BUITENLAND.
BINNENLAND.
Overwinningen van het
Christendom.
Nog eens: Arm Frankrijk.
n.
DERTIG JAAR ONDER KATHOLIEK
BEWIND.
EEN GEDENKTEEKEN VOOR OVERSTE
THOMSON.
FEU I LLET ON.
NIEUWE HftftRLE/ASCHE COURANT
We komen tot het tweede en derde gedeelte
van do weerlegging^) van den ZeerEerw.
Heer de L.
Modern Babylon ja, zoo noemt men Parijs
„in landen, waar men Frankrijk ternauwer
nood kent", voegt de schrijver er bij. Onnoo-
dig te herhalen, dat het oen algemeen Fransch
vooroordeel Is, dat niemand Frankrijk kent,
behalve de Franschen zelf. De Fransche toe
standen zijn natuurlijk bij allo Europeescha
na tie's zeer goed bekend, vooral bij diegenen,
bij wie 't onderwijs in de wereldgeschiedenis
op minder zwakke voeten staat, dan in Frank
rijk. Maar stelt u gerust, Franschen, ook Ber
lijn wordt een modern Babylon genoemd, en
wol door de Duitschers zelf, die daarmee be
tuigen, dat ze van hun eigen hoofdstad een
minder verwaand oordeel hebben dan de be
woners van de „ville lumière".
De Joodscli-maponnieke agentschappen
o sancta ignorantia! hebben daar juist
niets mee te maken, want zij met hun aan
hang zijn het juist, die zich in een modern
Babyion wel gevoelen, en hun best doen, het
moderne zoo nauwkeurig mogelijk op het
oude te doen gelijken.
Al wat dan volgt over Zola cn het succes
van de slechte Fransche letterkunde in het
gulzig daarnaar zoekende buitenland gaat ons
katholieken niet aan. Dus, waarom al die
woorden? Wij zoeken volstrekt niet daarnaar;
integendeel, ons kan men eerder overdre
ven kieschkeurigheid en preutschheid verwij
ten dan lichtzinnigheid!
Zeker is echter aan den anderen kant, dat
hij, die maar vuile boeken zoekt, deze het al
lerbest in Frankrijk kan verkrijgen. Nu is de
vraag enkel nog maar, wie schuldiger is
van de twee, hij, die vuile lectuur zoekt,
of hij', die ze iu overvloed produceert en le
vert, wanneer ze gevraagd wordt.
Dan worden weer de Protestanten aangeval
len. Stellig zijn ze niet op onzen kant en
werken ons in vele opzichten tegen. Erger
echter en veel gevaarlijker dan zij, zijn de
afgevallen naum-katholieken, waarvan er in
Frankrijk meer dan genoeg zijn.
In de landen met gemengde bevolking, zoo
als Nederland en Duitschland gaat het, wel-is-
waar, ook niet alles naar wensch, toch is het
succes van liet katholicisme daar veel groo-
-ter, wijl door omzichtigheid en harden strijd
behaald. Hier in ons land leven protestanten
on katholieken meest vreedzaam bij' elkan
der. Het gevaar van dat samenleven is slechts
de gelegenheid tot gemengde huwelijken,
Maar ook daarbij is de schuld meest niet bij
do Protestanten te zoeken, martr bij1 de on
macht der in hun geloof verzwakte
Katholieken tegenover de verleidingen en on-
geordende hartstochten.
Wat de cabaret-kwestie aangaat, zoo zegt
de Maasbode, dat "hij de bekende, zooals
Moulin rouge enz., niet bedoelt, juist omdat
die veel door vreemdelingen worden bezocht,
't Schijnt haast of M. de L. het stuk slechts
zeer oppervlakkig heeft gelezen. Er is uit
sluitend sprake van de echte Apache-caba
rets, die bij do vreemdelingen weinig of niet
bekend zijn.
Maar ook die kwestie is zooals die van de
post en den spoorweg slechts bijzaak. De
onzedelijkheid, op zekere plaatsen bepaald,
moet gezocht worden, om te kunnen wor
den gevonden, en is dus minder kenmer
kend voor de algemeene corruptie. Ge
wichtiger is de vraag, waarom de regeering
dat door de vingers ziet en de politie eerder
mee-helpt, dan dat ze haar plicht doet. Wat
zeg ik, plicht? Kan men van den Franschen
ambtenaar onder zulke regeering nog plicht
besef eischen, wanneer de stem van zijn eigen
geweten zwijgt?
