Leger m Vloot*
Letteren en Kunst,
Sport en Wedstrijden.
ONDERWIJS.
epaulet geschoven en In den zak van den Ko
ning zit net zoo'u zijden zakdoek als deze!"
Daar was Tobias, de derde van den stam
der Hambergen! Hoe hij zijn voorstellingen
gaf, in hoofdzaak vingervlugheid, aan alle
hoven van Europa, omdat hij zijn goochelaars-
spraakzaamheid even makkelijk afratelde in
zijn eigen taal als in het Fransch, Duitsch
of Engelsob. Hij werd niet ouder dan 58 jaar;
niet langer dan ruim een jaar overleefde hij
zijn vader, en dus niet langer dan één jaar
heeft hij pet Koninklijk wapen mogen voe
ren van „Hof-artiest!"
Daar was dan eindelijk hun achterklein
zoon, en kleinzoon, en zoon David Tobias
Bamberg, de overledene; maar deze was al
lang het hoofd van een nieuw, uitgebreid
geslacht van goochelende Bambergen, als
Theo!en Emile!en Eduard! die al
weer grootvader is van den kleinsten Bam
berg, weer een David.
In bet geslacht der goochelende Bamber
gen was het immer, van vader op zoon, een
eer, om een goochelende Bamberg te heeten.
En wanneer men met den ouden heer Da
vid Tobias Bamberg in aanraking kwam,
dan was het hem een beroepslust, zijn eigen
Bambergschap weg te tooveren, om hetzij
zijn roemrijk voorgeslacht, dan wel illoster
nageslacht met een handige „volte" te cban-
geeren hetgeen natuurlijk allebei gooche
laars-vaktermen zijn.
Daarom staan wij berustend bij dit sterf
bed van den populairsten Nederlandschen
goochelaar.
Papa Bamberg stierf doch er leven jonge
Bambergen. De oude David Tobias Bamberg
is weggetooverd, een jonge Tobias David
zal zich in zijn plaats te voorschijn tooveren.
De goochelaar is dood leve de gooche
laar!
Een middel tegen vliegen. Een der lezers
van het H. Crt. raadt het volgende middel om
vliegen op een gemakkelijke manier zelf te van
gen (wat ieder in het belang der gezondheid
verplicht is) met een vliegenvanger, die bijna
niets kost en in ieders bereik is, en dien ieder
een zelf maken kan. Men bezigt daarvoor een
stok, waarmee met het plafond kan bereiken
(liefst een van bamboe van een viscbbengel).
Zet boven in dezen stok een glaasje zonder
voet, (z.g. diendersglaasje), vult dit glaasje
tot op een derde met petroleum en de vliegen
vanger is gereed om minstens 100 vliegen per
minuut te vangen.
Men gaat nu met dit instrument op jacht,
liefst bp avond. Zoodra het licht brandt, zal
men zien, dat de vliegen zich grootendeels
tegen het plafond ter ruste hebben gezet; men
laat ze dan rustig zitten, doet het licht wat
lager branden, doch zoo, dat men de vliegen
aan het plafond goed kan onderscheiden.
Men neemt nu den stok met glaasje op, en
nadert voorzichtig de vlieg, die rustig blijft
zitten, en tot zijn groote verbazing zal men iets
ongelooflijks zien. Als het glaasje op 1 of 2
centimeter de vlieg genaderd heeft, laat de
vlieg zich los, valt in de petroleum en is oogen-
blikkelijk dood.
Als een ieder zoo eiken avond een kwartier
besteed in zijn eigen huis, dan is men zeker, dat
men des nachts niet wordt wakker gestoken en
millioeneu vliegen gedood worden, voordat ze
haar opvolgers de wereld in gestuurd hebben.
Barbaarsch Nederland. Door een ingeze
tene van Harderwijk werd een prentbriefkaart
ontvangen, afkomstig uit Beieren, geadres
seerd: ,.Aan. in Barbaarscher Holland." De
post, ook de buitenlaudsclie, twijfelde geen
oogenblik, want door een Duitsche beambte werd
met forsche hand in rooden inkt aan het adres
toegevoegd: „Harderwijk" met twee uitroep-
teekens.
Mislukte slimmigheid. Onlangs is, naar
het N. v. D. meedeelt, te Amsterdam een
examen afgenomen, uitgaande van een bekende
Vereeniging aan wier boekhouders-diploma
veel waarde wordt gehecht.
