NIEUWS Ü!F OEN (WIK. Kwartjes Advertentiën Letteren en Kunst. TUINDERS ALS HANZELEDEN. Docr de afdeeling Beverwijk van „De Hanze" is onderstaand schrijven als antwoord op het geen de heer Mok in „De Hanze" schreef be treffende de kwestie der tuinders als Hanzeleden aan het Hoofdbestuur van de Haarlemsche Hanze gericht: Beverwijk, 11 Juli 1914. Mijne Heeren. ?Taar zoo uitvoerig door de afd. Heemskerk werd uiteengezet, waarom zij meent, dat tuinders niet in de Hanze thuisbehooren, meent de afd. Beverwijk de vrijheid te mogen nemen om de meening van Heemskerk te weerleggen en aan te toonen, dat tuinders wel in de Hanze opge nomen kunnen worden. 1. Als criterium om iemand te rekenen tot den handelsstand geeft M. M. aan, dat bij het verrichten dier handelingen de bedoeling moet bestaan om winsten te maken, welke winst het eenig middel van bestaan is. In hoofdstuk 34 van het boek van pater P. B. Bruin S. J. lezen we: „De winst is het aandeel van den onder nemer (fabrikant, handelaar, landbouwer). Om de netto-winst te berekenen, moet men van de bruto-opbrengst aftrekken alle gemaakte kosten, als de interest van den kapitalistde loonen, den prijs der grondstoffen en de algemeene kos ten van onderhoud." Bij tuinders etc. kan volgens de afd. Heems kerk van geen winst sprake zijn, want er is geen bestede prijs. Maar wat is dan het geld, dat hij uitgeeft voor zaden, mest, arbeidsloon, pacht etc. Volgens pater Bruin moet dat alles worden afgetrokken van de bruto-opbrengst, waarna men de netto winst verkrijgt. Neen, waarlijk niet, dat is de opbrengst. Ho ho, niet zoo voorbarig. Opbrengst is alles bij elkander genomen zonder aftrek van den besteden prijswinst is de gemaakte kosten afgetrokken van de bruto-opbrengst. De vergelijking tusschen een arbeider en een tuinder kan er o. i. geheel niet mee door. De arbeider leeft van wat zijn arbeidskracht voort brengt, de tuinder leeft van datgene wat overge bleven is, van het verschil tusschen den besteden prijs voor landhuur, zaden, mest, arbeidsloon etc. en van den bedongen prijs voor zijn waren. Heemskerk heeft dus volkomen gelijk als het louter producenten niet opneemt in zijn afdee ling, want die behooren thuis in de respectie velijke vakvereenigingen. 2. Wat de uitlating van den heer Boon in Castricum betreft, aannemelijk is het bijna niet, dat hij ze heeft gebezigd zoo maar, zonder meer. Immers, hoe kan de heer Boon, die toch met de zaken van de Hanze zoo goed bekend is hoe kan diezelfde heer Boon in zijn jaarverslag zoo'n (welverdiende) hulde brengen aan de afd. Leid- schendam, die toch voor het grootste deel uit tuinders bestaat? Of de heer Boon moet op zijn te Castricum geuite meening zijn teruggekomen en dan wenschen wij de afd. Heemskerk gaarne toe, dat zij spoedig den heer Boon hierin volge Uit wat de heer Boon over Leidschendam schrijft, kan Heemskerk leeren, dat haar vrees voor overstemmen door tuinders fictief is en hoe prachtig zoo'n afdeeling kan werken. En wat den heer Wijdeman betreft, diens mee ning wordt weersproken door den Bondsvoor zitter, die ons schreef, dat wij ze wel toe konden laten. 3. Ons spraakgebruik komt er ook al bij om de meening van Heemskerk te staven. Tegen den door .M. M. geschilderden boer, willen wij ook eens iets zeggen, wat hem kwaad maakt. Zeg eens tegen dien boer: Jij bent geen handelaar, baas! en je zult terstond kennis maken met z'n klompen. Een dergelijke ervaring zult gij opdoen bij tuinders en bloemisten. 4. Onze wetten maken onderscheid? Geen bewijs, want voor het aangaan van een vennoot schap tusschen twee tuinders tot het uitoefenen van het landbouwbedrijf gelden dezelfde artike len van het Wetboek van Koophandel. 