waakzaam oog over zijn be
zittingen kon houden.
De slotvoogd echter, die zich naar al de
luimen zijns meesters wist te schikken, daar
bij een zacht en vredelievend man scheen,
en altijd met veel geduld de luimen van den
i ouden man verdroeg, had zich spoedig de ge-
j negenheid van den Graaf verworven, die zich
grooteljjks verwonderde, dat vader Ambro-
i sine, Hensberg zoo verkeerd beoordeeld, en
zijn oor aan vuige lastertaal geleend had, die
zoo geheel en al gelogenstraft werd. Maar
had hij een dieperen blik in het hart
van dien man kunnen werpen, dan zou hij
ontwaard hebben, dat die geduldige, zoet
sappige en beleefde slotvoogd een sluw en
arglistig wezen was, die zjjne heerschzucht
onder den dekmantel der nederigheid en zij
ne hebzucht, onder het masker van vrijgevig
heid wist té verbergen. Hij wachtte slechts
den tijd af om zich in zijne ware gedaante
te vertoonen, daar hij aangaande ziine gevoe
lens, vele menschen, van denzelfden stempel
als den graaf verschalkt had. Hij spaarde
noch middelen noch moeite om zich meer en
meer in de genegenheid van den Graaf te
dringen, en deze in zijne gevoelens aangaande j
Hensberg, door een brief, dien hij van een zij-
■een héeï onschuldig kindervermaak". Ver-
moedelijk zullen de kleine meisjes der Zus
terschool later ook wel pleizier hebben, om
'te helpen bij het metselen, het timmeren,
de loodgieterij, het stuc ad ooren én het schil-
deren. Als de Zusters er dan maar eerst
kennis van geven aan de ^Volkstribuun".
Modelopvoedeis! Do zaak Beishuizen
is genoegzaam bekend.
In het bijzijn der kinderen schold hij op
een polderjongensmanier het hoofd der school
uit en weigerde excuses aan te bieden.
In hoeverre voorafgaande wederzijdsche
„vriendelijkheden" op deze manier van doen
invloed hebben gehad, kan hier. buiten be
schouwing blijven 1
Hoe men ook over het geval denkt, ie
der die nog over een greintje beschaving
beschikt, voelt, dat er in B.'s optreden ieta
te laken viel, zegt het K. S.
In „De Bode" komt evenwel een „Opvoe
der" der Nederlandsche jeugd voor B. den
wierook zijner bewondering branden...
Meester H. J. Hegeraat van Amsterdam'
zegt in „De Bode" van 8 Mei, sprekend
over Beishuizens beschavingswijze: „Wij
brengen hulde aan zijn zelfbeheersching, zijn
zedelijken moed, zijn paedagogisch juist in
zicht."
'k Zou niet graag met den heer H. J.
Hegeraat op dezelfde trap wonen en nog
minder zou ik, als vader, mijn jongen aan
het „paedagogisch juist inzicht" van den
heer H. toevertrouwen.
Óm nu van zijn „opvoeding tot alle Chris
telijke en maatschappelijke deugden" maar
te zwijgen.
En dan zijn er nog tnenschen, die bewe
ren, dat alléén de openbare school de kin
deren voor het volle leven kan klaar ma
ken.
Zeker omdat mannen als Beishuizen en
Hegeraat over zoo'n enorme massa zelfbe
heersching, zedelijken moed en bovenal pae
dagogisch inzicht beschikken.
't Is fraai.
Treurig. Te Kesteren heeft een vader
(weduwnaar) zijn vier kinderen onverzorgd
achtergelaten. Na het overlijden van zijn
vrouw had de man geen werk meer. terwijl
hij slechts een geringe ondersteuning ont
ving. De politie heeft zich voorloopig het
lot der kinderen aangetrokken.
VOETBAL.
DENEMARKEN—NEDERLAND.
Het Nederlandsche elftal bindt dan Zondag
in de Deensche hoofdstad den strijd aan tegen de
nationale ploeg van Denemarken. Erg bekend
met haar spel zijn we nog niet.
We speelden tegen een vertegenwoordigend
Deensch elftal pas één wedstrijd: in 1912, te
Stockholm, ter gelegenheid van de Olympische
spelen.
We kregen met 41 klop en het spel van onze
Noordelijke tegenstanders maakte een uitsteken
den indruk.
