Zijn Eioedeii*i Use's wifaak» derde iemand, die slechts 1 K.M. per utir min-' der aflegde. Men bedenke dat een normale voet ganger niet meer dan 5 K.M. per uur aflegt. Onder de zwemmers verdient de Engelschman Jarvis het record. Hij legde in 60 minuten een afstand van 4.5 K.M. af. De snelheden, die bereikt worden bij het zwem men met den stroom mee, zijn natuurlijk veel grooter. Men kan dan een snelheid van 8 K.M. bereiken. Langen tijd beschouwde men 120 K.M. per uur in den automobiel de grootste snelheid. De Fransche automobilist Goux heeft even wel onlangs in 6y2 uur 800 K.M. afgelegd. Het record per stoomfiets bedraagt ongeveer 105 K.M. Deze afstand werd in een uur op een wielerbaan afgelegd met een machine, die slechts 52 K.G. woog. De laatste vervoermiddelen hebben den spoor trein reeds in snelheid overtroffen. Voor een tiental jaren zou men een profeet, die voorspeld had dat eens een wielrijder een trein in.snelheid zou overtreffen, voor een dwaas gehouden hebben. De vlieger Paul Guignard heeft het op een rijwiel evenwel zoover gebracht. Sedert eenigen tijd houdt hij het record van meer dan 101 K.M. Natuurlijk bereikte de wiel rijder deze snelheid niet zonder gangmaker. De 90 K.M. die de Amerikaan Hamilton zon der gangmaker aflegde, kunnen niet meer als record gelden. De Zwitsersche wielrijder Egg heeft onlangs per rijwiel'92 K.M. per uur afgelegd. Wat de snelheid van de bestuurbare lucht schepen aangaat, alles hangt daarbij van de al of niet gunstige windrichting ai Ten laatste nog de vliegmachine. Hier is Brindejonc des Moulinais houder van het record. Bij zijn bewonderenswaardige rondvlucht door Europa heeft hij de reis van Weenen naar Berlijn, die 450 KM. bedraagt, in twee uur en 5 minuten afgelegd, zoodat hij per uur een snelheid van 215 KM. bereikte. De Fransche aviateur sloeg daarmee het grootste snelheidsrecord. HUT EIND® VAN DE BRANDKAST. Het einde van de brandkast nadert Niet, Sat wij hiermee willen beweren, dat, zoo als Hl it heet volgens de offioieele terminolo gie, aan de kapitalistische productiewijze spoedig een eind ral komen. Dat weten wij niet. Maar wij willen de aandacht vestigen op hét zeel* simpele feit, dat de aandeelen van de groot» Engelsehe en Duitse he brand- kastfabriekem systematisch dalen, en dat in de United States zelfs twee groote br&ndkast- fabriekem over den kop gingen. In Amerika streeft men er zelfs ïang reeds naar, ran het privé-kantoor van den di recteur zelf een soort safe te maken. Voor een paar jaar zagen wij in een der Duit- sche caricatuur- bladen eea alleraardigste plaat ran den Czaar, die, om zich te be schutten tegen de bommen van de Revolu- tionnairen, zijn toevlucht had genomen tot de safe. Hij had er een mooi Perzisch tapijt in laten leggen, en er stond een prachtig bureau-minis tre in: een zuurstof-apparaat zorgde ervoor, dat de Czaar niet stikte. Wij hebben het plaatje een tijdlang bewaard, maas- met den schoonmaak is hot zoek geraakt. Nu, zoo ziet het moderne safe-kantoor er niet precies uit Het heeft het gezellige kamer karakter behouden. Maar hout en andere band- bare stoffen zijn contrabande. Aan de muren hangen geen kaarten of schilderijen, maar een paar emaille-platen met „No smoking al lowed." En wee uw gebeente, wanneer ge het zoudt wagen, rookende binnen te ko men. In dit moderne veiEghe idskanto o r sitaan geen laJdampjes te walmen. Vuur komt er nooit in. Er is natuurlijk een centrale ver warming en electriscb licht. De muren van het safe-kantoor bestaan uit gewapend beton in combinatie met pantser- "platen. Op die manier is het een absolute onmogelijkheid, dat er brand in het kantoor ontstaat (tenzij de directeur zelf eens de verleiding niet zou kunnen weerstaan, én een manilla zou opsteken). En zou het huis in brand staan,doch dit gaat ook maar niet zoo een, bwee, drie dan zou de gestof feerde safe misschien wel een beetje warm worden, en zou de directeur misschien