TWEEDE BLAD BINNEN Ta ND. Het Vischgebruik in Nederland Overwinningen van het Christendom. DOHHESDAG 25 JiiHO f914 Toch is 't mis 1 De Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht heeft onlangs te 's-Gravenhage een openluchtmeeting gehouden. Daar heeft gesproken mevr. W. van Itallie van Embden, die o. m. zeide: „De vrouwen in Holland vragen het kies recht nog heel netjes, en zelfs de ongedul- digsten onder haar zullen nog wel een 25 jaar geduld oefenen, als 't moet. Loopt het dan mis.de schuld zal aan beide zijden liggen." jp °deze woorden maakte het Hgzn. terecht een aanmerking en schreef: „Alleen meene zij niet, dat onze volks aard toegankelijk of toegevend is voor de eenerzijds dwaze, anderzijds krankzinnige fratsen, die de Engelsche kiesrechtfuries vertoonen. „Indien iets de zaak van het vrouwenkies recht grondig kan bederven, dan zijn het juist de tooneelen, die over het Kanaal wor den opgevoerd en waarmee mevrouw van Itallie ons schrik poogt aan te jagen. Ten aanzien van het vrouwenkiesrecht verkeeren wij in het stadium, dat, ondanks meetings en petionnement, sympathie in breede kringen nog gewekt en gewonnen moet worden. „De verworven sympathie door een niet eens verkapt dreigement op het spel zetten, getuigt van kortzichtigheid." Mevr. van Itallie komt tegen deze conclusie in een Ingezonden Stuk in het Hgzn. op en ver klaart daarin, dat zij „militant optreden in ons land een ramp zou vinden voor de vrouwenbe weging in de eerste plaats." Daarvan nemen we gaarne acte. Maar toch was het mis, wat zij daar op die meeting zeide. Want zij zinspeelde in allen gevalle toch op de mogelijkheid van zulk een schandelijk optre den als van de Engelsche kiesrechtfuries en mevrouw houde het ons ten goede ook dat achten we niet alleen erg ontactisch, maar zelfs geheel en al verkeerd. We weten niet hoe het hier te lande over 25 jaar gesteld zal zijn wat de zaak van het vrou wenkiesrecht betreft, maar hoe het dan ook zal zijn, het mag dan toch nooit mis loopen, bedoeld in dien zin, dat de dames dan z.g. „militant" zouden worden. Dat is absoluut uit den booze en behoort niet tot de middelen, die ooit aangewend zouden mogen worden. En in zooverre was dus zelfs 't duiden op die mogelijkheid in de toekomst niet in den haak. Verschenen is het eerste gedeelte van het rap port omtrent de bevordering van het vischge bruik in Nederland. In de inleiding zegt de heer Bottemanne, hoofdinspecteur der visscherijen, o.m. het vol gende Het is een oude en vaak geuite klacht, dat er in ons land aan versche visch „geen aankomen" is. Dat zij inderdaad niet ongegrond is, blijkt uit de thans ter beschikking staande statistie ken: niet minder dan drie vierden van het pro duct onzer visscherijen gaat naar het buiten land, en wat er voor het verbruik in het vader land beschikbaar blijft, is dus betrekkelijk wei nig. Van het oogenblik dat de visscherijinspectie werd ingesteld, heeft zij om verschillende rede nen aan dien ongewenschten toestand haar volle aandacht geschonken: zij heeft een onderzoek ingesteld naar de beteekenis, welke de gemeente lijke vischmarkten en vischafslagen in ons land hebben voor de distributie der visch, en tevens een studie gemaakt van de middelen, waardoor het vischverbruik bevorderd zou kunnen worden, den. De resultaten daarvan worden neergelegd m een rapport, waarvan hierbij het eerste gedeel te verschijnt. Dit gedeelte bevat in het eerste hoofdstuk een uiteenzetting van de belangen, welke bij een uitbreiding van het vischverbruik hier te