BINNENLAND. BUITENLAND. Overwinningen van het Christendom. Overste I. W. J H. Thomson. FEUILLETON. NIEUWE HflflRLEMSCHE COURANT TWi,f.°f JLAD DE ITALIAANSCHE CAMPAGNE IN ALBANIë. De biz. corr. van do Telegraaf te Durazzo set't als volgt bet voor ons boogbelangrijke „onopgesmukte, doodeenvoudige verhaal der gebeurtenissen, die zich op 5 Juni nam. 7 tot 12% uur afspeelden", als deze correspon dent heeft meegemaakt: „We stonden voor het paleis van den M'bret te spreken over de leugens, die circuleerden en vermeerderden. De muziek van een Oos- tenrijksek oorlogsschip speelde in den prin- selijken tuin tot half acht. Daarna wandelde een rist journalisten, nationalisten en Italia nen, die ook buiten de deur toefden. Verder de commandant van een Italiaansch oorlogs schip en ecnige kleinere meeloopers van auto riteiten. Bijna dramatisch en tamelijk wel zonder komisch© zijde was het tooneel, dat zich nu afspeelde. Commandant Thomson zei- de ongeveer 't volgende: „Het spijt me natuurlijk, Excellentie, dat u dit tooneel, evenals ik, bij moet wonen. Maar als commandant van deze stad ben ik tegen over haar. Z. M. en den Staat Albanië ver plicht alle maatregelen te nemen, die er noo- dig zijn om hen tegen verraad, van wien ook en uit welk land ook komend, te verdedigen. Daarom kan ik onmogelijk uw protest aan- ik met eenige Hollandsehe officieren lang-s I vaarden. Ik heb het recht om individuen, die het strand om in het hotel te gaan dineeren. staatsgevaarlijk zijn of die met den vijand Plotseling bemerkte de kapitein der Alba- neesche gendarmerie, Fabius, boven de eerste heuvelklingen een verdacht rood-geel schijn sel. Telkens korter of langer. Kapitein Fa bius riep toen woedend uit: Daar zijn de schurken weer bezig, 't Mijne moet ik er van hebbeni" Hierop verdween lui in liet 6tadje om poolshoogte te nemen. Ik vernam later, dat men allang verdenking koesterde tegen enkele Italianen en men de woning van een hunner vlijtig bespïonneeren liet. Kapitein Fabius liet de woning omsingelen, waarop dc politie binnendrong en naar men zegt de „misdadigers" „en flagrant dól it" verrast heeft. De zich in het huis bevindende Italia nen werden gevangen genomen en naar het politiebureau gebracht. Onmiddellijk daarop de Italiaansche consul gewaarschuwd. Deze zat echter aan 't diner bij den gezant Aliotti en had geen lust om zich door deze affaire te laten storen. Eindelijk verscheen consul markies Durazzo (dit is geen bijnaam, maar die van zijn familie). De consul begon on middellijk op grond van de „capitulatiën" te protesteeren tegen de arrestatie der Ita liaansche onderdanen. Kolonel Thomson, die op 't bericht van de arrestatie onmiddellijk naar liet politiebureau was geloopen, kon zich niet met dit gezichtspunt van den con sul vereenigen. Hierop lange, onvruchtbare discussies. Thomson beval een protocol op te maken van het gebeurde. Er waren een groot aantal papieren van den Italiaanschen kolo nel in beslag genomen. Met de onderzoeking daarvan zou begonnen worden. Zoo begon dan kolonel Mnrichio zijn brieven etc. na te zien. 