STADSNIEUWS. Overwinningen van het Christendom. FE U ILLETON. HIEUWE HAARLEMSCHE COURANT TWJi°!^LAD VERGADERING DER R. K. POL. PROP AG;ANDACLUB. ..Vrijdagavond hield deze club hare gewone maandelijksche vergadering, die niettegen staande het mooie weer de best bezochte vergadering is geweest van de tot nu toe gehouden maandvergaderingen. Wij ontvangen over deze vergadering het volgende verslag: Na de opening .en het lezen der notulen •Verkreeg direct Mr. Bomans het woord, om !fce spreken over: Het Socialisme II, Prakt ijk. In zijn beginwoord merkt spreker op, dat door den heer de Lobel in zijn rede vóór de verkiezing èn in de verspreide brochures gezegd is: „in Duitschland Socialisme voor de keien, in België voor de keien", etc. Spr. zegt, dat deze uitdrukking verbazend is uitgebuit en vraagt, „Wist de heer de Lobel dan niet, dat 'in Duitschland het Socialisme is vooruitgegaan, dat pas in België weder een paar zetels veroverd zijn, dat in Nederland door de Socialisten meer zetels, dan ooit, worden bezet?" De heer de Lobel weet dat zeer goed en toch heeft hij gelijk met te zeggen: „Het Socialisme ligt tegen de keien", want de be- teekenis daarvan is, dat het zuivere Socialis me, het economisch, wetenschappelijk socia lisme, ;btet principieelo socialisme voor de keien ligt, daar thans in plaats van dat so cialisme floreert eene extreme, vooruitstre vende bourgeoisie. Dan komende tot zijn onderwerp van dezen avond, zeg't spr. dat juist de praktijk daar is, om te bewijzen de juistheid van de Lobei's woorden: „Het Socialisme ligt tegen de keien". De praktijk moet zijn de uitvoering der theorien, moet sprek uit den toestand en de daden, vit hun optreden op sociaal, politiek en econo misch gebied. Ee geeft spr. met eenige cijfers Ie ge- taLsterki der partij aan en noemt: Duitschland op 397 afgevaardigden 110 s.d. Beierej. op 16a afgevaardigden 30 s.d. Hessen op 50 afgevaardigden 8 s.d. Pruisen op 433 afgev. 3 s.d. Baden op 7-1 afgev. 21 s.d. Saksen op 82 afgev. 1 s.d. (in 1908) Wurtemberg, op 78 afgev. 22 s.d. Oostenrijk op 516 afgev. 120 s.d. Hongarije, geen S. D. A. P. van Marx, maar- sterke volkspartij, volgers van Kossuth. België op 168 afgev. 43 s.d. Denemarken, op 114 afgev. 32 s.d. Spanje, enkele S. D. onder den naam repu blikeinen. Frankrijk ruim 600 afgev. ruim 180 s.d. in verschillende nuances (100 Jaurès-mannen) Gr. Rritannië en Ierland, 'n labour-part ij van ruim 40 man op de 650, geen S. D. A. P. Italië op 568 afgev. 35 s.d. (-f- 20 repu blikeinen). Noorwegen op 128 afgev. ongev. do helft democraten (niet juist S. D'. A. Pb Zweden op 240 afgev. 75 sd. Nederland op 100 afgev. 15 s.d. Portugal, allen Vrijmetselaars. In den Balkan vaagde de oorlog alle soci's weg. In Amerika en Mexico kent men geen zui vere starre sociaal-democraten. Hierna volgde de systematische behande ling van het onderwerp van den avond. Allereerst werd beantwoord de vraag: „dekt de praktijk de theorie?" d. w. z. is het optreden der sociaal-democraten op 't wie- reldtooneel hetzelfde als in hunne boeken? De geschiedenis leert anders. Eerst zuiver in de leer (doch niet lang) werd spoedig hun doel duidelijk: stemmen werven. Toen was de S. D. A. P. nog arbeiderspartij, doch thans deelen de he eren de lakens uit (de millionairs: Ferri, Vollmar, van d. Velde, Anseele wellicht, de rechtskundi gen: Mr. Mendels, Mr. Troelstra e. a., de ioeters: v. Leeuwen, Gorter, de rijke lieden: Kleerekoper, v. Kol, enz., enz.), dat is niet erg, want eene partij moet door zulke man nen geleid worden, maar waar de S. D. de creteerden: la propriété c'est le vol, eigendom, is diefstal (wat wij niet zeggen) zeggen zij dus, dat hunne partij door groote dieven ge leid wordt (wat wij niet zouden durven zeg- gen.) )De ontaarding (afwijking van de theorie) zag en ziet men op elk gebied, hej; toppunt is wel bereikt in Zaandam, waar een socialist burgemeester geworden is. Het onmogelijke daarvan is reeds vroeger aangetoond (zie- verslag N. H. Crt. 18 Mei j.L). Maar van meer gewicht is de vraag: Verzette dc S. D. A. P. zich zelf niet tegen ontaarding? Antwoord: ja, bijna overal op dezelfde wijze. Overal zien we den strijd tusschen Marxisten en revisionisten; in Duitschland weinige revisionisten tegen de groote massa Marxisten, hier enkele Marxisten tegen de revisionistische menigte. Waar de S. D. A. P. opgezet is op Marxis- tisc.hen grondslag, is de toestand in Duitsch land logischer, dan hier. Hier behandelde spr. uitvoerig den strijd tusschen de twee stroomingen, zooals die ge streden wordt in Duitschland, de bakermat van het socialisme, met verwijzing naar den eersten avond over de theorie van het socia lisme (N. H. Ot. 18-5-'14). Hij noemde het Program van Gotha (1875), dat in 1891 Marxis tisch te Erfurt werd herzien, de ruzie tus schen v. Vollmar ©enerzijds en Babel ander zijds (heer Troelstra contra .Wibaut). Bernstein koos Vollmar's Zijde, werd geslagen, doch overwon toch, daar hij het gezond verstand op zijn zijde had, dat begreep, dat van alle fabelen en voorstellingen van Marx en Bebel toch niets komen kon. In Nederland was de S. D. A. P. nooit Marxistisch en de enkele leden, die zich op Marx beriepen (Wibaut, Mendels, Mevr. Ro- land-Holst en verder Wijnkoop, Ravestoijn) werden óf tot zwijgen gebracht óf uit de partij geworpen. Een theorie bestaat feitelijk niet meer, daar alles draait om de stemmen van de kiezers. Alles om den kiezer. De kiezer regeert, heerscht, erger dan Nero. Het volk, de kie zers, behoeven niet meer te vragen: panem et Circensis, brood en spelen, het geeft het zich zelf. Het volk eischt en de vertegen woordigers hebben te doen, wat geëischt wordt. De groote „Kladeradatsch" van Bebel is niet gekomen, als hij dacht, doch is gekomen in eigen partij; de ideaal-staat blijft een sprookje voor de kinderkamer of volksver lakkerij. De soc.-democratie maakt van het Parlementair stelsel een ontzaglijke Kladera datsch, een paskwil, een enorm lachsucces. Onze kleinkinderen (zei spr.), als de we reld dan nog bestaat, zullen zich verlustigen in leuke histories, getiteld: Vóór, om en bij het Parlement, De socialistische ministerdraai kolk van 1913, de Treubsche matrozenleer- boeken tegen 't socialisme of de moedermelk als vergif; weg met de Wentholtscho schuit van 7000 ton te duur leven Rambonnet, de zuinige, met zijn 5 bodems van 20.000 ton een koopje weg met 'n Rijksdaalder voor 'n dooie, leve f 2.voor niet bedeelden, weg met den gemoenen liberaal, leve het liberale ministerie Cort v. d. Linden. Weg met de socialisten, aldus het manifest- pamflet der concentratie. En de tegenzang: dc liberalen in koor: Laat ons kussen Troel- stra's zweep. De clericalen zitten onder Kuyper's druk, krijsehen de libcralisten en Heb Volk schrijft: ons ministerie is er een met Trool- stra aan de telephoon. Weg met de jonkheeren, oud-liberalen en kapitalisten, hoog de werkman, de arbeide# dood aan Passtoors, kies Jhr. Mr. de Beau fort. Weg met den arbeider te Enschede, leve de .kapitalist van Enschede. Wij kunnen nooit voor Defensie stemmen, geen man en geen oent, tenzij Rambonnet aan 't roer is of Bosboom de geweren schoudert. Wij