lande betrokken zijn; in het tweede hoofdstuk wordt de hygiënische zijde van het vraagstuk besproken en gewezen op de rol, welke visch als volksvoedsel kan vervullen; terwijl in het derde hoofdstuk een overzicht wordt gege ven van de maatregelen, welke in Duitschland zijn genomen, om het vischverbruik daar te lan de te bevorderen. De beide volgende hoofdstukken zullen in de eerste plaats de gemeentelijke vischafslagen en markten behandelen, welke hier te lande reeds bestaan; verder zullen zij de beschouwingen be vatten, waartoe de voorgaande hoofdstukken aanleiding geven, en ten slotte de conclusies, welke daaruit ten aanzien van de bevordering van het vischverbruik hier te lande getrokken moeten worden. Zij zullen echter slechts geleidelijk kunnen volgen, daar het gewenscht bleek, de van ver schillende gemeentebesturen ontvangen gege vens nog aan te vullen, met nadere bijzonder heden betreffende de vischmarkten en afslagen. Hiervoor was evenwel een onderzoek ter plaat se noodig, dat zeer tijdroovend bleek te zijn en nog niet voor alle plaatsen is afgeloopen. Naar gelang een gedeelte van voldoenden omvang gereed is, zal het telkens verschijnen. Het eerste gedeelte van hoofdstuk IV, welk hoofdstuk o.a. een meer uitvoerige studie zal be vatten over het vischmarktwezen en den visch- handel in eenige groote steden, kan al spoedig tegemoet gezien worden. Over de maatregelen ter bevordering van het vischgebruik in het buitenland zegt het rapport o.a.: Ten aanzien nu van de middelen, om het vischgebruik in het eigen land uit te breiden, is de ervaring, in Engeland en Duitschland opge daan, zeer leerzaam. Deze beide landen toch, en vooral Duitschland, zijn ons voor geweest met de propoganda voor het vischgebruik, en in het bijzonder in Duitschland is gebleken, dat met behulp van goed gekozen en deugdelijk toege paste middelen voor de uitbreiding van den af zet in het binnenland veel bereikt kan worden. Daarbij is gebleken, dat de propaganda voor het vischgebruik alleen practisch gevolg kan heb ben, indien men die laat samengaan met maat regelen door vele gemeenten daar toegepast waardoor het publiek in staat gesteld wordt visch tegen billijke prijzen te koopen; door pro paganda in woord en geschrift alleen wordt het beoogde doel in den regel niet of slechts zeer langzam bereikt. Ook met het oog hierop zijn de gemeentelijke bemoeiingen met den vischverkoop in Duitschland van groote practische beteekenis geweest, al waren zij ook niet overal even goed georganiseerd en al bleef daardoor het succes somwijlen uit. Deze maatregelen, de verschillende vormen, waarin van gemeentewege werd ingegrepen en de ondervinding daarmede opgedaan, zullen in een afzonderlijk hoofdstuk worden besproken. Het ligt voor de hand, dat door overeenkom stige middelen ook hier te lande het beoogde doel bereikt kan worden. Te gemakkelijker zal dit zijn wijl in vele plaatsen van ons land van ouds ge meentelijke vischafslagen hebben bestaan. Eens deels kunnen deze afslagen den grondslag vor men voor de gemeentelijke bemoeiingen tot be vordering van het vischgebruik, en dienstig ge maakt worden aan een ruimer en algemeen ge bruik van de versche visch in ons land; ander deels kunnen zij groot nut stichten, doordat zij de gelegenheid bieden, om een deel van den surplus-aanvoer, d.w.z. van hetgeen boven de, als normaal gekenschetste, hoeveelheid wordt aange bracht, vooral in de kleinere plaatsen, van de hand te zetten, zoodat bij groote aanvoeren de prijzen minder gedrukt zullen