Kwartjes Advertentiën Posterijen en Telegrafie, Van Overal Staten-tieneraai. Leger en Vloot. Letteren en Kunst ONDERWIJS. Van onze plaatsen wij er jaarlijks fiendui> zenden. Een bewijs dat zij geven wat men er van vraagt. S22SE^S5XSr GEWISSELDE STUKKEN. TWEEDE KA MEK. Spoorweg: NiemvreenTer Aar (Papenveer). Ingediend is een wetsontwerp tot toeken ning van een renteloos voorschot (ten bedra ge van twee vijfden van de kosten, ten hoog ste SiiüOO) uit 's-llijks schatkist ten behoeve van den aanleg en het in exploitatie brengen van een zijtak NieuwveenTer Aar (Papen veer) van de in de wet van 8 Dee. 1906 (St. bl. no. 320) bedoelde spoorweglijnen in de Haarlemermeer en omgeving. De zijtak, ruim 2.5 K.M. lang en begroot op 215,000, zal loopen van het station Nieuw veen langs de Kromme Aar tot Papenveer. Aan het eindpunt zal een overlaadgelegen- heid woidei gemaakt aan de Kromme Aar. In verband daarmede wordt een omvangrijk goederenvervoer grootendeels van voor het buitenland bestemde producten verwacnt. Ook het personenverkeer in ditt middelpunt van tuinbouwbedrijf zal door den ontworpen zijtak werden gebaat. De gemeente Ter Aar zal een subsidie van 60,000 geven, waarvan haar een gedeelte door verschillende tuin bouw, ereenigingen wordt terugbetaald, ter wijl de provincie Zuid-Holland ten behoeve van den zijtak haar voor de Haarlemmer- meerlijnen verleend voorschot heeft verhoogd met C9.000. De Haarlemmermeerlijnen, waarvan de kosten op 6,441,000 waren geraamd, zullen vermoedelijk ongeveer 5Vi millioen gulden meer vorderen. Dit meerdere komt geheel ten laste van de Hol]. Electr. Spoorweg Mij. S (JPPLETOIRE BEGROOTING BINNEN- LAND8CHE ZAKEN 1913 (DIVERSE ON DERWERPEN). Uit het afdeelingsonderzoek van het wets ontwerp tot wijziging van het Ve Hoofdstuk der Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1913 blijkt teleurstelling, dat thans enkel voor uit breiding van het verplegend personeel voor i het krankzinnigengesticht te Medemblik, maar 1 niet voor verhooging der wedden gelden zijn I aangevraagd. Verder werd aanmerking gemaakt dat de verhooging van een der posten met f169.700, over een bedrag van f 159.000, eene over schrijding betreft van het raaningscijfer voor de verbouwing van het gesticht te Medem blik, terwijl op de oorspronkelijke begrooting voor aanbouw, onderhoud en lasten van de gebouwen en terreinen slechts f 6000 was uitgetrokken. Men achtte de in deze gevolg de handelwijze zeer bedenkelijk en de ver verdediging daarvan allerminst afdoende, en men betoogde dat het niet aanging het thans te willen doen voorkomen, alsof destijds, door het vooropstellen van het zeer globaal karak ter der raming, een voorbehoud is gemaakt, zocdat als het ware een blanco crediet zou zijn aangevraagd. Zeer uitvoerig wordt in het verslag de ge schiedenis van de verbouwing van het ge sticht nagegaan en er aan herinnerd, dat er in de vergadering der Tweede Kamer van 16 December 1909 bleek, dat er twijfel bestond aangaande de vraag, of het wel gerechtvaar digd was voor restauratie van het oude ge bouw een belangrijk bedrag uit te geven; dat een voorstel, waarvan de aanneming door op één na alle leden der commissie van rappor teurs werd aanbevolen, doch hetwelk geen meerderheid kon verwerven, werd gedaan om de beslissing uit te stellen ten einde de ge legenheid te openen tot nader en nauwkeu riger onderzoek, en dat minister Heemskerk met nadruk opkwam tegen den geuiten twij fel of de restauratieplannen wel reeds waren vastgesteld en of niet eigenlijk werd aange boden een korte omschrijving van