Sociale Berichten. Stafen-Generaal, Sporten Wedstrijden hadden zij een wonderlijke herinnering be houden, waarvan de innigheid in de tinte ling van zijn oogen doorstraalde en in de bewogenheid der woorden doorklonk, waar mede prins Joseph hiervan vertelde. Hij herinnerde zich ook het onderhoud nog met onzen redacteur te Rome en diens reis indertijd door Oeganda, waarbij hij met haast jongensachtige vroolijkheid constateer de, dat het nu juist in omgekeerde richting ging en dat in plaats van een „Maasbode"- redacteur ih Oeganda, hij nu in Holland bij een „Maasbode"-redacteur op „bezoek" was. Verder was de reis gegaan door Algiers over Marseille naar Lourdes, waar zij een bezoek gebracht hadden aan de grot en waarvan zij ook treffende herinneringen had den meegebracht. Na een kort oponthoud in Parijn waren zij tegen April in Engeland aangekomen. En vooral over de ontvangst daar kwam prins Joseph niet uitgesproken. Zij waren in het Buckingham-palace te Londen bij den koning op audiëntie geweest, een audiëntie, die drie kwartier geduurd had, zij waren door alle hooge autoriteiten, door den mi nister van koloniën, van posterijen en an deren ontvangen. In alle steden waren zij met groote praal verwelkomd en door de plaatselijke autori teiten begroet. De handelslichamen vooral, de kamers van koophandel, waren hen met de meeste vriendelijkheid en welwillendheid tegemoet gekomen en hadden hen luisterrijk ontvan gen niet alleen, maar alle gelegenheid hun ook geboden kennis te nemen van de En- gelsche industrie en zich op de hoogte te stellen van den Engelschen handel. En juist die bijzonderheden frappeerden sterk. Want ze toonden den echten, piette ren en verzienden handelsgeest der Engel schen, die zich niet door godsdienstige voor- oordeelen of bekrompenheden weerhouden lieten, maar van de gelegenheid, die hun in de komst van deze Katholieke prinsen ge boden werd, om relaties en handelsbetrek kingen aan te knoopen, gretig gebruik wis ten te maken. Zij toonden den grooten in vloed, waarover de prinsen in hun land be schikken, te waardeeren, en er gebruik van te maken, ondanks alle verschil van gods dienst. Een tweede zaken-opvatting, die in ons land heel wat handelslichamen ten voorbeeld zou kunnen zijn ,is de waardeering vooral van den grooten invloed, waarover de mis sionarissen buiten hun religieusen arbeid in verre landen kunnen beschikken. Later vulden de paters, die bij het ge sprek tegenwoordig waren, het verhaal van den prins over het bezoek aan Engeland nog aan, met enkele treffende bijzonderhe den, hoe prins Joseph, ondanks al die plech tigheid, waarmee hij ontvangen werd, dee- moedig-devoot haast iederen morgen de H. Mis diende van kardinaal Bourne, hoe alle prinsen in de Goede Week, in het voor naamste hotel van Londen logeerend, zich toch van alle spijzen onthielden tot aan zonsondergang en meer dergelijke ontroe rende finesses meer, die mij de herinnering aan den jongen prins, dien ik spreken mocht, vooral veel inniger nog zal doen zijn. Omtrent hun verblijf in Nederland, dat maar enkele dagen duren zal, stonden wei nig bijzonderheden nog vast. Alleen was be kend, dat zij Zaterdag naar Rotterdam zou den komen voor een bezoek aan de familie van den juist naar Oeganda vertrokken pa ter Minderop. En de eerste indruk van Holland, vroeg ik ten slotte nog aan den jongen prins. Flat, merkte dadelijk wat spot-lachend een der paters op. Maar neen, daar wilde de prins niet van hooren. Hij had heel aar dige dingen al gezien in de vroegte en voor al de enkele molens, die zij langs waren gekomen had hij van een typeerende leuk heid gevonden. 