Zijn Eioedeii*i
Use's wifaak»
derde iemand, die slechts 1 K.M. per utir min-'
der aflegde. Men bedenke dat een normale voet
ganger niet meer dan 5 K.M. per uur aflegt.
Onder de zwemmers verdient de Engelschman
Jarvis het record. Hij legde in 60 minuten een
afstand van 4.5 K.M. af.
De snelheden, die bereikt worden bij het zwem
men met den stroom mee, zijn natuurlijk veel
grooter. Men kan dan een snelheid van 8 K.M.
bereiken.
Langen tijd beschouwde men 120 K.M. per
uur in den automobiel de grootste snelheid.
De Fransche automobilist Goux heeft even
wel onlangs in 6y2 uur 800 K.M. afgelegd.
Het record per stoomfiets bedraagt ongeveer
105 K.M. Deze afstand werd in een uur op een
wielerbaan afgelegd met een machine, die slechts
52 K.G. woog.
De laatste vervoermiddelen hebben den spoor
trein reeds in snelheid overtroffen.
Voor een tiental jaren zou men een profeet,
die voorspeld had dat eens een wielrijder een
trein in.snelheid zou overtreffen, voor een dwaas
gehouden hebben. De vlieger Paul Guignard
heeft het op een rijwiel evenwel zoover gebracht.
Sedert eenigen tijd houdt hij het record van
meer dan 101 K.M. Natuurlijk bereikte de wiel
rijder deze snelheid niet zonder gangmaker.
De 90 K.M. die de Amerikaan Hamilton zon
der gangmaker aflegde, kunnen niet meer als
record gelden.
De Zwitsersche wielrijder Egg heeft onlangs
per rijwiel'92 K.M. per uur afgelegd.
Wat de snelheid van de bestuurbare lucht
schepen aangaat, alles hangt daarbij van de
al of niet gunstige windrichting ai
Ten laatste nog de vliegmachine.
Hier is Brindejonc des Moulinais houder van
het record. Bij zijn bewonderenswaardige
rondvlucht door Europa heeft hij de reis van
Weenen naar Berlijn, die 450 KM. bedraagt, in
twee uur en 5 minuten afgelegd, zoodat hij per
uur een snelheid van 215 KM. bereikte. De
Fransche aviateur sloeg daarmee het grootste
snelheidsrecord.
HUT EIND® VAN DE BRANDKAST.
Het einde van de brandkast nadert Niet,
Sat wij hiermee willen beweren, dat, zoo
als Hl it heet volgens de offioieele terminolo
gie, aan de kapitalistische productiewijze
spoedig een eind ral komen. Dat weten wij
niet. Maar wij willen de aandacht vestigen
op hét zeel* simpele feit, dat de aandeelen
van de groot» Engelsehe en Duitse he brand-
kastfabriekem systematisch dalen, en dat in
de United States zelfs twee groote br&ndkast-
fabriekem over den kop gingen.
In Amerika streeft men er zelfs ïang reeds
naar, ran het privé-kantoor van den di
recteur zelf een soort safe te maken. Voor
een paar jaar zagen wij in een der Duit-
sche caricatuur- bladen eea alleraardigste
plaat ran den Czaar, die, om zich te be
schutten tegen de bommen van de Revolu-
tionnairen, zijn toevlucht had genomen tot
de safe. Hij had er een mooi Perzisch tapijt
in laten leggen, en er stond een prachtig
bureau-minis tre in: een zuurstof-apparaat
zorgde ervoor, dat de Czaar niet stikte. Wij
hebben het plaatje een tijdlang bewaard, maas-
met den schoonmaak is hot zoek geraakt.
Nu, zoo ziet het moderne safe-kantoor er niet
precies uit Het heeft het gezellige kamer
karakter behouden. Maar hout en andere band-
bare stoffen zijn contrabande. Aan de muren
hangen geen kaarten of schilderijen, maar
een paar emaille-platen met „No smoking al
lowed." En wee uw gebeente, wanneer ge
het zoudt wagen, rookende binnen te ko
men.
