STADSNIEUWS.
Overwinningen van het
Christendom.
FE U ILLETON.
HIEUWE HAARLEMSCHE COURANT TWJi°!^LAD
VERGADERING DER R. K. POL.
PROP AG;ANDACLUB.
..Vrijdagavond hield deze club hare gewone
maandelijksche vergadering, die niettegen
staande het mooie weer de best bezochte
vergadering is geweest van de tot nu toe
gehouden maandvergaderingen. Wij ontvangen
over deze vergadering het volgende verslag:
Na de opening .en het lezen der notulen
•Verkreeg direct Mr. Bomans het woord, om
!fce spreken over: Het Socialisme II, Prakt ijk.
In zijn beginwoord merkt spreker op, dat
door den heer de Lobel in zijn rede vóór
de verkiezing èn in de verspreide brochures
gezegd is: „in Duitschland Socialisme voor
de keien, in België voor de keien", etc.
Spr. zegt, dat deze uitdrukking verbazend is
uitgebuit en vraagt, „Wist de heer de Lobel
dan niet, dat 'in Duitschland het Socialisme
is vooruitgegaan, dat pas in België weder een
paar zetels veroverd zijn, dat in Nederland
door de Socialisten meer zetels, dan ooit,
worden bezet?"
De heer de Lobel weet dat zeer goed en
toch heeft hij gelijk met te zeggen: „Het
Socialisme ligt tegen de keien", want de be-
teekenis daarvan is, dat het zuivere Socialis
me, het economisch, wetenschappelijk socia
lisme, ;btet principieelo socialisme voor de
keien ligt, daar thans in plaats van dat so
cialisme floreert eene extreme, vooruitstre
vende bourgeoisie. Dan komende tot zijn
onderwerp van dezen avond, zeg't spr. dat
juist de praktijk daar is, om te bewijzen
de juistheid van de Lobei's woorden: „Het
Socialisme ligt tegen de keien". De praktijk
moet zijn de uitvoering der theorien, moet
sprek uit den toestand en de daden, vit
hun optreden op sociaal, politiek en econo
misch gebied.
Ee geeft spr. met eenige cijfers Ie ge-
taLsterki der partij aan en noemt:
Duitschland op 397 afgevaardigden 110 s.d.
Beierej. op 16a afgevaardigden 30 s.d.
Hessen op 50 afgevaardigden 8 s.d.
Pruisen op 433 afgev. 3 s.d.
Baden op 7-1 afgev. 21 s.d.
Saksen op 82 afgev. 1 s.d. (in 1908)
Wurtemberg, op 78 afgev. 22 s.d.
Oostenrijk op 516 afgev. 120 s.d.
Hongarije, geen S. D. A. P. van Marx, maar-
sterke volkspartij, volgers van Kossuth.
België op 168 afgev. 43 s.d.
Denemarken, op 114 afgev. 32 s.d.
Spanje, enkele S. D. onder den naam repu
blikeinen.
Frankrijk ruim 600 afgev. ruim 180 s.d.
in verschillende nuances (100 Jaurès-mannen)
Gr. Rritannië en Ierland, 'n labour-part ij
van ruim 40 man op de 650, geen S. D. A. P.
Italië op 568 afgev. 35 s.d. (-f- 20 repu
blikeinen).
Noorwegen op 128 afgev. ongev. do helft
democraten (niet juist S. D'. A. Pb
Zweden op 240 afgev. 75 sd.
Nederland op 100 afgev. 15 s.d.
Portugal, allen Vrijmetselaars.
In den Balkan vaagde de oorlog alle soci's
weg.
In Amerika en Mexico kent men geen zui
vere starre sociaal-democraten.
Hierna volgde de systematische behande
ling van het onderwerp van den avond.
Allereerst werd beantwoord de vraag: „dekt
de praktijk de theorie?" d. w. z. is het
optreden der sociaal-democraten op 't wie-
reldtooneel hetzelfde als in hunne boeken?