Eenige dagen vóór het examen plaats had
werd de drukker van de examenopgaven inter
communaal opgescheld en kreeg de volgende
lastgeving:. „U spreekt met X (de. naam van
een der examinatoren). Ik ben bier te H. voor
een vergadering; heb een exemplaar opgave
noodig. Zend 't maar poste-restante H."
De drukker voldeed aan de opdracht, maar
man van zaken zijnde, telegrafeerde hij tege
lijkertijd aan den heer X.: „Heb beden poste-
restante H. ex. examenopgaven verzonden."
De examinator begreep er niets van en stelde
zieb met den drukker in verbinding, waarvan
de slotsom was dat men begreep te zijn beetge
nomen. Dat moest natuurlijk een dergenen ge
daan hebben, die zich voor bet examen hadden
opgegeven.
Ik ben er reeds aa» gewoon geraakt, dat
mijn handelingen door jou als afschuwelijk
en gemeen betiteld worden, onderbrak de her
tog kalm. Toch ben ik ditmaal vast besloten
om mijn wil door te zetten. We hebben drie
weken lang de gastvrijheid van den hertog
genoten, we mogen niet langer meer op Has
tings-Castle blijven. Ik heb bovendien den
hertog en lady Carlyle reeds den dag van ons
vertrek medegedeeld.
Maar de hertog heeft ons toch verzocht
ons bezoek tot het einde van de maand te
Verlengen, en
En ik heb die uitnoodiging niet aange
nomen. Wees toeth eenst een keer verstandig
Melusine! Kort en goed, twee dagen na de
jacht gaan we naar Hereford-house terug.
En ik zeg je, dat we niet gaan! riep Me
lusine uit, terwijl ze in baar woede de fijne
zijden zakdoek in flarden trok, ik.... ik wil
het niet!
Je hebt mijn besluit vernomen, antwoord
de sir Ralph, en het wordt niet meer veran
derd ik wensch en ik hoop, dat je je naar
mijn wil zult schikken
Neen, dat zal ik niet! zeide Melusine
boos, wanneer jij lust hebt, ga dan maar al
leen terug naar je bouwvallig krot, ik blijf
hier.
Nn was ook sir Ralphs geduld ten einde.
Sar mij niet langer meer, sprak bij drei
gend. Je zult met me meegaan, ik gelast het
je en ik hoop, dat je me voor het vervolg
suit willen verstaan. Wat je verwijten tegen
Hereford-house en mijn armoede betreft, ik
acht het beneden mijn waardigheid, daarop
te antwoorden. Dat heb je allemaal geweten,
toen je mijn hand aannam en me.... bedroog.
Men ging informeeren aan bet postkantoor
te H. en vernam dat juist een oogenblik te voren
de brief was afgehaald. Hoe de afhaler zich
dan gelegitimeerd bad, daar immers de brief
aan den beer X, geadresseerd was? Wel, hü
had gezegd de beer X. zelf te zijn en ten bewijze
daarvan zijn portemonnaie getoond, waar bin
nenin een papiertje geplakt was, met den naam
van dezen erop.
Hoe nu den schuldige te ontdekken! Dat
ging zooBij het binnenkomen in de zaal, wer
den alle examinandi ongemerkt gadegeslagen
door de twee beambten, die aan bet loket poste-
restante hadden dienst gedaan. En zij wezen
onmiddellijk den dader aan.
Deze probeerde eerst nog te ontkennen, maar
dat ging niet erg goed. Want toen bij zijn por
temonnaie moest vertoonen, was bet papiertje
met den valschen naam er wel uit verwijderd,
maar niet zonder dat een paar moeten waren
achtergebleven, waarop nog duidelijk eenige let
ters van den naam van den beer X. zichtbaar
waren. Toen viel hij maar door de mand.
De examencommissie oordeelde dat het blij
ven kon bij bet ongemakkelijke standje dat zij
liet jongmenseh toediende en bij bet fiasco dat
bij gemaakt bad, want die commissie was na
tuurlijk ook niet van gisteren en bad aan de
examinandi een heel stel nieuwe vragen voor
gelegd. Maar het muisje zal misschien toch nog
een staartje hebben. Want, naar wij vernamen,
moet de gefopte drukker niet bereid zijn de ge
schiedenis zoo maar te laten afloopen en zou hij
er een justitiezaakje van willen maken.
Die nieuwigheden! Een boerin uit Zuid-
Beveland wil naar Scbeveningen.
