Sociale Berichten.
Stafen-Generaal,
Sporten Wedstrijden
hadden zij een wonderlijke herinnering be
houden, waarvan de innigheid in de tinte
ling van zijn oogen doorstraalde en in de
bewogenheid der woorden doorklonk, waar
mede prins Joseph hiervan vertelde.
Hij herinnerde zich ook het onderhoud
nog met onzen redacteur te Rome en diens
reis indertijd door Oeganda, waarbij hij met
haast jongensachtige vroolijkheid constateer
de, dat het nu juist in omgekeerde richting
ging en dat in plaats van een „Maasbode"-
redacteur ih Oeganda, hij nu in Holland bij
een „Maasbode"-redacteur op „bezoek" was.
Verder was de reis gegaan door Algiers
over Marseille naar Lourdes, waar zij een
bezoek gebracht hadden aan de grot en
waarvan zij ook treffende herinneringen had
den meegebracht.
Na een kort oponthoud in Parijn waren
zij tegen April in Engeland aangekomen.
En vooral over de ontvangst daar kwam
prins Joseph niet uitgesproken. Zij waren
in het Buckingham-palace te Londen bij den
koning op audiëntie geweest, een audiëntie,
die drie kwartier geduurd had, zij waren
door alle hooge autoriteiten, door den mi
nister van koloniën, van posterijen en an
deren ontvangen.
In alle steden waren zij met groote praal
verwelkomd en door de plaatselijke autori
teiten begroet.
De handelslichamen vooral, de kamers van
koophandel, waren hen met de meeste
vriendelijkheid en welwillendheid tegemoet
gekomen en hadden hen luisterrijk ontvan
gen niet alleen, maar alle gelegenheid hun
ook geboden kennis te nemen van de En-
gelsche industrie en zich op de hoogte te
stellen van den Engelschen handel.
En juist die bijzonderheden frappeerden
sterk. Want ze toonden den echten, piette
ren en verzienden handelsgeest der Engel
schen, die zich niet door godsdienstige voor-
oordeelen of bekrompenheden weerhouden
lieten, maar van de gelegenheid, die hun in
de komst van deze Katholieke prinsen ge
boden werd, om relaties en handelsbetrek
kingen aan te knoopen, gretig gebruik wis
ten te maken. Zij toonden den grooten in
vloed, waarover de prinsen in hun land be
schikken, te waardeeren, en er gebruik van
te maken, ondanks alle verschil van gods
dienst.
Een tweede zaken-opvatting, die in ons
land heel wat handelslichamen ten voorbeeld
zou kunnen zijn ,is de waardeering vooral
van den grooten invloed, waarover de mis
sionarissen buiten hun religieusen arbeid in
verre landen kunnen beschikken.
Later vulden de paters, die bij het ge
sprek tegenwoordig waren, het verhaal van
den prins over het bezoek aan Engeland
nog aan, met enkele treffende bijzonderhe
den, hoe prins Joseph, ondanks al die plech
tigheid, waarmee hij ontvangen werd, dee-
moedig-devoot haast iederen morgen de H.
Mis diende van kardinaal Bourne, hoe alle
prinsen in de Goede Week, in het voor
naamste hotel van Londen logeerend, zich
toch van alle spijzen onthielden tot aan
zonsondergang en meer dergelijke ontroe
rende finesses meer, die mij de herinnering
aan den jongen prins, dien ik spreken mocht,
vooral veel inniger nog zal doen zijn.
Omtrent hun verblijf in Nederland, dat
maar enkele dagen duren zal, stonden wei
nig bijzonderheden nog vast. Alleen was be
kend, dat zij Zaterdag naar Rotterdam zou
den komen voor een bezoek aan de familie
van den juist naar Oeganda vertrokken pa
ter Minderop.
En de eerste indruk van Holland,
vroeg ik ten slotte nog aan den jongen
prins.
Flat, merkte dadelijk wat spot-lachend
een der paters op. Maar neen, daar wilde
de prins niet van hooren. Hij had heel aar
dige dingen al gezien in de vroegte en voor
al de enkele molens, die zij langs waren
gekomen had hij van een typeerende leuk
heid gevonden.
