NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT blad
BINNENLAND.
Sociale Berichten.
Een goddeloos land.
BUITENLAND.
Overwinningen van het
Christendom
Komedie.
FEUILLETON.
De sociaal-democraten hebben zich dezer
dagen te Amsterdam van hun slechtste zijde
laten zien.
Daar hebben' de heeren zich toch wel heel
leelijk in de kaart; laten kijken, en op over
tuigende wijze getoond, dat zij, wanneer het
beloven betreft, haantje de voorste
doch wanneer het op daden aankomt, niet
te spreken zijn....
Het is al uit den treure gezegd, doch
thans hebben de heeren zélf een argument
gegeven, dat beter spreekt, dan ellenlange
artikelen.
Men begrijpt waar wij op doelen: dezer da
gen waren in den Amsterdamschen gemeente
raad voorstellen aan de orde om de vacantie
der gemeentewerklieden te regelen.
Nu waren de vrijzinnig-democraten de hee
ren voor geweest en dezen hadden een voor
stel ingediend, dat verder ging dan dat van
den socialistischen wethouder en den gemeen
tewerklieden dan ook meer vacantie en meer
toelage gaf.
Men zou zoo zeggen: een kolfje naar de
nand der socialisten.
Maar jawel i
Wanneer de redevoeringen bij deze gelegen
heid door de roode fractieleden ten beste gege
ven, door rechtsche of liberale raadsleden wa
ren'uitgesproken, zou men het gehuil en ge
kerm gehoord hebben van: „ondemocratisch",
„reactionair" „arbeidersvijanden" e.d.
Doch nu de roode heeren weer eens de
arbeiders voor het lapje hielden, mag daarop
geen aanmerking gemaakt worden.
Toch wilden we even op dit feit wijzen
:n we handelen daarmede ongetwijfeld in
ien geest van velen getuigen de verschil
lende ingezonden stukken, die .wij ontvin-
gen die duidelijk inzien, dat de socialis
ben wel veel beloven, doch wanneer zij eens
kunnen toonen werkelijk „alles" voor den
werkman over te hebben, dit gaarne aan
anderen over laten.
Het gebeurde te Amsterdam zij velen weer
ter leering; zij kunnen er uit begrijpen, hoe
sij worden beetgenomen door de roode heeren,
wanneer die eenmaal de macht in handen
hebben.
Men zorge er dus voor, dat dit niet ge-
beure of niet meer geschiede.
M. K. (pr.) schrijft in de „L. K.":
dwinglandij tegen priesters en kloos
toriingen wordt in liet land der vermeende
vrijheid, gelijkheid en broederschap wederom
verscherpt.
Wie niet verblind is door vooroordeel of
sektehaat, al deelt hij ook onze godsdienstige
overtuiging niet, vraagt zich onwillekeurig af,
bij het zien van het draconisch optreden der
Fransche Regeering: Waar moet dat heen?
Naar den ondergang. "Want er is een Op-
Perwezen, een Heer en Meester over pérso
den en regeeringen. Personen en landen moe
ten dien God erkennen en eerbiedi
gen op gevaar af, van vernietigd te worden.
Frankrijk is een goddeloos land, een rijk
dat de rechten van het Opperwezen mis
kent, ja zelfs Zijn bestaan practisch loochent.
Wie God miskennen: zullen oogen hebben
en niet zien, ooren en niet hooren, zeggen onze
heilige Boeken.
Frankrijk verdrijft zijne beste zonen en
dochteren; Frankrijk is ziende blind en hoo-
rende doof, omdat het leeft naar de beginselen
van Voltaire, wiens leuze was: „Ecrasonsi
l'infame".
De revolutiemannen stelden 't beginsel vast:
„L'Etat est athée": „De Staat is goddeloos".
De encyclopaedisten hadden 't zoo bestemd.
Deze leuze wierp in 't ongelukkig land van
Clovis door alle standen der maatschappij
heen het meest ruwe en platte ongeloof.
Nadat, ten betooge der zelfstandigheid van
den menschelijken geest, eene deerne door
het Janhagel van Parijs de plaats had ingeno
men van den God der Eucharistie in de No-
trc-Dame, trok de goddelooze Staat aan het
werk.
