Smakelijk Brood
Electr. Lnxe-Broodfabriek
Merlaüdsche K. 8. Volksbond voor
Haarlui en bnitengomeenten.
Electriscfie Kerkorgelfab iek-
Alkmaar. OPGER. 1848
Mengelwerk.
De kleine zie e.
die met de laatste H.H. Sacramenten der
Stervenden zijn voorzien en voor:
Gatherina v. d. Horst wied. v. C. Zuiderduin,
Joanna Does, hvr. v. Petrus Spreeuw*,
Wed. Petersv. der Weijden,
Petrus Joës Berkliout en
Heelt je Kortekaas, wed. v. Frederieus van
de Loo,
die in den Heer zijn overleden,
LISSE.
ZONDAG, te 7 uur en half 9 de gelezen
H.H. Missen met onderrichting, te 10 uur
plechtige Hoogmis met predikatie, te half 2
Catechismus, en te half 3 Plechtige VespeJrs,
waaronder de Rozenkrans zal gebeden wor
den.
MAANDAG slechts twee H.H. Missen te
half 8 en half 9.
DINSDAG, 's middags half 4 voorbereiding
voor de jongens, meisjes, die zijn aangenomen
en nog niet bij den pastoor op den Catechismus
gaan. I
WOENSDAG en de volgende dagen 'sav.
te 7 uur Lof.
ZATERDAG, van 3 uur af gelegenheid
om te biechten.
NOORD WIJK ERHOUT.
ZONDAG, Heden het feest van Aanbidding
In deze parochie's morgens 7 uur en half 9
stille H.H. Missen; 10 uur plechtige Hoogmis.
's Avonds 7 uur plechtig Lof en Processie.
WOENSDAG en overige dagen 's avonds
hajlf 8 Lof ter eere van het Allerh. Sacrament.
DONDERDAG, *s morgens half 6 H. Mis
ter eere van de H.H. Martelaren van Gorcum.
De gebeden worden verzocht voor:
Wilhelmus Niekerk,
Apollonia Akkersdijk, hvr. Rubertus Zoet,
Joannes Meerburg,
die met de laatste H.H. Sacramenten der
Stervenden zijn voorzien.
VOORHOUT.
ZONDAG, half 8 Vroegmis, 10 uur Hoog
mis, half 2 Catechismus, bijbelles, catechis-
musleeren, half 3 Lof.
DINSDAG, half 12 en 12 uur Catechismus,
DON^DAGhahllf 12f' 12 uur en half 4 ZondaS 19 JulL "Eerbied in Gods Huis." 7
r i, V* -DAG, hall 12, 12 uur en nan a gJ< uur 10M uur i6-i7.i8.
VoNDERDAG, Vrijdag en Zaterdag, 'smor- j 20 jjjj' ^n^-VuuVsrnrr"^'
gens 7 uur—half 9 uitstelling van het Allerh. dinsdag 21 Juh van 7 8 uur Spaar
Sacrament; des avonds half 8 het Lof, Zater- ooischotbank
Afdeeling HAARLEM.
Bondsgebouw Smedestraat 23.
Maandag 20 Juli. Algemeene vergadering.
Spreker: de Z.Eerw. Heer J. H. W. Bors-
boom, geestel. adviseur.
Dinsdag 21 Juli. Vergadering Metselaars.
Donderdag 23 Juli. Rechtskundig advies.
Rederijkers.
Zaterdag 25 Juli. Hulpspaarbank Schoter
kwartier. Half negen Spaarbank. Steunco
mité. Inschrijving Coöperatieve Bakkerij.
Spaarkas „St. Nicolaas."
Namens het Bestuur,
A. L. VOLLAERTS, Secr.
Afdeeling OVERVEEN en Omstreken
Zaterdag 18 Juli Zitting Spaarbank in het
gewone lokaal.
Den leden wordt hij deze ter kennis ge
bracht, dat de- verkoop van bloempjes voor
„Herwonnen Levenskracht" door de weige
ring van Burg en Weth. niet in het openhaar
zal plaats hebben, doch dat deze den geheelen
dag verkrijgbaar zullen zijn bij ondergetee-
j kende. Laat nu de leden, bij wijze van pro-
test en tevens om dit- schoone doel te steunen
allen toch een bloempje koopen en dragen en
spoort niet-leden aan hiervan ook gebruik te
maken.
