Sociale Berichten.
ESPERANTO.
Leger en Vloot,
Bloembollencultuur.
Letteren en Kunst.
GEORG HENSCHEL GEADELD.
DE TEMPEL VAN JUNO LANUVINA ONT
DEKT.
(Wordt vervolgd.)
liceft proces-verbaal opgemaakt tegen vrouw
B. die liaar kind van 4 maanden liet voedsel
onthield, om haar man, aan wien zij een hekel
had, te tergen. De politie heeft het kindje in
het Kinderhuis doen opnemen.
Niet van de partij. Te Hilversum werd
bij een vorige verkiezing een kiezer met 'n
.auto afgehaald en naar het stembureau ge
bracht. Teruggekeerd bedankte hij bij het
uitstappen vriendelijk voor de genomen moei
te, met de medcdeeüng, dat als de heeren
meenden, dat hij den candidaat hunner par
tij had gestemd, zij zich vergisten.
Deze week, bij de herstemming, werd de
selfde kiezer weer per auto afgehaald, zegt
het NT. v. d. D. Hij stapte in en met een
mooi gangetje ging 't er van door. Niet
echter in de richting van het stembureau.
Dit trok wel 's kiezers aandacht, maar de
verzekering, dat er nog een paar andere
kiezers moesten worden opgehaald, stelde
hem gerust.
Nabij den tol op den weg Hilversum
Eaarn werd hem verzocht uit te stappen,
onder mededeeling, dat hij niet van de partij
jvas. En al had hij alle mogelijke bezwaren,
cr uit moest hij. Terugkuieren den langen
weg naar Hilversum was nu de boodschap.
Ze deden het niet! Te Veen bij Heusden
zou door notaris K. eene verpachting worden
gehouden van hooilanden. Voor den aanvang
las de notaris de namen af van degenen, die
de paehtpenningen van een vorig jaar nog niet
hadden betaald. Nu wilde het toeval, dat er
elders nog eene verpachting was, waardoor
zij wier namen waren afgelezen en die volstrekt
niet ongeneigd waren te betalen, niet ter plaat
se konden zijn. Het voorlezen van de namen
hetgeen anders niet gebeurde verwekte
verbittering en toen de notaris begon met het
gras te veilen, was er niemand, die een bod wil
de doen.
Smokkelen. Dezer dagen hebben de Prui
sische commiezen aan de grenzen een koetsier
en drie heeren uit Bocholt aangehouden, die
met een oud rijtuig een rit over de grenzen
hadden gemaakt, doch met een nieuw rijtuig
weer terugkwamen en dit op deze wijze hadden
binnengesmokkeld. Het rijtuig met paard werd
in beslag genomen, zegt de Zutph. Crt. De pas
sagiers moesten 600 mark boete betalen en
worden wegens smokkelarij in vereeniging
vervolgd.
Door den bliksem getroffen. Men meldt uit
Gorsel aan de Tel.
Maandagmiddag circa 1 uur bevond zich de
landbouwer J. Hekkert, alhier, met eenigen
zijner huisgenooten en een paar buurjongens
aan de overzjjde van den IJssel in het hooiland,
toen zij door een onweersbui werden overvallen.
Om zich voor den stroomenden regen en meer
nog voor de groote hagelsteenen te beveiligen,
kropen er enkelen in een hooi-opper, terwijl H.
met zijn 14-jarig dochtertje en 5-javig zoontje
ïlsmede zijn buurjongen A. Scholten, een
schuilplaats onder een knotwilg zochten. Op
eens kwam er een bliksemstraal onder den
boom door en smakte alle 4 genoemde personen
tegen den grond. H. had zijn zoontje voor zich
staan, om hem met zijn bovenlijf voor de hagel
steenen te beschutten. Het kind werd eerst het
hoofddeksel afgeworpen en onmiddellijk daar
na werd het voor de voeten van den vader neer-
gesmakt. Alle 4 waren bewusteloos. Toen zij
weer bijkwamen en wilden opstaan, konden zij
zulks niet, zij vielen telkens weer neer, en had
den het gevoel alsof er geen grond meer onder
hun voeten was. Na eenigen tijd konden zij zich
met veel moeite staande houden, behalve het
meisje, dat naar huis moest worden gedragen.
