TWEEDE BLAD
"~iÏÏTTÊiLAND~
BINNENLAND.
Overwinningen van het
Christendom.
VüEJQAG 1® JÜfSI ISI4
FEUILLETON.
NIEUWE
DE TOESTAND DER KATHOLIEKE
KERK IN EN GELAND.
Volgens tie laatste statistiek zijn er in En
geland. en Schotland (Ierland dus niet mede-
gerekend) meer dan 13 mi 11 ioen katholieken
op een bevolking van ongeveer 41 millioen
zielen. Het vorig jaar hadden 6500 bekeerin
gen plaats en er werden in Engeland en
Schotland 160 nieuwe kerken gebouwd.
KIEKJES UIT ALBANIë.
De correspondent van de „Tel." geeft de
volgende vermakelijke kiekjes uit het nieuwbak
ken staatje:
Waar leven de Albaniërs van?
Wanneer ik 's morgens om half tien door de
hoofdstraat van Durazzo wandel, tussehen de
bazaar-huisjes door, zie ik in een streepje scha
duw, ternauwernood een meter breed, de nota
belen van de „residentie" zitten op kleine stoe
len. Ze drinken hun dwergachtige kopjes Turk-
sehe koffie en rooken hune sigaretten. Daar
kletsen ze over de politiek van den dag, de m
omloop zijne geruchten, bekladden elkaar en
breken alles af wat de tegeering doet of doen
zal. Ge ziet hen zitten in de duister-koele_ werk
plaatsen van kleermaker, schoenmaker, coiffeur.
Redeneerend, gebarend, wauwelend als een
troep bedeelde oude wijfjes in een armenhuis.
Wat ze eigenlijk uitvoeren om hun kost te
verdienen, niemand schijnt het te weten. V an-
neer de zon 's middags pal boven bet witte
steeggeultje staat, en er geen milimeter scha
duw meer is om weg te kruipen, dan verdwij
nen de notabele luiaards weer. Men zegt om
te gaan eten. Maar niemand weet wat ze eten
en waar ze de para's vandaan halen om hun
maag te stoppen.
Vroeger, zoo zei mij een der hoofden van
de Nederlandsche missie, kon ik 's morgens
nooit een minister te spreken krijgen. Zijne
Excellentie was nimmer thuis. Ik laat me nu
niet meer verschalken. Loop eenvoudig het
huis binnen, vraag- naar de slaapkamer van den
bewusten minister en treedt binnen. Meestal
ligt de gevraagde in een oude kapotjas op zijn
bed. Kopje koffie bij de hand, sigaretten roo-
kend. 't Gaat heuseh goed op deze manier re-
geeringszaken af te doen. (Toen na een
pooze). Ja, er zijn ministers die de Albaneesclie
taal noch lezen, noch schrijven kunnen
't Schijnt voorloopig ook zoo te gaan!
Ze hebben 't allemaal even druk, zei de Ne
der! majoor. Wil je iets van hen gedaan krij
gen, dan moet je er bij blijven. Zelfs zijn ze
echter dikwijls van een taaiheid die me grijze
haren bezorgt. Ze teiegrafeeren dan den ge-
heelen dag „urgent". Staatstelegrammen kos
ten niets. Een oppasser wordt wegestuurd om
je te zoeken. De man doet zijn plicht. Zoekt
overal waar je onmogelijk zijn kunt. Hij heeft
een verschrikkelijk gewichtig telegram bij
zich. Je bent gaan slapen. Om 3 uur 's morgens
hevig geklop aan de deur. „Ja, 'n oogenblik!"
Licht aangestoken. Gezicht als een oorwurm.
De man overhandigt een dringend telegram!
Turksche liieroglyphen lachen je spottend uit.
De majoor schiet in z'n uniform, draaft met den.
bezorger naar zijn dragoman. Het geschrift
wordt ontcijferd: Inhoud. „Alles goed te El-
Bassan. Verwachten versterking uit 't zuiden.
Is er goed nieuws uit Tirana? Anwoord gaarne
gewacht." Dat noemen ze hier„we hebben het
druk
Iemand vroeg meesmuilend. „Wat doen de
Ocstenrijksche oorlogsschepen voor Durazzo?"
