Brieven uit België,
Overwinningen van het
Christendom.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
le moet maar durven!
'„Het Volk" maakt melding van het aange
nomen voorstel in den Haarlemschen Raad,
,voor het volgende jaar de belasting met 0.2
procent te verhoogen.
En dan gaat het socialistische blad voort:
„Dit is in de laatste jaren gewoonte 'ge-
„worden. Het cijfer is nu reeds 5.4 procent.
„Of het ook noodig is, dat de fraktie der
„S.D.A.P. versterkt werd?"....
Je moet maar durven inderdaad I
Uit alles halen die roode heeren hun bru
taal „dus"! De belasting wordt verhoogd,
dus sociaal-democraten kiezen, dan
wordt de belasting niet verhoogd, is het
niet? De heer Joosten zal ons 't volgende
jaar dus zeker een verlaging van 't per
centage brengen, niet waar?
iWie lacht daar?
(Van onzen eigen briefschrijver)»
DE CHRISTENE VAKORGANISATIE.
III.
Om een kleine gedachte te geven van wat
de eigenlijke vakorganisatie hier beteekent,
neem ik het algemeen verslag over den toe
stand der Christene Vakbeweging over 1912—
1913. Ik zal eerst de cijfers aanhalen en ten
slotte een gedeelte uit het voorwoord aanha
len, omdat hierin zulke belangrijke woorden
staan over katholieke patroonsorganisatie.
In het geheel waren er, einde 1913: 1315
syndikaten (vakvereenigingen) met 102,177
leden, verdeeld over 9 provinciën. Berekend
per nijverheid, dan waren er in de de:
Voedingsnijverheid 32 synd. met 1774 leden.
Wapenmakerij 20 1170
Bouwnijverheid 116 5001
Houtnijverheid 77 5127
Steen-, cement-, ce
ramiek en glasnijver
heid 26 2558
Schoen en ledernij
verheid 29 1791
Spoorwegwerkers 83 16352
Kantnijverheid 11 506
Diamantbewerkers 22 572
Dok- en vervoer-
nij verheid 25 2635
Bedienden-reizigers 23 4333
Handscb oen nijver
heid 16 1565
Tuinbouw 14 900
Boek- en Papiernij
verheid 21 1524
Metaalnijverheid 104 5034
Mijnwerkers 119 5864
Schilders 19 772
Steengroevers 59 2166
Blokmakers 26 853
Textielnijverheid 85 14625
Kleernijverbeid 36 2817
Trambedienden 10 985
Verseb. nijverheden 82 7894
Uitwijkeling-en 257 15359
Totaal 1315 102177
Ziehier eenige cijfers omtrent den groei der
beweging:
1 Augustus 1904 10,000 aangeslotenen.
1 1905 14,000
1 1906 20,234
1 1907 30,231
1 1908 39,517
1 1909 40,537
1 1910 49,478
1 1911 71,235
1 Juli 1912 82,761
1 1913 102,177
Men ziet dus, dat de beweging sedert 1910
kolossaal is vooruitgegaan.
In het geheel waren op 30 Juni 1913 aan
gesloten hij het Algemeen Sekretariaat: 28
Vakhonden, welke over 27 week- en maand
bladen en 22 bezoldigde propagandisten be
schikken. In 38 plaatsen zijn er Christene
Vak- en Volkssekretariaten, welke ook over
een twintigtal week- en maandbladen be
schikken.
Verder bestaat er nog een Verbond van
vrije Werkbeurzen van België, waarbij 28
werkbeurzen zijn aangesloten.
Ik wil nu niet in kleine bijzonderheden
treden, de lezers zullen nu genoeg begrijpen
wat of dit machtig sociaal arbeidsleger be
teekent.
Zooals ik beloofd heb, zal ik hier eenige
zinnen uit het voorwoord van het verslag
aanhalen.
