ALLERLEI. Li Helden in China. a 3L— In 1900 zijn er duizenden Martelaren ge dood in het Missie-gebied der Minderbroeders in China. Aan den Italiaanschen Minderbroe der P. Ricci werd door den HoogEerw. P. Ge neraal opgedragen voor het Vicariaat Noord- Sansi die feiten te gaan onderzoeken op de plaatsen zelf waar de verschillende martelaren gedood zijn. Reeds sinds geruimen tijd maakt P. Ricci in de „Acta Ordinis Fratrum Mino- rum" het resultaat van zijn onderzoek bekend. Eenige feiten, vermeld in de aflevering-Septem- ber 1913, worden volgenderwijze door het maandschrift „St. Franciscus" medegedeeld. Lucia Fan, geboren te Lou, echtgenoote van een zekeren Fan-fu-sian, zij was eene goede huismoeder, 40 jaren oud en zij lag ziek te bed, toen de Boksers schreeuwend binnenstormden. Toen zij haar zagen, vroegen zij of ze christin was en haar geloof wilde verzaken. Zij ant woordde: „Ik ben christin en nooit zal ik afval lig worden." Daarna werd zij, hevig gewond, uit het raam geworpen in een nabijzijnde diepte. Een Bokser vond naar nog levend en doodde haar door met een steen haar het hoofd te ver pletteren. In het dorp Kao-san werd in de nabijheid van den afgodstempel een christen gedood, Pau- lus Tchan-rain-sin van Hesu-sio, een werkman van 45 jaar. Hij was een vurig christen, die geen enkele gelegenheid liet voorbijgaan om het Geloof te verkondigen aan de heidenen. Daar door was hij aan de Boksers bekend en werd door hen gegrepen en gevraagd, of hij zijn ge loof wilde verzaken. Toen hij weigerde, doodden zij hem met een zwaard, na hein vele wonden toegebracht te hebben. In de Subpraefeduur Ian-Kao sien zijn vele christenen gedood in de verschillende dorpen. Vóórdat P. Ricci de verschillende namen geeft met de bijzonderheden, die hij heeft kunnen te weten komen, laat hij de volgende interessante bemerking voorafgaan: „Onder hen waren zeer vele pasbekeerden of katechumenendaarom is hun heldhaftig geloof des te meer te bewon deren. Bijna allen waren zij bekeerd door den uitstekenden katechist Jacobus Kao-teu-tchen, een man van wonderlijken eenvoud en gods vrucht, die ons veel heeft medegedeeld over ieder der martelaren in het bijzonder, die door hem onderwezen of gedoopt waren. Hij getuigde ons, dat het niet moeilijk was hen tot het geloof te bekeeren, wijl zij bijna allen heidenen waren van de sekte der „Vastenden", die onder andere (dat is, behalve het zich onthouden van vleesch en een streng vasten) de volgende vijf voor schriften hebben: lo. Geen mensch noch dier clooden; 2o. Niet stelen; 3o. Geen onzuiverheid bedrijven; 4o. Nooit liegen of zweren; 5o. Nooit hem aangeooden compagnonschap aannnam, zich met spel inlaten of zich bedrinken. Zij Ziehier eenige nuchtere feiten, beknopt weer- en dat bij nog dienzelfden avond naar Dork- vereerden één God, dien zij Lao-tien-ie, dat is: gegeven. Maar wie zich even wil indenken in dat ehire zo-a vertrekken. „Oude-Voorvader-Hemel" noemen en laten geen geweldige, wat zich in het jaar 1900 afspeelde Toen de secretaris van het tehuis voor ver- bijgeloof of afgoderij toe. Geen wonder dan ook, op dt missie-gebied van het verre China, zal zich dwaalde en verwaarloosde katten de tijding dat de genade Gods de zielen dier bergbewo- geplaatst voelen tegenover iets groots, iets ont- kreeg, dat de kattenvijandige lord het tehuis ners reeds bereid vond en dat zij, eenmaal be- zaglijks-verhevens. Terwijl duizenden Europea- 750 pond sterling gestuurd had, zond hij een keerd tot Christus, zich zeer ijverige christenen nen, die den hoog-heiligen naam van christen "xpressbode aan de Times, aan de Telegraph toonden, die bijna heel den dag door, zich aan dragen, zich als loome lafaards gedragen; als en aan de Morning Post en stuurde een lang het gebed overgaven. Zelfs onder hun werk op ledepoppen zijn in de handen van andersden- telegram van dankbetuiging aan lord St. de akkers