5. De kwestie loopt, zegt Heemskerk, over tuinders en bloemisten, die alleen hun producten verkoopen. En dit moet als bewijs gelden, dat zij geen handelaren zijn. Dat zij winst maken in den economischen zin van het woord, is zeker (zie boven). Zij brengen ze niet rechtstreeks aan de consumenten, dat is ook waar, maar daarom drijven ze toch handel met de tusschen- personen tusschen hen en de consumenten. Laten we ze grossiers noemen. Maar is het eigenlijk geen onding, dat de tuinders van die grossiers afhankelijk zijn en moet hier niet met dr. Nou- wens gezegd worden: „Elke overbodige arbeid in de maatschappij moet verdwijnen"? Ik geloof, dat de afd. Heemskerk de tuinders op de bovenste sport van den maatschappelijken ladder plaatst, terwijl ze toch eigenlijk in het midden moeten staan. 6. Nu volgen twee lijstjes van oeconomische belangen, het eerste voor neringdoenden en ambachtspatroons, het tweede alleen voor tuin ders. Hieruit blijkt dat de afd. Heemskerk geens zins begrijpt wat de Hanze is. De Hanze, zegt prof. Aengenent, is een alge meene bond, die ten doel heeft de godsdienstige Gennorix verhaalde nu dat hij in de om streken van Rome meermalen den zonderlin gen persoon had ontmoet, dien Leodorïeh on middellijk na den aanslag in hechtenis had doen nemen,-doch oogenblikkelijk weder ont slagen had. Hij beschouwde Bibulns, Menas en de andere vervolgers der Christenen slechts als spionnen van dien Nerses, die grooten invloed op Nero uitoefende. „Nu dit mensch zich te Rome bevindt, vrees ik alles van zijne goede verstandhouding met Bibu lns. Hij zal groot onheil over de stad en ook over ons brengen." Den volgenden morgen reisde Gennorix verder om de (hem opgedragen zending te vervullen. XIII. DOOR DEN STRIJD TOT DE OVER WINNING. Het was eenige weken vóór het bezoek van Gennorix te Senones, dat Potentianus aldaar teruggekeerd was en wel in gezelschap van Serotinus, een tweeden Stephanas in ziels kracht en hemelsche verlichting. Na Lutetia te hebben verlaten, zooals vroeger medege deeld werd, had Potentianus zich naar Trace begeven, aldaar het Evangelie verkondigd en een groot getal mensehen bekeerd. Daar mede was de kerk van Trace gevestigd. De wijl thij echter kon voorzien dat de oogst al daar groot zou worden, riep hü Serotinus als medehelper tot zich en door diens predi kingen nam het getal geloovigen zeer toe. Potentianus wijdde een Godshuis in en was spoedig in staat jongelingen nit de jeugdige en zedelijke belangen te bevorderen, de sociale ontwikkeling der leden te behartigen, ook die stoffelijke belangen der leden te behartigen, die voor allen gemeen zijn, zooals het steunen der vakorganisaties, het oprichten van spaar- en voorschotkassen en van verzekeringen enz. enz. Dit is het doel van de Hanze. En nu een vraag aan Heemskerk: Is dit ook niet van toe passing op de tuinders? Ik geef grif toe, dat het tweede lijstje geens zins in de Hanze als algemeenen bond te pas komt en ik ben het geheel eens met den voor zitter van den Bloemistpatroonsbond, als hij zegt dat hij tuinders en bloemisten in één bond niet gewenscht acht. (Vroeger hebben wij wel een andere meening daarover gehad, maar daarvan zijn we teruggekomen). Ik ga zelfs verder en zegbakkers en schoenmakers hooren ook niet in één vakbond thuis. 