De ander antwoordde: „Niemand weet het!
Maar de matrozen maken op 't oogenblik de
landingsbrug schoon; 30 manschappen, 4 onder
officieren, 2 officieren. De koning wil een be
zoek brengen aan een der schepen
En de Italianen?
Hie timmeren een closet aan de zeezijde
voor dc verdubbelde wachtposten. De Italiaan-
sche matrozen wilden geen gebruik meer maken
van de Oostenrijksche privaten. Een commissie
Is bezig een galg rood gemenied op te
richten bij den ingang van het paleis.
Dat ziet er gevaarlijk uit!
't Is niet zoo erg dramatisch. Er komt een
lantaarn aan te hangen.
Maar te Valona wordt toch tegenwoordig
vreeselijk hard gewerkt! zei mijn buurman aan
tafel.
COURANT
Dat heb ik ook gehoord, mengde een derde
zich in 't gesprek.
Men is van plan de intern, controle-com
missie daar heen te sturen, om een voorbeeld,
te nemen aan het vlijtig gedoe der Albaniërs.
Iedereen gelooft, dat de commissie daar met
koortsachtigen spoed vooruit zal komen.
Waarom juist daar? vroeg ik ver wonderd.
Te Valona hesrscht malaria, zei de ander,
zonder lach.
De aanlegplaats moet voltooid worden.
Een gedeelte moet men nog dempen. Daar ligt
een groene zeilboot met zand geladen. Het
scheepje kan blijkbaar niet tegen den wal lig
gen. Er heeft een lange beraadslaging plaats
aan boord op welke manier het zand gelost kan
worden. Eindelijk springen drie werklieden in
't water, dat hen tot ver over de heupen reikt.
Ieder draagt op den schouder een mandje zand
naar den wal. Ik heb de lieden 3 dagen lang op
deze wijze zien tobben, toen was liet scheepje
nog niet leeg. Niemand scheen op de gedachte
gekomen te zijn, dat 3® een plank kon leggen
van boord tot wal. Verlichte koppen kun je hier
vinden
De toekomstige president!?) van Mexico.
De bijzondere correspondent van het Hbld. in
Spanje schrijft uit Barcelona:
Nu de wegen des heeren Wilson dusdanige
blijven, dat het waarschijnlijk is, dat wij binnen
afzienbaren tijd een excellentie Pancho Villa
zullen hebben, hetzij dan als president of als mi
nister van oorlog, moge hier een interview vol
gen met Don Rafael Bezares, tenor van het
Spaansche operagezelschap, dezer dagen uit
Mexico teruggekeerd en die zijn leven te danken
heeft aan de muzicaliteit van een van Villa's
stafofficieren.
In October van het jaar, dat de revolutie uit
brak, bevond Bezares zich te Vera-Oruz. Met
enkele honderden Spanjaarden vluchtte hij in
de magazijnen van de douane, waar men hun
verzekerd had, dat ze veilig zouden zijn, daar dit
neutraal terrein was, hetgeen niet wegnam, dat
er dagelijks enkele Spanjolen neergeschoten
werden. De zanger vluchtte van Vera-Oruz naar
Chihuahua, waar hij acht maanden opgesloten
was, daar Zapata den weg naar Texas afsloot en
de bandieten-generaal Villa de stad belegerd
hield.
Op zekeren dag kwam echter het bericht, dat
de weg naar Texas open was en de tenor nam
den eersten trein, die daarheen zou gaan. Nau
welijks was die trein vertrokken, of hij werd
aangehouden en alle passagiers gevangen ver
klaard van Pancho Villa, die met zijn „staf"
plaats kwam nemen tegenover den trein. Toen
werden alle passagiers met twee tegelijk uit de
wagens geranseld, voor den „generaal" gebracht
en dan doodgeschoten: vrouwen, kinderen, grijs
aards, Mexicanen of Spanjaarden, dat deed er
niet toe.