Op de vraag „heeft Holland, gelijk Frank
rijk, zooveel edelmoedige maagden, die zich
wijden aan den dienst der liefde?.." antwoord;
ik vergeeft mij het woorcl het kri
oelt hier van religieuzen van elk soort,
en, niet genoeg, dat al duizenden Hollandsche
jongelieden zich geheel aan het edelste doel
van naastenliefde hebben toegewijd, ons Pro-
testantsche land heeft ook nog zijne gast
vrije poorten geopend voor honderden ver
dreven Fransche paters, broeders en non
netjes En bovendien verwijs ik u naar het
einde van L. L.'s artikel. Dus elk commentaar
overbodig.
Overbodig ook over liet laatste gedeelte
van liet antwoord veel woorden te verspil
len. Er is sprake van het weeropleven van
het Fransch Katholicisme. Wij hopen, dat
de Fransche schrijver daarover beter is inge
licht, 'dan hi| het van onze perscorresponden
ten veronderstelt, en juichen als kinderen
van 'dezelfde H. Moederkerk die renaissance
van het geloof oprecht toe. Dat er nog
veel goed Roomsch volk in Frankrijk is, be
weert ook L. L. in de Maasbode en beves
tigt M. de L. door zijn verhaal over den enor-
nfefi toevloed van geloovigen met de kerke
lijke feestdagen in Parijs. Maar hoeveel men-
schen zitten er in de week en op gewone
Zondagen, en niet alleen in Parijsche maar
in dorpskerken op het platte land?
„Overal hebben we onze kerken behou
den en overal wordt de Katholieke eeredienst
uitgeoefend" zegt M. de L. Maar in hoeveel
kerken-'de arme „curé" dat alléén moet doen,
of hoogstens voor twee oude vrouwtjes, dat
staat er niet. Met de vraag dus, of er te
Parijs de Mis nog wordt gelezen, heeft het
Amsterdamsche meisje zich slechts in den
vorm vergist. Waarom worden er op vele
plaatsen n|og Missen gelezen, als er geen
geloovigen meer zijn, om ze bij te wonen?
aldus zsou de Vraag meer gerechtigd zijn.
Enfin, de ZeereerW. schrijver klemt zich
in zijn weerlegging te zeer aan bijzaken vast
en bericht dan dingen, die met het door L.L.
gezegde minder of geheel niets te maken
hebben.
Ten slotte komt dan nog een onvermijdelijke
„revanche"-steek tegen Duitschland, het land,
dat van al het verderf de schuld draagt. Niet
tevreden met Elzas-Lotharingen te hebben
„geroofd", wil dat duivelsche land nu ook
nog het arme Frankrijk de rest van zijn
geloof en zijn goede reputatie ontstelen.
En 'dan, last not least, een vriendschappe
lijke wenk voor het door de Germaansche
overmacht bedreigde Holland. Dat eeuwig her
haalde flauwe gezegde van sommige „Al
Deutsche" die, gelijk de handvol maeonnieke
ruziemakers, waarvan de schrijver spreekt,
meer lawaai maken, dan millioenen rustige
citoyens! Geen verstandig Duitscher, de kei
zer aan 't hoofd, denkt in de verste verte aan
het annexeeren van Nederland; want ons land
is niet, zooals Elzas-Lotharingen, een in vroe
gere tijden door een 'Franschen koning gesto
len Duitsch gebied, En het Katholieke El
zas-Lotharingen kan zich bovendien nog ge
lukkig schatten, onder Duitsche heerschappij
te staan, want nu wordt het geloof daar be
schermd en kan zich ongehinderd üitbreiden,
terwijl die schoone provinciën, indien ze
Fransch waren gebleven, dezelfde bedorven
toestanden zouden moeten beleven, die wijl
nu met L.L. in het arme Frankrijk betreuren
en, ondanks do weerlegging van M. d. L.
helaas! niet kunnen ophouden te beklagen.
