BLAD
Brieven uit Zaandam.
ITENLAND.
BINNENLAND.
Rond de Liturgie. -
Overwinningen van het
Christendom.
feuilleton.
ZATERDAG 17 JUÜI S9I4
Een krachtige regeering.
NIEUWE
Hoelang het precies geleden is, dat wij schre
ven; „waar is de man die in 't arbeidsconflict,
waar geheel de burgerij, de winkeliers niet het
minst, onder gehukt gaat, als bemiddelaar wil
optreden hij verdient den dank van ons allen,'
weet ik niet, maar nog steeds duurt het
„schrik'lijk pleit van dwang en vrijheid" aan.
't Is eigenaardig maar patroons zoowel als
werklieden zijn het reeds lang meer dan moe,
en nu het eindelijk op onderhandelen aankomt
zeggen do werkgevers: dat ieder zich bij zijn
patroon kon aanmelden op de oude voorwaarden
en.... over ieder aannemen zou afzonderlijk
worden beslist, dus m. a. w. op genade of on
genade overgeven. Dat de arbeiders daar zoo
dadelijk niet voor te.vinden zijn o.i. niet te ver
wonderen, in zulke gevallen is wederzijdsche
schikking de aangewezen weg. Zelfs het zeer
gematigde voorstel der Christelijken organi
saties: geen rancune allen dus wees aanne
men en de toegezegde verhooging op iets korter
termijn werdt afgewezen. Dat de staking dus
nog voortduurt is dus in hoofdzaak thans een
gevolg der onverzoenlijke houding der B. van W.
Eenige dagen geleden werd ons door iemand,
die graag met alles de spot drijft, in allen ernst
verteld dat wij dit jaar geen plaatselijke belas
ting behoefden te betalen „want" zei hij, Duys
heeft gezegd dat als de kapitalisten Zaandam
geen crediet willen verleenen wij het ons zelf
zullen verschaffen." Nu het geleek er wel wat
op, het was al einde Juni en nog steeds had nie
mand een aanslagbiljet, maar dezer dagen o wee
daar barstte de bom los. Ieder is 20 verhoogd
in zijn aanslag en als het daarbij bleef kon men
nog van geluk spreken want er waren er die
nog erger waren aangepakt. Als men nu nog in
aanmerking neemt dat wij behalve verschillen
de kleinere belastingen een zeer booge progres
sief percentage op de Personeele Belasting va-
rieerend van 55 tot 95 hebben te betalen be
hoeft het geen betoog dat wij voorloopig wel
weten waarvoor men kan werken. Op school
werd ons geleerd dat door de invoering van den
Tienden Penning het einde van het Spaansch
Bewind verhaast werd, laat ons hopen dat door
dezen Tienden Penning, want daar begint het
voor velen, middenstanders vooral al wat
op te gelijken, het huidige gemeente-bewind
worde veranderd en er ter gelegener tijd mannen
worden gekozen die met de draagkracht der ge
meentenaren wat beter rekening houden, en
hun tijd niet zoek brengen met het verwezen
lijken van allerlei dolle theorieen.
Over de verhooging van de havengelden is in
dertijd heel wat te doen geweest. Van do week
hoorden wij nog een aardig staaltje dat den
toestand aardig illustreert. Een Rijnaak met
steenen.voor bouwwerken in de Oostzijde be
stemd, zal aan het Groote Glop gelost worden,
er is echter geen geschikte losplaats dus de
schipper legt zijn schip aan een boom vast, een
lichter komt er tusschen want hij kan niet aan
den wal komen en het lossen begint. Door het
drukke heen en weer varen der booten gaat het
zware schip heen en weer, en rukt daardoor
den boom waaraan zij gemeerd lag gedeeltelijk
uit den grond; dadelijk word de schipper ge
sommeerd om schadevergoeding, ,,'t Is een
mooie boel" zegt de schipper „hoog havengeld
mo.èt ik betalen en je kunt nog niet eens je schip
behoorlijk vastmaken, laat staan dat je geschikt
kunt lossen, als 't eenigszins kan kom ik hier
nooit weer."
