Smakelijk Brood Electr. Lnxe-Broodfabriek Merlaüdsche K. 8. Volksbond voor Haarlui en bnitengomeenten. Electriscfie Kerkorgelfab iek- Alkmaar. OPGER. 1848 Mengelwerk. De kleine zie e. die met de laatste H.H. Sacramenten der Stervenden zijn voorzien en voor: Gatherina v. d. Horst wied. v. C. Zuiderduin, Joanna Does, hvr. v. Petrus Spreeuw*, Wed. Petersv. der Weijden, Petrus Joës Berkliout en Heelt je Kortekaas, wed. v. Frederieus van de Loo, die in den Heer zijn overleden, LISSE. ZONDAG, te 7 uur en half 9 de gelezen H.H. Missen met onderrichting, te 10 uur plechtige Hoogmis met predikatie, te half 2 Catechismus, en te half 3 Plechtige VespeJrs, waaronder de Rozenkrans zal gebeden wor den. MAANDAG slechts twee H.H. Missen te half 8 en half 9. DINSDAG, 's middags half 4 voorbereiding voor de jongens, meisjes, die zijn aangenomen en nog niet bij den pastoor op den Catechismus gaan. I WOENSDAG en de volgende dagen 'sav. te 7 uur Lof. ZATERDAG, van 3 uur af gelegenheid om te biechten. NOORD WIJK ERHOUT. ZONDAG, Heden het feest van Aanbidding In deze parochie's morgens 7 uur en half 9 stille H.H. Missen; 10 uur plechtige Hoogmis. 's Avonds 7 uur plechtig Lof en Processie. WOENSDAG en overige dagen 's avonds hajlf 8 Lof ter eere van het Allerh. Sacrament. DONDERDAG, *s morgens half 6 H. Mis ter eere van de H.H. Martelaren van Gorcum. De gebeden worden verzocht voor: Wilhelmus Niekerk, Apollonia Akkersdijk, hvr. Rubertus Zoet, Joannes Meerburg, die met de laatste H.H. Sacramenten der Stervenden zijn voorzien. VOORHOUT. ZONDAG, half 8 Vroegmis, 10 uur Hoog mis, half 2 Catechismus, bijbelles, catechis- musleeren, half 3 Lof. DINSDAG, half 12 en 12 uur Catechismus, DON^DAGhahllf 12f' 12 uur en half 4 ZondaS 19 JulL "Eerbied in Gods Huis." 7 r i, V* -DAG, hall 12, 12 uur en nan a gJ< uur 10M uur i6-i7.i8. VoNDERDAG, Vrijdag en Zaterdag, 'smor- j 20 jjjj' ^n^-VuuVsrnrr"^' gens 7 uur—half 9 uitstelling van het Allerh. dinsdag 21 Juh van 7 8 uur Spaar Sacrament; des avonds half 8 het Lof, Zater- ooischotbank Afdeeling HAARLEM. Bondsgebouw Smedestraat 23. Maandag 20 Juli. Algemeene vergadering. Spreker: de Z.Eerw. Heer J. H. W. Bors- boom, geestel. adviseur. Dinsdag 21 Juli. Vergadering Metselaars. Donderdag 23 Juli. Rechtskundig advies. Rederijkers. Zaterdag 25 Juli. Hulpspaarbank Schoter kwartier. Half negen Spaarbank. Steunco mité. Inschrijving Coöperatieve Bakkerij. Spaarkas „St. Nicolaas." Namens het Bestuur, A. L. VOLLAERTS, Secr. Afdeeling OVERVEEN en Omstreken Zaterdag 18 Juli Zitting Spaarbank in het gewone lokaal. Den leden wordt hij deze ter kennis ge bracht, dat de- verkoop van bloempjes voor „Herwonnen Levenskracht" door de weige ring van Burg en Weth. niet in het openhaar zal plaats hebben, doch dat deze den geheelen dag verkrijgbaar zullen zijn bij ondergetee- j kende. Laat nu de leden, bij wijze van pro- test en tevens om dit- schoone doel te steunen allen toch een bloempje koopen en dragen en spoort niet-leden aan hiervan ook gebruik te maken. Namens het Bestuur, W. v. d. AARDWEG, Secr. Korte Zijlweg. Afdeei'iig KROMMENIE en Omstreken. Secretariaat: Van Hoogendorpstraat 30. Zaterdagavond van 7 tot 8 uur spaarkas. Namens het Bestuur, S. VROUWE Secr. Afdeeling HOORN. Bondsgebouw Paardensteeg, hoek West. Zondag 19 