In wetgeving, gerechtshof, parlement enz.
werd gebroken met eiken geopenbaarden
godsdienst. Alle openbare instellingen, scho
len, hospitalen, weeshuizen moesten langza
merhand worden „verwereldlijkt."
Oe boom der goddeloosheid, geplant in
Frankrijks bodem en gedrenkt, eerst met het
bloed zijner koningen, vervolgens met dat
zijner priesters en trouwste zonen, draagt
heden de wrangste vruchten, waaraan Ma
rianne zich verzadigt als de kannibalen aan
menschen vleesch.
Geen land ter wereld zag ooit droeviger
verval in eigen boezem van alles wat heilig en
eerbiedwaardig is aan hem, die gelooft aan
een God.
Het huwelijk is in dat land geen Sacra
ment meer, door Christus ingesteld om elkan
der de lasten des levens te helpen dragen,
het menschdom voort te planten en den hemel
te bevolken. Onder den goddeloozen Staat
is het geworden een soort beursspeculatie,
eene vereeniging die louter zinnelijke ge
noegens beoogt, eene loutere overeenkomst
tusschen twee partijen, die weer met bei
der toestemming, en zoo vaak men wil, kan
worden ontbonden, zonder dat de wetgever
daar veel bezwaar in ziet, zoodat hij de te
vervullen formaliteiten tot een minimum te
rugbrengt.
Waar de Staat niet meer eerbied aan den
dag legt voor 't beginsel, waaruit moeten
spruiten zijne burgers en zijn leger, en daarbij
den invloed der Kerk zoo zeer belemmert als
maar mogelijk is, kan men niet verwachten,
dat het persoonlijk en individueel zorgen voor
deze belangen hooger zal staan. Wanneer het
vast staat, dat in de huidige Republiek
zonder nog van de steden te spreken
dorpen zijn, waar men bijna geen gezin vindt,
waarin het getal van twee kinderen wordt
overtroffen, ja dat er tal van huisgezinnen
zijn, waar geen wieg wordt geduld, zal men
wel genoodzaakt zijn te erkennen dat de god
deloosheid van een rijk tot zelfmoord van
dat rijk voert.
Op straat, op de openbare plaatsen, op erf
en hof, ja zelfs op zekere schoolpleinen luis
tert de wandelaar tevergeefs naar kinder
spel en kindergejoeldaar is geen speelsche
jeugd, daar heerscht de dood die geen leven
baart, de akelige stilte van het graf, die den
denker toeroept: Ik ben het gevolg der god
deloosheid, grondbeginsel van den Frauschen
Staat.
Doch zie.... daar staan schoolbanken en op
die schaars bezette banken zitten eenige kin
deren. Bekijk ze eens terdege: 't zijn meestal
magere zwakke, zenuwachtige kereltjes, die
in hun lichaam de gevolgen dragen van de
uitspattingen hunner ouders.
iVan „Vrijheid" geven hoog op de pedante
paedagogen, die in deze jeugdige gemoederen
bij wijze van onderwijs het anticlericalisma
inprenten, hun het gift der goddeloosheid in
spuiten en ze drillen tot haters van God, ha
ters van den Godsdienst, haters van den Pries
ter.
De hartstochten ontwikkelen zich vlug; im
mers uit het vrije denken volgt het vrije
schrijven, het vrije spreken en., het vrije
handelen; op zestien- ze ventien jarigen ouder
dom beginnen ze, zooals men het daar noemt,
te „leven" en op twintigjarigen leeftijd ge
beurt het vaak dat zij van het leven genoeg
hebben. Bij een vijftienjarigen knaap, leer
ling aan een" lyceum te Parijs, vond men,
nadat hij 2!ch in het bosch van Boulogne had
opgehangen, een briefje met den volgenden
inhoud: „Je suis las de vivre": „Ik heb ge
noeg van het leven."
Dit is in het land der goddeloosheid geen
alleenstaand feit; men raadplege de statisi-
tieken. Hoe ook zou 't anders kunnen? Zon
der hoogere idealen moet het leven vervelen.