worden. Professor Hamburger te Groningen zet uiteen het belang van visch als volksvoedsel uit hy giënisch oogpunt. Hij besluit zijn uitvoerig be took aldus: Alles samengenomen, kan gezegd worden, dat blijkens tot heden beschikbare gegevens van scheikundige en physiologischen aard de visch een volksvoedsel van den eersten rang is en niet alleen geschikt is om vleesch te vervangen, doch daarmee zelfs op één lijn kan worden gesteld, met dit voorbehoud alleen, dat men het grootste nuttige effect bereikt door de visch niet als het eenige dierlijke voedsel te gebruiken, doch het aan te vullen met andere voedingsmiddelen van dierlijken aard, zooals melk, kaas enz. De gevaren, aan het gebruik van visch ver bonden, zijn gering en zeker niet grooter dan die waaraan men bloot staat bii het eten van vleesch van 'warmbloedige dieren ên kunnen, vooral in ons land, practisch als van geen beteekenis wor den beschouwd. De Nederlander doet, door visch te eten, de traditie zijner voorvaderen herleven. Immers, Plinius vertelde reeds van de oude Friezen, dat veeteelt en melk hun onbekend waren en dat zij behalve haver alleen de visch aten, welke zij, gedurende den tijd dat de zee tijdens de ebbe van de wadden terugliep, met rieten netten vingen. Over de verhouding tusschen visch- en vleeschspijzen wordt o. a. gezegd Stel een huisvrouw is gewoon voor haar gezin per dag een pond mager rundvleesch van f 1.20 per K.G. te koopen en wil dit vervangen door kleine schol in zulk een hoeveelheid en met bij voeging van zulk een hoeveelheid gesmolten rundvet, dat zij dezelfde voedingswaarde ver krijgt. Zij zal dan 1 cent moeten uitgeven voor vet en bovendien 199/71 pond 2 pond en 4 ons kleine schol moeten koopen. Voor die schol zou zij bij een detailprijs van 20 pCt. boven den engros-prijs (gemiddeld 13 cent per K.G.), dus ongeveer 18 cent moeten betalen. In het geheel moet zij dus 19 cent uitgeven, terwijl zij voor 1 pond mager rundvleesch f 1.20 een bedrag van 60 cent zou moeten betalen, zoodat zij dien middag 41 ct. op haar maaltijd bespaart. Ge bruikte zij de schol in plaats van rundvleesch van f 0.90 per K.G. of van paardevleesch van f 0.70, dan zou het voordeel natuurlijk geringer zijn, nl. respectievelijk 26 cent en 15 cent. Toch blijkt ook in dat geval het gebruik der kleine schol een belangrijke besparing te geven. Het behoeft wel nauwelijks betoog, dat de visch ook voor het leger, groote gestichten, enz., niet alleen een aangename, gezonde en voor- deelige afwisseling in de voeding zou brengen, maar dat dit ook mogelijk is zonder verhooging van kosten, ja, zelfs met besparing op de kosten kan gepaard gaan. Tegenwoordig wordt in het leger vrij algemeen Argentijnsch vleesch verstrekt en wel gewoonlijk 2y2 ons per man en per dag, waarvan gemid deld een half ons been, dus twee ons zuiver vleesch. De prijs, waarvoor de levering van dit vleesch aan het Haagsche garnizoen bij de laat ste inschrijving is gegund, bedraagt f 0.57(2 per K.G. vleesch met been, (dus bijna f 0.72 per K.G. zuiver vleesch), zoodat dé kosten voor de verstrekking van dit'vleesch ongeveer 14y2 cent per man en per dag bedragen. Een gelijk waardige hoeveelheid schol zou echter, tegen een gemiddelden prijs van 20 pCt. boven den gemid delden engrosprijs berekend, slechts 8 cent, dus 6% cent minder, per dag en per man behoeven te kosten. Intusschen zij er nadrukkelijk de aandacht op gevestigd, dat de gemiddelde engros-prijzen voor de verschillende vischsoorten over het ge- heele jaar gerekend zijn, en dus