stik ken, maar de inhoud zou niet verbranden. Het voordeel van het safe-kantoor is natuur lijk groot. Papieren van waarde behoeven nu niet meer in een aparte kluis te worden opgeborgen. Voorts zal bij brand de heele correspondentie behouden blijven. De respec tievelijke kaart-eysteenis behoeven nu ook niet te worden opgeborgen in een aparte vei- ligheidskast. Deze moderne Amerikaanache methode beteekent dus, dat er tijd, en op den duur ook aeld gespaard wordt. En "«n neemt aan, 'dat weldra de nieuwe methode in iedere groote zaak zal worden toegepast, zoodat in de toekomst het. bezit van een brandkast niet meer zal wijzen op rijkdom en macht in het kort op „kapitalisme," maar op ach teruitgang in de zaken, kleinburgerlijkheid en onmacht. HET BEWAREN VAN HOUT. Volgens de „Revue des Eaux et Forets" heeft de Deensche Regeering eenige onder zoekingen gedaan betreffende bescherming van het hout tegen bederf. Verschillende boo- men, o.a. pijnboomen en dennen, werden ge durende den winter omgehakt, in vieren ver deeld en deze stukken werden drie maanden in de open lucht gedroogd en vervolgens op verschillende manieren behandeld. Eenige werden met steenmortel bestreken, andere werden gedompeld in creosoot, teer enz. weer andere werden gedeeltelijk verkoold of met zink- en ijzerplaten bedekt. Al de 13000 stukken werden op een weide geplaatst en daar 7 jaren gelaten. Het niet behandelde hout verrotte spoedig, de berg- pijnboomen in 3 jaar, de gewone pijnboomen en dennen in 5 a 6 jaar. De behandeling met teer, creosoot en olieverf leverde gunstige resultaten op. De gedeeltelijke verkooling wei*kte minder goed bij de pijnboomen. Over het algemeen is de teer- en creoeootbehan- deling de beste manier om het bout tegen verrotting jte bewaren. BASJE DIE DOOF BLEEF. 't Gebeurde in het dorpje Zevenhoven. Toen daar een paar dagen terug de postbode een be stelling te doen had bij het hoofd der R. K. school, zag hij een touw dat aan den knop van de schel was gebonden. Het vermoeden rees bij den man, dat de booze schooljeugd haar mees ter een kool had gestoofd en toen er werd opengedaan nadat hij zelf gebeld had, opperde de brave bode tegen de juffrouw die voorkwam de veronderstelling, dat er wel al meer gebéid zou zijn- Juffrouw verzekerde, dat er dien avond nog niet eer was gebeld en haalde meester zelf om mee te zoeken naar het raadsel van het touw. j Meester kwam, volgde den loop van het touw Won echter het eind niet bereiken, omdat het liep naar den top van een hoogen boom. Men begreep niet. Men keek naar boven in den boom maar zag niets. Donkere avond maakte 't onmogelijk iets te zien van wat daar boven was. Lantaarns werden gehaald. Sterk /uit stralende fietslantaarns.... Toen zagen ze 'm. Een kerel, die daar boven zat met touw in de hand. Een groot donkere figuur die zich heel stil hield en geen beweging vertoonde. Meester riep hem. Zei dat-ie dadelijk benêe moest komen,.... Geen antwoord.... Dat ie anders door de politie er uit zou gehaald wor den en dat ze hem dan wel krijgen zouden. Maar als-ie nou direct afdaalde zou hem geen straf geworden.... Geheimzinnige figuur zwijgt als 't graf. Toen haalde meester den gevreesden die naar van den H. Hermandad, terwijl intus- schcn de postman wacht hield en den vriend daarboven ook den goeden raad gaf, om non maar naar benêe te komen, voor er meer „hei bel" kwam. Man daarboven zei nog altijd niets. Door Zevenhoven ging het gerucht van den geheimzinnigen man die voor meesters huis in den hoogen boom zat. 