TWEEDE BLAD "~iÏÏTTÊiLAND~ BINNENLAND. Overwinningen van het Christendom. VüEJQAG 1® JÜfSI ISI4 FEUILLETON. NIEUWE DE TOESTAND DER KATHOLIEKE KERK IN EN GELAND. Volgens tie laatste statistiek zijn er in En geland. en Schotland (Ierland dus niet mede- gerekend) meer dan 13 mi 11 ioen katholieken op een bevolking van ongeveer 41 millioen zielen. Het vorig jaar hadden 6500 bekeerin gen plaats en er werden in Engeland en Schotland 160 nieuwe kerken gebouwd. KIEKJES UIT ALBANIë. De correspondent van de „Tel." geeft de volgende vermakelijke kiekjes uit het nieuwbak ken staatje: Waar leven de Albaniërs van? Wanneer ik 's morgens om half tien door de hoofdstraat van Durazzo wandel, tussehen de bazaar-huisjes door, zie ik in een streepje scha duw, ternauwernood een meter breed, de nota belen van de „residentie" zitten op kleine stoe len. Ze drinken hun dwergachtige kopjes Turk- sehe koffie en rooken hune sigaretten. Daar kletsen ze over de politiek van den dag, de m omloop zijne geruchten, bekladden elkaar en breken alles af wat de tegeering doet of doen zal. Ge ziet hen zitten in de duister-koele_ werk plaatsen van kleermaker, schoenmaker, coiffeur. Redeneerend, gebarend, wauwelend als een troep bedeelde oude wijfjes in een armenhuis. Wat ze eigenlijk uitvoeren om hun kost te verdienen, niemand schijnt het te weten. V an- neer de zon 's middags pal boven bet witte steeggeultje staat, en er geen milimeter scha duw meer is om weg te kruipen, dan verdwij nen de notabele luiaards weer. Men zegt om te gaan eten. Maar niemand weet wat ze eten en waar ze de para's vandaan halen om hun maag te stoppen. Vroeger, zoo zei mij een der hoofden van de Nederlandsche missie, kon ik 's morgens nooit een minister te spreken krijgen. Zijne Excellentie was nimmer thuis. Ik laat me nu niet meer verschalken. Loop eenvoudig het huis binnen, vraag- naar de slaapkamer van den bewusten minister en treedt binnen. Meestal ligt de gevraagde in een oude kapotjas op zijn bed. Kopje koffie bij de hand, sigaretten roo- kend. 't Gaat heuseh goed op deze manier re- geeringszaken af te doen. (Toen na een pooze). Ja, er zijn ministers die de Albaneesclie taal noch lezen, noch schrijven kunnen 't Schijnt voorloopig ook zoo te gaan! Ze hebben 't allemaal even druk, zei de Ne der! majoor. Wil je iets van hen gedaan krij gen, dan moet je er bij blijven. Zelfs zijn ze echter dikwijls van een taaiheid die me grijze haren bezorgt. Ze teiegrafeeren dan den ge- heelen dag „urgent". Staatstelegrammen kos ten niets. Een oppasser wordt wegestuurd om je te zoeken. De man doet zijn plicht. Zoekt overal waar je onmogelijk zijn kunt. Hij heeft een verschrikkelijk gewichtig telegram bij zich. Je bent gaan slapen. Om 3 uur 's morgens hevig geklop aan de deur. „Ja, 'n oogenblik!" Licht aangestoken. Gezicht als een oorwurm. De man overhandigt een dringend telegram! Turksche liieroglyphen lachen je spottend uit. De majoor schiet in z'n uniform, draaft met den. bezorger naar zijn dragoman. Het geschrift wordt ontcijferd: Inhoud. „Alles goed te El- Bassan. Verwachten versterking uit 't zuiden. Is er goed nieuws uit Tirana? Anwoord gaarne gewacht." Dat noemen ze hier„we hebben het druk Iemand vroeg meesmuilend. „Wat doen de Ocstenrijksche oorlogsschepen voor Durazzo?" De ander antwoordde: „Niemand weet het! Maar de matrozen maken op 't oogenblik de landingsbrug schoon; 30 manschappen, 4 onder officieren, 2 officieren. De koning wil een be zoek brengen aan een der schepen En de Italianen? Hie timmeren een closet aan de zeezijde voor dc verdubbelde wachtposten. De Italiaan- sche matrozen wilden geen gebruik meer maken van de Oostenrijksche privaten. Een commissie Is bezig een galg rood gemenied op te richten bij den ingang van het paleis. Dat ziet er gevaarlijk uit! 