Door vele Zaandammers wordt er soms ge
klaagd dat er hier zoo weinig gelegenheid be
staat om een mooie wandeling te maken, 't Is
waar veel gelegenheid is er niet, maar toch wil
len wij een aardige route opgeven vooral om
dat het best mogelijk is dat het mooi daar
ook spoedig van af is.
Als men de Oostzijde inwandelt. O hooren wij
al zeggen ja dat is wel aardig en dan de Magere
Brug of als men ergen goeden zin heeft de
Noorder brug over en dan langs Koog a/d Zaan
en de Westzijde naar huis, maar wij bedoelen
juist nog verder dan de Noorder Brug langs den
kronkelenden weg naai het Kalf met zijn mooie
gezichten op „de Kuil" en „de Poel." Vroeger
was het er nog mooier toen kon men over de
„Hemmes" bezet met molens naar Koog Zaan
dijk en Wormerveer zien, maar dat is voorhij;
daar hebben practische menschen van die blik
ken loodsen neergezet, zeldzaam leelijke, logge
dingen, die van dezen kant gezien het geheele
landschap bedorven hebben, maar nu dreigt het
aan deze zijde ook. Naar verluidt is een gedeelte
van de Poel verkocht, dat wordt gedempt en dan
komen van die gegalvaniseerde ijzeren mon
sters. Wie er dus nog eens wat van zien wil,
moet zich haasten, als men dan langs 't Kalf
door Haaldersbroek en langs het Kalverdijkje
naar Wormerveer gaat of als dat te ver is over
varen naar Zaandijk en dan terug, heeft men
een pracht-wandeling gemaakt wat helaas
velen nog nooit gedaan hebben omdat het zoo
„ver" is. Dat was anders een mooie gelegen
heid voor „Heemschut" om het als het kon te
kiezen vooral daar het nog niet vaststaat of de
gemeente het recht, heeft om dat water te ver-
koopen. In den omtrek van den Dam is het
anders druk met bouwen; aan alle kanten razen
de heimachines om je heen. Tranformatorenge-
bouw, het Post- en Telegraafkantoor en voor de
rost eafé's het schijnt wel of er aan andere dim
gen geen behoefte is, het wordt niet anders dan
eafé's die het hoofdpunt van onze plaats Za
terdagsavond en Zondag bijna ongenietbaar
maken, dan hoort men niets anders dan het ge
roezemoes uit de verschillende orkestrions,
elctrische piano's of wat dies meer zij, 't is
afschuwelijk. De hoop van velen dat de toestand
in den Iilauwershoek zou verbeterd worden is
verijdeld, de vereende pogingen van belangheb
bende bewoners van die buurt om tot een goede
oplossing van dit verkeersprobleem te komen
is gestrand op den onwil van den Gemeenteraad
omdat er geen geld is.'t Is wel curieus maar geen
der vroede vaderen woont in de Oostzijde, of
misschien was deze oplossing te eenvoudig het
moet grootscher aangepakt worden, achter het
kerkhof om zoo naar het Eransche Pad. Nu als
dat doorgaat, arme bewoners van Zuider Kerk
straat en Klauwershoek dan kunt gij u voegen
bfj zoo vele eigenaars van waardelioze percee-
len die hier al zijn, een ieder kan ze wel op
noemen.
W.
Toestand in Albanië.
Te Durazzo heerscht de grootste verwarring
en de incidenten volgen elkaar snel op zoo ver
nam de Tel. dezer dagen uit Parijs. Woensdag
b.v. werden de correspondent van het Peters-
burgsche telegraaf agentschap Ketof en de „Ma-
tin"-correspondeut aangehouden en pas weer
losgelaten na een démarche van den heer De
Fontenay, gevolmachtigd minister van Frank-
rijk'te Durazzo. De „Matin"-correspondent ver
haalt zijn avontuur als volgt:
„De militaire commandant had de geheele
stad om zoo te zeggen geleegd,do or alle inwo-
nets aan het werk te zetten bij de loopgraven
en bij het verbranden van liet kreupelhout ron-
dom Durazzo.
Omstreeks negen uur in den morgen wan
delde ik rustig door de straten, toen ik bemerk
te, dat mijn collega Ketof het te kwaad had met
gendarmen en geïmproviseerde politie-agenten.