't Is te hopen, dat gedurende de dagen,
die de prinsen hier zijn, de zon aan het Hol-
landsche land wat kleur en diepte mag ge
ven, want vooral vanmorgen onder het grau
we nevelwaas moeten de wijde landen op
deze kinderen van de Afrikaansche zon wel
een wat triest-weemoedisren indruk gemaakt
hebben. Uit de spoorcoupé gezien stemde het
landschapsbeeld onder de nevellucht tot een
stille melancholie.
Bij het afscheidnemen vertelde prins Jo
seph nog, hoe hij van zijn reis een boek'
aan het schrijven was en hoe hij verslag er
van zou geven in het Katholieke maandblad
van Oeganda, de „Munno". Ook als collega
mocht ik hem bij het vaarwel de zwarte
hand met de typisch witachtige nageltoppen
drukken.
Mogen de sympathieke Oeganda-prinsen bij
hun verblijf in Holland een hartelijk ont
haal vinden, en als het kon, welbegre
pen eigenbelang moest hier al den doorslag
geven, niet alleen door Katholiek Neder
land.
enkele kleinigheden, die bij de oppassing van
zieken geen kleinigheden zijn, maar dikwerf veel
tot de genezing en herstelling kunnen mede
werken. De professor beval de barones aan toch
vooral naar bed te gaan; de dokter beloofde
vóór den nacht nog terug te komen.
„Gij moet naar bed gaan, Amelia," zei de
baron tot zijne vrouw, terwijl hij haar zacht bij
de hand nam. „Gij hebt gehoord wat professor
A. zeide. Anders wordt gij ook ziek en dan is
het nog erger."
„Ik naar bed gaan, Frans," gaf de barones
tacht ten antwoord. „Ik blijf vannacht bij Louise
waken. Denkt gij, dat ik niet zie hoe de toe
stand van ons kind is? Ik blijf vannacht bij
Louise."
„En maakt uzelf krank, niet waar Kom lieve,
ga dan tenminste een paar uur slapen tot de
dokter komt, dan zal ik u laten wekken. En
opdat gij gerust zult wezen, zal ik zoo lang
aan het bed blijven. Mocht het erger worden,
'k u roepen. Gij houdt het anders
met uit."
„En zoudt gij dan waarlijk denken, Frans,"
vroeg de barones, terwijl zij hem met hare be
traande oogen ongeloovig aanzag, „dat ik zou
kunnen slapen, terwijl mijn eenigst kind op ster
ven ligt?"
„Op sterven hervatte de baron, op een toon
die genoeg bewees hoe weinig zijne woorden dé
uitdrukking van zijne meening waren. „Wan
neer de geneesheeren zeggen, dat alle hoop niet
verloren is, dan moeten wij onkundigen in hun
vak, niet wijzer willen zijn dan zij Hoe beden-
De inbraak aan de Hembrug. In het ver
slag van het bestuur omtrent den toestand
der Yereeniging van tot Zekerheidsstelling
verplichte Ambtenaren over het jaar 1913
wordt medegedeeld, dat in het afgeloopen
jaar een tekort van 15,300 moest worden
aangezuiverd, hetwelk werd veroorzaakt door
de bekende inbraak aan de Hembrug. Men'
had bij het stellen van borgtocht voor den
kapitedn-magazijnmeester, belast met het be
iheer van het magazijn aan de Hembrug, de
beste information omtrent zijn soliditeit, en,
met het oog op de gevaarlijke plaats waar
de gelden werden bewaard, stelde men den
eïseh, dat de kas zou worden verzekerd tegen
inbraak, hetgeen ten genoege van het bestuur
plaats had. De Maatschappij, waarbij die ver
zekering werd gesloten, is echter niet bereid
de schade te vergoeden, omdat niets van eenig
spoor van inbraak gebleken is. De nu niet
meer borgtochtplichtige kapitein-magazijn
meester wordt thans in rechten aangespro
ken om 'het door de vereenigng aangezui
verde bedrag terug te geven. Bii die proce
dure zal tevens moeten blijken welke actie
tegen de inbraak verzekering-maatschappij
kan worden gevoerd. Ter verzekering van de
rechten der vereeniging werd bijtijds onder
handen en beheer der maatschappij beslag
gelegd op eventueel uit te keeren penningen.
Het bleek ons zoo meldt het bestuur
dat de controle op den magazijnmeester veel
te wenschen liet en daarom werd door ons,
in overleg met den Raad van Commissaris
sen besloten, om, althans voorloopi'g, geen
borg meer te stellen voor magaziinbeheer.