zijn voor Staatspensioen, tenzij Treub met mirakels van wetten komt; wij gillen het uit over dooie rijksdaalders, maar zijn le vendig verblijd met f 2.er is altijd geld voor sociale wetten, er moet vooral altijd geld zijn voor do 10000 onderwijzers-propa gandisten, maar in 1914 vertegenwoordigt één motie millioenen. Een toeslagwetje is bela chelijk, maar een motie doet de biefstuk sis sen in do pan. Een griffier of substituut-griffier van f 600 a f 800 of f 15 per week is een opvreter, ecu rechter van f 20 tot f 30 per week 'n gruwel, maar f 40 in de week voor 'n dia mantslijper of Rotterdamschen bootwerker is een hongerloon. Alle advocaten zijn duivels, behalve Mr. Mendels c.s., alle directeuren van banken zijn zwendelaars, behalve Troelstra en de zijnen, alle ingenieurs zijn beulhelpers behalve Al- barda en de zijnen, alle wethouders zijn wets- verkrachters behalve Wibaut, D'uys en soort gelijken, alle burgemeesters zijn kruipers cn hovelingen behalve K. ter Laan. De praktijk van 't socialisme is en blijft adeplenwerverij, stemmen jacht, en dooi' het snellen naar alle richtingen om de stemmen ontstaat een verwarring van ideeën, een bot sing tusschen leer en daad, een geweldige „kladeradatsch". In zijn tweede deel bewees spr. deze scher pe opinie, dat practised de sociaal-democratie niets anders is dan 'n stemmenjacht. Hij toon de heft feit, dat de s.d. in streven, dóen en late geen tokening houdt met de theorie, wat heel logisch is, 'daar er een grove on kunde is onder de S. D. A. P. zelve. Noch volgers, noch wervers, noch propagandist, voorman, bestuurder kent het Marxistisch sys- steem en de socialistische litteratuur (mis schien een enkeling). 't Is dan ook niet het doel van hun werken, om Socialisten te maken, maar om de kiezers socialistisch te doen stemmen. En die stem men worden niet geworven door bespiegelin gen over meerwaarde of historisch materia lisme, maa;r door lokmiddelen, door dik en dun, door de meest kapitalistische motieven, n.L door aanvuring van 's menschen egoisme, heb verschiet van meer welvaart, van meer (nota bene) privaat individueel eigendom; en hoe kapitalistisch dit ook is, dit lokmiddel moet gebruikt, omdat de arbeider altijd had, heeft en hebben zal een goede dosis gezond ver stand en oordeel èn hij bekommert zich niet om meerwaarde etc, of om Marxistische the orie, doch wèl om de dubbeltjes. De theorie is hierdoor reeds ge- en veroor deeld en vernietigd. Verder bewees spreker met feiten, dat de socialist niet alleen met 'de theorie in tegen spraak is, maar ook met zichzelf naar gelang del' toehoorders, tijden en toestanden. iOm dit te bewijzen behandelde spr. het Agraarsocialisme (o.a. Henry George in zijn boek Progress and Poverty), het optreden in dit verband der socialisten in Frankrijk, in Duitschland, In Nederland tegenover de Land arbeiders iyet. Principieel, in theorie moet de socialist zijn tegen privaat grondbezit, hoe klein dit be zit ook is. In Frankrijk geldt die theorie niet in de practijk, Want men heeft de stemmen der landbouwers noodig!. In Duitschland voer de men de theorie door, totdat bemerkt werd, dat de Duibsche boer tot socialistisch-stemmen gebracht zou kunnen worden. Overboord de theorie, zij zijn voor grondbezit. De Landarbei- derswet in Nederland moest volgens de theo rie veroordeeld worden, maar, nu blijkt, dat de landarbeiders voor de wet zijn en er zich op verheugen, nu moet 'de wet er komen, anders worden er stemmen verloren. Eeïnig© meerdere grepen ter staving van de bewering, dat de socialist zich tegenspreekt naar