7. Om een afschrikwekkend voorbeeld te ge ven van den storenden en vernielenden invloed, die uitgaat van toelating der tuinders als Hanze leden, moet Beverwijk gelden, waar tuinders en bloemisten worden toegelaten en tóch of liever juist daardoor (zie noot 4) maar 90 Hanzeleden heeft, terwijl de afdeeling zich uitstrekt over Beverwijk, Velsen en Wijk aan Duin. Jammer, dat Wijk aan Zee ook nog niet genoemd wordt, want dat hoort er ook bij. Doch wat bewijst dit-? Niets anders dan dat Mack Mok een optelsom metje zonder fout gemaakt heeft, want in de door hem genoemde gemeente wonen ongeveer 23000 zielen, Maar daarover strekt zich onze afdeeling niet uit! Haar territoire bepaalt zich tot Beverwijk, Wijk aan Duin en Velsen benoor den het Noordzeekanaal, voor het grootste ge deelte bewoond door fabrieksarbeiders. Van de opgeheven afdeelingen IJmuiden en Wijk aan Zee heeft één lid zich bij ons aangesloten, zoodat we ten slotte aan een bevolkingscijfer van 9 a 10,000 komen. Ik meen, dat hiermede den ver nielenden invloed nog niet is aangetoond. Er kunnen er echter wezen, die om de tuinders uit de Hanze blijven. Zou Heemskerk dan niet meer in het belang van de Hanze werken als het de namen van die buitenstaanders opgaf aan het bestuur te Beverwijk, om hen alsnog te bewer ken? 8. We zouden Heemskerk den raad willen geven, haar vergaderingen wat practischer te beleggen, b.v. geen 20 minuten van het dorp en met een of meer wel interessante punten op de agenda. Misschien komt er dan 100 pCt. van de leden op. 9. In Beverwijk was nog geen 25 pCt. Ja, maar men moet van de uitzondering geen regel maken, te meer waar verschillende onvoorziene omstandigheden dat slechte bezoek kunnen ver klaren, al is het niet te verontschuldigen. Een bewijs van vernieling is het alweer niet. 10. Dat de afd. Heemskerk onzeafdeeling in een volkomen verkeerd daglicht stelt en in dit opzicht er maar op los schrijft, wordt vol doende bewezen door hetgeen gezegd wordt over die bloemisten, die hun klanten hebben in Enge land tot Japan toe enz. enz. Laat ik de afd. Heemskerk geruststellen. Van onze 92 leden zijn er 11 tuinders, 5 boeren en 6 bloemisten, zoodat er 70 neringdoenden en industriëelen overblij ven. Laat Heemskerk zich dus in het vervolg eerst op de hoogte stellen. 11. Dit wetende, zal Heemskerk misschien zelf haar vraag kunnen beantwoorden, of het houden van een lezing over inkoopcoöperatie geen gevaarlijk werk is. Tegelijk zou ik haar dan willen vragen of voor tuinders en bloemisten geen inkoopscoöperatie kan of mag bestaan en of het niet een beetje te ver gedreven is, om maar losweg te spreken van een tot spot maken van de Hanze. Laat ik hierbij nog opmerken dat het voorstel tot uitstel van de lezing is aangenomen, nadat de vergadering onzen Geestel. Adviseur de belofte had ontlokt de lezing in de volgende vergadering te houden. 12. De vrees van Heemskerk:, dat het bestuur binnen korten tijd in handen van tuinders zou komen, doet niets ter zake. Al zou het bestuur geheel uit tuinders bestaan, dan nog zou er voor de neringdoenden niets te vreezen zijn, want de belangen, die zij in de Hanze te behartigen heb ben of kunnen behartigen, zijn precies dezelfde als die de tuinders hebben. En dan, die gradatie: „Maar er is meer," geeft aan, dat het hoog noo dig is, dat er in Heemskerk een socialen cursus gegeven wordt. Wie heeft het ooit gehoord, dat arbeidscon flicten thuis behooren bij algemeene bonden!!! Als een of andere vakafdeeling van den Volksbond in een arbeidsconflict gewikkeld was, wie, mijnheer M. M., leidde dan de actie? Wie kreeg de schuld? Het bestuur van den Volks bond? Neen, het bestuur van de vakafdeeling. Iedere vakafdeeling draagt haar eigen verant woordelijkheid. Misschien, dat alleen in Heems kerk de Volksbond de schuld zou krijgen. Nog een vraag: Toen St. Deus Dedit verleden jaar de loonactie voerde, werd dit toen den Volksbond of de vakvereeniging aangerekend? Een