Inplaatis van op zoo komisch tragische wijze
aan zijn chauvinistische gevoelens lucht te
geven, moest de Fransche Katholiek liever een
een voorbeeld nemen aan de ferme houding
van 'de Katholieken in dat zoo zeer gehate
Pruisen. Duitschland is voor 't grootste ge
deelte met-Katholiek en toch. is liet Gentrum,
dóór de Katholieken, een der machtigst© in
den Beichstag. En de heldhaftige strijd der
Duitsche Katholieken in 'den „Kultur-Kampf"
toont op schitterende wij'ze, hoe die ka
tholieken hun rechten weten te verdedigen,
cn over de overmacht hunner vijanden weten
te zegevieren, die inplaats van steeds de glo
rie van hun eigen natie uit te bazuinen, zich
solidair en zonder kleingeestige en arrogante
oppositie onder het kerkelijk gezag scharen
en zich daaraan nederig onderwerpen.
W. KOHLSAAT RAUSCHENPLATT.
Volendam.
Het laatste gedeelte van liet artikel van
gisteren is helaas ongecorrigeerd in de Cou
rant, gekomen. RED.
De A. R. „Standaard" schrijft:
Elf dezer was het dertig jaar geleden, dat de
partij van Rechts in België in het Kabinet zit
ting nam, en sinds ongestoord er zitting in be
hield.
Dus, zoudt ge zeggen, zal het arme België
uit zijn eens zoo bloeienden toestand in de diepte
van politieken, financiëelen en oeconomischen
jammer verzonken zijn. Het zal onder de Staten
van Europa nauwelijks meer meêtelLn. Eer in
klimmende mate zal 't voor het overige Europa
ten schrikbeeld geworden zijn, om toch tegen de
nationale verwoesting, die het clericalisme aan
brengt, te waarschuwen.
Ziehier enkele cijfers:
In 1886 bedroeg de bevolking van België het
cijfer van 5,909,975 inwoners. Sinds klom ze
tot 7,490,411. Ruim anderhalf miilioen meer.
Het budget stond voor 30 jaar op 351 mii
lioen frank in uitgaaf, nu op 689 miilioen. In
ontvangst stond het in 1885 op 383 miilioen,
nu op 695 miilioen. De schuld stond op 2162
miilioen frank, nu op 3789 miilioen. De export
stond op 1200 miilioen met 1220 miilioen tran
sito, en staat nu op een export van 3951 met een
transito van 2437 miilioen. Stellig geen teleur
stellende cijfers.
Wie de Brusselsche steden beziet, wordt ge
troffen door de weelde, die zich in alle opzichten
openbaart. De Congo is een rijke kolonie gewor
den. In Rusland, China en Egypte deed het
Belgisch kapitaal wonderen.
Kortom, België bloeit in schier elk opzicht.
Is dit niet moedgevend voor Rechts ook hier.
En nu, bekruipt u, als ge de weeklachten hoort
van een jaar geleden over de ruïne, die ons land
van Rechts bedreigde, zekere angst, of ge met
het oog op 't vaderlandsch belang wel Rechts
zoudt durven aanhouden.
Met een uitkomst als waarop België bogen
kan, voor oogen, wordt die angst en zorge dan
toch in hoopvolle verwachting omgezet.
Hadden we ook hier de Evenredige Vertegen
woordiging maar
Doch geen nood. Die komt.
DE STAKING IN ITALIë
De toestand in Italië door de staking is
zeer verontrustend geweest.
Al is hij nu wat verbeterd, toch komen
.op meerdere plaatsen nog ongeregeldheden
voor. Door de storing in telegrafisch en
spoorwegverkeer kwamen de berichten uit
veel plaatsen laat. Daardoor vernam men
eerst nu, hoe dreigend vooral in Midden-Italië
de anarchie optrad. De steden van de Ro-
magna waren geheel van alle verkeer met
Rome afgesloten. Te Ravenna heerschte Za
terdag nog de staat van beleg. De revolu-
tionnairen, die gebruik maakten van de af
wezigheid der troepen, overmeesterden het
stadhuis en vernielden er de portretten van
den koning en de koningin met eigenhandig
onderschrift en stelden een voorloopig be
stuur in. Slechts tengevolge van verschil van
meening tusschen socialisten en republikei
nen heeft de revolutie daar schipbreuk ge
leden.