Gaat niet. De tram staakt, vertelt iemand
baar.
O, zie je nou wel, tegenwoordig met al
die nieuwigheden? Dat heb je nou van de elec-
triciteitI Heb je ooit van staken geboord?
Staakten vroeger de paarden samen?
„Leeuw. Crt."
Door 'n „Indianentroep" bij den neus ge
nomen. Men heeft de Amsterdammers Zondag
middag op de wielerbaan flink bij den neus
gehad. De directie bad haar terrein verhuurd
voor een „Wild West Show" te geven door
„Texas Tex en zijn beroemden Indianentroep"
Om twee uur zou de vertooning aanvangen,
doch anderhalf uur lang kon het ongeveer 3000
man groote publiek zich vermaken met bet sta
ren naar een samenstel van lappen en stokken
op het middenterrein; de wigwam. Zoo nu en
dan deed ook de motorrijder Roos een rondje
over de baan.
Om half vier begon eindelijk bet grootsche
schouwspel, nadat eerst eenige erg ongeduldi-
gen bun geld aan de kassa hadden terugge-
eischt en soms zelfs gekregen. De séance be
gon met eenige lassoworpen van Texas Tex
te paard en te voet. Toen zou bij in volle vaart
eenige doeken van den grond oprapen, doch dit
deed bij zoo handig, dat weldra het paard en
ruiter beiden op den grond lagen, waarbij Texas
Tex gewond raakte. Het publiek had de aardig
heid al spoedig doorzien en daar de rest van
het programma, dat ook slechts voor de helft
werd uitgevoerd, eveneens beneden alle critiek
was, gaven velen bun afkeuring luidde té ken
nen; reeds herhaalde malen had de politie de al
te nieuwsgierigen van bet middenterrein moe
ten verdrijven, doch ten slotte waren de men-
schen, die hunne centen voor dergelijke voor-
den-gek-houderijen hadden geofferd, niet meer
te houden.
Een jongen die een bezoek wilde brengen aan
de wigwam, kreeg van een der „Indianen" een
echten Hollandschen muilpeer, en dit was het
sein voor eenige bonderden, om zich onder
krijgsgeschreeuw op hen te werpen, een hevig
gevecht dreigde te ontstaan tusschen roodhui
den en bleekgezichten.
Met groote moeite bracht de politie de zaak
weer tot rust.
Na een klein uur wacbtens kwam toen bet
laatste nummer van het programma, de ren
tusschen paarden en motor, waarbij in vlie
genden galop bij iedere ronde ten minste 40
keer van paard zou worden gewisseld. Doch
wat men toen te zien kreeg, was zoo flauw en
de bedriegerij lag er weer zoo dik op, dat men
te kwart over zes verre van voldaan huiswaarts
keerde.
We leeren het nooit! Van den Haegben
schrijft in de Nieuwe Courant;
Dit ie geen roman in zee deelen het is
wellicht niet overbodig dit, ter geruststelling,
onmiddellijk voorop te stellen!
Maandagmiddag, kwart na vijf, op het Ge
vers Deynootplein, voor het Kurhaus, hij het
beginpunt van lijn 8.
Nu weet leder ïïaagiscïïe, Ieder Hagenaar(vervolg). De ridders van de Molenheide. Het
genoeg, nietwaar? We speelden queuetje, zoo-
als kleine kinderen vadertje en moedertje
spelen. Er heefscht bij beide spelletjes een
merkwaardige overeenkomst; beide beginnen
aardig, eindigen onverbiddelijk met ruzie.
Met ruzie. Met katjesspel is het immers ook
niet anders?
Daar stonden we dan, zoo'n paar honderd
tramgragen te wachten; wat bleef die lijn 8
weer lang uit! Toen lijn 8 den hoek bij Hotel
les Galeries omzwenkte, ging er, met een
zucht van verlichting, een rilling van wan
ordelijkheid door de rijen. Dat beloofde wat!
Langzaam draait lijn 8 rondom de Kur-
haus-bar; sneller dan de tram gaat, neemt de
wanorde in de queuetje-spelende menseben-
massa toe. Wanneer de tram een'twintigtal
jongske (vervolg). Uit de verhalen van meneer
Klein. Door strijd tot overwinning (slot). Freule
Iris. Inhoudsopgave.
RESERVE-OFFICIEREN RIJ DE
MILITAIRE INTENDANCE.