Ik ging op het standje af en vernam, dat de
gendarmen den Rus wilden meenemen, om hem
te dwingen, mede te werken aan de loopgraven.
Tevergeefs beriep hij zich op zijn hoedanigheid
van vreemdeling en verlangde hij, naar de Rus
sische legatie te worden geleid. De gendarmen
antwoordden hem brutaalweg: „Wij storen ons
aan geen legaties en aan geen vreemdelingen.
Vooruit! Kom mee!"
Ik onderging eenzelfde lot en eerst na een
hernieuwd en krachtig protest, werden wij los
gelaten.
Aangezien de Russische gevolmachtigde mi
nister dien morgen naar Valona vertrokken
was, deed de heer Fontenay het noodige en ging
hij een bezoek afleggen bij Turkan pasja, om te
protesteeren tegen de onwettige handeling der
gendarmen.
Een half uur later herhaalde zich dit inci
dent tusschen ons en majoor Kroon, die ook be
weerde, dat hij met onze legaties niets te maken
had. De eontróle-commissie, die intusschen ge
waarschuwd was, kwam oogenblikkelijk bijeen
en protesteerde tegen deze pretentie, waarop
majoor Kroon ons zijn verontschuldigingen aan
bood."
Het incident, zegt de „Matin"-correspondent,
is op zich zelf niet erg, maar er blijkt nit, welk
een staat van algebeele anarchie er te Durazzo
heerscht.
De toestand in het geheele land is zeer ern
stig.
Dé correspondent der RomeinseËé s,TrihunaH
seint ook aan zijn blad, daï ïwee journalisten,
een Franschman en een Rus, op last van Hol-
landsche officieren, gedwongen werden, om zich
hij de verdedigers der stad te voegen, én eerst
werden vrijgelaten na de tusschenkomst hunner
respectieve consuls.
De „Tribuna"-correspondent zegt, dat men te
Durazzo onder een waar schrikbewind leeït en
onder de voordurende bedreiging van een alge
meen© uitmoording.
Men moet evenwel steeds voor oogen houden,
dat deze berichten zijn uit Fransche bron en dus
evenals die van Italiaansche zijde met eenig
voorbehoud ontvangen moeten worden! (Red.)
Een monument voor generaal Lamoricière.
In Koléa (Algiers) ia dezer dagen een monu
ment onthuld, ter nagedachtenis van generaal
Lamoricière. De vertegenwoordigers van den
minister van oorlog, van den gouverneur-gene
raal van Algiers en de stedelijke commandant
woonden de plechtigheid bij. Vooraf werd de
plechtige H. Mis opgedragen voor de zielen der
oud-zouaven. Zooals men weet was Lamoricière
het type van een krijgsman. In Algiers heeft
hü 18 veldtochten geleid en Abdel-Kader ouder
worpen. Zijn grootsten roem behaalde hij als
bevelvoerend generaal van het Pauselijk leger,
dat vooral door zijn organiseerend talent ver
sterkt werd. Bekend vooral is zijn gevecht te
gen de Piëmonteezen onder Cialdini bij Castel-
fidardo, in September I860. Na de capulatie te
Ancona trok hij terug naar zijn vaderland, waar
hij in 1865 stierf.
Men weet, dat de Fransche regeering ge
zwicht is voor de bedreigingen en eischen der
postbeambten.
Toch heeft ze blijkbaar nog kracht en energie,
doch alleen dan tegenover religieuzen.
„Te Laurelas (Oötes-du-Nord), zoo schrijft de
corr. der „Msb.", woonde een religieuze, be
mind in geheel het dorp om de diensten, welke
zij aan een ieder bewees. Drie brigades gen
darmerie, die van Broons, Coulnes en Collines,
werden benoodigd geacht om één liefdezuster
„uit te drijven." Vijftien gendarmen omsingel
den de vesting oftewel de hut, waarin de zuster
woonde, en na de deur te hebben opengebroken,
werd de religieuze op straat gezet.
„De Congregatie der Zusters van Sint Joseph
van Cluny, bezit een weeshuis te Senlis (Oise).