Geen beschaafd land telt meer analpha-
beten dan Frankrijk; de wet eischt school
dwang maar.... de goddelooze regeering ont
moet niet overal mannen en vrouwen, zoo
gedwee als de priesters en nonnen, en wan
neer het volk de tanden laat zien, dan krui
pen die regecringsmannen, die zoo verwaand
zijn, dat ze de lichten aan den hemel wil
len uitdooven, in hun schelp terug.
Op gelijke wijze wordt de Zondagswet uit
gevoerd; op het gebied van slafelijken ar
beid is in dorp noch stad veel verschil te
vinden tusschen den Zondag en de andere da
gen der week.
Dat de Staatsgoddeloosheid de goddeloosheid
van het volk in 'do hand werkt ligt voor de
hand. Het volk jammert wel eens over de
dwingelandij der regeering tegenover kloos
terlingen en priesters, en het valt ook niet
te ontkennen, dat er nog tal van echt ka
tholieke families te vinden zijn in het land
van Clovis en den H. Lodewijk. Maar over
het algemeen legt zich de bevolking neer bij
't geen de regeering voorschrijft, vooral bij
de kloosters- en priestervervolging. Hoe ook
zou 't anders kunnen? Het priesterkleed en
de beginselen der R. K. Kerk zijn als eene
voortdurende afkeuring der goddeloosheid. Het
religieuze kleed spreekt van onthouding,
kuischheid en versterving, en dat druischt
Tegel recht in tegen de lichtzinnigheid, de
zucht naar genot en zinnelijke voldoening van
het volk. 1
Nederland is integendeel een land, dat uit
kracht zijner grondwet eischt de opvoeding
der burgers tot christelijke en maatschap
pelijke deugden, een land, dat, geknield voor
den Allerhoogste, zingt: „Bescherm, o God,
bewaak den gtrond, waarop onze adem gaat...
Wij smeeken van Uw vaderhand behoud van
vaderland en vorst".
Wel is waar heeft ook onze grond volge
lingen geteeld der Voltairiaansche beginse
len; ook bij ons zijn er, die God van Zijn
troon zouden willen stooten, maar de ernst
en het gezond verstand van onzen stam zal
nooit, hopen we, de goddeloosheid als be
ginsel van den Staat erkennen.
De Mahomedanen.
Het aantal Mahomedanen op de geheele
wereld is tot dusver, in het algemeen, veel
te groot berekend. Voor vele islamitische
landen werden fantastische cijfers opgege
ven, die later bleken lang niet met de wer
kelijkheid overeen te komen. In het April
nummer van de Moslim World worden door
prof. dr. Westermann en dr. Zwever thans
juiste op statistische gegevens gegronde cij
fers gegeven, die wel de aandacht verdie
nen. Voor Marokko werden vroeger 6 a 10
millioen bewoners opgegeven; dit getal is
thans tot 3.200.000 gedaald. De 3.500.000 Mo-
homedanen van Dafur daalden tot 60.000,
de 3.500.000 van Wadaï tot 1 millioen.
De Mahomedaansche bevolking der wereld
werd nog onlangs door het Arabische blad
EL Moayyad op 270 millioen geschat, prof.
Hackman schatte haar op 260, Hartman op
223, Wickman in Justus Perthes' Handatlas
op 240 millioen. De statistiek wijst er daar
entegen niet meer dan 201 millioen aan. Bij
na de helft dier Mahomedanen staat onder
Engelsche heerschappij, namelijk 90 milli
oen; 76 millioen worden door andere Euro-
peesche koloniale Staten beheerscht, en
slechts 34 millioen leven onder Mahome
daansche heerschers, waarvan 13 millioen
in Turkije. Het Ottomaanschc „Kalifaat",
zooals 't zich nog pralend noemt, regeert
derhalve over slechts 6y2 pCt. der Maho
medaansche bevolking over de geheele we
reld. Onder Duitsche heerschappij staan
1.480.000 Mahomedanen in Oost-Afrika, Ka
meroen en Togo, onder Nederlandschc
35.308.996, onder Russische 20 millioen.