Bij Kon. besluit! zijn bepalingen vastgesteld
omtrent de benoeming, enz. van reserve-offi
cieren van de militaire intendance.
Deze benoeming geschiedt in den rang door
den betrokken officier laatstelijk bekleed of
indien daartoe termen worden gevonden, in
den naast hoogeren rang tot en met den rang
van reserve-kolonel. Daarvoor komen in aan-
meters vóór het nieuwe beginpunt van lijn 8 merking
stilscbokt, heeft vadertje ruzie met moeder-1 lo. eervol ontslagen officieren van het leger
tje gekregen. Wanneer lijn 8 eindelijk op het hie» te lande; en
punt van vertrek is aangekomen, is het edbt- j 2o. eervol ontslagen of gepensioneerde offi-
scheidingsproces tusschen vadertje en moe-1 eieren van het legler in Nederlandsch-Indië.
dertje in vollen gang. i Benoembaar zijn: a. tot reserve-kolonel, zij
Duwen, dringen, rukken, trekken, stompen; die den rang van kolonel, dan wel ten minste
voor den buitenstaander, die geen baast had gedurende 2 jaren dien van luitenant-kolonel
én in het geheel slechts „een geval", een hebben bekleed; b. tot reserve-luitonant-ko-
dankbaar geval voor de krant zag, was bet lonel, zij die den rang van luitenant-kolonel
'n onverdeeld genoegen de statige Haagscre,
de deftige Hagenaars, zoo aan den gang te
zien.
Mits op een afstand en vijf, liever nog tien
meter, buiten de woeling van de baren.
We hebben ons Zaterdag en Zondag alle
maal een beetje ongerust gemaakt over de
komst van zooveel honderd Rotterdamsche
bootwerkers.
Waarom eigenlijk?
Omdat, zoo zeide men mij. dit zulke onge
manierde, ruwe, onbehouwen kerels zijn. Best
mogelijk!
Wie Maandagmiddag, kwart na vijf, op het
Gevers Deynootplein, voor bet Kurhaus, bij
het beginpunt van lijn 8, heeft gestaan, weet
thans met volkomen zekerheid, dat niet de
Rotterdamsche bootwerkers daarvan het mo
nopolie bezitten.
Het stemt droef dit te moeten erkennen,
maar in de queue staande, staan wij dadelijk
met alle beenen weer uit de queue.
Leeren we bet dan nooit?
Wel neen!....
De Arbeidswet. De N. Crt. schrijft:
Nu kort geleden weer vele kinderen de la
gere school verlieten, hetzii met of zonder
loffelijk ontslag, schijnt *t gewenscht de aan
dacht zoowel van ouders als van werkgevers
er op te vestigen, dat art. 4 van de Arbeids
wet nog steeds wordt gelezen, alsof een niet
meer leerplichtig kind beneden 13 jaar ar
beid zou mogen verrichten.
Deze verkeerde opvatting wordt versterkt
wanneer voor zulk een kind een arbeidskaart
is verkregen, niettegenstaande op de achter
zijde van die kaart een duidelijke waarschu
wing is afgedrukt, waaruit bet verbod om te
arbeiden blijkt, tenzij een verklaring van het
hoofd der school kan worden vertoond, dat
voor het kind geen gelegenheid meer is ver
der onderwijs te ontvangen. Daar deze om
standigheid zich alhier niet voordoet, kan
hier gezegd worden, dat kinderen, die nog
geen 18 jaar zijn, ook al hebben zij een loffe
lijk ontslag van de school en een arbeidskaart
verkregen, geen werkzaamheden, geen arbeid
mogen verrichten voor eenige onderneming.
Buiten ondernemingen of buiten bedrijven
zyn alleen werkzaamheden, welke in de ge
wone buishouling voorkomen of veldarbeid
toegestaan. Echter geen huisarbeid, geen
veenarbeid, geen eikschillen e.a. arbeid, die
niet voorkomt."
DE KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
i PLATEN: Overste Thomson's uitvaart te
Amsterdam (3). „Mij is de wrake". Weer een
Fransche onderzeeër vergaan. Na den vorsten
moord te Serajewo. Hoe 'n Kardinaal te Rome
zijn titelkerk in bezit neemt. De begrafenis van
den Italiaanschen gezant Pollio. De Haagsche
tramstaking (4). Een hulde aan wijlen aartsher
tog Frans Ferdinand van Oostenrijk. De uit
vaart en begrafenis van overste Thomson (4).