De prefect heeft bevolen, dit weeshuis op den
eersten September e.k. te doen sluiten. In dit
weeshuis worden tachtig weezen, voor het mee-
rendeel kinderen beneoen de dertien jaar, ver
pleegd. Waar die thans heen moeten, is een
raadsel.
Te Nantes waren drie leden van ontbonden
Congregaties werkzaam als leeraren. Ze spra
ken wel eens samen, kwamen misschien wel eens
bij elkaarthans worden ze vervolgd wegens dé-
lit de congrégation...
Men weet, dat de huidige minister Malvy de
man was, die een interpellatie hield, omdat
Briand te slap optrad tegen de Katholieken!!
MENEER KLEEREKOPER!
Deze „geachte afgevaardigde" zou, voordat
de voorstelling" hiermede bedoelt meneer
de Tweede Kamer! --- een einde nam, een in
terpellatie houden.
Maar cilacie, zegt de Kameroverzichtschrij
ver van de Msb., „de voorstelling" is door
gegaan zonder het kostelijk succesnum
mer, waar:n deze ijveraar voor onverkort
recht de heldenrol had willen kraaien.
Wat spijt! 't Werd in de laatste dagen al
hachelijker. Men schoof nog allerlei num
mers voor de interpellatie, en dan: men talm
de en zeurde toch zoo! Het had een interpel
latie moeten worden van eenige dagen; ma
teriaal was hem genoeg^toegezonden; stem
ming had de bescheiden jongeman al genoeg
gemaakt in het Volk. Een paar dagen moest
het in alle kranten Kleerekoperen. O, in het
middelpunt te staan van dagenlange aan-
dacht der ganscKe natie, n\et een verblin
ding van welsprekendheid! #t Vooruitzicht)
bedwelmde schier. Doch zie, er werd gepraat
over andere zaken, langzaam werd het zeker,
dat de heerlijkheid op 's lande spreekgestoel
te niet eenige dagen zou kunnen duren. De
illusie kromp. Eindelijk kon de held van het
stuk zich niet meer ontveinzen, dat 't slechts
eenige uren zou mogen duren. En. heel ein
delijk, verdween alle uitzicht op parlemen
taire lauweren.
Toen het Donderdagmiddag niet meer
twijfelachtig was, dat de tijd absoluut zon
ontbreken, werd het voorste] gedaan door
den heer Lobman, de interpellatie van de
agenda^ af te voeren. Geen denken aan. ver
zette zich de hoofdpersoon. Doch de kracht
der feiten, het absoluut ontbreken van tijd
drong zich aan hem op, mankte hem vatbaar
voor een handig bevr.tdigingsvoorstel van
den voorzitter. Deze wilde den heer Kleere-
koper, als hij van zijn interpellatie afzag,
gelegenheid geven, om over de zaak waar
het om ging, nog denzelfden middag eenige
vragen te stellen aan den Minister van Wa
terstaat, die zich bereid verklaard had, ter
stond te antwoorden. Daar de allervreese-
lijkste urgentie der zaak nog pas door den
heer Kleerekcper was betocgd, moest hij op
dit zakelijk voorstel wel ingaan.
Donderdagmiddag, het zal ongeveer drie
uur geweest zijn, brak dan dat moment der
momenten aan. Een lange vraag was het.
Of de Minister bereid was bij de S.S. zijn
invloed aan te wenden om nu om kort te
gaan; om de ambtenaren, die tevens gemeen
teraadslid zijn, te doen in staat stellen de
raadsvergaderingen naar behooren bij te. wo
nen. Op de lange vraag, zoo theatraal mo
gelijk voorgedragen, antwoordde de Minister
zoo nuchter mogelijk met een laconiek zin
netjes bevestigend.