In dit moderne veiEghe idskanto o r sitaan
geen laJdampjes te walmen. Vuur komt er
nooit in. Er is natuurlijk een centrale ver
warming en electriscb licht.
De muren van het safe-kantoor bestaan uit
gewapend beton in combinatie met pantser-
"platen. Op die manier is het een absolute
onmogelijkheid, dat er brand in het kantoor
ontstaat (tenzij de directeur zelf eens de
verleiding niet zou kunnen weerstaan, én een
manilla zou opsteken). En zou het huis in
brand staan,doch dit gaat ook maar niet
zoo een, bwee, drie dan zou de gestof
feerde safe misschien wel een beetje warm
worden, en zou de directeur misschien stik
ken, maar de inhoud zou niet verbranden.
Het voordeel van het safe-kantoor is natuur
lijk groot. Papieren van waarde behoeven
nu niet meer in een aparte kluis te worden
opgeborgen. Voorts zal bij brand de heele
correspondentie behouden blijven. De respec
tievelijke kaart-eysteenis behoeven nu ook
niet te worden opgeborgen in een aparte vei-
ligheidskast. Deze moderne Amerikaanache
methode beteekent dus, dat er tijd, en op den
duur ook aeld gespaard wordt. En "«n neemt
aan, 'dat weldra de nieuwe methode in iedere
groote zaak zal worden toegepast, zoodat in
de toekomst het. bezit van een brandkast
niet meer zal wijzen op rijkdom en macht
in het kort op „kapitalisme," maar op ach
teruitgang in de zaken, kleinburgerlijkheid
en onmacht.
HET BEWAREN VAN HOUT.
Volgens de „Revue des Eaux et Forets"
heeft de Deensche Regeering eenige onder
zoekingen gedaan betreffende bescherming
van het hout tegen bederf. Verschillende boo-
men, o.a. pijnboomen en dennen, werden ge
durende den winter omgehakt, in vieren ver
deeld en deze stukken werden drie maanden
in de open lucht gedroogd en vervolgens op
verschillende manieren behandeld.
Eenige werden met steenmortel bestreken,
andere werden gedompeld in creosoot, teer
enz. weer andere werden gedeeltelijk verkoold
of met zink- en ijzerplaten bedekt.
Al de 13000 stukken werden op een weide
geplaatst en daar 7 jaren gelaten. Het niet
behandelde hout verrotte spoedig, de berg-
pijnboomen in 3 jaar, de gewone pijnboomen
en dennen in 5 a 6 jaar. De behandeling met
teer, creosoot en olieverf leverde gunstige
resultaten op. De gedeeltelijke verkooling
wei*kte minder goed bij de pijnboomen. Over
het algemeen is de teer- en creoeootbehan-
deling de beste manier om het bout tegen
verrotting jte bewaren.
BASJE DIE DOOF BLEEF.
't Gebeurde in het dorpje Zevenhoven. Toen
daar een paar dagen terug de postbode een be
stelling te doen had bij het hoofd der R. K.
school, zag hij een touw dat aan den knop van
de schel was gebonden. Het vermoeden rees bij
den man, dat de booze schooljeugd haar mees
ter een kool had gestoofd en toen er werd
opengedaan nadat hij zelf gebeld had, opperde
de brave bode tegen de juffrouw die voorkwam
de veronderstelling, dat er wel al meer gebéid
zou zijn-
Juffrouw verzekerde, dat er dien avond nog
niet eer was gebeld en haalde meester zelf om
mee te zoeken naar het raadsel van het touw. j
Meester kwam, volgde den loop van het touw
Won echter het eind niet bereiken, omdat het
liep naar den top van een hoogen boom. Men
begreep niet. Men keek naar boven in den
boom maar zag niets. Donkere avond maakte
't onmogelijk iets te zien van wat daar boven
was. Lantaarns werden gehaald. Sterk /uit
stralende fietslantaarns.... Toen zagen ze 'm.