Toen er een twintigtal gefusilleerd waren,
was <3e beurt aan Bezares en een vriend en toen
Villa hoorde, dat hij met Spanjaarden te doen
had, gaf hij een teeken om maar gauw te schie
ten, doch gelukkig kwam er nog tijdig een der
officieren van Villa's staf, een oud bewonde
raar van den zanger uit Mexico tussehen beiden
en redde zijn leven; de overige passagiers wer
den allen neergeschoten.
De tenor had de groote eer dien avond met
Villa te mogen soupeeren en hij had de gelegen
heid te over om voor zijn heele leven genoeg
van dezen bandiet te krijgen. Toen hij 's ande
rendaags naar Chihuahua teruggezonden werd,
deelde Villa hem mee, dat hij die plaats binnen
twee maanden ingenomen zou hebben.
Dat was half Augustus en 16 November had
Villa Chihuahua werkelijk genomen. Bezares
was inmiddels toch naar Texas ontkomen met
een convooi federalen, die hij, nog juist voor de
Vereenigde Staten bereikt waren, 300 gevange
nen zag neerschieten.
Een van de dingen, die Bezares nog van de
a.s. excellentie-bij-den-wil-van-president-Wilson
vernam, was, dat hij voor derinneming van
Chihuahua aan zijn troepen aanbood: 800 pesos
elk, twee dagen vrij plunderen en die vrouw van
de stad in wie ze den meesten zin mochten heb
ben.
Een verhaal uit de allereerste tijden der
Christenheld.
11.)
Welnu, cm gij denkt dat. de jonge vorst
tonze klacht ral willen aanhooren?
Vraagt liever of Agrippina er naar zal
willen luisteren. Zij heeft er voor gezorgd,
dat zich niemand iu het gevolg van haren
zoon bevindt, die gevaarlijk zou kunnen zijn
voor hare onbeperkte heerschappij. Van haar
Ibebt gij echter, ik zeg dit om u geen ijdele
verwachtingen te doen koesteren, geen
gunstig resultaat van uwe bemoeiingen te
wachten. Agrippina is te verstandig om het
misnoegen, dat in vele deelen des rijks be
staat, nog te vtrgrooten alleen om u genot,
gtn te verschaffen.
Het is een slechte troost na zulk een
jlange on moeilijke re:e; doch wat raadt tril
one?
Er bhjft u niets over dan te ■wachten-,
want met elk oogenblik kan de stand van
paJMSi h'«r to Rome anders worden. Nero be-
wo in tg van Let verstand zijner moeder,
dooh 5tl 'heen al hare slechte eigenschappen
tn zich vereemgd, en zij zijn hij j1&m jp een
Vruchtbaren grond geplant. Er zal eens een
dag komen det de jongeling, die zich thans'
slechts met zijne vermaken, mét zijne gladia
toren en vrijgelatenen bezig houdt, de zucht
tot heersdhen die zijne moeder bezielt, lastig
zal vinden dan zal uw uur geslagen zijn.
i T refr,S, h°e komen yvii te weten
dat het tijd zal zijn om dien hefboom tot
vernietiging v,an uwen en onzen viiand in be
weging te brengenT Kunt gij ons daartoe in
de gelegenheid stellen?
Ik geef er u mijn woord o-p. Er is mij
veel aan het welslagen van uw plan gelegen,
evenzeer om, zooals gij te kennen geeft, wraak
te nemen op Leod-orich, als met een ander,
moer praktisch doel.
Ik ken geen beteren post voor mij a zoon
Sever us, vervolgde Minucius glimlachend»,
c an de prefectuur van Senones. Onze belan
gen gaan dus hand aan hand, en ik zal van
al mijne waakzaamheid gebruik maken om
uw plan te doen gelukken.
Gedurende de weinige dagen die nog door
Bibulus eu Sedatus te Rome werden doorge
bracht, overtuigden zij zich niet slechts van
allee wat Minucius hun had medegedeeld,
maar ook van de voortreffelijkheid zijner
raadgeving. Zij wisten niets betera te doen
dan zoo spoedig mogelijk naar Gallië terug
te keeren, ten einde daar een geschikte gele
genheid af te wachten om hunne plannen ten
uitvoer te brengen.
Doch welk een bittere teleurstelling wacht
te hen in het vaderland.