't Dorp liep leeg. Alles stroomde samen en allen stonden niet de hoof den in den nek te staren naar de donkere mas sa daar boven.... Die zieh riet bewoog en niets zei.... Meester kwam terug met veld wachter, die z'n sonoor stemgeluid ook al voor niets liet klinken. Men tapte moppen op 't geval. Spoorde mees ter aan den vent te dreigen met 2000 straf regels; dat zon wel helpen.... Maar niets hielp. Ten einde raad werd de burgemeester gehaald. Yan zijn stemgeluid werd redding verwacht togen den snoodeling daarboven. De burgemeester verscheen en met hem nog eeni ge fietslantaarnsBundels carbid licht schenen naar den top van den boom en heel goed zag men den maii nog zitten steeds met het touw in de hand,... Nieuwe verzoeken otn af te dalen; weer dreigementen met allerlei verschrikkelijkhe den.... Resultaat nihil.'... .Toen werd onder do verzamelde menigte zekere Dasje gemist, die men nu juist voor een dergelijke streek in staat achtte. Ha, hij zou liet zijn die daar en dien hoeven zetel zat. Daar nep <k> ourgemeesiiBi„J3asje, im maar gauw er uit komen, hoor. En heel gauw ook. 't Is nu mooi genoeg geweest; proces-verbaal zul je wel krijgen en er blijft hier den heelen nacht een wacht tot je benêe komt." Maar xnen riep Basje voor niets. Hoe de an deren ook bielpen om Basje te overtuigen, dat bet 't beste was om af te dalen, hij kwam niet, zei niets; bleef doof voor smeekbeden en drei gementen. Publiek amuseerde zich intusschen koste lijk.... Lachte om de vele moppen die werden getapt, lachte ook de menschen uit die al maar door en tevergeefs hun stem verhieven. Maar ten slotte weer de waarheid inzagen van het spreekwoord, dat er geen spreker is die 't den zwijger verbetert.en dus ook zich maar stilhielden. .Arme Basje. Valsch beschuldigde Volgenden morgen zat hij er nog. Groote pop met touw om den eenen arm gebonden. Sta rend met dood gezicht naar meecters huis. Hij zit daar goed vastgebonden en er worden nog moppen getapt op hem. Want ieder kan hem zien en ieder is nu bevriend met hem. Groet hem in voorbijgaan. Of Basje werkelijk schuld heeft aan de wan daad die de vroede mannen der stille gemeente deed schrikken EEN VERDWIJNENDE TOREN UIT DE KRUISTOCHTEN. Even buiten de Syrische haven Tripoli staat een beroemd oud gebouw, bekend onder den naam van den Leeuwentoren. Volgens de over levering werd dit monument gebouwd door Richard Leeuwenhart van Engeland. In wer kelijkheid is de toren een van de zes ver- ssterkingen door Kruisvaarders gebouwd om de kust te beschermen. Slechts één andere is tot nog toe behouden en die verkeert in een deplora'oelen toestand. De Leeuwen to ren zal spoedig verwoest worden om plaats te ma ken voor den spoorweg, tot grooten spijt van aanchaeologen, die het oude bouw/werk gaarne behouden hadden gezien. VOIjKSSTAMMEN IN BIJENKORVEN. In Mesopotamië ziet de reiziger een wonder lijk soort weningen, gebouwd van klei in den vorm van bijenkorven. Geheele dorpen ziet men op deze Wijze gebouwd. Het land heeft weinig boomen en daardoor nagenoeg geen hout; ook steenen ontbreken en daarom bou wen de inboorlingen hun huizen van klei, in de zon gebakken. Een dergelijk bijenkorf- dorp is o.a. Mosolmeth, niet ver van Aleppo aan den beroemden Bagdadspoorweg. Ieder, huis bestaat uit verschillende „korven", tar- melijk dicht bij elkaar en omringd door een muur van klei. Een wordt gebruikt als eigen lijke woning, een paar andere voor het vee en nog andere als schuur, al naar den rijkdom van den eigenaar. DE KUNST OM EEN SCHOUWBURG TE .VULLEN. Een vindingrijk schouwburgdirecteur na tuurlijk, een Amerikaan! meent eindelijk een middel gevonden te hebben om eiken avond voor een vol huis te spelen. Hij blijft n.L borg voor de kwaliteit der opgevoerde stukken, evenals een kleermaker voor de goe de coupe, en een eierhandelaar voor de versch- heid van zijn waar. Met andere woorden: hij geeft den toeschouwer het geld terug, als het stuk geen bijval vindt. Dat bewijst het affi che, dat de directeur onlangs liet aanplakken. Het luidde: „Wij geven allen het entreegeld terug, wie ons stuk niet bevalt. Als gij een auto of een naaimachine koopt, koopt gij die onder garan tie. Zoo nemen wij' ook voor het blijspel, dat morgen gegeven wordt, de volledige ga rantie op ons en verplichten onB, diegenen, die niet lachen, hun geld terug te