zaak, die door Heemskerk besproken is op een wijze, die aan misverstand een ruime plaats geeft, mag niet onweersproken blijven. „Er is een polemiek gevoerd tusschen de afd. Heems gemeente voor den dienst des Altaars op te leiden. De afgodenpriesters, in den beginne ver baasd over de uitbreiding van bet Christen dom onder hunne landgtenooten en de ver onachtzaming hunner goden, smeedden uit eenstemmigen haat een samenzwering; zij eischten vrij onstuimig van den praetor dat hij de Christenen zon vervolgen. Ofschoon van minder wreede geaardheid dan zijne ambtgenooten te Lutetia en Car- nutum, was ook hij bebebt met de kwaal des tijds, den meesten hooge ambtenaren eigen: de lafhartigheid en karakterloosheid, tenge volge waarvan zij zich vaak als werktuigen van het volk lieten gebruiken. Ook bij was maar al te zeer geneigd recht en billijkheid met voeten te treden, wanneer hij zijdelings met de ongenade van den Oesar werd be dreigd. Hij bleef volstandig weigeren om den doodstraf over de Christenen uit te spreken, dc ch hij liet zich desniettemin een verban- nings-deereet afpersen, en wel onder de be lofte van het onmiddellijk te doen uitvoeren. Das was echter niet genoeg om den haat der heidensche priesters te bevredigen. Zonder zich aan de uitspraak van den praetor te sto ren, wierpen zij zich in hunne woede op Po tentianus en Serotinus, toen deze weggevoerd werden, en het mocht aan de soldaten slechte met moeite gelukken hun het leven te red den. Mishandeld, gesmaad en gehoond, moes ten de ijverige zendelingen de plaats verla ten. alwaar zij gekomen waren om heil en vrede te verkondigen. Zij kwamen verder be houden te Senones aan, gelukkig als zij zich gevoelden over het voorrecht van in den naam van Jezus smaad en mishandeling te kerk en Beverwijk. Toen is deze polemiek op ver langen van hoogerhand geëindigd." Dit is juist, als men het opvat als volgt: a. De polemiek is niet gevoerd door of na mens de afd. Beverwijk, maar door een zich noe menden Observator en een mijnheer K. te Heems kerk. b. De polemiek is door de redacties der ge noemde bladen gesloten, niet zooals de termino logie van Heemskerk zou doen denken, door Z. D. H. den Bisschop. Wij meenen hiermede onze meening voldoende te hebben verdelgd. Theoretisch is o. i. de mee ning van Heemskerk niet vol te houden, terwijl in de practijk de toelating van tuinders als Hanzeleden reeds lang een fait accompli is. Van onze plaatsen wij er jaarlijks tiendui zenden. Een bewijs dat zij geven wat men er van vraagt. KATAKOMBEN-STICHTING. Z. D. H. Mgr. Schrijnena Bisschop van Roer mond, heeft welwillend het eere-voorzitterschap der Katakomben-stichting aanvaard. Tot eereleden zijn benoemd de heeren Marcel de Jongh te Rome, jhr. mr. L. van der Maesen de Sombreff te Hulsberg, en jhr. mr. Victor de Stuers te 's-Gravenhage; tot leden der archaeo- logische commissie van advies de heeren dr. Gis- bert Brom en mgr. dr. Eras te Rome, en dr. J. H. Holwerda te Leiden. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet aansprakelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt den inzenders de copie met teruggegeven. GEMEENTE-ADMINISTRATIE 'leachte Redactie. Uw briefschrijver van Hillegomsch Aller lei klaagt er over, dat de ambtenaren ter se cretarie te Hillegom door den Raad te rijk bedeeld zijn en noemt het zelfs royaliteit. Hij spreekt van salarissen van 2000 en 750, inkomens waarvoor een bloemist den neus zou optrekken. Verder baalt hij er onderwijzers en ge meentewerklieden bij, zonder motiveering echter dezer vergelijking, want alle beroepen en ambten zijn niet over dezelfde kam te scheren. Ik