sommige posten om het eindcijfer te bereiken, zoodat het voor de hand lag, dat de kosten de 5 ton wel zouden overschrijden. De Minister noemde toen de onderstelling, dat maar los weg een cijfer zou zijn bepaald, ten einde later te zien, welk bedrag inderdaad noodig was, „zoo onjuist mogelijk" en wilde over een dergelijke veronderstelling niet debatteeren haar afwijzende, hetgeen hij meende èn aan zijn ambtenaren èn aan de waardigheid ver plicht te zijn. Echter blijkt nu achteraf, dat de omstan digheden, waaronder de uitvoering der ver bouwing plaats had, bovenbedoelde mogelijk heid in werkelijkheid hebben doen verkeeren, doordien zij allerlei tijdelijke, maar in casu niettemin kostbare voorzieningen medege bracht hebben, en men achtte het geen be toog te behoeven dat een aldu3 opgemaakte raming vrijwel waardeloos is en niet als een ernstige, zij het dan ook zeer globale raming, door de regeering tot grondslag voor haar voorstel had mogen zijn genomen. De geschiedenis dezer verbouwing heeft duidelijk aan het licht gebracht, meende men dat het in een vorm van een begrootings- post gedane voorstel tot restauratie van het gesticht te Medemblik, bij de Staten-Gena- raal is aanhangig gemaakt zonder behoorlijk te zijn voorbereid, terwijl de uitvoering van het werk blijkbaar heeft plaats gehad als ware men noch aan een plan van verbouwing, noch aan een gevoteerd bedrag gehouden. Beder- kelijk achtte men dit vooral hier, aangezien het een gebouw gold, als Rijkskrankzinnigen gesticht reeds voorlang zeer ongunstig beoor deeld, een gebouw, hetwelk de minister Rink in 1907 zelfsl de toen op f 273 090 geraamde kosten van verbouwing op grond van de door hem ingewonnen en gepubliceerde adviezen niet waard achtte. Zouden zoo werd gevraagd de Staten- Generaal desniettemin in 19091910 ook dkn met het voorstel tot verbouwing zijn mede ge gaan, wanneer vooraf bekend ware geworden, dat daarmede een bedrag van meer dan zes en een halve ton zou zijn gemoeid? Er is ge gronde treden om dit te betwijfelen en men meende dat van het budgetrecht der Staten- Generaal niet veel over blijft, indien zoo slecht voorbereide ramingen in de Staatsbe grooting worden opgenomen, en die ramingen dan met een zoo belangrijk percentage worden overschreden. Ten slotte werd opgemerkt dat pogingen tot ontvluchting niet enkel door verbouwing zijn» te voorkomen. Daardoor is ook noodig, dat door den geneesheer-directeur voortdurende en strenge controle op het personeel worde uit geoefend. Onder herinnering dat op 27 Januari jl. de Minister verklaard heeft dat hij omtrent de inrichting van het gesticht alsnog een onder zoek zou instellen, werd gevraagd welk resul taat dit onderzoek heeft opgeleverd. SCHRIFTELIJK BEANTWOORDE VRAGEN Door den heer Scheurer werd den 23sten April j.l. aan de Regeering een vraag inge zonden omtrent voorstellen ter versterking der weermacht in Nederl.-Indië. Vermits zoowel de tegenwoordige ontred derde toestand van de verdediging ter zee in Ned.-Indië, als de onzen Archipel bedreigende gevaren geen uitstel van de versterking onzer weermacht a'daair z. i. gedoogen, verzocht de heer Scheurer aan de Regeering, hem te wil len mededeelen, welke do oorzaak is, die haar belet heeft gevolg te geven aan haar in de Troonrede uitgesproken bedoeling, om zonder verwijl daartoe strekkende voorstellen bij de Staten-Generaal in te dienen. De Ministers van Marine en van Koloniën hebben bij brief van 22-25 Mei antwoord inge zonden, waarbij zij mededeelen, dat het nood zakelijk overleg met de Indische Regeering over die