gelang van plaats, tijd en toestanden. In Italië vóór tarief, Frankrijk onverschil lig, in Duitschland nooit tegen het zware ta rief, in Nederland moord en brand schreeuwen tegen eene kleine verhooging. Bebel gaat bij gevaar voor de grenzen, de Jauièsmannen schieten hun leiders dood, Schaper vecht ook, Duys heeft lirie aan het vaderland. Vrouwenkiesrecht voor enkele jaren ver worpen, omdat gevreesd werd voor Christe lijke aanwas, nu er voor, omdat die vrees niet meer bestaat f Tn Christelijks stroken zijn zij zoogenaamd niet tegen Gód-dienst, doch zij zijn atheïsten, zoodra de consequenties in niét-ehrisbelijke provincies of deelen kunnen worden doorge voerd. Geen partijdigheid (pf wel? Zaandam en dc onderwijzersbond), geen vlagvertoon (of wel? Zaandam en de ►,'oodo vlag), geen optreden van burgemeesters voor deze of gene partij (of wel? als ter Laan 0p 1 Mei voor de partijgangers oreert) Alles mag gedraaid, verwrongen, vermoord, als er stemmen te winnen zijn. Bij het einde hartelijk toegejuicht, had de spr. een oprecht dankwoord van den voor zitter in ontvangst te nemen, die do propa gandisten wees op en ten voorbeeld stélde den ijver en bijzondere belangstelling van den spreker, die, hoewel zijn dagen druk bezet zijn, zich alle moeite getroost, om voor de propagandisten te spreken, en hun mate riaal aan de hand te doen voor hun propa gandawerk. Het volgende applaus bewees de instemming der aanwezigen. Hierna volgde de rondvraag met enkele opmerkingen, waarna de vergadering met ge bed werd gesloten. Medegedeeld werd, dat in Augustus niet vergaderd zal worden. De eerste vergadering zal dus gehouden worden in September a.s. VEREENIG1NG VAN HOOFDEN VAN R. K. BIJZONDERE SCHOLEN. In de bovenzaal van de Kroon werd gisteren de S7e algemeene vergadering gehouden van bovengenoemde vereeniging ;n Bisdom Haarlem. Vooi'af was 's morgens te tien uur in de kerk van den H. Joseph een H. Mis opgedragen voor de overleden leden der Ver eenigiug. Om lluur verzamelden zich de leden in de Kroon, waar later de vergadering "Be- gen. De voorz., de heer M. L. v. Gemert, wees er in zijn openingswoord op, dat de agenda der vergadering zeer belangrijke punten be vat. Vooral de stemming is van veel belang, omdat daarvan veel afhangt van de toekomst der vereeniging. Spr. wil daarom met het oog De voorzitter, de heer M. L. v. Gemert, wees aanraden in het belang van de toekomst der vereeniging. Naar aanleiding van het tweede belangrijke punt wil spr. opmerken, dat reeds 2 jaar ge leden liet „Godsdienstvraagstuk" besproken is. Het is een punt van groot belang zegt spr., omdat het godsdienstonderwijs op de scholen nog aanmerkelijk beter kan zijn. Nadat de voorzitter de leden dan hartelijk welkom gëheeten had, verklaarde hij de ver gadering voor geopend. (Applaus). Nadat de notulen, na een opmerking van den heer Speller, ter verbetering, goedge keurd waren, en de voorzitter den secretaris had dank gebracht, werden eenige inededee- lingen gedaan. De regent van de Bisschop pelijke Kweekschool te Beverwijk was ver hinderd ter vergadering te komen. Do voorzitter herdenkt den man, die altijd tegenwoordig was, maar nu niet ter vergade ring kan zijn; die ons door den dood ontval len is, den heer J .Th. F. van der Donk. Hij is te vroeg aan de zijnen en onze vereeniging ontrukt. Wij verliezen veel in hem, zegt spr.; Deze eenvoudige man, gesproten uit een goede katholieke onderwijzersfamilie, was een braaf en degelijk man, die steeds met ijver en zorg werkte. Spr. kende hem ook als braaf en goed echtgenoot. Voor onze vereeniging