Juli. Bloemendag. Zitting den geheelen dag der Vakkern in het Bondsge- De "dokter: Geen in je hoofdje? De kleine patiënt: Nee. De dokter: Heeft hij van nacht goed geslapen mevrouw? De moeder: Zoo Ver ik weet ja, dokter. Hij is ten minste niet lastig geweest. De dokter: En zijn eetlust, hoe is het daar mee? De moeder: Uitstekend dokter. Hij heeft zoo even nog met smaak zijn twee boterhammetjes gegeten. Dokter: Juist, hm! (met groote beslistheid): Het is paralysie, mevrouw. De moeder: Parao Hemel! (Zij slaat de oogen ten hemel. Het kind valt.) De dokter: Helaas ja, mevrouw. Totale ver lamming der onderste ledematen. Ik zal u trou wens laten zien, dat de beentjes van den kleinen zieke volmaakt gevoelloos zijn geworden. Al sprekende is hij het kind genaderd en maakt zich gereed om de proef hiervan te nemen, hij licht het kieltje op, eensklaps: Wawa maar uitbarstend: Wat zanikt u toch in 's he melsnaam mevrouw, van paralysie? De moeder (verbluft)Maar dokter. De dokter: 't Is waarachtig geen wonder, dat hij niet staan kanu hebt allebei zijn beenen in één broekspijp gestoken 1 (Grijpt zijn hoed en loopt woedend heen). Bezorging op ieder gewenscht tijdstip in alle omliggende dorpen. HEHRS J. CARELS. 'dagavond 7 uur het Lof. ZATERDAG, 's avonds biechtkooren van 68 uur. De gebeden worden verzocht voor Joës Zwetsloot en Jacoba Hooger vorst, 3ie met de laatste Il.H. Sacrament der Stervenden zijn voorzien. HAARLEMMERMEER. (Aan de Lünden.) ZONDAG, 7 uur Vroegmis voor overledene Ouders; 10 uur Hoogmis; 's middags 3 uur Lof met Rozenhoedje. MAANDAG, kwart over 8 uur Nicolaas van Eks en Maria Stokman. DINSDAG, kwart over 8 uur gezongen H Namens het Bestuur, G. F. VLEKKE, Secr. Afdeeling BENNEBROEK en Omstreken. Zondag 19 Juli, direct na de Hoogmis, ver gadering van de Brandstoffenvereeniging St. Jozef. Bespreking inkoopen der Brandstoffen. Opkomst der leden dringend verzocht. Namens het Bestuur, C. VAN BAKEL Secr. Afdeeling LISSE. Zaterdag van half 8 tot (half 9 Retraite^ fonds aan het huis van P. Vrijburg, van 89 uur Spaarkas. Vergadering der Afdeeling. Agenda: 1. Installatie. 2. Verkiezing Pen- xAUNoiz.fi.vx, L uvci ningmeester. 3. Voorstel bestuur. Brandweer. Mrs ter eere van den H. Antomus voor den, B king pacMcontract. 5. Opgave welstand onder het vee en de vrachten der narde. WOENSDAG, kwart over 8 uur voor Adria- nus Ruigrok's avonds 7 uur Lof. DONDERDAG, half 9 Joannes Ruigrok; des avonds 7 uur Lof. VRIJDAG, half 9 voor Arie Stokman en Maria Schoorl's avonds 7 uur Lof. ZATERDAG, half 9 voor Catharina Koe meister geb. Stoop; 's avonds 7 uur Lof. De gebeden worden verzocht voor: Maria Roosen geb. Bos, die met de laatste H.H. Sacramenten der Stervenden is voorzien. HOOFDDORP. ZONDAG, 7 uur voor het Geestelijk en tijdelijk 'welzijn der Parochie; 9 uur de Ca techismus, 10 uur voor Jacobus van Schoo- ten en Maria van der Linden; 3 uur de Ves pers. MAANDAG, kwart over 8 voor Joannes Wilhelmus de Heij en Agatha Oudejans. Elders tot zekere intentie. DINSDAG, kwart over 8 voor Cornelis Sprokkelen burg. Elders tot zekere intentie. WOENSDAG, kwart over 8 voor Elisabeth SprundelPronk. Elders tot zekere intentie, half 7 Lof ter eere van het H. Sacrament. DONDERDAG, half 5 voor de pelgrims tot zekere intentie, kwart over 8 voor Joannés