Een kerel, die daar boven zat met touw in de
hand. Een groot donkere figuur die zich
heel stil hield en geen beweging vertoonde.
Meester riep hem. Zei dat-ie dadelijk benêe
moest komen,.... Geen antwoord.... Dat ie
anders door de politie er uit zou gehaald wor
den en dat ze hem dan wel krijgen zouden.
Maar als-ie nou direct afdaalde zou hem geen
straf geworden....
Geheimzinnige figuur zwijgt als 't graf.
Toen haalde meester den gevreesden die
naar van den H. Hermandad, terwijl intus-
schcn de postman wacht hield en den vriend
daarboven ook den goeden raad gaf, om non
maar naar benêe te komen, voor er meer „hei
bel" kwam. Man daarboven zei nog altijd niets.
Door Zevenhoven ging het gerucht van den
geheimzinnigen man die voor meesters huis in
den hoogen boom zat. 't Dorp liep leeg. Alles
stroomde samen en allen stonden niet de hoof
den in den nek te staren naar de donkere mas
sa daar boven.... Die zieh riet bewoog en
niets zei.... Meester kwam terug met veld
wachter, die z'n sonoor stemgeluid ook al voor
niets liet klinken.
Men tapte moppen op 't geval. Spoorde mees
ter aan den vent te dreigen met 2000 straf
regels; dat zon wel helpen.... Maar niets
hielp. Ten einde raad werd de burgemeester
gehaald. Yan zijn stemgeluid werd redding
verwacht togen den snoodeling daarboven. De
burgemeester verscheen en met hem nog eeni
ge fietslantaarnsBundels carbid licht
schenen naar den top van den boom en heel
goed zag men den maii nog zitten steeds met
het touw in de hand,...
Nieuwe verzoeken otn af te dalen; weer
dreigementen met allerlei verschrikkelijkhe
den.... Resultaat nihil.'...
.Toen werd onder do verzamelde menigte
zekere Dasje gemist, die men nu juist voor een
dergelijke streek in staat achtte. Ha, hij zou
liet zijn die daar en dien hoeven zetel zat. Daar
nep <k> ourgemeesiiBi„J3asje, im maar gauw
er uit komen, hoor. En heel gauw ook. 't Is
nu mooi genoeg geweest; proces-verbaal zul je
wel krijgen en er blijft hier den heelen nacht
een wacht tot je benêe komt."
Maar xnen riep Basje voor niets. Hoe de an
deren ook bielpen om Basje te overtuigen, dat
bet 't beste was om af te dalen, hij kwam niet,
zei niets; bleef doof voor smeekbeden en drei
gementen.
Publiek amuseerde zich intusschen koste
lijk.... Lachte om de vele moppen die werden
getapt, lachte ook de menschen uit die al maar
door en tevergeefs hun stem verhieven.
Maar ten slotte weer de waarheid inzagen van
het spreekwoord, dat er geen spreker is die 't
den zwijger verbetert.en dus ook zich
maar stilhielden.
.Arme Basje. Valsch beschuldigde
Volgenden morgen zat hij er nog. Groote pop
met touw om den eenen arm gebonden. Sta
rend met dood gezicht naar meecters huis. Hij
zit daar goed vastgebonden en er worden nog
moppen getapt op hem. Want ieder kan hem
zien en ieder is nu bevriend met hem. Groet
hem in voorbijgaan.
Of Basje werkelijk schuld heeft aan de wan
daad die de vroede mannen der stille gemeente
deed schrikken
EEN VERDWIJNENDE TOREN UIT DE
KRUISTOCHTEN.
Even buiten de Syrische haven Tripoli staat
een beroemd oud gebouw, bekend onder den
naam van den Leeuwentoren. Volgens de over
levering werd dit monument gebouwd door
Richard Leeuwenhart van Engeland. In wer
kelijkheid is de toren een van de zes ver-
ssterkingen door Kruisvaarders gebouwd om
de kust te beschermen. Slechts één andere is
tot nog toe behouden en die verkeert in een
deplora'oelen toestand. De Leeuwen to ren zal
spoedig verwoest worden om plaats te ma
ken voor den spoorweg, tot grooten spijt van
aanchaeologen, die het oude bouw/werk gaarne
behouden hadden gezien.