Namens het Bestuur,
W. v. d. AARDWEG, Secr.
Korte Zijlweg.
Afdeei'iig KROMMENIE en Omstreken.
Secretariaat: Van Hoogendorpstraat 30.
Zaterdagavond van 7 tot 8 uur spaarkas.
Namens het Bestuur,
S. VROUWE Secr.
Afdeeling HOORN.
Bondsgebouw Paardensteeg, hoek West.
Zondag 19 Juli. Bloemendag. Zitting den
geheelen dag der Vakkern in het Bondsge-
De "dokter: Geen in je hoofdje?
De kleine patiënt: Nee.
De dokter: Heeft hij van nacht goed geslapen
mevrouw?
De moeder: Zoo Ver ik weet ja, dokter. Hij is
ten minste niet lastig geweest.
De dokter: En zijn eetlust, hoe is het daar
mee?
De moeder: Uitstekend dokter. Hij heeft zoo
even nog met smaak zijn twee boterhammetjes
gegeten.
Dokter: Juist, hm! (met groote beslistheid):
Het is paralysie, mevrouw.
De moeder: Parao Hemel! (Zij slaat de
oogen ten hemel. Het kind valt.)
De dokter: Helaas ja, mevrouw. Totale ver
lamming der onderste ledematen. Ik zal u trou
wens laten zien, dat de beentjes van den kleinen
zieke volmaakt gevoelloos zijn geworden. Al
sprekende is hij het kind genaderd en maakt
zich gereed om de proef hiervan te nemen, hij
licht het kieltje op, eensklaps: Wawa
maar uitbarstend: Wat zanikt u toch in 's he
melsnaam mevrouw, van paralysie?
De moeder (verbluft)Maar dokter.
De dokter: 't Is waarachtig geen wonder, dat
hij niet staan kanu hebt allebei zijn beenen
in één broekspijp gestoken 1 (Grijpt zijn hoed en
loopt woedend heen).
Bezorging op ieder gewenscht
tijdstip in alle omliggende
dorpen.
HEHRS J. CARELS.
'dagavond 7 uur het Lof.
ZATERDAG, 's avonds biechtkooren van
68 uur.
De gebeden worden verzocht voor
Joës Zwetsloot
en Jacoba Hooger vorst,
3ie met de laatste Il.H. Sacrament der
Stervenden zijn voorzien.
HAARLEMMERMEER.
(Aan de Lünden.)
ZONDAG, 7 uur Vroegmis voor overledene
Ouders; 10 uur Hoogmis; 's middags 3 uur
Lof met Rozenhoedje.
MAANDAG, kwart over 8 uur Nicolaas van
Eks en Maria Stokman.
DINSDAG, kwart over 8 uur gezongen H
Namens het Bestuur,
G. F. VLEKKE, Secr.
Afdeeling BENNEBROEK en Omstreken.
Zondag 19 Juli, direct na de Hoogmis, ver
gadering van de Brandstoffenvereeniging St.
Jozef. Bespreking inkoopen der Brandstoffen.
Opkomst der leden dringend verzocht.
Namens het Bestuur,
C. VAN BAKEL Secr.
Afdeeling LISSE.
Zaterdag van half 8 tot (half 9 Retraite^
fonds aan het huis van P. Vrijburg, van 89
uur Spaarkas.
Vergadering der Afdeeling.
Agenda: 1. Installatie. 2. Verkiezing Pen-
xAUNoiz.fi.vx, L uvci ningmeester. 3. Voorstel bestuur. Brandweer.
Mrs ter eere van den H. Antomus voor den, B king pacMcontract. 5. Opgave
welstand onder het vee en de vrachten der
narde.
WOENSDAG, kwart over 8 uur voor Adria-
nus Ruigrok's avonds 7 uur Lof.
DONDERDAG, half 9 Joannes Ruigrok; des
avonds 7 uur Lof.
VRIJDAG, half 9 voor Arie Stokman en
Maria Schoorl's avonds 7 uur Lof.