voorstellen eenige vertraging in de indiening daarvan heeft veroorzaakt. Intusschen zijn zij thans in zoo ver gevor derden staat van voorbereiding, dat de indie ning eerlang kan worden tegemoet gezien. Vragen van den heer Van Vlijmen om trent eene van Regeeringswege aan den heer Van Kol verleende opdracht. Door den heer Van Vlijmen werden den 14den Mei de volgende vragen ingezonden Is het juist, dat aan het lid der le Kamer den heer Van Kol, een opdracht van Regee ringswege is verleend? Zoo ja, is de Minister van Koloniën bereid mede te de eten, hoe die opdracht luidt en welke motieven aan deze ten grondslag lig gen? De Minister van Koloniën zond den 26en Mei antwoord in, en deelde daarbij mede, dat hij, gevolg gevende aan de te dien opzichte in de Mem. v. AntWi. op het Voorl. Verslag van de Eerste Kamer betreffende de loopende begTooting gedane toezegging, met den Gou verneur-Generaal van Nederl.-Indië in overleg is getreden nopens het denkbeeld om, in ver band met het vraagstuk der bevordering van de inheemsche nijverheid in Nederl.-Indië, in Japan een onderzoek te doen instellen naar den staat van ontwikkeling van de nijverheid en naar hetgeen daar te lande is verricht om die nijverheid te bevorderen en tot ontwik keling te brengen, en dat naar aanleiding van dat overleg en in overeenstemming met den Landvoogd, eene daartoe strekkende opdracht is verleend aan den heer H. v. Kol, lid van de Eerste Kamer, die zich tot het aanvaarden daarvan bereid verklaard had, terwijl gelijk tijdig aan den heer Van Kol als medewerker is toegevoegd de Oost-Indische ambtenaar met verlof Ph. J. Ketner, laatstelijk referendaris bij het departement van Landbouw,.Nijverheid en Handel to Buitenzorg. Aan genoemde heeren is verzocht om geza menlijk een verslag omtrent den uitslag van het onderzoek uit te brengen. ACADEMISCH ZIEKENHUIS LEIDEN. In zijn nota naar aanleiding van het veï- slag over het wetsontwerp betreffende ver- j klaring van het algemeen nut der onteige- ning van eigendommen noodig voor de stich- ting van "een complex ziekenhuisinrichtingen Jen laboratoria ten behoeve van dé Rijks universiteit te Leiden, zegt de Minister van Binnenlandsche Zaken ook te dezer plaatse gaarne toe, dat de bouw van het nieuwe zie kenhuis te Leiden en derhalve ook de voor genomen onteigening, voor zoover hem aan gaat, zooveel mogelijk zal worden bespoedigd, opdat binnen den kortst mogelijken tijd het oude gebouw verlaten zal kunnen worden. De Minister voegt hieraan toe, dat tot het doen aanvangen van de voor den bouw in de eerste plaats noodige torreinwerkzaamheden inmiddels peeds machtiging is verleend, AVONDWERK RIJKSVERZEKERINGSBANK. Het lid der Tweede Kamer de heer Duys heeft tot den minister van Landbouw, Nijver heid en Handel de volgende vragen gericht: 1. Is het juist, dat aan de Rijksverzekerings bank tal van ambtenaren verplicht zijn ge worden avondwerk te verrichten zonder daar- j voor eenige vergoeding te ontvangen? I 2. Is het juist, dat dit avondwerk betreft i werkzaamheden, die niet geacht kunnen wor den te behooren tot de geregeld voorkomende, maar het gevolg zijn van bijzondere omstan digheden, n.l. de reclassificatie der bedrijven in verband met de vijfjaarlijksche weten schappelijke balans? 3. Is het juist, dat onder een vorigen minis ter voor dit avondwerk wel extra werd be taald? 