sterk gedrukt worden door de groote aanvoeren met lage prij zen gedurende betrekkelijk korte perioden. Dien tengevolge zullen de prijzen zich gedurende een grooter deel van het jaar boven, dan beneden dit jaarlijksch gemiddelde bewegen. Een zuiverder grondslag voor een vergelijking biedt daarom de prijs van f 0.28 per K.G., waarvoor een handelaar te IJmuiden op zich heeft genomen, het regiment der grenadiers en jagers in de residentie geregeld van geheel schoongemaakte kabeljauw te voorzien. Een por tie van 3 y2 ons van deze kabeljauw, welke als ruimschoots voldoende kan worden beschouwod, om de vleeschportie van 2% ons vleesch met been te vervangen, kost nog geen 10 cent of ruim 4% cent minder dan de poitie vleesch, welke verstrekt wordt. Een uitvoerig overzicht van de gemeentelijke vischmarkten in Duitschland besluit het eerste deel van het rapport. GEMEENTELIJKE CEEDIETBANK. De directeur der, Vereeniging van Neder- landsche Gemeenten, is uitgenoodigd, een provincie Friesland. De volgende gemeenten hebben tot heden deelgenomen in het maatschappelijk kapitaal: Leiden, Amersfoort, Groningen, Deventer, Vlaardingen, Hengelo (O.), Sliedrecht, Har- lingen, Breda, Leeuwarden, Gouda, Assen, Bussum, Veendam, Hoogezand, Harderwijk, Haarlem, Gorkiim. Van onderscheidene gemeenten, die de zaak ln beraad hebben, wordt nog antwoord ver wacht. Bij de gemeenteraden van Zutphen, Hil versum, Katwijk', en Ooststellingswerf, zijn voorstellen tot toetreding van B. en W. aan hangig. F,EN VETERANEN-FEEST. Zaterdag a.s. zullen, naar de N. R. Ct. verneemt, zich in het hotel de ,Witte Brug bij Den Haag elf oud-officieren vereenigen aan een feestdisch, ter herdenking van den dag, waarop zij een halve eeuw geleden tot 2de luitenant werden benoemd. Van" de 73 kadetten, die op 27 Juni 1864 den officiersrang verwierven, zijn er nu nog 21 in leven, van wie een in Indiè "vertoeft. Van de twintig anderen zijn eenigen door ziekte of de gebreken van den ouden dag verhinderd, met de oud-academiekameraden aan te zitten. De elf veteranen, die Zaterdag feestelijk bijeen hopen te zijn, zijn de luitenants-ge neraals Wuppermann, Van Moock, Staal (van het Ö.-I. leger), Campbell en Engelhard; de generaal-majoors jhr. van de Poll en Wierts de kolonel Hinlopen; de luitenant-kolonel Mossel; de kapitein Van Harpen Kuyper en le luitenant Telders, van wie de laatstge noemden reeds na korten tijd de gelederen verlieten; de meeste anderen hebben dan 40 jaar de officiersuniform gedragen. EEN NATIONALE NEDERLANDSCHE TENTOONSTELLING Wij meldden dezer dagen, dat de heer A. Kel- lenaers in de Voorhoede het voorstel deed om de v(jf jaar te Utrecht een nationale Neder- landsche tentoonstelling te houden. Dit is niet geheel juist. De bedoeling van den heer A. K. is zulk een tentoonstelling in 1909 te houden, dus over vijf jaar. Het iedere vijf jaar te doen, zal wel te be zwaarlijk zijn en onze krachten te boven gaan. HET EXAMEN VOOR CANDIDAAT GE MEENTE-SECRETARIS. In administratieve kringen is men niet te spreken over den uitslag van het jongste examen voor candidaat gem.-secretaris, zegt de 's Hert- Crfc. Het tijdschrift voor administratief recht noemt het resultaat allerbcdroevenst. De redactie van het Weekblad van den Bond van gem.