't Is niet zoo erg dramatisch. Er komt een lantaarn aan te hangen. Maar te Valona wordt toch tegenwoordig vreeselijk hard gewerkt! zei mijn buurman aan tafel. COURANT Dat heb ik ook gehoord, mengde een derde zich in 't gesprek. Men is van plan de intern, controle-com missie daar heen te sturen, om een voorbeeld, te nemen aan het vlijtig gedoe der Albaniërs. Iedereen gelooft, dat de commissie daar met koortsachtigen spoed vooruit zal komen. Waarom juist daar? vroeg ik ver wonderd. Te Valona hesrscht malaria, zei de ander, zonder lach. De aanlegplaats moet voltooid worden. Een gedeelte moet men nog dempen. Daar ligt een groene zeilboot met zand geladen. Het scheepje kan blijkbaar niet tegen den wal lig gen. Er heeft een lange beraadslaging plaats aan boord op welke manier het zand gelost kan worden. Eindelijk springen drie werklieden in 't water, dat hen tot ver over de heupen reikt. Ieder draagt op den schouder een mandje zand naar den wal. Ik heb de lieden 3 dagen lang op deze wijze zien tobben, toen was liet scheepje nog niet leeg. Niemand scheen op de gedachte gekomen te zijn, dat 3® een plank kon leggen van boord tot wal. Verlichte koppen kun je hier vinden De toekomstige president!?) van Mexico. De bijzondere correspondent van het Hbld. in Spanje schrijft uit Barcelona: Nu de wegen des heeren Wilson dusdanige blijven, dat het waarschijnlijk is, dat wij binnen afzienbaren tijd een excellentie Pancho Villa zullen hebben, hetzij dan als president of als mi nister van oorlog, moge hier een interview vol gen met Don Rafael Bezares, tenor van het Spaansche operagezelschap, dezer dagen uit Mexico teruggekeerd en die zijn leven te danken heeft aan de muzicaliteit van een van Villa's stafofficieren. In October van het jaar, dat de revolutie uit brak, bevond Bezares zich te Vera-Oruz. Met enkele honderden Spanjaarden vluchtte hij in de magazijnen van de douane, waar men hun verzekerd had, dat ze veilig zouden zijn, daar dit neutraal terrein was, hetgeen niet wegnam, dat er dagelijks enkele Spanjolen neergeschoten werden. De zanger vluchtte van Vera-Oruz naar Chihuahua, waar hij acht maanden opgesloten was, daar Zapata den weg naar Texas afsloot en de bandieten-generaal Villa de stad belegerd hield. Op zekeren dag kwam echter het bericht, dat de weg naar Texas open was en de tenor nam den eersten trein, die daarheen zou gaan. Nau welijks was die trein vertrokken, of hij werd aangehouden en alle passagiers gevangen ver klaard van Pancho Villa, die met zijn „staf" plaats kwam nemen tegenover den trein. Toen werden alle passagiers met twee tegelijk uit de wagens geranseld, voor den „generaal" gebracht en dan doodgeschoten: vrouwen, kinderen, grijs aards, Mexicanen of Spanjaarden, dat deed er niet toe. Toen er een twintigtal gefusilleerd waren, was <3e beurt aan Bezares en een vriend en toen Villa hoorde, dat hij met Spanjaarden te doen had, gaf hij een teeken om maar gauw te schie ten, doch gelukkig kwam er nog tijdig een der officieren van Villa's staf, een oud bewonde raar van