is v. d. Donk veel geweest, zegt spr. Zijn adviezen werden zeer gewaardeerd. Wij danken God, dat we in het Bisdom Haarlem nog kunnen wijzen op oen onderwij zer van zoo diepe overtuiging en groot ka rakter. De leden, die deze treffende woorden staan de aanhoorden, onderschreven deze door har telijk applaus. Uit de rekening en verantwoording van den penningmeester bleek, dat de inkomsten 847.03 K bedroegen, de uitgaven 772.59, ba tig slot alzoo 74.44K. In werkelijkheid was er evenwel een nadeelig saldo, omdat op de vorige rekening een nadeelig slot was van 81.84K, zoodat op deze rekening nog een nadeelig saldo van 7.40 rest. Onder ap plaus wordt ook deze rekening goedgekeurd, evenals het tweejaarlijksch verslag van den secretaris, waaruit bleek dat bet aantal leden 122 was, dat der eereleden 3. en donateurs 17. Aan de bestuurstafel had plaats genomen Mgr. M. I'. J. Möllmann, vicaris-generaal van lret Bisdom Haarlem. Tol. bestuursleden werden gekozen do ihee- ren W. G. Lam. Rotterdam, met 51 stemmen. Je lieer .T. C. Vintgee, Haarlem, met 45 stem men. en Je (heer D. Ruiters, Formerend. De heeren Th. P. Badoux en P. C. A. Hen- driksen werden bij aeclamtie herkozen. De heer M. L. van Gemert wensebte aks voorzitter niet meer in aanmerking te bo men, terwijl liet bestuurslid J. Th. F. vail Donk overleden is. Na de pauze werd het woord gegeven aan den heer W. P. J. Bertels van Buitenveklert, om een inleiding te houden over: ..Het gods dienstonderwijs aan onze scholen." Spreker wijst op den vooruitgang op ka- techetisch gebied in Duitschland, Het is on tegenzeggelijk eene groote verdienste van de hedendaagschc katechet'sche beweging, dui delijk in het licht gestold te hebben, dat de hoofdtaak van het godsdienstig onderricht niet moet gezocht worden in liet aanbrengen van kennis alleen. Kennis is noodig, maar in laat ste instantie slechts middel, om tot het eind doel, deugd, karakterschoonheid en -vastheid, te geraken. Er moet op school en in den katechismus meer geschieden dan lesopzeg- gen en les vei klaren. Volgens inleider zijn cr paedagogen, die het memoriseeren van den katechismus wel niet uitschakelen, doch van zeer ondergeschikt be lang achten. Spreker wil echter vasthouden aan een onverzwakt van buitenleeren van de katechismuslessen. Welke methode men ook volge, steeds dient er naar gestreefd te worden, dat ten laatste de katechismus- waarheden het geestelijk eigendom worden! der kinderen, een eigendom*, dat hoofd en hart en wil 'dijker maakt, mhar een eigendom, dat duidelijk geregistreerd staat in het ge heugen 'door het vastleggen van den kate- chismustekst. Het van-buiten-leeren van den katechismus is voor de kinderen een zware taak, die door goeije voorbereiding en hulp zoo licht en aangenaam mogelijk gemaakt dient te wor den. Volgens inleider, die zijn bewering met verschillende citaten staaft, is het noodzake lijk, dat de lessen eerst verklaard en dan pas geleerd worden. Deze voorafgaande be handeling is nog meer noodig dan een poc- Üagogisch-iügerichte katechismus. Spreker tracht te bewijzen, dat de vorm van het vragenboek reeds uitwijst, dat het, zooals Mgr. Knecht schrijft, een „Memorier-und Repeti- tionsbuch" is, evenals een jaartallenboekljoi voor geschiedenis. Eerst behandeling der ge schiedkundige feiten, daarna jaartallen loe ren, zegt spr. Niet omgekeerd. Zoo ook in het godsdienstig onderricht: het memoriseeren in de tweede en niet in de eerste plaats. Het van buiten-leeren van den katechismus is voor de kinderen een zeer zware taak, die de opvoeders zooveel doenlijk