Dit kind heeft het meest geleden. Zij is getrof
fen links in haar hals. Aan haar linkerheup
vertoont zich een klein zwart tipje, vanwaar
een roode, steeds breeder wordende schrijnende
streep over haar geheele dijbeen loopt. Verder
werd aan den bal van haar rechtervoet een
roode plek opgemerkt, terwijl de klomp van de
voet was gebarsten. Het kind was gisteren nog
erg onder den indruk en klaagde over pijn in
haar dijbeen en rechtervoet. Het jongetje heeft
het er het best afgebracht. De overigen klagen
over gvoelloosheid en gedruktheid.
Een wonder mag het genoemd worden, dat
de vier personenen er nog zoo goed zijn afge
komen. De derde knotwilg van die waar
ze standen af, is geheel uit elkander geslagen.
j Bureau voor Sociale Adviezen te Amster
dam de oprichting voor van eene centrale
vereeniging die het geheele gebied der volks
huisvesting zou hebben te bestrijken, advie
zen zou geven gegevens zou verzamelen, stu
die zou maken en wellicht ook propaganda
voeren.
Met bestaande vereenigingen zon aanra
king en samenwerking worden gezocht. Van
verschillende zijde moet reeds instemming
met bet denkbeeld zijn betuigd.
CENTRALE VEREENIGING VOOR
VOLKSHUISVESTING.
Naar het Hgzn. van welingelichte zijde
verneemt bereidt het bestuur van het Centraal
naar de Druïden, dewijl ik op een verbinding
met de voormalige priesteres van Vesta hoop
te. Doch ik weet niet welke geheimzinnige
macht Exeelsa van mij beeft vervreemd, of
schoon ik er niet aan twijfel dat de Christe
nen daaraan schuldig zijn.
Hebt gij reden om dit te veronderstellen!
vroeg een der aanwezigen.
Ik weet stellig dat Victorinns, een der
Ijverigste aanhangers van de nieuwe leer,
naar Excelsa's hand dingt.
Bibulus beeft gelijk, sprak een voornaam
burger van Senones, Sedatus genaamd,
wiens zedelooze lev enswijze op zijn gelaat ge-
teekend stond. Hij was de bestendige deelge
noot van den vroegeren proconsul bij diens
drinkgelagen geweest, totdat door de benoe
ming van Leodorich daaraan een einde werd
gemaakt.
Uwe verzekering is ons voldoende, riepen
onderscheiden aanwezigen. Wat behoeven wij
er veel woorden voor te verspillen? De Chris
tenen zijn onze doodsvijanden, en dat is ge
noeg. Hunne zniverheid van zeden is slechts
vertooning om ons in een kwaad dag
licht te stellen.
Zoo is bet, riepen anderen. Sedert deze
huichelaars in de stad verschenen zijn, is
alle vreugde er uit verdwenen, en in plaats
dat men ons, als vroeger, toejuicht, ontvlucht
men ons als pestzieken. Dat is onverdrage-
Rjk, dat moet anders worden!
Ja, hernam Bibulus, dat zal ook andere
worden! Doen wij daartoe pogingen en zeer
krachtige pogingen, zoolang Sabinianus en
njne aanhangers nog niet al te veel over
wicht in de stad verkregen hebben; bet mocht
anders te laat zijn.
CURSUS VOOR VERLOFS-LUITENANTS
DER INFANTERIE.
Teneinde de verlofsluitenants der infanterie
met het oog op een eventueele bevordering tot
den rang van kapitein, op meer doeltreffende
wijze dan tot dusverre kon geschieden, in de
gelegenheid te stellen, zich voor den naast hoo-
geren rang te bekwamen, heeft de Minister van
Oorlog daartoe een regeling vastgesteld van de
oefeningen in 1914 voor verlofsluitenants van
het wapen der infanterie (van leger en van land
weer).
Deze oefeningen zullen worden gehouden in
het tijdperk, dat de lichtingen 1909 en 1910 voor
herhalingsoefeningen onder de wapenen zijn en
verdeeld worden in een „cursus" van 9 dagen en
een „practischen troependienst" van 14 dagen.
De cursus zal worden gehouden in de stand-
plaatsen van de divisie-commandanten en wel:i
bij de Ie en II Ie divisie van 4 t/m. 12 Sept., i
bij de lie en de IVe divisie van 21 t/m. 29 Aug. i
De practische troependienst wordt verricht
bij de korpsen, waarbij de betrokken verlofs-lui- j
tenants zullen worden ingedeeld: bij de Ie en'
IIIe divisie van 13 t/m. 20 Sept., bij de lie en
IVe divisie van 30 Aug. t/m. 12 Sept. j
De cursussen zullen omvatten kaderoefeningen
zoowel op het terrein als op de kaart.