betalen." En deze reclame is niet die van een kleinen schouwburg, maar van een groot theater in oen der beste gedeelten van New-York. EEN SCHOOL VOOR REDDING VAN BRANDGEVAAR.. Te New-York is kort geleden een school op gericht, waar onderwijs gegeven wordt in een zeer bijzondere tak van wetenschap, als men het zoo noc-mcn mag, in de kunst, zich en anderen bij brandgevaar te redden. De naarn is Scudder Collegeate School; ze wordt be zocht dcor mannen en vrouwen van 5 tot 75 jaar. Zij loeren er hoe men uit een met rook gevulde kamer vlucht, h.oe men onder do moeilijkste omstandigheden zijn tegenwoor digheid van geest behoudt, en van welke mid delen men zich kan bedienen, om bij gebrek aan trappen of ladders den beganen bodem t© bereiken £1— - i D» SDAG 26 MEI 1914. 39ate JAARGANG Ho. 8448 BIJVOEGSEL VAN DE NIEUWE HAARLEBISCHE COURANT. SB Naar Küm/nel.) Het v/as in den winter van 1793. De Fransche revolutie-helden hadden in een dorp in den Elzas een katholieke kerk geplunderd en na ze met doek, vrijheids-attributen en groen te heb- oen versierd, ingericht als „Tempel der Rede". De ingebruikname van dezen tempel zou in naam der republiek Zaterdag geschieden en de ïoodige voorbereidingen werden gemaakt. Een Daarachter stond het overige volk, de dorpelin-j De commissaris, die begon te meiken dat het gen d:2 gekomen waren uit nieuwsgierigheidzoo mooi op touw gezette en voorbereide feest om 'deze belachelijke vertooning bij te wonen, j geheel in het water dreigde te vallen, werd woe- Aller blikken waren op de „godin" gericht, dend. Vlak voor haar stonden' zes koperen schalen, met „Ellendig wijf!" riep hij de „godin der Keae brandende houtblokken,, waarop door de dames! toe. „Houd toch op met je niezen, of ik laatje wierook gestrooid werd. j gevangen nemen wegens beleediging van de Toen een lied was gezongen, betrad de feest- republiek redenaar het spreekgestoelte. Het was de „Ik kan niet," antwoordde de aangesprokene schoenmaker Paul, die zich bij de vrijheidsman- in angst vanaf haar troon, „die vervelende nen had aangesloten en nu de Jacobijnenmuts wierookwalmen zijn de schuld van alles! Ik kan zwierig op zijn hoofd droeg. er niets aan doen, mijnheer de commissaris^ „Burgers en burgeressen der eene en ondeel- kunstmatige heuvel werd opgericht, omgeven bare Fransche republiek!" Dan hield hij eens door denneboompjes en er bovenop een zetel, klaps op. Dat was een lange zin geweest en hij waarop de „Koningin der Rede" zou zetelen. was wat blij dat deze er al voorloopig uit was. Een groot plakaat, waarop in vette letters „Tem- Maar men verwachtte meer. Eerst een aanloop pel der Rede", deed den volke kond, wat de i Burgers en burgeressen der Fransche.... der nieuwe bestemming van het oude, eerbiedwaar- deelbareburgers en burgeressen der repu- dige kerkgebouw was geworden. En nu de tempel er was, zelfs geïnstalleerd, bliek „Hazziiii!" klonk het eensklaps als een ba- moest er natuurlijk ook een „godin" gezocht zuinstoot door het kerkgebouw, worden. Er een te vinden, ging niet zoo heelDe feestredenaar had niet eensklaps zijn rede gemakkelijk; geen fatsoenlijk meisje wilde zich :ZOo onderbroken, maar het was het niezen van daarvoor leenen. Na veel zoeken had de burger- een vrouw. Het was een „Hazzi", waarvoor een commissaris, een halfwijze Jacobijn, die in geenprima donna der Fransche opera zich niet had twintig jaar een kerk van binnen gezien had,behoeven te schamen, zoo vol en klankrijk klonk >en pracht-exemplaar weten op te duiken. Het het. was de dochter van een kuiper, die jaren lang marketenster geweest was, een brutaaltje van de eerste soort, die er trotsch op ging, zonder eenige verdiensten, tot „godin der Rede" te wor den verheven. Het toilet der „godin" was een onderwerp van veel zorg geweest, maar ook hier had de commissaris een oplossing gevonden. •Meer hoofdbrekens gaf het gezicht der „godin", want dit moest de commissaris zelf beken