-ambtenaren uit haar misnoegen als volgt: Aan het schriftelijk gedeelte van het examen voor candidaat gemeente-secreta ris is dit jaar op 25 en 26 Mei deelgenomen door 243 candidaten. Het schriftelijk werk is door 10 sub-commissies elk van drie le den nagezien op 2730 Mei. Van de 243 candidaten zijn er slechts 77 voor het schriftelijk gedeelte van het exa men geslaagd. Wat een treurig laag percen tage. Zouden deze uitkomsten ook zoo be droevend geweest zijn, indien zicli niet aan examen hadden kunnen onderwerpen zij, die geen voldoend voorbereidend schoolonder wijs genoten hebben? Indien zich niet op de gemeente administratie geworpen hadden ve len, die beter gedaan hadden oen vak te kiezen, waarvoor wetenschappelijke studie niet noodzakelijk is? Indien de candidaten op 17, of 18-jarigen leeftijd met de vakstu die begonnen waren, nadat zij van hun 12e tot hun 17e jaar een hoogere burgerschool, gymnasium of een inrichting tot vooi'tgezet onderwijs bezocht hadden, of wel, als zij daartoe niet in de gelegenheid waren, den vrijen tijd, welke hun gedurende deze vijf jaar overgebleven is, besteed hadden tot liet verzamelen van nuttige wetenscliappe- ke kennis? o Een goede wekker. In 't Meer bij Hee renveen werden in de iaatsto dagen tal van bewoners 's morgens vroeg gewekt door het tikken op de ruiten. Men ging op onderzoek uit en de vroege porder bleek een ek ster te zijn, dio met zijn snavel tegen de ruiten tikte. Gestikt. Gisteren is op het Rijnschip „Anna" liggende in de Maashaven te Rot terdam, in het voorlogies brand ontstaan, vermoedelijk doordat iemand zich met een brandende sig-aar te siapen had gelegd. De schippersknecht, een Duitscher, is door den rook gestikt. Een gevaarlijk© schutter. Een 19-jarig jOTigmensch, '0.-1. militair met verlof, te Lei den, ging in een tuin op vogels schieten. Hij loste uit een dubbelloops jachtgeweer een schot hagel en trof twee jongens, die toevallig over een schutting keken. Een der jongens werd ernstig in het gelaat en li chaam gewond en in het academisch zieken huis opgenomen. De andere jongen is ook vrij ernstig in het gelaat gewond. Korte „vreugde". Dinsdagmorgen 8 uur kwam ten huize van mej. H. aan den Oost zeedijk te Rotterdam een dienstmeisje in dienst, dat te half 9 reeds weder verdwenen was, doch met medeneming, ten nadeele van mej. W., aldaar op kamex-s -wonende, van een gouden horloge, gouden broche en oor knoppen eix een medaljon. Zij had een val- schen naam opgegeven op den koop toe. Van een verdwenen Oranjeboom en een draaimolen. De raad der gemeente Sclxeemda (Gr.) vergaderde Vrijdagavond. Na de behan deling van de punten der agenda interpelleerde de heer Haan (a.-r.) B. en W. over den Oran jeboom, die van liet schoolplein verdween. Waar is die gebleven? Is hij verhuisd naar den tuin van één der wethouders? Spr. weet het niet, maar is het zoo, dan dankt hij dezen wethouder ervoor, dat die dezen gedachtenis boom heeft willen behouden „Het is nu twee jaren geleden, M. de V.", zegt spr. volgens het verslag in het Hbld., „dat u de Koningin dank bracht voor uw benoe ming tot burgemeester hier. Geheel daarmede in strijd is deze schandaad. Het getuigt niet van piëteit dezen boom te laten wegnemen. En waarom moest hij weg? Die boom, geplaatst ter herinnering aan de troonbestijging van H. M. de Koningin, moest weg, om op het school- pleintje een draaimolen te kunnen plaatsen. Had u daar het recht toe, M. de V.? Spr. be twijfelt dat. Spr. sluit zieb aan bij het adres van den Kerkeraad der Ned. Herv. gem. om op Zon- en feestdagen geen permissie te ver leen voor een draaimolen. Spr. wijst ook op den overlast voor de aanwonende ingezetenen en hoopt, dat de burgemeester op Zon- en feest dagen geen vergunning meer zal geven voor een draaimolen tot ergernis der menschen die de kerk eeren. De heer Hamster (a.