O, gunst! De aardappelvioolkist te 's Gra-
venhage heeft navolgng gevonden. Woens
dagavond bij achten gebeurde het vreeselijk
ongeluk op 't Bezuidenhont aldaar, zoo meldt
de Baagscbt Ct.: 't ongeluk dat de voorbij
gangers enkele vroolijke oogenblikken be
zorgde, maar voor de betrokken jonge dames
dezen schijnen hierin al bijzonder ongeluk
kig te zijn minder aangenaam.
Twee jonge dametjes kwamen aangereden
per rijwiel; een van haar draagt een keung
net pakje, zorgvuldig met een fraai gekleurd
touwtje of was 'twellicht een lintje?
vastgemaaktDe wnd blies guur en 't da
metje had al haar krachten noodig op het
rijwiel te blijven. Had zij daardoor wellicht
het pakje te krampachtig vastgehouden?....
Wie weet'tKeurig touwtje breekt en het
nette pakje rolt over 'tBezuidenhout. De
klinkers zijn Iharden 't pakje breekt
open't Dametje springt met een gilletje
af, maar als zij den gebroken inhoud ziet,
maakt zij zich fluks met het andere dametje
uit de voeten. En omstanders lachen om de
brokstukken van een paarbruinkoolbri
ketten.
Beestachtig. Bij een vechtpartij tusschen
een paar Amsterdamsehe en Friesche melk
knechten te Winterswijk heeft de een den
ander een stuk uit de wang geheten.
Een netelige positie! Een ihuisknedht in
hotel Central te 's Gravenhage, die met de
lift naar boven wilde gaan, bemerkte, op 12
M. hoogte gekomen, dat de 1:ft bleef steken.
De arme man kon er dns niet uit, voor het
mankement hersteld was. Maar de man had
haast en dies besloot hij te trachten langs de
rail in den liftkoker naar heneden te komen.
Bij het klimmen gleed hij edhter uit en ver
wondde zich dermate, dat geneeskundige hulp
moest worden ingeroepen.
Bij de landweer! Dat het „dienen" hij
onze gcede Landweer heusch niet zoo'n
slechte reputatie-geniet, bewijst het volgen
de: Toen overste Wijnmalen bii de keuring
te Slochteren aan een jongen van de klei het
blijde nieuws meedeelde dat hij was goedge
keurd en de gebruikelijke vraag stelde: hij
welk wapen (hij gaarne zou willen dienen,
kwam 't er zonder aarzelen uit: „Nou meneer,
as het dan nait aanders kendan moar
hie de Landweer asjoeblieft"
Verduistering van een garage-inventa
ris? Van een -vreemde geschiedenis, welke,
wegens de verdwijning van een der personen!
die er een hoofdrol in speelt, nog duistere
punten heeft, is Dinsdag aangifte gedaan hij
de politie te Amsterdam, zegt het Hhdl
Gernimen tijd geleden werd een tijdelijk
kerkgebouw in de Jac. Obrechtstraat te Am
sterdam ingericht tot auto-garage. In April
s de garage van eigenaar veranderd. Een be
loonster van den Amstelveenschenweg, die
aanvankelijk de garage in 'eigendom had*
kwam dezer dagen uit Ajner:ka terug eni
ontdekte toen, dat de beheerder der inventa
ris enz. voor 12.000 aan dezen nieuwen eige
naar verkocht had, en met dit geld was ver
dwenen. Zij ging naar de politie en klaagde
den beheerder, wegens verduistering aan.
Volgens haar verklaring Ihad zij den beheer
der wel opgedragen de garage te verkoopen,
doch zij had niet verwacht, dat deze met al
het geld zou verdwijnen.
De commissaris van politie, de heer Dusser
de Barenne heeft van dit geval proces-ver
baal opgemaakt; de justitie zal hebben uit te
maken, of zij de aanhouding van den beheer
der, die vermoedelijk sinds April reeds in het
kelijk haar toestand ook zij, hopeloos is die niet,
en
„Al uwe redeneeringen zijn meer geschikt om
mij uw ongeloof aan hunne woorden te doen
blijken, dan dat gij mij zoudt kunnen bedriegen.
