m
Hst iereltanps nir des vrede.
BU STEM LA ND.
BINNENLAND.
feuilleton.
Overwinningen van het
Christendom.
NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT ™"£f,.*LAD
Onder de verschillende nationale en inter-
toationale jaarlijks teïugkeerende vredescon
gressen neemt het Wereldcongres voor 'den
J™1' een zeer bijzondere plaats in. Deze
oljeenkomst is de verzamelplaats van alle
(>or'inannen der vredesbeweging uit alle dee-
en der wereld. (Wie in Amerika, Duitsch-
tand Frankrijk, Engeland, Oostenrijk-Honga-
Rusland, de Scandinavische landen, Italië,
Zwitserland, België en ook -Nederland con
©enigszins leidende rol in de vredesbeweging,
op welk onderdeel ook, heeft, zij allen ple-
l>en op het Wereldcongres voor den Vrede
zich te vereenigen tot een indrukwekkend
itydheel van verschillende nationaliteiten en
verschillende levensbeschouwing, maar één.
ju hun verlangen naar vruchtbare samenwer
king, één ook in een heerlijke en verwar-
Kiende geestdrift voor de grootsche idee,. Naar
het Wereldcongres voor den Vrede, dat ge
organiseerd wordt door het Internationaal Vre
desbureau te Bern, vaardigt iedere nationale
vredesvereeniging steeds haar beste mannen
on vrouwen af, zoodat een paar honderd des
kundigen, op het gebied van internationaal
recht, propaganda, opvoedkunde, economie en
andere onderdeelen dor bewegingen als stem
gerechtigde afgevaardigden steeds het Congres
bijwonen. Daarbij komt nu de steeds toene
mende stroom van belangstellende pacifisten,
me, zonder afgevaardigd te worden, zelfstandig
Jen congTesse gaan om 't,e genieten van in
houd en vorm der steeds hoogstaande rede
voeringen van de Congres-rapporteurs en van
den vriendschappeMjken omgang, die tusschen
de congïesdeelnemei's der verschillende natio-
1 tui ten pleegt te heersehien.
Cenoot Nederland do eer verleden jaar liet
Wereldcongres voor den Vrede te mogen
Kutvangen, thans is Weenen aan de beurt, en
'neri mag ér zeker van zijn, dat de schitteren-
?e ontvangst, die ook van officieele zijde aan
de Congressen van de laatste jaren, te Londen,
e Stockholm, te Genève en ook te 's Gra-
J'uuliage ten deel viel, ten opzichte van het
Weener Congres niet minder zal zijn.
Alle Ministers, met uitzondering van dio
van Marine en Oorlog, hebben liet lidmaat
schap aanvaard van het Éere-Comité van het
Congres, en de Voorzitter van dit Eere-Comité,
ue bekende Minister van Buitenland,scho Za
ken Graaf Berchtold biedt het Congres in"zijn
Schitterend Departement op de Ballhausplatz
dsn avondreceptie aan, terwijl de gemeente-
aJd van Weenen een s'lotdiner g'eeft.
"daas zal het aantrekkelijkste nummer van
het feestprogramma in plaats van een
•dyelfeest een droevige plechtigheid moeten,
de eerste bioscopische opvoering van
ddha von Suttriers bekend boekje
i'u> Walfen Eieder", was bestemd tot een
^lende huldebetooging van alle pacifisten
ipf 6 vereerde vrouw, wier boek meer dan
aio* Adders aan de leuze „Oorlog "den Oorlog"
nl rme-ene bekendheid heeft gegeven: haar
ding overlijden, dat om het bijzondere
Ajustip cvcn weemoedig1 treft als do dood van
nzen Asser verleden jaar, kort voor het
JtaagBehe Cong-res on do opening van hot
iv redespaleis, 1O opvoering- stempelen
tot een indrukwekkende plechtigheid van
dankbare maar sombere herinnering, wat deze
vrouw voor de vredesbeweging geweest is
en nog had knnen zijn.
Het Weensehe Congres zal zich weder mo
gen verheugen in de voorlichting van mannen
van bcteekenis. De enkele mededeeliug, dat
Senator Henri La Fontaine het vraagstuk der
Derde Vredesconferentie zal behandelen, dat
Prof. Quidde, Dr. Hans Wehberg en G. H.