't Is te hopen, dat gedurende de dagen, die de prinsen hier zijn, de zon aan het Hol- landsche land wat kleur en diepte mag ge ven, want vooral vanmorgen onder het grau we nevelwaas moeten de wijde landen op deze kinderen van de Afrikaansche zon wel een wat triest-weemoedisren indruk gemaakt hebben. Uit de spoorcoupé gezien stemde het landschapsbeeld onder de nevellucht tot een stille melancholie. Bij het afscheidnemen vertelde prins Jo seph nog, hoe hij van zijn reis een boek' aan het schrijven was en hoe hij verslag er van zou geven in het Katholieke maandblad van Oeganda, de „Munno". Ook als collega mocht ik hem bij het vaarwel de zwarte hand met de typisch witachtige nageltoppen drukken. Mogen de sympathieke Oeganda-prinsen bij hun verblijf in Holland een hartelijk ont haal vinden, en als het kon, welbegre pen eigenbelang moest hier al den doorslag geven, niet alleen door Katholiek Neder land. enkele kleinigheden, die bij de oppassing van zieken geen kleinigheden zijn, maar dikwerf veel tot de genezing en herstelling kunnen mede werken. De professor beval de barones aan toch vooral naar bed te gaan; de dokter beloofde vóór den nacht nog terug te komen. „Gij moet naar bed gaan, Amelia," zei de baron tot zijne vrouw, terwijl hij haar zacht bij de hand nam. „Gij hebt gehoord wat professor A. zeide. Anders wordt gij ook ziek en dan is het nog erger." „Ik naar bed gaan, Frans," gaf de barones tacht ten antwoord. „Ik blijf vannacht bij Louise waken. Denkt gij, dat ik niet zie hoe de toe stand van ons kind is? Ik blijf vannacht bij Louise." „En maakt uzelf krank, niet waar Kom lieve, ga dan tenminste een paar uur slapen tot de dokter komt, dan zal ik u laten wekken. En opdat gij gerust zult wezen, zal ik zoo lang aan het bed blijven. Mocht het erger worden, 'k u roepen. Gij houdt het anders met uit." „En zoudt gij dan waarlijk denken, Frans," vroeg de barones, terwijl zij hem met hare be traande oogen ongeloovig aanzag, „dat ik zou kunnen slapen, terwijl mijn eenigst kind op ster ven ligt?" „Op sterven hervatte de baron, op een toon die genoeg bewees hoe weinig zijne woorden dé uitdrukking van zijne meening waren. „Wan neer de geneesheeren zeggen, dat alle hoop niet verloren is, dan moeten wij onkundigen in hun vak, niet wijzer willen zijn dan zij Hoe beden- De inbraak aan de Hembrug. In het ver slag van het bestuur omtrent den toestand der Yereeniging van tot Zekerheidsstelling verplichte Ambtenaren over het jaar 1913 wordt medegedeeld, dat in het afgeloopen jaar een tekort van 15,300 moest worden aangezuiverd, hetwelk werd veroorzaakt door de bekende inbraak aan de Hembrug. Men' had bij het stellen van borgtocht voor den kapitedn-magazijnmeester, belast met het be iheer van het magazijn aan de Hembrug, de beste information omtrent zijn soliditeit, en, met het oog op de gevaarlijke plaats waar de gelden werden bewaard, stelde men den eïseh, dat de kas zou worden verzekerd tegen inbraak, hetgeen ten genoege van het bestuur plaats had. De Maatschappij, waarbij die ver zekering werd gesloten, is echter niet bereid de schade te vergoeden, omdat niets van eenig spoor van inbraak gebleken is. De nu niet meer borgtochtplichtige kapitein-magazijn meester wordt thans in rechten aangespro ken om 'het door de vereenigng aangezui verde bedrag terug te geven. Bii die proce dure zal tevens moeten blijken welke actie tegen de inbraak verzekering-maatschappij kan worden gevoerd. Ter verzekering van de rechten der vereeniging werd bijtijds onder handen en beheer der maatschappij beslag gelegd op eventueel uit te keeren penningen. Het bleek ons zoo meldt het bestuur dat de controle op den magazijnmeester veel te