De geschiedenis leert anders. Eerst zuiver
in de leer (doch niet lang) werd spoedig
hun doel duidelijk: stemmen werven. Toen
was de S. D. A. P. nog arbeiderspartij,
doch thans deelen de he eren de lakens
uit (de millionairs: Ferri, Vollmar, van
d. Velde, Anseele wellicht, de rechtskundi
gen: Mr. Mendels, Mr. Troelstra e. a., de
ioeters: v. Leeuwen, Gorter, de rijke lieden:
Kleerekoper, v. Kol, enz., enz.), dat is niet
erg, want eene partij moet door zulke man
nen geleid worden, maar waar de S. D. de
creteerden: la propriété c'est le vol, eigendom,
is diefstal (wat wij niet zeggen) zeggen zij
dus, dat hunne partij door groote dieven ge
leid wordt (wat wij niet zouden durven zeg-
gen.)
)De ontaarding (afwijking van de theorie)
zag en ziet men op elk gebied, hej; toppunt
is wel bereikt in Zaandam, waar een socialist
burgemeester geworden is.
Het onmogelijke daarvan is reeds vroeger
aangetoond (zie- verslag N. H. Crt. 18 Mei
j.L). Maar van meer gewicht is de vraag:
Verzette dc S. D. A. P. zich zelf niet tegen
ontaarding? Antwoord: ja, bijna overal op
dezelfde wijze. Overal zien we den strijd
tusschen Marxisten en revisionisten; in
Duitschland weinige revisionisten tegen de
groote massa Marxisten, hier enkele Marxisten
tegen de revisionistische menigte.
Waar de S. D. A. P. opgezet is op Marxis-
tisc.hen grondslag, is de toestand in Duitsch
land logischer, dan hier.
Hier behandelde spr. uitvoerig den strijd
tusschen de twee stroomingen, zooals die ge
streden wordt in Duitschland, de bakermat
van het socialisme, met verwijzing naar den
eersten avond over de theorie van het socia
lisme (N. H. Ot. 18-5-'14). Hij noemde het
Program van Gotha (1875), dat in 1891 Marxis
tisch te Erfurt werd herzien, de ruzie tus
schen v. Vollmar ©enerzijds en Babel ander
zijds (heer Troelstra contra .Wibaut). Bernstein
koos Vollmar's Zijde, werd geslagen, doch
overwon toch, daar hij het gezond verstand
op zijn zijde had, dat begreep, dat van alle
fabelen en voorstellingen van Marx en Bebel
toch niets komen kon.
In Nederland was de S. D. A. P. nooit
Marxistisch en de enkele leden, die zich op
Marx beriepen (Wibaut, Mendels, Mevr. Ro-
land-Holst en verder Wijnkoop, Ravestoijn)
werden óf tot zwijgen gebracht óf uit de partij
geworpen.
Een theorie bestaat feitelijk niet meer, daar
alles draait om de stemmen van de kiezers.
Alles om den kiezer. De kiezer regeert,
heerscht, erger dan Nero. Het volk, de kie
zers, behoeven niet meer te vragen: panem
et Circensis, brood en spelen, het geeft het
zich zelf. Het volk eischt en de vertegen
woordigers hebben te doen, wat geëischt
wordt.
De groote „Kladeradatsch" van Bebel is
niet gekomen, als hij dacht, doch is gekomen
in eigen partij; de ideaal-staat blijft een
sprookje voor de kinderkamer of volksver
lakkerij. De soc.-democratie maakt van het
Parlementair stelsel een ontzaglijke Kladera
datsch, een paskwil, een enorm lachsucces.
Onze kleinkinderen (zei spr.), als de we
reld dan nog bestaat, zullen zich verlustigen
in leuke histories, getiteld: Vóór, om en bij
het Parlement, De socialistische ministerdraai
kolk van 1913, de Treubsche matrozenleer-
boeken tegen 't socialisme of de moedermelk
als vergif; weg met de Wentholtscho schuit
van 7000 ton te duur leven Rambonnet,
de zuinige, met zijn 5 bodems van 20.000 ton
een koopje weg met 'n Rijksdaalder
voor 'n dooie, leve f 2.voor niet bedeelden,
weg met den gemoenen liberaal, leve het
liberale ministerie Cort v. d. Linden.
Weg met de socialisten, aldus het manifest-
pamflet der concentratie. En de tegenzang:
dc liberalen in koor: Laat ons kussen Troel-
stra's zweep.
De clericalen zitten onder Kuyper's druk,
krijsehen de libcralisten en Heb Volk
schrijft: ons ministerie is er een met Trool-
stra aan de telephoon.