Bibulus was bij zijne terugkomst in de
voorstad Virus afgestegen; hii woonde daar
in de nabijheid van den tempel van Vesta!
Op het oogenblik zijner aankomst werd zijne
aandacht gaande gemaakt door een buitenr
gewoon god rang aan den ingang des tempels.
DE DIRECTEUR VAN DEN LANDBOUW
IN INDIë.
Dien 4en Juli vertrekt, vèrgezield van zijn
familie, mét verlof naar Europa, de direc
teur van 's Lands Plantentuin, dr. Konings
berger. Zooals w3j| destijds reeds meldden.
Wordt dr. K. tijdens zijn afwezigheid ver
vangen door "dr. Boorsma.
Dr. Koningsberger is voornemens in De
cember van dit jaar naar Indië terug te kee
ren. Volgens menschen, die het weten kun
nen schrijft het Bat. Nb! moet deze
spoedige .terugkeer van dr. "Koningsberger
verband houden met het aftreden in die maand
van den tegenwoordigen directeur van Land
bouw, den heer Lo vink. Men verklaart dit
op de volgende, zeer zeker aannemelijke
wij'ze.
Toen In 1895 prof. dr. Melchior Treub van
directeur .van 's Lands Plantentuin benoemd
Werd tot directeur van het departement van
Landbouw, werd algemeen geloofd dat de re
geering op dien weg zou voortgaan en na
het aftreden van prof. Treub hem zou doen
vervangen door den persoon, die in zijn plaats
tot directeur van 's Lands Plantentuin wad
benoemd.
De (regeering heeft dit evenwel niet ge
daan en den heer Lovink "tot -directeur van
Landbouw benoemd, toen deze in 1910 het
bijltje e;r bij neerlegde.
Velen achtten destijds door de benoeming,
van den heer Lovink, dr. Koningsberger, die
toen directeur van. 'a Lands Plantentuin was,
gepasseerd.
Daar. in December wederom een directeur
van Landbouw moet worden benoemd en dr.
Koningsberger ontegenzeggelijk op 'die func
tie zeer igtoede 'rechten mag laten gelden,
is men thans in ambtenaarskringen van mee
ning, dat dr. Koningsberger in Holland per
soonlijk bij den minister van Koloniën zijn
belangen 'w'enscht te gaan beplteiten en in
verband daarmede zijn terulgkeer heeft vast-
gesteld op December a.s.
DE BALIES EN HET ONTWERP-STRAF-
vordering.
Dooi' elk der vijf balies, werkzaam ter plaatse,
waar'een Gerechtshof gevestigd is en bovendien
door die van Rotterdam, is, op initiatief van
den Deken der Orde van Advocaten bij den Hoo-
gen Raad, het ontwerp-Strafvordering onder
zocht en het resultaat daarvan aan de Tweede
Kamer overgelegd. Algemeen werd bezwaar ge
maakt om de gevallen van preventieve hechtenis
met een vijtiental strafbare feiten uit te brei
den en in het hijzonder om den buitenlander in
voorloopige hechtenis te kunnen nemen, indien
de vervolging een feit betreft, dat met gevan
genisstraf bedreigd wordt (art. 6,4a). Om de be
zwaren van het instituut der voorloopige hech
tenis zooveel mogelijk op te heffen, stellen zij
dan ook voor om ieder, op wien de maatregel
wordt toegepast, dadelijk een raadsman te ge
ven, dus een uitbreiding van het voorgestelde
art. 37. -MLet instemming onderschrijven de ba-
lies hetgeen in de Mem. van Toe! is gezegd over
de belooning van den toegevoegden advocaat.