Van de 201 millioen Mahomedanen op de
wereld zijn er echter 60 millioen, die alleen
in naam Mahomedanen zijn, doch in werke
lijkheid zijn het heidenen. Bovendien zijn
er nog 10 millioen Mahomedanen, die tot
de Sjiiten beliooren en in vele punten afwij
ken van den eigenlijken Islam. Er blijven
dus nog 126 millioen voor den orthodoxen
Islam over.
IS HET SOCIALISME DAN NIET GODDE
LOOS?
Wij lezen in de „Bode van O. L. V. van
het H. Hart":
De socialisten beweren van neen: godsdienst
is privaatzaak.
Maar wat zij als privaatzaak beschouwen,
bestrijden zij niettemin, zij en al de organen,
waarover zij beschikken. Hunne persorganen
zijn dagelijks gevuld niet aanvallen tegen
priesters en godsdienst. Door gansdh hunne
werking straalt een gloeiende godsdiensthaat.
Nergens is dat beter geschetst dan in het
boek van M. Pieter Verhaegen: „Les Ravages
de l'école neutre en Hainaut (De verwoestin
gen der onzijdige school in Henegouwen).
Uit dat boek vertalen wij eenige feiten, die
wij hier laten volgen:
„Van zoonaast de kinderen hunne eerste
communie gedaan hebben, i§ 't gedaan met
't beoefenen van den godsdienst. Bedorven
door de school, verbeest door Ihet werk, mee
gesleept door slechts voorbeelden, verliezen
de kinderen weldra site eergevoel en plicht
besef.
„Het familieleven bestaat v00r ]ieu nje(.
meer. De jongens, dikwijle 00]j (je meisjes,
betalen thuis den kost.
„Op 15-jarigen ouderdom en soms nog vroe
ger, verlaten zij het ouderlijk huis, geven
zich aan ontucht over.
„Tot IbUwelijksouderdom gekomen, verzaken
velen aan het kerkelijk huwelijk en verge
noegen zieh met het burgerlijk.
„In het kolenbekken van Charleroi, volgens
kanunnik Lalieu, pastoor-delcen, zijn 1/3 der
huwelijken niet meer kerkelijk; de burger
lijke begravingen zijn 1 op 5.
„In sommige gemeenten zijn de burgerlijke
begravingen 25, 40 tot 50 ten honderd.
„Te Fort-liies, op 250 huishoudens, die niet
kerkelijk getrouwd zijn, zijn er omtrent 130
koppelingen. Te Souvret, in 1906, 15 kerke
lijke huwelijken tegen 20 burgerlijke; in 1907
9 tegen 22.
„De burgerlijke begravingen te Souvret wis
selen af tusschen 30 en 40 pet.
„Te Fayt werden, in 1908, 23 kinderen ge
doopt op 39, die dit jaar geKoren waren; in
1909 27 op 40. Op 2200 inwoners in 1908, biel
den 65 hun Pasoheii!
„Te Bois-de-Boussu, 40 pet. der kinderen
doen hun eerste communie niet meer, en de
helft der begravingen zijn burgerlijk.
„Te La Hestre, van 1 Januari tot 15 Mei
1908 21 burgerlijke begravingen tegen 7 gods
dienstige: slechts één zieke had de H.H. Sa
cramenten ontvangen.
„Geen enkele werkman te La Hestre gaat
ter kerke; 55 a 60 pet. der kinderen doen hun
eerste communie niet.
„De echtbreuken vermenigvuldigen kolos
saal, de ontucht woekert geweldig."
Ziedaar een toestand, dien de socialisten
willen algemeen maken.
Christen arbeiders, waakt voor uw geloof
en uwe zeden! Verliest gij het eene. ook het
andere gaat te loor, en dan is Ihet ook gedaan
met uw innerlijk welzijn.
EEN HAVEN TE HOEK VAN HOLLAND.
De commissie, ingesteld door de vereeni
ging Algemeen Belang te Hoek van Holland,
met het doel de belangen dezer plaats te be
verderen door in het bijzonder te ijveren voor
het verkrijgen van een haven aldaar, heeft
een circulaire verspreid, waarin wordt be
toogd, dat het waarachtig belang van Hoek
van Holland den aanleg van een haven eischt
en dat niet alleen de handelsbelangen van
Rotterdam hij deze zaak betrokken zijn, maar
dat ook voor het Westland en de provincie
Zuid-Holland, een haven daar in de toekomst
van onschatbare waarde zou zijn.