Weg met de jonkheeren, oud-liberalen en
kapitalisten, hoog de werkman, de arbeide#
dood aan Passtoors, kies Jhr. Mr. de Beau
fort.
Weg met den arbeider te Enschede, leve
de .kapitalist van Enschede.
Wij kunnen nooit voor Defensie stemmen,
geen man en geen oent, tenzij Rambonnet aan
't roer is of Bosboom de geweren schoudert.
Wij zijn voor Staatspensioen, tenzij Treub
met mirakels van wetten komt; wij gillen het
uit over dooie rijksdaalders, maar zijn le
vendig verblijd met f 2.er is altijd geld
voor sociale wetten, er moet vooral altijd
geld zijn voor do 10000 onderwijzers-propa
gandisten, maar in 1914 vertegenwoordigt één
motie millioenen. Een toeslagwetje is bela
chelijk, maar een motie doet de biefstuk sis
sen in do pan.
Een griffier of substituut-griffier van f 600
a f 800 of f 15 per week is een opvreter,
ecu rechter van f 20 tot f 30 per week 'n
gruwel, maar f 40 in de week voor 'n dia
mantslijper of Rotterdamschen bootwerker is
een hongerloon.
Alle advocaten zijn duivels, behalve Mr.
Mendels c.s., alle directeuren van banken zijn
zwendelaars, behalve Troelstra en de zijnen,
alle ingenieurs zijn beulhelpers behalve Al-
barda en de zijnen, alle wethouders zijn wets-
verkrachters behalve Wibaut, D'uys en soort
gelijken, alle burgemeesters zijn kruipers cn
hovelingen behalve K. ter Laan.
De praktijk van 't socialisme is en blijft
adeplenwerverij, stemmen jacht, en dooi' het
snellen naar alle richtingen om de stemmen
ontstaat een verwarring van ideeën, een bot
sing tusschen leer en daad, een geweldige
„kladeradatsch".
In zijn tweede deel bewees spr. deze scher
pe opinie, dat practised de sociaal-democratie
niets anders is dan 'n stemmenjacht. Hij toon
de heft feit, dat de s.d. in streven, dóen en
late geen tokening houdt met de theorie,
wat heel logisch is, 'daar er een grove on
kunde is onder de S. D. A. P. zelve. Noch
volgers, noch wervers, noch propagandist,
voorman, bestuurder kent het Marxistisch sys-
steem en de socialistische litteratuur (mis
schien een enkeling).
't Is dan ook niet het doel van hun werken,
om Socialisten te maken, maar om de kiezers
socialistisch te doen stemmen. En die stem
men worden niet geworven door bespiegelin
gen over meerwaarde of historisch materia
lisme, maa;r door lokmiddelen, door dik en dun,
door de meest kapitalistische motieven, n.L
door aanvuring van 's menschen egoisme, heb
verschiet van meer welvaart, van meer (nota
bene) privaat individueel eigendom; en hoe
kapitalistisch dit ook is, dit lokmiddel moet
gebruikt, omdat de arbeider altijd had, heeft
en hebben zal een goede dosis gezond ver
stand en oordeel èn hij bekommert zich niet
om meerwaarde etc, of om Marxistische the
orie, doch wèl om de dubbeltjes.
De theorie is hierdoor reeds ge- en veroor
deeld en vernietigd.
Verder bewees spreker met feiten, dat de
socialist niet alleen met 'de theorie in tegen
spraak is, maar ook met zichzelf naar gelang
del' toehoorders, tijden en toestanden.
iOm dit te bewijzen behandelde spr. het
Agraarsocialisme (o.a. Henry George in zijn
boek Progress and Poverty), het optreden in
dit verband der socialisten in Frankrijk, in
Duitschland, In Nederland tegenover de Land
arbeiders iyet.
Principieel, in theorie moet de socialist zijn
tegen privaat grondbezit, hoe klein dit be
zit ook is. In Frankrijk geldt die theorie niet
in de practijk, Want men heeft de stemmen
der landbouwers noodig!. In Duitschland voer
de men de theorie door, totdat bemerkt werd,
dat de Duibsche boer tot socialistisch-stemmen
gebracht zou kunnen worden. Overboord de
theorie, zij zijn voor grondbezit. De Landarbei-
derswet in Nederland moest volgens de theo
rie veroordeeld worden, maar, nu blijkt, dat
de landarbeiders voor de wet zijn en er zich
op verheugen, nu moet 'de wet er komen,
anders worden er stemmen verloren.