wenschen liet en daarom werd door ons, in overleg met den Raad van Commissaris sen besloten, om, althans voorloopi'g, geen borg meer te stellen voor magaziinbeheer. O, gunst! De aardappelvioolkist te 's Gra- venhage heeft navolgng gevonden. Woens dagavond bij achten gebeurde het vreeselijk ongeluk op 't Bezuidenhont aldaar, zoo meldt de Baagscbt Ct.: 't ongeluk dat de voorbij gangers enkele vroolijke oogenblikken be zorgde, maar voor de betrokken jonge dames dezen schijnen hierin al bijzonder ongeluk kig te zijn minder aangenaam. Twee jonge dametjes kwamen aangereden per rijwiel; een van haar draagt een keung net pakje, zorgvuldig met een fraai gekleurd touwtje of was 'twellicht een lintje? vastgemaaktDe wnd blies guur en 't da metje had al haar krachten noodig op het rijwiel te blijven. Had zij daardoor wellicht het pakje te krampachtig vastgehouden?.... Wie weet'tKeurig touwtje breekt en het nette pakje rolt over 'tBezuidenhout. De klinkers zijn Iharden 't pakje breekt open't Dametje springt met een gilletje af, maar als zij den gebroken inhoud ziet, maakt zij zich fluks met het andere dametje uit de voeten. En omstanders lachen om de brokstukken van een paarbruinkoolbri ketten. Beestachtig. Bij een vechtpartij tusschen een paar Amsterdamsehe en Friesche melk knechten te Winterswijk heeft de een den ander een stuk uit de wang geheten. Een netelige positie! Een ihuisknedht in hotel Central te 's Gravenhage, die met de lift naar boven wilde gaan, bemerkte, op 12 M. hoogte gekomen, dat de 1:ft bleef steken. De arme man kon er dns niet uit, voor het mankement hersteld was. Maar de man had haast en dies besloot hij te trachten langs de rail in den liftkoker naar heneden te komen. Bij het klimmen gleed hij edhter uit en ver wondde zich dermate, dat geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. Bij de landweer! Dat het „dienen" hij onze gcede Landweer heusch niet zoo'n slechte reputatie-geniet, bewijst het volgen de: Toen overste Wijnmalen bii de keuring te Slochteren aan een jongen van de klei het blijde nieuws meedeelde dat hij was goedge keurd en de gebruikelijke vraag stelde: hij welk wapen (hij gaarne zou willen dienen, kwam 't er zonder aarzelen uit: „Nou meneer, as het dan nait aanders kendan moar hie de Landweer asjoeblieft" Verduistering van een garage-inventa ris? Van een -vreemde geschiedenis, welke, wegens de verdwijning van een der personen! die er een hoofdrol in speelt, nog duistere punten heeft, is Dinsdag aangifte gedaan hij de politie te Amsterdam, zegt het Hhdl Gernimen tijd geleden werd een tijdelijk kerkgebouw in de Jac. Obrechtstraat te Am sterdam ingericht tot auto-garage. In April s de garage van eigenaar veranderd. Een be loonster van den Amstelveenschenweg, die aanvankelijk de garage in 'eigendom had* kwam dezer dagen uit Ajner:ka terug eni ontdekte toen, dat de beheerder der inventa ris enz. voor 12.000 aan dezen nieuwen eige naar verkocht had, en met dit geld was ver dwenen. Zij ging naar de politie en klaagde den beheerder, wegens verduistering aan. Volgens haar verklaring Ihad zij den beheer der wel opgedragen de garage te verkoopen, doch zij had niet verwacht, dat deze met al het geld zou verdwijnen. De commissaris van politie, de heer Dusser de Barenne heeft van dit geval proces-ver baal opgemaakt; de justitie zal hebben uit te maken, of zij de aanhouding van den beheer der, die vermoedelijk sinds April reeds in het kelijk haar toestand ook zij, hopeloos is die niet, en „Al uwe redeneeringen zijn meer geschikt om mij uw ongeloof aan hunne woorden te doen blijken, dan dat gij mij zoudt kunnen bedriegen. Maar, welaan, ik zal mij