De kleine stad Imola is 'geheel verwoest
en te Castel-Rolognese is het station geplun
derd en verbrand, evenals te Falenza. Eén
der stakers, die een kabel doorsneed, rneenen-
de een telegrafische en telefonische verbin
ding door te snijden, had de geleiding van
een stroom van hooge spanning te pakken;
de stroom doodde hem onmiddelüük. Te Cer-
via, waar zoutmijnen zijn, werden de douane
beambten, die militairen zijn, in hun kazerne
opgesloten gehouden. Te Sinigaglia hij An-
oona hebben de stakers'de kerken verbrand
en de waterleidingen afgesneden. In de daar
bij ontstane gevechten zijn veel stakers en
knrabiniers gewond. Zaterdag werden 5 ka-
rabiniers en 50 soldaten door een 300-tal sta
kers aangevallen, die zich verzetten tegen het
herstellen van den spoorweg. Er werd een
staker gedood en verscheid enen werden ge
wond. Een karabinier werd gewond door een
messteek, een en ander door een revolver»
schot. Bij het dorp Savio werden generaal
Agliardi en zes officieren van hoogen rang
door boeren ontwapend en gevangen geno
men. Zij hieven vijf uren in hechtenis; gedu
rende dien tijd onderhandelde de generaal In
der minne met de hoeren, die hun daarna hun
wapens teruggaven en hen lieten vertrek
ken. Te Fusignano werden vier kerken ver
brand en alle particulieren werden gedwon
gen hun wapens aan de revolutionnairen af
te geven. Uit Conseiiee ontbreken alle be
richten en men vreest voor toet lot van 20
zich daar bevindende soldaten. Te Ceryia,
Santa Agatha en Conseiiee zijn plaatselijke
bestuurscoinité's opgericht. Aanhoudend ver
neemt men nog van plundering en brand
stichting op de dorpen. In vele plaatsen
werden vaandels geheschen met de zinnebeel
den van den arbeid er op cn werden de na
tionale vlaggen neergehaald en vrijheidsboo-
men geplant. Volgens de laatste berichten
luwt de revolutionnaire beweging eenigszins.
Te Rome zelf, te Napels, Parma, Ferrara en
Ancona is het rustig geworden.
Zaterdag verklaarde minister-president Sa-
landra in de Kamer, in antwoord op vragen
over de oproerige beweging in de provincies
Forli, Ravenna en Ancona, dat de toestand
over Ihet geheel genomen verbeterd is en dat
de regeering troepen heeft geconcentreerd in
de plaatsen, waar de agitatie nog voortduurt.
In den Senaat werd de minister van Oorlog
Grandi, geïntei'pe^e®^ °ver de aanhouding
van generaal Agliardi. De minister antwoord
de, dat de generaal met de andere officieren
te'midden van een hoop oproerige veldarbei-
ders geraakte, die verklaarden, hen niet te
mogen laten passeeren zonder verlof van den
republikeinschen afgevaardigde Pirolini. De
minister beloofde een streng onderzoek.
Vermelding verdient nog het feit, dat het
besluit van het hoofdbestuur van de veree-
niging van spoorwegpersoneel, dat besloten
had den arbeid te hervatten, niet per telegraaf
aan de plaatselijke besturen kon worden mee
gedeeld, daar de lijnen vernield waren. Toen
werd het besluit verspreid door de radiotele-
grafisc'he toestellen van de oorlogsschepen,
die onder admiraal Gagni in de haven van
Ancona lagen.
ANTICLERICALE VERKIEZINGSDEMON
STRATIE IN LUXEMBURG.
In een particuliere correspondentie uit Luxem
burg aan „De Tijd" wordt het volgende ge
schreven
Toen 's avonds na de verkiezingen bij het
postkantoor der stad de voor de Katholieken
zeer bevredigende resultaten van de landkantons
bekend gemaakt werden, ging er onder de talrijke
menigte, daar verzameld, een woest en oorver-
doovend geeschreeuw op; daarna groepeerden
zich een troep studenten en arbeiders te zamen,
die zingend en tierend door de stad trokken.