Het Deensche spel bleek op zeer hoog peil
te staan.
Toch was dit niet de allereerste wedstrijd
tegen een Denen-ploeg.
We vinden in Hirschtnan's boekje „Het Neder-
Jandsch elftal en zijne Verrichtingen" onder de
oudere ontmoetingen van het nationaal elftal er
een, die in dit geval onze lezers ongetwijfeld
interesseert.
Op 13 April in het jaar 1903 werd op het
terrein van H. V. V. in den Haag een interna
tionale wedstrijd gespeeld door het Nederland
sche elftal tegen de „Boldklubben af 1893", uit
Kopenhagen.
Dat was dan vermoedelijk de eerste ontmoe
ting tusschen een Hollandsche en een Deensche
ploeg. Wij wonnen dezen internationalen wed
strijd met 63, en, zoo teekent de schrijver van
het boekje er o. m. bij aan, „wat spelkwaliteit
betreft, mag deze wedstrijd gerekend worden tot
de schitterendste wedstrijden dezer reeks."
Met „deze reeks" zijn bedoeld de wedstrijden
die het Nederlandsch elftal speelde tegen buiten-
landsche ploegen (elftallen, niet officiéél een bui-
tenlandschen Bond vertegenwoordigend).
Om wille der merkwaardigheid mogen hier
ook de namen van de Hollanders, die het eerst
zich met Denen konden meten, worden vermeld.
Ze zijn, alweer volgens het merkwaardige boekje
van den heer C. A. W. Hirschman, als volgt:
L. H. Koopman, H. B. S., doel: E. G. Mundt,
aanv,, en J. C. Heijning, beiden H. V. V.. achter
J. K. H. Steijn van Hensbroek, Velodtas, W.
Hupkes, H. V. V., en W. F. Wessehnk, Vitesse,
midden'; A. v. Renterghem, Volharding, J. J.
v. d. Berg, Haarlem, C. Bekker, H. B. S., J. F.
Sol, H. V. V., Alb, v. Renterghem, Volharding,
voor.
Zooals men ziet, niet allemaal onbekenden.
Zondag a.s. komen in Kopenhagen de volgen
de elftallen tegenover elkaar:
Nederland:
van Hemert.
Wijnveldt, Bouman.
Boutmy, Lotsy, v. d. Nagel.
Noorduijn, de Groot, Buitenweg, Vos, D. Kessler.
Denemarken:
S. Hansen.
Castella, Brijsting.
N. Middelboe, Lykke, Beith,
0. Nielsen, S. Nielsen, P. Nielsen, Wolfhagen,
Knudsen.
Eerlijk gezegdwe vreezen, dat ons nationaal
elftal niet veel succes zal hebben. Al hebben
we, na alles wat we van v. Hemert, Wijnveldt
en Bouman hebben gezien, veel vertrouwen in
de achterhoede, in de middenlinie hebben we niet
zooveel vertrouwen, 't Is jammer dat Bosschart
verhinderd is in Kopenhagen mee te spelen; op
eene middenlinie, zooals b.v. het elftal had in
den wedstrijd tegen Duitschland, konden we
ons gerust verlaten; we weten niet of v. d.
Nagel op deze hem ongewone plaats succes zal
hebben en kunnen dus niet anders doen dan af
wachten.
Met de voorhoede is het precies eender: wie
geeft ons waarborg, dat deze linie succesvol zal
optreden
De wedstrijden tegen België en Duitschland
hebben ons bewezen, dat de voorhoede: Noor
duijn, Kessler, Buitenweg, Vos, Buwalda mo
menteel de gewenschte is; die gaf ons vertrou
wen in en had op dat vertrouwen recht.
Door de nu aangebrachte veranderingen is
onze voorhoede o. i. niet verbeterd'.
We durven zeggen: de hier bovengenoemde
voorlinie, die van België met 4—2 won, gaf ons
vertrouwen op een nieuwe zege van Neerland's
voetbal
Deze, die gisterenavond naar Kopenhagen
vertrokken is, geeft ons dat heel niet!
En alleen dat feit is nu juist niet erg bemoe
digend.
We laten intusschen nog niet alle moed zak
ken.
Misschien heeft de copimissie goed gezien door
weer te veranderen!
Misschien
We hopen nog het beste ervan.
De verre reis van Ons Elftal naar het hooge
Noorden verdient met een overwinning te wor
den bekroond
HENK.