Verdegaal, half 7 Lof ter eere van het H. Sacrament. VRIJDAG, kwart voor 8 voor Joannes Adrianus Bontje, kwart over 8 voor Maria DijtStraathof, half 7 Lof ter eere van het H. Sacrament. ZATERDAG, kwart voor 8 bij de Eerw. Zusters voor Alida Maria Raaij makersvan der Weijden, kwart over 8 voor Nicolaas Eks en Maria Stokman, half 7 Lof ter eere van het H. Sacrament. De gebeden worden verzocht voor Dymrhna Bo^-dn'n—van der Woerkom, Catharina KauffmannZonneveld, en Antonius Voortman, die met de laatste H.H. Sacramenten der Stervenden zijn voorzien en voor Joannes Adrianus Bontje en Abram Hametorman, 'die in den Heer zijn overleden. Commissaris van orde. Zie verder in het kerkportaal. Namens het Bestuur, H. L. VAN TONGEREN, Secr. Afdeeling VOORHOUT. Zondag 19 Juli. Na de Hoogmis tot half 1 zitting Spaarkas in de Zusterschool. Namens het Bestuur, A. HEERINGS, Secr. L. YPBHA St Co. De Kcrkbcricliten die te laat inkwamen voor dit nummer, zijn opgenomen in de Nieuwe Haarlcmsclic Courant van beden. ROOSTER DER RETRAITEN van het St. Clemenshnis te Noordwiikerhout 1922 Jnli. H.H. Handels-, Kantoor- en Win kelbedienden. Vergoeding 4. 2528 Jnli. Mannen en Jongelingen. Verg. ƒ4. Van het Retraitenhuis „De Thabor" te Rotterdam. 20—23 Juli. Meisjes uit steden. Vergoeding L Door een Pater Redemptorist. Juli. Gehuwde dames Middenstand. Verg. 6. Door een Pater Dominicaan. De dokter met den hoed in de hand. Is het hier, mevrouw, waar een kindje ziek is? De moeder van den kleinen zieke. Jawel dok ter, kom binnen. Het is voor mijn zoontje dokter. Verbeeld u, ik kan mij niet begrijpen, hoe het ventje er zoo op eens aan komt maar sedert van morgen doet hij niets dan vallen. De dokter: Vallen! De Moeder: Ja dokter, ónopohoudelijk vallen. De -Dokter: Op den grond? De moeder: Op den grond ja. De dokterDat is vreemdHoe oud is hij De moeder: Bijna drie jaar. De dokter: Hm! Een kind van dien leeftijd moet anders flink op z'n beenen kunnen staan! En hoe heeft hij dat gekregen? De moeder: Ja, dat zeg ik u juist, dat begrijp ik niet. Hij was gisterenavond nog tierig en wel en liep als een kievit door de kamer rond. Van morgen til ik hem als gewoonlijk uit zijn bedje, ik trek zijn kousjes aan, zijn broekje, ik zet hem op zijn beentjes, en bom, hij valt! De dokter: Hij stond misschien nog niet goed. De moeder: Hoor verder! Ik vlieg naar hem toe, ik zet hem overeindbom, hij valt weer Ik raap hem voor de tweede maal opBom, op den grondEn zoo zeven of acht maal achter elkaar, kortom dokter,, ik herhaal u, 't is mij een raadsel, maar hij doet niets dan vallen. De dokterJa, dat is zeker vreemdWaar is de kleine patiëntmag ik hem eens zien? De moeder: Zeker. (Zij gaat heen en komt een oogenblik later met het kind op den arm weer binnen). Een bul van een jongen met de rozen van gezondheid op de wangen. Hij heeft een broekje aan en een op den groei gemaakte mors kiel, die hem tot op de enkels hangt. De dokter: Een wolk van een jongen anders! Zet hem eens neer als u wilt, mevrouw. (De moeder gehoorzaamt. Het kind valt.) De dokter: Nog eens als 't u belieft. (Dezelfde vertooning.) De dokter: Éénmaal nog. (Herhaling van 't voorgaande, het kind valt zoodra het wordt losgelaten.) De dokter (peinzend)'t Is zonderling (tegen het kind, dat door zijn moeder onder de