KLEEDINGVOORSCHRIFTEN.
De Minister van Oorlog heeft een circulaire
verzonden aan de autoriteiten der landmacht,
waarin hij mededeelt, dat hem gebleken is, dat
over het algemeen door de commandanten van
compagniën, eskadrons en batterijen niet wordt
gehandeld naar de bedoeling van het bepaalde in
9 van het kleedingvoorschrift 1909.
Onder de goederen, als „voor alle verder ge
bruik volslagen ongeschikt" in de kleedingmaga-
zijnen ingeleverd werd een groot aantal kleeding-
stukken aangetroffen, die wel verre van in
dien toestand te verkeeren hetzij na herstelling
hetzij na reiniging, dan wel na beide bewerkin
gen te hebben ondergaan, nog geruimen tijd had
den kunnen dienen bij oefeningen, kazerne- wacht
en werkdiensten. Somtijds werden in de magazij
nen nagenoeg geheel nieuwe kleedingstukken
gevonden, die nog geen enkel spoor van slijtage
vertoonden, doch waarin slechts eenige motgaat
jes aanwezig waren.
Tal van uitrustingstukken als kepjpluimen,
kokardes, pompons, schouderbedekkingen, sabel
kwasten, sjerpen e.d. zonder eenig ander'gebrek
clan dat zij een weinig verkleurd waren of eeni- j
germate vuil waren geworden, doch die met,
eenige goeden wil en eenige zorg, na te zijn ge-j
reinigd of opgefrischt, nog lang zouden kunnen f
worden gedragen, werden als waardeloos inge- J
leverd.
Ook werden kleedingstukken aangetroffen,
waarvan duidelijk bleek, dat zij moedwillig wa-
ren verscheurd of aan opzettelijke slijtage wa-
ren blootgesteld, teneinde op die wijze reden tot
inlevering te billijken.
Door deze wijze van handelen wordt aan
's-Rijks schatkist een onberekenbare schade toe
gebracht.
De toch reeds zoo hooge kosten, aan de klee-;
ding en uitrusting verbonden, worden er op ver- j
kwistende wijze door opgevoerd, terwijl de op j
die wijze als het ware weggeworpen gelden wel j
beter konden worden besteed in het belang van;
de strijdvaardigheid van het leger, waarvoor nog j
zooveel noodig is.
Het is dan ook 's Ministers uitdrukkelijk ver
langen, dat de commandanten van compagnieën
enz. met nauwlettendheid nagaan, op welke wij
ze eenig kleeding- of uitrustingstuk nog door
zijne besteming kan worden dienstbaar gemaakt,
alvorens het als volkomen onbruikbaar wordt in
geleverd.
Het strekt den soldaat toch geenszins tot on
eer, wanneer hij met gesleten of gelapte kleeding
stukken zijn oefeningen of andere diensten ver
richt, mits die kleedingstukken slechts zindelijk
worden onderhouden.
Worden zij daarentegen opzettelijk verwaar
loosd, of zelfs moedwillig onbruikbaar gemaakt,
dan moeten de daders streng worden gestraf en
aan korting onderworpen.
De Minister vertrouwt dat het vorenstaande;
voldoende zal zijn om de commandanten vanj
compagniën enz. aan hun plicht te herinneren
en iedere autoriteit, wie zulks aangaat, te doem
inzien, dat een streng toezicht op het doelmatig
en spaarzaam gebruik van kleeding en uitrus-|
ting door 's-lands belang wordt geëischt.
Van Üeï Drift, waarbij de machine geheel ver
nield weird.
Den vorigtein dag, Vrijdag, w,erd met het
zelfde (toestel, een Fannan-tweedekker, een
prachtig© tocht gemaakt, die voor het eerst
door een onzer actieve zee-officieren werd
meegemaakt. ,Wii vernemen hieromtrent het
volgende
Te Soesterdijk werd opgestegen en gevlo
gen over Soest, Baarn, Amersfoort, Huizen,
over de Zuiderzee tot bij Marken, over Pam
pus terug op Naarden, Bussum, Hilversum en
de Bilt naar Soesterberg. Gevlogen werd op
1200 M. hoogte met 90 K.M. snelheid per
uur. De heer Van Heys'fl, aldus onze zegs
man, is een zeer rustig en bekwaam vlie
genier en, achter hem gezeten, voelt men
zich absoluut veilig. Het neerkomen in die
spiralen [Ls een emotievol oogenblik, meer
dan het opstijgen, dat men haast niet eens
kan waarnemen. In de benedenluchtlagen ging
de machine eenigszins als pen sloep in een
kort zeetje, dus een weinig met schokken,
doch uiterst gemakkelijk en rustig. Boven is
het absoluut kalm en doet men de vreemde
gewaarwording op, dat men door gebrek aan
omgeving niet ziet, dat men zich werkelijk
met eene vaart van 90 K.M. voortbeweegt.