VOIjKSSTAMMEN IN BIJENKORVEN.
In Mesopotamië ziet de reiziger een wonder
lijk soort weningen, gebouwd van klei in den
vorm van bijenkorven. Geheele dorpen ziet
men op deze Wijze gebouwd. Het land heeft
weinig boomen en daardoor nagenoeg geen
hout; ook steenen ontbreken en daarom bou
wen de inboorlingen hun huizen van klei, in
de zon gebakken. Een dergelijk bijenkorf-
dorp is o.a. Mosolmeth, niet ver van Aleppo
aan den beroemden Bagdadspoorweg. Ieder,
huis bestaat uit verschillende „korven", tar-
melijk dicht bij elkaar en omringd door een
muur van klei. Een wordt gebruikt als eigen
lijke woning, een paar andere voor het vee
en nog andere als schuur, al naar den rijkdom
van den eigenaar.
DE KUNST OM EEN SCHOUWBURG TE
.VULLEN.
Een vindingrijk schouwburgdirecteur na
tuurlijk, een Amerikaan! meent eindelijk
een middel gevonden te hebben om eiken
avond voor een vol huis te spelen. Hij blijft
n.L borg voor de kwaliteit der opgevoerde
stukken, evenals een kleermaker voor de goe
de coupe, en een eierhandelaar voor de versch-
heid van zijn waar. Met andere woorden: hij
geeft den toeschouwer het geld terug, als het
stuk geen bijval vindt. Dat bewijst het affi
che, dat de directeur onlangs liet aanplakken.
Het luidde:
„Wij geven allen het entreegeld terug, wie
ons stuk niet bevalt. Als gij een auto of een
naaimachine koopt, koopt gij die onder garan
tie. Zoo nemen wij' ook voor het blijspel,
dat morgen gegeven wordt, de volledige ga
rantie op ons en verplichten onB, diegenen,
die niet lachen, hun geld terug te betalen."
En deze reclame is niet die van een kleinen
schouwburg, maar van een groot theater in
oen der beste gedeelten van New-York.
EEN SCHOOL VOOR REDDING VAN
BRANDGEVAAR..
Te New-York is kort geleden een school op
gericht, waar onderwijs gegeven wordt in een
zeer bijzondere tak van wetenschap, als men
het zoo noc-mcn mag, in de kunst, zich en
anderen bij brandgevaar te redden. De naarn
is Scudder Collegeate School; ze wordt be
zocht dcor mannen en vrouwen van 5 tot 75
jaar. Zij loeren er hoe men uit een met rook
gevulde kamer vlucht, h.oe men onder do
moeilijkste omstandigheden zijn tegenwoor
digheid van geest behoudt, en van welke mid
delen men zich kan bedienen, om bij gebrek
aan trappen of ladders den beganen bodem
t© bereiken
£1— - i
D» SDAG 26 MEI 1914.
39ate JAARGANG Ho. 8448
BIJVOEGSEL VAN DE NIEUWE HAARLEBISCHE COURANT.
SB
Naar Küm/nel.)
Het v/as in den winter van 1793. De Fransche
revolutie-helden hadden in een dorp in den
Elzas een katholieke kerk geplunderd en na ze
met doek, vrijheids-attributen en groen te heb-
oen versierd, ingericht als „Tempel der Rede".
De ingebruikname van dezen tempel zou in
naam der republiek Zaterdag geschieden en de
ïoodige voorbereidingen werden gemaakt. Een
Daarachter stond het overige volk, de dorpelin-j De commissaris, die begon te meiken dat het
gen d:2 gekomen waren uit nieuwsgierigheidzoo mooi op touw gezette en voorbereide feest
om 'deze belachelijke vertooning bij te wonen, j geheel in het water dreigde te vallen, werd woe-
Aller blikken waren op de „godin" gericht, dend.