vraag: Waarom is ƒ750 te veel voor den 8en ambtenaar? Is deze functionaris dan niet noodig, of kan hij niet zelfstandig werken of is zijn werk van zoo geringe beteekenis, dat het niet dan sledhts laag betaald kan worden? Kan de briefschrijver dit wel beoordeelen, beter dan de Raad en Burgemeester en Wet- Weet bij wel, dat de salarissen in de ge meente-administratie over 't algemeen slecht zijn, doch dat allang wordt gewerkt om deze verbeterd te krijgen? Heeft hij wel eenig begrip van de admini stratie bij de gemeenten, vooral zooals die tegenwoordig is? Weet hij niet, dat men algemeen ontwik keld moet zijn, dus meer behoort te weten dan uit de gewone lagere school; dat de amb tenaren bovendien de toe te passen wetten en verdere voorschriften goed moeten ken nen, dus eerst biervan studie moeten gemaakt hebben, dat al bezit men zelfs het diploma nieuwe wetten toch weder moeten worden in gestudeerd? Briefschrijver zal het er wel mede eens zijn, dat studeeren ook werken is en dat zulks niet tot den liclitsten arbeid behoort! „De arbeider is zijn loon waard mag toch zeker ook wel toegepast worden op den amb tenaar? Vindt Briefschrijver bet noodig, dat een ambtenaar een beetje deftiger voor den dag komt, dan bijv. een straatreiniger, m.a.w. een beetje stand ophoudt, dan zal 750 hem toch niet te hoog moeten voorkomen, doch inte gendeel zal bij het te laag moeten noemen, vooral als de man gehuwd is" Waar de 3e ambtenaar zich moet geven aan zijne ééne betrekking. '{an de andere, waarover briefschrijver bet heeft, vermoede lijk in denzelfden tijd, twee bedieningen waar nemen, namelijk van ontvanger en ambtenaar ter secretarie. Van dezen laatste kan m.i. al leen worden gezegd dat bij 6611 goede positie heeft. hebben doorgestaan. Zooals een moeder hare kinderen, ontving de grbze Opperherder zijne vrienden. O, riep bil getroffen, mocht ik ook met mijn bloed de Kerk van Senones vruchtbaar maken, zooals gii, die door uw lijden zoovelen hebt bekeerd. Hoe gelukkig zou ik mij gevoelen wanneer ik voor Jezus mocht sterven. Potentianus, Serotinus, Altinus, Eobald, zelfs Victorinus en allen die het boorden, zij beaamden in hunne harten dien scihoonen wenscb. Zij gevoelden ook op dit oogenblik dat rneeT dan ooit nitzicht bestond om de vervulling van dien wenscb tegemoet te zien. Sevems, de vriend en handlanger van Nerses, de zoon van den voormaligen prefect had thans in be>t land der Senoniërs bet hoog ste gezag in handen. Hij was nog zedeloozer en slechter van inborst dan zijn vader Minu- cins en had daarenboven in de school van Nero niet alleen geleerd met elke vermaning van zijn geweten den spot te drijven, alle recht en rechtvaardigheid met voeten te tre den, maar bovendien ook den gloeienden haat ingezogen, die destijds de brandfakkel in de straten van Rome slingerde om de opstijgen de vlammen in het bloed der Christenen te hlnsschen. Door zijne uitspattingen was het aanzienlijke vermogen zijns vaders verzwol gen. Nerses, die dit wist, verzocht en ver kreeg voor hem de prefectuur van Senones, ten einde ihem voor volslagen ondergang te behoeden. Ook Nerses begon allengs het leven te Rome mnder aangenaam te vinden dan hij zich aanvankelijk had voorgesteld; niet» alsof de wereldstad hem geen gelegenheid genoeg aanbood om zijne hartstochten te bevredigen, Met dankzegging voor de verleende plaats ruimte; X. ROODE WAARHEIDSLIEFDE. M. de R, By de verkiezingen van bet vorig jaar ver zette de S. D. A. P. zielb tegen Kolkman's ontwerp, omdat volgens haar verhooging van het tarief noodzakelijk leiden moet tot ver hooging van den prijs der getroffen artikelen. Naar aanleiding daarvan