DE NIEUWE PRESIDENT VAN HET
HOF IN NED.-INDIë.
De Javabode deelt mede, dat mr. Neder-
burgh noch door den gouverneur-generaal
noch door den Raad van Indië is voorgedra
gen.
Toen de benoeming van mr. Nederburgh
bekend werd, was het zoowel voor den heer
Idenburg als voor de leden van den Raad van
Indië een verrassing. Zij hadden mr. E. Kru-
seman voorgedragen.
En wij blijven een dergelijke benoeming
niet om den persoon van mr. Nederburgh,
die, het spreekt van zelf buiten het conflict
blijft afkeuren, zegt bet blad.
ZOO ZIJN HTJNNE MANIEREN.
Men schrijft aan de Tijd:
In het begin van Maart van dit jaar werd
door het bestuur van de afdeeling Harlingen
van den Centralen Bond van Transport- en
Havenarbeiders twee leden van de afdeeling
Harlingen van den Ned. R. K. Fabrieks-, Haven
en Transportarbeidersbond, F. Blom Sr., en H.
Blom Jr., aangezegd, dat zij voor het lidmaat
schap hunner katholieke organisatie hadden te
bedanken en toe moesten treden tot den Centra
len Bond, of dat zij als beëedigde wegers
werkzaam zijnde hun baantje zouden verlie
zen.
Aanvankelijk weigerden beiden aan dezen eisch
te voldoen. Toen gewerd hun de mededeeling,
dat, indien zij bij hun weigering bleven vol
harden, de leden van den Centralen Bond niet
meer met hun samen zouden willen werken. Tot
dezen maatregel meenden de leden van dien
bond gerechtigd te zijn, omdat in het contract,
dat zij met de werkgevers sloten, een bepaling
voorkwam, dat de werkgevers bij voorkeur leden
van dien Centralen Bond in hun dienst zullen
nemen.
Blom Sr., een bijna 70-jarige man, die vreesde,
wanneer zijn betrekking van eerste weger hem
zou worden ontnomen, broodeloos te worden, gaf
toe aan den gestelden eisch en bedankte voor
„St. Willibrordus". Blom Jr. daarentegen
wenschte zich niet te laten dwingen en beriep
zich op de vrijheid van het vereenigingsrecht.
Blom Sr. bleef aan het werk en Blom Jr. werd
ontslagen en heeft sindsdien zijn werk niet mo
gen hervatten.
Het Bondsbestuur van den katholieken bond
protesteerde bij het afdeelingsbestuur en ook bij
het hoofdbestuur van den Centralen Bond, doch
deze tusschenkomst had geen resultaat, zelfs
werd inmiddels nog een derde lid der katholieke
organisatie bedreigd. Daar bleef het ook nog
niet bijook een iid van den Ned. R. K. Slagers
gezel lenbond „St. Joris" werd lastig gevallen.
Doordat men zich gewend heeft tot het afdee
lingsbestuur van den Nederl. Slagersgezellen-
bond werd voorkomen, dat aan de geuite bedrei
ging gevolg werd gegeven.
VEREENIGING VAN GEMEENTEN.
Tot de nieuw op te richten Vereeniging van
kleinere gemeenten zijn reeds meer dan 130
gemeenten toegetreden en nog steeds komen
nieuwe sympathiebetuigingen in.
Nog korten tijd en deze vereeniging zal een
groot gedeelte der gemeenten van ons land
omvatten.
Een ontploffing met ernstige gevolgen.
Hedennacht maakte de heer van Chulik te
Meppel zijn motorfiets schoon. De benzine
vatte vlam, ontplofte, met het gevolg dat een
groote selhuur en kantoor verbrand zijn, als
mede een hooimijt en een belangrijke voor
raad twijg. De woning van Ch. is behouden
gébleven. Zijn broeder heeft gevaarlijke
brandwonden bekomen. Alles is verzekerd.