Per ris de mogelijkheid eener internationale
overeenkomst tot beperking van bewapening
bondig zuilen bespreken, dat de bekende!
Amerikaan Dt. James L. Tryon over het te
Juichten Haagsche Internationaal Gerechts-
kof zijn meening zal uiten, dat Dr. G. Grosch
e&n nieuw denkbeeld zal bepleiten om den
Kersten stap te doen ter bereiking eener in-
Jernationale politie, dat de Russische hoog
leraar Baron 'Korff over den grootereu in
vloed van de parlementsleden aan de buiten-
landsche politiek het woord zal voeren, mo-
8© hier voldoende zijn, om van de belangrijk-
beid (der op het Congres te verwachten be-
iraadslagingen to overtuigen,
vai 'éini, aIe Werc|dcongre3 voor den Vrede
W vvcdm.n °ok *ekor in gi'ooto belangstel-
SCÏ} verkeugen. Dat die be-
zai°7iir! v°oral in Nederland niet gering
Wn v. j twijfel, wanneer men al-
bedenkt, dat een groote gemèen-
cimppeirjke reis van Nederlandsclie vredes-
nenden per extra-trein naar Weenen zal
plaats vinden, waarvoor zich thans reeds meer meer. Zij vergezelde den troonopvolger op alle
dan honderd deelnemers hebben aangemeld, i gr0ote buitenlandsche reizen en genoot alle mo-
„ah hot ftT1 gel-jke eerbewijzen.
Wie meer wil weten van het Congres en
van 'de gemeenschappelijke reis daarheen
waaraan een uitstapje naar Buda-Pest op uit-
noodiging van den Hongaarschen Vredesbond
wordt toegevoegd kan de geïllustreerde
reisgids aan vragïen bij het Secretariaat der
Reis-eommissie, ThereSiastraat 51, 'sGraven-
ïhage.
AARTSHERTOG FRANS FERDINAND VAN
OOSTENRIJK EN ZIJN GEMALIN.
De Aartshertog.
Uit Blankeuberghe, waar de aartshertog' ver
scheidene malen eenigen tijd doorbracht, wordt
volgens de Msb. het volgende gemeld
Aartshertog Frans Ferdinand zou in begin
Juli onze badplaats bezoeken. Hij had reeds de
noodige kamers voor zich en zijn familie ge
huurd.
Het gelukkig vorstelijk huisgezin had reeds
drie seizoenen achtereen te Blankenberghe
doorgebracht. Zij leefden er op de eenvoudig
ste wijze.
De aartshertog had een voorgevoel van zijn
tragisch einde. Verleden jaar nog li ad hij zulks
nog meegedeeld aan een der autoriteiten van
Blankenberghe. De detectives van den troonop
volger waren dan ook nu reeds in Blanken
berghe aangekomen om te speuren. Toen zij
Maandagmorgen de verschrikkelijke tijding ver
namen, zijn ze dadelijk vertrokken.
In Blankenberghe was de aartshertog zeer
bemind, vooral ook om zijn hoogen eenvoud.
Men vertelt daarvan hot volgende treffende
staaltje: Toen aartshertog Frans Ferdinand
vroeger eens in Blankenberghe verbleef, maak
te hij kennis met een ouden badknecht. Hij stel
de veel belang in dezen man en telkens, als hij
in de badplaats terugkeerde, moest hij den man
spreken. Op zekeren dag vernam hij, dat de
vrouw van den badknecht ziek was. Eiken mor
gen liet de aartshertog naar haar toestand in-
formeeren en toen de vrouw gestorven was,
zag men den aartshertog Frans Ferdinand, die
eens keizer van Oostenrijk en Hongarije zou
worden, in liet. kleine doodenhuis, en in don
burgerlijken lijkstoet en hij de laatste plechtig
heden op het kerkhof.
Do hertogin van Tïohenberg.
Tn de vrijzinnige „Vossisehe Ztg." schrijft
Stephan Groszman van de hertogin de volgende - 4.
levensschets, waaruit duidelijk do karakter- gewone Tiroolsche dracht don matroos tot
welk eskader iiij behoorde. Hij stapte een-
Het huwelijk van den aartshertog met Sofia
Cliotek was zeer gelukkig en werd met kinde
ren gezegend.