armen wordt opgehouden)Vertel mij eens kereltje, voel je ook pijn ergens? De kleine patiënt: Neen. HET HOTEL DER ARMEN. In de „Hotel-Rundschau" vertelt een schrij ver zijn wedervaren in 't Rowton Hotel te Lon den. Het is gelegen in Clerkenwell ten Noorden van Holbom in een nare mistroostige omgeving. Het „hotel der armen" maakt een aparten indruk. Vooral bij avond, als de 900 vensters verlicht zijn, doet het van de straat af denken aan een gevangenis. Doch zoodra men binnen is, meent men zich in een modern hotelpaleis te bevinden. Een portier in uniform ontvangt den gast en verwijst hem naar het bureau, waar een secretaris in gekleede jas en op lakschoenen hem te woord staat. „Een kamer, de beste die u hebt'," vraag ik. „Er is geen beste of minder beste, meneer, alle zijn precies gelijk," zegt de secretaris, ter wijl hij op een kaartje een nummer invult en het mij overreikt. N. v. C. No. 805. Rowton House. King's cross road, Clerkenwell. Een Kamer 5 d. Vooruitbetaling verplicht, lees ik. Ik betaal de vijf stuivers en ben vrij te gaan waar ik wil. Op de reusachtige vestibule onder een groote kristallen lichtkroon, zitten verschillende personen, lezen, praten, loopen heen en weer. Een aantal glazen deuren komen er op uit met de gewone opschriften: Salon, Rookzaal, Leeszaal, Eetzaal. Ik kies de leeszaal, een groot vertrek met ruimte voor zeker zestig personen. De muren verdwijnen achter de boekenkasten, in het mid den staat een groote tafel met kranten en brochures. Een ladder op rails maakt het moge lijk ook de hoogste boekenplanken te bereiken. In den schoorsteen brand rustig een open haard vuur. De boeken zijn in allerlei taal, van allerlei schrijvers in allerlei richting: Bijbel, Koran, Talmud liggen naast elkaar. Het wordt middernacht. Een employé ver schijnt in de deur en zegt: Dames en heeren, over een kwartier gaat het licht uit.. Ieder zoekt zijn kamer op, en ik ga naar No. 805, een vertrek, als een ander, dat slechts het hoognoodige meubilair bevat: 'n ijzeren bed, hou ten stoel en koperen kleerenhangers. Het bed heeft een springveeren matras, daarop een ge wone, twee lakens, twee dekens, een blauw dek kleed, een peluw en een hoofdkussen. De lakens zijn onberispelijk helder. Het raam is klein, doch volmaakt stofvrij. Voor het bed ligt een reep linoleum. Ik was juist uitgekleed en strekte mij tusschen de lakens uit toen het gasvlammetje kleiner en kleiner werd, toen geheel uitging. In Rowton House heerschte rust en duister. Een kwartier gaat zoo voorbij. Dan komt er een gemurmel, eerst zacht, dan luider wordend van alle kant. Het zijn de snurkende slapers van Rowton Hou se. Het lijkt of uit al de 827 kamers die slechts door dunne bordpapieren wanden gescheiden zijn, tegelijk gesnurkt wordt. Maar men went spoedig aan het monotoon gezaag Toen ik wakker werd was het dag, raakte het groote hotel in beweging. Deuren rammelden; voetstappen weerklonken in de waschkamers een op elke etage klatert het water in de fon teinen. In de eetzaal staat het ontbijt gereed. Chocolade, koffie of thee Vè penny, eieren een penny, koud vleesch hetzelfde, boter een halve stuiver. De cacao is wat dun, de koffie kon wel wat sterker, de boter wat minder geel zijn, maar het gaat tenslotte. De kassier aan zijn lessenaar boekt er ont