nen die zag er allesbehalve hemelsch uit. De neus was vuurrood, de wangen daarentegen tanig-geel; dat kwam van de kruitdamp zooals de vroegere marketenster lachend beweerde. Om dit te veranderen wist men ook wel een middel. Roode en witte poeder om te sminken is niet duur en men doet er wonderen mee. En toen de zon over den grooten vrijheidsdag opging, waarop in het dorp de eerste eeredienst voor de „godin der rede" zou gehouden worden, was alles in orde. Een indiukwekkende stoet bewoog zich van het stadhuis naar den tempel. Voorop een afdeeling Nationale Garde. Dan kwam de „godin", gezeten in een huurrijtuig, aangereden, de groote ronde mantel om de Wie was dat geweest? Toch niet de „godin?". Maar deze zat onbeweeglijk en rechtop als een standbeeld. De feestredenaar deed al maar door nog ver- geefsche pogingen om over zijn burgers en bur geressen der Fransche republiek heen te komen juist was hij weer vol moed begonnen, nadat de commissaris hem iets van: „ter eere der Rede" had ingefluisterd. „Hazziiiiklonk het opnieuw door de ruimte, nog een toon hooger dan zoo straks. „Prosit!" zei de feestredenaar in zijn angst zonder dat hij 't wist en „prosit" klonk het toen van alle kanten. „Alle duivels," schreeuwde de commissaris, een oogenblik vergetend dat hij in den „Tempel der Rede" was. „En ter eere van de godin dér Rede-" sprak Fn weer begon ze haar mond te vertrekken en dikke tranen van angst rolden eerst lang zaam, dan aanhoudend over haar wangen. De hand, die ze tot nu toe vol waardigheid op haar borst had gehouden, hief ze nu op om haar tranen te droogen. Maar wat gebeurde daar? De bloeiende wangen kwamen ineens vol vlek ken, en de punt van de neus glansde zoo rood als' een brandende sigaar in den donkeren avondde smink was door de tranen ver dwenen. Een toonbeeld van ellende. Op dit gezicht kreeg de commissaris bijna een aanval van razernij, maar hij moest zijn waardigheid bewaren. Hij maakte zich het wijste wat hij doen kon door een zijdeur uit de voeten en liet de „godin" der Rede' aan haar lot over. Nu werd het eerst een algemeene vroolijkheid. De boeren lachten luidop en maakten allerlei grappen op de „godin', maar deze had nu ook haar laatste geduld verloren. Ze schold en schimpte als slechts een oude marketenster dat kan, die jaren lang het leger gevolgd heeft en voor wie de kruitdamp geen verschrikking meer heeft. En hoe woedender zij de vuisten balde en haar „vereerders" allerlei liefs naar bet hoofd wierp, hoe meer de omstanders lachten. Toen zij ook de patriotten begon te beleedigen, werd het nog erger en met een algemeene vechtpartij eindigde het mooie „nationale en reoublikeinsche feest der Rede". Wie 's avonds het meeste lachte was Lize van den burgemeester, die des namiddags bij het feest gelijk met wierook, het zakje fijne peper op de brandende houtblokken had uitgestrooid in met donderende stem en de armen zwaaiend de die schaal, welke vlak voor den troon der „godin" redenaar. „Hazziiiklonk het voor de derde maal. „Prosit," klonk het weer daarop van honder den vroolijke stemmen en aller oogen richtten stond, zoodat ze voortdurend de rookwalmen in den neus kreeg. Hgzn. schouders en met bloemen bont versierd. Als zich nu naar de „godin", daar in haar hoogen haar eeredames waren een twaalftal meisjes uit- j zetel. gezocht van welke eenige zich schaamden aan j „Zij heeft het gedaanstiet, men elkander deze belachelijke vertooning te moeten meedoen,lachend aan. „Kijk maar!" ,_,T,. terwijl de andere van dat gehalte waren dat de j En men zag iets wat veel grappiger was dan Jo'm Davison was benoemd tot het g-ewich. dorpelingen zich voor haar moesten schamen.het getob van den feestredenaar. De „godin der j tige ambt van vrederechter, en wel voor de Onder haar, wien de blos der schaamte op de Rede" zat nog altijd in volle majesteit op haar eerste maal zijn levens. wangesi kwam en die met neergebogen hoofd troon met den