'tWas ongeveer half elf geworden, toen eindelijk de Italiaansche gezant, graaf Aliotti op 't „oorlogs"terrein verscheen. Slim genoeg om de pijnlijke sinuatie nog onaangenamer te maken, begon de Italiaansche gezant eerst met een grove bedreiging. Ilij zeide: „De eerste de beste keer dat er in Albanië weer 'een Italiaauscli ingezetene wederrechtelijk door Albaneesclie politie of wie ook gearres teerd wordt in zijn eigen woning, laat ik on middellijk 1000 matrozen landen en neem den gearvesleerde met de arresteerende lieden tegelijk gevangen en stuur hen naar een Ita liaansch oorlogsschip. Men zij gewaarschuwd! En ten hveede protesteer ik als gezant van Italië tegen de schending van de „capitula tiën", waarin uitdrukkelijk staat, dat men geeil Europeanen zonder toestemming van bet consulaat gevangen mag nemen in zijn eigen woning. Ik protesteer tegen deze schen ding van het recht en ik eisch de onmiddel lijke invrijheidsstelling der Italiaansche ge vangenen. 't Was buitengewoon interessant. De scène vond plaats in het uiterst eenvoudige politie- gëhomv van Durazzo. Een lamp wierp haar flauwe lichtschijnsels op de aanwezigen, die zeer eng te saam gedrongen waren, in het smoorheete, kleine gebouwtje. Midden in de gevangenen. Een paar allerongunstigste ty pen. Rechts een houten stoel, waarop de in beslag genomen correspondentie, boeken ete. Daarachter kolonel Thomson, commandant der gendarmerie, links majoor Roelofsma, die heel weinig spreekt en er bet zijne van denkt. Beiden typen van de beste Hollandsehe soort, ■kalm en ernstig. Tegenover de beklaagden lettend op elk hunner bewegingen, de jonge .kapitein Fabius ernstig, maar met nauwe lijks verborgen leedvermaak in de oogen. Dan de Italiaansche consul, markies van Durazzo, glad geschoren rimpel-slap gezicht, naast hem graaf Aliotti in avondkleeding, fijne di- plomatenkop, heflig van handbeweging, lul de, krachtige stem, keurige meneer, die op treden kan. Eeizi bey, iemand uit het Alba- neesehe kabinet, dikke haas met zwarte fez op het uitdrukkingslooze gezicht, bedeesde oogjes, sigaret in den mond. Liefst geen mot met hooge heereu, vindt hij de zaak pijnlijk- gewichtig. De achter- (hier voor-)grond, werd ingenomen door gendarmerie (soldaten), en heulen en daarbij door mijn officieren op heeteraad (en flagrant délit) betrapt worden, te arresteeren. Niet alleen het recht, Excel lentie, maar mijn plicht. Wat de capitulatiën betreft, die ik schend door deze individuen gevangen te houden, daarover zullen de mec- ningen misschien uiteengaan. Hier is de staat van beleg sinds dagen afgekondigd. Deze lie den plegen een aanslag tegen den Staat, zij worden daarbij betrapt en gevangen geno men. 't Spijt me zeer, maar het feit blijft be staan. Ik kan uw protest niet aanvaarden". De commandant van Durazzo, Thomson, liet zich door geen enkele spitsvondigheid van zijn stukken brengen. !t Was en bleef basta! Heel beleefd, door en door vriend schappelijk, maar hij meende het recht aan zijn kant te hebben. Tot half twaalf duurde de onvruchtbare conversatie voort. Ten einde raad besloot toen de gezant om den koning te laten vragen de Italianen hun vrijheid te rug te geven, waarbij de gezant van Italië zijn woord verpande de beschuldigden voor oen rechtbank te zullen brengen. Hierop ver liet Feizi bey met een dragomar het politie bureau eu kort daarna liet de koning de ar restanten in vrijheid stellen, om den Itali aanschen gezant een genoegen te doen. Nog werd een pijnlijke lijfvisitatie gehou den, daarna bet in beslag' genomen materiaal zwaar verzegeld en nu ging de vergadering uiteen. Majoor Roelofsma nam alle stukken in bewaring." TALMA EN DE VISSER. De „Nederlander" wijst op de bijzonderheid, dat op denzelfden dag, dat Dr. de Visser tot lid van de Tweede Kamer werd gekozen, Ds. Talma het beroep tot predikant te Benne- broek aannam. Het blad schrijft: De verkiezing in Katwijk had het verloop dat elk daarvan