„In den laatsten tijd zagen wü :n ons land
„de zoogezegd onafhankelijke syndikaten
"meer en meer verdwijnen. De geschiedenis
„dezer vereenigingen blijft onveranderd en al-
„toos dezelfde. De Christene werklieden wa-
„ken met schroomvalligen eerbied over het
"behoud der onafhankelijkheid en het valt ge
makkelijk te hegrijpen, ihoe het komt, dat
„zooveel werklieden zich lieten verlokken
„door dit streven naar volstrekte onafhanke
lijkheid, gesteund o'p den wederzijdschen
„eerbied van elkanders denkwijze.
,.Maar altijd hebben wij kunnen vaststellen,
„dat de socialistische werklieden, eenmaal ze
„de meerderheid hadden, zich om de onaf
hankelijkheid niet meer bekommeren, meest
„nog omdat ze daartoe gestuwd wei-den door
„hunne leiders, die als ruwe en geslepene po
litiekers er alle belang bij hadden de werk
lieden te verdeelen. Talrijk zijn de vakver
enigingen die onafhankelijk begonnen zijn,
„en ten huidigen dage vrijwel officieel zijn
„aangesloten bij, ofwel .zichtbaar beheersent
„worden door de socialistische partij. En dit
„getal wordt hoe langer hoe grooter.
'tls wellicht daaraan te danken, dat de
„Christen syndicale leiders tegenwoordig ner-
„gens meer te spreken zijn voor bet stichten
„van onafhankelijke vakvereenigingen.
„Wat ons eerder ontbreekt zijn, en wij moe-
„ten bet durven bekennen, katholieke pa-
„troons-syndicaten. Want wie zou durven bo
„weren dat de onafhankelijkheid niet even
„groot gevaar oplevert voor de patroons als
„voor de werklieden?
„Het zou ons niet de minste moeite kosten
„bier talrijke voorbeelden aan te balen van
„patronale vereenigingen die in schijn onaf
hankelijk zijn, maar feitelijk bestuurd en ge
beid worden door patroons, wier sociale ge
dachten heel en al in strijd zijn met de waar-
„aclitige Katholieke maatschappijleer.
Maar wij herhalen het: er kunnen geen
„twee zedeleeren zijn, een voor de werklieden
„en een voor de bazen. En boe meer de zuiver
„economische patronale organisaties zich ver
menigvuldigen, boe meer de- katholieke pa-
„troons bet evenwicht dienen te herstellen
„door patronale vereenigingen, waar van een
„katholiek standpunt uit, de sociale en eco
nomische vraagstukken grondig bestudeerd
„worden."
Ik vind deze woorden zeer belangrijk, óók
voor uw land,te meer waar deze uit de pen'
gevloeid zijn van den Eerw. Pater Rutten!
Tenslotte enkele woorden over de feesten,
welke 12 Juli a.s. plaats vinden. Iedereen zal
begrijpen dat hier aanleiding is om feest- te
vieren. Men wil echter bijzonder den Eerw.
Pater Rutten huldigen.
Des morgens zal er eene generale H. Com
munie gebonden worden; daarna zal eene
plechtige Dankmis met „Te Deurn" opgedra
gen worden, waar Z.Em. Kardinaal Mercler
aanwezig zal zijn. In de te houden feestver
gaderingen zullen, door verschillende groote
mannen, redevoeringen worden gehouden en
dan ook nog eene kolossale betooging, die
Eindelijkdat is het allervoornaamste.
Eerw. Pater Rutten zal een geschenk aan
geboden worden, waarvoor Z.Eerw. een stich
ting zal maken voor algemeene Christene
sociale opleiding.
Aan dit geschenk zit iets bijzonders vast.
De soda-koning Solvay, liberaal in hart en
nieren, inderdaad wat men noemt: een uit
zuiger der arbeidersklasse, persoonlijk vriend
van zijn mede-millionnair E. VanderVelde,
hoofdman der socialisten, heeft onlangs een
millioen franken aan de socialisten gegeven
om hiervoor eene algemeene te stichten voor
socialistische (sociale) opleiding. Dat zulk
een geschenk, en de aanvaarding nog meer,
een schandvlek voor de socialisten is behoeft
geen betoog.