hebben wij open lijk de Eusehedésche S. D. A. P. van incon sequentie beschuldigd. Aan baar toch is het te wijten, dat het staangeld voor de marktverkoopers van eer ste levensbehoeften: aardappelen, kool, enz., werd ingevoerd of verscherpt. Toen trok de roode fractie er zich niets van aan, dat door deze indirecte belasting de prijs der getrof fen artikelen zou worden verhoogd. Tegen deze redeneering kwam de Ensche- désche S. D. A. P. niet in verzet: zij kon zich van deze beschuldiging niet schoon wasschen. Wat gebeurde echter later? De heer De Lobel memoreerde dit feit in een rede te Haarlem van die rede kwam een verslag in bet „Ilaarlernseh Dagblad" en de Haarlemsche S. D. A. P. ging bij de Eusehedésche op informatie. De beer A. Lange jan, bet socialistische Statenlid voor Overijssel, schreef den pittig antwoordje terug, dat opgenomen werd in „De Volksstem", sociaal-democratisch week blad voor Haarlem en omstreken, van 4 Juli 1.1. Dit antwoord luidt: „Misschien dat in de katholieke pers dat nieuwtje omtrent dei medewerking der soc.-dem. raadsleden voor de verhoo ging der marktstaangelden de rondte heeft gedaan, zonder dat we t opgemerkt hebben. Men lastert in die kringen zoo veel, dat er geen oog op te honden is. Haddien we 't opgemerkt, dan hadden we 't tegen kunnen spreken, want er is noch een woord van waar, dat de soc.- dem. raadsleden voor verhooging der staangelden waren, noch dat die verhoo ging ooit door wie ook voorgesteld is. En dus allerminst door onze mannen. De oude verordening van 27 Juni 1911 en de nieuwe van Maart 1914 zijn dan ook pre cies 't zelfde in bepaling der staangelden. Art. 2 en art. 6 van de oude en nieuwe verordening luiden precies eender." Ziedaar het antwoord. Wij spraken in Juni 1913 natuurlijk niet over de nieuwe verordening vanMaart 1914; wij spraken over vroegere datums. En aan de hand der officieele stukken n.l. van het officieele raadsverslag zullen we aantoonen, dat onze beschuldiging juist is geweest en dat de beer A. Lange jan zich in zijn antwoord aan de meest grove onwaar heid schuldig staat. In genoemd Officieel verslag over het jaar 1909 lezen we op bladz. 157: „De heer Tijhof zegt, dat, hoewel het met deze nieuwe marktverordening niet direct in verband staat, hü wel zou wil len vragen om voor staanplaatsen van landbouwproducten een staangeld te gaan invoeren." De heer Tühof is sociaal-democraat. Indirecte belasting in de Gementekas mogen storten." En hij wenscht de meening van B. en W. dienaangaande te weten. Dat geschiedde in de vergadering van 6 Augustus 1909. In de vergadering van 29 September 1909 brengen B. en W. een voorstel „om niet over gaan tot verbooging van marktgeld voor land- eu tuinbouwproducten'' (pag. 210). De heer Tühof „verklaart zich dan ook te gen het advies van B. en W. en stelt voor, voor eiken wagen die tot en met 4 M2. opper vlakte inneemt 0.20 te laten betalen en voor de meerdere ruimte hetgeen daarvoor vol gens de tegenwoordige verordening is ver schuldigd". (pag. 211). Toen door den voorzitter een voorstel in stemming werd gebracht om „in principe te besluiten tot uitbreiding van dei heffing van staangeld voor land- of tuinbouwproducten" staakten de stemmen alle aanwezige so ciaal-democraten stemden voor" (pag. 214). In de vergadering van 11 October 1909 werd bet nogmaals in stemming gebracht en aan genomen met de kleinst mogelüke meerder heid weer stemden alle aanwezige sociaal democraten voor (pag. 222). Nu waren B. en W. genoodzaakt een ver scherping der marktgelden te ontwerpen. Bü schrijven van 20 Juni 1911 werd dit ontwerp aangeboden. In de toelichting, opgenomen in het