verwachtte: Dr. de Visser is met een meerderheid, zóó groot dat men naar de cijfers zijner tegencandidaten nauwelijks omziet, tot lid der Tweede Kamer gekozen. Meer dan dr. De Visser zeiven is de Kamer, is vooral de Christelijk-Historische club, nre't den terugkeer van dr. De Visser in haar midden geluk te wenschen; een harer be- zieldste redenaars, een harer kundigste man nen, herneemt thans in haren kring zijn plaats. Maar niettemin willen wij thans ook aan dr. De Visser onzen gelukwensch niet ont houden. Hij heeft den weg, die zich nu weder voor hem opent, niet zelf aangelegd of ge plaveid; hij heeft ook in dezen de leidende hand Gods erkend, en is bereid de; taak, hem opgelegd, tot Gods eer en 's naasten heil te volbrengen naar de mate zijner kracht. Moge hem daartoe hij voortduring lust en kracht worden geschonken. Wij mogen dit zooveel te eer en zooveel te meer wenschen, nu door een opmerkens waardig samentreffen juist op den dag van dr. De Visser's hernieuwd intreden in het actieve staatkundige leven, zijn ambtge noot in de Ned. Herv. Kerk, de oud-minister Talma, een beslissing nam, die hem naar het schijnt voorgoed, of in elk geval voor langen tijd, doet terugkeeren tot het predi kersambt. Talma's terugtreden uit het staatkundige leven is ongetwijfeld een verlies. Zelfs wie het niet altijd met hem eens kon zijn. waar deert hoogelijk d© warmte zijner overtuiging, de vurigheid van zijn woord, de degelijkheid zijner kennis en de ongeloofelijke werkkracht die hij als Minister heeft betoond. Ongetwij feld heeft ook de heer Talma. hij de beslis sing die hij nu nam. moeilijke oogenblikken doorleefd. Wie weet hoe deze predikant „in de politiek" kwam, beseft, dat het hem moeite heeft gekost los te laten wat hij niet gezocht heeft, maar wat £od hem op de hand had gelegd. Onze mannen, Gode zij dank! weiten de wegen te gaan, die aller harten Bestuurder hen wijst, af te wachten en aan te nemen, wat God hen geeft. In die onwrikbare zeker heid, een levensstaf, waarvan niemand de kracht kent die eigen zwakheid nooit ervoer, gaan ze heiden thans een afzonderijken weg: Talma naar het stille Bennebroek, om daar het Woord Gods te verkondigen, en herder te zijn eener kleiner schare.'De Visser naar het Binnenhof, om daar, opnieuw, w&t men ook lasteren moge, te getuigen van de kracht onzer Christelijke belijdenis, ook op het ge bied van het staatkundig leven. Een gevoel van weemoed bezielt ons, als wij deze woorden schrijven, die een afscheid lijken aan een zoo eminent man als ds. Tal. ma. Maar anderzijds verblijden wii er ons over, dat, nu hij zelf niet meer kan staan voor wat hij in het Parlement heeft verde digd en tot stand gebracht, straks zijn oud- ambtgenoot De Visser met kracht van woord en argument zal kunnen spreken voor onze Christelijke beginselen in staatkundig en maatschappelijk leven. Vooral ia dit licht bezien, is Katwijk voor rechts een gelukwensch waard. POLITIEKE KALEIDOSCOOP. Een Kaleidoscoop heeft dit eigenaardige, dat ge 't draaien moet zonder eind, en dat ge bij elke draai altoos weer een interessante mooie figuur vóór krijgt. Zoo nu liep 't ook met onze politieke groep jes en vakjes, zegt de Stand. In Juni en Juli zag een ieder 't sekuur ver loop, dat Rechts nu op en weg was, dat Links op de bok zat en dat de Socialist met de zweep er op sloeg. Voor ons geen gena, en links tegenover ons al vroolijke facies en één ontkurken van de Champagneflesch. Voor on3 pijnlijk, maar toch een prachtige figuur. Die stond viel, wie