baden zij voortdurend. j kenden, die hen naar willekeur tot alles wringen Breward. i j kunnen; het verdragen van een spotlachje een Toen Smith het geld aan de katten had af-Augustinus Sun-Kiou-ju was een landbou- reeds te groot offer voor hun heerlijk geloof gezonden, ging hij naar huis en legde zich te wer, 50 jaren oud, en zeer ijverig christen. Hij oordeelen; het glorieus merkteeken des christen- bed. Hij stond des avonds om 9 uur op, pakte werd in zijn huis gegrepen en naar den afgods- doms bang verbergen, zoodra ze buiten de huis zijn koffers en reisde met den nachttrein tempel gevoerd. Toen hij volstrekt weigerde zijn deur verkeeren, door het vervlakken hunner be- noordwaarts en sliep tot bii Ringby bereikt geloof te verzaken, bracht men hem naar de ginselen den vijand van Jezus Christus sterker had. Toen begon hij de kranten te lezen, die stad Ian-Kao-Sien, bij den Subpraefect. Deze en driester maken; terwijl duizenden Europea- hij meegenomen. Zijn opmerkzaamheid werd zeide tot de Boksers, dat hij zich met de chris- nen mannen en vrouwen van hooge bescha- aanstonds getrokken door een opschrift met tenen niet bemoeide en dat zij maar moesten ving en ontwikkeling een roemloos katholiek groote letters: I cloen wat zij wilden. Toen brachten de Boksers leven leiden, brengen duizenden Chineezen, bij „Groote diefstal "bij lord Breward." den martelaar buiten de Westerpoort bij Kiao-1 wie de vooruitgang en de kennis nog zoo gering De geheele verzameling van antieke zilver-tchan, doorstaken hem en gingen weg, terwijl zij zijn, blijmoedig en heldhaftig hun leven ten werken en het grootste gedeelte van lady j het lichaam lieten liggen als voedsel voor dèoffer voor het geloof, dat zij als het alleen-ware Brewards juweelen werden hedennacht ge- j honden. Er was echter iemand, die het, uit eer-i leerden kennen. stolen. De nadere bijzonderheden zullen eerst bied, op die plaats begroef. Toen drie jaren! 't Staat er zoo eenvoudig: „Ze werden ver bekend gemaakt worden als de lord, die gis-j daarna P. Dominicus Agostineili was gekomen brand, levend begraven, onthoofd, verpletterd." termorgen naar Schotland vertrok, van bet j om te zorgen voor de overbrenging der marte-Maar een enkel woord van laffe verlóochening voorgevallene onderricht is. De portier en j laren naar het voor hen gereed gemaakte kerk- had hen toch in het bezit doen blijven van dat zijn vrouw werden, naar bun zeggen, door een hof, zeiden de christenen tot hem„Het lichaam kostbare, waaraan de mensch zoo gehecht is, deftig gekleed man overvallen en gekneveld, moet voorzeker onbedorven zijn, want hij was het leven. Dat ééne woord kwam niet van hunne De politie vermoedt, dat de diefstal gepleegd een heilige." Toen beval de Pater eene houten lippen. Waarom niet? Omdat zij hun katholiek is door den beroemden misdadiger, die onder kist te maken voor het geval, dat zulks waar geloof stelden hoog boven al het aardsche en den naam van Markies bekend is en dien mocht zijn. En werkelijk! Het was nog onbe- tijdelijke. Omdat zij helden waren en heldinnen. men in Amerika waande." dorven en rook in 't geheel niet en de ledematen 1 Stelt uw gedrag als katholiek eens tegenover Thans eerst werd Smith duidelijk, dat de waren nog zóó beweeglijk, dat de Pater na het hunne en vraagt u zeiven dan af: In hoe man, dien hij voor lord Breward gehouden de handen, die nog op den rug vastgebonden verre kom ik hun heldenmoed nabij? Zulk een had, niemand anders was dan de beruchte waren, te hebben losgemaakt deze op de i gewetensonderzoek kan zijn nut hebben, inbreker, die zich Markies noemde. borst kon samenvoegen als waren zij van Zoo kwam het, dat Smith zijn wensch ver- iemand, die sliep. Het lichaam werd daarna in vnld zag en kennis met den beruchten mbre- de kist gelegd; maar toen ontstond er oneenig- ker gemaakt had. Meier. Ct. heid onder de christenen over de