Eeïnig© meerdere grepen ter staving van
de bewering, dat de socialist zich tegenspreekt
naar gelang van plaats, tijd en toestanden.
In Italië vóór tarief, Frankrijk onverschil
lig, in Duitschland nooit tegen het zware ta
rief, in Nederland moord en brand schreeuwen
tegen eene kleine verhooging.
Bebel gaat bij gevaar voor de grenzen,
de Jauièsmannen schieten hun leiders dood,
Schaper vecht ook, Duys heeft lirie aan het
vaderland.
Vrouwenkiesrecht voor enkele jaren ver
worpen, omdat gevreesd werd voor Christe
lijke aanwas, nu er voor, omdat die vrees
niet meer bestaat f
Tn Christelijks stroken zijn zij zoogenaamd
niet tegen Gód-dienst, doch zij zijn atheïsten,
zoodra de consequenties in niét-ehrisbelijke
provincies of deelen kunnen worden doorge
voerd.
Geen partijdigheid (pf wel? Zaandam en dc
onderwijzersbond), geen vlagvertoon (of wel?
Zaandam en de ►,'oodo vlag), geen optreden
van burgemeesters voor deze of gene partij
(of wel? als ter Laan 0p 1 Mei voor de
partijgangers oreert)
Alles mag gedraaid, verwrongen, vermoord,
als er stemmen te winnen zijn.
Bij het einde hartelijk toegejuicht, had de
spr. een oprecht dankwoord van den voor
zitter in ontvangst te nemen, die do propa
gandisten wees op en ten voorbeeld stélde
den ijver en bijzondere belangstelling van
den spreker, die, hoewel zijn dagen druk
bezet zijn, zich alle moeite getroost, om voor
de propagandisten te spreken, en hun mate
riaal aan de hand te doen voor hun propa
gandawerk. Het volgende applaus bewees de
instemming der aanwezigen.
Hierna volgde de rondvraag met enkele
opmerkingen, waarna de vergadering met ge
bed werd gesloten.
Medegedeeld werd, dat in Augustus niet
vergaderd zal worden.
De eerste vergadering zal dus gehouden
worden in September a.s.
VEREENIG1NG VAN HOOFDEN VAN
R. K. BIJZONDERE SCHOLEN.
In de bovenzaal van de Kroon werd gisteren
de S7e algemeene vergadering gehouden van
bovengenoemde vereeniging ;n Bisdom
Haarlem. Vooi'af was 's morgens te tien uur
in de kerk van den H. Joseph een H. Mis
opgedragen voor de overleden leden der Ver
eenigiug. Om lluur verzamelden zich de leden
in de Kroon, waar later de vergadering "Be-
gen.
De voorz., de heer M. L. v. Gemert, wees
er in zijn openingswoord op, dat de agenda
der vergadering zeer belangrijke punten be
vat. Vooral de stemming is van veel belang,
omdat daarvan veel afhangt van de toekomst
der vereeniging. Spr. wil daarom met het oog
De voorzitter, de heer M. L. v. Gemert, wees
aanraden in het belang van de toekomst der
vereeniging.
Naar aanleiding van het tweede belangrijke
punt wil spr. opmerken, dat reeds 2 jaar ge
leden liet „Godsdienstvraagstuk" besproken
is. Het is een punt van groot belang zegt
spr., omdat het godsdienstonderwijs op de
scholen nog aanmerkelijk beter kan zijn.
Nadat de voorzitter de leden dan hartelijk
welkom gëheeten had, verklaarde hij de ver
gadering voor geopend. (Applaus).
Nadat de notulen, na een opmerking van
den heer Speller, ter verbetering, goedge
keurd waren, en de voorzitter den secretaris
had dank gebracht, werden eenige inededee-
lingen gedaan. De regent van de Bisschop
pelijke Kweekschool te Beverwijk was ver
hinderd ter vergadering te komen.
Do voorzitter herdenkt den man, die altijd
tegenwoordig was, maar nu niet ter vergade
ring kan zijn; die ons door den dood ontval
len is, den heer J .Th. F. van der Donk. Hij is
te vroeg aan de zijnen en onze vereeniging
ontrukt. Wij verliezen veel in hem, zegt spr.;
Deze eenvoudige man, gesproten uit een goede
katholieke onderwijzersfamilie, was een braaf
en degelijk man, die steeds met ijver en zorg
werkte. Spr. kende hem ook als braaf en goed
echtgenoot. Voor onze vereeniging is v. d.