den zanger uit Mexico tussehen beiden en redde zijn leven; de overige passagiers wer den allen neergeschoten. De tenor had de groote eer dien avond met Villa te mogen soupeeren en hij had de gelegen heid te over om voor zijn heele leven genoeg van dezen bandiet te krijgen. Toen hij 's ande rendaags naar Chihuahua teruggezonden werd, deelde Villa hem mee, dat hij die plaats binnen twee maanden ingenomen zou hebben. Dat was half Augustus en 16 November had Villa Chihuahua werkelijk genomen. Bezares was inmiddels toch naar Texas ontkomen met een convooi federalen, die hij, nog juist voor de Vereenigde Staten bereikt waren, 300 gevange nen zag neerschieten. Een van de dingen, die Bezares nog van de a.s. excellentie-bij-den-wil-van-president-Wilson vernam, was, dat hij voor derinneming van Chihuahua aan zijn troepen aanbood: 800 pesos elk, twee dagen vrij plunderen en die vrouw van de stad in wie ze den meesten zin mochten heb ben. Een verhaal uit de allereerste tijden der Christenheld. 11.) Welnu, cm gij denkt dat. de jonge vorst tonze klacht ral willen aanhooren? Vraagt liever of Agrippina er naar zal willen luisteren. Zij heeft er voor gezorgd, dat zich niemand iu het gevolg van haren zoon bevindt, die gevaarlijk zou kunnen zijn voor hare onbeperkte heerschappij. Van haar Ibebt gij echter, ik zeg dit om u geen ijdele verwachtingen te doen koesteren, geen gunstig resultaat van uwe bemoeiingen te wachten. Agrippina is te verstandig om het misnoegen, dat in vele deelen des rijks be staat, nog te vtrgrooten alleen om u genot, gtn te verschaffen. Het is een slechte troost na zulk een jlange on moeilijke re:e; doch wat raadt tril one? Er bhjft u niets over dan te ■wachten-, want met elk oogenblik kan de stand van paJMSi h'«r to Rome anders worden. Nero be- wo in tg van Let verstand zijner moeder, dooh 5tl 'heen al hare slechte eigenschappen tn zich vereemgd, en zij zijn hij j1&m jp een Vruchtbaren grond geplant. Er zal eens een dag komen det de jongeling, die zich thans' slechts met zijne vermaken, mét zijne gladia toren en vrijgelatenen bezig houdt, de zucht tot heersdhen die zijne moeder bezielt, lastig zal vinden dan zal uw uur geslagen zijn. i T refr,S, h°e komen yvii te weten dat het tijd zal zijn om dien hefboom tot vernietiging v,an uwen en onzen viiand in be weging te brengenT Kunt gij ons daartoe in de gelegenheid stellen? Ik geef er u mijn woord o-p. Er is mij veel aan het welslagen van uw plan gelegen, evenzeer om, zooals gij te kennen geeft, wraak te nemen op Leod-orich, als met een ander, moer praktisch doel. Ik ken geen beteren post voor mij a zoon Sever us, vervolgde Minucius glimlachend», c an de prefectuur van Senones. Onze belan gen gaan dus hand aan hand, en ik zal van al mijne waakzaamheid gebruik maken om uw plan te doen gelukken. Gedurende de weinige dagen die nog door Bibulus eu Sedatus te Rome werden doorge bracht, overtuigden zij zich niet slechts van allee wat Minucius hun had medegedeeld, maar ook van de voortreffelijkheid zijner raadgeving. Zij wisten niets betera te doen dan zoo spoedig mogelijk naar Gallië terug te keeren, ten einde daar een geschikte gele genheid af te wachten om hunne plannen ten uitvoer te brengen. Doch welk een bittere teleurstelling wacht te hen in het vaderland. Bibulus was bij zijne terugkomst in de voorstad Virus afgestegen; hii woonde daar in de nabijheid van den tempel van Vesta! Op