Een oplichtersstreek. De juweliersfirma
Speyer en Co. in de Schoolstraat in den Haag
werd Zaterdagmiddag opgebeld. De directeur
van een der grootste Haagische hotels deelde
mede, dat hij iemand zou sturen en of de fir
ma den man een viertal brillanten ringen
wilde meegeven. De firma beloofde dit te
doen. De zaak werd echter niet ten volle ver
trouwd, zoodat den directeur om nadere in
lichtingen werd verzocht. Deze wist nergens
van. Een oogenblik later kwam een heer, die
vertelde gezonden te zijn door den directeur
om de ringen te halen.
Men hield den man aan den praat en waar
schuwde de politie, die den oplichter arres
teerde, meldt het Vad.
Gevaarlijk spel. Bij het voetballen crp het
Afrikaanderplein te Rotterdam)*heeft een 19-
jarige kantoorbediende A. R., zoo hard met het
linkerbeen geschopt tegen het rechterbeen van
den 22-jarigen C. v. 't H., dat hijzelf op den
grond viel en niet meer kon opstaan. Het
bleek, dat het linkerbeen van R. onder de knie
gebroken was.
Overreden. De 4-jarige Antonius ten W.,
te Rotterdam op den Heemraadsingel door een
sleeperswagen overreden en gedood. De jongen
wilde op dien wagen springen, maar viel. Een
der achterwielen ging over zijn geheele lijfje.
Onweer. In de buurt van Eindhoven
woedde Maandag een ernstig onweder, zoo
schrijft de Msb. Te Oerle sloeg de bliksem
in een windmolen, dien ni'en bezig was te ver
plaatsen. De molenmakers Gebrs. Tastwijk,
de molenaar en zijn zoon werden bewusteloos
geslagen, maar konden worden bijgebracht.
Voorts sloeg de bliksem in de R. K. kerk te
Oerle, zonder brand te veroorzaken. De toren
werd hier en daar beschadigd.
In de Zuidwillemsvaart sluis 5 versplinter
de de bliksem een mast van een schip.
Te Herpt bij Heusden sloeg tijdens een kort
maar hevig onweder de bliksem in het woon
huis van mej. de wed. J. P. Luiben.
De bewoners, welke in de keuken waren,
werden tegen den grond geworpen. Een ont
boden geneesheer uit Heusden kon echter
geen letsel bespeuren. In de keuken werd al
les dooreen gesmakt. De schoorsteen werd
erg gehavend. Schilderijen sloegen van den
wand. Alles lag vol kalk en puin.
CENTRALE DAG VOOR DE K. S. A. IN
FRIESLAND.
De sedert een paar jaren bestaande plan
nen tot het jaarlijks houden van een Centrale
vergadering voor de Plaatselijke Comité's der
K. S. A. in Friesland hebben thans vasten
'vorm gekregen, meldt de Tijd.
De vergadering zal jaar om jaar worden
gehouden te Leeuwarden en te Sneek, voor
het eerst te Leeuwarden op 6 September a.s.
Te 12 Smr vangen de seetle-vevgaderingen
aan, waaraan deelnemen de vereenigingen
van Handelsreizigers, Handels-, Kantoor- en
Winkelbedienden, Werklieden en Prop. Clubs.
In de zaal Rodenhuis vangt daarna te on
geveer drie uur de aigemeene vergadering
aan, waarvoor als spreker zal worden aan
gezocht een der vooraanstaande mannen vau
de K. S. A.
Aan de vergadering nemen deel de PI. Co
mité's te Leeuwarden, Sneek, Bolsward en
Dokkum. Ook vereenigingen, uit plaatsen
waar geen comité bestaat, kunnen aan de
sectievergaderingen deelnemen.
Een verhaal nit de allereerste tijden dér
Christenheid.
26.
Terwijl Neroaldus zijne handen in Ihet
ibloéd zijner verwanten doopte en de vreese-
lijkste tooneelen zich in de hoogste kringen
der wereldstad opeenhoopten, ontkiemde tus
schen dit onkruid welig het zaad des Chris
tendoms, door de Apostelen Petrus en Paulus
gestrooid. Er waren zelfs Christenen in het
paleis van Nero, en onder de hoogste staats
ambten aren.