Donk veel geweest, zegt spr. Zijn adviezen
werden zeer gewaardeerd.
Wij danken God, dat we in het Bisdom
Haarlem nog kunnen wijzen op oen onderwij
zer van zoo diepe overtuiging en groot ka
rakter.
De leden, die deze treffende woorden staan
de aanhoorden, onderschreven deze door har
telijk applaus.
Uit de rekening en verantwoording van den
penningmeester bleek, dat de inkomsten
847.03 K bedroegen, de uitgaven 772.59, ba
tig slot alzoo 74.44K. In werkelijkheid was
er evenwel een nadeelig saldo, omdat op de
vorige rekening een nadeelig slot was
van 81.84K, zoodat op deze rekening nog
een nadeelig saldo van 7.40 rest. Onder ap
plaus wordt ook deze rekening goedgekeurd,
evenals het tweejaarlijksch verslag van den
secretaris, waaruit bleek dat bet aantal leden
122 was, dat der eereleden 3. en donateurs 17.
Aan de bestuurstafel had plaats genomen
Mgr. M. I'. J. Möllmann, vicaris-generaal van
lret Bisdom Haarlem.
Tol. bestuursleden werden gekozen do ihee-
ren W. G. Lam. Rotterdam, met 51 stemmen.
Je lieer .T. C. Vintgee, Haarlem, met 45 stem
men. en Je (heer D. Ruiters, Formerend.
De heeren Th. P. Badoux en P. C. A. Hen-
driksen werden bij aeclamtie herkozen.
De heer M. L. van Gemert wensebte aks
voorzitter niet meer in aanmerking te bo
men, terwijl liet bestuurslid J. Th. F. vail
Donk overleden is.
Na de pauze werd het woord gegeven aan
den heer W. P. J. Bertels van Buitenveklert,
om een inleiding te houden over: ..Het gods
dienstonderwijs aan onze scholen."
Spreker wijst op den vooruitgang op ka-
techetisch gebied in Duitschland, Het is on
tegenzeggelijk eene groote verdienste van de
hedendaagschc katechet'sche beweging, dui
delijk in het licht gestold te hebben, dat de
hoofdtaak van het godsdienstig onderricht niet
moet gezocht worden in liet aanbrengen van
kennis alleen. Kennis is noodig, maar in laat
ste instantie slechts middel, om tot het eind
doel, deugd, karakterschoonheid en -vastheid,
te geraken. Er moet op school en in den
katechismus meer geschieden dan lesopzeg-
gen en les vei klaren.
Volgens inleider zijn cr paedagogen, die het
memoriseeren van den katechismus wel niet
uitschakelen, doch van zeer ondergeschikt be
lang achten. Spreker wil echter vasthouden
aan een onverzwakt van buitenleeren
van de katechismuslessen. Welke methode
men ook volge, steeds dient er naar gestreefd
te worden, dat ten laatste de katechismus-
waarheden het geestelijk eigendom worden!
der kinderen, een eigendom*, dat hoofd en hart
en wil 'dijker maakt, mhar een eigendom,
dat duidelijk geregistreerd staat in het ge
heugen 'door het vastleggen van den kate-
chismustekst.
Het van-buiten-leeren van den katechismus
is voor de kinderen een zware taak, die
door goeije voorbereiding en hulp zoo licht
en aangenaam mogelijk gemaakt dient te wor
den. Volgens inleider, die zijn bewering met
verschillende citaten staaft, is het noodzake
lijk, dat de lessen eerst verklaard en dan
pas geleerd worden. Deze voorafgaande be
handeling is nog meer noodig dan een poc-
Üagogisch-iügerichte katechismus. Spreker
tracht te bewijzen, dat de vorm van het
vragenboek reeds uitwijst, dat het, zooals Mgr.
Knecht schrijft, een „Memorier-und Repeti-
tionsbuch" is, evenals een jaartallenboekljoi
voor geschiedenis. Eerst behandeling der ge
schiedkundige feiten, daarna jaartallen loe
ren, zegt spr. Niet omgekeerd. Zoo ook in
het godsdienstig onderricht: het memoriseeren
in de tweede en niet in de eerste plaats.