-r.) kan zich volkomen vereenigen met hetgeen de heer Haan zei. Velen grieft liet, dat de Zondag zoo ontheiligd wordt. Spr. is voor afschaffing van dergelij ke kermissen. De voorzitter, de heer mr. E. Wijk, burge meester antwoordde, dat de notulen der raads vergaderingen zijn nagelezen, vóór de boom wei'd gerooid. Niets vermelden de notulen om trent het plaatsen van den boom. Spr. zou de laatste zijn, een boom, ter eere van H. M. do Koningin geplaatst, op te ruimen. Daarvan bleek echter totaal niets. Een slechte, lam lendige kastanjeboom, zonder eenigen groei is opgeruimd. Het was geen prachtige boom. De vroeger bij gelegenheid der kroningsfesten geplante boom is door een andere reeds lang te voren vervangen en deze tweede al lang weer door een derden. B. en W. meenen niets anders gedaan te hebben dan voor de belangen der gemeente op te komen. Door den draaimolen vloeit on geveer 100 in de gemeentekas. Spr. merkt nog op, dat de wethouder Van Cingel den boom kocht en in zijn tuin plantte. Spr. wenseht als burgemeester een volmaakx onpartijdige positie tegenover alle gemeentena- ren in te nemen. Er zijn burgers, die den Zondag, als den dag des Heeren beschouwen en besteden, doch er zijn er ook, die na de zes werkdagen den rust dag bestemmen voor genoegens Als hoofd der gemeente geeft spr., getrouw aan de oude ge woonte, gelegenheid een draaimolen hier twee a drie dagen te plaatsen. Alles is daarbij steeds ordelijk toeeggaan. Om half twaalf des avonds was alles rustig. Korf- en voetballen gebeuren ook op Zondag. Voor hen, die zes dagen wer ken, is er geen andere dag voor ontspanning. Spr. kan, als boven de partijen staande, niet maar alles op Zondag verbieden. Spr. wil voor allen gelijk zijn. Bij geen enkel feestje zijn wanordelijkheden voox'gekomen hier, anders zou spr. zeker heb ben ingegrepen. Het spijt spr., dat de draaimo len op de beide Daasclidagen bij velen ergernis heeft gewekt. De Zondag is de beste dag voor zoo iets. Misschien kan de permissie iets wor den ingekort, maar dwingen, om anderen ter wille te zijn, dat gaat niet. De heer Haan acht het een fout, dat niets omtrent den boom in de notulen staat. B. en W. hebben geen recht op dezen boom, al was het niet de oorspronkelijke. Spr. zegt, dat niet alleen de Gereformeer den, maaT ook de vrijzinig-hervormden te Scheemda-Eexta aandrongen op het niet we der openen van een draaimoen op de Paasch- dagen. De voorzitter meent, dat de hoofdzaak is niet zoo dikwijls een draaimolen te hebben De heer Toxopeus (vrijz.) zegt, dat vroeger alleen een draaimolen kwam bij een harddrave rij of zoo iets. Nu komt die vaker, om de haver klap zelfs. Om den Zondag is men er tegen. De voorz. herhaalt, dat de gewoonte bestond, toen spr. burgemeester werd. De heer Homo ten Have (vrijz.-dem.) sluit zich geheel aan bij de woorden van den voor zitter en constateert, dat de aanval van den heer Haan totaal is mislukt. De heer Haan: „Dat dacht ik wel: twee vrienden steunen elkaar." Daarmee liep de interpellatie af. -Een slechte moeder. De politie te Delft FEUILLETON. Een verhaal uit de allereerste tijden der Christenheid. 