ZATERDAG, half 9 voor Catharina Koe
meister geb. Stoop; 's avonds 7 uur Lof.
De gebeden worden verzocht voor:
Maria Roosen geb. Bos,
die met de laatste H.H. Sacramenten der
Stervenden is voorzien.
HOOFDDORP.
ZONDAG, 7 uur voor het Geestelijk en
tijdelijk 'welzijn der Parochie; 9 uur de Ca
techismus, 10 uur voor Jacobus van Schoo-
ten en Maria van der Linden; 3 uur de Ves
pers.
MAANDAG, kwart over 8 voor Joannes
Wilhelmus de Heij en Agatha Oudejans.
Elders tot zekere intentie.
DINSDAG, kwart over 8 voor Cornelis
Sprokkelen burg. Elders tot zekere intentie.
WOENSDAG, kwart over 8 voor Elisabeth
SprundelPronk. Elders tot zekere intentie,
half 7 Lof ter eere van het H. Sacrament.
DONDERDAG, half 5 voor de pelgrims tot
zekere intentie, kwart over 8 voor Joannés
Verdegaal, half 7 Lof ter eere van het H.
Sacrament.
VRIJDAG, kwart voor 8 voor Joannes
Adrianus Bontje, kwart over 8 voor Maria
DijtStraathof, half 7 Lof ter eere van het
H. Sacrament.
ZATERDAG, kwart voor 8 bij de Eerw.
Zusters voor Alida Maria Raaij makersvan
der Weijden, kwart over 8 voor Nicolaas Eks
en Maria Stokman, half 7 Lof ter eere van
het H. Sacrament.
De gebeden worden verzocht voor
Dymrhna Bo^-dn'n—van der Woerkom,
Catharina KauffmannZonneveld,
en Antonius Voortman,
die met de laatste H.H. Sacramenten der
Stervenden zijn voorzien en voor
Joannes Adrianus Bontje
en Abram Hametorman,
'die in den Heer zijn overleden.
Commissaris van orde. Zie verder in het
kerkportaal.
Namens het Bestuur,
H. L. VAN TONGEREN, Secr.
Afdeeling VOORHOUT.
Zondag 19 Juli. Na de Hoogmis tot half 1
zitting Spaarkas in de Zusterschool.
Namens het Bestuur,
A. HEERINGS, Secr.
L. YPBHA St Co.
De Kcrkbcricliten die te laat inkwamen
voor dit nummer, zijn opgenomen in de
Nieuwe Haarlcmsclic Courant van beden.
ROOSTER DER RETRAITEN
van het St. Clemenshnis te Noordwiikerhout
1922 Jnli. H.H. Handels-, Kantoor- en Win
kelbedienden. Vergoeding 4.
2528 Jnli. Mannen en Jongelingen. Verg. ƒ4.
Van het Retraitenhuis „De Thabor" te
Rotterdam.
20—23 Juli. Meisjes uit steden. Vergoeding
L Door een Pater Redemptorist.
Juli. Gehuwde dames Middenstand.
Verg. 6. Door een Pater Dominicaan.
De dokter met den hoed in de hand. Is het
hier, mevrouw, waar een kindje ziek is?
De moeder van den kleinen zieke. Jawel dok
ter, kom binnen. Het is voor mijn zoontje dokter.
Verbeeld u, ik kan mij niet begrijpen, hoe het
ventje er zoo op eens aan komt maar sedert van
morgen doet hij niets dan vallen.
De dokter: Vallen!
De Moeder: Ja dokter, ónopohoudelijk vallen.
De -Dokter: Op den grond?
De moeder: Op den grond ja.
De dokterDat is vreemdHoe oud is hij
De moeder: Bijna drie jaar.
De dokter: Hm! Een kind van dien leeftijd
moet anders flink op z'n beenen kunnen staan!
En hoe heeft hij dat gekregen?
De moeder: Ja, dat zeg ik u juist, dat begrijp
ik niet. Hij was gisterenavond nog tierig en wel
en liep als een kievit door de kamer rond. Van
morgen til ik hem als gewoonlijk uit zijn bedje,
ik trek zijn kousjes aan, zijn broekje, ik zet hem
op zijn beentjes, en bom, hij valt!