4. Is de minister bereid alsnog voor dit extra-werk vergoeding toe te kennen, en zoo niet, 'de redenen daarvan aan de Kamer mede te deelen? („Tel.") iBelanghebbenden worden uitgenoodigd om op de brieven en andere stukken, bestemd voor de militairen die in bovengenoemd© le gerplaats zullen vertoeven, als plaats van bestemming te vermelden: Legerplaats bij Reijen. De uren van openstel ng voor den telegraaf- en telephoondienst zijn vastgesteld als volgt: op werkdagen: 9 voorm. tot 1 nam. 2 tot 3.30 nam. en 6 tot 7.30 nam.; op Zondag) 7 Juni: 8 tot 9 voorm. GEHEIME TEEKENINGEN. 35e Min. van Oorlog heeft, naar de Avondp. meldt, bepaald, dat het vermenigvuldigen van geheime teekeningen of andere bescheiden van geheimen aard niet meer mag worden op gedragen aan particuliere drukkerijen. Bestaat er geen gelegenheid deze werk zaamheden te doen verrichten onder rechfc- streeksche verantwoordelijkheid van de mi- litaire autoriteiten, dan zal een en ander be- hooren te worden uitgevoerd door de Typo- grafische Inrichting. DE KATHOLIEKE ILLUSRTATIE van deze week bevat de volgende PLATEN: Dr. A. H. Geurts. De Abdij „Het Park'' van de Norbertijnen bij Leuven (6). Het 300-jarig bestaan van Maassluis als zelf standige gemeente (3). Het R. K. kerkzang koor St. Cecilia te Semaraug. De fraaie ka pel van O. L. Vrouw ter Linde te Oisterwijk. Koninklijk bezoek in t Noorderkwartier van Noord-Holland (5). De watermolen. De begra fenis van wijlen den diepbetreurden Bisschop van Breda, Mgr. P. Leyten. Het Deensche Vorstenpaar in Amsterdam (3). Het R. K. Instituut voor blinden te Grave (5). Kijkjes uit „Artis", den beroemden Amsterdamschen dierentuin (4). Van den grooten brand te Nieuwkuik. De Zeereerw. Heer W. Hoeve- naars. B. J. Teuben. Van den HollandDene marken voetbalwedstrijd te Kopenhagen. De bat leert lezen. Het Deensche Vorstenpaar in de Residentie (2). TEKST: Eeu Abdij der Witheeren. Direc teur A. H. Geurts. Koninklijke bezoeken. I Door strijd tot overwinning (vervolg). Het iR. K. Instituut voor blinden te Grave. De liefde overwint. Bij onze platen. De vrucht van haar offer. Meirozen. Inhoudsopgave. EEN BIJZONDERE ONDERSCHEIDING. Onze jeugdige te Londen gevestigde landge noot, Paid Relinfante, een zeventienjarig ta lentvol violist, zoon en leerling van den in Amsterdamsche muziekkringen welbekenden David Belinfante, die tot vóór zijn vertrek naar Londen (als solo-klarinettist in een der schouwburg-orkesten) tweede klarinettist was van het Concertgebouw-orkest en secretaris (vanaf de oprichting) der Amsterdamsche Toonkunstenaarsvereenigiilg, Paul Belin fante leerling ook van Louis Zimmermann tij dens diens concertmeesterschap in 't Wood'- gcho orkest, is benoemd tot eerste-violist in 'f beroemde Queen's Hall Orchestra onder lei ding van Sir Wood, die óók eens Zimmerman's directeur was, na een met glans afgelegd proefspel. Paul Belinfante, de zeventienjarige, is nu de „Benjamin" van het met roem bekende orkest. („Ho Kunst."). KAMP-POSTKANTOOR. De directeur-generaal der posterijen en te legraphic maakt bekend: I. dat in de legerplaats bij Reijen een, te vens voor den telephoondienst opengesteld, bij post- en telegraafkantoor zal zijn geves tigd van 3 tct en met 12 Juni a.s. MOOI KESÜLTAAT. Van de negentien candidaten der Bisschop pelijke Kweeskehool, te 's-Hertogenbosch, voor het examen, voor onderwijzer zijn er achttien geslaagd. Recrutenmishandeling. Een der grootste misstanden in het Duitsche soldatenleven is de mishandeling van reoruten door de oudere sol daten. Niettegenstaande hiertegen door de mi litaire autoriteiten steeds ernstig gewaar schuwd wordt, blijft die misstand voortduren. Om dit zooveel mogelijk te voorkomen, was in de kazerne van het Ulanenregiment N 5 te Dus- seldorf bij dagorde bekend