Welnu de Christene werklieden zullen hun
nen diepbeminden leider in de gelegenheid
stellen om óók zulk een inrichting in te rich
ten, maar dan niet afkomstig van het soort
Solvay-geld.
Gansch katholiek België wil er echter het
zijne toe bijbrengen. H. H. D. D. H. H. Waar
digheden de Kardinaal-Aartsbisschop en Bis
schoppen zijn voorgegaan en rijk en arm vol
gen dit voorbeeld door het inzenden hunner
giften.
Ieder die met het machtig sociaal-lichaam
maar eenigszins in verband staat, bereidt
zich voor om bet feest bij te wonen. Op ver
schillende plaatsen hebben de werklieden
spaarkassen gevormd om de feestelijkheden
te kunnen medemaken. Ieder wil den Witten
Pater gaan huldigen.
Een klein staaltje hoe vol vuur men is.
Juist toen ik te Gent was, kwam de vervaar
digde oompositie binnen van een zoogezegd
staplied pas doublé vervaardigd op ge
legenheidswoorden. Drie heeren waren in
een der bureelen tegenwoordig. Fluks werd
bet ernstig vakvereenigingsiwerk even1 ter
zijde gezet, de muziek ingezien en een der
heeren, die bijzonder muzikaal is, liep op de
maat door het vertrek, de twee anderen be
geleidden hem al neuriënd. Die mannen' wa
ren een priester en twee leeken, die het werk
even lieten rusten, om bij voorbaat te genie
ten in de verheerlijking van hunnen gelief
den leider.
Van uit uw land zullen er verschillende af
vaardigingen komen, een vijftal is reeds be
kend. Indien er lezers zijn, die soms een va-
cantie-uitstapje zouden willen mallten1 om
streeks dien tijd dan zou ik hun aanraden:
trek naar Gent. U zult er iets zien wat in
Holland nooit te zien is of zal te zien zijn.
Want om betoogingen of stoeten in te rich
ten daar ziin de Belgen onnavolgbaar in.
Ch. A. B.
FEUILLETON.
Een verhaal uit de allereerste tijden der
Christenheid.
den, met twee vreemdelingen teruggekeerd
ZEDELIJK VERVAL.
Onlangs zijn verschenen de „Mémoires" van
zekere mevrouw O,Shea, die de loophaan van
don IeTsehen nationalist Parnell gebroken
heeft.
Parnell was de afgod van zijn volk, de hoop
der Ieren, de toekomst van het land. Hij
vocht als een leeuw voor de verdrukte pach
ters, wist het volk in vurige geestdrift te
ontvonken voor de heilige zaak van het zelf
bestuur des vaderlandsVoor het eerst na
eeuwen ging de zon der hoop in Ierland op,
toen Parnell leiding nam en een volk van
zwijgende mokkers omschiep tot een leger-in-
stormloop.
Toch is Parnell onmiddellijk losgelaten,
toen er aan zijn particulier leven een haak
los bleek.
Het Iersche volk verliet hem met rouw in
het hart en een traan in het oog.
Hij had hem zoo lief
Maar toch, het verliet hem, omdat hij on
waardig was geworden een vlag te dragen,
waarop geen smet kleven mocht.
Parnell zelf kromp onder de hittere ver
wijten van zijn volk ineen, voelde zich gesla
gen en verworpen..,. Korten tijd erna stierf
hij.
In Frankrijk woont een partijleider, die het
ergerniswekkende leven leidt van den publie-
ken zondaar.
Parnell mogen wij niet vrijpleiten van schuld,
maar hij was toch heel wat minder verach
telijk dan monsieur Augagneur, die door éen
dame vlak voor de algemeene verkiezingen
van Mei openlijk op een der boulevards van
Parijs in het gezicht geslagen is.
Augagneur deed de vrouw door de politie
En de kiezers?
Zij herkozen Augagneur.
En nu is monsieur Augagneur aoor presi
dent Poincaré benoemd tot minister der Fran-
sche Republiek.