Officieel Raadsverslag over 1911, pag. 166, schrijven B. en W.: „Ook wat de ver scherping van het tarief voor land- en tuin bouwproducten betreft, hebben wii aan de hand van de besprekingen in Uwe vergade ringvan 29 September 1909 de verordening maar de luimen van Nero, en de weinige om zichtigheid, welke die tiran ook zelfs tegen over züne naaste omgeving in acht nam, wekten züne bezorgdheid. De afschuwelüke lichtzinnigheid waarmee de Cesar zonder* eenige omstandigheid zün beste vrienden uit den weg liet ruimen, deed hem vreezen dat zulk een lot ook hem wel eens ten deel zou kunnen vallen. Hü ging ernstig met de gedachten rond om in een of ander afgelegen provincie züne woon plaats te vestigen. Als nit instinct drong deze gedachte zich hü hem op, dat de meest slaaf- sche onderworpenheid nog sledhts tot op ze kere hoogte de tirannie verdroeg. Was dat punt eenmaal bereikt, dan was de val van den tiran onvermijdelijk. Nero had wel is waar gezegd: „Müne voorgangers hebben de rechten der alleemheerschappü nog niet ge kend; men mag mü vrij haten, wanneer men mü daarbü ook maar vreest"; doch Nerses was een goed menschenkenner en hü begreep daarom terecht, dat uit haat en vrees zeer gemakkelük de wraak kon ontspruiten. In één woord, hij voorzag een vreeselüke ca tastrofe, die aan de heerschappü van Nero, welke reeds veel te lang had geduurd, een einde zou maken. Hü had intusschen geen lust om op de een of andere wijze deelgenoot te worden aan den val van Nero. Door zoodanige beweegredenen geleid, bereidde Nerses zich langzaam voor Rome te verlaten. Zün blik was op Senones gevestigd; doch om daar bedaard te leven in het genot van de rijkdommen, welke bü zich door zün deelgenootschap aan de sehandelijke misdrij ven van Nero had weten te verwerven, dit scheen hem onmogelijk toe, zoolang hü de herzien. Bij die besprekingen domineerde het voorstel van den heer Tühof om tot hoog stens 4 vierk. M. 20 cent te heffen en het meerdere te berekenen naar het gewone ta rief'. Dit voorstel werd aangenomen. En dan durft de heer A. Langejan schrij ven, dat zulk een verhooging „nooit", door wie ook, en zeker niet door de S. D. A. P.- mannen is voorgesteld Wü staan verbaasd over zulke onbe schaamdheid. Zal de heer Langejan zün on waarheid terugnemen, zal „De Volksstem" het doen?! Met dankzegging, W. A. BLOKKER, Voorzitter R. K. K. te Enschedé, HAARLEMMERLIEDE C.A. Gemeenteraad. Gisterenmorgen kwa men do vroeden dezer gemeente bijeen, om ondanks het warme weer met frisschen moed de belangen der gemeente te behartigen. De vergadering wordt als altijd, gepresi deerd door den heer A. B. Michielsen, bur gemeester. De notulen der vorige vergadering worden zonder bezwaar gearresteerd. Onder de ingekomen stukken is oen door Ged. Staten goedgekeurd raadsbesluit tot het aangaan eener geldleening ad f 7200, het even eens goedgeekurde kohier van den Hoofd. Om slag, dienst 1914. Een schrijven van de Genie waarbij medeged. werd, dat 't houtgewas te Penningsveer zal worden gesnoeid enz. Al les wordt voor kennisgeving aangenomen. Het „Witte Kruis" te Spaarndam vraagt voor het jaar 1914 eene subsidie. De Voorzitter stelt voor f 20.