vangsten. die menig luxehotel aan de Theems hem zen braijden. „Het Hotelbedrijf." CACAO. Naar aanleiding van het feit, dat de chocolade vierhonderd jaar geleden voor het eerst naar Europa kwam, deelt W. Waldau in „Das Hotel" een en ander over dit genot- en voedingsmiddel mede. De Mexicanen kenden de cacao reeds lang, doch eerst na de verovering door de Spanjaar den werden de boomen naar Europa overge bracht. Hoelang men in Mexico het gebruik er van kende, en hoe iemand op het denkbeeld gekomen is de harde, bittere noot te malen en verder toe te bereiden, zal wel altoos een raadsel blijven. De inboorlingen vermengden de gemalen boonen met wat maïsmeel en vanille en dronken de choco met lath, hun woord voor water. Aldus verkregen zij een drank, die een fijn proever als Brillat Saverin deed uitroepen, dat Aspasia wel ongelukkig te noemen was, daar zij dit niet gekend had Via 'de Spanjaarden maakte ook de Portu- geezen er kennis mede, doch er verliepen vele jaren voor de andere Europeesche volken het eerst cacao proefden. Het eerste de Franschen en Italianen en toen dezen instemden met het gunstig oordeel en eveneens den nieuwen drank prezen, was de weg voor de chocolade gebaand en werd er speciaal in Frankrijk uit gebreide handel in gedreven. Vooral echter toen bij de verlovingsfeesten van Lodewijk XIV het hof er kennis mede maakte. Toen was de chocolade plotseling de lievelings drank van al wie voornaam was of er voor wilde doorgaan. De zegetocht door geheel Europa was toen nog maar een kwestie van tijd. Want wat Frankrijk en in het bijzonder het Fransche hof accepteerde, was reeds toen, vooral op het gebied van eten en kleeding, voor geheel de beschaafde wereld wet. Thans nog is, meer dan ergens anders, choco lade een drank, die in alle Fransche kringen wordt aangetroffen. Zoo erg mager is intusschen de theobroma (godenvoedsel, de officiëele naam van de cacao- plant) in het geheel niet, aangezien juist het vet en eiwitgehalte zeer hoog is. Dit maakt haar wel zeer voedzaam, doch niet licht te verteeren, vooral ook door het gehalte van onverteerbare stoffen (1.43 pCt.) Voor gezonde magen is het intusschen zeer aan te bevelen, en heeft het een goeden invloed op hart en hersenen, zoodat dus vermoeidheid er door verdwijnt. Liet theobro- min, een alcalische stof, heeft bij hartziekten een goede uitwerking. Het Hotelbedr. BUITEN DEN WAARD GEREKEND. Twee heeren kwamen te paard in een lo gement, dat in de nabijheid van een land stadje aan den grooten weg is gelegen. Zij bleven er een paar dagen, lieten het zich goed smaken, dronken veel champagne en werden door den eigenaar van het etablissement zeer naar de oogen gezien. Zij waren echter niet trotsch; zij spraken met den waard als met hnn gelijke en schon ken hem zelfs een glas wijn. Het waren, vroolijke snaken. Terwijl zij den derden dag aan het dessert zaten en den loge menthouder een glas wijn hadden geschon ken, kregen zij een klein verschil over de deugdzaamheid hunner paarden. De loge menthouder prefereerde een van de heide paarden en weldra kwam men overeen om eens een proef te nemen. M)t alle deftig heid werd de geïmproviseerde harddraverij op touw gezet; men wedde om honderd gul den en de waard zou den prijs met den win ner deel en. Het gewichtige oogenblik kwam, heide