De wet belette echter niet, zooals zij inderdaad
doet, dat meer dan één raadsman worde toege
voegd. Het voorgestelde vrije mondelinge en
schriftelijke verkeer tussehen raadsman en ver
dachte wordt genoemd een sieraad van het
nieuwe ontwerp, doch dat de kennismaking der
stukken ter griffie zal moeten geschieden is een
practisch bezwaar. Vooral den toegevoegden
raadsman zullen kosteloos afschriften moeten
gegeven worden. De aanhef van art. 189 be
perkt het recht van den raadsman om de ver-
hooren van den verdachte bij te wonen uit vrees
voor „ongewensclite elementen." De balier dee
len die vrees niet en stellen voor het eerste en
tweede lid van dit artikel te wijzigen. Ten aan
zien van het accusatoire beginsel, dat het onder
zoek ter terechtzitting beheerscht, meent men,
dat een inbreuk op dit beginsel gemaakt wordt
door artt. 270, 271, volgens welke in elke zaak
persoonlijke versohijning van den verdachte en
eventueel diens medebrenging kan worden be
volen. Ook verdient het aanbeveling, de getui
gen décharge eerst door den verdachte te doen
ondervragen en dus hun ondervraging niet te
doen geschieden ais die der getuigen charge.
Een bepaling, waarbij de verdediger het recht
wordt verleend den verdachte vragen te stellen,
werd noode gemist. In het ontwerp wordt het
z.g. partieel appèl Diet meer toegelaten; de ba
lies echter achten de in de Mem. v. Toe! ge
noemde bezwaren van weinig belang en dringen
aan op weder-opneming van het patrieel appèl.
De handhaving van den termijn van 3 dagen
voor het instellen van beroep in cassatie wordt
ongewenscht geacht. Een tijdsverloop van 3
dagen is veel te kort. Ten slotte wordt er op ge
wezen, dat in de cassatie-procedure de verdach
te het recht op het laatste woord dient te heb
ben.
De nota is onderteekend door mrs. Jos. van
Raalte, L. S. G. de Hartog, J. M. van Hettinga
Tromp, S. W. Holleman, J. Plantenga en J. R.
H. van Schaik.
OVERSTE THOMSON, f
De voorloopige commissie, bestaande uit
oenige vrienden van overste Thomson, welke
zich te 's Gravenhage terstond gevormd had
ter huldiging zijner nagedachtenis, heeft zich
uitgebreid en gevormd tot een nationaal co
mité en is thans als volgt samengesteld: K.
Eland, luit.-generaal b. d., oud-Minister van
Oorlog, voorzitter; H. Colijn, oud-Minister
van Oorlog, onder-voorzitterH. P. Staal,
luit.-generaal b. d., oud-Minister van Oorlog,
mr. Th. H. de Meester, lid van de Tweede
Kamer; jhr. mr. A. F. de Savornin Lob
man, Minister van Staat, lid van de Tweede
Kamer; prof. dr. W. H. Nolens, lid van de
Tweede Kamer allen te 's GravenhageJ. B.
A. Jonckheer, Amsterdam; dr. J. O. J. Bie-
rens de Haan, Rotterdam; mr. P. Droöglee-
ver Fortuyn, J. Jurriaan Kok, mr. J. D.
Verbroek, M. M. Couvée Jr., secretaris-pen-
ningtneester, laatstgenoemde vier allen te
's Gravenhage.
De ontelbare en ontroerende bewijzen van
instemming uit hét geheele land door de
voorloopige commissie ontvangen, hebben het
comité doen besluiten voor te bereiden de
oprichting van een monument op een Thom-
sonplein te 's Gravenhage.
Het comité verzoekt het Nederlandsche
volk en in het hij zonder ook hun, die reeds
bewijzen van instemming toezonden hunne
bijdragen zoo spoedig mogelijk te doen toe
komen aan den secretaris-penningmeester,
adres Zeestraat 80, Den Haag, terwijl het co
mité het zeer. op prijs zoude stellen indien
in meer gemeenten van ons land, cn zoo
mogelijk ook in het buitenland, sub-comi
tés zich zouden willen vormen, om het ver
krijgen van bijdragen te bevorderen. Van
de oprichting van zulke sub-comité's en van
de resultaten hunner werkzaamheden zal
met groote waardeering worden kennis ge
nomen.
BOND VAN NOORDZEErBAUPLAAïSEN.