Alleen de wetenschap, dat het zeer weinig
woei en men natuurlijk toch den wind langs
zich heen voelt alsof het stormt, doet be
grijpen, dat men zeer snel vooruitgaat. Ty
pisch was ook, dat we op den grond de scha
duw van het toestel zagen gaan; ook daar
uit zou men de conclusie trekken van lang
zaam vooruit gaan, doch als men dan tijd
en kaart bestudeert merkt men wel het om
gekeerde.
Op zee was alles goed te zien en voor den
verkenningsdienst ter zee zijn het ideaal-toe
stellen, vooral op onze kust langs het strand,
waar, men overal kan landen en weer opstij
gen.
Het zich oriënteeren is natuurlijk in den
beginne vreemd, doch men ziet alles, niet
tegenstaande deze hoogte, zoo duidelijk, dat
ook op het land te verkenning zeer goed moet
kunnen plaats hebben. Voor de kust echter
lijkt het buitengewoon noodzakelijk.
Te Soesterberg is men al bezig met een
loods voor de marine-vliegtuigen; do toestel
len zelf zullen spoedig volgen. Men denkt
met alles over 6 a 8 weken gereed te zijn,
de liefhebbers hebben zich reeds opgege
ven, doch.... er is nog niemand aangewezen al
weer door gebrek aan personeel.
VERGOEDINGEN VOOR HET
AUTOMOBIELKORPS,
Bij' Kon. besluit is bepaald, dat de leden
Van het vrijwillig militair motorrijders- (au
tomobiel) korps de volgende vergoedingen zul
len genieten: a. een toelage ineens van f 100
per jaar, wanneer het aan hen toebehoorend
motorrijwiel voldoet aan den door den mi
nister van oorlog te stellen eischen; b. eene
toelage van f 5 per dag alsmede vergoeding
voor gedurende de oefeningen benoodigde ben
zine,. olie en carbid, voor de dagen waarop
zij in vredestijd aan c!ienstoefenin.g«n deel
nemen; c. aan leden van het vrijwillig mili
tair automobielkorps wordt, wanneer zij! alsj
zoodanig aan dienstoefeningen deelnemen, in
vredestijd toegekend eene toelage per dag
van f 24 voor automobielen van 14 of meer
P.K. en van f 18 voor die van minder dan
14 P.K., alsmede vergoeding voor gedurende
die oefeningen benoodigde benzine, olie en
carbid.
In tijden van oorlog of oorlogsgevaar wordt
toegekend aan: a. de leden van het motor-
rijderskorps eene vergoeding naar reden van
f 150 per maand en als bijdrage in de kosten
voor uitrusting van het motorrijwiel voor het
geheele tijdvak van oorlog of oorlogsgevaar
eene som van f 200; b. de leden van het
automobielkorps krijgen eveneens eene ver
goeding van f 150 peir maand gedurende den
tijd dat het legerbestuur over hen en hunne
automobielen beschikt, en als bijdrage in de
kosten voor uitrusting van de automobiel
f 600 of f 400, naar mate de belastinglfor-
mule 14 P.K. of meer, dan wel minder dan
14 P.K. bedraagt.
ASPIRANT-VERLOFS-OFFIOIEREN.
De minister van oorlog heeft, naar do
Avondp. meldt, bepaald, dat miliciens, leerlin
gen aan. een der scholen voor verlofs-officie-
ren, die, na een cursus van October tot Juni
te hebben gevolgd, niet slagen voor den rang
van vaandrig, een zomer-cursus kunnen'vol
gen aan een dieT scholen van Juli tot Sep
tember 'd. a. v.
PERSONEEL VOOR DE GEWAPENDE
POLITIE IN DED.-INDIë.
De Minister van Koloniën maakt bekend.
MARINE-AVIATEURS. [dat gewezen onderofficieren van het Nederl- j Albaansche bergen. Is het bericht gekomer?