Groote zorg wijdde de aarthertog en zijn ge
malin aan de opvoeding hunner kinderen,
's Morgens, 's middags, en 's avonds had een
godsdienstoefening plaats, dio door liet vorste
lijk gezin steeds werd bijgewoond. Ook bij de
dagelijkseho oefeningen in de Zweedsche gym
nastiek was de hertogin herhaaldelijk tegen
woordig. Bijna steeds zag men de aartshertog
en zijn gemalin te zamen.
Stephan Groszman verhaalt dan verder hoe
hij beide vorstelijke personen tijdens zijn ver
blijf te Mcran zonder gevolg zag wandelen en
vertoonen in eenvoudige herbergen.
Ook bij do manoeuvres vergezelde de her
togin haar gemaal, tot ergernis van de officie
ren dikwijls.
Maar met dit huwelijk dat blijkbaar berustte
op de diepgevoelde eenheid van levensbeschou
wing moest ieder rekening houden, die met den
aartshertog-troonopvolger te doen had.
Do grondslag van deze wereldbeschouwing
was het Katholicisme dat onbeschroomd en met
beslistheid beleden werd. Voor heiden was er
slechts één vrede. n.l. de katholieke kerk.
De hertogin van Holienberg was bescherm
vrouwe van tal van katholieke liefdadige in
stellingen. evenals Frans Ferdinand protector
was van de Katholieke school vereenig ing.
Zelfs op niet direct religieus gebied kwam
hun levensbeschouwing tot uiting, zoo waren
de zaien van een nieuwen vleugel iu de keizer
lijke burcht te Weenen met religieuze voorstel-j
lingen vooral uit den tijd der tegen-reformatie
versierd.
De hertogin van Holienberg kleedde zich een
voudig en had liet voorkomen van een dame
uit de burgerij, die zelf zoo noodig do handen
uit de mouw icon steken. Zij was een vrouw,
die voor haar man leefde en van zijn liefde
zeker was.
Sofia Chotek was een zorgzame moeder.
Landsvrouwe te zijn was haar ontzegd."
Een staaltje van aartshertog Frans Ferdi
nand's eenvoud.
Er worden thans allerlei anecdotes van
den aartshertog verteld, waaronder er ee.11
'n heel aardig staaltje geeft van zijn een
voud. Op een dag spoorde een matroos van
het linieschip Babenberg naar Obersteier.
Op het station Selztal vroeg ecu heer in
grootheid van deze nobele vrouw spreekt.
Gravin Sophie was. zoo schrijft, hij, de doch
ter van graaf Chotek uit een oud-Boheemsch
adelgeslacht-, die in de diplomatie opgeklommen
was tot Oostenrijkscli gezant te Dresden.
Tot. haar dertigste jaar was zij hofdame van
aartshertogin Friedrich. T oen aartshertog
Frans Ferdinand liet verlangen te kennen gaf
met tiaar ehn morganatisch huwelijk aan te
gaan, verzette het hof zich tegen deze mésal
liance.
Stap voor stap heeft gravin Sophie Chotek
sympathie moeten afdwingen. Het innig reli-
gicuse. haar energiek, practisch karakter ver
wierf haar de liefde van den aartshertog, die
deze eigenschappen steeds gewaardeerd had.
Op 31 -jarigen leeftijd trad zij in het huwe
lijk. Sindsdien was zij in hofkringen voortdu
rend op de tong en moest zij menige vernede
ring dulden. Wanneer zij aan een hoffeest deel
nam werd haar naam niet eens vermeld in het
hofbericht.
Bij iedere groote cour gingen alle aartsherto
ginnen, ja alle dochter van „ebenbi'irtige" ge
slachten vóór haar. Langzamerhand werd de
toestand beter. Zij werd vorstin met den titel
„durchlaucht" en hertogin met. den titel „Ho-
liei" (echter niet keizerlijke Hoogheid).
Hot is bekend dat keizer Wilhelm Sofia Cho
tek in haar strijd met liet hof heeft bijgestaan.