Uit het feit, dat deze schreeuwende half
dronken menigte, die intusschen aanving reli
gieuze liederen te zingen, ter bespotting der
Katholieken, zich naar het paleis van Z. D. H.
den Bisschop bewoog, was het allen duidelijk,
dat deze betooging geen patriottisch karakter
had, maar als een zuiver anticlericale manifes
tatie bedoeld was. Men zong daar voor het paleis
Maria-liederen, als spottenden naklank der
groote processie eenige weken geleden, en onder
een woest geschreeuw hoorde men bedreigingen
en beschimpingen tegen den Bisschop en de
geestelijkheid.
Dan trok men verder naar het groothertogelijk
paleis, waar de betooging een anti-Duitsch
cachet kreeg. Op de Wilhelm-plaiz vóór het
paleis werd een pop te voorschijn gehaald, die
onder het zingen van anti-Duitsche liederen ver
brand werd. Wat dit alles te beduiden had is
zonneklaar, voor wie bedenkt dat graaf de Vil-
lers, kamerheer der Groothertogin, een zeer ver
dienstelijk Luxemburger, die vroeger in het
Duitsche leger een hoogen militairen rang be
kleedde, en immer ridderlijk voor zijne katho
lieke overtuiging uitkwam, in Echtemach door
de katholieken gekozen was. Deze man moest
door dit onsmakelijk bedrijf gehoond worden.
Het waren eenvoudig walgelijke tooneeien, die
zich daar 's avonds vóór het groothertogelijk
paleis afspeelden, waarbij niet in het minst va
derlandslievende bedoelingen te bespeuren wa
ren, maar de anticlericale haat zoo fel mogelijk
zich openbaarde.
Toen deze door alle verstandige Luxembur
gers diep betreurde betooging geëindigd was,
trok men zingend naar het huis van Brisicour,
niet-gekozen candidaat in het kanton Echfer-
nach, en verder naar de woning van den minis
ter-president, waar èen ovatie werd gebracht.
De politie heeft echter, naar wij vernamen,
strenge maatregelen genomen, om de vijande
lijke manifestatie, die door de anti-clericalen in
de stad zal gehouden worden, zooveel
mogelijk te verhinderen. De kiezers weten
door deze verkiezingsactie der anti-clericalen,
dat de vertegenwoordigers dier lieden in het
Parlement hun spektakel-politiek zullen voort
zetten, en kunnen bij de a.s. herstemmingen met
deze les hun voordeel doen.
Signor Nathan heeft in deze kwaliteit reeds
een eerste bezoek aan San Francisco gebracht
en is nu op de terugreis naar Italië.
In ministeriëele kringen meent men, dat het
niet mogelijk is alleen ter wille van dit protest
deu benoemden vertegenwoordiger nu te ont
slaan. Maar men denkt, dat Signor Nathan zelf
de moeilijkheid van zijn positie en die van de
Italiaansche regeering zal in zien en de regee
ring uit den nood zal helpen.
Een pauselijk schrijven aan den Generaal der
Jesuieten.
De II. "Vader heeft, bij gelegenheid van de
eeuwfeestviering van het herstel der Jesuieten
orde, tot den HoogEerw. pater Wernz, generaal
der orde, een schrijven gericht, waarin Hij hem
dankt voor alles wat deze orde voor de missies,
de prediking, de scholen en de opvoeding heb
ben gedaan en zijn erkentelijkheid uitdrukt, om
dat zij in de wijsbegeerte en in de godgeleerd
heid de leerd van den H. Thomas volgt. De Paus
verklaart in dit schrijven, dat de Sociëteit van
Jesus, die zooveel smaad moedig verdragen
heeft, waardig is door den H. Stoel als verdiend
voorbeeld gesteld te worden.
De Katholieken van Amerika tegen den Jood-
vrijmetselaar Nathan.
De Katholieken van Amerika hebben, gelijk
gemeld, besloten de Panama-tentoonstelling te
boycotten, omdat de Italiaansche regeering de
onvoorzichtigheid heeft begaan Signor Ernesto
Nathan, den befaamden ex-burgemeester van
Rome, tot haar officiëelen vertegenwoordiger
aldaar te benoemen.
KATHOLIEK NEDERLAND.
Het gedenkboek „Het Katholiek Nederland
18131913" heeft ook de aandacht getrokken
in het buitenland, waar men zoo weinig omtrent
ons vaderland weet. Eenige weken geleden gal
Paul Verschave in ,.le Correspondant" een
breedvoerig artikel over het Katholicisme in ons
vaderland, waarvan de gegevens aan dit ge
denkboek ontleend waren. En thans draagt dr.