gemaakt, dat de oudere soldaten niet op de reerutenkamers mo- j gen komen zoolang de recruten niet geheel af- geëxcerceerd zijn. Op 19 April hadden de recru- j ten moeten strafexcerceeren, hetgeen de oudere Ulanen H. M. en H. S. uit Crefeld natuurlijk j niet beviel. Om zich op de recruten te wreken, j drongen beiden 's nachts in de kamers der re cruten en maakten zich daar aan groote balda digheden schuldig. De recruten werden nit het bed gejaagd en ernstig mishandeld. Deze aangelegenheid diende Vrijdag voor het Krijgs- gerecht te Dusseldorf. De Ulaan H. S. had zich den volgenden dag aan het hem te wachten vonnis van den aardschen rechter onttrokken. De Ulaan H.M., die reeds wegens eene soortge lijke mishandeling tot 5 weken gevangenisstraf was veroordeeld, werd als de hoofddader be schouwd en werd thans tot 4 maanden gev.straf veroordeeld. Bij deze gelegenheid kwamen di verse staaltejs van mishandeling aan het licht, waardoor bleek, hoe noodig het is, dat flink wordt ingegrepen, om aan die misstanden een eind© te maken. Een staal-proccs. Tegen een vijftal groote staalfabrikanten te Pitsburg is een proces aan hangig gemaakt, omdat zij minderwaardig ma teriaal voor de sluizen van het Panamaka naal geleverd hebben. De kanaal-commissie heeft echter inmiddels verklaard, dat de sluizen van het kanaal vol komen bedrijfszekerheid bieden, daar alle min. derwaardige gietstukken, door deze Pitsburg- sche staalfabrikanten geleverd, zijn afgekeurd en reeds vervangen. Zeven kinderen verbrand. In het plaatsje Porochowye, niet ver van Petersburg, brak naar de Tel. mededeelt op den zolder van een uit hout opgetrokken gebouw brand uit. Een vrouw sprong uit het dakvenster op straat, haar man, die haar wilde tegenhouden, met zich medesleurend. Beiden werden zwaar ge wond. Hun zeven kinderen kwamen in de vlam men om. Elf arbeiders, die eveneens uit de vensters van het brandende gebouw op straat sprongen, bekwamen ook ernstige verwondin gen. De rebellengeneraal Villa en het vrou wenkiesrecht. John Reed, een jong journalist pas uit Harvard, die pas met de bende van den rebellenhoofdman Villa een paar maanden, ge leefd heeft, vertelde volgens het Hdbl. het volgende: Op een goeden dag sprak hij met Villa over „Vrouwenkiesrecht". Dat was nu eens een idee. En Villa riep zijn vrouw. „Vrouw zei hij, „ik moet eens zien hoe de zaken zullen loopen als jullie stemmen mogen. Nu heb ik van ochtend drie Huertista's ge vangen. Zal ik ze laten doodschieten of niet?" „Man," zei Madama Villa, „dat laat ik nu heusch maar liever aan jou over." „Vrouw, zei de beroemde generaal, „die Amerikaan hier heeft mij net verteld dat in zijn land de vrouwen stemmen en ik wil weten wat er hier van terecht zal komen als wy dat ook doen." „Nu,"' zei de goedhartige Ega, „als de zaak zoo staat, dan zou ik ze maar laten afmaken." „Prachtig," zei de generaal, „dat heb ik vanochtend al dadelijk laten doen. Maar als wi> winnen, krijgen jullie het stemrecht." De terugkeer van Roosevelt. Over den terugkeer van den vroegeren president Roo- Roosevelt te New-York, waarvan wij reeds melding maakten, vertelt de „New-York. He rald" volgens de Msb., nog de volgende bij zonderheden: Een half dozijn booten met familieleden van Roosevelt, dagbladcorrespondenten en fotografen lag in de haven om den vroegeren president te begroeten. En toon de gepavoi- seerde „Aidan" in het gezicht kwam, lieten een honderdtal stoomfluiten haar welkomst groet hooren. Roosevelt verscheen op het dek en wuifde geestarntig met zijn panama, terwijl hij nep: „Hallo, jongens, ik hen