De dokter: Hij stond misschien nog niet goed.
De moeder: Hoor verder! Ik vlieg naar hem
toe, ik zet hem overeindbom, hij valt weer
Ik raap hem voor de tweede maal opBom,
op den grondEn zoo zeven of acht maal achter
elkaar, kortom dokter,, ik herhaal u, 't is mij een
raadsel, maar hij doet niets dan vallen.
De dokterJa, dat is zeker vreemdWaar
is de kleine patiëntmag ik hem eens zien?
De moeder: Zeker. (Zij gaat heen en komt een
oogenblik later met het kind op den arm weer
binnen). Een bul van een jongen met de rozen
van gezondheid op de wangen. Hij heeft een
broekje aan en een op den groei gemaakte mors
kiel, die hem tot op de enkels hangt.
De dokter: Een wolk van een jongen anders!
Zet hem eens neer als u wilt, mevrouw.
(De moeder gehoorzaamt. Het kind valt.)
De dokter: Nog eens als 't u belieft.
(Dezelfde vertooning.)
De dokter: Éénmaal nog.
(Herhaling van 't voorgaande, het kind valt
zoodra het wordt losgelaten.)
De dokter (peinzend)'t Is zonderling
(tegen het kind, dat door zijn moeder onder de
armen wordt opgehouden)Vertel mij eens
kereltje, voel je ook pijn ergens?
De kleine patiënt: Neen.
HET HOTEL DER ARMEN.
In de „Hotel-Rundschau" vertelt een schrij
ver zijn wedervaren in 't Rowton Hotel te Lon
den. Het is gelegen in Clerkenwell ten Noorden
van Holbom in een nare mistroostige omgeving.
Het „hotel der armen" maakt een aparten
indruk. Vooral bij avond, als de 900 vensters
verlicht zijn, doet het van de straat af denken
aan een gevangenis. Doch zoodra men binnen
is, meent men zich in een modern hotelpaleis
te bevinden. Een portier in uniform ontvangt
den gast en verwijst hem naar het bureau, waar
een secretaris in gekleede jas en op lakschoenen
hem te woord staat.
„Een kamer, de beste die u hebt'," vraag ik.
„Er is geen beste of minder beste, meneer,
alle zijn precies gelijk," zegt de secretaris, ter
wijl hij op een kaartje een nummer invult en het
mij overreikt.
N. v. C. No. 805.
Rowton House.
King's cross road, Clerkenwell.
Een Kamer 5 d.
Vooruitbetaling verplicht,
lees ik. Ik betaal de vijf stuivers en ben vrij te
gaan waar ik wil. Op de reusachtige vestibule
onder een groote kristallen lichtkroon, zitten
verschillende personen, lezen, praten, loopen
heen en weer. Een aantal glazen deuren komen
er op uit met de gewone opschriften: Salon,
Rookzaal, Leeszaal, Eetzaal.
Ik kies de leeszaal, een groot vertrek met
ruimte voor zeker zestig personen. De muren
verdwijnen achter de boekenkasten, in het mid
den staat een groote tafel met kranten en
brochures. Een ladder op rails maakt het moge
lijk ook de hoogste boekenplanken te bereiken. In
den schoorsteen brand rustig een open haard
vuur. De boeken zijn in allerlei taal, van allerlei
schrijvers in allerlei richting: Bijbel, Koran,
Talmud liggen naast elkaar.
Het wordt middernacht. Een employé ver
schijnt in de deur en zegt: Dames en heeren, over
een kwartier gaat het licht uit..
Ieder zoekt zijn kamer op, en ik ga naar No.
805, een vertrek, als een ander, dat slechts het
hoognoodige meubilair bevat: 'n ijzeren bed, hou
ten stoel en koperen kleerenhangers. Het bed
heeft een springveeren matras, daarop een ge
wone, twee lakens, twee dekens, een blauw dek
kleed, een peluw en een hoofdkussen.
De lakens zijn onberispelijk helder. Het raam
is klein, doch volmaakt stofvrij. Voor het bed
ligt een reep linoleum.