lag fier opgericht. Een worsteling van decenniën in één stembus beslist. Dat duurde tot Augustus. Toen ging de Kaleidoscoop op eens om. Troelstra te Zwolle Minister af. Bij nastem- mingen Links tegenslag op tegenslag De Concentratie schaakmat. En Cort van der Linden met zijn Onderwijs commissie een reddende Engel. En sinds ging die omdraaiing van de figu ren al door. Zoo sterk, dat Links 't builen reeds nader dan 't lachen staat. Het geld zoek en op is. Kink na kink in den kabel komt. En soms reeds een piepend geluid, dat Links eigenlijk om wat liefs wel wou, dat wij ze maar uit het Kabinet drongen en in hun plaats er in gingen. By ons niet één somber gezicht meer. Een leder schik in zijn leven. Het gevoel van een haast ongelooflijken meêvaller. Vol levenslust in de Linkscbe kuip gluren, boe zalmpjes er in liggen te spartelen. En aan de overzij niet'alleen heel de Concen tratie van streek, maar zelfs 't „Volk" van de streek. Zoo niets meer van den boogen toon van weleer. Lief redeneeren, om te zien of 't niet gelijk kan krijgen. Soms baast lief bede len, om gelijk te krijgen. Zoo heel anders dan in Juni. En toch is het precies dezelfde Kaleidoscoop, alleen de draai is nu anders. WAT ZIJN ZE TEVREDEN! In „De Vrijzinnig-Democraat" schrijft dr. Bos, dat de vrijzinnige linkerzijde alle reden heeft, over dit af geloopen jaar tevreden te zijn. En dankbaar wordt herdacht, boe geluk kig de crisis toch. opgelost is, hoe mr. Cort van der Linden de situatie redde en de win nende partijen van de verantwoordelijkheid ontlastte, en hoe helder nu de staatkundige hemel is Inderdaad, inderdaad. Doch het is de vraag niet, zegt de Tijd of de linkerijde tevreden is over den deus ex machina, die in mr. Cort van Linden opdook, om de Concentratie uit baar schande te helpen, maar of het volk erbij heeft gewonnen, dat de rechterzijde naar huis werd gezonden en de liberalen, met de handlangers- diensten der socialisten, gingen regeeren. De openbare onderwijzers zijn voorloopig gered; die hebben een motie gekregen en geen salaris-verhooging, voorts is er een Belasting wet over- en aangenomen, en een Stuwadoors wet overgenomen en ontkracht. Dat is alles. Heel veel kunnen we het niet noemen. Maar het volgende jaar! roept de heer Bos uit. Wij meenen, dat het volgend jaar de positie nog moeilijker zal worden. Dan zal de roodo Ka- mergroep haar rol spelen, die ze dit jaar, en met succes, heeft geoefendde rol van het makke schaapOok dr. Bos vreest al, dat Mi nister Treub de kracht van zijn positie inziet en van geen transigeeren wil weten. Maar, zoo dreigt hij„zoodra de behandeling der bedoel de groote vragen begint, veranderen de verhou dingen. Dan gaat het om de maatregelen, waarover zooveel gevochten is, tot stand te brengen, en wel in zoodanigen vorm, dat de afzonderlijke partijen en Kamerleden zullen meenen, ook tegenover het volk daarvoor de verantwoordelijkheid te kunnen dragen." Gul den woorden! Maar de heer Treub zal de men- schen wel geruststellen; bet concentratie-pro gram is handig in elkaar gezet: indirecte be lastingen zijn er niet mee in strijd, de kiesrecht- paragraaf is vatbaar gebleken voor meenin ge verschil tussclien „Volk" en „Nieuwe Crt." en we kennen den lieer Treub te goed, om niet te verwachten, dat hij Ouderdomsrente zal aan bieden.... met uitsluiting van de bedeelden. „De steun, dien de vrijzinnigen vinden in het land, neemt niet af maar toe," constateert dr. Bos. E de vrijzinnige candidaat te Katwijk ondervond dit, door