Parnell en Augagneur zet ze naast el
kaar en voel hoever het moreel verval van
Frankrijk gevorderd is.
Toen de bijzonderheden uit het leven van
Caillaux, den echtbreker, hekend werden,
ging er een walging door alle zedelijk-gezon-
de kringen van Europa.
Men had medelijden met de Fransclie natie,
dat ze door een barer ministers zóó werd ge
blameerd.
Na Caillaux verschijnt Augagneur.
Te weerga, zat er al geen modder genoeg op
het kleed van Marianne?.... vraagt de Lim
burger Koerier.
Obzb Hollandsche officieren in Albanië.
Onder den titel „Een misdaad", schrijft
de correspondent van de Telegraaf uit Al
banië het volgende, dat ook in ons „Buiten-
landsch Overzicht" (le Blad) is besproken-
,,Ik' bewonder het flegma van de Holland
sche officieren, hun moed en onversaagd
heid, hun ijzeren wil om tot het uiterste
vol te houden, maar voeg er aan toe, dat
hun werk ten slotte uitloopt op een nutte-
loozen zelfmoord!
Dat den commandant van Durazzo, majoor
Kroon, niet hetzelfde afschuwelijke lot ge
troffen heeft als den genialen overste Thom
son, is een puur toeval geweest. De Malis-
soren weigeren absoluut de hoogte van Raat-
boel te bestormen, ofschoon majoor Kroon
en een paar buitenlanders het voorbeeld ga
ven en ongeveer 300 meter zonder eenige
hulp vooruit marcheerden, van alle kanten
beschoten.
[Welk nut heeft het, zoo vraag ik nog
eens, zijn leven in de waagschaal te leggen,
wanneer het heldhaftigste voorbeeld zonder
de minste uitwerking blijft op lialf-wilde
Malissoren, die niets begrijpen van de ge
heels situatie en evenmin, waarom zij eigen
lijk1 vechten?
't Is mijn plan niet, de Italiaansche in-
trigenten verder te beschuldigen. Maar ie
dereen vraagt zich af, hoe lcomt het, dat
deze heeren van alles op de hoogte zijn?
Hoe weten de opstandelingen dat er een uit
val van de belegerden zal plaats vinden, hoe
komt het, dat de Malissoren in plaats van
's nachts om twee uur, zooals majoor Kroon
wilde, eerst geneigd waren tegen 8 uur des
morgens op pad te gaan?
De vijand zit niet alleen te Rastboel, Ba-
sar, Schiak en Tirana, niet alleen in Kavajo
en ommeland, maar wel degelijk binnen de
muren van Durazzo. Het is een publiek ge
heim, dat de Italianen vijanden zijn van
de tegenwoordige regeering en van orde en
rust die geschapen kon worden door de neu
traliteit van Rome.
'k1 Wil niet terug komen op de affaire
Alliotti en Thomson-Fabius. Maar het moet
mij nog eens van 't hart, uitdrukkelijk in
ons blad te schrijven, dat de intrigante po
litiek' der Italianen méér dan louche is. De
gemeene insinuaties van het Giornale d'Ita-
lia kunnen niet scherp genoeg gebrandmerkt
'worden. Dito de absoluut tendentieuse mel
dingen van den correspondent Dillon („Dai
ly Telegraph Londen"), zoetig vriendje van
den ploert Bssad Pasja, 't Kost me moeite
om parlementair te blijven, moeite om rus
tig zinnen te formuleeren en me niet op te
winden. Want daar geschiedt in dat ellen
dige nést Durazzo, een misdaad aan alle
mensckelijkheid, een misdaad aan onze of
ficieren, een misdaad aan 't gezonde ver
stand, een verkrachting van alle waarheid
en eerlijkheid.
Zoolang deze toestand voortduurt, zoolang
de rebellen geen gevoelige tuchtiging van
Europeesche troepen hebben ondervonden,
de orde hersteld is, de organisatie van de
gendarmerie ondernomen kan worden, is en
blijft het een misdaad .tegenover de Neder
landsche officieren hen in dit dorre graf te
zenden.