eer van den voorrang der begrafenis, want ieder vilde voor zijne dooden dien voorrang. Pater Dominicus zeide toen om hen niet te beleedigen„Brengen j we de namen der martelaren bij elkander en hij, i wiens naam bij het loten het eerst te voorschijn j komt, zal het eerst worden begraven." Men' - stemde toe en lootte; het lot viel op den onbe- Z1J£' anderzijds Lloyd George's begrootmg dorven doode en zoo kreeg Augustinus den Te,lke alle geldmannen doet schreeuwen, omdat voorrang. het een gedeelte der lasten, welke op den armen i'man drukken, op de schouders der rijken wil Een diepen indruk maakt op ons de eenvou- j schujyen, is er een ander punt, dat de aandacht dige opsomming van de volgende martelaren: van het Pub1"* zeef ernstig m beslag begint te Maria Kao, echtgenoote van den katechist nemen, namelijk wat er dient gedaan te worden Jacobus JCao-fen-fclien, een voorbeeldige huis- ±ee" Tde ff maken aan den ondragehjken moeder, 54 jaren oud; zij vond den dood in de t®estand, door de geweldenarijen der suffraget- bergen van Mongolië, waar zij door de Boksers, i ten geschapen. die haar hadden ontdekt, met zwaard en stok-S T01, zich voor een vereeniging van ken werd geslagen en daarna in het dorp! j re 5,000 dames, allen of bijna allen tot Pat'eou-men onthoofd, wijl zij niet wilde afvallig! n gegoeden stand behoorend. Ehe 15,000 worden. Vincentius Kao-tchen-huo, haar zoon,vrou*™ °P Ult, haar wiI aaa llat!e 40 jaren oud, werd met eene lans doorstoken. IX311 45,000,000 menschen op te dringen. Die Mai'ia Kao, echtgenoote van Joannes Kao-van 311168nnen z niet zeggen, dat zij haar en 30 jaar oud, werd met nog vier anderen 6,£en kunne vertegenwoordigen. Indien er een levend verbrand, nl.: de zuster van Vincentius i ,18> 0?S6n uitsteekt, dan is het de Kao-tchen-huo, eene maagd van 16 jaren. Reeds absolute onverschilligheid der vrouwen van te voren had zij aan een heiden, die haar wilde i Engeland met bedekking tot een streven, waar- huwen, gezegd: „Ik wil liever sterven dan een'aa.n Z!j over'gens geheel vreemd blijven. Daarom heidensch huwelijk aangaan." Paula Kao, eenj00^ willen de suffragetten van het voorstel niet weesmeisje der H. Kindsheid, door Joannes j weten een referendum in te stellen, vooraleer de Kao-van als kind aangenomen; zij was 9 jaren :za 6 beslissen, met andere woorden dat men oud. Teresia Kao, dochter van Joannes Kao-van,aan de vrouwen zelf vragen zou of zij ja dan 5 jaren oud. Anna Kao, echtgenoote van Kao- iae6n stemrecht verlangen/ Ieder weet toch lien, 24 jaren oud; biddend werd zij met de dat de °vergroote meerderheid neen zou ant- - woorden. Menigeen alhier zou er geen het minste be zwaar in zien wat de kiesbevoegdheid betreft beide geslachten op volstrekt gelijken voet te behandelen. En juist daarom houd ik mij over tuigd dat het kiesrecht der vrouwen er zal ko- DE ENGELSCHE SUFFRAGETTES. Ondanks den „opstand van Ulster" eener- bovengenoemden verbrand. Terwijl deze vijf martelaressen verbrand werden, beschimpten haar de Boksers en stieten zij haar met hunne lansen; geduldig en zonder geschrei stierven zij, terwijl zij telkens de namen herhaalden van Jezus en Maria. j men, maar op tijd en stond en niet in omstan- De zestigjarige landbouwer Fan-tsan, die nogdigheden, die voor de zekerheid van den Staat katechumeen was, werd door de Boksers gegre-jen van de maatschappij gevaar opleveren, pen. Wijl hij niet wilde afvallen, wilden zij hem Het ware een dwaling zich in te beelden dat aanstonds dooden, maar heidensche vrienden het vergunnen van het stemrecht aan de agitatie zeiden tot hen: „Het is beter hem levend te der suffragetten een einde zou maken. Het is begraven, opdat zij lichaam ongeschonden niet om het louter pleizier een briefje in de stern- blijft." Zij namen dan een houten kist en sloten bus te gaan steken dat die nieuwerwetsche ama zonen sedert jaren de wereld