Maar, welaan, ik zal mij voor een paar uren
van het bed van mijn kind verwijderen, en trach
ten wat te rusten, mits gij mij belooft niet van
het bed te wijken, en mij bij het minst onrust
barende teeken te roepen."
De barones drukte een kus op het gloeiende
voorhoofd van haar kind, en begaf zich naar
hare kamer, waar zij zich op de sofa nederwierp
niet om te rusten, maar om aan haar over-
kropt gemoed lucht te geven en in snikken en
tranen uit te barsten.
In stille droefheid verzonken, zat de baron
aan het bed zijner dochter, wier hevige stuip
trekkingen hem nu en dan uit zijne doffe smart
opwekten. Duizenden gedachten zwierven hem
door den geest, duizenden smartelijke herinne
ringen, door niet één liefelijk of opwekkend beeld
verhelderd, gedachten, dutster als de nacht, die
buiten' heerschte, en die in zijn hart niet min
der duister en sterrenloos was. Hij, de schat
rijke man, op wiens wenken honderden vlogen,
wiens goud alvermogend scheen, hij, de gevierde
baron, wiens geluk door duizenden geprezen,
door duizenden benijd werd, hij gevoelde zich
arm, ongelukkig en verlaten. Wat baatte hem al
zijn goud, wat zijne uitgestrekte goederen? Het
leven van zijn kind kon hij daarmede niet koopen.
Deze en dergelijke gedachten bestormden den
baron, die als wezenloos daar neerzat, toen de
deur openging en de barones weer binnentrad.
buitenland vertoeft, aal verzoeken. Wanneer
ook zijn lezing van (het geval bekend le, zal
eerst de juiste verhouding knnnen blijken,
welke bestond tusschen de eigenaresse van
de garage en den beheerden, wiens naam
vóór April op de garage to lezen was.
Voorheen en thans. In den goeden ouden
tijd het is wel héél lang geleden maakte
een dienstmeisje, dat per adverttentie een be
trekking zocht, daarbij bekend, dat zij van goe
de getuigen voorzien was.
Nu gaat het net anders; nu kiezen de meis
jes en zetten de mevrouwen haar beste beentje
voor. En het verwonderde ons dan ook niet,
to enwe in een advertentie, waarbij een dienst
bode (door bijzondere omstandigheden) voor
haar mevrouw een keuken-werkmeisje zocht, de
toevoeging vonden: dat goede referentiën haar
(d. w. z. de mevrouw) ten dienste staan! Vad.
Een tijdbeeld. Het „Hbld." vertelt van een
knap dienstmeisje te Amsterdam aan het post
kantoor.
Na heel geduldig wachten kwam ze aan de
beurt met haar postwissel.
De ambtenaar zei plechtigs
„Daar moet tien cent op, juffrouw. Maar
wacht es, de afzender is niet ingevuld;"
In eens uit haar onverschilligheid gewekt,
begon ze: „O, dat heeft mevrouw zeker verge
ten, vult u 't alsjeblieft even in, mijnheer 1"
„Nee, doet u dat liever zelf. Kijk, daar is
'n lessenaar, ik help in dien tijd een ander."
Het meisje doet wat haar gezegd wordt. Met
een kleur als een pioenroos staat ze nu gebogen
over haar formulier eu schrijft.
Het gaat niet vlug, maar, wat drommel,
schrijven is ook ieders werk niet, en ik schat,
dat ze veel vlugger is met stoffer, dweil of
boender dan ik, die haar hier kritisch waag te
beschrijven.
Maar eindelijk is het volbracht en triomfan
telijk geeft ze nu het papier aan den man ach
ter het loketje weer over.
Deze ontcijfert met moeite de bevallig dan
sende letters en leest den naam hard op.
„Wel verdikkeme nog an toe," roept ze
in eens verschrikt, en allicht harder dan ze be
doeld heeft, „ik heb me vergist, zoo heette me
mevrouw van de vorige week! Ja, hoe die van
nou heet daar mot ik me eerst nog es op her-
innere
„Neemt u dan den postwissel liever maar
weer mee en laat 'm door mevrouw invullen.
Maardoor. de tegenwoordige!" voegt de
ambtenaar er ondeugend aan toe.
Een stem, die.klinkt! In den raad der
gemeente Numansdorp kwam het plan ter spra
ke om aan de derde openbare school met twee
leerkrachten een derden onderwijzer te benoe
men.