rui ters wierpen zich in den zadel. De waard klapte in de handen: een, twee.... drie. En daar vlogen zij over den hreeden weg. De toeschouwers onze waard niet het minst keken met lange halzen wie het eerst zon aankomen. Wie het gewonnen heeft, is nooit hekend geworden; de waard echter in geen geval want van de heide heeren heeft men sedert niets meer gehoord. f Wie ditmaal huiten den waard gerekend hadwas de waard zelf. EEN BELANGRIJKE VONDST. Een anthropologische vondst van groote be- feekenis wordt uit Obehcassel bij Bonn ge meld. In Februari van 1914 zijn daar in een steengroeve van den heer Uhrmacher twee menschelijke geraamten gevonden, die door geleerden der universiteit van Bonn zijn on derzocht. Op 23 Juni j.l. zijn deze skeletten in een vergadering der anthropologische ver- eeniging te Bonn besproken en een kort ver slag van de daar gedane mededeelingen is thans in Die Natürwissenschaften van 3 de zer opgenomen. Daaraan ontleent de „N. R. O." het vol gende. Prof. Steinmann heeft de geologis'che ouderdom der vindplaats bepaald. Deze be vindt zich op de helling van een bezaltberg. Op den bazaït volgt 4 M. tot het hoogterras behoorend Rijnzand, waarhoven ongeveer '6 M. ongestoord bazaltpuin is gelegen. De men schelijke resten zijn aan 'de basis der laat ste laag gevonden. Samen daarmede of vlak in de buurt daarvan zijn o.a. een hoektand van het rendier en een tand van een holen beer aangetroffen; daardoor is de ouderdom stellig al diluviaal bepaald In het puin komt geen löss voor; daarom khn van het Dilu vium alleen het Solutrien of Magdalénien in aanmerking komen. De groote dikte van de puinlaag wijst op een langen vormingstijd daardoor wordt de bepaling van den ouder dom als Magdalénien hot meest waarschijn lijk. Prof. Bonnet beschrijft de beide skeletten, die van een zeldzame volledigheid zijn; slechts de hand- en voetwortelbeenderen, een dij been, eenige vingers en teen en, en de bórst- beenderen ontbreken. We hebben hier dus met de eerste vondst van bijna geheel be waarde geraamten uit het Magdalénien in Duitschland te doen. Ze behooren aan een vrouw van ongeveer 20 jaar en 155 c.M. en een man van 40 tot 50 jaar en 160 c.M. lengte. De schedels zijn beide dolichocephaal, doch 'cfie van den man is betrekkelijk veel breeder; de hersencapaciteit van den laatste is circa 1500 c.M.3; Het voorhoofdsbeen van den vrouwelijken schedel wordt door een duidelijke naad in twee deelen gesplitst, het geen hij diluviale dolichocephale schedels hoogst zeldzaam voorkomt. Beide schedels- hebben, hoezeer ze onderling ook verschil len, punten van overeenkomst met het Oro- Magnon-ras, en ook met den schedel van Chau- celade. Het schijnt echter, dat in de ObeT- oasseler schedels de ge vol een van de tijdens het Diluvium plaats gehad hebbende kruisin gen merkbaar tot uitdrukking komen. Voor alsnog moet de bepaling van het ras dezer beide vondsten daarom nog Uitgesteld wor den. In de derde plaats behandelt prof. Ver- wom den kultuurtrap dezer vondst. Oor spronkelijk verwachten de onderzoekers res ten uit den metaaltijd aan te treffen; zij wa ren 'daarom in hooge mate verrast bij de ge raamten ontwijfelbare sporen uit den ren- diertijd aan te treffen. Alle gevonden voor werpen bleken palaeolithieche werktuigen uit been» te