Ik ga zelfs verder. Ik zie niet in, waarom
wij, die niet het allerminste belang bij dit
z.g. civilisatie-werk hebben, ons verder dis
ponibel zouden-stellen voor dit gedoe. Wat
kan het ons per saldo schelen of de Alba-
niërs elkander afmaken? Moeten wij voor
Oostenrijk of voor Italië of ter wille van
den Balkan of de andere mogendheden, on
ze beste mannen aan 't vaderland ontne
men om hen hier ellendig te laten omko
men? Kent iemand van u de toestanden in
het binnenland hier? De gewoonten van dit
lieflijke volk, dat een tegenstander uit een
hinderlaag neerpaft en niet alleen hem, maar
ook zijn broeders en zusters, zijn vader,
moeder, en de kinderen, en de verwanten
in tweeden en derden graad er bij. Weet
een uwer, dat deze lieden, althans 70 per
cent, door 't lood uit een geweer verrader
lijk wordt neergeveld, terwijl de andere
30 percent een natuurlijken dood sterft?
Laten we rustig en koel de zaken bekij
ken, zooals ze zijn.
Thomson is gesneuveld. Toeval wil, dat
kapitein Sar en majoor Roelfsema en ma
joor Kroon, Fabius en dr. Reddingius den
doodendans ontsprongen zijn. Een centimeter
meer rechts en er waren andere lijken ge
vallen.
Een vraag! Zijn de Nederlandsche offi
cieren hierheen gekomen om een burger
oorlog te leiden? Als aanvoerder op te tre
den van ongedisciplineerde, half-wilde ben
den? Hun leven elke seconde van den dag
op 't spel te zetten, ter wille van een mach-
teloozen, willoozen koning, terwille van een
staat, uitgebroed in de verwarde hoofden van
een troepje onhandige diplomaten? Van lie
den, die evenveel vei-stand van de Albanee-
sche psyche bezitten, als wij van de bewo
ners van Mars?
Nog eens en nog eens weer! Met welk
doel offeren wij onze knapste en kordaat
ste officieren? Is het onze nationale trots,
die hier een deuk zou krijgen? Belachelijk.
Een wijs man pleegt geen zelfmoord voor
een onbereikbaar of onzinnig doel. Civilisatie
is een prachtig woord. Hebben wij er ooit
aan gedacht de Turksche officieren en amb
tenaren te gaan civiliseeren? Officieren
naar de Boschjesmannen of de Bosch-India
nen aan de Amazone-rivier te zenden, om
ginds een gendarmerie te vormen?
Wil men de taak voorloopig niet opgeven,
acht men zich aan zijn woord gebonden, iaat
men dan in 's hemelsnaam den loop der din
gen afwachten, alvorens opnieuw officieren
hier heen te sturen. Zij, die komen, staan
vreemd tegenover de huidige-toestanden. Zij
loopen eenvoudig in een openstaande val.
Komen er geen nieuwe officieren, dan moe
ten de mogendheden gezamenlijk of Oosten
rijk en Italië afzonderlijk ingrijpen. Dit laat
ste ware het beste.
Is de rust en orde hersteld, dat kan mis
schien een gendarmerie georganiseerd wor
den.
Zoolang dit niet geschied is, blijft het
sturen van nieuwe Nederlandsche officieren
een misdaad!"
Met de laatste zinsneden gaan wij geheel
accoord. Onze officieren die er zijn in Al
banië, moeten „aan hun woord gebonden" er
blijven!
Maar nieuwe uitzenden zou misdaad zijn!
MAGERE RESULTATEN.
Het „Kath. Volk" maakt de rekening op
van betgeen bet eerste regeeringsjaar van
de concentratie heeft gebracht. En komt dan
tot de slotsom dat bet bitter weinig is.
„Inzake de Indische politiek moest het mi
nisterie haar eenvoudig verloochenen. De
christelijke gouverneur van Indië bleef niet
alleen gehandhaafd, maar kreeg bovendien
een pluimpje voor zijn beleid.