voor een paar uren van het bed van mijn kind verwijderen, en trach ten wat te rusten, mits gij mij belooft niet van het bed te wijken, en mij bij het minst onrust barende teeken te roepen." De barones drukte een kus op het gloeiende voorhoofd van haar kind, en begaf zich naar hare kamer, waar zij zich op de sofa nederwierp niet om te rusten, maar om aan haar over- kropt gemoed lucht te geven en in snikken en tranen uit te barsten. In stille droefheid verzonken, zat de baron aan het bed zijner dochter, wier hevige stuip trekkingen hem nu en dan uit zijne doffe smart opwekten. Duizenden gedachten zwierven hem door den geest, duizenden smartelijke herinne ringen, door niet één liefelijk of opwekkend beeld verhelderd, gedachten, dutster als de nacht, die buiten' heerschte, en die in zijn hart niet min der duister en sterrenloos was. Hij, de schat rijke man, op wiens wenken honderden vlogen, wiens goud alvermogend scheen, hij, de gevierde baron, wiens geluk door duizenden geprezen, door duizenden benijd werd, hij gevoelde zich arm, ongelukkig en verlaten. Wat baatte hem al zijn goud, wat zijne uitgestrekte goederen? Het leven van zijn kind kon hij daarmede niet koopen. Deze en dergelijke gedachten bestormden den baron, die als wezenloos daar neerzat, toen de deur openging en de barones weer binnentrad. buitenland vertoeft, aal verzoeken. Wanneer ook zijn lezing van (het geval bekend le, zal eerst de juiste verhouding knnnen blijken, welke bestond tusschen de eigenaresse van de garage en den beheerden, wiens naam vóór April op de garage to lezen was. Voorheen en thans. In den goeden ouden tijd het is wel héél lang geleden maakte een dienstmeisje, dat per adverttentie een be trekking zocht, daarbij bekend, dat zij van goe de getuigen voorzien was. Nu gaat het net anders; nu kiezen de meis jes en zetten de mevrouwen haar beste beentje voor. En het verwonderde ons dan ook niet, to enwe in een advertentie, waarbij een dienst bode (door bijzondere omstandigheden) voor haar mevrouw een keuken-werkmeisje zocht, de toevoeging vonden: dat goede referentiën haar (d. w. z. de mevrouw) ten dienste staan! Vad. Een tijdbeeld. Het „Hbld." vertelt van een knap dienstmeisje te Amsterdam aan het post kantoor. Na heel geduldig wachten kwam ze aan de beurt met haar postwissel. De ambtenaar zei plechtigs „Daar moet tien cent op, juffrouw. Maar wacht es, de afzender is niet ingevuld;" In eens uit haar onverschilligheid gewekt, begon ze: „O, dat heeft mevrouw zeker verge ten, vult u 't alsjeblieft even in, mijnheer 1" „Nee, doet u dat liever zelf. Kijk, daar is 'n lessenaar, ik help in dien tijd een ander." Het meisje doet wat haar gezegd wordt. Met een kleur als een pioenroos staat ze nu gebogen over haar formulier eu schrijft. Het gaat niet vlug, maar, wat drommel, schrijven is ook ieders werk niet, en ik schat, dat ze veel vlugger is met stoffer, dweil of boender dan ik, die haar hier kritisch waag te beschrijven. Maar eindelijk is het volbracht en triomfan telijk geeft ze nu het papier aan den man ach ter het loketje weer over. Deze ontcijfert met moeite de bevallig dan sende letters en leest den naam hard op. „Wel verdikkeme nog an toe," roept ze in eens verschrikt, en allicht harder dan ze be doeld heeft, „ik heb me vergist, zoo heette me mevrouw van de vorige week! Ja, hoe die van nou heet daar mot ik me eerst nog es op her- innere „Neemt u dan den postwissel liever maar weer mee en laat 'm door mevrouw invullen. Maardoor. de tegenwoordige!" voegt de ambtenaar er ondeugend aan toe. Een stem, die.klinkt! In den raad der gemeente Numansdorp kwam het plan ter spra ke om aan de derde openbare