Eens bij een feestmaal te Schönbrunn was
de hertogin niet genoodigd.
Keizer Wilhelm trad op keizer Frans Jozef
en don troonopvolger toe en verzocht dat men
wachten zou tot, de hertogin verschenen was.
Ook het ceremonieel op Potsdam werd om
harentwil gewijzigd. Men at om moeilijkheden
te vermijden aan kleine tafels.
Tn de laatste jaren steeg haar aanzien steeds
voudig* in do 3de klasse, toen de trein op liet
pilllt stond weg- te rijden en gTng* naast den
matroos zitten. Op de vraag hoe hem de
zomeroefeningen bevallen waren, zei de ma
troos dat zij zeer vermoeiend geweest wa
ren, omdat men wegens de aanwezigheid van
den aartshertog zoo had moeten oppassen.
Daarop de aartshertog, die niet herkend
werd: ik was er ook bij en ik was lieel
tevreden met do oefening. Toen ging de
aartshertog een praatje maken met een stu
dent uit Graz, die hem echter herkende.
De matroos sprong op van zijn bank en
stelde ziclt in militair postuur.
„Blijf maar gerust zitten en maakt geen
opzien, zeide glimlachend do prins, ik was
ook op den Babenberg. Heb je me toen niet
gezien, dat je me nu niet herkent?" Neen,
ik zat al dien tijd in den toren en had
zooveel met het geschut te doen, dat ik
niet wist wat op liet dele gebeurde. Daar
op klopte de aartshertog hem vriendelijk op
den schouder met de woorden: bravo, zulke
lui, die zich alleen om hun plicht en om
niets anders bekommeren, kunnen wc ge
bruiken.
Men kan zich de pret in de derde klas
voorstellen, toen de aartshertog ook nog
met de andere passagiers een praatje begon
en nog een paar stations meereed en de trein
onder luid gejuich verliet.
DE MOORD OP REN AARTSHERTOG
VAN OOSTENRIJK.
Wegens het overlijden van aartshertog
Franz Ferdinand van Oostenrijk zal liet Hof
met ingang van lieden een weck middelba
ren en een week lichten rouw aannemen.
Z. D. H. de Aartsbisschop van Utrecht,
Mgr. H. van de Wetering, heeft aan den
Oostenr.-Hongaarschen gezant te 's Graven-
liage een telegram van deelneming met den
dood van den t roonopvolg'cr en zijn gemalin
gezonden.
DE VREDESCONFERENTIE.
De Nederlandsclie regeering heeft tlians
aan de regeeringen Van alle landen, die ter
tweede Vredesconferentie waren uitgenoo-
digd, de vorming van een comité van voor
bereiding voor de derde Vredesconferentie
voorgesteld. Volgens dat voorstel zal elk
land één lid in het comité benoemen of wel
gezamenlijk met andere landen eenzelfde lid.
Als taak van het comité is gedacht de
bestudeering van de voorstellen en ontwer
pen, die door de verschillende regeeringen
zullen worden aangeboden, het uitbrengen
van een rapport daarover en ten slotte het
vaststellen van het definitief programma der
conferentie.
Het ligt, in de bedoeling, dat liet comité
van voorbereiding den len Juni 1915 te
'sGravenhage zal bijeenkomen.
BLOEMENDAG 1914.
In liet- Bisdom Haarlem is liet volgende dio
cesaan comité geformeerd, bestaande uit de
dames:
Als eereleden: mej. E. Henry, Den Haag;
mevr. J. M. BurcksenWels, Rotterdam; mevr.
F. ThijsenNieuwerkerk, Den Haag; mevr.
A. M .Oomenv. Zadelhoff, Wateringen; mevr.
Schravev. Alphen, Gouda; mej. A. S. van
Leeuwen, Rijswijk; mevr. Kenter van Baar,
Alkmaar; mej. D. v. d. Meer, Gouda.
Als werkende leden: mej. A. Kokshoorn pre
sidente, Den Haag; mej. I). H. Beekman,
secretaresse, Den Haag'; Galileistraat 84; mevr.
de Wed. G. OlyslagerMooenens, penningm.
Den Haag; mej. Kruysman, Haarlem; mej.