De correspondent van het Hbld. te Den Indische leger en van Iet Nederlandsebe ie-j van. een belangrijke archeologische ontdok-
Helder schrijft: ger, die bij bet Ned.-Ind. leger zijn gedeta- j king: men zou daaT n.L de fundamenten van
De dagbladen berichtten over den zoo jam- che'erd geweest en uit wier bescheiden blijkt,, 'den tempel van Juno Lanuvina (öiunone
merlijk mislukten vliegtocht van den luite- J dat op hunnen terugkeer in het Ned. Indische Soepita heet ze in Italië) hebben ontdekt, ©en
najit-aviateur ,Van Heijst met den korporaal leger in den laatst door hen daarin bekleeden j beroemd sanctuarium, dat door de oude' Ro-
'rang wordt prijs gesteld en dat sedert het ineinon in hooge waarde werd gehouden en
verlaten van den Indischen dienst niet meer j waarheen ze jaarlijks groote pelgrimstochten!
dan 8 4 4 jaren verloopen zijn, in aanmei- J ondernamen. Om den tempel was een dicht,
king kunnen koipen voor uitzending naarheilig bosch en nabij het sanctuarium be-
Ned.-Indië, ten einde aldaar belast te wor- j vond zich een hol, waarin een draak huisde,
den met de waarneming der betrekking van die door maagden werd gevoed.
oDderofficier-adm. 2e klasse of Europeesch j Van deze Juno bezit het Vatikaan een reus-
detaehementscommandant 2e klasse bij bet j achtig beeld in de Sala Rotonda. Ze is daar
korps gewapende politie. j voorgesteld als schutsgodin der kudden en!
Aangesteld kunen worden: j draagt om de ech ouders" een dierenhuid,' in de
a. tot onderofficier-adm. 2e kl. gewone fon- hand een speer,
riers of sergeanten, deze laatsten slechts in- j Reeds sinds 1895 liet een Engelsch edal-
dien zij bewijzen kunnen overleggen dat zij man, Lord Saville, ox-gezant te Rome, in
bekwaam zijn om den dienst van fourier in Civita Lavinia opgravingen doon, in de hoop,
het Ned.-Indische leger te verrichten; en in
dien rij afkomstig zijn van het korps milit.
schrijvers of van de milit. adm. uit hun stam
boek blijkt, dat zij te voren als onderofficier
bij. den troep gediend hebben;
b. tot Europeesch detaehementscomm. 2de
klasse gew. sergeanten.
Candidaten voor de betrekking van onder
officier-adm. mogen den leeftijd van 47 jaren,
candidaten voor die van det.-eomm. dien van
45 jaar niet overschreden hebben.
Aanmelding op zegel bij het Dep. van Ko
loniën. Voor bijzonderheden zie St. Ct. 145.
MAJOOR L. W. J. K. THOMSON ALS
ESPERANTIST.
Men schrijft ons:
Wie kon zoo flink als hij, een zaak, waar
voor hij sympathie gevoelde, verdedigen? Wie
was zóó grondig onderlegd, zóó tot de kern
der dingen doordrongen: door wien konden
we onze belangen beter doen behartigen dan
door hem?
'tWas in het voorjaar van 1912, dat wij,
Haagsche Esperantisten, toevallig vernamen,
dat de heer Thomson zich voor Esperanto
interesseerde. Een bezoek bij hem brengende,
bleek het, dat zijn belangstelling zich niet
slechts tot theorieën bepaalde, doch dat hij
den schriftelijken cursus, die geregeld in „De
Avondpost" verscheen, tot een boekje had
samengesteld, welks inhoud hij reeds volko
men machtig was. Van onze wekelijksche sa
menkomsten, waar slechts Esperanto gespro
ken werd, hoorende, sloot hij zich. onmiddel
lijk daarbij aan, bezocht de clubavonden ta
melijk geregeld en gaf ons reeds na korten
tijd een keurig Esperanto-verelag van zijn
bevindingen in de Transvaal.
Wat verbaasde het ons dat hij, de eminente
man, wiens arbeidsveld zoo enorm uitgebreid
was, tijd kon maken en lust gevoelde om ook
aan ons bescheiden Esperanto-clubje „Fine
gi Venkos" zijn krachten te wijden. Wat was
hij direct bereid om on» verzoek aan B. en W.
tot oprichting van offieieele Esperanto-cur-
sussen, daadwerkelijk te steunen. Wat verza
melde bij zich een f linken voorraad materiaal
om de levensvatbaarheid van Esperanto te
eindelijk ook de fundamenten van genoemden
tempel te zullen vinden. Tevergeefs.