zijn; vuursteen ontbrak volkomen. Het voornaamste instrument, dat onder het hoofd van een der geraamten werd gevonden is een zgn. „lissoir", een zeer fijn gepolijst instrument, ongeveer 20 c.a. lang en in door snede rechthoekig, dat aan het eene uiteinde een op een knaagdierkop gelijkende greep vertoont en (in de langte met eigenaardige inkervingen versierd is. Dergelijke instru menten zijn uiterst kenmerkend voor het On- der-Magdalénien; ze zijn in Frankrijk en in yde Pyreneën herhaaldelijk voor den dag ge komen. Evenals daar lagen de geraamten ook hier in een roode laag, die op een bij de begrafenis gebruikte roode verfstof wijsk Dat we hier inderdaad met een zekere wijze van begraven t© doen hebben, wordt ook be wezen door de omstandigheid, dat de ski- letten onder zeer groote bazaltplaten lagen; alleen daardoor is de gunstige gelegenheid voor conserveering te verklaren. DE TRAMS IN NEDERLAND DOOR EEN VREEMDELING BEKEKEN. De Amsterdamsche correspondent van de Frankfurter Zeiting keuvelt op de volgende wijze in zijn blad over de Ncderlandsclic trams en het R. Nbld. vertelt hei na: Van alle groote steden der beschaafde wereld is Amsterdam één der laatste geweest, die de gemoedelijke paarden-boemel-tram voor een electrische hebben verwisseld, die nu ook als een model in haar soort kan gelden, evenals bijna alle nieuwe inlichtingen, die in Nederland na lang, lang overleg en het hooren van tallooze commissies, worden ingevoerd. Enkele jaren ge leden woonde ik het nog bij, dat den koetsier van de paardentram op den tochtigen hoek bij het Spui een ongeluk overkwam. De tram hield stil; de volgende eveneens. En daar het ongeluk juist bij een wissel voorviel, stopten ook de in tegenovergestelde richting rijdende wagens. De conducteur begaf zich langzaam naar het naast- bijgelegen café, om hulp te zoeken. Achter en voor ons vermeerderde het getal stilstaande trams aanhoudend en in den wagen, waarin ik zat, begon men te vragen, welk ongeluk den koetsier wel kon getroffen hebben. Die man z'n pet is afgewaaid, klonk het antwoord, zij ligt in de gracht! Maar daarop behoeven wij hier toch geen twintig minuten te wachten! zeide ik zenuw achtig, als ongeduldig buitenlander, waarop een algemeene uiting van afkeuring mijner woorden volgde. Maar de man kan toch niet zonder zijn pet! heette het algemeen. Aan de gracht stonden veel menschen, die geduldig toekeken, hoe de pet met een dreg uit het water werd opgevischt. Iedere politieagent heeft zulk een hengelinstrument bij zich en in veel herbergen werden zij tot hulp gereed ge houden. Eindelijk, na 25 minuten oponthoud, was de pet uit 't water gehaald. Langzamerhand wik kelde zich het tramkluwen af, naar voren en naar achteren; onze koetsier trok zijn natte pet over zijn beschutting behoevend hoofd, spuwde in een grooten boog over het spatbord en boe melde naar het station. Onlangs slenterde ik door de schilderachtige straten van Middelburg, toen ik, merkwaardig genoeg, een tram ontmoette, waarmee ik een eind weegs reed, tot aan een brug. Daar hielden wij lang, lang, zeer lang stil. En niemand nam het oponthoud kwalijk. Ik alleen steeg uit en zag in het kanaal een lange reeks bruinachtige schepen liggen, en op de brug twee mannen, die aan een kruk draaiden, waarop de brug twee groote