met behulp van den Pro- testtantenbond nog 200 stemmen minder te krijgen dan verleden jaar! Aan een beschouwing in Dc Avondpost aan de Nederlandsche officieren in Albanië gewijd, ontleenen wij het volgende over den overledene overste Thomson: „Overste Thomson genoot zijne opleiding tot officier der infanterie aan de Koninklij ke Militaire Alcademie te Breda en volgens het oordeel van eenigen zijner tijdgenooten was hij de intelligentste cadet, niet alleen van de infanterie van zijn jaar, maar. van zijn geheele studiejaar. 25 Juli 1888 werd hij op 19-jarigen leef tijd aangesteld tot 2de luitenant der infan terie. Het was te voorzien, dat de cadet, die aan de Militaire Akademie zulk een goed figuur maakte, éénmaal officier zijnde, niet den sleur zou volgen, waartoe het officiers leven in vredestijd zoo velen brengt. Tijdens de spoorwegstaking werd door hét departement van Oorlog aan den jongen of ficier een zeer vereerende opdracht ver strekt, betrekking hebbende op de maatre gelen die door hoogerliand zouden genomen zijn,indien die staking tot ernstiger gevol gen geleid had dan het geval is geweest. De wijze waarop Thomson zich van die opdracht kweet, toonde zijn ruimen blik, zijn helder en rustig denken in moeilijke omstandigheden, en vergissen we ons niet, dan was het naar aanleiding hiervan dat hem het ridderkruis der Oranje-Nassauorde werd verleend. „Aan de Hoogere Krijgsschool vervolgde hij zijne militaire studiën. Tijdens eene detacheering bij het Ncdcrl. Indische leger verwierf hij als luitenant liet ridderkruis voor Moed, Beleid en Trouw, en zijne Militaire Willemsorde toont, dat zijne militaire gaven zich niet tot die der studeerkamer beperkten. Als militair attaché volgde hij aan de zijde der Boeren de krijgsverrichtingen tij dens den oorlog, die tot de annexatie der Zuid-Afrikaansche Republiek leidde- Het was vooral in dezen tijd dat bij o.a. door omgang met vele officieren en niet- militairen van allerlei natiën "zich als den ker ontwikkelde en dat zijne denkbeelden op militair gebied een meer vasten vorm aannamen; in de Nederlandsche militaire kringen vinden deze vooralsnog geen alge- meene instemming. „Zijn benoeming tot lid der Tweede Kamer bracht hem op politiek terrein, dat hij tot nu toe slechts als dilettant had betreden; Wat zijne tegenstanders, en die zijn tal rijk', hem ook als Kamerlid mogen verwijten, wanneer Thomson wat beweerde, werd er in de Kamer naar hem geluisterd. Zijn woord had gezag, zijn werkkracht werd bewonderd. Ongeloofelijk bleek zijn gave tot het verzamelen van bronnen om zijne beweringen te staven. Zijn strijd tegen het Krupp-monopolie ligt een ieder nog versch in het geheugen. Om hierin niet oppervlakkig te handelen be zocht hij in vier verschillende landen de ge- schutfabrieken. Tijdens den voorlaatsten Balkanoorlog was hij militair attaché aan Gricksche zijde,* en bereisde Epirus, het tegenwoordige Zuid- Albanië, weinig vermoedende dat hij 'daar weldra een leidende rol zou spelen. Het rapport dat door hem bij zijn terug keer in Nederland aan hoogerliand werd in gediend, deed vele van zijn vroegere tegen standers zijne zijde kiezen. Het was su perieur werk Thomson was ook ridder van den Neder- landsclicn Leeuw; zoo was hij een der wei nigen, die alle Nederlandsche ridderorden droeg. De Nederlandsche gezant te Rome heeft den minister van buitenlandsche zaken gis teravond getelegrafeerd, dat de Italiaansche minister van buitenlandsche zaken hem be vestigd heeft, dat overste Thomson