verbazen. Dat stembriefje is eenvoudig een middel om verdere toegevingen te ontwringen, totdat het einddoel, de verovering van het bewind, wordt getroffen. Hier is het dat een bittere teleurstelling me vrouw Pankhurst en haar kudde verwacht. Enkele dames zullen misschien? er in hem daarin op: de vrienden wilden hem van te voren vergif ingeven, opdat hij niet zou behoeven te lijden, maar de Boksers wilden dat niet en begroeven hem levend Dit zijn enkele van de 1500 martelaren in het Vicariaat der Minderbroeders in Noord-San-Si, wier marteldood door P. Ricci is onderzocht, j slagen een zetel in 't parlement te bekomen en In hetzelfde Vicariaat zijn er nog ongeveer 300,voortaan haar nachten in het Paleis van West- aangaande wie nog geen onderzoek kon worden minster (of elders) mogen doorbrengen zonder ingesteld. Wij willen ten slotte nog een enkel in opspraak te komen, terwijl hun echtgenooten woord zeggen over dat onderzoek zelf. Er wer- thuis blijven en het zuigfleschje aan baby toe- den 350 getuigen ondervraagd, die hetgeen zij dienen; maar dat zij daar ooit den staf zullen eerst persoonlijk voor den genoemden Pater had- zwaaien of zelfs een wezenlijken invloed zullen den getuigd, later onder eede bevestigden voor uitoefenen, kan zelfs Christabel in haar wildste het ingesteld Kerkelijk Verhoor. Al die getui- droomen niet verwachten, gen waren geloofwaardige, eerzame en god- En wat zal er dan gebeuren? Natuurlijk dat vruchtige christenen. I de dames volksvertegenwoordigsters de midde- 1 len, die haar zoo goed te stade kwamen om in de Kamer te geraken, binnen die Kamer weer alles zullen aanwenden om haar wil op te drin gen. Ge kunt u wilde feeksen voorstellen, die den Speaker zijn pruik aftrekken, de ministers trachten af te zweepen en den „sergeant at arms" in de kuiten bijten. Begrijpelijk is het dat zij, die zulke tooneelen aan de „Moeder der Parlementen" wenschen te sparen, niet zeer geneigd zijn door het toeken nen van het vrouwenstemrecht een Karnaval van dat soort mogelijk te maken. Hef is al erg genoeg dat gerechtshoven op die onuitstaanbare wijze worden gestoord en het gerecht zelf belachelijk gemaakt. Intusschen kan de tegenwoordige toestand on mogelijk nog lang voortduren. Alle dagen wor den huizen en openbare gebouwen in brand ge stoken de schade bedraagt reeds millioenen en een aantal arme menschen, vooral vrouwen, hebben hun broodwinning verloren onschat bare kunstwerken worden vernield en nu de suf fragetten bommen beginnen te gebruiken, is het wis en zeker dat er een van deze dagen een ontzettende ramp met het verlies van vele men- schenlevens gepaard, zal plaats grijpen. Al die wandaden blijven straffeloos en juist om die redeir vermenigvuldigen zij zich gesta- die. Er is ja een gerechtelijke komedie. Een aangehouden suffragette wordt voor den rech ter gebracht, stelt zich ter zitting als een dron ken vischwijf aan, krijgt zooveel maanden ge vangenis, weigert te eten en wordt na een paar dagen losgelaten en begint opnieuw. Wat den staat van zaken nog bedenkelijker maakt is dat de rijke dames, die de beweging steunen en leiden, op weinige uitzonderingen na, zich wel wachten zelf handelend op te tre den. De misdaden worden begaan, soms door op hol gebrachte hysterische jonge juffers, maar in den regel door betaalde arme sullen, die voor een stuk geld gereed zijn alles te doen, inzon derheid wanneer zij weten dat zij geen gevaar loopen. En zulke blinde werktuigen kunnen de suffragetten gemakkelijk genoeg in voldoend ge tal huren: het jaarlijksch inkomen van den Bond is 36,000 pd. st. of 900,000 francs! Het besluit ligt voor de band. Ontneem aan die dames de „zenuw des oor- logs" en dadelijk valt de heele boel in duigen. Dat is te verwezenlijken door den Bond als een vereeniging van kwaaddoeners wettelijk te beschouwen (men heeft het wel voor de Iersche Land League gedaan), door zijn fondsen in beslag te nemen en vooral door alle leden ver antwoordelijk te maken voor het herstellen der toegebrachte schade. Of er ontslagen zouden regelen! Eerlang zou de Bond hoofdzakelijk uit de familie Pankhurst bestaan. VI. Gazet. DE KOPEREN BEKKENTJES BIJ DEN BARBIER. Onze voorname „coiffeurs" en welke uit- heemsche titels ze verder nog voeren hebben ze niet meer buiten de deur hangen aan een haak, die gladgepoetste koperen bekkentjes, maar de minder voorname kappers en haarknip pers en scheeders doodgewone menschen hebben ze nog. 