Naar aanleiding hiervan zei het raadslid van
der Linden, naar het „Vad." meldt, het vol
gende
„Er zijn nu op die school ongeveer 80 jon
gens. Elk onderwijzer zou er dus zoo wat 27
krijgen. Ik begrijp er niets meer van. Vroeger
had een schoolmeester wel 120 jongens en dan
leerden ze ook goed. Rekenen was vroeger veel
heter. We rekenden alles uit met den regel van
drieën. Mijn jongens hebben ,in zoo'n groote
klas niet gezeten en ook dien regel van drieën
niet geleerd, maar ik moet je zeggen, dat ik
meer mans ben in rekenen dan mijn jongens.
Alles kon je met dien regel van drieën uitre
kenen. En, die onderwijzers van. thans, ze mo
gen wat meer gestudeerd hebben, maar 't is
niks met der, ze behoeven heusch' zoo'n verbeel
ding niet te hebben. Ik ben tegen een derden
onderwijzer, hoor! 28 jongens per onderwijzer!
Dat zou ik wel kunnen!"
TWEEDE KAMER
GEWISSELDE STUKKEN.
Hoog Militair Gerechtshof.
Blijkens het Voorloopig Verslag omtrent het
wetsontwerp houdende nadere regeling aan
gaande de overlegging aan het Hoog Militair
Gerechtshof van de notulen van het verhan
delde door de krijgsraden in raadkamer, welk
wetsontwerp strekt om bij de wet uit te maken,
dat de krijgsraden tot die overlegging bij elk
ter approbatie aan bet Hof gezonden vonnis
verplicht zijn, hadden verschillende leden in de
Memorie van Toelichting een overtuigend be
toog dat hier de tusschenkomst van den wet
gever onvermijdelijk is, noode gemist. Het ware
vol gen 8 verscheidene leden een stap in voor-
waartsche richting geweest om, in afwachting
van de geheele 'afschaffing der Approbatie,
te bepalen, dat de krijgsraden de bedoelde no
tulen niet aan het Hof hebben over te leggen.
Hare roodgescheide oogen, haar zenuwachtig
trillen toonden duidelijk aan hoe zij gerust had.
„Hoe gaat het met Louise?" was haar eerste
vraag toen zij binnenkwam.
„Altijd hetzelfde, mevrouw," antwoordde de
verpleegster, die haar met betraande oogen aan
staarde.
„Reeds terug, mijn lieve?" verweet de baron
haar .met zachte stem. „Waarom niet wat rust
genomen?"
„Ik heb rust genomen," antwoordde de baro
nes
„Dat bewijzen mij uwe roodgeschreide oogen,"
hernam de baron eenigszins ontstemd. „Inder:
daad, Amelia, gij zult u ziek maken," ging hij
zachter voort, „gij zult u te veel overspannen.
Moet gij mijne smart nog verzwaren, mijn
lijdenskelk nog bitterder maken?"
„Ik zeg u Frans," hernam de barones, „dat
ik rust heb genomen. Ik heb mijn overkropt ge
moed in tranen lucht gegeven, en het heeft mij
verlicht. Hier moet ik mij inhouden; hier moet
ik mijn gevoel opkroppen; in de eenzaamheid
heb ik kunnen weenen."
„Gij hebt goed gedaan," hervatte de baron,
„maar waarom niet getracht wat te slapen?"
„Omdat ik weder naar mijn kind verlangde,
omdat ik weder bij haar wenschte te zijn, die ik
niet lang meer bij mij zal hebben. Laat mij
met rust. Ik wil bij mijn lieveling blijven, tot
de
Zij kon niet uitspreken. Haar kind en het
woord dood waren in haar oor wanklanken.
Intusschen verminderde het kind van minuut
tot minuut; de oogjes werden strakker, de adem-
De hier aan 't woord zijnde leden zagen in
hetgeen van de krijgsraden verlangd wordt een
eisoh die voor die raden een zeer vernederend
karakter heeft. Andere leden bestreden deze
besohouwingen.
i DE ROOMSOHE BOERENBOND.
Een feit van beteekenis mag de verande
ring van den Noord-Rrab. christelijken Boe
renbond in Noord-Brab. Katholieken Boeren
bond worden genoemd waarover wij onlangs
reeds geschreven hebben.