En niet. slechts te Rome schoot de boom
wortel, onder welks schadmv de wereld den
Met welk den vurig verlangen had hij het "bestemd waren en eenig voedsel te gebruiken,
oogenblik verbeid dat hij het gelaat zou zien
van hem, wien Christus met de opperherder
ging hij onmiddellijk verder. Ongeveer acht
dagen later had hij reeds den langen weg,
macht over Zijne schapen en lammeren had welke de stad der Senonen van de zee scheid-
hekleed! En met welk een zalig gevoel werd de, afgelegd. Het was tegen den avond, en
zijn hart vervuld toen Simon Petrus hem i hij richtte zijne schreden naar de woning van
als zijn medearbeider in den wijngaard des i Sabinianus.
Heeren groette en omarmde; toen het opper
hoofd der Kerk met vreugdetranen in de
oogen vernam welk een sohooue toekomst
Gallië tegemoet ging, omdat het. zaad des
Christendoms aldaar zoo welig ontkiemde!
Gennorix 6prak ook met groote voorliefde en
persoonlijke dankbaarheid van den glioeien-
den ijver, waarvan Sabinianus bezield was.
Van dit oogenblik af bracht Gennorix me
nig uur met den Apostel door. Eens zeide
deze tot hem: „Mijn zoon, is het mijn verlan
gen dat gij voortaan in mijne nabijheid blijft.
Men vindt tegenwoordig onder alle natiën
die in Rome verblijf houden, Christenen: man-
God zegene uwe terugkomst, Gennorix,
mijn zoon, sprak de zesentachtigjarige grijs
aard, toen Ihij den reiziger in zijn armen sloot.
Zoo mag ik u nog eenmaal zien alvorens ik
ga sterven!
De bisschop hield Gennorix lang aan zijne
borst gekneld. Ook Po leut janus, die kort te
voren van Trecae gekomen was, omhelsde
hem. Zijn haar was geheel verbleekt sederï
Gennorix hem het laatst had gezien.
De Galliër kon geene woorden vinden, zoo
werd zijn hart dooi' verschillende gevoelens
bestormd. Toen Sabinianus hem echter vroeg
of Simon Petrus hem vergunning had gege-
liërs die hier hooge ambten bekleeden, luis-
vrede zou vinden en zonder welke zij hem j teren naar des Heeren woord. Ik iheb een
nimmer vinden zal; onophoudelijk verschenen priester uit diens stam noodig, om met hen
nit alle wereldstreken boden aan de voeten jte verkeeren. Wilt gij uw vaderland opoffe-
van Simon Petrus, om hem de uitbreiding ren en hier mijn medehelper worden?
men die allerlei talen spreken, verdringen el-j ven om in zijn vaderland te blijven, toen gaf
kander onder de tente Jacobs. Ook vele Gal- j zijn harteleed zich in een stroom van tranen
van het rijk Gods mede te deelen.
Onder dezen zag men ook een man uit Gal-
e tot 'ten eersten Paus komen. Het was Gen
norix. Sabinianus had hem tot priester ge-
W)jd en hem opgedragen het uitgestrekte Gal-
'6 rond te reizen, ten einde kennis te nemen
van den toestand der hier en daar verspreid-
Chritelyke gemeenten, en dan in zijn naam
den Prins der Apostelen rekenschap af
leggüi! en verdere bevelen te vragen.
lucht en hij zeide met half gesmoorde stem:
Simon Petrus is niet meer!"
Is hij gestorven?
Hij heeft met zijn bloed getuigenis af
gelegd van Christus en Zijne leer. Nero heeft
Gennorix boog gehoorzaam het hoofd op;!hem aan Ihet kruis doen hechten. Wij hebben
het beyel van den Prins der Apostelen.
i zijn lichaam op den Mons Vat.icanns, aan
Dit had plaats in het jaar 63 na Christus.gene zijde van den Tiber begraven.