In een vergadering van den Bond van
Noordzee-badplaatsen deelde de voorzitter,
de heer P. L. de Vries (Zandvoort), mede,
dat aan het einde dezer week de door den
Bond uitgegeven en door hem samengestel
de Igids in d e Duitsche taal op ruime schaal
zal worden verspreid. Van alle bij den Bond
aangesloten badplaatsen komen in dezen gids
bijzonderheden voor.
Besloten werd, dat het informatiebureau
van den Bond zal gevestigd worden in per
ceel 22 aan de .Weteringschans te Amster
dam.
In behandeling kwam hierna het adres
van den Raad der gemeente Zandvoort in
zake een te heffen Kurtaxe. Na verdedi
ging van dit adres door den heer De Vries
en bestrijding er van door den heer O. Nan-
nes Gorter uit Alkmaar, besloot de Bond
met 2 stemmen tegen en 1 blanco zijn ad-
liaesie te betuigen, onder voorwaarde dat
de Kurtaxe algemeen verplicht zou worden
gesteld en een gedeelte der opbrengst uit
sluitend zou aangewend worden ter bevor
dering1 van het vreemdelingenverkeer in den
meest ujtgebreiden zin.
Namens den Bond zullen 20.000 sluitze-
gels uitgegeven worden, naar een ontwerp
van den kunstschilder Mulert uit Katwijk
aan Zee.
Door den voorzitter was aangedrongen op
het bijhouden eener zuivere statistiek der
in onze Noordzeebadplaatsen vertoevende
vreemdelingen.
Er van door. Een gevangene werd, bege
leid door twee marechaussées te Maastricht op
transport geBteld.
Toen de drie aan het station kwamen om in
de richting Venlo te vertrekken, zag de arres
tant de kans schoon om.de plaat te poetsen.
Fluks wierp hij de klompen uit en vóór de ma
rechaussées van hun schrik bekomen waren, had
de man reeds den looppas aangenomen. Toen
I volgde een wilde ren op den vluchteling, die
wel een voorsprong had, doch zich met de
geboeide handen niet vrijelijk kon bewegen. Hij
vervolgde zijn weg over het stationsemplace
ment, klom over ijzeren hekken en schuttingen,
liep over den Meersenerweg en waande zich in
de velden in vrijheid. Het was een heel opstootje
op het station zegt de Tijd. De sneltrein ver
trok zonder marechaussées en gevangene, die
echter later uit zijn schuilplaats werd gehaald,
op aanwijzing van een paar met het terrein uit
stekend bekende burgers.
Het transport moest een paar uren worde.D
uitgesteld. De waakzaamheid der marechaussee
is met 100 pCt. vermeerderd.
Dure paarden. Een landbouwer te Anna
Paulowna kocht in de Provincie Groningen
twee fokmerries voor een gezamenlijk bedrag
van 2000.
Een referendum. In de vergadering van
len Raad der gemeente Almelo, werd na een
langdurige discussie met 10 tegen 9 stemmen
besloten, om alvorens met betrekking tot de in
gekomen adressen vóór en tegen wederinvoe
ring van de kermis, een beslissing te nemen,
deze zaak aan een referendum te onderwerpen
en daar aan onder controle der gemeente te
doen deelnemen hen, die op de thans van kracht
zijnde kiezerslijst voorkomen. De voorzitter
deelde mede, dat hij er ernstig over dacht, dit
besluit, dat z.i. in strijd is met de wet, aan H,
M. de Koningin ter vernietiging voor te dra
gen.
Mijnheer „Ikke." Men schrijft uit Amster
dam aan de D. Hert. Crt.
Men kan een boel van de Amsterdammers be
weren, men kan ze uitmaken voor al wat leeliik
is, men kan zeggen dat ze lui zijn en vadsig
maar fattig zijn ze niet! dat ze spoedig een
grooten mond opzetten, en dat het voor hen dik
wijls zeer moeilijk is de juiste scheidingslijn te
trekken tussclien vrijmoedigheid en brutaliteit...
niemand zal durven zeggen, dat ze geen zin heb
ben voor humor. Vooral het aantal z.g. droog
komieken is in onze stad enorm. De barbier tapt
moppen, de conducteur in de tram grapjast, ja,
als de vreemdeling aan den dienaar der politie
den weg vraagt, tien tegen een, dat de agent
zich van zijn plicht kwijt door een wegbesohrij-
ving, met humor doorspekt.