Kon er meer worden verlangd? Ja, er is
nog iets meer dan zijn zin te kriigen: daar
is spreken, glorieeren, kolommen „Handelin
gen" vullen, praehtphrasen debiteeren, klin
kende demagogische munt aan den man bren
gen.... Daarom gebaarde de man, die daar
zoo prachtig toegezegd kreeg, wat hij had ge
vraagd, hoog met den vinger in de lucht om
aan mijnheer den voorzitter nog eenmaal hei
woord het woord ziet n, de hoofdzaak
immers te vragenJammer, duizend
maal jammer kent evenwel het Reglement
van Orde geen repliek hij het stellen van een
vraag. Dat stuk dateert uit een tijd, toen men
er niet aan gedacht heeft, welken roem eem
maal de heer Kleerekoper zou willen beha
len met repliek, m>et woorden, woorden
Onbeschrijflijk was de pret der Kamer. De
man zou niet zoo ongeëvenaard zijn belachen,
behoond, zegden we haast, door de heele Ka
mer, als niet algemeen was doorzien, wat bet
ditmaal zeggen wilde, dit het woord-vragen.
Zijn partijgenooten snelden, onder den hoon
der Kamer, op hem toe, hem beduidend, dat
het niet reglementair was. Dan ging hij maar
zitten, werd rood, bleek, dronk eens en
lachte mee, zuurzoet, Het stuk was door den
vervuiler der hoofdrol in het water gevallen;
<3e „voorstelling-" om 's mans eigren woord ie
gebruiken had den roem van den rooden
troep niet vermeerd."
/RINKWATERVOORZIENING IN ZUID
HOLLAND, NOORD-HOLLAND EN
UTRECHT.
De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft,
naar het U. D„ meldt een missive gezonden aan
de gemeentebesturen der drie bovengenoemde
provinciën. Daarin wordt o.a. gezegd:
Bezwaren van technischen en financieelen
aard staan de totstandkoming van een centrale
drinkwaterleiding, als beoogd door het comité
voor de Vechtstreek e.o. en door het comité
voor de streek tusschen Bijn en Lek, vooralsnog
in den weg. Niettemin wordt het door mij zeer
wenschelijk geacht, dat in de genoemde en in
enkele aangrenzende deelen des lands afdoende
verbetering wordt gebracht in de drinkwater
voorziening, waarvan de gebrekkige toestand in
vele der betrokken gemeenten reeds aanleiding
heeft gegeven tot door haar ingestelde, vaak
kostbare, doch niet met goeden uitslag bekroon
de pogingen tot verbetering en tot alleszins ge
rechtvaardigde klachten.
Dit heeft mij aanleiding gegeven de vraag
onder de oogen te doen zien, of het mogelijk
is, hetzij van rijkswege, hetzij met rijkssteun,
een centrale drinkwaterleiding tot stand te
brengen en te esploiteeren, door welke de in
beide bovenbedoelde plannen opgenomen ge
meenten, alsmede enkele andere in de omgeving
CCXIV.
HUWELIJKSMIS EN BRUIDSZEGEN.
Het formulier der huwelijksmis en van den
daarmede verbonden bruidszegen is doortrok
ken van de gedachte, dat God op het gebed
der Kerk Zijn zegen in ruime mate mog»
uitstorten over het tot stand gekomen huwe
lijk, opdat het zijn ideaal, de onverbreekbare
vereeniging van Christus met Zijne Kerk.
zooveel mogelijk benadere, vruchtbaar zij in
nakomelingschap on aan deze zooveel als aan
de echtgenooten zelf tot heil strekken.
Bij den Introïtus begroet de Kerk de jong
gehuwden en biedt bun hare heilwenschen
aan met deze woorden en ontleend aan het
boek Tobias: „De God van Israël vereenige u
en Hij zij met u, die Zich erbarmt heeft over
de twee eeniggeborenen" (Tobias en Sara wa
ren beiden het eenig kind hunne ouders).
Hoe rijk aan inbond zijn deze eenvoudige
woorden! Grooter zegen is niet denkbaar,
krachtiger hulp kan Zij niet aanbieden, rijker
huwelijksgift den jonggehuwden niet meege
ven op hun verderen levensweg dan dit: „Go<l
zij met u!" Er staat immers geschreven: „Als
God met ons i6, wie vermag dan iets tegen
ons?"
Bij bare gelnkwensehen voegt de Kerk nn
ook een smeekbede: „En nu, Heer", zoo Vdt
Zij, „geef dat zij U nog volmaakter leven".