DE WEDSTRIJDEN VAN ZONDAO.
Behalve den strijd tusschen Denen en Neder
landers, die in Kopenhagen overmorgen wordt
uitgevochten, worden dan nog de volgende wed
strijden gespeeld:
COMPETITIE.
Oost. Eerste Klasse.
Deventer: Go aheadP. W.
West. Res. lste Klasse.
Dordrecht: D. F. C. II—Quick II.
DEGRADATIE EN PROMOTIE.
West. Ie Klasse.
Utrecht: HerculesAjax.
West. 3e Klasse,
Rotterdam: Neptunus—E. D. O.
Den Haag: A. D. O.—Victoria.
De inwjjding van het Stadion.
Tot dusver zijn voor de Internationale Athle-
tisohe wedstrijden, die Zondag 24 Mei in het
Stadion worden gehouden, de volgende loopers
ingeschreven
100 Meter: Barker, d'Arcy, Ride (Engel
sehen); Grysseels, Jobst, v. d. Heuvel en
Loopman (Nederland) en Freddy (Belg).
200 meter met voorgift: d'Arcy, Barker, Ni-
001, Erisby en Rioe (Engelschen); Jacquemin
(Belg).
400 Meter: Nicol en Frisby (Engelsohen)
Jacquemin (Belg); Grysseels en Jobst (Neder
land).
1500 meterHutson, Sweet, Nichols en
Treble (Engelschen)} Delarge en Vignol
(Belgen).
5000 meter met voorgi'ft: Hutson, Sweet en
Nichols (Engelsohen); Vignol (Belg); Vos
bergen, G. Sakes, W. Kamlach en A. O. H.
Veerkamp (Nederland).
Speerwerpen: Lemming (Zweed); d'Arcy
(Engeland); Ploeger, van Leeuwen, Bos,
„Jumper" en Titski (Nederland).
Polstokhoogspringen: Uggla (Zweed); Eike-
ma en Jumper (Nederland).
Een voornaam internationaal gezelschap
dus. En nog is de Inschrijvingslijst niet geslo
ten.
De voetbalwedstrijd wordt gespeeld tussohen
een sterk Zwaluwen-elftal en de Reading F.
O., een bekende Engelsche beroepsspelers-ver-
eeniging.
DE EERSTE ACHT.
In April 1914 zijn voor 't eerst aan de R. K.
Vormschool voor Bewaarschoolonderwijzeressen
de examens voor diploma B., d. i. voor hoofd
eener Voorber. school, afgenomen. De candida-
ten slaagden alle 8, waarbij 6 religieuzen. Dit
feit mag in de Kath. onderw. wereld niet onver
meld blijven, zegt het K. S.
DUITSCHLAND EN ONZE TUINBOUW.
Naar het „Ned. Landb. Wkbl." meldt is een
compromis tusschen den Duitschen Tuinbouw-
bond en den Bond van Bloemenwinkeliers ge
sloten en stellen nu alle belanghebbenden in den
Duitschen tuinbouw dezelfde eischen met betrek
king tot de te heffen invoerrechten bij de aieuwe
handelsverdragen.
Uit de gesloten overeenkomst blijkt, dat de
door de bloemenwinkeliers verkregen voordeden
niet zeer groot zijn, men moet dus gelooven, dat
een zware druk op hun Vereeniging is uitge
oefend.
Dat is van beteekenis, nu in de laatste weken
de kansen, dat de Duitsche handelsverdragen
en het Duitsche tarief va ninvoerrechten zal wor
den herzien, er grooter op zijn geworden. Het
„Handelsblatt für den deutschen Gartenbau" is
dan ook uitermate verheugdo, dat de overeen
komst tusschen Tuinbouwersbond en Bond van
Bloemenwinkeliers tot stand is gekomen. Het
blad meent, dat, nu de eenheid is bereikt, er
meer kans is, dat de wenschen van den Duit
schen tuinbouw daarvan kan nu ten volle
gesproken worden èn bij de regeering des
lands èn bij den Rijksdag gehoor zullen vinden.
Ontkend kan niet worden, eat dr in verschil
lende kringen in Duitschland rusteloos gewerkt
wordt om bij de nieuwe handelsverdragen het
zóóver te brengen, dat invoerrechten op Neder
landsche tuinbouwproducten zullen worden ge
heven.