school met twee leerkrachten een derden onderwijzer te benoe men. Naar aanleiding hiervan zei het raadslid van der Linden, naar het „Vad." meldt, het vol gende „Er zijn nu op die school ongeveer 80 jon gens. Elk onderwijzer zou er dus zoo wat 27 krijgen. Ik begrijp er niets meer van. Vroeger had een schoolmeester wel 120 jongens en dan leerden ze ook goed. Rekenen was vroeger veel heter. We rekenden alles uit met den regel van drieën. Mijn jongens hebben ,in zoo'n groote klas niet gezeten en ook dien regel van drieën niet geleerd, maar ik moet je zeggen, dat ik meer mans ben in rekenen dan mijn jongens. Alles kon je met dien regel van drieën uitre kenen. En, die onderwijzers van. thans, ze mo gen wat meer gestudeerd hebben, maar 't is niks met der, ze behoeven heusch' zoo'n verbeel ding niet te hebben. Ik ben tegen een derden onderwijzer, hoor! 28 jongens per onderwijzer! Dat zou ik wel kunnen!" TWEEDE KAMER GEWISSELDE STUKKEN. Hoog Militair Gerechtshof. Blijkens het Voorloopig Verslag omtrent het wetsontwerp houdende nadere regeling aan gaande de overlegging aan het Hoog Militair Gerechtshof van de notulen van het verhan delde door de krijgsraden in raadkamer, welk wetsontwerp strekt om bij de wet uit te maken, dat de krijgsraden tot die overlegging bij elk ter approbatie aan bet Hof gezonden vonnis verplicht zijn, hadden verschillende leden in de Memorie van Toelichting een overtuigend be toog dat hier de tusschenkomst van den wet gever onvermijdelijk is, noode gemist. Het ware vol gen 8 verscheidene leden een stap in voor- waartsche richting geweest om, in afwachting van de geheele 'afschaffing der Approbatie, te bepalen, dat de krijgsraden de bedoelde no tulen niet aan het Hof hebben over te leggen. Hare roodgescheide oogen, haar zenuwachtig trillen toonden duidelijk aan hoe zij gerust had. „Hoe gaat het met Louise?" was haar eerste vraag toen zij binnenkwam. „Altijd hetzelfde, mevrouw," antwoordde de verpleegster, die haar met betraande oogen aan staarde. „Reeds terug, mijn lieve?" verweet de baron haar .met zachte stem. „Waarom niet wat rust genomen?" „Ik heb rust genomen," antwoordde de baro nes „Dat bewijzen mij uwe roodgeschreide oogen," hernam de baron eenigszins ontstemd. „Inder: daad, Amelia, gij zult u ziek maken," ging hij zachter voort, „gij zult u te veel overspannen. Moet gij mijne smart nog verzwaren, mijn lijdenskelk nog bitterder maken?" „Ik zeg u Frans," hernam de barones, „dat ik rust heb genomen. Ik heb mijn overkropt ge moed in tranen lucht gegeven, en het heeft mij verlicht. Hier moet ik mij inhouden; hier moet ik mijn gevoel opkroppen; in de eenzaamheid heb ik kunnen weenen." „Gij hebt goed gedaan," hervatte de baron, „maar waarom niet getracht wat te slapen?" „Omdat ik weder naar mijn kind verlangde, omdat ik weder bij haar wenschte te zijn, die ik niet lang meer bij mij zal hebben. Laat mij met rust. Ik wil bij mijn lieveling blijven, tot de Zij kon niet uitspreken. Haar kind en het woord dood waren in haar oor wanklanken. Intusschen verminderde het kind van minuut tot minuut; de oogjes werden strakker, de adem- De hier aan 't woord zijnde leden zagen in hetgeen van de krijgsraden verlangd wordt een eisoh die voor die raden een zeer vernederend karakter heeft. Andere leden bestreden deze besohouwingen. i DE ROOMSOHE BOERENBOND. Een feit van beteekenis mag de verande ring van den Noord-Rrab. christelijken Boe renbond in Noord-Brab. Katholieken Boeren bond worden genoemd waarover wij onlangs reeds geschreven hebben. Op de vraag of dit nu zoo'n heel groote ver andering in de practijk van den Boerenbond zal brengen, antwoordt het „Dagbl. v. N.