Ik was juist uitgekleed en strekte mij tusschen
de lakens uit toen het gasvlammetje kleiner en
kleiner werd, toen geheel uitging. In Rowton
House heerschte rust en duister. Een kwartier
gaat zoo voorbij. Dan komt er een gemurmel,
eerst zacht, dan luider wordend van alle kant.
Het zijn de snurkende slapers van Rowton Hou
se. Het lijkt of uit al de 827 kamers die slechts
door dunne bordpapieren wanden gescheiden
zijn, tegelijk gesnurkt wordt. Maar men went
spoedig aan het monotoon gezaag
Toen ik wakker werd was het dag, raakte het
groote hotel in beweging. Deuren rammelden;
voetstappen weerklonken in de waschkamers
een op elke etage klatert het water in de fon
teinen.
In de eetzaal staat het ontbijt gereed.
Chocolade, koffie of thee Vè penny, eieren een
penny, koud vleesch hetzelfde, boter een halve
stuiver.
De cacao is wat dun, de koffie kon wel wat
sterker, de boter wat minder geel zijn, maar
het gaat tenslotte.
De kassier aan zijn lessenaar boekt er ont
vangsten. die menig luxehotel aan de Theems
hem zen braijden.
„Het Hotelbedrijf."
CACAO.
Naar aanleiding van het feit, dat de chocolade
vierhonderd jaar geleden voor het eerst naar
Europa kwam, deelt W. Waldau in „Das Hotel"
een en ander over dit genot- en voedingsmiddel
mede.
De Mexicanen kenden de cacao reeds lang,
doch eerst na de verovering door de Spanjaar
den werden de boomen naar Europa overge
bracht.
Hoelang men in Mexico het gebruik er van
kende, en hoe iemand op het denkbeeld gekomen
is de harde, bittere noot te malen en verder toe
te bereiden, zal wel altoos een raadsel blijven.
De inboorlingen vermengden de gemalen boonen
met wat maïsmeel en vanille en dronken de
choco met lath, hun woord voor water.
Aldus verkregen zij een drank, die een fijn
proever als Brillat Saverin deed uitroepen, dat
Aspasia wel ongelukkig te noemen was, daar
zij dit niet gekend had
Via 'de Spanjaarden maakte ook de Portu-
geezen er kennis mede, doch er verliepen vele
jaren voor de andere Europeesche volken het
eerst cacao proefden. Het eerste de Franschen
en Italianen en toen dezen instemden met het
gunstig oordeel en eveneens den nieuwen drank
prezen, was de weg voor de chocolade gebaand
en werd er speciaal in Frankrijk uit
gebreide handel in gedreven.
Vooral echter toen bij de verlovingsfeesten van
Lodewijk XIV het hof er kennis mede maakte.
Toen was de chocolade plotseling de lievelings
drank van al wie voornaam was of er voor wilde
doorgaan. De zegetocht door geheel Europa was
toen nog maar een kwestie van tijd. Want wat
Frankrijk en in het bijzonder het Fransche hof
accepteerde, was reeds toen, vooral op het gebied
van eten en kleeding, voor geheel de beschaafde
wereld wet.
Thans nog is, meer dan ergens anders, choco
lade een drank, die in alle Fransche kringen
wordt aangetroffen.
Zoo erg mager is intusschen de theobroma
(godenvoedsel, de officiëele naam van de cacao-
plant) in het geheel niet, aangezien juist het
vet en eiwitgehalte zeer hoog is. Dit maakt haar
wel zeer voedzaam, doch niet licht te verteeren,
vooral ook door het gehalte van onverteerbare
stoffen (1.43 pCt.) Voor gezonde magen is het
intusschen zeer aan te bevelen, en heeft het een
goeden invloed op hart en hersenen, zoodat dus
vermoeidheid er door verdwijnt. Liet theobro-
min, een alcalische stof, heeft bij hartziekten
een goede uitwerking. Het Hotelbedr.
BUITEN DEN WAARD GEREKEND.
Twee heeren kwamen te paard in een lo
gement, dat in de nabijheid van een land
stadje aan den grooten weg is gelegen. Zij
bleven er een paar dagen, lieten het zich goed
smaken, dronken veel champagne en werden
door den eigenaar van het etablissement zeer
naar de oogen gezien.