Interessante kiekjes uit Siam (6). Typische
I foto's, ons uit Jeruzalem toegezonden. De Chris-
I telijke Charitas in het Turksche Jeruzalem. Jhr.
I Mr. J. J. Röell. De lijkstoet van wijlen overste
I Thomson op de de Ruijterkade te Amsterdam.
Audiëntie op straat. Een zeldzaam eeuwfeest te
Wageningen. Zuid-Afrik, landbouwers in ons
land. Het eerste Nationale Congres van Jongens
patronaten, de vorige week te Utrecht gehouden
(3). De groote legerrevue te Parijs. De Eerw.
Broeder Laurentius f. W. van der Rut. Ver
pleegsters voor de pestbestnjding op Java. De
ijverige propagandisten voor „Herwonnen Le
venskracht" te Maasniel. De anti-Home-Rule-op-
stand in Ulster in beeld.
TEKST: De eerste schoof. Mij is de wrake
dan wel ten minste gedurende 2 jaren dien
van majoor hebben bekleed; c. tot reser
ve-majoor, zij die den rang van majoor, dan
wel ten minste gedurende 4 jaren dien van
kapitein hebben bekleed; d. reserve-kapitein
zij 'die den rang van kapitein, dan wel ten
komt. Doch er kan nog meer gedaan worden 0$
dit gebied.
Immers de geldelijke bezwaren mogen geen
onoverkomelijke hinderpalen zijn, nu het een
groot belang voor de mijnstreek geldt en pro
vincie en rijk het handelsonderwijs subsidieeren,
als de gemeenten maar voor willen gaan.
De leerkrachten, waar tot nu toe nog slechts
m zeer geringe mate over kon beschikt worden,
zullen gaandeweg wel toenemen. Ook hierin
kunnen de gemeentebesturen nog een handje
helpen. Zij kunnen medewerken door voor de
onderwijzers, die een cursus voor boekhouden oi
dergelijke willen volgen, de werkzaamheden zoo
in te richten, dat van die gelegenheid te Sittard
gebruik kan gemaakt worden. Zij kunnen mede
werken door aan onderwijzers met een diploma
op handelsgebied een even groote salarisverhoo-
ging toe te kennen als voor het bezit eener akte
in een der vreemde talen.
Voor de onderwijzers zou er een nieuwe bron
van inkomsten door geopend worden; in de
gemeenten zou een geschikt leeraarcorps voor
eventueel op te richten handelsscholen en ham
delscursussen gevormd wordende Limburg-
sche jeugd zou zich de noodige kennis vooi
kantoordiensten gemakkelijk kunnen verwerven;
de mijndirecties zouden voor hun kantoor
personeel niet meer op vreemdelingen alleen
aangewezen zijn en Limburg zou er wel b(
varen.
De
EX. ZEEVAARTKUNDE M. O.
Minister van Binnenlandsche Zaken
minste gedurende 8 jaren dien van luitenant bïengt ter algem6eno kenniSi dat dit j;mr
hebben bekleed het mondeling gedeelte van do akte-examens
De reserve-officieren van de militaire m- in de zeevaartkunde m. o. (I.), voor zooveel
tendance gemeten eene toelage berekend per hel gedeelte „wiskunde" betreft, zal worden
f 500 in den hoofdofficiersrang en afgekomen té' 'sGravLhïr/^SengracM
I in Hpti V'n.mrp,in«irpm.oi i\ -vu&iuuui
jaar van
van f 400 in den kapiteinsrang.
In geval van mobilisatie worden aan deze
reserve-officieren één paard en een harnache-
menb verstrekt, op de wijze als voor de ove
rige dan bereden wordende officieren is voor
geschreven
no. 4), op 29, 30 en 31 Juli a.s., telken:
van 9.30 uur v.m. tot 12.15
van 1.30 tot 3.45 uur n.m.
uur n.m. er
PARACHUTE-ONGELUK.
Omtrent het parachute-ongeluk op het. vlieg
veld van Stockel, bij Brussel, meldt het „N.
v. d. D." nog het volgende: Ongeveer kwart
voor zes steeg de vlieger Champel met mad.