Eerst heden moet het prof. Galieti zijn ge
lukt de fundamenten gedeeltelijk bloot te leg
gen en naar het oordeel van prof. Pasqui zon
men hier werkelijk te doen hebben met den
onderbouw van dat beroemde heiligdom uit.
do oudheid.
EEN TULPENBED VAN 70 JAAR.
In de „Birmingham Weekly Post" kwam
dezer dagen het bericht voor, dat in den tuin
van een huis nabij Horse Hay, in Shropshire
een perk was, waarin de Tulpen sedert zeven
tig jaar ongestoord gebleven waren. De bollen
werden geplant toen de grootvader van den
schrijver trouwde, ongeveer 75 jaar geleden en
sedert hebben ze elk jaar prachtig gebloeid.
De bijzonder fraaie bloemen zijn gezeten aan
zeer lange stengels, en in den loop der jaren
zijn eenige mooie, van de origineele verschil
lende, tinten ontstaan.
Ongetwijfeld is dit record, want dat Tulpen
zoolang ongehinderd op dezelfde plaats bloei
den, zal misschien nimmer voorgekomen zijn.
INTERNATIONALE TUINBOUWTENTOON
STELLING TE ST. PETERSBURG.
Naar aanleiding van bij het Hoofdbestuur
der Alg. Vereen, voor Bloembollencultuur,
ingekomen berichten omtrent den toestand,
waarin de inzending der Alg. Vereen, voor
Bloembollencultuur op bovengenoemde ten
toonstelling kort vóór de opening verkeerde,
heeft het hoofdbestuur in zijne laatstgehouden
vergadering nagegaan of de voorbereiding in
een of ander opzicht aanleiding heeft kunnen
Igeven tot de gedeeltelijke mislukking der
beplanting, waarvan reeds in een bericht uit
St. Petersburg in het Orgaan mededeeling was
gedaan.
Uit de overgelegde briefwisseling van den
voorzitter met het tentoonstellingsbestuur en
met tie heeren Ludwig en Duys heeft het
hoofdbestuur zich kunnen overtuigen, dat:
io. de inzending van het groote perk tul
pen na uitvoerig overleg met het tentoonstel'-
lingöbestuur en andere bekende tuinbouw'kun-
bewijzen, om het terrein, dat zij reeds in h,et fatten se V ""TijTh
,i, lnT1 xj uigen re s>u Petersburg is vastgesteld, nadat
10 CuIlClOIl, üüSpö yvlori />m KnlIprti in nnffpn nP Vio+teo 4-nn
buitenland veroverde, aan ie uuiaen. mspe- j p-^ om bonen p0t* of kistjes ten-
ranto was nog zoo nieuw, leek nog zoó dwaas; tell door hcn was af„efadciL
2o. dat cte heèr de Jaczew'ski m
voorzien. De een beweerde dan ook, dat Es
peranto niet gesproken kon worden; een an
der meende, dat een internationale hulptaal
tol. de onmogelijkheden behoorde; een derde
zag in Esperanto een gevaarlijk dieventaaltje
enz. enz.; kortom, alle argumenten van hen,
die slechts zeer oppervlakkig van iets ken
nis namen, werden te berde gebracht. Dat de
beer Thomson alle bezwaren schitterend
1913 schreef, dat er geen gevaar te vreezen
was zooals sommigen der Nederlandsche
Commissieleden duchten dat de Taurische
tuin, Waar de tentoonstelling gehouden werd
overstroomd zou worden, en dat elke onaan
gename verrassing van dien aard uitgesloten
Was, welke meening ook van andere zijde
uit Petersburg werd gedeeld.
1, ttt' 3o. dat de heer Preiss, chef-tuinman van
weerlegde behoeft nauwelpks vermeld Wie deJ1 Tam.jscheïl tuin en b(ilast met de leidingl
toch begaf zich zoo grondig toegerust ten van de tentoonstellmgsboplanting, den 8-21
strijde als bij?
Aan zijn nagedachtenis dus onzen welge
meend en dank en hulde. Aan zijn ijver, zijn
vuur, zijn grondige kennis van zaken, aan
zijn warm gevoelen voor een beweging, die
de onze is, danken wij het, dat Esperantohaar
eerste offieieele schrede op Hollandschen bo
dem deed. Wel past het ons het heenga an van
dien bekwamen, sympathieken „sam-ideano"
diep te betreuren.