10.) De woorden das bisschops, doch nog meer het treffende tooueel dat de gebieder en zijne sla- Ven zicib naast elkander ootmoedig voor den 'Priester onderwierpen, om aan dezelfde ge heime genade deelachtig te worden, maakte pp Leodorich en zijne gemalin, alsmede op Êobald en Serotinus zoodanigen indruk, dat Alle vooringenomenheid tegen de nieuwe leer uit hunne harten verdween. Na de plechtigheid keerden de vrienden van [Victorious naar Sennones terug, zonder ver- ,der aan de huiselijke feestviering deel te ne- inen; want in hun gemoed was een ontroering ontstaan die hen geheel vermeesterde. Dooh reeds des avonds kwamen Eobald en Seroti- ®Ufl terug en verlangd'en Sabinianus te spre ken. Onder het storten van tranen wierpen zioh voor zijne voeten en verlangden Ohris- men te worden. a Van dat oogenblik af werden zij dagelijks floor den bisschop onderwezen. Voor den doop paren zij spoedig voorbereid, doch Sabinianus ging verder, toen hij hun ijver leerde kennen «n hen dagelijks in godsvrucht zag toenemen. HU erkende waardige medehelpers in hen en I wijdde hen op verlangen tot diaken. j avond beleed hij eindeijk den bisschop zijne Sabinianus dankte God voor al bet geluk genegenheid voor de heidensche priesteres dat hem ten deel viel, voor de eerste bloesems 'Excelsa; slechts de vrees dat de bisschop die die op zijne zending ontloken, voor de vreug- neiging zou afkeuren, bad hem van de be de welke zijn priesterhart dagelijks smaakte.kentenis teruggebonden dat bij hoopte haai' Hij wilde nu ook niet langer op de villa blij- eenmaal als zijn echtgenoote aan zijne zijde ven, maar zijne woonplaats naar Sennones te hebben. overbrengen, 0m in deze 0ude stad bet Evan gelie te gaan verkondigen en den eenig waren God een tempel te stichten, ter plaatse waar Maar waarom zou ik dit verlangen in u afkeuren, mijn zoon. sprak Sabinianus op liefdevollen toon, gij zult geen vrouw willen tot dusverre de afgoden, door menschenhan- dan die met u voor den waren God n©der den gemaakt, werden aangebeden. knielt en die uwer waardig is. Bidt voor de Mocht bij niet de beste hoop op een goed ge-bekeering van bet meisje, en wanneer uwe volg koesteren! Nog vóór een voet in de stad vereeniging tot uw en haar heil kan dienen, te hebben gezet, bad hij reeds enkelen harer zal uw gebed niet vruchteloos blijven, en de aanzienlijkste bewoners tot de leer van Ghi'is- Heer zal u vereen;gen. tus bekeerd. Hun geloof zou voor zijne zaak getuigen, hun voorbeeld zijn woord onder-; steunen Het was tegen het einde van den! zomer dat Sabinianus zijn besluit aan Vieto- EEN DUBBELE WIJDING, rinus bekend maakte. Deze bezat een huis in de voorstad Virus, in de nabijheid van Vesta's Nauwelijks brak de volgende dag aan, of tempel, die hij den bisschop tot verblijf aan- Sabinianus en zijne metgezellen verlieten de bood, zoo ihaj er niet tegen opzag om in da villa, om hpn intrek in de stad Senones te nabuurschap der afgoden te won en'nemen. Nadat zij de brug over de Icauna De bisschop glimlachte. Daar is juist mijne .waren overgegaan, stonden zij voor de poor- plaats, sprak bij. De stoel van Petrus staat (fen der stad. In plaats eeliter van haar on- midden onder de afgodsbeelden der Romei- middellijk binnen te treden, gaf Sabinianus nen. j zijne volgelingen den wensch te kennen om Victorinus gaf onmiddellijk bevel dat de .met hen rondom de stad te trekken, zooals woning in de stad behoorlijk zou worden in-eens de: kinderen van Israels te Jericho had- gericht, en besloot insgelijks de. villa te var- j den gedaan. „Niet," voegde bij er glimlachend laten, want bij wilde zich niet meer van zijn bij, om de door de Romeinen gebouwde mn- vaderlijken vriend scheiden. Het seheen dat jren te doen vallen, maar om door onze ge- een zonderlinge onrust en verlegenheid ben j beden de kluisters te doen breken waarin bemachtigde, die meer en meer in tegenwoor- hartstocht