A. Mooyman, Rotterdam; mej. O. ten Brink,
Amsterdam; mevrouw S. BronsvelVilringa
Hoorn; mej. R. H. Knoppers, Alkmaar.
Eerstdaags zal dooi' dit comité een circu
laire over het geheele Bisdom verspreid worden
aan Z. E. W. lieeren pastoors. Parochiale Ma-
riavereenigingen, Kruisverbonden en enkele
particuliere personen.
EEN NATIONALE TENTOONSTELLING
TE UTRECHT.
Do heer Kellenaers, te Leiden, die in „De
Voorhoede" het plan ontwikkelde tot het hou
den oeer groote Ned. tentoonstelling te Utrecht
in 1919, deelt thans mede, dat de ingekomen
sympathiebetuigingen, zoowel wat betreft haar
aantal als haar gehalte, hem aanleiding geven,
het plan verder door te zotten. Ook is het ver
blijdend, dat het plan in zoovele bladen van
allo richting* gesteund werd. Daar echter eerst
tal van autoriteiten dienen gehoord te worden,
kan de schrijver daarover voorloopig natuurlijk
geen nadere bijzonderheden mededeel en.
Met de inzenders der sympathiebetuigingen
zal binnenkort in nadere correspondentie wor
den getreden.
KAPITEIN SAR OVER ALBANIë.
Kapitein Sar, die uit Albanië te 's-Graven-
hage is teruggekeerd en hier te lande oen
maand denkt te blijven, om van een ingewands-
katarrh op zijn verhaal te komen, heeft in een
persgesprek zijn oordeel gezegd over den toe
stand in Albanië. Wij ontleenen daaraan het
volgende:
„Volgens zijn overtuiging aldus kapitein
Sar is de eenige uitkomst uit de hopelooze
verwarring in het land een tusschenkomst van
internationale troepen. Zonder deze zullen wij
het er niet kunnen bolwerken. De versterkin
gen, die de vorst van andere zijde heeft gekre
gen, bijv. de 1200 man van Achmed bei Mati,
zijn allesbehalve te vertrouwen. Mijn indruk
is, dat die menschen eenvoudig de partij zullen
kiezen van wie het meeste geluk heeft. Van
daag zijn zij aan de zijde van den vorst, morgen
wellicht aan die der opstandelingen."
„Hoe denken de officieren er zelf over, dat
hun taak gansch anders is geworden dan zich
aanvankelijk liet aanzien?"
„U meent, dat voor de gendarmerie-organi
satie oorlog voeren in de plaats is gekomen?....
.Ta. Wij kunnen ons er nu toch moeilijk van
af maken. Als u gaat wandelen en. men wil u
een pak ransel geven, dan zult u toch niet den
ken: „Ik hen uitgegaan om te wandelen en niet
om te vechten en daarom afzien van verdedi
ging. De vergelijking zal wel niet lieelemaal
opgaan, maar het komt er toch op neer. Alleen
weet ik niet hoe het gaan zal, wanneer er op
den duur geen afdoende hulp van de mogend
heden komt. Dan zouden de officieren er da
handen wel eens van kunnen aftrekken."
,,U hadt het straks over hopelooze verwar
ring, lijkt Essad pasja u thans onschadelijk?"
„Die man is in Italië veel gevaarlijker dan
hij in Albanië ooit geweest is. Hij is een vriend
der Italiaansehe politiek en kan van Italië uit
voor Albanië zooveel kwaad uitvoeren als hij
wil. Behalve een Albaneesche en een Oosten-
rijksche is er ook een Italiaansehe brievenpost,
en zijn correspondentie is bij die post uit den
aard der zaak onschendbaar. Ik ken aldus
ging kapitein Sar voort Essad pasja goed,
heb hem herhaaldelijk gesproken, maar het is
mijn vaste overtuiging, dat hij ook in de toe»
komst een uiterst gevaarlijk mensch is."
„En de Italianen?"
„Hun bladen zijn verfoeilijk leugenachtig. De
correspondenten te Durazzo zijn een beleedi-
ging voor do internationale pers; die moest
tegen hun wijze van werken eens fel protestee
ren. Die mensehen zijn niet slechts onbetrouw
bare journalisten, maar.... ja, ik kan er geeu
parlementair woord voor vinden. Ik begrijp
niet, dat die bladen zulke lieden aan zich ver
binden."