moeten ver lichten. Een groote winst hebben we reeds in de didactisch-prac.tisehe inkleeding van den, nieuwen katechismus, die zooals spr. met voor beelden aantoont voor het van buiten leeren, onthouden en repeteeren heel wat meer ge mak aanbiedt- dan zijn voorgangers. Ontegen zeggelijk rust allereerst op het huisgezin, op vader en moeder de plicht, de kinderen to helpen en te controleeren bij het leeren van den katechismus. De school mag zich echter niet aan dit. werk onttrekken. Niet slechts, omdat vele ouders hun plicht in deze ver- waarloozen, maar ook omdat de onderijzer, die deze zaak met liefde behandelt, tal fan technische middelen tot zijn beschikking heeft om het memoriseeren aangenamer te maken. Volgens spr. bestaat cr onzekerheid om trent de vraag, hoever de onderwijzer kan gaan bij de zoogenaamde woordverklaring. Daarom dringt hij aan op eene commissie om die zaak te onderzoeken ten einde bij Z. D. H. den Bisschop aan te dringen op nauwkeu rige voorschriften in deze. Spreker acht een verzwaard examen voor de bijzondere onderwijzers zeer gewensebtj en betoogt de wenschelijkheid eener enquête, naar de wijze/waarop aan onze scholen door de onderwijzers aan het godsdienstonderwijs wordt medegewerkt. De heer Bertels oogstte veel applaus. De voorzitter, de heer van Gemert, bracht den inleider een woord van dank. Besloten werd aan het bestuur op te dra gen de samenstelling eener commissie van enquête als door den heer Bertels bedoeld, welke opdracht door liet bestuur werd aan vaard. De voorzitter bracht woorden van hulde aan liet aftredend bestuurslid den heer J. G. Kropman. Ouder applaus werd de heer Krop, man tot eerelid benoemd der vereeniging. De lieer Badoux braclit woorden van hul de aan den lineiigaaiiden voorzitter, den heer van Gemert. Hij herinnerde er aan dat het nu de 87ste algemeene vergadering is, waar van dc lieer van Gemert er zeker 75 heeft ge leid. Ook voor liet overige werk, vooral om de goede samenwerking der vereeniging met het liooge Kerkelijk gezag, braelht spr. den heer van Gemert hulde. Hij Loopt dat de ver eeniging op den aangewezen weg zal voort gaan en dat de lieer van Gemert er lange jaren van getuige moge zijn. Spr. bracht hul de aan den héér van Geinart. Onder applaus' werd de aftredende voorzitter tot eerelid be noemd. De lieer van Gemert dankte geroerd voor de hartelijke woorden en de hooge ondersdhei - ding, ïnemoreerende dat het hem hard valt een vereeniging te verlaten die hii heeft hel pen oprichten en waarvan hij langen tijd be stuurslid is geweest. Hierna gaf de voorzitter het woord aan den aere-voorzitter der vereeniging, Mgr. M. P. J. Möllniann, vicaris-generaal van liet Bisdom Haarlem. Mgr. hield de volgende toespraak: Mijne Heeren, Tn aansluiting aan de inleiding van dezen dag zij het mij vergund een enkel ernstig woord als slot dezer vergadering te spreken. Het staat vast, dat het leeraarsanibt in Gods Kerk is toëvertouwd aan den priester: hii bezit de eigenlijke „missio canonica": van hem geldt liet woord: „gaat en onderwijst alle volkeren": dat leeraarsambt is één met de macht om de H.H. Sacramenten toe te dienen „hen doopeude in den naam des Vaders enz." Alleen bij uitzondering, in geval van nood (denkt men b.v. aan de missielanden) kan ook de ontwikkelde leek in dit opzicht de plaats des priesters innemen, evenals in geval van nood een ieder mag en kan doopen. In gewone omstandigheden zult gij dan ook. Mijne Heeren, niet geroepen zijn tot het docere: het leeraren met woorden: maar Een verhaal uit de allereerste tüden der Christenheid. 