Hoe zal dit geschieden? Door thans nu zij
door den band des huwelijks met elkander
verbonden zijn te zorgen niet slechts voor
hun eigen zaligheid, maar ook voor elkan
ders zaligheid, voor de zaligheid der kinde
ren, die God hun zal toevertrouwen; door el
kander en hunne kinderen te stichten met een
goed voorbeeld en een christelijken levens
wandel; door het geloof, dat hun geschonken
is. over te planten in de harten hunner klei
nen.
Handelen wij aldus, beschouwen wü den hu
welijken staat voortaan als den weg, waar
langs zij tot volmaaktheid moeten komen,
dan worden zij deelachtig aan de zaligspre
king van den Psalmist, welke de Kerk na
hare heil- en smeekbede hun aldus vertolkt:
„Zalig allen, die den Hëer vreezen, die Zijne
wegen bewandelen!"
In Epistel en Evangelie komt Zij vervol
gens aan bruidegom en bruid leeren, h oe zü
voortaan den Heer moeten vreezen. hoe zü
voortaan Zijn wegen moeten bewandelen. In
het Epiètel houdt Zij hen het hooge ideaal
van het christelijk huweBjk voor oogen: de_
man is het hoofd der vrouw, gelijk Christus
het hoofd is der Kerk; daarom moet de mam
zijn vrouw liefhebben als zijn eigen lichaam,
geiijk Christus Zijn Kerk beminde en Zich-f
zelf voor baar heeft overgeleverd. Van den
anderen kant, gelijk de Kerk aan Christus1
onderdanig is in alles, zoo moet ook de echt-
genoote haren gemaal vreezen. Hierna treedt
in het Evangelie Christns Zelf sprekend op
om onontbindbaarheid des huwelijks te ver
kondigen met de woorden: „Wat God vereo-
nigd heeft, zal de mensch niet scheiden!"
gelegen, op afdoende wijze van deugdelijk drink
water zouden kunnen worden voorzien.
Daarbij zouden ook gebaat zijn gemeenten,
die, hoewel reeds van waterleiding voorzien,
verbetering, uitbreiding of aanvulling daarvan
wenschen, en voor welke de gelegenheid daartoe
opengesteld zou worden.
Het voorloopig onderzoek naar de technisch»
en financieele bestaanbaarheid van zulk een on
derneming is door mij opgedragen aan den di
recteur van het rijksbureau voor drinkwater
voorziening te 's-Gravenhage.
Moeht dit onderzoek waarvan ik den uitslag
vóór 1 Januari e.k. tegemoet zie een gun
stig resultaat opleveren, dan ligt het aanvanke
lijk in mijn voornemen met bekwamen spoed
meer definitieve plannen te doen opmaken.
Bij de missive is een vragenlijst gevoegd.
Dan gaat de minister vcort:
Ik verzoek u van het in te stellen onderzoek
kennis te geven aan den raad uwer gemeeente
en daarbij de mededeeling te voegen, dat da
thans aanhangige plannen slechts dan uitge
voerd zullen worden, indien daarvoor geen of
fers van eenig belang uit de gemeentekas zul
len gevraagd moeten worden en zoo de levering
aan de verbruikers tegen normale prijzen zal
kunnen plaats vinden.
Een verhaal uit de allereerste tijden der
Christenheid.
12.;
Na de nederdaling van den H. Geest had
den de Apostelen in het huis van Jezuef
vriend een bedezaal ingewijd Toen de eerste
vervolgingen tegen de Christenen in het
joodsche land plaats grepen, werd dit huis
een algemeen^ toevluchtsoord. Lazarus werd
nog op een rijpen leeftijd bisschop en begaf
zmh als zoodanig naar het eiland Cyprus
ioen hij zich daar wegens de uitgebreide ver
volgingen niet meer veilig achtte, vestigde
Massiha alwaar hij een gemeente
m spoedig in bloei' toenam.