Zij waren echter niet trotsch; zij spraken
met den waard als met hnn gelijke en schon
ken hem zelfs een glas wijn.
Het waren, vroolijke snaken. Terwijl zij den
derden dag aan het dessert zaten en den loge
menthouder een glas wijn hadden geschon
ken, kregen zij een klein verschil over de
deugdzaamheid hunner paarden. De loge
menthouder prefereerde een van de heide
paarden en weldra kwam men overeen
om eens een proef te nemen. M)t alle deftig
heid werd de geïmproviseerde harddraverij
op touw gezet; men wedde om honderd gul
den en de waard zou den prijs met den win
ner deel en.
Het gewichtige oogenblik kwam, heide rui
ters wierpen zich in den zadel. De waard
klapte in de handen: een, twee.... drie. En
daar vlogen zij over den hreeden weg. De
toeschouwers onze waard niet het minst
keken met lange halzen wie het eerst zon
aankomen.
Wie het gewonnen heeft, is nooit hekend
geworden; de waard echter in geen geval
want van de heide heeren heeft men sedert
niets meer gehoord.
f Wie ditmaal huiten den waard gerekend
hadwas de waard zelf.
EEN BELANGRIJKE VONDST.
Een anthropologische vondst van groote be-
feekenis wordt uit Obehcassel bij Bonn ge
meld. In Februari van 1914 zijn daar in een
steengroeve van den heer Uhrmacher twee
menschelijke geraamten gevonden, die door
geleerden der universiteit van Bonn zijn on
derzocht. Op 23 Juni j.l. zijn deze skeletten
in een vergadering der anthropologische ver-
eeniging te Bonn besproken en een kort ver
slag van de daar gedane mededeelingen is
thans in Die Natürwissenschaften van 3 de
zer opgenomen.
Daaraan ontleent de „N. R. O." het vol
gende. Prof. Steinmann heeft de geologis'che
ouderdom der vindplaats bepaald. Deze be
vindt zich op de helling van een bezaltberg.
Op den bazaït volgt 4 M. tot het hoogterras
behoorend Rijnzand, waarhoven ongeveer '6
M. ongestoord bazaltpuin is gelegen. De men
schelijke resten zijn aan 'de basis der laat
ste laag gevonden. Samen daarmede of vlak
in de buurt daarvan zijn o.a. een hoektand
van het rendier en een tand van een holen
beer aangetroffen; daardoor is de ouderdom
stellig al diluviaal bepaald In het puin komt
geen löss voor; daarom khn van het Dilu
vium alleen het Solutrien of Magdalénien in
aanmerking komen. De groote dikte van de
puinlaag wijst op een langen vormingstijd
daardoor wordt de bepaling van den ouder
dom als Magdalénien hot meest waarschijn
lijk.
Prof. Bonnet beschrijft de beide skeletten,
die van een zeldzame volledigheid zijn; slechts
de hand- en voetwortelbeenderen, een dij
been, eenige vingers en teen en, en de bórst-
beenderen ontbreken. We hebben hier dus
met de eerste vondst van bijna geheel be
waarde geraamten uit het Magdalénien in
Duitschland te doen. Ze behooren aan een
vrouw van ongeveer 20 jaar en 155 c.M.
en een man van 40 tot 50 jaar en 160 c.M.
lengte. De schedels zijn beide dolichocephaal,
doch 'cfie van den man is betrekkelijk veel
breeder; de hersencapaciteit van den laatste
is circa 1500 c.M.3; Het voorhoofdsbeen van
den vrouwelijken schedel wordt door een
duidelijke naad in twee deelen gesplitst, het
geen hij diluviale dolichocephale schedels
hoogst zeldzaam voorkomt. Beide schedels-
hebben, hoezeer ze onderling ook verschil
len, punten van overeenkomst met het Oro-
Magnon-ras, en ook met den schedel van Chau-
celade. Het schijnt echter, dat in de ObeT-
oasseler schedels de ge vol een van de tijdens
het Diluvium plaats gehad hebbende kruisin
gen merkbaar tot uitdrukking komen. Voor
alsnog moet de bepaling van het ras dezer
beide vondsten daarom nog Uitgesteld wor
den.