Gister constateerden we weer een aardig ge-
va!
Voor het loket B Aangeteekende Stukken is
het druk. Een dertigtal nieuwsgierigen staat
achter elkaar. Eindelijk is het de beurt aan een
dikke ouden heer. „Hoe heet u?" vraagt do
commies. Ikke? „Ja, hoe heet u?"
Ikke? „.Ja meneer, ik zou graag uw naam
vernemen!" Ikke? Het publiek begint te
lachen, dat buikje is „goochem" genoeg, hij be
grijpt- den commies duivenkaters goed, hij wil
een mop tappen, en wanneer de Amsterdammers
hooren grappen, vergeten ze het. dat ze haast
hebben. Maar ambtenaren laten niet met zich
spotten, zelfs niet de Amsterdamsche. En ge
streng herneemt de commies. „Nu voor de laat
ste maal meneer, uw naam, of anders zal ik u
laten verwijderen!" Het antwoord is voor
den zooveelste keerIkke. De ambtenaar wil de
daad hij het woord voegen, maar de heele
menigte buldert: Ikke, Ikke, Ikke! En de amb
tenaar, die nu lacht als een boer die kiespijn
heeft, zegt: „Azoo, n is de gemachtigde. Maakt
u dan voortaan uw handteekening wat duidelij
ker, hè
Icke is een vrij bekende familienaam in Am
sterdam. Een bekend Amsterdamsch coiffeur
heet b.v. zoo, en verschillende Ieke's hebben een
tapperij. Maar de ambtenaar, van buiten waar
schijnlijk, kende den naam niet.
De diefstal te Utrecht. In aansluiting!
op hetgeen wij mededeelden betreffende den
diefstal van bankbiljetten ten kantore eener
groote financieele instelling te Utrecht ka-n
het Utr. Dagblad nog het volgende berich
ten: Als vermoedelijke dader van dezen
diefstal is gearresteerd een geëmployeerde
van die Bank zelve; deze genoot op het
kantoor het volle vertrouwen en had daar
dan ook een positie van beteekenis. Hij was
er reeds zestien jaren in dienst. De aan
leiding1 tot zijn inhechtenisneming was de
volgende:
Dinsdag moest op het kantoor der bank
een wissel worden betaald van f 2400. die
aangeboden werd door de firma Viaer en
Kol en door den verdachte met het volle
bedrag werd uitbetaald.
1 De wisselloojier herinnerde zich dat hij
Wat zou dit te beduiden hebben? Hij drong
door de menigte been, doch hoe was hij te
moede, bij hetgeen zich daar, in het inwen
dige van den tempel voor zijne oogen ver
toonde! Van het standbeeld der godin en bet
geen vroeger daar ter plaatse aan het veel
godendom herinnerde, was niets meer te vin
den. Op den achtergrond, hoven het altaar-,
waaraan Sabinianus, omgeven door Poten-
tianus, Eobald en Serotinus, de heilige gehei
men der Christenen vierde, verhief zich een
groot kruis. Hii bespeurde ook Leodorich en
Gennorix in de eerste rijen der aanwezigen.
He godsvrucht en stilte welke onder die
schaar van geloovigen heerschte. noodzaakte
hem zoo stil mogelijk tot het voorste gedeelte
des tempel-s door te dringen. De verwonde-
ring, welke zich aanvankelijk van hem had
meester gemaakt, was in nieuwsgierigheid
overgegaan. Eensklaps werden al zijne lede-
maten door een siddering- getroffen: ihij 7Mg
Victorinus knielende op de trappen van het
altaar en aan zijne zijde de voormalige pries
teres van Vesta 'in bruidsgewaad getooid.