Gayat de Castella en haar parachute op. Zij
ging hare reekelooze neerdaling per para
chute herhalen. De mecaniciens brachten mo
tor en schroef in werking en de biplan rolde
zachtjes weg. Langzaam steeg het. toestel in
v,fr°0ot° en vloog in breede en wijde krin-
nemingsgeest reecis tot stand gebracht werd enoen rend het plein en de omliggende velden
wordt, doet ons met vertrouwen de toekomst en Do®scnen steeds hoogor en hooger.
I>6 duizenden toeschouwers volgden met °*e-
spannen aandacht den sierlijk zweven den In
plan en wachtten met angstig kloppend had
het oogenblik Af, waarop mad. Oayat de Cas
tella uit den biplan ging springen. Het toestel
zweefde te 6 uur juist boven de hippodroom
op eene hoogte van minstens 500 meters. De
lucht was overtrokken met grauwe onweera
wolken en in de verte zag men den bliksem
flikkeren en hoorde men den donder romme
len. De witte biplan toekende zich duidelijk
op het zwarte luchtruim af en men kon mot
het bloote oog de vlucht van het toestel goed
HANDELSONDERWIJS.
We lezen in de „Kerkr. Crt.":
De snelle ontwikkeling der mijnindustrie heeft
groote materiëele voordeelen aan Zuid-Limburg
gebracht. De algemeene welvaart neemt toe, de
immer aangroeiende bevolking vindt in en door
het mijnbedrijf een ruim bestaan.
Moge in den woningnood nog op lange na
niet voorzien zijn, wat met voortvarenden onder-
tegemoet zien en de hoop koesteren, dat de Lim-
burgsche mijnstreek na verloop van tijd op mate-
riëel gebied een der meest bevoorrechte streken
der mijnindustrie zal worden.
Een groote schaduwzijde dezer snelle ontwik
keling is, dat zoovele vreemde elementen Zuid-
Limburg overstroomen en den eenvoudigen, ge-
loovigen geest onzer bevolking dreigen te ver
pesten. 't Is een algemeen verschijnsel, dat de
inheemsche bevolking zoo licht de fouten en ge
breken der van elders komenden overneemt zon
der hun goede eigenschappen te adopteeren.
Elke invasie van vreemdelingen niet slechts j yéigéiT
van arbeiders maar ook van meer ontwikkelden, fens'klaps zag men eene zwarte massa uit
is meesta1 reeds een ramp voor het overstroomde;^ y Het d c
gebied en deze ramp wordt des te grooter wan-0aBteiii, die. m*,t Kaar p,,r,,.hut„
neer de vreemden met slechts m karakter Wfftaeh het WaTgS
ontwikkeling maar ook in godsdienstige over-duizeIingwekkencg vaJ. D,it ^rschnkte de toe.
tuiging met de ingezetenen verschillen schouwers in het begin niet al te zeer, daar
Daarom is het zoozeer te betreuren, dat op de zij ien hadden d|t Zond en Maa'ndag
bureaux der mijnen Zooveel ja op enkele Bijna mad c t de Ca.stella ook ee?n duizelmgwék-
uitslmtend vreemd personeel werkzaam isdat kenden yal deed 50 tot 60 Metei| eer
een Limburger een uitzondering is bij de admi-de parachute zich 0penspreidde en de neer-
mstratie der mijnen Hoe dit te verklaren WordtdaliQg zachtjes begon.
de Limburger stelselmatig geweerdLigt er j verwachtte- men dat de parachute, na
systeem in de handelwijze der directies, die de een val van een vijftigtal Meters, zou open-
betrekkingen van eenige beteekening bijna uitslui-j g^aQj doch het gebeurde niet. De verschrik-
tend aan niet-Limburgers geven? j lelijke val duurde voort in duizelingwekkende
Wij zullen ons wel wachten dit als de eenigesnelheid en de parachute spreidde zich niet
reden der achterstelling aan te nemen, te meeropen
daar meestal een andere verklaring terecht of i Ue toeschouwers begrepen dat er een vree-
ten onrechte gegeven wordt. selijfc ongeluk ging gebeuren en velen vluchtl-
Zuid-Limburg zou nl. te weinig technisch j ten, als waanzinnig van schrik en luide kre-
ontwikkelden tellen, bekwaam om de gewichtige ten slakende. Op hetzelfde oogenblik plof-
betrekkingen op de bureaux der mijnen te be-
kleeden. Daar de mijnindustrie in Limburg nog
een grooten vooruitgang wacht, is het zaak, dat
aan deze bewering elke schijn van gegrondheid
wordt ontnomen, omdat in de toekomst ons niet
langer alle goede betrekkingen voor den neus
worden weggekaapt onder voorwendsel, dat wij
geen geschikte krachten hebben.