In de derde plaats behandelt prof. Ver-
wom den kultuurtrap dezer vondst. Oor
spronkelijk verwachten de onderzoekers res
ten uit den metaaltijd aan te treffen; zij wa
ren 'daarom in hooge mate verrast bij de ge
raamten ontwijfelbare sporen uit den ren-
diertijd aan te treffen. Alle gevonden voor
werpen bleken palaeolithieche werktuigen uit
been» te zijn; vuursteen ontbrak volkomen.
Het voornaamste instrument, dat onder het
hoofd van een der geraamten werd gevonden
is een zgn. „lissoir", een zeer fijn gepolijst
instrument, ongeveer 20 c.a. lang en in door
snede rechthoekig, dat aan het eene uiteinde
een op een knaagdierkop gelijkende greep
vertoont en (in de langte met eigenaardige
inkervingen versierd is. Dergelijke instru
menten zijn uiterst kenmerkend voor het On-
der-Magdalénien; ze zijn in Frankrijk en in
yde Pyreneën herhaaldelijk voor den dag ge
komen. Evenals daar lagen de geraamten
ook hier in een roode laag, die op een bij
de begrafenis gebruikte roode verfstof wijsk
Dat we hier inderdaad met een zekere wijze
van begraven t© doen hebben, wordt ook be
wezen door de omstandigheid, dat de ski-
letten onder zeer groote bazaltplaten lagen;
alleen daardoor is de gunstige gelegenheid
voor conserveering te verklaren.
DE TRAMS IN NEDERLAND DOOR EEN
VREEMDELING BEKEKEN.
De Amsterdamsche correspondent van de
Frankfurter Zeiting keuvelt op de volgende
wijze in zijn blad over de Ncderlandsclic trams
en het R. Nbld. vertelt hei na:
Van alle groote steden der beschaafde wereld
is Amsterdam één der laatste geweest, die de
gemoedelijke paarden-boemel-tram voor een
electrische hebben verwisseld, die nu ook als een
model in haar soort kan gelden, evenals bijna
alle nieuwe inlichtingen, die in Nederland na
lang, lang overleg en het hooren van tallooze
commissies, worden ingevoerd. Enkele jaren ge
leden woonde ik het nog bij, dat den koetsier
van de paardentram op den tochtigen hoek bij
het Spui een ongeluk overkwam. De tram hield
stil; de volgende eveneens. En daar het ongeluk
juist bij een wissel voorviel, stopten ook de in
tegenovergestelde richting rijdende wagens. De
conducteur begaf zich langzaam naar het naast-
bijgelegen café, om hulp te zoeken. Achter en
voor ons vermeerderde het getal stilstaande
trams aanhoudend en in den wagen, waarin ik
zat, begon men te vragen, welk ongeluk den
koetsier wel kon getroffen hebben.
Die man z'n pet is afgewaaid, klonk het
antwoord, zij ligt in de gracht!
Maar daarop behoeven wij hier toch geen
twintig minuten te wachten! zeide ik zenuw
achtig, als ongeduldig buitenlander, waarop een
algemeene uiting van afkeuring mijner woorden
volgde.
Maar de man kan toch niet zonder zijn
pet! heette het algemeen.
Aan de gracht stonden veel menschen, die
geduldig toekeken, hoe de pet met een dreg uit
het water werd opgevischt. Iedere politieagent
heeft zulk een hengelinstrument bij zich en in
veel herbergen werden zij tot hulp gereed ge
houden.
Eindelijk, na 25 minuten oponthoud, was de
pet uit 't water gehaald. Langzamerhand wik
kelde zich het tramkluwen af, naar voren en
naar achteren; onze koetsier trok zijn natte pet
over zijn beschutting behoevend hoofd, spuwde
in een grooten boog over het spatbord en boe
melde naar het station.
Onlangs slenterde ik door de schilderachtige
straten van Middelburg, toen ik, merkwaardig
genoeg, een tram ontmoette, waarmee ik een
eind weegs reed, tot aan een brug.