Thans wendde Sabinianus zich tot heiden, om
aan Victorinus een gouden ring toe te reiken,
dien hij aan Excelsa's vinger moest steken-
Toen echter, na dc wederzijdsche verklaring,
dat zij elkanders echtgenoot verlangden te
worden, de bisschop de hand op-hief en hen
plechtig, in naam van den Brieëenigen God,
te zamen verhond, - toen schemerde alles
voor de oogen van Bibulus. Hii had niet te
gen de verre reis naar Rome opgezien om
zijne vijanden te verderven; die reis was, door
den onverwachten dood van keizer Claudius,
deels doelloos geweest, doch dat was alles
nog niets bij hetgeen hem thans trof. Behalve
dat hij Excelsa, die hem had versmaad, thans
als de echtgenoot® van een Christen voor zich
zag, moest hij ook nog ondervinden dat 4e
gehate godsdienst triumfeerde! Hii verliet,
met de hel in het hart den tempel, dwaalde
lang als een zinnelooze rond, tot hij eindelijk
in de woning van Sedatus terecht kwam, die
in het tegenovergestelde gedeelte der stad
gelegen was.
Sedatus ontving Bibulus koel en liet hem
verhalen wat hem wedervaren was, zonder
dat dit of de opgewondenheid waarmede het
werd medegedeeld, eenigen indruk op hem
maakte. Ik wist vooruit dat het zoover moest
komen, sprak hij koel en op onverschilligen
toon.
Hoe! riep Bibulus, gij schijt het bedaard
te zullen aanzien, hoe dit gebroed zich lang
zamerhand van onze stad meester maakt en
zelfs onze tempels binnendringt! Moeten wij
ook bier geduldig onzen tijd afwachten, zoo
als te Rome? Bij de goden! Zoo wij van hen,
die 'hier in onze eigene stad hevel voeren,
geen recht kunnen krijgen, dan moeten wij
het ons door eigen kracht verschaffen, en ik
heb besloten dit te doen.
Ik niet.
Toen Bibulus door dé korte en koele opmer
kingen van Sedatus langzamerhand tot zich-
zelven was gekomen, zag hii duidelijk in dat
hij zijn reisgezel, die even laf als ontzenuwd
en bedorven was. niet tot zijn metgezel kon
maken. Hij wist eigenlijk niet wien !hij thans
grooter baat en verachting toedroeg: Leodo
rich en de overige Christenen of zijn voor
mali gen reisgenoot.
Gij schijnt gevaar en inspanning te vxee-
zen, hij het ten uitvoer brengen onzer plan
nen, sprak hij op verachtelüken toon. Gij zijt
rijk; geef mij geld en laat mij alleen voor de
uitvoering daarvan zorgen.
Geld voor uwe dolzinnigheden? riep Se
datus. Ik heb de reiskosten naar Italië be
taald en wre zijn er geen voetstap verder mede
gekomen. Hebt gij mij niet reeds genoeg af
geperst? Wilt gij inderdaad dat ik mij daar
enboven ook nog aan het gevaar zal bloot
stellen van als medeplichtige aan uwe waag
stukken in de armen der gerechtigheid t«
vallen of door de gansche wereld nitgelachoa
te worden? Doch genoeg, sprak hij op beslis-
senden toon, ik geef n geen geld; dat is mijn
laatste woord. Wees verstandig Bibulus!
Uw laatste woord! sprak Bibulus bleek
van toorn. Zoo vreesachtig voor de wet zijt
gij vroeger nooit geweest, en ook andere lie
den niet, tot wie gij n eenmaal hebt gewend,
om uwe plannen ten uitvoer te brengen.
Scheepten deze lieden u ook af met den goed-
koopen raad: Wees verstandig! in plaats van
uwe medeplichtigen te worden?
Ik heb norit iet» g-daan vat mij gewe
tenswroegingen kon veroorzaken.
Hoe durft gij mij dit in het aangezicht
zeggen? vroeg Bibulus, die thans tot de woedp
oversloeg; waar is dan uw vader? kent gij
den man niet meer, die hem het vergif toe
diende, hetwelk u zoo spoedig tot erfgenaam
maakte?
Sedatus verbleekte. Hij wierp een smeeken
den blik op den priester die in een dreigende
houding voor hem stond. Ik hid. u Bibu
lus, zwijg daarvan, of spreek ten minste niet
zoo luid, want mijne vrouw en kinderen zou
den n kunnen hooren.
Zoo! sprak Bibulus met een duivelach-