Wij juichen het daarom toe dat door de han
delsdagscholen te Maastricht, Sittard, Venlo en
Rolduc en door de handelscursussen te Roer
mond, Venlo, Maastricht, Sittard, Echt, Gennep,
Weert en Heerlen aan de jeugd de gelegenheid
geboden wordt de kundigheden te verwerven
voor de werkzaamheden op de kantoren vereischt.
Was de mijnstreek tot voor korten tijd geheel
te de ongelukkige vrouw als ©ene massa op
het middenplein van de hippodroom. De slag!
was zoo geweldig, dat hij op verren afstanc
gehoord werd.
De gendarmen van dienst op het plein, da
vliegers en talrijke toeschouwers kwamen
naar de plaats der ramp gesneld. Een vreeset-
lijk schouwspel trof hunne verschrikte blik-
ken. Gansch uiteen getrokken en verscheurd
lag daar, bet bebloed lijk vau mad. Cayat d<
Castella.
De gendarmen hadden alle moeite ter we-
reld om de menigte op een afstand te hou
den. Op het plein heerschte de grootste op
schudding. De parachute werd over het lijk
der ongelukkige vrouw gespreid. Men ver-
Je hebt me bedrogen met je zachtmoedigheid
en gewaande toegenegenheid, want als ik je
ware karakter bad gekenid, indien ik gewet
ten bad, dat de goudblonde krans om je voor
hoofd slechts ertoe diende om duivelsche
plannen te verbergen, dan waart ge nu Lady
Hereford niet.
Neen, wel echter hertogin van Hastings,
klonk bet van Melusine's lippen terug.... te
laat zag ze baar onvoorzichtigheid in. Een
dieproode blos kwam op baar schoon gelaat.
Sir Ralph keek zijn gemalin met vasten,
vorsehenden blik aan, doch hij wist zich te
beheerschen. Uiterlijk volkomen kalm zei bij;
Ik kon onmiddellijk een verklaring over
deze eigenaardige mededeeling van je
eiseben, maar je zoudt toch maar met een
leugen antwoorden, zooals je me steels be
logen hebt Ik zal dus hierover mijn licht op
steken, daar waar het mij niet geweigerd zal
worden en daarvan zal het afhangen of we
nu op staanden voet vertrekken of eerst na
twee dagen....
Met deze woorden verliet sir Ralph de ka
mer, Melusine in een onbeschrijfelijke woede
en haat achterlatend.
De baron ging rechtstreeks naar den her
tog; het was hem nu totaal onverschillig
welk antwoord hij daar zou ontvangen; nu
had hij nog slechts zijn eigen eer en goeden
naam voor oogen, want het betrof hier voor
hem een eerezaak.
Hij trof den gelukkigen bezitter van Has-
tings-Castla in zijn werkkamer, druk bezig
brieven en afrekeningen van zijn rentmees
ter na te kijken. Sir Ralph vroeg of hij mis
schien stoorde, maar de hertog schudde van
neen en schoof hem een stoel hij.
Ik kom slechts om een vraag aan n te
doen, mylord, en ik zal het kort maken: ken
de u mijn vrouw, toen zij 110ff mies Holwell
heette?
Maar zeer zeker, antwoordde de hertog
openhartig, ik was dikwijls in de abdij in
Schotland de gast van sir Robert Carr Hol
well en kende lady Melusine,toen ze» om
zoo te zeggen, nog in_ de kinderschoenen
stond. Wist u dat dan niet, sir Ralph?
Neen, antwoordde Je baron even open
hartig, Melusine (heeft me er nooit iets van
gezegd. Maar nog iets, mylord.^ waarom vond
n dan toch noodig dat u aan mijn vrouw werd
voorgesteld? U zult me moeten toegeven, dat
dat toch al zéér eigenaardig is!