Als eerste stap om in de grondwetsherzie
ning ook de onderwijskwestie te begrijpen
wat het ministerie aanvankelijk niet wensch-
te is de onderwijscommissie benoemd.
De minister van Financiën maakte een treu
rig figuur. Het werk van zijn zoo gesmaden
voorganger moest hij ten slotte voor een
groot deel overnemen.
Hij verhoogde de belastingen reeds zeer
aanzienlijk en wil uit indirecte belastingen
nog bijna zooveel halen als de door het vorig
ministerie voorgestelde Tariefwet zou heb
ben opgebracht. En zijne indireete belastin
gen zullen vooral den minderen man drukken.
In plaats van een voorstel tot invoering van
uitgebreid Staatspensioen kwam minister
Treutb met een soort Armenwet, die de eigen
lijke armen uitsluit en de arbeiders met een
aalmoes afscheept.
De onderwijzers, die stellig verhooging van
salaris hadden verwacht het was hun im
mers uitdrukkelijk beloofd werden met een
kluitje in liet riet gestuurd.
Met betrekking tot de wetgeving op de huis
industrie deed minister Treub onrustbarende
verklaringen.
Het ontwerp-Stuwadoorswet van minister
Talma werd door minister Treub overgeno
men, echter niet vóór hij van dat ontwerp
zooals Schaper zeide een „geraamte" had
gemaakt.
En dit „geraamte" is met de trouwe hulp
der sociaal-democraten door de Tweede Ka
mer aangenomen."
Wij hebben er zeer weinig van verwacht,
maar zóór hadden wij het ons toch niet kun
nen voorstellen."
INLANDERS OP DE VLOOT!
De Minister van Koloniën deelt nopens het
voorstel om inlanders op te leiden tot per
soneel voor de vloot, mee, dat bet vorig jaar
door den commandant van het Nederlandsch
eskader in Oost-Indië, in opdracht van den
commandant der zeemacht, een onderzoek Is
ingesteld naar den stand van de opleiding
aan boord van de „Koetei", waarbij een over
het algemeen zeer gunstige indruk werd ver
kregen, die voldoende zekerheid heeft ver
schaft dat de inlandsche schepelingen door
een geregelde en stelselmatige opleiding tot
bruikbare oorlogsmatrozen zijn te vormen eir
dat de meest ontwikkelden onder hen óók zoo
ver zijn te brengen, dat zij de betrekking van
seiner, van kanonnier en torpedist naar be«
hcoren zullen kunnen vervullen.
9-)
Be Senoniër had, meer de heerschende ge
woonte, dan zijn eigen neiging volgende, een
soort van huiskapel ingericht, waarin dié
standbeelden van de afgoden, die in den to-
.meinschen staats-godsdienst vereerd werden,
Waren geplaatst. Hij gaf echter bij het be
richt van de komst van Sabinianus last oin
alles wat aan den heidenschen godsdienst,
oio hem ook dagelijks meer tegenzin inboe-
wegide, kon herinneren, te verwijderen.
tr-f•ïvas *ef?en «inde der maand April,
pfiowrinua deed in den namiddag eerie wan
gling m de dichte eikenlaan, welke ziine
Woning omgaf. Zijn oog zweefde droomend
^v«r de anders zoo hartelijk verwelkomde
'#er«t« boden der lente, het viooltje en de pri.
jauiaverus, en over de grasvelden die met'
■tversch groen prijkten. Men kon aan de snelle
Schreden, waarmede hij uren lang de laan
Op en neer ging zonder een enkele maal van
houding te veranderen, duidelijk bespeuren
lit zijn geest door ernstiger gedachten bezig
r«rd gehouden. Hij werd daaraan ontrukt
?°°r ae komst van een slaaf die hem meldde,
'at de bode, door hem naar Derrières gezon-
Eindelijk zijn zij gekomen! riep Victorl-
nus verheugd en ging met snelle schreden
naar zijn woning.