Op de vraag of dit nu zoo'n heel groote ver
andering in de practijk van den Boerenbond
zal brengen, antwoordt het „Dagbl. v. N.-B.":
„De Bond' was feitelijk een katholieke Bond,
bestond voor het overgtroote deel uit katholie
kten en werkte in katholieken geest. Zelfs
Werden er in de laaMe jaren geen afdeelin-
gten met gemengde bevolking meer opgericht;
men vormde uitsluitend katholieke afdeelin-
gten.
Neen, practisch zal er niet veel veranderen.
Maar toch is de wijziging van beteekenis.
Sinds Z. H. de Paus zoo duidelijk zijn voor
keur uitgesproken heeft voor zuiver katho
lieke vereenigingen, was de N. C. B. als
chrisfelijkö Boerenbond een dwarskijker. Hij
is ontstaan op het laatst der vorige eeuw, toen
de sociale beweging aan het opkomen was
en niemand precies wist, hoe deze zich zou
vastzetten.
Nu is ook de roomsche vlalg geheschen.
IWat drommel deed die roomsche Boeren
bond ook met dat fletse kleurtje ia de banen
van haar vlag?
't Ding hing er eenmaal.
En al zoovele jaren.
Maar men is nu toch blij, dat het neerge
haald is.
En vervangen door de scherpe roomsch-
katholieke kleuren."
EEN NIEUW VLIEGTUIG.
Henrt Meijer schrijft in het technisch Bij -
blad van de „Kampioen"
In de zitting van 4 .Maart 1912 van de
Fransche Académie van Wetenschappen werd
reeds door den heer Lecornu de aandacht ge
vestigd op het principe van een nieuw vlieg
tuig, dat in constructie een opmerkelijk ver
schil zou opleveren met alle tot dusverre
ontworpen vliegmachines. De ontwerpers van
dit toestel, de heeren A. Papin en D'. Rouilly,
hebben sindsdien hard gewerkt om hun plan
den lot uitvoering te brengen, en dezer dagen
is de vrucht van hun vijfjarigen arbeid, eten
vliegtoestel, dat den naam Gyroptère of
„draai-vlieger" draagt, gereedgekomen en aar*
^verschillende technici van naam in Frankrijk
vertoond.
Het toestel is nog niet in de lucht gewteest,
omdat de afregeling van den motor en eenige
landere "technische détails nog moet plaats
hebben, dóch verschillende luchtvaartkundï-
gen hebben zich over het beginsel alvast in
gunstigen zin uitgelaten, zoodat een beschrij
ving van de machine in afwachting van de
vliegpiroeven hier op haar plaats is.
Do GyToptère, gelijkt in geen enkel op
zicht op een aëroplane, en heeft ook niets gel-
meen met de hélicoptère, noch met de vleu
gelslag-machine.
Het beginsel berust op een nauwlettende
studie van de draai zweefvlucht van het Au
stralische werptuig. dat boome rang heet,
terwijl de constructie eenige gelijkénis ver
toont met het gevleugelde zaad van den esch-
dóom. Zoo'n eschdootrn-zaadkorrel is voorzien
van een éénbladige luchtschroef, die, zoodra
het zaad Van flen steel losraakt, rond een denk
beeldige verticale as begint te draaien. De
zaadkorrel houdt daarbij de schroef in even
wicht, en het geheel zweeft langzaam draaiend
omlaag, daar de val gebroken wordt dpor de
groote luchtkolom die bij de draaibewteging
betrokken is.
Zoo'n eenvoudig en nochtans hoogst merk
waardig natuurvoortbrengsel ia dus een ideale
parachute, en men zou van zoo'n parachute
een hélicoptère of schroefvlieger kunnen ma
ken, door het 'toestelletje te voorzien van een
„motor" die de geë'quilibreerde éénbladige
schroef in tegengestelde richting liet draaien.