't Moet wel eens opgemerkt zijn, dat er in den regel twee opgehangen worden. Met een zekere plechtigheid worden ze 's mor gens buiten gebracht en met niet minder ernst worden ze 's avonds ingehaald. Evenals in zooveel handelingen, zit hierin een stukje „oude gebruiken". Waarom hangen bij een barbier koperen bekkentjes buiten de deur? Misschien meent iemand, dat het scheerbekken- tjes waren, de aanduiding van het vak. Er zit wat waars in dat vermoeden, maar 't is toch niet heelemaal juist. Nog een vraagHoe komt het, dat ten platte- lande in Duitschland de baardscheerder „Ba der" heet? Het antwoord op de eerste vraag en dat op de tweede hangen met elkaar samen. In de Middeleeuwen zoo vertelt een mede werker van de Köln. Ztg. kende men nog niet zulke sierlijk ingerichte badinrichtingen als tegenwoordig. In eenvoudige badkamers be vrijdde men zich van het stof van den dagelijk- schen arbeid; de eigenaar of ondernemer van zulk een inrichting heette in Duitschland „Ba der" of „Stiibner" en de stad Ulm kende er in het jaar 1489 niet minder dan 168, een bewijs, dat men toen toch ook wel aan den schoonmaak deed; ook een bewijs, dat het zaakje nogal winstgevend was, want er werd maar eenmaal per week gelegenheid gegeven om de kuur te ondergaan en wel op Zaterdag tout conune chez nous! De „Bader" wij zullen ze maar met den Duitschen naam blijven aanduiden zochten natuurlijk hun badgelegenheid zoo goed moge lijk en zoo genietbaar mogelijk te maken. Daar men zich echter van hout moest bedienen om liet water warm te maken en warm te houden, was het een dure geschiedenis, die vee! zorg ver- eischte. Reeds vroeg in den morgen begon de „Bader" te stoken, geholpen door zijn leerlin gen. Was het water warm en m voldoende hoe veelheid te krijgen, dan moesten de klanten ver wittigd worden. Kranten waren er niet en die zouden in dit geval ook niet geholpen hebben. De „meester" zond zijn leerlingen-helpers met twee metalen bekkens de straat op om in alle hoeken en gaten door het tegen elkaar slaan dei- bekkens den volke kond en te weten te doen, dat het water warm was en dat er gelegenheid was een warm bad te nemen. Kwamen de leerjongens van hun muzikalen rondgang door de stad terug, dan werden de bekkens buiten de deur opgehangen en daar bleven zij zoolang het water warm genoeg bleef. Waarom? Om ook aan*bezoekers van de stad, die de oorverdoovende boodschap niet gehoord hadden of niet hadden kunnen vernemen, bekend te maken, dat het bad bruikbaar was. Eerst als er op geen verdere bezoekers gerekend werd of als 't water beneden temperatuur was, werden de bekkens binnengehaald. Ze deden dus tweeër lei dienst: als luidruchtige aankondigers en als stomme uitnoodigers. Later, vooral na de kruistochten en in de dagen van groot zedenbederf kwamen de „Ba der" in verval. De „Bader" in den eigenlijken zin verdween en werd opgevolgd door of ver anderde zich in den barbier, die echter uit oude gewoonte nog altijd de bekkentjes behield en ze buiten hing als een reclame voor zijn zaak. En nog steeds hangt hij ze 's morgens buiten en haalt hij ze 's avonds weer in, zooals zijn voor ganger, de „Bader" van eeuwen geleden het deed. De oorspronkelijke beteekenis is geheel verloren gegaan en de hoog moderne „coiffeur" en „friseur" heeft eigenlijk groot gelijk, dat hij de koperen dingetjes niet meer buitenhangt. 