„Die Italiaansehe spionnen, waar zooveel
over te doen geweest is?"
„Het staat hij mij vast. dat zij zich aan niets
minder dan aan hoogverraad hebben schuldig
gemaakt, zoo heet het, wanneer men zich op
een dergelijke wijze met de oorlogvoerende
partij in verbinding stelt. Ook met liet oog op
deze zaak is de dood van overste Thomson zoo
ontzettend jammer. Als hij was blijven leven,
was het nooit zoo ver gekomen. Italië eischte,
als hij geen excuses aanbood, zijn ontslag, maar
dat zou de vorst hem nooit gegeven hebben.
Dat weet ik zeker. Anders waren wij officieren
allen met hem weggegaan. Werkelijk.... de
dood van den overste is een ontzettend verlies
voor Albanië. Hij was een buitengewoon
mensch, en zijn kennis in zaken van landsbe
stuur en politiek, als Kamerlid opgedaan kwam
hem ginds bijzonder te stade. Hij was reeds een
groot vriend der Albaneezen, en in het geheelo
zuiden populair. Vergeet niet, dat alleen onder
commando van zulk een buitengewoon man in
een dergelijk land iets kan worden tot, stand
gebracht. Er is een gendarmerie te vormen,
maar dan moet men zich daaraan ongestoord
kunnen wijden en niet allerlei politiek betrok
ken worden, want de officieren willen dat niet,
maar zij worden er ieder oogenblik in gehaald,
waar zooveel verschillende nationale, godsdien
stige en politieke invloeden zich doen gelden,
Italiaansehe, Oostenrijksche, Servische, Turk-
sche, Mohammedaansehe, en wat al niet meer.
Bij ongestoorde ontwikkeling is het land in 30
a 40 jaren tot een hoogte als Bosnië en derge
lijke landen te verheffen. De gendarmerie is,
al zijn de menschen die dienst nemen analpha-
beten, ook wel klaar te spelen."
„Van politiek gesproken.... nu is waarach
tig Castoldi, een van de sluwste Italianen, dio
eerst aan den vorst was toegevoegd, tot militair
attaché benoemd. Zoo weten de Italianen voor
hunne belangen te ijveren. De Oostenrijkers
van hun kant doen dit ook wel (dat ziet men
o.a. aan liet dienstnemen van een 1400 Oosten
rijkers als vrijwilligers), maar op een meer sym
pathieke manier. Oftwillekeurig voel je je meer
tot. de Oostenrijkers aangetrokken, al zijn de
officieren in limine functie volkomen neutraal.
Zooals gezegd, de officieren houden vol, maar
hoe het zal afloopen, is niet te voorspellen; ik
sta sceptisch tegenover den toestand. Zooals
het nu is, kan het niet lang meer duren. Du
razzo is geïsoleerd. De oorlogsschepen liggen
er alleen voor parade."
Het gebeurde te Harderwijk. Voor den
rechter-coinniissaris te Zwolle had het ge
tuigenverhoor plaats in zake het gebeurde
op eersten Paaschdag met den Fransehman
Jules Romain en zijn tochtgenoot en. Behal
ve de Franschen zeiven, waren gadagvaard
een 14-tal Harderwijkers.
Moordaanslag. Gisterenmorgen heeft in
de Zandstraat te Rotterdam, een moordaan
slag plaats, gehad. Zekere M. B. heeft n.l.
aan een vrouw, Gerarda Vreeburg, een mes
stock in de rechterborst toegebracht, zoodat
Een verhaal uit de allereerste tijden der
Christenheid.
16.)