-B.": „De Bond' was feitelijk een katholieke Bond, bestond voor het overgtroote deel uit katholie kten en werkte in katholieken geest. Zelfs Werden er in de laaMe jaren geen afdeelin- gten met gemengde bevolking meer opgericht; men vormde uitsluitend katholieke afdeelin- gten. Neen, practisch zal er niet veel veranderen. Maar toch is de wijziging van beteekenis. Sinds Z. H. de Paus zoo duidelijk zijn voor keur uitgesproken heeft voor zuiver katho lieke vereenigingen, was de N. C. B. als chrisfelijkö Boerenbond een dwarskijker. Hij is ontstaan op het laatst der vorige eeuw, toen de sociale beweging aan het opkomen was en niemand precies wist, hoe deze zich zou vastzetten. Nu is ook de roomsche vlalg geheschen. IWat drommel deed die roomsche Boeren bond ook met dat fletse kleurtje ia de banen van haar vlag? 't Ding hing er eenmaal. En al zoovele jaren. Maar men is nu toch blij, dat het neerge haald is. En vervangen door de scherpe roomsch- katholieke kleuren." EEN NIEUW VLIEGTUIG. Henrt Meijer schrijft in het technisch Bij - blad van de „Kampioen" In de zitting van 4 .Maart 1912 van de Fransche Académie van Wetenschappen werd reeds door den heer Lecornu de aandacht ge vestigd op het principe van een nieuw vlieg tuig, dat in constructie een opmerkelijk ver schil zou opleveren met alle tot dusverre ontworpen vliegmachines. De ontwerpers van dit toestel, de heeren A. Papin en D'. Rouilly, hebben sindsdien hard gewerkt om hun plan den lot uitvoering te brengen, en dezer dagen is de vrucht van hun vijfjarigen arbeid, eten vliegtoestel, dat den naam Gyroptère of „draai-vlieger" draagt, gereedgekomen en aar* ^verschillende technici van naam in Frankrijk vertoond. Het toestel is nog niet in de lucht gewteest, omdat de afregeling van den motor en eenige landere "technische détails nog moet plaats hebben, dóch verschillende luchtvaartkundï- gen hebben zich over het beginsel alvast in gunstigen zin uitgelaten, zoodat een beschrij ving van de machine in afwachting van de vliegpiroeven hier op haar plaats is. Do GyToptère, gelijkt in geen enkel op zicht op een aëroplane, en heeft ook niets gel- meen met de hélicoptère, noch met de vleu gelslag-machine. Het beginsel berust op een nauwlettende studie van de draai zweefvlucht van het Au stralische werptuig. dat boome rang heet, terwijl de constructie eenige gelijkénis ver toont met het gevleugelde zaad van den esch- dóom. Zoo'n eschdootrn-zaadkorrel is voorzien van een éénbladige luchtschroef, die, zoodra het zaad Van flen steel losraakt, rond een denk beeldige verticale as begint te draaien. De zaadkorrel houdt daarbij de schroef in even wicht, en het geheel zweeft langzaam draaiend omlaag, daar de val gebroken wordt dpor de groote luchtkolom die bij de draaibewteging betrokken is. Zoo'n eenvoudig en nochtans hoogst merk waardig natuurvoortbrengsel ia dus een ideale parachute, en men zou van zoo'n parachute een hélicoptère of schroefvlieger kunnen ma ken, door het 'toestelletje te voorzien van een „motor" die de geë'quilibreerde éénbladige schroef in tegengestelde richting liet draaien. De GyToptère nu vertoont de navolgende oonstructioneele bizonderheden. Het is een lang „voorwerp", gevormd door een kdp en een staart, dat om een as draait, die zich be vindt op lj/3 van de totale lengte achter het voorgedeelte. De zitplaats van den bestuur der ligt boven het centrum van rotatie, doch blijft onbeweeglijk ten opzichte van de met groote snelheid ronddraaiende machine, dank zij! een inrichting die nader beschreven zal worden. Doordat de vorm van het toestel zoo moeilijk met bekende voorwerpen vergele ken kan Worden, zóó sterk