\V. Liese in „Theologie und Glaube" een be
langrijke beschouwing bij over „das katholische
Holland", geput uit dezelfde bron.
De schrijver van laatstgenoemd artikel, die
de gegevens van het gedenkboek verwerkt, doch
ook bovendien over Holland goed ingelicht blijkt
te zijn, roemt de activiteit van Holland's Katho
lieken voor het schoolwezen. „Zeer goed," zoo
schrijft hij verder, „is de katholieke pers in Hol
land ontwikkeld. Er beslaan een twintigtal ka
tholieke dagbladen (waarvan slechts één in het
katholieke Limburg). Onder hen zijn de meest-
beteekenende (volgt eene opsomming). Met veel
lof spreekt de schrijver over de werkzaamheid
der St. Vincentius-Vereeniging, die de resultaten
der gelijknamige vereenigingen in gansch
Duitschland overtreftOok vermeldt de schrijver,
die zelf een sociaal werker is, met instemming
de verschillende sociale stichtingen en bonden
van het katholieke Nederland en roemt daarbij
vooral de werkzaamheid van mr. Aalberse, wiens
K. S. A. hij meer naar Italiaanscn voorbeeld,
dan naar Duitsch model ingericht acht. Wan
neer dr. Liese de verschillende sociale vereeni
gingen ook het werk der Patronaten be
spreekt, geeft hij ter vergelijking de cijfers der
katholieke sociale bonden ten zijnent. Alleen in
"het bisdom Paderborn, zoo zegt hij, zijn 44,200
jongens en 60,000 meisjes in bonden en patro
naten vereenigd, ongeveer 6000 St. Josephs-
gezellen (met 14000 buitengewone leden) en 400
arbeidersbonden met 50,000 leden
Voorbeeldig acht de schrijver de zorg voor
den R. K. militair en doet daarbij uitkomen, dat
deze vereenigingen den steun der overheid genie
ten. „Da können wir in Deutschland wirklich
neidisch werden!" roept de auteur uit; en dat
zegt iets voor een Duitscher!
Na nog de organisatie der drankbesfrijders-
vereenigingen besproken te hebben, eindigt dr.
Liese zijn artikel met de bemerking, dat hem in
Holland heeft getroffen de zeer innige band met
de Bisschoppen en de éénheid in de organisaties.
MAJOOR SLUTS.
Den majoor Sluvs, thans tijdelijk in Neder-
laud vertoevende, is naar de N. R. C. mede
deelde, van hoogerhand verboden verdere mede-
deelingen aan de pers te doen. Het is hem "dus
niet mogelijk zich te rechtvaardigen tegenover
krftiek over zijn beleid.
Door de heeren M. M. Couvée Jr., Zeestraat
83; Mr. P. Drooglever Fortuin, Anna Paulow-
nastraat 20; J. Jurriaan Kok. Sweelinckplein
6Mr. J. D. Verbroek, Daendelsstraat 23, al
len te 's-Gravenliage wordt de volgende oproep
gedaan
„De ondergeteekenden, jarenlange vrienden
van majoor Thomson, in Durazzo gevallen als
een held ten dienste van zijn nieuw vaderland,
maar ook ten dienste van Nederland, willen
trachten te bewerken dat het stoffelijk over
schot van den kranigen, dapperen hoofdoffi
cier naar 's-Gravenhage wordt overgebracht,
om te rusten in de stad, waar hij als officier
als volksvertegenwoordiger, als raadslid om
zijn geestdrift, zijn plichtsgevoel, zijn energie
zoo hoog werd gewaardeerd, en om tevens voor
te bereiden de oprichting van een eenvoudig
gedenkteeken op zijn graf.
In afwachting van een nader te vormen
commissie voor dit doel, noodigen wij alle Ne
derlanders, die daartoe wensclien mede te wer
ken, uit om hunne namen aan een der onder
geteekenden kenbaar te maken."
Volgen de namen.
Een verhaal uit de allereerste tijden der
Christenheid.
o.)