2'. Doch hoe?gift? Dit scheen mij aan vankelijk het doelnialjgctdoch de gedachte aan den dood van Bril mui: cut, en de argwaan des volks bij die gelegenheid, maakte het voor dit geval onbruikbaar of althans min der geschikt. Hel zou overigens ook de vraag nog zijn of ik bij Agrippina daarmede mijn doel bereiken zal. Zij is sluw en gebruikt naar mij verhaald beeft, dikwijls tegengif. On der de bestaande omstandigheden zou ik in- tussehen niets voor gevaarlijker houden dan dat een dergelijke aanslag mislukte. Er blijft dus niets anders over Jan de dolk. Ook dat heel't zijn bezwaren. Een mond geeft getuigenis van een moord. Daarbij, hoe weinig lieden heeft men die in dit opzicht te vertrouwen ziin. Gij hebt Anicetus, den bevelhebber der vloot van Misennm, een zeer vertrouwd man. luderdaad.pij heeft zijn leven en zij ne vrijheid aan mij te danken en bemint mij van jongs af evenzeer als hij Agrippina haat. Hij is bovendien juist in het paleis aanwezig •n ;k kan lieir oogenblikkelyk ontbieden. Doe dit. Ik durf mij vleien dat ik met hem een plan zal kunnen beramen dat u in alle opzichten wenschelijk voorkomt. Welaan, wij willen de zaak te zamen overleggen. Nero liet daarop Anicetus door een slaaf ontbieden, die nu spoedig met het vreeselijke geheim bekend gemaakt werd. Gij zijt met de scheepsaangelegenheden ten volle bekend, zoo begon daarop Nero; ik meen mij zeer goed een seliip te kunnen voor stellen dat als van zelf in- volle zee een lek krijgt. Zoudt gij niet in staat zijn een vaar tuig zoodanig te doen inrichten? In zeer korten tijd. Het zal, waar en wanneet men wil, oogenblikkelijk zinken. Dat is voortreffelijk! riep Nero. Wan neer Agrippina zoo onverwacht als het wa re bij een schipbreuk te gronde gaat, wie zal aisdan moed hebben om van eene misdaad te spreken. Dan ontbreekt er nog slechts een ding, Cesar, sprak Norses, om de wereld, die be drogen wil zijn, geheel de oogen te verblin den. Wanneer die vrouw van de aarde ver dwenen is, laat gij een tempel met altaren ter Larer eer houwen, als een bewijs uwer kin derlijke liefde en een blijvende getuige van uwe smart. Nero gaf daartoe zijne toestemming en be val dat onmiddellijk de noodige toebereidse len gemaakt zouden worden. Anicetus vertrok ijlings naar de haven van Misennm aan de golf van Napels. Nero be gaf zich intusschen naar zijn bekoorlijk land- buis te Bajas, aan den oever van genoemde golf gelegen. Hier, aan den schoonstee zee oever a an latlië van Italië en wellicht van de gansöhe wereld, noodigde hii zijne moeder uit hem een bezoek te komen geven, ten ein- 5 de, zooals bij in zijne uitnöodiging huichel achtig voorwendde, het feest hunner verzoe- jning te vieren. AS'i'iïPina kon het droom beeld harer vroeger onbeperkte heerschappij nog niet vergeten; de zoete Loop van de macht en deu invloed die zij verloren had, terug te krijgen, was zoo uitlokkend dat zij alle bedenkingen over het hoofd zag, en zich haastte om aan de uitnoodiging te voldoen. Nero behandelde haar met alle teekenen van kinderlijke liefde en voorkomendheid, en schonk haar aan tafel dc eoreplaats. Te mid dernacht geleidde bij haar naar het schip dat liaar moest overbrengen naar haar land goed te Bauli, alwaar zij verblijf hield. Hii kuste haar bij het afscheid nemen op hand en oog en drukte haar lang aan zijne borst. Was dit huichelarij, of was het de machtige on weerstaanbare stem der natuur, welke zich nog eenmaal in het hart van dien snoodaard liet hooien, ais om te protesteeren tegen de onnatuurlijke misdaad, die hij eenige oogen- blikken later aan zijne