het oogenblik zijner aankomst werd zijne aandacht gaande gemaakt door een buitenr gewoon god rang aan den ingang des tempels. DE DIRECTEUR VAN DEN LANDBOUW IN INDIë. Dien 4en Juli vertrekt, vèrgezield van zijn familie, mét verlof naar Europa, de direc teur van 's Lands Plantentuin, dr. Konings berger. Zooals w3j| destijds reeds meldden. Wordt dr. K. tijdens zijn afwezigheid ver vangen door "dr. Boorsma. Dr. Koningsberger is voornemens in De cember van dit jaar naar Indië terug te kee ren. Volgens menschen, die het weten kun nen schrijft het Bat. Nb! moet deze spoedige .terugkeer van dr. "Koningsberger verband houden met het aftreden in die maand van den tegenwoordigen directeur van Land bouw, den heer Lo vink. Men verklaart dit op de volgende, zeer zeker aannemelijke wij'ze. Toen In 1895 prof. dr. Melchior Treub van directeur .van 's Lands Plantentuin benoemd Werd tot directeur van het departement van Landbouw, werd algemeen geloofd dat de re geering op dien weg zou voortgaan en na het aftreden van prof. Treub hem zou doen vervangen door den persoon, die in zijn plaats tot directeur van 's Lands Plantentuin wad benoemd. De (regeering heeft dit evenwel niet ge daan en den heer Lovink "tot -directeur van Landbouw benoemd, toen deze in 1910 het bijltje e;r bij neerlegde. Velen achtten destijds door de benoeming, van den heer Lovink, dr. Koningsberger, die toen directeur van. 'a Lands Plantentuin was, gepasseerd. Daar. in December wederom een directeur van Landbouw moet worden benoemd en dr. Koningsberger ontegenzeggelijk op 'die func tie zeer igtoede 'rechten mag laten gelden, is men thans in ambtenaarskringen van mee ning, dat dr. Koningsberger in Holland per soonlijk bij den minister van Koloniën zijn belangen 'w'enscht te gaan beplteiten en in verband daarmede zijn terulgkeer heeft vast- gesteld op December a.s. DE BALIES EN HET ONTWERP-STRAF- vordering. Dooi' elk der vijf balies, werkzaam ter plaatse, waar'een Gerechtshof gevestigd is en bovendien door die van Rotterdam, is, op initiatief van den Deken der Orde van Advocaten bij den Hoo- gen Raad, het ontwerp-Strafvordering onder zocht en het resultaat daarvan aan de Tweede Kamer overgelegd. Algemeen werd bezwaar ge maakt om de gevallen van preventieve hechtenis met een vijtiental strafbare feiten uit te brei den en in het hijzonder om den buitenlander in voorloopige hechtenis te kunnen nemen, indien de vervolging een feit betreft, dat met gevan genisstraf bedreigd wordt (art. 6,4a). Om de be zwaren van het instituut der voorloopige hech tenis zooveel mogelijk op te heffen, stellen zij dan ook voor om ieder, op wien de maatregel wordt toegepast, dadelijk een raadsman te ge ven, dus een uitbreiding van het voorgestelde art. 37. -MLet instemming onderschrijven de ba- lies hetgeen in de Mem. van Toe! is gezegd over de belooning van den toegevoegden advocaat. De wet belette echter niet, zooals zij inderdaad doet, dat meer dan één raadsman worde toege voegd. Het voorgestelde vrije mondelinge en schriftelijke verkeer tussehen raadsman en ver dachte wordt genoemd een sieraad van het nieuwe ontwerp, doch dat de kennismaking der stukken ter griffie zal moeten geschieden is een practisch bezwaar. Vooral den toegevoegden raadsman zullen kosteloos afschriften moeten gegeven worden. De aanhef van art. 189 be perkt het recht van den raadsman om de ver- hooren van den verdachte bij te wonen uit