Te Arausio, zoo verhaalde Altinus. begroet-
i I FU+ Pv!.,is' d,en b,ssch°P dezer stad. Hü
is te Antioehie geboren en met ons naar Ro
me gegaan; de stoffelijke overblijfselen met
zien voerende van twee der onnoozele kinde
ren, die Herodes te Bethlehem liet
den.
vermoov-
zonden, waren lij reeds drie dagen op weg trokken dat zij den doop verlangden, die hen die door den bisschop werden verricht, bad
naar hunne bestemming, toen Georgius stierf.
De bistchop Fronto snelde in de grootste
roefheid naar Petrus te Rome terug, om
eDj !uet deze noodlottige gebeurtenis be
nend te maken.
.mT,iP®tr'uS5,af Froat<> zijn staf mede om den
i 6 ,e^ j11 terug te roepen, welk won
der, op het gebed van den Prins der Aposte
len, werkelijk plaats greep. Toen vervolgden
de vrienden hun weg naar Aquitanië. In een
der steden wijdden zij, na talrijke bekeerin
gen te hebben, bewerkt, den Heer een bede
huis. Ik heb aldaar de bisschoppelijke wij-
n f) van Georges bijgewoond, Eronto
6qL Alob daar°P naar Petrieorium hegeven.
verna, midden in het land der Aver-
boofdstad der provincie Belaunia
rof ik Pronto en Georgius aan, eerstgenoem-
en als bisschop, den tweede als priester;
beiden waren, evenals wü. met PetrU8 van
merden pr^derTpUetn naTr GalB/ftt! I
neezen, heeft Austremoniue zün zetel geves-
gemeente wordt voortdurend uit
gebreid. De bisschop doet thans een kerk voor
die gemeente bouwen; ten aantal wonderen,
die de Heer op zijne voorspraak heeft ge-
dan ik in staat zün, u eenige bijzonderheden
uit zijne jeugd mede te deelen, dewijl hü
daarvan voor een gedeelte getuige is geweest.
Toen oaze Heer, zoo verhaalde daarop
Sabinianus, in Judea in den stam van Ben-
pamin leeraarde, stroomde veel volk tot Hem.
In het hijzonder onderscheidde zich daarbij
een voorname jood, Marcellus genaamd, die
destijds ongeveer 15 jaren oud zal zijn ge
weest. Toen Mareellus en de zijnen de boet-
op bevel des Heeren door Petru6 werd toe-'zij hem den kranke te genezeii. „Zoo gü ge-
gediend. Van dat oogenblik af verliet de looft, sprak Martialis tot haar, zult gij de
jonge Martialis het üootd der Apostelen niet jheerlijkheid Gods zien." Hü maakte daarop
meet Bij het laatste Avondmaal waren Mar-[het teek en des kruises over den ongelukkige
tialis en Cleophas de uitverkorenen uit vele en ziet, zijne ketenen werden verbroken en
leerlingen, die den Gei tend mochten bedie- hij was genezen. De matrone wierp zich voor
nen. Toen Christus na Zijne verrijzenis aan
de Apostelen verscheen en honig met hen at,
was ook Martialis daarbij tegenwoordig;
evenzoo bij de Hemelvaart, bij welke gele-
de voeten van den bisschop neder en begeer
de het Doopsel te ontvangen. Zij, hare eenige
dochter Valeria en al hare onderhoorigen,
tezamen zeshonderd personen, mannen en
in de stad was de schouwburg, daar predikte
nn Martialis openlijk den Gekruiste. De hei-
densche priesters over den grooten toeloop
f - - a j -I A vliUCJ. U. Xr v 1 CU 11C1
genheid hij met de Apostelen den zegen des vrouwen, slaven en vrijen, werden in de Kerk
Heeren ontving. Op net i mksterfeest bevond opgenomen. Het grootste openbare gebouw
hu zich onder de Apostelen en leerlingen, die
met den H. Geest vervuld werden. Hij kwam
met Petrus en vele andere leerlingen onder „,C1
welke zich ook Potentianus en ik waren, naar verbitterd, welke daarbü plaats had, lieten
Antiockië en vertrok vandaar naar Ronm,den bisschop gevangen nemen, hem benevens
terwijl hij schier tegelijkertijd met mij zijne zijne medehelpers met roeden geeselen en in