tijdens den aanval op Durazzo gesneuveld is. Om een torenklok. Men schrijft uil Vught aan de Tijd: Een aardige discussie onttspon zich in orizci raad over het torenuurwerk vau den mooien momimentaleu ouden toren. l)e klok schijnt te laboreeren aan chronisclu verwarring of seniele aftakeling. In alle ge val, de bewoners van het mooie plaatsje kun nen er geen staat op maken en de pastoor deec zelfs in een schrijven aan den raad zijn beklag dat zijn parochianen vaak veel te laat komer in de kerk. De schuld ervan ligt bij de klok die nu eens voor, dan eens achter loopt. Een der raadsleden, de heer Linssen gaf daarvan oplossing met de volgende oogen- schijnlijke paradox. Als' men de klok smeert, loopt zij te langzaam, smeert men ze niet, dan loopt ze to ving. De raadsleden waren vol hilariteit over dit gezegde, maar de heer Linssen verklaarde ze op gezag van een door hem geraadpleegdeu deskundige, als volgt. Is de klok gesmeerd, dan kan de slinger zijn slingerzucht botvieren en maakt groote schommelingen, zoodat de wijzer niet zoo vlug wordt bewogen. Is de klok niet gesmeerd, dan zijn de slingeringen veel korter en de wijzers worden vlugger aangepord in hun gang. De voorzitter vond dezen uitleg zeer aanne melijk en zei, dat de klokkenist en de klok bei den moesten herzien en verbeterd worden. Yer- beterdo men zóó ingrijpend, dat de mensclien voortaan op de klok zouden kunnen zien, boe laat het is, dan kostte zulks 600 ongeveer Bracht men alleen een allernoodzakelijkste verbetering aan, waardoor de klok niet mec-t in strijd zou zijn met Chronos, dan kostte zulks maar 200. Voor die 600 kon men krijgen een minuut wijzer, die er nu ontbreekt. De klok n 1. heeft maar één rechten wijzer, die het uur en niet de minuten aanwijst. Een der leden gaf aan den voorzitter nog in overweging om den oor sprankel ijken leveran cier van het uurwerk, dat 40 jaar geleden in den toren geplaatst was, de verbetering te la ten doen. De voorzitter zei toe, dat B. en W. pogingen zullen doen, om dezen leverancier op te sporen, indien liij nog in het land der levenden is. Door de vernielzucht. Mevrouw van Woensel Kooy-Mijnssen, eigenares van ver schillende bosselien in de nabijheid van Valke veen, o.m. van de prachtige Roelofslaan, die van den Huizerweg naar Valkeveen loopt, schrijft aan den redacteur van de „Deuts ïhc Wochenzeitung." „Het is voor altijd mijn streven om wande laars het verblijf in mijne bosselien zoo aan genaam mogelijk te maken. Te oordeeleu naar zijn optreden en zijn vernielzucht schijnt hel publiek mijn vrijgevigheid echter niet op prijs te stellen. Als dit niet verandert zal ik genood zaakt zijn mijn bosselien af te sluiten, wat mij met het oog op de fatsoenlijke wandelaars zeer zou spijten." Wanneer Amsterdamsche wandelaars, die zoo gaarne-in het Gooi vertoeven, een van hun weinige uitspanningsplaatsen, binnenkort een der schoonste oorden, zullen gesloten vinden dan weten zij nu. aan wie zij dit te wijten heb ben zegt het Hbld. Oude Postzegel waard en. De Dinsdag j.l. te 's-Gravenliage door bet hoofdbestuur dei Posterijen en Telegrafie gehouden postzegel veiling, heeft opgebracht 6982.ST1^. Het Een verhaal uit de allereerste tijden der Christenheid. 