Vlak voor haar stonden' zes koperen schalen, met „Ellendig wijf!" riep hij de „godin der Keae
brandende houtblokken,, waarop door de dames! toe. „Houd toch op met je niezen, of ik laatje
wierook gestrooid werd. j gevangen nemen wegens beleediging van de
Toen een lied was gezongen, betrad de feest- republiek
redenaar het spreekgestoelte. Het was de „Ik kan niet," antwoordde de aangesprokene
schoenmaker Paul, die zich bij de vrijheidsman- in angst vanaf haar troon, „die vervelende
nen had aangesloten en nu de Jacobijnenmuts wierookwalmen zijn de schuld van alles! Ik kan
zwierig op zijn hoofd droeg. er niets aan doen, mijnheer de commissaris^
„Burgers en burgeressen der eene en ondeel-
kunstmatige heuvel werd opgericht, omgeven bare Fransche republiek!" Dan hield hij eens
door denneboompjes en er bovenop een zetel, klaps op. Dat was een lange zin geweest en hij
waarop de „Koningin der Rede" zou zetelen. was wat blij dat deze er al voorloopig uit was.
Een groot plakaat, waarop in vette letters „Tem- Maar men verwachtte meer. Eerst een aanloop
pel der Rede", deed den volke kond, wat de i Burgers en burgeressen der Fransche.... der
nieuwe bestemming van het oude, eerbiedwaar- deelbareburgers en burgeressen der repu-
dige kerkgebouw was geworden.
En nu de tempel er was, zelfs geïnstalleerd,
bliek
„Hazziiii!" klonk het eensklaps als een ba-
moest er natuurlijk ook een „godin" gezocht zuinstoot door het kerkgebouw,
worden. Er een te vinden, ging niet zoo heelDe feestredenaar had niet eensklaps zijn rede
gemakkelijk; geen fatsoenlijk meisje wilde zich :ZOo onderbroken, maar het was het niezen van
daarvoor leenen. Na veel zoeken had de burger- een vrouw. Het was een „Hazzi", waarvoor een
commissaris, een halfwijze Jacobijn, die in geenprima donna der Fransche opera zich niet had
twintig jaar een kerk van binnen gezien had,behoeven te schamen, zoo vol en klankrijk klonk
>en pracht-exemplaar weten op te duiken. Het het.
was de dochter van een kuiper, die jaren lang
marketenster geweest was, een brutaaltje van
de eerste soort, die er trotsch op ging, zonder
eenige verdiensten, tot „godin der Rede" te wor
den verheven. Het toilet der „godin" was een
onderwerp van veel zorg geweest, maar ook hier
had de commissaris een oplossing gevonden.
•Meer hoofdbrekens gaf het gezicht der „godin",
want dit moest de commissaris zelf beken
nen die zag er allesbehalve hemelsch uit. De
neus was vuurrood, de wangen daarentegen
tanig-geel; dat kwam van de kruitdamp zooals
de vroegere marketenster lachend beweerde. Om
dit te veranderen wist men ook wel een middel.
Roode en witte poeder om te sminken is niet
duur en men doet er wonderen mee.
En toen de zon over den grooten vrijheidsdag
opging, waarop in het dorp de eerste eeredienst
voor de „godin der rede" zou gehouden worden,
was alles in orde. Een indiukwekkende stoet
bewoog zich van het stadhuis naar den tempel.
Voorop een afdeeling Nationale Garde. Dan
kwam de „godin", gezeten in een huurrijtuig,
aangereden, de groote ronde mantel om de
Wie was dat geweest?
Toch niet de „godin?".
Maar deze zat onbeweeglijk en rechtop als een
standbeeld.
De feestredenaar deed al maar door nog ver-
geefsche pogingen om over zijn burgers en bur
geressen der Fransche republiek heen te komen
juist was hij weer vol moed begonnen, nadat de
commissaris hem iets van: „ter eere der Rede"
had ingefluisterd.