N. B.
De koning van Engeland heeft den beleen
den zanger-componist dr. Georg Henschel in
den adelstand verheven.
Do Romeinsche correspondent van de Tel.
schrijft
Uit Civita Lavinia, thans een onaanzienlijk
stadje op den Zuidelijken uitlooper van de t
September berichtte, dat het terrein voor de
beplanting gereed was, grondig bewerkt en
onder zijne persoonlijke leiding in orde ge
maakt was, en dat dit wegens den ruwen aard
Van het terrein zeer veel moeite en werk
had geëischt.
4o. dat echter de heeren Ludwig en Duys,
aan Wie de zorg voor de beplanting was toe
vertrouwd, bij' brief van 1 October 1913 be
richtten „dat de bereiding van den grond ge-
„heel "ondeugdelijk1 was en onmogelijk zoo
„te beplanten. Onder een laagje zandgrond
„van slechts eenige centimeters lagen groote
„kweekplaggen. Het zou onbegonnen werk ge-
„weest zijn hierop Se tulpen te planten. Het
„terrein, dat oogenschijnlijk' prachtig gereed
„lag, moest men nu geheel opnieuw om la-
„ten werken. Tien man zijn aan 't werk om
„den grond van kweekplaggen te zuiveren
„en bij' te werken, 'tls niet aangenaam voor
„den heer Preiss, die het naar zijne ge
dachten uitnemend in orde had gemaakt,
„doch we moesten in deze omstandigheden
„zoo handelen. Bij' het nameten kwamen wij
„tot Se ontdekking dat het te beplanten ter-
Sedatus gaf een afkeurend teeken. Iedereen
weet, sprak hij, dat de prefect een vriend der
Christenen is en dat zijne gefnalin zelfs, zoo
zij dat geloof ook al niet openlijk belijdt,
veelvuldig deel neemt aan de bijeenkomsten
der Christenen. Buitendien mag niemand on
zer den invloed van Sabinianus te gering ach
ten, bij is grooter dan gij denkt. Wij moeten,
bij de pogingen waarvan Bibulus spreekt, den
koristen weg inslaan; ik raad u aan onze
klachten te Rome te doen.
Om afgewezen te worden! zeide Bibilus.
Het is mij bekend dat Claudius Cesar den pre
fect Leodorich hoogacht.
Doch de keizer is afkeerig van alle
nieuwigheden, hij zal ons gehoor schenken.
De keizer is een zwakhoofd die sinds lang
niet meer aan Leodorich denkt en nog meer
dan ééne gevoelige plaats beeft waar wij
hem kunnen treffen. Ik weet dat hij de Druï
den en bunnen godsdienst haat. Wat dunkt
u ervan wanneer wij den prefect eens be
schuldigen van samenzwering met de Druï
den tot omverwerping der keizerlijke macht
in Gallië?
En waar zullen -wij de bewijzen vinden?
Die zijn te leveren. Wat staat ons in den
weg om bijvoorbeeld den veelvuldigen om
gang van Leodorich met de Druïden, bet- ver
onachtzamen van de vervolginsdecreten, de
gedragingen zijns vaders, die men te Rome
niet vergetent heeft, zijne houding tegenover
de Christenen en meer andere bijzonderheden
tot ons doel aan te wenden?
Het is waar, dat wij Minucius te Rome
vinden, zeide Bibulus, toen hij zag dat het
voorstel de goedkeuring van velen der aan
wezigen wegdroeg. Minncins zou in staat
zijn om ons door zijne vriendschap een audiën
tie bij den Cesar te bezorgen.
Met algemeene toestemming werden nu de
voormalige priester van Vesta en Sedatus
aangewezen om de aanklacht tegen den pre
fect en de Christenen aan den Cesar over te
brengen.
Zij vertrokken tegen het midden van de
maand September naar Massilial). Bij het
levendige verkeer tusschen deze stad, Italië
en het afgelegen Oosten, vertrokken bijna
dagelijks van daar schepen naar die streken.
Massilia was in bet jaar 537 vóór Christus
geboorte door landverhuizers, die voor den
persischen koning Cyrus gevlucht waren ge
grondvest. Door middel van deze kolonie die
voortdurend door nieuwe landverhuizers ver
meerderd werd, had zich de Grieksche taal
in het zuiden van Gallië verspreid, zoodat
men zich daarvan zelfs in eenvoudige ge
schriften bediende. Hierdoor was den Ohris-
1 en-zendelingen, die uit het door taljöjk©
Grieken bevolkte Palestina en van het Griek-
sdhe Rome kwamen, de weg gemakkelijk ge
maakt.