Lang wachtte de hertog niet met zijn ant
woord. Zijn gast recht in bet gelaat ziende,
zeide hij:
Ik was zeer ontstemd over uw gemalin,
sir Ralph, en ik wilde haar als vreemde
behandelen. Maar ik begrijp ten volle, wat
lady Melusine weerhield u de juiste toedracht
der zaak te verteilen ik daarentegen geef
u gaarne het bewijs van mijn vertrouwen,
door u dat te vertellen, waarop gij reeht hebt
te weten. Melusine was vóór den dood baars
vaders in stilte met mij verloofd. Ik beminde
Melusine. Onze verloving was dus in 't ge
heim, want mijn vader had voor mij een an
dere dame op het oog. Hij kon zich met mijn
keuze niet vereenigen en zon nooit zijn toe
stemming geven. De redenen waarom doen
hier niets ter zake. De dood maakte aan mijns
vaders tegenstand echter een onverwacht
einde. Mijn vader stierf aan een beroerte en
ik vroeg Melusine, vóór ik weer vertrok, mij
van degelijk handelsonderwijs verstoken, met j wittigde het parket, terwijl de gendarmen rond
vreugde zien we dat ook hierin verandering bet lijk de wacht hielden.
'KimmseiÊaÊm^wmÊ^----n ..j»-
jaar zou terugkomen, want ik vond het onge-1 reeds was een jaar verloopen, en zonder
past en oneerbiedig jegens den ontslapene mijn voorkennis, want ik laat haar de volste
reeds in den rouwtijd aan verloving en huwe
lijk te denken. Ik beloofde haar, na een jaar
te zullen terugkomen en vertrok naar het
vasteland. Dat jaar was bijna om, en reeds
maakte ik me gereed om naar mijn vader
land terug te keeren, toen ik bericht ontving,
dat een geliefde oom, de broer van mijn va-
vrijheid an de keus der gasten, noodigde
mijn tante om haar vriendin mrs. Bane een
plezier te doen, u en uw gemalin met Fre-
derik uit en tegen dit fait accompli was niets
meer nit te richten. De reeds lang overwon
nen wrok tegen lady Melusine kreeg toer
weer in mij de overhand en ik besloot haaï
Indië was, ernstig ziek was en mü vóór zijn
dood wenschte te spreken. Dadelijk koos ik
zee naar Indië, want aan mijn oom was ik
zeer gehecht, niet omdat i!k zijn erfgenaam
was, maar omdat ik hem zéér hoogachtte.
Ik smaakte het genoegen mijn oom, hoewel
zeer verzwakt, nog levend weer te zien. De
dood keek hem nit de oogen en ik kon aan
zijn smeekbeden om aan ziin ziekbed te blij
ven, niet weerstaan ofschoon er maanden
verliepen vóór de dood aan het vreeselijk lij
den een einde maakte. 'tWas een droeve tijd,
dien ik in Indië moest doormaken. Einde
lijk dan drukte ik mijn oom de oogen toe, en
toen ik weer in Engeland terugkwam, was
anderhalf jaar verstreken.
Niets vermoedend van hetgeen intusschen
was gebeurd en eek zonder iemand van mijn
bekenden te spreken, reisde ik in een stak
door naar Schotland en.... vond de abdij in
andere handen overgegaan. Sir Robert was
gestorven en ik moest er ook vernemen, dat
miss Holwell met u naar Hereford-house
was vertrokken en sinds eenige dagen uw ge
malin was. Bespaar mij n de gevoelens te
schilderen, die toen mijn hart bestormden
Melusine was mij ontrouw, zij was voor mij
trouw te blijven tot ik na verloop van een een onbekende geworden. De tijd verging en
der, kolonel lord Carlyle, wiens regiment in i als onbekende te ontvangen. Pas vóór eenige
- dagen bekende zij mij dat mijn wegblijven
haar tot het vermoeden, ja tot de zekerheid
had gebracht, dat ik haar had vergeten en»
zich dus geheel vrij voelende, nam zij nw»
hand aan. Zoo zit, sir Ralph, de zaak in el
kaar ik heb er niets van verzwegen, noch
voegde ik er iets aan toe. En dat lady Melu
sine dus vau mij gescheiden is door een kloof
die niet meer te overbruggen valt, wil ik u
hier wel op mijn woord van edelman ver
zekeren.
Ik geloof n ook zonder dat. antwoordde
sir Ralph hartelijk, terwijl hij opstond.
Kon ret feitelijk ook anders hij een zoon
van mijn trouwen, onvergelelijken vriend?
Melusine had me er wel iets van mogen zeg
gen, maar wie kent en begrijpt het gevoel
eener vrouw?! Aanvaard mijn innigen dan*
voor nw openhartige mededeelingen ge zu"
me daardoor nog dierbaarder geworden date
ge reeds waart!
(Wordt vervolgd)-