-— sub sidie te verleenen, wat met algemeene stem men wordt aangenomen. In behandeling wordt genomen een adres van de N. V. Suikerfabriek „IT Hand" te Hout rijk en Polanen, tot het plaatsen van een ijze ren hek voor een perceel aan den Rijks straatweg aldaar. Be-sloten wordt dit verzoek toe te staan en bij de vergunning in overweging te geven de bestaande afscheiding van draad naast de winkel van den heer Leusink ook te vervan gen door een ijzeren hek. Ingekomen is een verzoek van de N. V. Maatschappij „Haarlem" om de klinkerbestra ting van de trottoirs der Teding v. Berkhout en Adriaan Loosjesstraat te vervange-n door quenasttagels. Hierop wordt goedgunstig be schikt, lust tweede gedeelte van het ver- zotek n.l. om de afkomende klinkers te ge bruiken voor keibestrating wordt afgewezen. De Voorzitter bespreekt den toestand der straten in het stedelijk gedeelte, welke tot heden aangelegd en onderhouden worden, door bovengenoemde Maatschappij. Spr. ver meent dat dit op den duur niet zoo zal kunnen stand |h ouden, moeilijkheden betreffende onder houd, enz., zullen niet uitblijven, waarom hij wenscht dat de overname spoedig door de gemeente tegen een zacht prijsje zal plaats hebben. 'De meeste vroeden zijn er niet erg voor. De heer O os verklaart zich een voorstan der. De Voorzitter brengt het thans onder dé aaildaclit, en doet diis nog geen voorste). B. en W. komen thans met een voorstel om den volke van Halfweg e. o. op een goed- koope manier van visch te voorzien. Er is n.l. Oen ufageling getroffen met een firma te IJmuiden die geregeld iedere week ver- sche visch in ijs verpakt naar gelang van be hoefte zal 'toezenden. De heer J. C. van der Kort te Zwanenburg hiervoor van gemeente wege aangesteld zal iederen Maandag de be stellingen voor visch komen opnemen aan de woningen der ingezetenen, gelijk do sla ger en kruidenier doen. Deze bestellingen worden aan de betrok ken firma te IJmuiden opgegeven, welke zorgt dat de visch iederen Donderdagochtend aan wezig is en thuisbezorgd kan worden, schoon gemaakt en wel. Voor de gemeente is aangezien er niet meer visch wordt betrokken, als besteld is hieraan geen risico verbonden. De heer Pa as is er eerst tegen, later kon hij zich er echter mede vereenigen. De heeren Hartgerink en Oos zijn er voor, wanneer het de gemeente geen cen ten kost. Ten slotte wordt het voorstel van B. en W. met 10 stemmen aangenomen. Tegen stemde de heer S. P. Vin k. Aangezien er bezwaren zijn gerezen die eerst moeten worden opgelost, wordt de aan vrage van dé Woninglxmwvereeniging „Zwa nenburg" om een voorschot voor het bouwen van 28 arbeiderswoningen aangehouden. Met algemeene stemmen wordt aan den heer H. van Duijnhoven te Haarlem verlen ging van den termijn van ontruiming zijner mannen moest ontmoeten, wier strenge zeden voor züne ondeugden als het ware zoovele openbare v er wü tingen waren. Hü moest de vurige belüders van het Christendom daar niet meer ontmoeten. Severns was juist de man om dien hinder paal uit den weg te ruimen. Nerses had hem dan ook reeds bü zün vertrek nit Rome niet onduidelük te kennen gegeven, wat Ihij sis prefect van hem verwachtte. Ik wil niet hopen, zoo luidde; züne her baalde vermaning, dat gü lang op bepaalde bevelen van hier zult wachten, om al degenen die het vreemde bijgeloof begunstigen, ge heel en al onschadelük te maken. De stad der Senoniërs moet op de eten of andere wijze geheel van hen gezuiverd worden. Het was weinige weken na bet bezoek van Gennorix bü Sabinianus, dat Severus inder daad een vertrouwde naar Bibulus zond, dis in het bekende 'huis aan de Icauna in ver getelheid leefde, met de boodschap dat hü hem oogenblikkelük daar wensohte te spre ken. Daar., lees, sprak de prefect, den ouden hooswicht een brief van Nerses overhandi gende; het oogenblik waarop wü krachtdadig tegen de Christenen zullen moeten handelen is aangebroken. Ik heb Nerses beloofd dat er spoedig geen enkele meer te vinden zal zün en ik moet mün woord houden. (Slot volgt) hovidersl Hij meent, dat die menec'bien „"best eendje

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 6