Het van buiten-leeren van den katechismus
is voor de kinderen een zeer zware taak,
die de opvoeders zooveel doenlijk moeten ver
lichten. Een groote winst hebben we reeds
in de didactisch-prac.tisehe inkleeding van den,
nieuwen katechismus, die zooals spr. met voor
beelden aantoont voor het van buiten leeren,
onthouden en repeteeren heel wat meer ge
mak aanbiedt- dan zijn voorgangers. Ontegen
zeggelijk rust allereerst op het huisgezin,
op vader en moeder de plicht, de kinderen to
helpen en te controleeren bij het leeren van
den katechismus. De school mag zich echter
niet aan dit. werk onttrekken. Niet slechts,
omdat vele ouders hun plicht in deze ver-
waarloozen, maar ook omdat de onderijzer,
die deze zaak met liefde behandelt, tal fan
technische middelen tot zijn beschikking heeft
om het memoriseeren aangenamer te maken.
Volgens spr. bestaat cr onzekerheid om
trent de vraag, hoever de onderwijzer kan
gaan bij de zoogenaamde woordverklaring.
Daarom dringt hij aan op eene commissie om
die zaak te onderzoeken ten einde bij Z. D.
H. den Bisschop aan te dringen op nauwkeu
rige voorschriften in deze.
Spreker acht een verzwaard examen voor
de bijzondere onderwijzers zeer gewensebtj
en betoogt de wenschelijkheid eener enquête,
naar de wijze/waarop aan onze scholen door
de onderwijzers aan het godsdienstonderwijs
wordt medegewerkt.
De heer Bertels oogstte veel applaus.
De voorzitter, de heer van Gemert, bracht
den inleider een woord van dank.
Besloten werd aan het bestuur op te dra
gen de samenstelling eener commissie van
enquête als door den heer Bertels bedoeld,
welke opdracht door liet bestuur werd aan
vaard.
De voorzitter bracht woorden van hulde
aan liet aftredend bestuurslid den heer J. G.
Kropman. Ouder applaus werd de heer Krop,
man tot eerelid benoemd der vereeniging.
De lieer Badoux braclit woorden van hul
de aan den lineiigaaiiden voorzitter, den heer
van Gemert. Hij herinnerde er aan dat het
nu de 87ste algemeene vergadering is, waar
van dc lieer van Gemert er zeker 75 heeft ge
leid. Ook voor liet overige werk, vooral om
de goede samenwerking der vereeniging met
het liooge Kerkelijk gezag, braelht spr. den
heer van Gemert hulde. Hij Loopt dat de ver
eeniging op den aangewezen weg zal voort
gaan en dat de lieer van Gemert er lange
jaren van getuige moge zijn. Spr. bracht hul
de aan den héér van Geinart. Onder applaus'
werd de aftredende voorzitter tot eerelid be
noemd.
De lieer van Gemert dankte geroerd voor
de hartelijke woorden en de hooge ondersdhei -
ding, ïnemoreerende dat het hem hard valt
een vereeniging te verlaten die hii heeft hel
pen oprichten en waarvan hij langen tijd be
stuurslid is geweest.
Hierna gaf de voorzitter het woord aan den
aere-voorzitter der vereeniging, Mgr. M. P. J.
Möllniann, vicaris-generaal van liet Bisdom
Haarlem. Mgr. hield de volgende toespraak:
Mijne Heeren,
Tn aansluiting aan de inleiding van dezen
dag zij het mij vergund een enkel ernstig woord
als slot dezer vergadering te spreken.
Het staat vast, dat het leeraarsanibt in Gods
Kerk is toëvertouwd aan den priester: hii
bezit de eigenlijke „missio canonica": van
hem geldt liet woord: „gaat en onderwijst alle
volkeren": dat leeraarsambt is één met de
macht om de H.H. Sacramenten toe te dienen
„hen doopeude in den naam des Vaders enz."
Alleen bij uitzondering, in geval van nood
(denkt men b.v. aan de missielanden) kan ook
de ontwikkelde leek in dit opzicht de plaats
des priesters innemen, evenals in geval van nood
een ieder mag en kan doopen.
In gewone omstandigheden zult gij dan ook.
Mijne Heeren, niet geroepen zijn tot het
docere: het leeraren met woorden: maar
Een verhaal uit de allereerste tüden der
Christenheid.