eigene moeder zou gaan bedrijven? De nacht was schoon, de hemel onbewolkt en de zee effen. Het schip der keizerin gleed zacht over de licht gekrulde golven, welker toppen door de maan als verzilverd waren, door de golf van Bajas. Agrippina zat in liet onderruim in do prachtig gestoffeerde kajuit. Haar dienaar Creperius zat naast haar en hare vrijgelaten, Aceronia aan hare voeten; op aller gelaat was vreugde te lezen. Aceronia wensehte hare gebiedster onophoudelijk geluk met de harte lijke ontvangst welke haar was te beurt ge vallen. Eensklaps vernam men een vreeselijk gekraak en viel het dek boven 'hen ineen. Creperius lag onder liet houtwerk verpletterd op deu grond, doch de beide vrouwen leefden nog en waren zelfs ongekwetst gebleven, i Doch opnieuw liet zich een jammerkreet .hooren; het^eliip zwenkte en zonk en de j beide vrouwen waren aan de golven prijs gegeven. I Red mij! riep Aceronia, ik ben Agi'ip- Ipina, ik ben de moeder van den Cesar. Dat was juist haar dood. In do meening dal zij werkelijk de keizerin was, sloeg men haar uit een boot, die op bevel van den Ce- sar Me keizerlijke bark gevolgd scheen te zijn, met een roeispaan op het hoofd, zoodat zij in de diepte verdween. I Agrippina ontkwam aan het gevaar. Men bad haar, zonder te weten wie zij was, in een boot opgenomen en zij maakte zich eerst later bekend; zij was er met een lichte ver wonding afgekomen. Men bracht haar naar hare villa. In angstvolle spanning had Nero te Bajas den afloop van dezen b.elschen aanslag afge wacht, Hij kon nauwelijks liet oogenblik af wachten dat men hem de tijding overbracht. Eindelijk verscheen de bode voor hem, maar met hc-.t bericht dat de aanslag mislukt was en Agrippina zich op baar landgoed bevond. De keizer was zidh. zeiven nauwelijks mees ter. In den eersten aanval van woede was zelfs Nerses niet in staat liem tot kalmte te brengen. Hij verwenschte alles wat bij om zich been zag. Eindelijk gebood hii dat men Seneca en Burrus zou roepen; uit welke om standigheid men zou moeten hesluiten, dat deze met den aanslag niet onbekend geble- ven waren. De list is mislukt, de zaak zal 'ruchtbaar worden; wat moeten wij beginnen? riep Nero liem te gemoet. De philosoof en de praetor der lijfwacht schenen het niet te wagen eenig antwoord te geven. Gij ziet in welk gevaar ik m'ij bevind, vervolgde Nero. Agrippina kan hare slaven, wapenen, de soldaten in oproer brengen en door het heleend.maken van hetgeen er ge beurd is, invloed op den senaat en het volk uitoefenen. Nero zweeg weder, blijkbaar om de beide wijze mannen aan het woord te laten komen. Doch noch Seneea noch Burrus voldeden hieraan. Eindelijk vatte Burrus moed. „De lijfwacht is u wel genegen, sprak hij, maar Germanicus leeft nog ouder de soldaten; zij zullen nimmer iets tegen zijne dochter on dernemen. Anicetus heeft zich met de uit- j voering belast; het is aan hem om raad to schaffen. Anicetus verklaarde zich daartoe bereid en beloofde het begonnen werk ten einde to brengen, wanneer men hem de vrijheid gaf om naar welgevallen te handelen. De vrijheid worde u geschonken, sprak' Nero, maar maak dat er spoedig een eindo aan kome. Ik wil nog heden keizer zijn, en wanneer ik mijn geluk niet aan mijne wijze leermeesters te danken kan hebben, laai ik het dan aan mijne vrijgelatene verschuldigd zijn; maar spoedigspoedig! Aan den oever van de golf Bajac had zichi intusschen een menigte volk verzameld. Het geheimzinnige schemerlicht van den nacht bood e^n cchilderaëhtig toonccl aan. Eenigen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 5