blij jullie te rug te zien." De correspondenten klommen dan op het schip en Roosevelt moest een formeele re- mptie houden. In antwoord op een vraag naar zijn gezondheidstoestand, zeide hij: „Ik gevoel mij op het oogenblik zeer wel, hoe wel ik veel last gehad heb van tropische koortsen. De wond aan mijn voet is nog niet geheel genezen, maar ik hoop toch binnen een paar weken weer zonder wan delstok te kunnen loopen." Toen men hem vroeg naar de rivier Du- vidia, welke hij zou ontdekt hebben, maar waarvan het bestaan door sommige geogra fen bestreden wordt, verklaarde hij, dat deze rivier zeker zoo lang was als de Rijn. Voor hij naar Madrid vertrok om bij het huwe lijk van zijn zoon tegenwoordig te zijn, zou hij eerst een uitvoerig verslag over zijn ontdekking uitbrengen bij de National Geo graphical Society te Washington. Ik ben bereid daar op alle critieken en verwijten van onjuistheid te antwoorden, welke mij door personen van gezag gemaakt kunnen worden. Verder verklaarde Roosevelt nog, dat hjj nooit over de mogelijkheid nagedacht had om zich nogmaals candidaat te stellen voor het presidentschap. Ook voor de gouver neursverkiezing in den staat New-York zou hij zich niet candideeren. Ontploffing. Aan boord van den drie master „Berte-Marie" welke 630 ton petro leum aan boord heeft, heeft gisterennacht een ernstige ontploffing plaats gehad. Bij zonderheden ontbreken nog. De kapitein van het schip Harry geheeten die zich aan boord bevond, is zonder twijfel omgekomen. Treinbotsing-. Uit Briey wordt geseind dat Donderdagmiddag een personentrein tus- schen Didenhofen en Longuyon met een goe derentrein in botsing is gekomen. De oor zaak van dit ongeval is verkeerde wissel stand, welke door den machinist van den personentrein te laat werd bemerkt. Eenige. wagens werden zwaar beschadigd, terwijl verschillende personen gekwetst werden. En dam in den "Witten Njjl. Lord Kitche ner, die binnenkort uit Egypte naar Engeland overkomt, zal naar de Standard meedeelt, de regeering een ontwerp voorleggen om in den Witten Njjl, ongeveer 37 mijlen boven Char- toem, een waterkeerende dam te leggen, ten eonde een millioen accres voor katoenbouw ge schikt land te kunnen bevloeien. De kosten van het werk, waarvan de uitvoe ring drie jaar zal duren, zijn op 10 millioeD- gulden graamd. Een slachtoffer van zijn plicht. Te Taffan, in den staat New-York, hebben gemaskerde bandieten, die de brandkast in het station wil den plunderen, een spoorwegtelegrafist dood geschoten, toen hij ondanks hun bedreiging met geladen revolvers, doorging met hun aan wezigheid aan het naaste station te seinen. Zijn zelfopoffering heeft de dieven verhin derd hun slag te slaan. Klokken uit een kerktoren gestolen. In een voorstad van Rusland zijn drie klokken uit den toren van de Seraphinikerk gestolen. Een werk- looze werd betrapt, toen hij twee klokken ver voerde. Men weet nog niet, waar de derde klok zich bevindt. laadt, zacht liet hij het hoofd zijns meesters tegen zijne borst rusten, drukte een kus van innige broederliefde op zijn bleek voorhoofd en gevoelde zieh in zyne blijdschap onuit sprekelijk gelukkig. M aar ben ik? wat is er met mij voor gevallen, zeide Fulco, terwijl hij zich over het voorhoofd streek, om zijne verwarde gedach ten te verzamelen. Bij mij, in veiligheid, zeide Walter, maar hoe bevindt gij u? Ik hen wonderlijk te moede, hoor ik daar geen wapengekletter? O, ja, nu herinner Ik mij alles. Walter, breng mij naar mijn plaats- Ik wil mij van den uitslag van het gevecht overtuigen! Om 's Hemels wil, waarde ridder, wat