Lnw°L'u eerste Christenen droegen het
1J? om dat ZW' bii het alge-
e zedenbederf, liet zout der aarde en dat
wapen gebruikt om te betoogen dat de ka- zeide met een opgeruimd gelaat: „Ik kan de alvorens de maaltijd van den prefect afge- men, vervolgde hij, en uw geheugen met \cr-
tholiek een vijand is van verlichting en he-woorden, die Potentianus gisteren tot mij j loopen was. Hoe zalig klopte hun het -hart, der op de proef stellen. Ik kom u opnieuw
seliaving. Er moesten nog vele jaren voorbij- sprak over de plichten eener christelijke toen zij nog een gedeelte van den nacht kon- de hand uwer dochter vragen.
uiangfl, niet vergeten* De ongehuwde ze;de den hesteden niet God te danken voor de ge- j Mijne dochter?., vroeg Quiiinus schijn-
hij ons zorgt voor de zaak des Heeren nade die hun ten deel gevallen was. (haar zeer verrast
door naar ziel en lichaam heilig te zijn, do
gaan alvorens de Christenen de heidenen
konden overtuigen dat zij niet slechts elkan-
uei beminden, maar ook den armen en g'e-
brekkigen zonder onderscheid van geloof of
natie, hulpvaardig de hand boden. Men wilde
dit langen tijd des te minder gelooven, om
dat de geheimen of nachtelijke bijeenkomsten
der Christenen in verband met hunne afzom
gehuwde vrouw daarentegen heeft voor we-
roldscbe zaken te zorgen naar het welbeha
gen van haren echtgenoot," en dan voegde
hij er zij, dat reeds daarom de ongehuwde
staat de voorkeur verdiende. Het is slechts
Ja, van uwe dochter, antwoordde de
Tegen den middag van den volgenden dag jonge man koel.
liet Nerses zicli andermaal hij den prefect I Gij zult mij veroorloven tegenover zoo-
aandienen. De koelheid waarmede hij werd danig verlangen mijne verwondering met te
torn eip^ct1t waren om hij de hand over hand
de mem]o zedeloosheid en onzekerheid in
- niiicni, waren om Di
y^KKiendc zedeloosheid
Fe,. ®('°Ktste maatschappelijke vraagstukken,
dei,. voor de heidenen te doen ontbran-
ied z.'j gevoelden de roeping in zicli om,
jJer f-111 z'-inei) kring, voor de uitbreiding
Ju,. erk zorg te dragen. Dit voerde hen we-
het heidendom of in het leven der
'i611 ^ri1?' *'oe £ro°t' °°h het gevaar
^°ffe hij de aanraking met de smet-
hur,||(|' der toenmalige maatschappij aait
In61®611 daardoor schade zouden lij-
fiohto, d°TI eersten tijd na de bekeering ging
dering, met hunne schuchterheid in het maat- een raad dien de waardige leeraar heeft ge.
schappelijk beheer van den beginne af onder geven, doch welk een hemelscho roeping is
de heidenen aan de l'ahel voedsel had gege-deze trouwe en onverdeelde volharding in
ven dat de Christenen bij hunne godsdienst- den dienst des Heeren! Hoe kan men na zulke
oefeningen ergerlijke daden pleegden. '.woorden nog van een wcreldsc'hen echtgenoot
Dit alles had Potentianus den nieuw he- hooren spreken?
ontvangen, noopte hem om maar onmiddel
lijk liet doel zijner komst bloot te leggen.
verbergen.
Gij zijt daarin geheel vrij; noem, zoo gij
Prefect der Carnuteu! sprak hij, zooals wilt, mijn verlangon zelfs aanmatigend; ik
gij ziet, heb ik zeer spoedig aan uwe uitnoo-' zal echter mijne verklaring voortzetten. Toen
diging gehoor gegeven. i ik in het afgeloopcn jaar tweemaal het nc-
Ik verheug mij daarover, sprak de pre- Ink had Modesta te zien, toen werd ik door
fect, op een toon die geheel in strijd was met «hare zeldzame schoonheid en gaven van geest
°Kï j wensdh van de nieuwe Christenen
daarin af^Mrokkenheid, ver van den kring
en doo^ vroeger bewogen, hunne da-
addeu i*e brengen, hoven alle anderen; zij
''aaraan de grootste behoefte; van-
het °ok ree(b5 aaa de wieg der Kerk
!*chenhnf verwÜt ten deel viel dat zij men-
r"e erf waren, een verwijt dat de mo-
keerden en vooral de beide vrouwen voor
oogen gehouden, doch hen tevens aangemoe
digd en de middelen aan de hand gegeven
om in de maatschappij te leven zonder zich
daardoor te laten medeslepen. Hij verlangde
vooral van hen dat zij zonder onderscheid
van personen de laatste liefde beoefenen eu
voor hunne
menschen
lig'heid ger
eert allen, niet slechts die gelooven eu uwejstreeks den tijd dat Bibnlus en Nerses hun
bijzondere achting of genegenheid waardig bezoek bij den prefect aflegden, verjaeften
Moge de Heer u kracht verleenen om
dit heilige pad te blijven bewandelen! sprak
Amanita.