vrees voor „ongewensclite elementen." De balier dee len die vrees niet en stellen voor het eerste en tweede lid van dit artikel te wijzigen. Ten aan zien van het accusatoire beginsel, dat het onder zoek ter terechtzitting beheerscht, meent men, dat een inbreuk op dit beginsel gemaakt wordt door artt. 270, 271, volgens welke in elke zaak persoonlijke versohijning van den verdachte en eventueel diens medebrenging kan worden be volen. Ook verdient het aanbeveling, de getui gen décharge eerst door den verdachte te doen ondervragen en dus hun ondervraging niet te doen geschieden ais die der getuigen charge. Een bepaling, waarbij de verdediger het recht wordt verleend den verdachte vragen te stellen, werd noode gemist. In het ontwerp wordt het z.g. partieel appèl Diet meer toegelaten; de ba lies echter achten de in de Mem. v. Toe! ge noemde bezwaren van weinig belang en dringen aan op weder-opneming van het patrieel appèl. De handhaving van den termijn van 3 dagen voor het instellen van beroep in cassatie wordt ongewenscht geacht. Een tijdsverloop van 3 dagen is veel te kort. Ten slotte wordt er op ge wezen, dat in de cassatie-procedure de verdach te het recht op het laatste woord dient te heb ben. De nota is onderteekend door mrs. Jos. van Raalte, L. S. G. de Hartog, J. M. van Hettinga Tromp, S. W. Holleman, J. Plantenga en J. R. H. van Schaik. OVERSTE THOMSON, f De voorloopige commissie, bestaande uit oenige vrienden van overste Thomson, welke zich te 's Gravenhage terstond gevormd had ter huldiging zijner nagedachtenis, heeft zich uitgebreid en gevormd tot een nationaal co mité en is thans als volgt samengesteld: K. Eland, luit.-generaal b. d., oud-Minister van Oorlog, voorzitter; H. Colijn, oud-Minister van Oorlog, onder-voorzitterH. P. Staal, luit.-generaal b. d., oud-Minister van Oorlog, mr. Th. H. de Meester, lid van de Tweede Kamer; jhr. mr. A. F. de Savornin Lob man, Minister van Staat, lid van de Tweede Kamer; prof. dr. W. H. Nolens, lid van de Tweede Kamer allen te 's GravenhageJ. B. A. Jonckheer, Amsterdam; dr. J. O. J. Bie- rens de Haan, Rotterdam; mr. P. Droöglee- ver Fortuyn, J. Jurriaan Kok, mr. J. D. Verbroek, M. M. Couvée Jr., secretaris-pen- ningtneester, laatstgenoemde vier allen te 's Gravenhage. De ontelbare en ontroerende bewijzen van instemming uit hét geheele land door de voorloopige commissie ontvangen, hebben het comité doen besluiten voor te bereiden de oprichting van een monument op een Thom- sonplein te 's Gravenhage. Het comité verzoekt het Nederlandsche volk en in het hij zonder ook hun, die reeds bewijzen van instemming toezonden hunne bijdragen zoo spoedig mogelijk te doen toe komen aan den secretaris-penningmeester, adres Zeestraat 80, Den Haag, terwijl het co mité het zeer. op prijs zoude stellen indien in meer gemeenten van ons land, cn zoo mogelijk ook in het buitenland, sub-comi tés zich zouden willen vormen, om het ver krijgen van bijdragen te bevorderen. Van de oprichting van zulke sub-comité's en van de resultaten hunner werkzaamheden zal met groote waardeering worden kennis ge nomen. BOND VAN NOORDZEErBAUPLAAïSEN. In een vergadering van den Bond van Noordzee-badplaatsen deelde de voorzitter, de heer P. L. de Vries (Zandvoort), mede, dat aan het einde dezer week de door den Bond uitgegeven en door hem samengestel de Igids in d e Duitsche taal op ruime schaal zal worden verspreid. Van alle bij den