Twee jaren later, in het begin der maand j Toen Gennorix deze woorden bii korte tus-
October, liet zich een man van ongeveer 50 schenpoozen had uitgesproken, weigerde zijn
jaren oud door een der booten, welke voor
de overvaart naar Osta bestemd waren, te
Massilia aan wal roeien. Zonder zich langer
op te houden dan noodig was om de brieven
ai' te «even, welke voor den bisschop aldaar
stem hem opnieuw haren dienst.
Het hoofd van Sabinianus was langzaam
op de horst nedergezonken. Hij zat daar met
gesloten oogen, die vele tranen overstroom
den en met. gevouwen handen en bad
zeker om ook zulk een zaligen dood.
Toen riep hij met bevèude stem, handen
en oogen ten hemel heffende: „Moet niet de
discipel hij den Meester zijn? Waarom dan te
klagen en te ween en O, hoe gelukkig is hij!
Poch niel slechts hij, maar ook wii, die thans
zulk een voorspreker in den hemel hebben.
En bezitten wij Paulus nog niet, zijn metge
zel in den moeitevollen arbeid?
Laat uwe tranen den vrijen loop, Sabi
nianus! Ook Paulus is ons ontnomen. Hij
werd op denzelfden dag op den weg naar
Ostia onthoofd.
Zoo is dus de Kerk van Rome een wees
geworden, klaagde de oude bisschop der Se
nonen. O, Heer, bescherm Uwe kudde!
Gennorix verhaalde nu hoe, onmiddellijk
na den glorierijken dood der beide Aposte
len, de geloovigen te Rome bijéénvergaderd
waren en eenstemmig den priester Linus, een
eerbiedwaardig grijsaard, te Boiaterra in
Tuscia geboren, en door zijn langen omgang
met Paulus sterk geworden in de leer des
iheils, tot Opperherder gekozen was. „Toen hij
zoo vervolgde Gennorix voor den eer
sten maal op den zetel van Petrus zat, kniel
de ook ik voor hem neder, om hem in naam
der Kerk in Gallië mijne gehechtheid te be
tuigen. Het behaagde hem echter mij hier
heen te zenden, om de voorstanders der Kerk
in Gallic zoo mondeling als door zijn opper-
herderlijk schrijven, met de overbrenging
waarvan hij mij belastte, mede te deelen wat
te Rome was geschied. De vervolgingen du
ren intusschen te Rome nog voort. Nero is
als een wild dier de Kerk binnengedrongen
en bedwelmt zich aan het bloed des belijders.
Sabinianus en Potentianus luuisterden met
i bloedende harten naar bet verbaal betreffen
de de vreeselijke vervolgingen waaraan d©
Christenen te Rome bloot stonden. „Ook hier
nadert het uur van strijd", sprak de bisschop
van SJenones. Laat ons den Heer bidden dat
wij niet onvoorbereid zullen zijn! Ook bier
leven vijanden van ons geloof, niet minder
gruwzaam dan die te Rome, en die ook slechts
op het bevel van Nero wachtten om ziiu voor
beeld te volgen.
Zoolang Leodorich bier als stadhouder
te gebieden beeft, moet men bet ergste niet
vreezen!
O, Gennorix, ook hier zijn de zaken ge
heel veranderd. Leodorich is geen prefect
meer. Om welke redenen hij echter ontslagen
is, dat is niemand bekend. Hii is opgevolgd
door Severus, den zoon van den voormaligen
prefect Minucius.
Woont Bibuius nog te Senones?
Hij heeft sedert uw vertrek naar Rome
de stad niet meer verlaten, en triomfeert se
dert Leodorich van zijn post ontslagen is.
Weet gij ook wat van den vrijgelaten
Menas is geworden, die kort voor mijn ver
trek oen aanslag op het leven van Leodorich
beproefde?
Men zegt dat hij dood is; doch over zijn
uiteinde is men nooit iets met zekerheid te
weten gekomen. Men heeft zijne vrouw, de
dochter van den beluchten Locusta verdacht
gehouden van 'hem uit de voeten te (hébben
gemaakt. De prefect heeft een onderzoek in
gesteld, doch dit heeft zij niet afgewacht,
maar schijnt er de voorkeur aan gegeven te
hebben om zich daaraan te onttrekken. Men
zegt dat Menas zich naar Italië heeft bege-