2'.
Doch hoe?gift? Dit scheen mij aan
vankelijk het doelnialjgctdoch de gedachte
aan den dood van Bril mui: cut, en de argwaan
des volks bij die gelegenheid, maakte het
voor dit geval onbruikbaar of althans min
der geschikt. Hel zou overigens ook de vraag
nog zijn of ik bij Agrippina daarmede mijn
doel bereiken zal. Zij is sluw en gebruikt naar
mij verhaald beeft, dikwijls tegengif. On
der de bestaande omstandigheden zou ik in-
tussehen niets voor gevaarlijker houden dan
dat een dergelijke aanslag mislukte.
Er blijft dus niets anders over Jan de
dolk.
Ook dat heel't zijn bezwaren. Een mond
geeft getuigenis van een moord. Daarbij, hoe
weinig lieden heeft men die in dit opzicht
te vertrouwen ziin.
Gij hebt Anicetus, den bevelhebber der
vloot van Misennm, een zeer vertrouwd man.
luderdaad.pij heeft zijn leven en zij
ne vrijheid aan mij te danken en bemint mij
van jongs af evenzeer als hij Agrippina haat.
Hij is bovendien juist in het paleis aanwezig
•n ;k kan lieir oogenblikkelyk ontbieden.
Doe dit. Ik durf mij vleien dat ik met
hem een plan zal kunnen beramen dat u in
alle opzichten wenschelijk voorkomt.
Welaan, wij willen de zaak te zamen
overleggen.
Nero liet daarop Anicetus door een slaaf
ontbieden, die nu spoedig met het vreeselijke
geheim bekend gemaakt werd.
Gij zijt met de scheepsaangelegenheden
ten volle bekend, zoo begon daarop Nero; ik
meen mij zeer goed een seliip te kunnen voor
stellen dat als van zelf in- volle zee een lek
krijgt. Zoudt gij niet in staat zijn een vaar
tuig zoodanig te doen inrichten?
In zeer korten tijd. Het zal, waar en
wanneet men wil, oogenblikkelijk zinken.
Dat is voortreffelijk! riep Nero. Wan
neer Agrippina zoo onverwacht als het wa
re bij een schipbreuk te gronde gaat, wie zal
aisdan moed hebben om van eene misdaad te
spreken.
Dan ontbreekt er nog slechts een ding,
Cesar, sprak Norses, om de wereld, die be
drogen wil zijn, geheel de oogen te verblin
den. Wanneer die vrouw van de aarde ver
dwenen is, laat gij een tempel met altaren ter
Larer eer houwen, als een bewijs uwer kin
derlijke liefde en een blijvende getuige van
uwe smart.
Nero gaf daartoe zijne toestemming en be
val dat onmiddellijk de noodige toebereidse
len gemaakt zouden worden.
Anicetus vertrok ijlings naar de haven van
Misennm aan de golf van Napels. Nero be
gaf zich intusschen naar zijn bekoorlijk land-
buis te Bajas, aan den oever van genoemde
golf gelegen. Hier, aan den schoonstee zee
oever a an latlië van Italië en wellicht van
de gansöhe wereld, noodigde hii zijne moeder
uit hem een bezoek te komen geven, ten ein-
5 de, zooals bij in zijne uitnöodiging huichel
achtig voorwendde, het feest hunner verzoe-
jning te vieren. AS'i'iïPina kon het droom
beeld harer vroeger onbeperkte heerschappij
nog niet vergeten; de zoete Loop van de
macht en deu invloed die zij verloren had,
terug te krijgen, was zoo uitlokkend dat zij
alle bedenkingen over het hoofd zag, en zich
haastte om aan de uitnoodiging te voldoen.
Nero behandelde haar met alle teekenen van
kinderlijke liefde en voorkomendheid, en
schonk haar aan tafel dc eoreplaats. Te mid
dernacht geleidde bij haar naar het schip
dat liaar moest overbrengen naar haar land
goed te Bauli, alwaar zij verblijf hield. Hii
kuste haar bij het afscheid nemen op hand en
oog en drukte haar lang aan zijne borst. Was
dit huichelarij, of was het de machtige on
weerstaanbare stem der natuur, welke zich
nog eenmaal in het hart van dien snoodaard
liet hooien, ais om te protesteeren tegen de
onnatuurlijke misdaad, die hij eenige oogen-
blikken later aan zijne eigene moeder zou
gaan bedrijven?