Bond aangesloten badplaatsen komen in dezen gids bijzonderheden voor. Besloten werd, dat het informatiebureau van den Bond zal gevestigd worden in per ceel 22 aan de .Weteringschans te Amster dam. In behandeling kwam hierna het adres van den Raad der gemeente Zandvoort in zake een te heffen Kurtaxe. Na verdedi ging van dit adres door den heer De Vries en bestrijding er van door den heer O. Nan- nes Gorter uit Alkmaar, besloot de Bond met 2 stemmen tegen en 1 blanco zijn ad- liaesie te betuigen, onder voorwaarde dat de Kurtaxe algemeen verplicht zou worden gesteld en een gedeelte der opbrengst uit sluitend zou aangewend worden ter bevor dering1 van het vreemdelingenverkeer in den meest ujtgebreiden zin. Namens den Bond zullen 20.000 sluitze- gels uitgegeven worden, naar een ontwerp van den kunstschilder Mulert uit Katwijk aan Zee. Door den voorzitter was aangedrongen op het bijhouden eener zuivere statistiek der in onze Noordzeebadplaatsen vertoevende vreemdelingen. Er van door. Een gevangene werd, bege leid door twee marechaussées te Maastricht op transport geBteld. Toen de drie aan het station kwamen om in de richting Venlo te vertrekken, zag de arres tant de kans schoon om.de plaat te poetsen. Fluks wierp hij de klompen uit en vóór de ma rechaussées van hun schrik bekomen waren, had de man reeds den looppas aangenomen. Toen I volgde een wilde ren op den vluchteling, die wel een voorsprong had, doch zich met de geboeide handen niet vrijelijk kon bewegen. Hij vervolgde zijn weg over het stationsemplace ment, klom over ijzeren hekken en schuttingen, liep over den Meersenerweg en waande zich in de velden in vrijheid. Het was een heel opstootje op het station zegt de Tijd. De sneltrein ver trok zonder marechaussées en gevangene, die echter later uit zijn schuilplaats werd gehaald, op aanwijzing van een paar met het terrein uit stekend bekende burgers. Het transport moest een paar uren worde.D uitgesteld. De waakzaamheid der marechaussee is met 100 pCt. vermeerderd. Dure paarden. Een landbouwer te Anna Paulowna kocht in de Provincie Groningen twee fokmerries voor een gezamenlijk bedrag van 2000. Een referendum. In de vergadering van len Raad der gemeente Almelo, werd na een langdurige discussie met 10 tegen 9 stemmen besloten, om alvorens met betrekking tot de in gekomen adressen vóór en tegen wederinvoe ring van de kermis, een beslissing te nemen, deze zaak aan een referendum te onderwerpen en daar aan onder controle der gemeente te doen deelnemen hen, die op de thans van kracht zijnde kiezerslijst voorkomen. De voorzitter deelde mede, dat hij er ernstig over dacht, dit besluit, dat z.i. in strijd is met de wet, aan H, M. de Koningin ter vernietiging voor te dra gen. Mijnheer „Ikke." Men schrijft uit Amster dam aan de D. Hert. Crt. Men kan een boel van de Amsterdammers be weren, men kan ze uitmaken voor al wat leeliik is, men kan zeggen dat ze lui zijn en vadsig maar fattig zijn ze niet! dat ze spoedig een grooten mond opzetten, en dat het voor hen dik wijls zeer moeilijk is de juiste scheidingslijn te trekken tussclien vrijmoedigheid en brutaliteit... niemand zal durven zeggen, dat ze geen zin heb ben voor humor. Vooral het aantal z.g. droog komieken is in onze stad enorm. De barbier tapt moppen, de conducteur in de tram grapjast, ja, als de vreemdeling aan den dienaar der politie den weg vraagt, tien tegen een, dat de agent zich van