„Hazziiiiklonk het opnieuw door de ruimte,
nog een toon hooger dan zoo straks.
„Prosit!" zei de feestredenaar in zijn angst
zonder dat hij 't wist en „prosit" klonk het toen
van alle kanten.
„Alle duivels," schreeuwde de commissaris,
een oogenblik vergetend dat hij in den „Tempel
der Rede" was.
„En ter eere van de godin dér Rede-" sprak
Fn weer begon ze haar mond te vertrekken
en dikke tranen van angst rolden eerst lang
zaam, dan aanhoudend over haar wangen. De
hand, die ze tot nu toe vol waardigheid op haar
borst had gehouden, hief ze nu op om haar
tranen te droogen. Maar wat gebeurde daar?
De bloeiende wangen kwamen ineens vol vlek
ken, en de punt van de neus glansde zoo rood
als' een brandende sigaar in den donkeren
avondde smink was door de tranen ver
dwenen. Een toonbeeld van ellende. Op dit
gezicht kreeg de commissaris bijna een aanval
van razernij, maar hij moest zijn waardigheid
bewaren. Hij maakte zich het wijste wat hij
doen kon door een zijdeur uit de voeten en
liet de „godin" der Rede' aan haar lot over.
Nu werd het eerst een algemeene vroolijkheid.
De boeren lachten luidop en maakten allerlei
grappen op de „godin', maar deze had nu ook
haar laatste geduld verloren. Ze schold en
schimpte als slechts een oude marketenster dat
kan, die jaren lang het leger gevolgd heeft en
voor wie de kruitdamp geen verschrikking meer
heeft. En hoe woedender zij de vuisten balde en
haar „vereerders" allerlei liefs naar bet hoofd
wierp, hoe meer de omstanders lachten. Toen
zij ook de patriotten begon te beleedigen, werd
het nog erger en met een algemeene vechtpartij
eindigde het mooie „nationale en reoublikeinsche
feest der Rede".
Wie 's avonds het meeste lachte was Lize van
den burgemeester, die des namiddags bij het
feest gelijk met wierook, het zakje fijne peper op
de brandende houtblokken had uitgestrooid in
met donderende stem en de armen zwaaiend de die schaal, welke vlak voor den troon der „godin"
redenaar.
„Hazziiiklonk het voor de derde maal.
„Prosit," klonk het weer daarop van honder
den vroolijke stemmen en aller oogen richtten
stond, zoodat ze voortdurend de rookwalmen in
den neus kreeg. Hgzn.
schouders en met bloemen bont versierd. Als zich nu naar de „godin", daar in haar hoogen
haar eeredames waren een twaalftal meisjes uit- j zetel.
gezocht van welke eenige zich schaamden aan j „Zij heeft het gedaanstiet, men elkander
deze belachelijke vertooning te moeten meedoen,lachend aan. „Kijk maar!" ,_,T,.
terwijl de andere van dat gehalte waren dat de j En men zag iets wat veel grappiger was dan Jo'm Davison was benoemd tot het g-ewich.
dorpelingen zich voor haar moesten schamen.het getob van den feestredenaar. De „godin der j tige ambt van vrederechter, en wel voor de
Onder haar, wien de blos der schaamte op de Rede" zat nog altijd in volle majesteit op haar eerste maal zijn levens.