's Hert. C. IETS OVER VERNIKKELEN. I>e heer J. M. Kleiboer schrijft in het tech nisch bijblad van de Kampioen het volgende over vernikkelen: Verschillende deelen van ons stalen ros zijn vernikkeld, maar hoe of die bedekking erop wordt aangebracht, en dat daarvoor een geheele inrichting noodig is, weten vele fietsers nog niet. Nog steeds worden pakjes voor het „vernikkelen der fietsen", die zoogoed als geen nikkel, maar slechts het een of ander kwikpreparaat bevat ten, op het platteland aan den man gebracht. Over de onbestendigheid van de daarmee ver teregen uiterst dunne kwikbedekking zal ik maar zwijgen, en liever in het kort een en ander van het galvanisch vernikkelen vertellen. Als men een paar gewone elementen van een electrische schel, beter nog een paar Bunsen-ele- menten neemt en men bevestigt aan de positieve pool, d.i. de koolstaaf, van het eerste element een draad, aan welks einde een stukje nikkel is bevestigd, terwijl het zink van het eerste element met de kool van het tweede is verbonden, terwijl aan het zink of de negatieve pool van het tweede element door een draad het een of ander metalen voorwerp is bevestigd, dan zal op dit voorwerp nikkel neerslaan als het met het plaatje nikkel in een zoogenaamd nikkelbad is gedompeld. Dat nikkel scheidt zich uit de badvloeistof af, terwijl het uitgescheiden nikkel weer wordt aangevuld door verbinding van het ingehangen nikkel plaatje met een bestanddeel der badvloeistof. In de plaats van deze elementen wordt meestal een laagspanningsdynamo gebezigd, daar ele menten dure stroomvoortbrengers zijn. De inrichting van zulk een dynamo is geheel gelijk aan die van een verlichtingsdynamo; al leen is hij met dikker draad bewikkeld, teneinde een sterken stroom, doch van lage spanning, nl. 4 a 5 volt, te verkrijgen, terwijf deze bij verlich ting meestal 110 of 220 volt bedraagt. De stroom van een centrale kan dus niet onmiddel lijk voor het bedrijf van galvanische baden wor den gebezigd, maar moet eerst in een omvormer of transformator in een stroom van lage span ning worden omgezet. Zulke transformators be staan uit een electromotor en een daarmee op dezelfde as gekoppelde laagspanningsdynamo. De electromotor wordt door den hoog gespan nen stroom van de centrale gedreven en drijft op zijn beurt de dynamo, die de baden van stroom voorziet. Het voorwerp, dat vernikkeld moet worden, is met metalen haken aan een koperen stang op gehangen in het midden van een steenen wan; de stang is met de negatieve pool van den dyna mo verbonden. Aan weerskanten van 'deze stang is een slang aangebracht, die aan meta len haken de blokken nikkel draagt, om den stroom in het bad te leiden en dat op sterkte te houden. Beide stangen zijn met elkaar en met de positieve pool van den dynamo verbonden. Feitelijk zou één positieve stang al wel voldoen de zijn. maar men neemt er liever twee, ten einde den stroom in het bad van beide kanten gelijkmatiger naar het voorwerp te doen gaan.j waardoor oen gelijkmatiger neerslag wordt ver-m kregen. Verder heeft men nog een regefmgs- weerstaud noodig om de hoeveelheid stroom, die door het bad gaat, te regelen, alsmede een volt meter, om den weerstand van het bad te kunnen aflezen. Als nl. de groote voorwerpen (of een groot aantal kleinere, in het bad zijn gehangen, zal de stroom minder weerstand ontmoeten op zijn weg uit de vloeistof van het bad in het metaal der voorwerpen, dan wanneer er maar enkele voorwerpen, resp. een kleiner oppervlak is ingedompeld. Men zegt dan, dat de dicht heid van den stroom grooter is geworden, als bij eenzelfde stroomsterkte het oppervlak der ingedompelde voorwerpen kleiner is geworden. In dit laatste geval zou de neerslag veel te snel plaats hebben, waardoor deze dan niet zoo goed wordt, maar schilferachtig of met bladders. Daarom behoort per vierkanten centimeter op pervlak der ingedompelde