Arm Nederland, dat geen tegenweer kan bie
den en zich liever laat wijsmaken dat het toch
zoo voordeelig is, als we hier vrijhandel hebben
en.... maar hooge directe belastingen betalen.
ANSJOVISCHV ANGST.
Hoewel tot nog toe aan den stedelijken afslag
te Enkhuizen de meeste ansjovis wordt aange
voerd in vergelijking met de'andere Zuiderzee
plaatsen, kan toch het aantal niet groot genoemd
worden, aldus schrijft men van daar aan „de
Tijd". De afgeloopen week bedroeg dit in totaal
822,000 stuks. Toch is de laatste dag niet zoo
ongunstig geweest als 11. Vrijdag. Gemiddeld toch
waren er per vaartuig 27 h 2800 stuks. De
prijzen liepen deze week op van het maximum
a f 5.65 op Maandag tot 6.40 (Zaterdag). Dat
er voortdurend minder vaartuigen naar zee zijn
gegaan moet geweten worden aan de schade
aan het vischwant toegebracht door stormachtig
weer en door de groote hoeveelheid zeekwallen,
die de netten stuk maken. Deze netten hebben
zeer kleine mazen en zijn van fijn garen ver
vaardigd. Wanneer ze nu op stroom staan en
een hoeveelheid kwallen komt tegen het net, dan
wordt door de zwaarte dezer dingen en den
stroom de drukking te groot en het net wordt
verscheurd en sleurt met den stroom heen. Het
is geheel verloren, uitgenomen de lijken (touwen
waartusschen het gespannen stond) en de kur
ken, die de bovenzijde drijvend houden.
Dat zoo iets een heele schade is, vernamen
we dezer dagen van een visscherman, die in een
schot (het uitbrengen der netten) 50 stuks had
verloren, die hem elk op 3.50 gulden kwamen.
Een schade dus van 175 gulden. Nu heeft zoo'n
visscher nog wel meer netten op den zolder, doch
zoolang de omstandigheden ongunstig blijven,
waagt hij zijn vischwant er liever niet aan. Ook
bij normale omstandigheden moeten toch altijd
nog netten hersteld (geboet) worden. Ieder vis
scher verstaat de kunst van het nettenbreien of
knoopen.
In „De Nieuwe Crt." kon men dezer dagen
lezen, dat de wettelijke termijn, het vorige jaai
gesteld, dat men op 1 Juli met den vangst moet
ophouden, geen gevolg blijkt gehad te hebben
op de teelt. Deze conclusie lijkt ons te gewaagd.
Ook is het beslist onwaar, dat men toen nog
volop ving. De visscherij eindigde toen vanzelf,
omdat de ansjovis zoo goed als weg was.
■-
EERERADEN.
De onderofficierenvereeniging „Ons Belang"
zal, naar de Avp. meldt, plaatselijke eereradén
instellen welke ten doel hebben lichtzinnige ot
zwakke leden, die hun stand of zichzelf kleinee
ren. te steunen en te helpen.
Alleen zij, die bewust den ond. off.-stand klei
neeren, zullen krachtig worden aangegre
pen.
Boven deze plaatselijke eereraden is een alge-
meene eereraad benoemd, waarin 7 leden, onder
ner vrienden ontvangen had, nog meer ver
sterkt, schonk hem een onbepaald vertrou
wen, en gelastte den rentmeester voortaan
met den slotvoogd^ de zaken te regelen en hem
dienaangaande niet meer lastig te vallen.
De rentmeester, die echter zeer spoedig het
heerechende gebrek van Hensberg had be
merkt, en die zag hoe in al diens handelen
een onverzadelijke dorst naar geld doorstraal
de, had reeds op Ihet punt gestaan, dien gun
steling te ontmaskeren, maar daar hij be
ducht was, door zijn argwaan, en den graaf
in zijne keuze, en Hensberg in ziine betrek
king te kwetsen, zoo bad hij het echter wij
zer gevonden te zwü£ea* en eerst dan te
spreken als zich biertoe eene gunstige gele
genheid aanbood. Hij bad zijn bevinding ech
ter vader Ambrosius medegedeeld, en zijnen
raad ingewonnen. Vader Ambrosius toch was
de algemeene vraagbaak der slotoewoners;
hij had immers zoo menige16™ree met raad
en daad bijgestaan, en gaf hij daarenboven
niet het schoonste voorbeeld van de voet
stappen zijns Goddelijken Meesters in alies
'na te volgent En hoe minzaam was hij niet
in den omgang! Iedereen naderde hem met
vertrouwen, en bevond er zich wel bij ziine
aanwijzingen opgevolgd te hebben. Vader
Ambrosius had zich dus met de taak belast,
den Graaf in persoon over die zaak te on
derhonden, en bij deed dit met die voorzich
tigheid en bedaardheid, die hem eigen was.