Hij werd op bet gezicht van Sabinianus en
zijn medegezel blijkbaar verrast. Zulke man
nen, met zooveel majesteit, bij zooveel een
voud en nederigheid, had hij nog nooit ont
moet. De ernst en de waardigheid van hun
gansche houding en voorkomen eischten eer»
bied en liefde tevens.
Weest welkom aan mijn haard, riep Vio-
torinus hun toe, en ontvang mijn dank, dat gij
mijne woning niet voorbijgegaan ziit, waar
in ïeeds zoo lang naar uwe Ihemelsche zege
ningen verlangd is.
Den vermoeide gasten werd nu op hevel
van den gastheer spoedig e6n vorstelijk maal
bereid. Victorious wilde een begin maken
met de gebruikelijke plengoffers, toen Sabi
nianus liem vriendelijk met de hand wenkte
dat hij dit liever niet zou zien. De Galliër
verontschuldigde zich met de zeden en ge
bruiken zijner vaderen.
Zeg liever der Romeinen, zeide Sabi
nianus, want deze hebben het gebruik, om
eenige droppelen wijn, als. een offergift aan
de goden op tafel te sprenkelen, in Gallië
gebracht. Hecht gij nog geloof aan den goden
dienst van het heidendom? vroeg Sabinianus
ernstig.
Ik moet bekennen dat dit geloof, zoo het
ooit dien naam. verdiende, in mij wankelt.
Wilt gij mij dan wel toestaan ditmaal
volgens de gewoonte der Christenen te be
ginnen. vroeg Sabinianus. Toen Victorieus
een toestemmend antwoord gegeven bad,
'maakte Sabinianus het kruisteeken over de
spijzen en hood ze daarop zijn gastheer aan.
In weerwil dat de twee zendelingen een
Krooten weghadden afgelegd, gebruikten zij
slechts weinig voedsel, terwijl zij den wijn
nauwelijks aan hunne lippen brachten. Hun
ne bescheidenheid en eenvoud, alsmede de
wijsheid en ernst hunner woorden maakten
blijkbaar een grooten indruk op het gemoed
van den Galliër. Hij had niet verwacht dat
hunne tegenwoordigheid zoo betooverend en
onweerstaanbaar op hem zou werken, in weer
wil dat hij zich niet weinig had voorgesteld
van deze zendelingen van den nieuwen gods
dienst.
Hij liet niet na hunne gedragingen in het
geheim gade te doen slaan om te zien of zij
werkelijk waren zooais zij zich voordeden,
docb de berichten die hij daaromtrent van
zijn slaven ontving, vervulden hem schier
met schrik over hun_ gestrenge levenswijze.
Sabinianus en Potentianus brachten een ge
deelte van den nacht op de knieën, in een vu
rig gebed door, sliepen op een eenvoudig ta
pijt op den vloer buner kamers en lieten hun
lichaam vaak harde kastijdingen ondergaan.
Hoe was daarmede het opgeruimde voorko
men, de vroolijke stemming, de onweerstaan
bare kalmte, welke zij bij al bun woorden
en daden deden blijken in overeenstemming
te brengen.
Hr gingen eenige dagen voofb iionder ge
meenschappelijke wandelingen, welke Sabini
anus en zijn gezel in de omstreken van Se-
nones deden, om bet veld van hun toekom
stige n arbeid nader te leer en kennen. Toen
Victorious het voorstel deed om een bezoek
bij Leodoricli af te leggen, sloeg Sabinianus
jdit tot zijne groote verwondering af, en de
i Galliër sprak er toen niet verder van in de
J meening zijnde dat de zendeling vroeger met
Leodoricli andere afspraken had gemaakt.
Sabinianus wilde, alvorens hij te Senoneo
optrad, eerst de bekeering van Vietorinus
voltooien en zijne liefde en voorkomendheid
met hemelsche gunsten beloonen.