Ja, riep Modesta in heilige geestdrift,
moge Hij mij tot Zicli nemen als Zijne bruid,
Hij, het doel van al mijne wenschen!
Zoo brachten heide vrouwen in gebed en
zijne woorden.
Ik hen verlangend te weten welk ant
woord ik op mijn aanzoek zal ontvangen.
Hebt gij mij iels verzocht?Ik kan
mij niet herinneren
Het schijnt dat uw geheugen u somwij
len in den steek laat.
Meent gij dan dat de zorgen voor het
ie broeders bidden zonden. „Alle godsdienstige gesprekken den tijd door, in!beheer der provincie mij tijd geeft
zoo sprak hij zijn tot de za- afwachting dat zij bet H. Doopsel zouden Het is waar, Quirinus, viel Nerses hem
roepen; bidt daarom voor allen en j ontvangen. Op den volgenden avond om- in de rede. Gij zijt met bezigheden Overladen
- i lri- i .1...i ji„i d«G T)L— 1/-»*» ImlG n I nni q ri rl rl cx i P'pdp.ftltft (lflATVflll
zijn, maar voor iedereen, omdai alle men
schen naar Gods evenbeeld geschapen zijn."
Nadat de heide vrouwen zich hadden ver
kwikt aan de herinnering van al hetgeen zij
uit den mond van Potentianus hadden ver
nomen, heerschte langen tijd stilte in liet ver
trek. Het vertrouwen op Gods alvermogen
ma «e, „c mv- j verdrong eindelijk de sombere gedachten ge-
dischappij ook nog wel eens tot een I heel en al. Modesta droogde hare tranen en
Amanita en Modesta heimelijk 'hunne wo
ning eu begaven zich naar de grot der Maagd
alwaar Potentianus op hen wachtte. De bis
schop had haar alle voorzorgen bevolen en
gezegd dat er behalve Eobald en Altinus nie
mand bij tegenwoordig zou zijn.
De zuster -en de dochter van Quirinus ont
vingen onder gebed en uitstorting van water
den doop eu waren nog in huis teruggekeerd,
eu hebt niemand die een gedeelte daarvan
over kan nemen. Ik weet uwe zeldzame ver
diensten te waardeeren, wees daarvan verze
kerd; gij kunt ook op mijne aanbeveling en
op mijne loftuitingen hij den Oésar rekenen.
De sarcastische toon waarop die woorden
gesproken werden, joeg den prefect het bloed
in het gelaat. De doordringende blik, dien
Nerses op hem wierp, hield hem echter bin
nen de palen der welvoegelijkheid.
Ik wil uwe verontschuldigingen aanne-
en hart getroffen, en besloot haar tot inijue
vrouw te nemen.
'tls genoeg, sprak Quirinus liaaslig.
Gij stemt dus toe?
Neen, ik weiger u mijne dochter.
Bedenk wel wat gij doet.
Wie zijt gij, sprak de prefect thans diep
verontwaardigd, gij die u vermeet mij onge
straft te bedreigen?
Gisteren was ik nog een edel banneling,
vervolgde Nerses op denzelfden koelen toon;
thans is het anders geworden. Ik denk eer
daags naar Rome, mijn vaderstad, terug Ie
koeren; morgen is wellicht mijn macht en
aanzien grooter dan gij denkt.
Wilt gij wellicht op den titel van ro-
meisch burger pochen, het eeuigste erfstuk
dat gij mij kunt aanbieden?
Ik poch er niet mede, ik bezit die krach
tens mijne geboorte, die in zeker opzicht aan
luister en verhevenheid niet ac-liter die van
César staat.