De nacht was schoon, de hemel onbewolkt
en de zee effen. Het schip der keizerin gleed
zacht over de licht gekrulde golven, welker
toppen door de maan als verzilverd waren,
door de golf van Bajas.
Agrippina zat in liet onderruim in do
prachtig gestoffeerde kajuit. Haar dienaar
Creperius zat naast haar en hare vrijgelaten,
Aceronia aan hare voeten; op aller gelaat
was vreugde te lezen. Aceronia wensehte hare
gebiedster onophoudelijk geluk met de harte
lijke ontvangst welke haar was te beurt ge
vallen. Eensklaps vernam men een vreeselijk
gekraak en viel het dek boven 'hen ineen.
Creperius lag onder liet houtwerk verpletterd
op deu grond, doch de beide vrouwen leefden
nog en waren zelfs ongekwetst gebleven,
i Doch opnieuw liet zich een jammerkreet
.hooren; het^eliip zwenkte en zonk en de
j beide vrouwen waren aan de golven prijs
gegeven.
I Red mij! riep Aceronia, ik ben Agi'ip-
Ipina, ik ben de moeder van den Cesar.
Dat was juist haar dood. In do meening
dal zij werkelijk de keizerin was, sloeg men
haar uit een boot, die op bevel van den Ce-
sar Me keizerlijke bark gevolgd scheen te zijn,
met een roeispaan op het hoofd, zoodat zij in
de diepte verdween.
I Agrippina ontkwam aan het gevaar. Men
bad haar, zonder te weten wie zij was, in een
boot opgenomen en zij maakte zich eerst
later bekend; zij was er met een lichte ver
wonding afgekomen. Men bracht haar naar
hare villa.
In angstvolle spanning had Nero te Bajas
den afloop van dezen b.elschen aanslag afge
wacht, Hij kon nauwelijks liet oogenblik af
wachten dat men hem de tijding overbracht.
Eindelijk verscheen de bode voor hem, maar
met hc-.t bericht dat de aanslag mislukt was
en Agrippina zich op baar landgoed bevond.
De keizer was zidh. zeiven nauwelijks mees
ter. In den eersten aanval van woede was
zelfs Nerses niet in staat liem tot kalmte te
brengen. Hij verwenschte alles wat bij om
zich been zag. Eindelijk gebood hii dat men
Seneca en Burrus zou roepen; uit welke om
standigheid men zou moeten hesluiten, dat
deze met den aanslag niet onbekend geble-
ven waren. De list is mislukt, de zaak zal
'ruchtbaar worden; wat moeten wij beginnen?
riep Nero liem te gemoet.
De philosoof en de praetor der lijfwacht
schenen het niet te wagen eenig antwoord te
geven.
Gij ziet in welk gevaar ik m'ij bevind,
vervolgde Nero. Agrippina kan hare slaven,
wapenen, de soldaten in oproer brengen en
door het heleend.maken van hetgeen er ge
beurd is, invloed op den senaat en het volk
uitoefenen.
Nero zweeg weder, blijkbaar om de beide
wijze mannen aan het woord te laten komen.
Doch noch Seneea noch Burrus voldeden
hieraan. Eindelijk vatte Burrus moed. „De
lijfwacht is u wel genegen, sprak hij, maar
Germanicus leeft nog ouder de soldaten; zij
zullen nimmer iets tegen zijne dochter on
dernemen. Anicetus heeft zich met de uit- j
voering belast; het is aan hem om raad to
schaffen.
Anicetus verklaarde zich daartoe bereid en
beloofde het begonnen werk ten einde to
brengen, wanneer men hem de vrijheid gaf
om naar welgevallen te handelen.
De vrijheid worde u geschonken, sprak'
Nero, maar maak dat er spoedig een eindo
aan kome. Ik wil nog heden keizer zijn, en
wanneer ik mijn geluk niet aan mijne wijze
leermeesters te danken kan hebben, laai ik
het dan aan mijne vrijgelatene verschuldigd
zijn; maar spoedigspoedig!
Aan den oever van de golf Bajac had zichi
intusschen een menigte volk verzameld. Het
geheimzinnige schemerlicht van den nacht
bood e^n cchilderaëhtig toonccl aan. Eenigen