Bibulus en Sedatus kwamen tegen.het mid
den der maand October te Rome aan Zij zoch
ten onmiddellijk Munieius op en vonden dat
hij zich in het genot van zijn groote rijkdom
men, die bij in Gallië bijeengebracht had,
wist te troosten over de ongenade eds keizere.
Hij ontving zijne oude bekenden zeer vriende
lijk en vroeg hen naar het doel hunner reis.
Wij zijn voornemens een gehoor bij kei
zer Claudius te verzoeken, om eene aanklacht
te doen tegen uwen opvolger te Senones. Wii
1.) Marseille.
vleien ons dat gij ons daarin van dienstgeheim barer bedoelingen kwam en tevens
Hoe! zoo viel Munieius den voormaligen Itoennis kteeg van bare ongebondenheden',
priester van Vesta in de rede. Gii zijt, zoo-1 waarin nauwelijks een vrouw te Rome met
als ik -verneem, reeds twee dagen te Rome .haar gelijk gesteld kon worden. Gii weet dat
en weet nog niet dat Claudius Cesar dood j het tot de lievelingsdenkbeelden van dat
is! Hij was dit wellicht reeds voordat gij de zwakke hoofd behoorde, om, in de weinigo
poorten der stad waart binnen gekomen, doch oogenblikken wanneer bet, na weken lang
men heeft dit toen zoo stilgehouden, dat nie- van eene sombere duisternis, op eens weder
mand in de stad iets van zijn onverwachten licht werd in dat hoofd, den wreker der ver-
dood kon vermoeden. De zaak bleef zelfs ge- drukte onschuld te spelen. Dit geschiedde
heim onder sommigen van zijne naaste om-j dan altijd met al de gruwzaamheid waarvoor
geving. j Lij vatbaar was. Zoo ontviel hem dan ook
En wellicht aan eenigen anderen die jeens op een dag, nadat hij juist een straf
deelgenomen hebben aan het misdrijf, vielvoor een overspelige vrouw bad ondertee-
Bibulus hem in de rede,_ en wel op zeer sdher- i kend, de opmerking: Het huwelijk is ook mijn
pen toon, dewijl Minucius bij deze mededee- ongeluk, doch beeft het lot er mii toe veroor-
ling veel leedvermaak aan den dag legde. jdeeld een sdhaamtelooze vrouw te huwen,
Misdrijf! riep Minucius spottend. Ik Too is mij ook de macht geg ven haar te straf-
dacht dat het uit den weg ruimen van een fen.
mensch als Claudius een zeer verstandige j Dat is voortreffelijk, sprak Bibulus
daad en een weldaad voor de menschheid spottend.
was. Doch ik wil u eenige nader bijzonder- Doch ten koste van dengeue die deze
beden mededeelen. Het is wellicht hekend hoe woorden had gesproken, zoo vervolgde Minu-
de eerste gemalin van Claudius, de moeder
van den jongen Brittannieus, Messalina, die
wel wat vroolijk leefde, te midden van hare
verlustigingen door een barer vrijgelatenen,
'Narcissus, uit persoonlijke wraak gedood
werd. Korten tijd daarna wist Agrippina de
nicht van den zwakken keizer zich niet slechts
als zijne gemalin op te dringen, maar hem
ook te bewegen, haren zoon Nero, uit baar
huwelijk met Domitius Oenobarbus, als zoon
aan te nemen, met bet doel om tot eiken prijs
de troonopvolging van baar zoon te verze
keren. Trots hare sluwheid en voorzichtig-
beid en in weerwil van des keizers zorgeloos-
cius. Het kwam Agrippina ter oore en _zij
wist sedert dat oogenblik wat rij van Claudius
te wachten had. Hare vertrouwde, een vrijge
latene met name Locusta, verschafte haar
een langzaam werkend ven-gift, Agrippina
wist het ongemerkt aan Claudius toe te die
nen; hij werd ongesteld en voor het overige
zorgde de arts Xenophon. Nog denzelfden
dag riepen de Pretorianen Nero, den aange
nomen zoon van Claudius, tot keizer uit; aan
Brittannieus dacht niemand.
held, gebeurde het toch dat hij achter het