Hij bewees dat Hensberg een nietswaardig
mensch die die misbruik van vertrouwen
maakte, die onmedoogend de lasten der arme
i landbewoners verzwaarde, dit woekergeld
ten zijnen voordeele aanwendde, en eindelijk
dat hij door vroegere misdrijven onwaardig
was de betrekking waar te nemen, die bij
bekleedde. Maar de verblindheid van Graaf
Dido was zoo groot, dat bij zijn kapelaan
niet eens liet uitspreken, maar zeer toornig J
verklaarde, dat hij die lasteringen moede j
was en verzocht verder van die praatjes ver
schoond te blijven, daar hij anders hoe on
gaarne ook èn vader Ambrosius èn den rent
meester moest verzoeken bet kasteel te ver
laten.
Vader Ambrosius, die ter wille van Maria,
zich dit gezegde liet welgevallen, zweeg; Ihjj
gevoelde dat thans het oogenblik nog niet
gekomen was om zich te verwijderen; hij
moest het bolwerk zijn waarachter zich Maria
kon verschansen, en hij hoopte, niettegen
staande zijn booge jaren, nog in staat te zijn,
ann de gevaren, die (hij voorzag dat het
meisje bedreigden, moedig het hoofd te bie
den.
Van dien tijd af werd over betgeen men
opmerkte niet meer gesproken, en liet men
alles aan de leiding eener rechtvaardige
Voorzienigheid over, die reeds in dit leven
zijn wrekenden arm doet gevoelen; het k waart
naar verdiensten straft, en de lijdende on
schuld zegepralende nit de boeien der ver
drukking verlost, die haar omkluisterd houdt.
Menigeen zal misschien over de verblind
heid van den graaf verwonderd zijn, of die
mogelijk aan overdrijving toeschrijven. Maar
(hoe dikwijls zien wij die voorheelden niet in
het dagelijksche leven, onder onze oogen
plaats grijpen? Hechte vriendschapsbanden
worden dikwijls verbroken om nieuwe aan te
knoopen, en den raad van een kortelings ver
worven kennis, boven dien van een opd, be
proefd vriend de voorkeur gegeven. Die aan
trekkelijkheid "tot het nieuwe, elk mensch
eigen, doen hem soms zijn dierbaarste belai. -
gen nit het oog verliezen, en daaraan alle*
ten offer brengen. En eerst later, als hij bit
ter in zijne verwachtingen is te leur gesteld,
de hersenschimmen, die hij zich gevormd had
ala zeepbellen ziet vervliegen, dan eerst wijkt
de duisternis, die zijn geest benevelde, en ge
lukkig indien hij tot die kenni» gekomen, nog
terugtreedt en zioh in den maalstroom waar
in hij zich geworpen heeft, niet verder laat
Wat den Graaf betreft, wjj kennen zijnep'
zielstoestand; en zijn gevorderden leeftijd ge
voegd hü het verdriet dat hem bezielde, zal
hem In onze oogen wel tot eenige veront
schuldiging verstrekken.
Op deze wijze waren reeds twee jaren lang
zaam en droevig voorbij gekropen, en Graaf
Dido werd met den dag zwaarmoediger. Het
oude vuur had hem geheel verlaten, en hij*
die den gebukten grijsaard langzaam op zijn
stok leunende, langs de wallen zijner sterkt®
had zien ronddwalen, zou gewis in hem den!
fieren en onverschrokken krijgsman vaM
vroegeT niet herkend hebben. Soms zat hij in
diepe gedaohten verzonken voor de slotpoort
van zün kasteel en begluurde den weg, dien
zijn zoon, toen hij hem verlaten had. was in«
geslagen, en dagelijks hoopte hü langs dien
zelfden weg een bode te zien naderen, dié
hem nadere tijdingen van zijn lieveling1
bracht.
(Wordt vervolgd,!