Daar hielden wij lang, lang, zeer lang stil.
En niemand nam het oponthoud kwalijk. Ik
alleen steeg uit en zag in het kanaal een lange
reeks bruinachtige schepen liggen, en op de
brug twee mannen, die aan een kruk draaiden,
waarop de brug twee groote vleugels in de lucht
verhiel. Toen plompten de schippers hun lange
boomen in het water en de schepen bewogen zich
langzaam. Het was een schilderachtig gezicht.
Na 35 minuten waren de schepen voorbij en
langzaam, langzaam daalden de vleugels der
brug, door de twee mannen aan de kruk draaien
de, neergelaten. Reeds stormden de eerste jon
gens over de nog openstaande brug; daarop
volgden de andere en meer bedachtzame men
schen. Eindelijk ook de tram. Maar niemand,
die het geluk heeft in dat heerlijk, vriendelijk
stadje te vertoeven, zal het kwalijk nemen, als hij
zich daar een paar uren langer moet ophouden.
Veel moderner, blinkend helder en schitterend
geëxploiteerd, is de electrische tram van Am
sterdam naar Haarlem en de badplaats Zand-
voort. Iedere tien minuten vertrekt een rijtuig
en de beambten trachten in het opvolgen der
voorschriften de Pruisische na te doen. Wat niet
belet, dat deze beambten hun ijver moeten be-
toomen, als in Haarlem juist een brug omhoog
moet. Bij zulk een gelegenheid steeg ik uit, om
te zien, of de brug weer neerging. Maar toen
ik weer op het platform trad, moest ik opnieuw
een kaartje nemen, „omdat ik mijn rit had on
derbroken," waardoor 't kaartje zijn geldigheid
verloor.
Eens kwamen wij juist te Haarlem aan, toen
de aansluitende tram naar Zandvoort vertrok.
Waarom laten zij die tram naar Zand
voort niet een seconde wachten? vroeg ik den
man met de roode pet.
Mijnheer, was het antwoord, de tram die
daar juist wegreed, gaat niet naar Zandvoort.
Waar gaat hij dan heen? vroeg ik.
En met een heel gewichtig gezicht, zooals in
Nederland ieder, van den minister tot den straat
veger, kan zetten, liet hij hooren:
Mijnheer, daarop kan ik u geen antwoord
geven, dat is dienstgeheim 1
Veel gemoedelijker dan in die door vreemde
lingen druk bezochte streek gaat het in het
kalme, droomende Noord-Brabant toe.
Voor eenige jaren werd te Heusden de nieu
we Maasmond ingewijd, die met veel kosten is
gegraven, om de overstroomingen tegen te gaan.
't Was er zeer feestelijk en zelfs de Koningin
kwam.
Duizenden menschen waren op de been en aan
het station stond de stoomtram en wachtte,
wachtte maar steeds. Eindelijk vroeg ik den dik
ken conducteur, wanneer de tram eindelijk ver
trok. Hij nam zijn pijp uit den mond en dacht
eens na en zeide:
Mijnheer-, er is te veel volk op de been 1 Er kan
een ongeluk gebeuren en onder zulke omstandig
heden rijdt de tram niet.
Bij Hasselt, in 't Noord-Brabantsche ko
men twee tramlijnen bijeen, de eene van Oos
terhout, naar Breda, de andere komt uit de
Langstraat. Die uit Oosterhout wacht bij een
kruispunt op de tram uit de Langstraat, want
de meeste passagiers wenschen in Tilburg den
trein naar Venlo te halen.
Dezer dag kwam de Oosterhoutsche tram met
de gewone vertraging op het kruispunt aan,
maar in geen velden of wegen was iets van de
Langstrater te zien. De tram wachtte dus. Dat
duurde lang en de conducteur zei tot de men
schen, die naar Venlo wilden:
't Is beter dat u te voet' naar Tilburg gaat,
dan bent u er vlugger dan wij, want we moeten
op de Langstrater wachten.
Maar de Langstrater was al lang voorbij.
Toen de tram uit Oosterhout te Tilburg kwam,
waren de voetgangers reeds aangekomen. De
conducicur had gelijk gehad.