voorwerpen een be paalde stroomsterkte niet te worden overschre den. Zijn er maar weinig voorwerpen in het bad, dan moet de stroomsterkte worden ver minderd, hetgeen men bereikt, door het inscha kelen van een weerstand. Deze bestaat uit een raam, waartusschen een aantal spiralen van dun metaaldraad geïsoleerd zijn aangebracht. Men windt de draad in spiralen, om een groote lengte in een kleine ruimte te kunnen onder brengen. Door de beweging van een handel over koperen contacten moet de stroom door een of meer van deze spiralen gaan, om in of uit het bad te komen. Hoe verder het handle van den weerstand gedraaid wordt, des te langer wordt de weg van de spiralen, welken de stroom moet volgen. De voltmeter is met zeer dunne draden verbonden aan de stang, waaraan de te vernikkelen voorwerpen hangen, en aan een der beide stangen, die de blokken nikkel dragen, of wel afgetakt van de aan deze stangen onmid dellijk bevestigde geleidingen. De stroom ver takt zich; het overgroote gedeelte gaat door het bad, een klein gedeelte door den voltmeter, en dat wel in omgekeerde verhouding van de weer standen van bad en voltmeter. Daar zulk een voltmeter uit een langen, dunnen draad bestaat, die op een hollen klos is gewikkeld, waarin zich een aan den wijzer verbonden gebogen plaatje kan bewegen, is de weerstand ervan vrij groot, gaat er dus weinig stroom door den voltmeter. Hoe grooter de weerstand in het bad is, des te meer stroom zal door den voltmeter gaan, en des te sterker zal het gebogen plaatje in de holte van den klos worden aangetrokken. De badvloeistof bevindt zich meestal in ge bakken steenen wannen, welker bovenrand van groeven voorzien is voor het inleggen van de koperen ophangstangen. Deze wannen zijn uit muntend bestand tegen de zuren of loogen, waaruit de baden bestaan, maar nogal breek baar en duur in de grootere afmetingen. Daar om worden daarvoor liever houten bakken ge nomen, welke met platen van zuiver lood in wendig zijn bekleed, dat door het bad ook niet wordt aangetast. Deze nikkelbaden zijn in den handel verkrijgbaar als droge zouten, die men sléchts in een bepaalde hoeveelheid zuiver lauw water behoeft op te lossen, om het bad gereed te maken. Voordat de voorwerpen in het bad worden ge hangen, moeten zij volkomen zuiver zijn, en ontdaan van alle vet, waartoe een sterke soda- oplossing wordt gebezigd. Zij mogen dan ook niet meer met de vingers worden aangepakt. Als zij uit het nikkelbad komen, zijn zij nog niet gereed en ze bezitten nog lang niet den bekenden glans, maar vertoonen meer overeen komst met de breuk van een stalen gereedschap. Toch is het van belang, om ze vóór het ver nikkelen niet alleen te reinigen, maar ook ze zoo glad mogelijk te maken, want niet alleen heeft men dan later minder werk met het polijs ten, maar kan men ook met minder nikkel vol staan. Voor het polijsten worden verschillende soor ten snel ronddraaiende schijven en borstels ge bezigd, zoodat een vernikkei-inrichting zonder krachtwerktuig niet bestaan kan. In elk geval zal men wel begrijpen, dat. die zoogenaamde „snelnikkelpoeders", of hoe ze ook mogen hee- ten, eenvoudig boerenbedrog zijn, en' dat de reparateur, als hij tenminste geen zeer groote zaak heeft, de te vernikkelen deelen moet op zenden. DE EERSTE WOLKENKRABBER AFGE BROKEN. Onlangs is de oudste wolkenkrabber te New- York afgebroken. Het was een gebouw van tien verdiepingen en het dateerde van het jaar 1889. Juist een kwart eeuw had het dienst gedaan. Natuurlijk interesseerden alle architecten zich levendig voor de conditie der onderdeden, het geen bij den afbraak eerst goed voor den dag kan komen. Men kon echter tevreden zijn. Niets ran het materiaal was noemenswaardig afge sleten of vergaan, lutegendeel, was het niet, dat en op die plek groads een nog hooger gebouw if «s f£ SI CO rti

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 8