missie in het land der Galliërs aanving. de gevangenis werpen. Middelerwijl hij daar'
Tot zoover strekte de mededeeling van Sa- des nachts üverig tot God had, werd eens-
n til v, a„(. r itunianus, daarna nam Altinus den draad van klaps zijn verblijfplaats door een wondervol
wrocht, verstrekken hem tot grooten troost zijn verhaal weder op. liehPt bestraakl. Zijne ketenen zoowel als die
m zijn moeitevollen arbeid. Het zal toen ongeveer twee jaren geweestzijner metgezellen vielen van hunne handen
e Lemovica wordt ooor Martialis met j zijn nadat Petrus znu zetel te Rome had ge-en de deur der gevangenis werd geopend. De
grooten ijver gepred.kt. Sabinianus zal beter vestigd. De Heer was hem verschenen en had gevangenbewaarders, ziende wat voor hunne
hem bevel gegeven om Martialis naar Gal-oogen plaats greep, wierpen zich voor de voe-
lie te zenden. Dit bevel werd onraiddellyk :ten van de geloofsverkondigers en geloofden
aan Martialis medegedeeld, die zich met Al-,in Christns. Op hetzelfde oogenblik werd on-1
pimanus en Austriclmianus als zline metge- der hevige donderslagen de stad door eene
ri,' daarheen begaf. aardbeving getroffen. De 'heidenen liepen vol j
Jteteovica aangekomen zijnde, vonden; angst naar hunnen tempel om daar beseher- j
zij gastvrijheid hij een voorname matrone, ming te vinden, doch de afgodenpriesters, dlc
met name Susanna. In het huis dezer vrouw die dienaren Gods hadden doen grijpen, wer-
bevond zich iemand die dermate door razer- Jden voor hunne oogen door den bliksem ge-
nij werd overvallen, dat men hem moest bin- 'troffen en stierven. Toen liep het volk naar
G»n;s n- jj ,:r,"oaaaoai r,jj.den om hem te overmeesteren. Toen nu de de gevangenis om de leerlingen des Heeren
ge" 00r fle Söüuelijke waarheden zoozeer aange-1 matrone van de wonderen hoorde spreken,'te bevnjden, doch ziende dat zij reeds in vrfj-
lieïd waren, riepen zü: „Vreemdelingen, die
zichtbaar door de Godheid wordt beschermd,
wanneer gij deze dooden weder in liet levea
terug kunt roepen, willen wü alles, wat gf'
verkondigt, gelooven." De bisschop, in de na-
hijheid der lükun gebracht zünde, gebood
hun in naam van Christus, die door de Jo
den gedood, doch op den derden dag glorie
rijk verrezen was, op te staan. „Ontwaakt!''
riep hü, „en zegt aan dit volk wat het moet
doen." De dooden stonden op, vielen voor tie
voeten van de dienaren Gods op de knieën
neder en riepen; „Wij hebben tegen u gezon
digd. Er is geen andere God in den hemel en
op aarde, dan de door u verkondigde". Mar
tialis verzocht dal het gansche volk den vol
genden morgen bijéénvergaderd zou zijn. Hij
doopte er twee en twintig duizend. Toen be
gaf hij zich', vergezeld van de nieuwe Chris
tenen naar den afgodstempel, verbrijzelde «e
standbeelden vau Jupiter, Diana, Venus en
anderen, en wijdde hem in tot een chistelijke
kerk, onder aanroeping van den H. Stepha-
nus, den eersten martelaar.
Dte geloovigen hadden de mededeelingen
van Altinus met genoegen aangehoord. Uit
hunne cogen schitterde innige deelneming in
de wondervolle lotgevallen der jeugdige Kerl^
in Gallië. Sabinianus drukte het gevoelen
van allen uit. toen hü uitriep: „Waar is een!
land te vinden, dat zoozeer door den Heer
bemind en bevoorrecht? Op Zijne ingeving
zendt do Prins der Apostelen zijne meest!
geliefde leerlingen tot u en aan het door
deze gestrooide zaad geeft Hü den schoon-
slen wasdom.
Leodorich, die met Victorious tegenwoor
dig was. werd wel het allermeest door deze