wangesi kwam en die met neergebogen hoofd troon met den rooden mat/tel sierlijk om het John was de veteraan der wonden, daar' was
achter het rijtuig liepen, was ook Lize, de doch- lichaam geslagen en het hoofd recht op. Maar hij opgevoed en groot gebracht, daar in die on-
ter van den burgemeester. En als ze nu en haar gezicht maakte allergekste en wonderlijke metelijke bosschen en vlakten had hij vele ja-
dan naar de vrouw in het rijtuig keek, was haar bewegingen. De „godin" trok het voorhoofd j ren do Indianeil bestreden en overwonnen. In
blik zoo onheilspellend, dat, als ze kans gezien hoog op, draaide haar neus van links naarn„„i,.1o„v,x „OT1
had, zij de „godin" liever de oogen had uitge- rechts, op en neer; trok den mond krampachtig ccze T'.1 r "e? s ia
krabd, dan haar als eeredame te vergezellen, samen, schudde met het hoofd en sloot de oogen v'CI'gy.^,p gen dikwijls voll oende om
„Als ik ze maar eens een poets kon bakken," als een kat, die in de zon kijkt. Zij vertoonde dadelijk te worden opgehangen. Op zekeren
was de aanhoudende gedachte van Lize geweest, voor haar aanbidders zulke grimassen, dat elke dag had men een man, die reeds lang in de
En haar broer Jan, een vijftienjarige jongen, variété-directeur er jaloersch op zou geweest wouden rondzwierf, betrapt, toen deze een
had van Lize's verlangen gehoord j zijn. Met alle kracht kampte ze tegen de prik- paard bij een farmer wegstal. Hij was gevan-
Even voor dat de optocht zich in beweging kelingen in haar neus, om daardoor het niezen gen genomen en nu was John benoemd om den
zette, had hij een zakje met gemalen peper in te voorkomen. dief in verhoor te nemen. Het groene, dichte
z'n zak gestoken Lize wat in het oor gefluis- Langzaam hief ze weer het hoofd op, opende boscll zou als gerechtszaal dienst doen. Een
terd en beiden hadden hartelijk gelachen. den mond zoover mogelijk en een genies, dat het
„Als 't nu maar gelukzeide Lize. i vorige ver in de schaduw stelde, klonk weer,
„En men jou niet snapt," voegde Jan er aan echode in alle hoeken, en als op commando klonk
toe. het vrooüjk uit honderden monden:
„Prosit!"
De optocht was het kerkgebouw genaderd; de En nu ging 't in geregeld tempo: „Hazi
„godin der Rede" had op haar zetel plaats ge- Hazi... Ha-aziHa-azziiiiklonk
nomen. Zij zag er uit a!s een pas geschilderd het in alle toonaarden en sterkten van den troon
uithangbord. Haar gezicht was niet meer te her- der „godin",
kennen, zoo lijn had men het opgeknapt: de „Loopen jelui naar den koekoek!" riep de
neus, het voorhoofd en de kin waren blank als feestredenaar, die de lachende gezichten zag van
sneeuw, de wangen zacht rose getint. Met haar de aanwezigen, die zich kostelijk met de arme
rooden mantel, witte japon en blauv -wit-roode „godin" vermaakten hij sprong van het
sjerp zag ze er, zooals de commissaris verzeker- spreekgestoelte, blij dat hij een goede reden had,
de, „superbe" uit. En hij kon het weten. In een cm zijn toespraak te onderbreken
halven cirkel om den troon verzamelden zich nu De vroolijkheid van de aanwezigen scheen bij
de „patriotten", de mannen der vrijheid en de elke niesbui van de „godin" die niet meer scheen
twaalf meisies, die als eeregeleide dienst deden, te kunnen eindigen, te stijgen.
bonto menigte van jagers, grondgravers en
kolonisten, deels op den grond gehurkt, of op
de omgevallen boomstammen gezeten, wachtte
ongeduldig de aankomst van den rechter af.
John liet niet lang op zich wachten, maar
kwam weldra in volle vaart aangereden,
sprong zwijgend van zijn paard, dat hij aan
een zijner lieden overgaf, zette zich op een
boomstam neer, nam zijn mutsje af en sprak:
.Mannen het gerechtshof is verzameld en kan
beginnen. Alzoo, nu allen stil volgens do wet.
Ontbloot uw hoofden en luistert opmerkzuarn
toe."
Op dit bevel werden de hoofden ontbloot en
na de vergaderden scherp gemonsterd te heb
ben, hernam hij„Wanr is de beschuldigde?"
VOOR DE HUISKAMER