is de afwijking van bestaande constructies, is het buitengewoon haling afgebroken; zelfs de minst ervarene had kunnen zien, dat het kind lag te sterven. De barones had zich weder wat hersteld, en zich aan het hoofdeinde van het bedje geplaatst; zij wischte met haren zakdoek het klamme doods zweet af, dat langs de wangen van het stervende kind biggelde, en zich vermengde met de gloeiende tranen, die op het vertrokken gezichtje nedervielen. De klok sloeg tien en de dokter trad binnen. Thans kon de barones niet spreken; zij zag hem aan met een meewarig oog, beet zich op de lippen, om als het ware hare smartelijke denkbeelden, die in snikken dreigden los te bars ten, te verbijten, en zag met hetzelfde gebaar van hoofdschudden naar haar kind. „Ik vreesde het wel," mompelde de dokter, nadat hij den pols gevoeld had. „Zij was te schie lijk verminderd." „Wat vreesdet gij, dokter," vroeg de baron. „Hetgeen gij zelf ziet, baron," antwoordde de dokter. „De natuur staat stil en luistert naar geene medicijnen." „Gerechte hemel, mijne vrees wordt dan be waarheid. Maar zeg mij dokter, schiet dan uwe kunst hier te kort?Wilt gij goud goud?hoeveel goud wilt gij? Maar be houdt mijn kind in het leven." De barones sprak geen woord. Hoe zou zij hebben kunnen spreken? Haar denkkracht scheen haar te zullen verlaten, zij viel bewus teloos achterover in de armen der verpleegster, die haar opving. „O, mijn arme vrouw," riep de baron m ver twijfeling uit. „Dokter, zeg mij hoeveel moet ik u geven, om mijn kind te behouden? Met wel- lastig, woorden te vinden voor 'de verschil lende constructie-eigenaardigheden. Het be si bevalt ons nog de vergelijking met het ge vleugelde eschdoomzaad. Men stelle zich het toestel in deze gedaante, maar dan reusach tig vergroot voor, èn verbeelde zich dat bin nen de zaadkorrel, die hier gevormd wordt door een turbine-pompvormige platte kast die vervaardigd is van zeer licht en sterk hout, een rotatie-motor is opgesteld. Deze mot to r brengt een turbine in beweging, die door een opening in de kast met enorme kracht lucht aanzuigt, en deze als een orkaan binnen het holle toestel door voortdrijft naar het achtergedeelte van de holle éénbladige schroei waar zij, door een onder een bepaalden hoek geplaatste uitstroomopening weer wordt uitge dreven. Aan het uitprint van den schroefvleugel wordt dus een sterke drukking op de om ringende lucht uitgeoefend, en de hierdoor veroorzaakte reactie, brengt het geheele toe stel, uitgezonderd de stuurzitplaats, in een snelle draaiing. De motor, die deze affaire drijft, Ls een Rhone, type rotatie met 9 cylinders, die bij 1200 omwentelingen 80 P.K. ontwikkelt. Het aanzetten van dezen motor geschiedt vanuit de stuurzitting door middel van een hefboom die op twee sectoren en een aan- zetkabel werkt. De stuurzitting, een ronde bak, rust op een groot kogellager en wordt, in haar verticale positie ondersteund door horizontale rollen. Onder den bodem van de zitting bevindt zich een ruimte waarin de door den motor aange zogen en samengeperste lucht circuleert. Een verticale pijp dringt uit deze kamer door den bodem van het schuitje en brengt de lucht onder hoogen druk in een, horizontale buis of antenne, die zich onder het bereik van den bestuurder bevindt. Het uiteind van deze ho rizontale buis is weer een onder een bepaal den hoek geplaatste uitstroom-opening. De ro- actiedruk van den hierdoor afgeblazen lucht stroom is voldoende om te verhinderen, dat de stuurzitting in de draaibeweging van het ge heele toestel deelneemt. Tevens kan de be stuurder, door deze af blaaspijp heen en weer te bewegen, het draai-zwevendc toestel in verschillende