en onwetendheid zoovele zielen ga lligheid van Sabinianus toenam, naarmate jboeid houden, die door Christus eu Zijne leer het uur van vertrek naderde. Op den voor-'verlost kunen worden. Nadat deze beteekenievolle omgang vol bracht was en de geloofsverkondigers weder aan de poort der'stad aangekomen waren, jmaakte de bisschop op een steen die aan den ingang lag, het teeken des heiligen kruises, 'even alsof bij de gansc'he stad tot een tempel i inwijdde. En ziet, de harde steen werd als 'was zoo week en het krnlsteeken stond daar alsof het er in gebeiteld was. i Zeven jaren later had de zegenrijke arbeid .van Sabinianus reeds zulke vruchten voort gebracht, dat bet heidendom en de leer der I Druïden te Senones bun met ondergang be- 'dreigd werden. Doch de zendelingen konden j niet bevrijd blijven van de ondervinding dat •de verkeerde meeningen der menschen, bet zingenot en de ijdelheid zich niet zonder 'strijd lind laten onttronen. De vijanden van t het Christendom hadden, dank zij de welwil- jlendheid van Leodorich, wel niet openlijk •tegen de jeugdige gemeente en haren bis- schop durven optreden, doch zij hadden de lboop daarom nog niet opgegeven, en lieten niet na in het geheim het Christendom te bestrijden. Evenals in alle groote 6teden van het Ro- meinscbe rijk, vond men overal en altijd te Senones een soort van menschen uit alle standen, die met verloochening van bun ge weten, recht meer.eu' te hebben op een teuge- loozen levenswandel en zich een vijand too- nen van alles wat dien levenswandel in den weg staat. Die menschen zijn te allen tijde zeer bruikbare handlangers geweest van hen die het Christendom bestreden; zij hebben slechts iemand noodig die zich aan bun hoofd stelt, om zioh tot alles te laten gebruiken. I Men vond destijds te Senones een groot 'aantal van deze lieden, zooals begrijpelijk is, 'wanneer men in aanmerking neemt dat d® ©eredienst der Druïden vervolgd werd en da (staatsgodsdienst der Romeinen haar hoogste toppunt van verval en onzedelijkheid had be reikt. De invloed dier mensvhen werd allengs grooter, naarmate de jeugdige christen-ge- meente in bloei toenam, omdat zij zich aan sloten bij hen, die het meest door den nieu wen godsdienst werden benadeeld, zooals d® toonvenaars, de waarzeggers en vooral d® heidensche priesters. Te Senones hadden de priesters van "Vest® Teeds lang den voortdurenden en zeer tal rib ken afval des volks met groote verbittering gadegeslagen, doch zij hadden er niettenijn nog niet toe kunnen komen om met het uit vaagsel der maatschappij, zoowel uit de beffA des volks als der hoogere standen, gemeen® zaak tegen de Christenen te maken. Doclj. eensklaps kwam Bibulus uit het land der Can, nuten terug en nu kreeg de zaak een geheel ander aanzien. Er werd een soort van samen zwering op touw gezet en de eedgenootea kwamen ln den tempel van Vesta, onder voor zitterschap van Bibulus, bijeen. Op die eerste bijeenkomst begon hij met zich te verontschuldigen over zijne lange af wezigheid. Zooale hij voorgaf, was de aan wezigheid der Christen zendelingen, wien bi) een grooten haat toedroeg, daarvan de oofj zaak. „Liever verbannen, liever uit het rij* der levenden weggenomen," riep hij harts tochtelijk uit, dan in de nabijheid van deas vervlokete menschen en te midden hunner bijgeloovigheden te leven! Daarom ben ik voor hen uit den weg gegaan. Ik begaf mij COURANT voordracht te houden voor do vereenig'ing' van burg-te me est ©ra en secretarissen in de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 5