wilt gij beginnen? Waarom u noodeloos "bloot gesteld? Blijf hier en stel u niet in gevaarl Walter, ik verlang naar mijne vorige schuilplaats weder te keeren en ontbreken mij de krachten daartoe en weigert hij mil uwe hulp, welnu, dan zal ik volhouden tot lk bezwijk. De schildknaap, die zag dat het zijn mees ter ernst was, durfde zich niet langer tegen zijn wil verzetten; hij reikte dus Fulco de hand, die haar bevende aannam, en hem ste vig onder den arm vasthoudende, geleidde hlf hem naar de plek, die zij zoo even verlaten hadden. Het gevecht scheen op dit oogenblik ge staakt te zijn, maar men ontwaarde dat de ruiters afgestegen waren en zich bij de voet knechten gevoegd hadden. Er scheen beslui- .eloosheul in het christenleger te bestaan, en een hevige woordenwisseling tusschen de le gerhoofden plaats te grijpen. Men kon het den krijgers, die in een eerlijken veldslag on verschrokken den dood te gemoet gitogen- aanzien dat zij in het gezicht van het verraad sidderden. Plotseling echter veranderde het tooneel, en Fulco en Walter zagen een hagel bui van pijlen, als een stortvloed door on zichtbare handen geworpen op de christenen nedervallen, die hierdoor in verwarring ge bracht een rugwaartsche beweging maakten- Maar de aanvoerder scheen zijne tegenwoor digheid van geest hierdoor niet verloren te hebben; hij riep de zijnen toe stand te honden en gaf eenige hevelen, die door den afstand waarop zich Walter en Fulco bevonden, niet konden waargenomen worden. Nog eenige oogenblikken, waarin de geloovigen veel van de pijlen der vijanden te Uiden hadden, gin gen voorbij; toen dc aangevallenen een voor- waartsche beweging maakten, en onder den kTeet van: val aan! val aan! God will het, verder voorwaarts doordrongen. Bijna gelijktijdig hoorde men denzelfden oorlogskreet sn het bosch weergalmen, en de Saracenen onverhoeds door hunne vijanden, die hen ongemerkt omsingeld hadden, aange vallen, verlieten hunne schuilplaatsen. De krijgskans was gekeerd en de aangevallene!) waren nu aanvallers gewórden. Woedend wa6 de strijd, die van heide zijden gevoerd werd. Men vocht bijna man tegen man, en het gekletter der wapenen, het gekerm der ge kwetsten en het doffe steunen der stervenden- wakkerde de wederzijdsche wraakzucht nog heviger aan. Hasan moedigde zijne krijgers door woorden en daden aan, en zag thans te laat, dat hij door den list van den christen- aanvoerder in den strik gelokt was, dien hii voor zijn vijand gespannen had. Daarom wierp hij zich met doodsverachting in Het midden der vijandelijke drommen, steeds door weinigen zijner soldaten gevolgd; dood en verderf schenen de boden te zijn, die hem vooraf gingen en allen die de verwoesting aanschouwde^, die zijn zwaard in de rijen der vijanden aanrichtte, weken vol schrik voor den gednehten vijand achteruit. Met arends- blikken had hij het hachelijke van zijn toe stand overzien, en alleen door dlien moedigen aanval hoopte hij er zich doorhe ente slaan, en zijn heil, met de weinig getrouwen, die hem waren bijgebleven, in do vlucht te zoe ken. Maar eensklaps vertoonde zich een rid der, die zag hoe zijne scharen voor den mu zelman terugdeinsden, en wierp zich onver schrokken op den weg van den stouten aan valler. Hasan scheen hierop acht te slaan, en meende met een slag den roekelooze, e zijn plan zocht te verijdelen, te verpletteren, maar hij zag zich in zijne verwachting bedio- gen, want de ridder weerde den slag af, en bracht hem zulk een bevigen houw op het netwerk van zijn tulband toe, dat hij een oogenblik wankelde. Hasan zag njy.111 °at hij met eene geoefende tegenpartij te doen had, en dat hij op zijne hoede moest zijn, of schoon hij door den strijd verhit, die koel bloedigheid miste, die zijn onbekende aanval ler zoo uitmuntend aan den dag legde. Dich ter en dichter vielen nu de slagen, die de strijders elkander toebrachten, heide toonden evenveel kracht, evenveel behendigheid, even zeer hunne wapenen meester te ziin. Zoo had dit gevecht al eenige oogenblikken voortge duurd, zonder voor een der mannen eenig vccirdeel op te leveren, toen Hasan een oogen blik waarham waarin de aandacht des rid ders scheen afgeleid; met een gierend geluid daalde de damacener klink hoven het hoofd des ridders, toen deze, die deze krijgslist harl uitgedacht om zijn vijand te misleiden, den doodelijken 6lag afweerde, en Hasan met zijn zwaard dermate trof, dat hii bewusteloos op den grond nederzeeg. Niet zoodra hadden de Saracenen hun opperhoofd zien vallen, of zü zochten ito alle maar de wegen waren^oorkrn- en slechts aan weinigen mHasan werd dadelijk toen hij viel door eeni ge soldalen omringd en ontwapend; toen hij het bewustzijn had wedergekregen, werden zij ne wondeni, die zeer gevaarlijk waren, verhon den, en werd hii aan eene sterke wacht ter be waking overgegeven. De overige krijgsgevan genen werden eveneens menecheUik behan deld, en naar de achterhoede gevoerd, om daar nauwkeurig te worden gadegeslagen, en hun die zorgen te verleenen die hun toestand vereischte. j Nu dacht Fulco dat het oogenblik gekomen was, ztoh aan zijne strijdmakkers en vooral aan den overwinnaar van Hasan te verton nen en hii verliet door Walter vergezeld zijn schuilplaats. Hii naderde den krijgsman met eerbied, maar wie schetst zijne vreugde en verbazing, toen de ridder zijn helm losgespt0 en Fulco de geliefkoosde trekken van Josce lijn aanschouwde. j Joscelijn drukte den jongeling sprakeloos van aandoening aan ziin hart. en verscheide ne oogenblikken gingen voorbij alvorens een van heiden een woord vermocht u>t te spre- I Fulco, miïn zoon! riep eindelijk de ridder uit, de Hemel zij voor dit oogenblik gedankt; ik waande u reeds lang dood, en zie u thans wel en behouden voor mii; waar komt gij van daan? Ik heb u toch in den strijd niet he- merkt ik was krijgsgevangenen, antwoordde Fulco, en had beloofd geene wapens te voe ren*. Ik heb echter het gevecht van anbij be schouwd, en het is mij onmogelijk te zeggen, wat mijn hart er onder geleden heeft. Ik zag mijne makkers bijna voor mijn voeten vallen, ik zag allen met het zwaard hunne heilige zaak verdedigen, en ik, als een kind, wiens handen te zwak zijn een wapen te hanteerenv ik moest dat alles lijdelijk aanzien. En toen 'gij het zwaard tegen Hasan richtte, en ik zijn zwaard hoven uw hoofd zag zweveno, dat oogenblik zal nimmer uit mijn geheugen gewischt worden. Het was alsof mij in dien stond een dolk in het hart werd gestokenl Maar laat mij de smart vergeten, die ik gele den heb, en mij alleen aan de vreugde overge- i ven, n wederge vonden te hebben, n, die voor mijsteeds een vader geweest zi.it. Joscelijn schudde Fulco hartelijk de hand en zeide: l Lieve Fulco! "Vergeef mij dat ik u eenige 1 oogenblikken moet verlaten, mijn plicht eisent dat ik mij met mijne soldaten onledig houd; en hun d:ie rust schenk die zij hoog noodig hebben. Daarna zal ik mij weder oogenblikke- lijk bij u voegen, om het overige uwer lotge- vallen te hooren, die mij zulk een hoog belang inboezemen. Hij verliet hierop den jongen ridder, en keerde eenigen tijd daarna weder. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 6