2.) Dr Galliër scheen voornemens te zijn om Boor andere vragen nog meer dezer bijzon- {'derheden betreffende bet Christendom in te jwïnnen, toen hij eensklaps de liand aan het ftoofd. bracht, als wilde iliii een onaangename j wen, eu velen lazen Rome woonden, naar men weet, veel Joden.vaderstad een prachtigen tempel heeft ge- Omstreeks bet jaar 60 vóór de geboorte van bouwd. Doch onaaugezien dit is .mijn heer Christus daarheen gevoerd, had men bun, we-1 een edel rnensck; zelden heb ik iemand ont- gens hunne ongeschiktheid voor bet grootste moet die zulk een reine ziel en zulk een zelf- gedeelte hunne ongeschiktheid teruggeven], opofferend hart bezat. Hij j8 een vader voor en hun aan gene zijde van den Tiber een oord zijne onderhoorigem Daarbij is hij ingetogen aangewezen, waar zij konden wonen en een 1 en vlekkeloos van levenswandel, en blijft hij Synagoge houwen Men stond hun daar niet vreemd aan alle luidruchtigheid en zedeube- slechts clc "viije mtoeiemng' ihunne g*od&dien- j dervende bijeenkomsten, stige plichten toe, maar hun streng zedelijk j Moge de genade van Jesus Christus hem gedrag maakte zelis by het diepe verval van eens het licht des geloofs schenken! den staatsgodsdienst op vele heidenen, die j Vietorinus verdiende inderdaad deze eer- nog ernstig over 's menschen bestemming nu- volle getuigenis van zijn vrijgelatene. Hij dachten, een diepen indruk. De godsdienstigewas nog in den bloeitijd des levens en toe bijeenkomsten der Joden werden daarom zeer gerust met alles wat het leven aangenaam druk bezocht, vooral door Romeinsche vrou-en zijne toekomst schitterend maken kon. r --r, v i t— maeu in de gewijde schrift. Of-Hij was rijk, bezat geest, lichamelijke schoon- $gedachto verdringen en zeide haastig, of- j schoon sommigen alleen 1 T uolucau« smmuu door nieuwheid: wer- .beid, eer en aanzien. In weerwil van dit alles en on weelde g'roothe Hij koesterde ersualem bij het altaar van den waren God wet volgden, niet onbelangrijk wenschen die door al zijn rijkdom niet -ver- >een eed gezworen dat ik nimmer een oor zou fïenen aan uwe leeringen. Uwe woorden zijn erleidelijk; ik zie wel dat ik op mijn. hoede l°et zijn." J- Dn tooh ware bet in dat geval beter dat "yn liet verleiden, dan dien eed te houden, !Q vriend. Het beste van alles ïs in het ïeloof te blijven, dat men van zijn oudere tieeft geërfd. roef tevtm-Jliikl)aar 0)11 het p«nli.ike ge- rastiheeren l!'l 1 dat het 8'esprek over zijn Ë-' yihnm-fóm i weeg bracht, begon over ttin gebooi teland le spreken en over de gocls- Wige meemngen zijng vad had melpk b« een der Gaiii6c:h,e ]egioenen ge. welke te Rome garnizoen hielden. In der6nuff1'1 d'eiV ffndsdipnst ff'" v&" i vuld> h« deed zicb 7'elve vragen die door de dei met den godsdienst der Hebrews be- wetensehan de.r heidenen niet Wnntweevrl. Po,1ri ~i i y- .wetenschap der heidenen niet beantwoord, nieuw bekeerde uit liet heidendom door de geheimnissen der Druïden niet op- gewoiden was. Na zijne terugkomst te Seno- - - nes.had hij zijn laatste levensjaren voorna melijk besteed met zijn zoon, verder met de wetten en voorschriften van den Joodsclien godsdienst bekend to maken, en hem nog ster vende aanbevolen dezen altijd getrouw te vol gen. En Vietorinus, yw meester, vervolgde Sabiujanus, is hij ook een proseliet, gelijk gij? Hij blijft helaas, nog altijd aan zijn bij geloof gehecht. Hij brengt regelrecht elke maand een offer aan de Joden-seete, die hii bijzonder xereeri em wie ter eer hii in mijuè elost konden worden. Gennorix bad hem in dezen harden strijd, in dit onrustig streven naar een genot dat buiten den kring der stof felijke wereld lag, van den godsdienst der Hebreeërs, van -de heilige boeken der wet gesproken, doch de kennis welke hi.i daarvan bezat was to gebrekkig, om aan een ander ©enige overtuiging te kunnen inboezemen. Vietorinus had daarenboven ook nog twee vrienden die met denzelfden geest bezield wa ren, Evenals hij mochten Eobald en Seroti nus zich verheugen iu rijkdom, eer eu aan- zienr.ook zii hadden hot .verspiaad-den dorst naar waarheid met den verterenden drank der hartstochten te stillen, en het onbevre digd verlangen hunner harten in de genietin gen te verstikken, welke de rijkdom bun mo gelijk maakfe en waaraan de voorname Ro meinsche wereld geheel overgegeven was. De drie vrienden klaagden bitter over de duis ternis welke bun omgaf en hun verlangen naar licht en waarheid werd steeds heviger. In die versmading der wereldsche genietin gen, in een vlekkeloozen levenswandel wer den hunne hunne zielen vroegtijdig ontvan kelijk voor de Christelijke leer. Bij al deze mededeelingen over ziin geboor teland en de personen met wie hü in betrek king stond, bad Gennorix intussehen veel ver- zwegeu wat zijne familie betrof. De ouders vau den jongen Galliër leefden niet meer, doch liii bad een zuster, Excelsa genaamd, die in zijn vaderstad priesteres was in den tempel van Ve-sta. Zij was zes jaren jonger dan hij. Reeds op den leeftijd van tien jaren had zij, i11 weerwil van de smeekingen baars vaders, liet verlangen van baar broeder en zelfs de tranen barer moeder, met vastbera denheid geweigerd den joodsclien godsdienst aan te nemen. Wat bekommer ik mij om 't geloof van vreem de volken, zeide zij. Waarom verlangt gij van mij dat ik een God zal aanbidden, die voor mij onzichtbaar is, die nooit tot mijn volk heeft gesproken, en wiens tempel zich verre aan gene zijde van den Oceaan verheft? Ik zal mij blijven toewijden aan Vesta, aan wt© de vroomheid der Senoniërs hier ter stede het prachtige heiligdom hebben opgericht. Om aan alle pogingen harer familie een ejnde.te maken,_w.as Excelsa later vormelijk als priesteres in dienst van Vesta getreden, j Zjj was nog meer kind dan maagd, toen zij reeds vol majesteit heersclite in den tempel. 1 die voor haar, als het ware, een tweede ouder- 1 lijk huis geworden was. Zii was o n te geuze g- 1 gelijk het heerlijkste sieraad onder al de hco - i lijk-'heden van het veelbezochte heiligdom. X"j Uvas ernstig in hare zeden, onverbiddelijk I streng in haar leven en zij scheen er troTsoa op te zijn, om geheel eenzaam te midden der J (alrijke priesters te leven en zich geheel aan hare vrienden, zelfs aan hare bloedverwanten te onttrekken. Daarom boezemde zii in weer wil barer schoonheid, veeleer afkeer dan tor- genegenheid in. Gennorix bejammerde zeer de verblindnein van het jonge meisje, en bezocht baar ook met meer sedert zij in den tempel woonde. Kort vóór zijn vertrek naar Judea had fiij echter nog een samenkomst met haar ten einde nogmaals te beproeven haar tot het Jodendom te hekeeren. Excelsa ontving ha ren broeder in het heiligdom van Vesta. Hij ging haar vriendelijk tegemoet en wilde haar omheizen, doch zij gebood hem met een be weging van de rechterhand dat hii haar niet zou naderen. Heb achting voor de bescherm-godin de zer stadriep zij hem trotsóh tegemoet. Na een pijnlijk oogenblik, waarin Gennorix tevergeefs trachtte zijne verontwaardiging over zoodanige ontvangst te bedwingen, ver volgde zij op denzelfden toon: Wat verlangt gij van mij? Ik wilde afscheid van u nemen, ant woordde baar broeder. Ik ga naar Palestina. De godsdienst welke door mij wordt beleden maakt een bezoek aan den tempel tot plicht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 5