Toen zij Excelsa met (leze omstandigheden
bekend maakten, rees bij deze priesteres de
gedachte op, dat Gennorix zijn meester en
de andere voorname Galliërs tot het joden*
dom zou hebben overgehaald. Was zij liem
vroeger reeds niet zeer genegen, thans haatte
zij hem en verklaarde openlijk dat hij door
zijn© goddeloosheid deu tempel van Vesta
onteerde. Zij bleef lang weigeren hem hij zich
te ontvangen, doch de nieuwsgierigheid om
iets naders van deze aangelegenheid te ver
nemen, zegevierde nog eenigen tijd over ha- j beschuldig hen verachting
ren haat, en zij liet haren broeder verzoeken din te hebben ingeboezemd?
haar een bezoek te komen brengen. - Om u de waarheid te zeggen ,ik heb hen
Gennorix, daardoor aangenaam verrast, nooit in het geloof en vertrouwen in Vesta
Spaar uwe huichelarij. Ik heb de gevol
gen uwer troosteloosheid nagespoord. Gij zult
den toorn van Vesta, die gij niet slechts ver
acht, maar ook bij anderen verachtelijk tracht
te maken, niet ontgaan!
In plaats van mij met uw godin te be
dreigen, aan wier macht ik niet geloof, zoudt
gij beter doen mij te zeggen wat de reden
is dat gij mij hier hebt ontboden?
Ik heb u te beschuldigen van den afval
van Victorinus, Eobald en Serotinus; gij hebt
hen tot uw Judaïemus verlokt.
Hoe, gfj meent dat deze mannen de Mo
zaïsche wet omhelsd zouden hebben? Ik ver
zeker u, dat dit een onwaarheid is; ofschoon
ik mij zeer gelukkig zou achten, wanneer deze
ec cle mannen, die ik hoogacht en liefheb,
tot mijnen godsdienst behoorden.
Indien dit niet het geval is, hoe komt
liG-t clan clat zij zich sinds lang zoo weinig
in den tempel van Vesta laten zien?
Ik weet bet niet. Wellicht, schenken zij
geen geloof meer aan de macht uwer godin.
Het is dus niet ten onrechte, dat ik u
jegens onze go-
haastte zich aan dat verzoek te voldoen. Zij
kwam me'h met een trotsolie houding tege
moet.
-- Ongelukkige, sprak zij, wat hebt gij be
gonnen Niet genoeg dat gij de altaren van
uw volk uebt verlaten, zijl, gij ook nog
schaanuejoos genoeg om de doorluchtigste
in au ti on fl0*0r sk?d f°t afval te bewegen.
Gennorix haaide de schouders op. Ik weet
niet, waarvan gii spreekt, zeidc bil.
versterkt. Buitendien oefent sinds leenigen
tijd een geheel andere leer dan de mozaïsche
grooten invloed op hen uit, iets wat mij te
meer onverklaarbaar is, omdat zij slechts een
zeer oppervlakkige kennis van die- leer bezit
ten.
Welke leer meent gij?
De leer van Christus, van den wonder
dieren man die, twaalf jaar geleden, te Je
rusalem, do hoofdstad van Jnda, onder Pon-
fins Pilatus den kruisdood gestorven is.
Meent gij 111 dat mannen als Vic
torinus en zijne vrienden zich door de sprook
jes zouden laten heheersehen, waaraan zelfs
door het volk ST.'1 'geloof wordt gehecht?
vroeg Excelsa, terwijl een verachtelijke glim
lach om hare lipPen speelde.
Wat er voor mijn heer in de toekomst
uit zal voortspruit011 weet ik niet, doch het
is een feit dat eenige woorden, onnadenkend
door mij over deze secte geuit, voldoende ge
weest zijn, om hem daarvoor geheel in te
nemen, en zijn gele01 ann het heidendom tot
in zijn grondvesten te do en wankelen.
Mijne aanklacht tegen u is dus wel de
gelijk gegrond!
Ik heb n onverholen medegedeeld wat er
is voorgevallen. Te mijner rechtvaardiging
kan ik er nog bijvoegen dat het, in geenen
deele mijn doel is geweest daardoor de uit-
werking op Victoiunus en zijne vrienden uit
ite oefenen, welk0 er het gevolg van geweest
is. De verandering,welke ik in mijn heer be-
speur mishaagt ook mij. Ik beu geen leerling
van Christus, maar een belijder der mozaische
wet.