rooden mat/tel sierlijk om het John was de veteraan der wonden, daar' was achter het rijtuig liepen, was ook Lize, de doch- lichaam geslagen en het hoofd recht op. Maar hij opgevoed en groot gebracht, daar in die on- ter van den burgemeester. En als ze nu en haar gezicht maakte allergekste en wonderlijke metelijke bosschen en vlakten had hij vele ja- dan naar de vrouw in het rijtuig keek, was haar bewegingen. De „godin" trok het voorhoofd j ren do Indianeil bestreden en overwonnen. In blik zoo onheilspellend, dat, als ze kans gezien hoog op, draaide haar neus van links naarn„„i,.1o„v,x „OT1 had, zij de „godin" liever de oogen had uitge- rechts, op en neer; trok den mond krampachtig ccze T'.1 r "e? s ia krabd, dan haar als eeredame te vergezellen, samen, schudde met het hoofd en sloot de oogen v'CI'gy.^,p gen dikwijls voll oende om „Als ik ze maar eens een poets kon bakken," als een kat, die in de zon kijkt. Zij vertoonde dadelijk te worden opgehangen. Op zekeren was de aanhoudende gedachte van Lize geweest, voor haar aanbidders zulke grimassen, dat elke dag had men een man, die reeds lang in de En haar broer Jan, een vijftienjarige jongen, variété-directeur er jaloersch op zou geweest wouden rondzwierf, betrapt, toen deze een had van Lize's verlangen gehoord j zijn. Met alle kracht kampte ze tegen de prik- paard bij een farmer wegstal. Hij was gevan- Even voor dat de optocht zich in beweging kelingen in haar neus, om daardoor het niezen gen genomen en nu was John benoemd om den zette, had hij een zakje met gemalen peper in te voorkomen. dief in verhoor te nemen. Het groene, dichte z'n zak gestoken Lize wat in het oor gefluis- Langzaam hief ze weer het hoofd op, opende boscll zou als gerechtszaal dienst doen. Een terd en beiden hadden hartelijk gelachen. den mond zoover mogelijk en een genies, dat het „Als 't nu maar gelukzeide Lize. i vorige ver in de schaduw stelde, klonk weer, „En men jou niet snapt," voegde Jan er aan echode in alle hoeken, en als op commando klonk toe. het vrooüjk uit honderden monden: „Prosit!" De optocht was het kerkgebouw genaderd; de En nu ging 't in geregeld tempo: „Hazi „godin der Rede" had op haar zetel plaats ge- Hazi... Ha-aziHa-azziiiiklonk nomen. Zij zag er uit a!s een pas geschilderd het in alle toonaarden en sterkten van den troon uithangbord. Haar gezicht was niet meer te her- der „godin", kennen, zoo lijn had men het opgeknapt: de „Loopen jelui naar den koekoek!" riep de neus, het voorhoofd en de kin waren blank als feestredenaar, die de lachende gezichten zag van sneeuw, de wangen zacht rose getint. Met haar de aanwezigen, die zich kostelijk met de arme rooden mantel, witte japon en blauv -wit-roode „godin" vermaakten hij sprong van het sjerp zag ze er, zooals de commissaris verzeker- spreekgestoelte, blij dat hij een goede reden had, de, „superbe" uit. En hij kon het weten. In een cm zijn toespraak te onderbreken halven cirkel om den troon verzamelden zich nu De vroolijkheid van de aanwezigen scheen bij de „patriotten", de mannen der vrijheid en de elke niesbui van de „godin" die niet meer scheen twaalf meisies, die als eeregeleide dienst deden, te kunnen eindigen, te stijgen. bonto menigte van jagers, grondgravers en kolonisten, deels op den grond gehurkt, of op de omgevallen boomstammen gezeten, wachtte ongeduldig de aankomst van den rechter af. John liet niet lang op zich wachten, maar kwam weldra in volle vaart aangereden, sprong zwijgend van zijn paard, dat hij aan een zijner lieden overgaf, zette zich op een boomstam neer, nam zijn mutsje af en sprak: .Mannen het gerechtshof is verzameld en kan beginnen. Alzoo, nu allen stil volgens do wet. Ontbloot uw hoofden en luistert opmerkzuarn toe." Op dit bevel werden de hoofden ontbloot en na de vergaderden scherp gemonsterd te heb ben, hernam hij„Wanr is de beschuldigde?" VOOR DE HUISKAMER

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 7