De GyToptère nu vertoont de navolgende
oonstructioneele bizonderheden. Het is een
lang „voorwerp", gevormd door een kdp en
een staart, dat om een as draait, die zich be
vindt op lj/3 van de totale lengte achter het
voorgedeelte. De zitplaats van den bestuur
der ligt boven het centrum van rotatie, doch
blijft onbeweeglijk ten opzichte van de met
groote snelheid ronddraaiende machine, dank
zij! een inrichting die nader beschreven zal
worden. Doordat de vorm van het toestel zoo
moeilijk met bekende voorwerpen vergele
ken kan Worden, zóó sterk is de afwijking van
bestaande constructies, is het buitengewoon
haling afgebroken; zelfs de minst ervarene had
kunnen zien, dat het kind lag te sterven. De
barones had zich weder wat hersteld, en zich
aan het hoofdeinde van het bedje geplaatst; zij
wischte met haren zakdoek het klamme doods
zweet af, dat langs de wangen van het stervende
kind biggelde, en zich vermengde met de
gloeiende tranen, die op het vertrokken gezichtje
nedervielen. De klok sloeg tien en de dokter trad
binnen. Thans kon de barones niet spreken; zij
zag hem aan met een meewarig oog, beet zich
op de lippen, om als het ware hare smartelijke
denkbeelden, die in snikken dreigden los te bars
ten, te verbijten, en zag met hetzelfde gebaar
van hoofdschudden naar haar kind.
„Ik vreesde het wel," mompelde de dokter,
nadat hij den pols gevoeld had. „Zij was te schie
lijk verminderd."
„Wat vreesdet gij, dokter," vroeg de baron.
„Hetgeen gij zelf ziet, baron," antwoordde de
dokter. „De natuur staat stil en luistert naar
geene medicijnen."
„Gerechte hemel, mijne vrees wordt dan be
waarheid. Maar zeg mij dokter, schiet dan uwe
kunst hier te kort?Wilt gij goud
goud?hoeveel goud wilt gij? Maar be
houdt mijn kind in het leven."
De barones sprak geen woord. Hoe zou zij
hebben kunnen spreken? Haar denkkracht
scheen haar te zullen verlaten, zij viel bewus
teloos achterover in de armen der verpleegster,
die haar opving.
„O, mijn arme vrouw," riep de baron m ver
twijfeling uit. „Dokter, zeg mij hoeveel moet ik
u geven, om mijn kind te behouden? Met wel-
lastig, woorden te vinden voor 'de verschil
lende constructie-eigenaardigheden. Het be si
bevalt ons nog de vergelijking met het ge
vleugelde eschdoomzaad. Men stelle zich het
toestel in deze gedaante, maar dan reusach
tig vergroot voor, èn verbeelde zich dat bin
nen de zaadkorrel, die hier gevormd wordt
door een turbine-pompvormige platte kast
die vervaardigd is van zeer licht en sterk
hout, een rotatie-motor is opgesteld. Deze mot
to r brengt een turbine in beweging, die door
een opening in de kast met enorme kracht
lucht aanzuigt, en deze als een orkaan binnen
het holle toestel door voortdrijft naar het
achtergedeelte van de holle éénbladige schroei
waar zij, door een onder een bepaalden hoek
geplaatste uitstroomopening weer wordt uitge
dreven.
Aan het uitprint van den schroefvleugel
wordt dus een sterke drukking op de om
ringende lucht uitgeoefend, en de hierdoor
veroorzaakte reactie, brengt het geheele toe
stel, uitgezonderd de stuurzitplaats, in een
snelle draaiing.
De motor, die deze affaire drijft, Ls een
Rhone, type rotatie met 9 cylinders, die bij
1200 omwentelingen 80 P.K. ontwikkelt.
Het aanzetten van dezen motor geschiedt
vanuit de stuurzitting door middel van een
hefboom die op twee sectoren en een aan-
zetkabel werkt.
De stuurzitting, een ronde bak, rust op een
groot kogellager en wordt, in haar verticale
positie ondersteund door horizontale rollen.
Onder den bodem van de zitting bevindt zich
een ruimte waarin de door den motor aange
zogen en samengeperste lucht circuleert. Een
verticale pijp dringt uit deze kamer door
den bodem van het schuitje en brengt de lucht
onder hoogen druk in een, horizontale buis of
antenne, die zich onder het bereik van den
bestuurder bevindt. Het uiteind van deze ho
rizontale buis is weer een onder een bepaal
den hoek geplaatste uitstroom-opening. De ro-
actiedruk van den hierdoor afgeblazen lucht
stroom is voldoende om te verhinderen, dat de
stuurzitting in de draaibeweging van het ge
heele toestel deelneemt. Tevens kan de be
stuurder, door deze af blaaspijp heen en weer
te bewegen, het draai-zwevendc toestel in
verschillende richtingen sturen.