richtingen sturen. De onderzijde van de Gyroptère bestaat uit een lensvormigen drijver, die de mogelijk heid toelaat om op het watter neer te komen, en tevens de schokken eener landing op vas ten grond breekt. De motor verwerkt ongeveer 7 kub. M. lucht per seconde, en doel deze aan het uit eind van den draaivleugel uifcstroomen met een snelheid van 100 meter per seconde. Het actieve vleugeloppervlak der luchtschroef be draagt '12 vierk. M., terwijl het geheele toe stel, dat grootendeels van hout gemaakt is, 500 kilo weegt. Bij een onverhoedsche storing aan den mo tor kan het toestel volgens de uitvinders niet vallen. Dan gaat de draaivlucht onmiddellijk over in een langzame daling, waarbij de bij deze daling betrokken groote luchtkolom de groote schroef doet draaien, precies zooals dit ge beurt bij de zweefvlucht van een gevleu geld sycomore-zaadje. Verdere practische bizonderheden van dit toestel zijn, dat het direct, zonder aanloop kan opstijgen, zoowel van het water als van den grond; dat het op een bepaald punt in do ruimte zwevende kan blijven, en dat het, in geval van motordefect, als een parachute kalm neerdaalt zonder den bestuurder in ge vaar te brengen. Aldus is de theorie. Is het wonder dat we met groote belangstelling uit zien naar de practijk?. OLIESLAGERS—GARROS Een levendig verslag van de luchtmatck GarrosOlieslagers, vinden we in de Vlaam- sche Gazet. Jan Olieslagers vertelt hoe het gekomen is dat die match plaats grijpt. Ik Was in Holland, waar ik eens mijn kuren toonde, onder ander mijn loopings en andere meer. Er waren daar Franschen tegenwoordig en ik hoorde zeggen: „Het vallend blad, dat die Olieslagers nabootst, is niet kwalijk uitge voerd, maar hij kan toch tegen onze vlie gers niet „tikken" Ja, zegde ito. Ik zeg u dat geen enkel Fransche vlieger doen kan wat ik doe. En Roland Garros is dat te weten geko men. De koene jongen heeft dat moeilijk kun nen verteren; dlat bleef hem op de maag lig- gten. En hij schreef aan de heer Jacobs, voorzit ter van 'den Bond der Belgische Luchtvaar- ders Ófte Aero-Club en verklaarde mijn uit daging te aanvaarden. En nu zal het publiek best kunnen oordec- len wat er Van is. Ik heb volle vertrouwen. En weg was Jan, de Antwerpsche „Dui vel"! Geen prijzen zijn te winnen. De vliegers, mogen eens putten in het baksken waar het ingangsgeld in ligt. ken geleerde wilt gij nog consult houden? Gij weet, ik ben rijk, schatrijk!" De dokter, die wel zag dat de droefheid de zinnen van den baron benevelde, wees ernstig met den vinger naar boven en antwoordde: Al gaaft ge mij uw gansche vermogen, uw kind zou ik niet kunnen behouden. Voor den dood is tot nog toe geen kruid gewassen." Terwijl dit gesprek voorviel, had de dokter de bewustelooze barones met behulp der verpleeg ster op de chaise longue gelegd, en haar een opwekkend geneesmiddel gegeven, teneinde haar te doen bijkomen; want, hoe folterend dit terug- keerende bewustzijn ook zou wezen, nog folte- render zou het zijn, als zij het eerst dan terug kreeg, wanneer haar kind reeds gestorven was. Zoodra de barones weder tot haar bewustzijn teruggekeerd was, snelde zij naar het bedje en kwam juist bij tijds. De ademhaling, die wel afgebroken en rochelend, maar toch regelmatig gegaan was, werd onregelmatiger, hield op, be gon weer, hield weder eenige seconden op, her vatte zich nogmaals, en zweeg eindelijk voor altijd. Freule Louise was dood! U de smart der moeder af te schilderen, die hevig uitbarstte, en de stomme, maar niet min der hart en zenuwen doorvlijmende droefheid van den vader is my niet mogelijk. U. C. -o-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 6