Wanneer dit hef geval is, zeide Excelsa
op vrij wat minder hoogen toon, dan is wel
licht tusschen u enjnij nog eene verstandhou
ding mogelijk. Ik móet die drie mannen tot
den dienst, van Veaia terugvoeren, die zij zoo
trouweloos verlaten hebben.
Daartoe kan ik u in geen geval de hand
bieden, dewijl het. met ons geweten in strijd
zou zijn, antwoordde Gennorix.
Heb ik dit dan reeds van u verlangd?
Wanneer gij slechts tracht uw heer en zijne
moeder afkeerig te maken van de leer van
Christus, hen ik tevreden; laat toet overige
maar aan mij over.
Dat wil ik u gaarne beloven.
En ook gestand doen! voegde Excelsa er
bij; want de dag waarop gii uwe belofte
mocht vergeten, zon een ongeluksdag voor
I u zijn.
Excelsa, zeide de Galliër met bewogen
stem, terwijl een sombere wolk zün gelaat
jOvertoog, hebben wij niet dezelfde ouders?
i Ben ik het, die dit vergeten heeft? vroeg
Excelsa onthutst.
I Neen, maar waarom behandelt gij^ mij
jdan eer als vijand dan als broeder? Waar-
om zijp gij zoo afkeerig van mü?
I Een priesteres van Vesta heeft geene
1 gemeenschap met de partijgangers van het
I bijgeloof der vreemdelingen!
Met deze woorden liet het jonge meisje
haren broeder alleen.
Zoodra Gennorix vertrokken was begaf de
priesteres zic'b naar de bewakers van den
j tempel. Zij trof hen in gezelschap van onder
scheidene edelen; ook de proconsul Minucius
bevond zich onder hen. Toen Excelsa laatst-
j gene einden zag huiverde zij, iets wat den
proconsul niet ontging. Hij wierp haar met
een bespot!enden glimlach op de lippen een
vrij gemeenzamen blik toe.
Minucius voerde reeds drie jaren het be-
heer over de provincie, waarvan Senones de
[hoofdstad was. Hij had ongeveer den vijftig-
l jarigeti leeftijd bereikt en was een der ro-
Tiieinsetoe ambtenaren wier onbeperkt gezag
i alom schrik verspreidde. Elke gedachte aan
deugd en geweten, aan goddelijke en mensche-
I lijke wetten en rechten waren in zijne, door
'do schandelijkste hartstochten diep gezonken
ziel, geheel uitgebluscht. Op aarde, zeide hi)
vaak, met een onmisbaar bewijs van zelfzucht
vreesde hij slechts den Cesar, maar ook tegen
dezen gebieder, kende hij een krachtig he
ischermer den dood. Al zijne gedragingen
waren nit deze grondstelling geput. De macht
van een romeinschen proconsul mocht intus-
schen onbeperkt genoemd worden, en bood
j dns een zedeloos mensch allerlei midelen en
j wegen aan om, zonder tegenstand, zijne lui-
men en hartstochten te bevredigen. Minu-
•cius wist zeer goed dat toii alleen te Rome
'ter verantwoording kon worden geroepen, en
zoo kwam toet dat hij in menige voorname
familie der Galliërs schande en onteering had
gebracht.
Sedert eenigen tiid bezocht hii den tempel
van Vesta meer dan vroeger. In den beginne
spotte de priestres met den „vromen Minu
cius" zooals zij hem noemde, doch weldra
begreep zij dat de huldigingen van den Ro
mein niet de godin golden, zij kon niet dan
met schrik aan de mogelijkheid van aan de
vervolgingen van dien man te zün blootge
steld.
Toen het gevreesde oogenblik gekomen was
beantwoordde zij züne verklaring met trotsch-
heid en afkeer. Alles wat zij daardoor won,
was echter dit, dat de proconsul haar glim*
lachend over haren ijver als priesteres preee
en zijne plannen tot later verschoof.
Juist in den tijd toen Excelsa den vermetele
bestrafte, die het waagde haar tot den voet
Ivan het altaar met züne onbeschaafdheden
to vervolgen, was de proconsul dringender
I dan ooit geworden. Het was te vergeefs daÜ
.Excelsa 'hem door anderen, op dit geval op
merkzaam deed maken; wel spoorde dit Mi»