vleugels in de lucht verhiel. Toen plompten de schippers hun lange boomen in het water en de schepen bewogen zich langzaam. Het was een schilderachtig gezicht. Na 35 minuten waren de schepen voorbij en langzaam, langzaam daalden de vleugels der brug, door de twee mannen aan de kruk draaien de, neergelaten. Reeds stormden de eerste jon gens over de nog openstaande brug; daarop volgden de andere en meer bedachtzame men schen. Eindelijk ook de tram. Maar niemand, die het geluk heeft in dat heerlijk, vriendelijk stadje te vertoeven, zal het kwalijk nemen, als hij zich daar een paar uren langer moet ophouden. Veel moderner, blinkend helder en schitterend geëxploiteerd, is de electrische tram van Am sterdam naar Haarlem en de badplaats Zand- voort. Iedere tien minuten vertrekt een rijtuig en de beambten trachten in het opvolgen der voorschriften de Pruisische na te doen. Wat niet belet, dat deze beambten hun ijver moeten be- toomen, als in Haarlem juist een brug omhoog moet. Bij zulk een gelegenheid steeg ik uit, om te zien, of de brug weer neerging. Maar toen ik weer op het platform trad, moest ik opnieuw een kaartje nemen, „omdat ik mijn rit had on derbroken," waardoor 't kaartje zijn geldigheid verloor. Eens kwamen wij juist te Haarlem aan, toen de aansluitende tram naar Zandvoort vertrok. Waarom laten zij die tram naar Zand voort niet een seconde wachten? vroeg ik den man met de roode pet. Mijnheer, was het antwoord, de tram die daar juist wegreed, gaat niet naar Zandvoort. Waar gaat hij dan heen? vroeg ik. En met een heel gewichtig gezicht, zooals in Nederland ieder, van den minister tot den straat veger, kan zetten, liet hij hooren: Mijnheer, daarop kan ik u geen antwoord geven, dat is dienstgeheim 1 Veel gemoedelijker dan in die door vreemde lingen druk bezochte streek gaat het in het kalme, droomende Noord-Brabant toe. Voor eenige jaren werd te Heusden de nieu we Maasmond ingewijd, die met veel kosten is gegraven, om de overstroomingen tegen te gaan. 't Was er zeer feestelijk en zelfs de Koningin kwam. Duizenden menschen waren op de been en aan het station stond de stoomtram en wachtte, wachtte maar steeds. Eindelijk vroeg ik den dik ken conducteur, wanneer de tram eindelijk ver trok. Hij nam zijn pijp uit den mond en dacht eens na en zeide: Mijnheer-, er is te veel volk op de been 1 Er kan een ongeluk gebeuren en onder zulke omstandig heden rijdt de tram niet. Bij Hasselt, in 't Noord-Brabantsche ko men twee tramlijnen bijeen, de eene van Oos terhout, naar Breda, de andere komt uit de Langstraat. Die uit Oosterhout wacht bij een kruispunt op de tram uit de Langstraat, want de meeste passagiers wenschen in Tilburg den trein naar Venlo te halen. Dezer dag kwam de Oosterhoutsche tram met de gewone vertraging op het kruispunt aan, maar in geen velden of wegen was iets van de Langstrater te zien. De tram wachtte dus. Dat duurde lang en de conducteur zei tot de men schen, die naar Venlo wilden: 't Is beter dat u te voet' naar Tilburg gaat, dan bent u er vlugger dan wij, want we moeten op de Langstrater wachten. Maar de Langstrater was al lang voorbij. Toen de tram uit Oosterhout te Tilburg kwam, waren de voetgangers reeds aangekomen. De conducicur had gelijk gehad.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 13