zijn plicht kwijt door een wegbesohrij- ving, met humor doorspekt. Gister constateerden we weer een aardig ge- va! Voor het loket B Aangeteekende Stukken is het druk. Een dertigtal nieuwsgierigen staat achter elkaar. Eindelijk is het de beurt aan een dikke ouden heer. „Hoe heet u?" vraagt do commies. Ikke? „Ja, hoe heet u?" Ikke? „.Ja meneer, ik zou graag uw naam vernemen!" Ikke? Het publiek begint te lachen, dat buikje is „goochem" genoeg, hij be grijpt- den commies duivenkaters goed, hij wil een mop tappen, en wanneer de Amsterdammers hooren grappen, vergeten ze het. dat ze haast hebben. Maar ambtenaren laten niet met zich spotten, zelfs niet de Amsterdamsche. En ge streng herneemt de commies. „Nu voor de laat ste maal meneer, uw naam, of anders zal ik u laten verwijderen!" Het antwoord is voor den zooveelste keerIkke. De ambtenaar wil de daad hij het woord voegen, maar de heele menigte buldert: Ikke, Ikke, Ikke! En de amb tenaar, die nu lacht als een boer die kiespijn heeft, zegt: „Azoo, n is de gemachtigde. Maakt u dan voortaan uw handteekening wat duidelij ker, hè Icke is een vrij bekende familienaam in Am sterdam. Een bekend Amsterdamsch coiffeur heet b.v. zoo, en verschillende Ieke's hebben een tapperij. Maar de ambtenaar, van buiten waar schijnlijk, kende den naam niet. De diefstal te Utrecht. In aansluiting! op hetgeen wij mededeelden betreffende den diefstal van bankbiljetten ten kantore eener groote financieele instelling te Utrecht ka-n het Utr. Dagblad nog het volgende berich ten: Als vermoedelijke dader van dezen diefstal is gearresteerd een geëmployeerde van die Bank zelve; deze genoot op het kantoor het volle vertrouwen en had daar dan ook een positie van beteekenis. Hij was er reeds zestien jaren in dienst. De aan leiding1 tot zijn inhechtenisneming was de volgende: Dinsdag moest op het kantoor der bank een wissel worden betaald van f 2400. die aangeboden werd door de firma Viaer en Kol en door den verdachte met het volle bedrag werd uitbetaald. 1 De wisselloojier herinnerde zich dat hij Wat zou dit te beduiden hebben? Hij drong door de menigte been, doch hoe was hij te moede, bij hetgeen zich daar, in het inwen dige van den tempel voor zijne oogen ver toonde! Van het standbeeld der godin en bet geen vroeger daar ter plaatse aan het veel godendom herinnerde, was niets meer te vin den. Op den achtergrond, hoven het altaar-, waaraan Sabinianus, omgeven door Poten- tianus, Eobald en Serotinus, de heilige gehei men der Christenen vierde, verhief zich een groot kruis. Hii bespeurde ook Leodorich en Gennorix in de eerste rijen der aanwezigen. He godsvrucht en stilte welke onder die schaar van geloovigen heerschte. noodzaakte hem zoo stil mogelijk tot het voorste gedeelte des tempel-s door te dringen. De verwonde- ring, welke zich aanvankelijk van hem had meester gemaakt, was in nieuwsgierigheid overgegaan. Eensklaps werden al zijne lede- maten door een siddering- getroffen: ihij 7Mg Victorinus knielende op de trappen van het altaar en aan zijne zijde de voormalige pries teres van Vesta 'in bruidsgewaad getooid. Thans wendde Sabinianus zich tot heiden, om aan Victorinus een gouden ring toe te reiken, dien hij aan Excelsa's vinger moest steken- Toen echter, na dc wederzijdsche verklaring, dat zij elkanders echtgenoot verlangden te worden, de bisschop de hand op-hief en hen plechtig, in naam van den Brieëenigen God, te zamen