Na een persoonlijke omgang van een paar
weken met den bisschop en zijn medearbei
der, gevoelde Vietorinus zich zoo geheel door
drongen van de waarheid der hem verkondig
de openbaring en hare heilige voorschriften,
dat hij verzocht het heilig Doopsel te mogen
ontvangen. Sabinianus gaf hem echter te ken
nen dat hij nog eenige weken geduld moest
oefenen, vermits hij ook de slaven en allen,
die zijn-huis bewoonden, tegelijk in het Chris
tendom hoopte op te nemen.
De voorname Galliër onderwierp zich aan
den wil van Sabinianus en bracht dien tijd
door in stille afgetrokkenheid en in gebed,
vasten en andere goede werken.
Op den vooravond van den plechtigen dag
had de laatste vermaning paats, opdat allen
zich zeiven nogmaals zonden beproeven, alvo
rens den gewichtigen stap te doen.
Vietorinus wierp zich in het kleine bid
vertrek dat hij voor zijne gasten had doen
inrichten, voor den bisschop op de knieën ne
der en ontving diep getroffen tot afscheid
diens zegen. Toen hij opstond vloeiden er
tranen van geluk over ziin wangen.
Ik zal dus eindelijk morgen door u in de
Kerk opgenomen worden?
Ja, mijn zoon, antwoordde da bisschop
en morgen zult gij tot een nieuw leven her
boren worden. Uwe vrienden en al de uwen
zullen getuigen zijn van uw geluk! Laat Se
rotinus en Eeobald verzoeken om hii de plech
tigheid tegenwoordig te zijn; zij wankelen
nog. Wanneer zij uw geluk zien, zal hun be
sluit minder moeilijk vallen. Vergeet ook niet
er voor te zorgen dat Leodoricli en zijne ge
malin, over wie gij mij zoo vaak sprak, hier
komen. Op hunne onbedorven zielen zullen
onze heilige plechtigheden niet zonder in
druk blijven.
Spoedig waren aan Leodonch, Serotinus
en Eobald boden uitgezonden. Nog voor dat
dat het avond geworden was, kwamen- echter
Leodorich en Gennorix Teeds ten huize van
Vietorinus aan. Zij verlangden dringend
hem te sreken. De prefect gaf zijn vriend on
dubbelzinnig te kennen, dat hü in de aange
legenheden van den nieuwen godsdienst met
te 'groote overijling te werk ging en er niet
aan scheen te denken, dat hieruit bedenke
lijke gevolgen zouden kunnen ontstaan. Vlo-,
torinus gevoelde zich over deze waarschuwing
smartelijk getroffen, doch bleef bedaard, en
verklaarde den prefect dat hij de nieuwe leer
onderzocht en hare zedeleer in praktijk ge
bracht had; hij was overtuigd dat die leer uil
God voortsproot.
Maar ik bid u, Vietorinus, hernam Leo
dorich, terwij hij de hand zijns vriends vatte»
stel ten minste uwen doop uit, laat dien mor
gen nog niets plaats hebben.
Die woorden waren voor Vietorinus des te
pijnlijker, omdat hij wist hóe welgemeend de
raadgeving van den prefect was, die hem als
een waar vriend lief had. Hij trachtte te ver
geefs een oorzaak voor het onverklaarbare
gedrag van Leodorich or te sporen, en kou
deze des te minder vinden, omdat hij zich'
NIEUWE HflflRLEMSCHE COURANT ™5E°*L °h*p
duizenden en duizenden mensehen zal omvat
ten. In deze stoet zullen zeventien verse/hil-
lende fanfare- en 'harm on i eg'ezel schappen zich
doen booren.
Ju een auto zetten dn wegbrengenl uit-
De vrouw echter liet zich niet zoo gremale
kdijk uit het veld slaan, maar reisde naar
een groote kiezersvergadering te Marseille:,
waar Augagneur in herstemming was. Ze
liet den candidaat spreken, sprong toen op
het tooneel en riep: „Kiest dien kerel niet,
want hij is een schurk". En toen gaf ze een
kijk op 's mans particulier leven, dat wij maar
niet verder zullen vertellen.
was.