De onderzijde van de Gyroptère bestaat uit
een lensvormigen drijver, die de mogelijk
heid toelaat om op het watter neer te komen,
en tevens de schokken eener landing op vas
ten grond breekt.
De motor verwerkt ongeveer 7 kub. M.
lucht per seconde, en doel deze aan het uit
eind van den draaivleugel uifcstroomen met een
snelheid van 100 meter per seconde. Het
actieve vleugeloppervlak der luchtschroef be
draagt '12 vierk. M., terwijl het geheele toe
stel, dat grootendeels van hout gemaakt is,
500 kilo weegt.
Bij een onverhoedsche storing aan den mo
tor kan het toestel volgens de uitvinders niet
vallen.
Dan gaat de draaivlucht onmiddellijk over
in een langzame daling, waarbij de bij deze
daling betrokken groote luchtkolom de groote
schroef doet draaien, precies zooals dit ge
beurt bij de zweefvlucht van een gevleu
geld sycomore-zaadje.
Verdere practische bizonderheden van dit
toestel zijn, dat het direct, zonder aanloop
kan opstijgen, zoowel van het water als van
den grond; dat het op een bepaald punt in do
ruimte zwevende kan blijven, en dat het,
in geval van motordefect, als een parachute
kalm neerdaalt zonder den bestuurder in ge
vaar te brengen. Aldus is de theorie. Is het
wonder dat we met groote belangstelling uit
zien naar de practijk?.
OLIESLAGERS—GARROS
Een levendig verslag van de luchtmatck
GarrosOlieslagers, vinden we in de Vlaam-
sche Gazet.
Jan Olieslagers vertelt hoe het gekomen
is dat die match plaats grijpt.
Ik Was in Holland, waar ik eens mijn
kuren toonde, onder ander mijn loopings en
andere meer.
Er waren daar Franschen tegenwoordig en
ik hoorde zeggen: „Het vallend blad, dat die
Olieslagers nabootst, is niet kwalijk uitge
voerd, maar hij kan toch tegen onze vlie
gers niet „tikken"
Ja, zegde ito. Ik zeg u dat geen enkel
Fransche vlieger doen kan wat ik doe.
En Roland Garros is dat te weten geko
men. De koene jongen heeft dat moeilijk kun
nen verteren; dlat bleef hem op de maag lig-
gten.
En hij schreef aan de heer Jacobs, voorzit
ter van 'den Bond der Belgische Luchtvaar-
ders Ófte Aero-Club en verklaarde mijn uit
daging te aanvaarden.
En nu zal het publiek best kunnen oordec-
len wat er Van is. Ik heb volle vertrouwen.
En weg was Jan, de Antwerpsche „Dui
vel"!
Geen prijzen zijn te winnen. De vliegers,
mogen eens putten in het baksken waar het
ingangsgeld in ligt.
ken geleerde wilt gij nog consult houden? Gij
weet, ik ben rijk, schatrijk!"
De dokter, die wel zag dat de droefheid de
zinnen van den baron benevelde, wees ernstig
met den vinger naar boven en antwoordde: Al
gaaft ge mij uw gansche vermogen, uw kind
zou ik niet kunnen behouden. Voor den dood is
tot nog toe geen kruid gewassen."
Terwijl dit gesprek voorviel, had de dokter de
bewustelooze barones met behulp der verpleeg
ster op de chaise longue gelegd, en haar een
opwekkend geneesmiddel gegeven, teneinde haar
te doen bijkomen; want, hoe folterend dit terug-
keerende bewustzijn ook zou wezen, nog folte-
render zou het zijn, als zij het eerst dan terug
kreeg, wanneer haar kind reeds gestorven was.
Zoodra de barones weder tot haar bewustzijn
teruggekeerd was, snelde zij naar het bedje en
kwam juist bij tijds. De ademhaling, die wel
afgebroken en rochelend, maar toch regelmatig
gegaan was, werd onregelmatiger, hield op, be
gon weer, hield weder eenige seconden op, her
vatte zich nogmaals, en zweeg eindelijk voor
altijd.
Freule Louise was dood!
U de smart der moeder af te schilderen, die
hevig uitbarstte, en de stomme, maar niet min
der hart en zenuwen doorvlijmende droefheid
van den vader is my niet mogelijk. U. C.
-o-