verhond, - toen schemerde alles voor de oogen van Bibulus. Hii had niet te gen de verre reis naar Rome opgezien om zijne vijanden te verderven; die reis was, door den onverwachten dood van keizer Claudius, deels doelloos geweest, doch dat was alles nog niets bij hetgeen hem thans trof. Behalve dat hij Excelsa, die hem had versmaad, thans als de echtgenoot® van een Christen voor zich zag, moest hij ook nog ondervinden dat 4e gehate godsdienst triumfeerde! Hii verliet, met de hel in het hart den tempel, dwaalde lang als een zinnelooze rond, tot hij eindelijk in de woning van Sedatus terecht kwam, die in het tegenovergestelde gedeelte der stad gelegen was. Sedatus ontving Bibulus koel en liet hem verhalen wat hem wedervaren was, zonder dat dit of de opgewondenheid waarmede het werd medegedeeld, eenigen indruk op hem maakte. Ik wist vooruit dat het zoover moest komen, sprak hij koel en op onverschilligen toon. Hoe! riep Bibulus, gij schijt het bedaard te zullen aanzien, hoe dit gebroed zich lang zamerhand van onze stad meester maakt en zelfs onze tempels binnendringt! Moeten wij ook bier geduldig onzen tijd afwachten, zoo als te Rome? Bij de goden! Zoo wij van hen, die 'hier in onze eigene stad hevel voeren, geen recht kunnen krijgen, dan moeten wij het ons door eigen kracht verschaffen, en ik heb besloten dit te doen. Ik niet. Toen Bibulus door dé korte en koele opmer kingen van Sedatus langzamerhand tot zich- zelven was gekomen, zag hii duidelijk in dat hij zijn reisgezel, die even laf als ontzenuwd en bedorven was. niet tot zijn metgezel kon maken. Hij wist eigenlijk niet wien !hij thans grooter baat en verachting toedroeg: Leodo rich en de overige Christenen of zijn voor mali gen reisgenoot. Gij schijnt gevaar en inspanning te vxee- zen, hij het ten uitvoer brengen onzer plan nen, sprak hij op verachtelüken toon. Gij zijt rijk; geef mij geld en laat mij alleen voor de uitvoering daarvan zorgen. Geld voor uwe dolzinnigheden? riep Se datus. Ik heb de reiskosten naar Italië be taald en wre zijn er geen voetstap verder mede gekomen. Hebt gij mij niet reeds genoeg af geperst? Wilt gij inderdaad dat ik mij daar enboven ook nog aan het gevaar zal bloot stellen van als medeplichtige aan uwe waag stukken in de armen der gerechtigheid t« vallen of door de gansche wereld nitgelachoa te worden? Doch genoeg, sprak hij op beslis- senden toon, ik geef n geen geld; dat is mijn laatste woord. Wees verstandig Bibulus! Uw laatste woord! sprak Bibulus bleek van toorn. Zoo vreesachtig voor de wet zijt gij vroeger nooit geweest, en ook andere lie den niet, tot wie gij n eenmaal hebt gewend, om uwe plannen ten uitvoer te brengen. Scheepten deze lieden u ook af met den goed- koopen raad: Wees verstandig! in plaats van uwe medeplichtigen te worden? Ik heb norit iet» g-daan vat mij gewe tenswroegingen kon veroorzaken. Hoe durft gij mij dit in het aangezicht zeggen? vroeg Bibulus, die thans tot de woedp oversloeg; waar is dan uw vader? kent gij den man niet meer, die hem het vergif toe diende, hetwelk u zoo spoedig tot erfgenaam maakte? Sedatus verbleekte. Hij wierp een smeeken den blik op den priester die in een dreigende houding voor hem stond. Ik hid. u Bibu lus, zwijg daarvan, of spreek ten minste niet zoo luid, want mijne vrouw en kinderen zou den n kunnen hooren. Zoo! sprak Bibulus met een duivelach-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 5