Leger m Vloot* Letteren en Kunst, Sport en Wedstrijden. ONDERWIJS. epaulet geschoven en In den zak van den Ko ning zit net zoo'u zijden zakdoek als deze!" Daar was Tobias, de derde van den stam der Hambergen! Hoe hij zijn voorstellingen gaf, in hoofdzaak vingervlugheid, aan alle hoven van Europa, omdat hij zijn goochelaars- spraakzaamheid even makkelijk afratelde in zijn eigen taal als in het Fransch, Duitsch of Engelsob. Hij werd niet ouder dan 58 jaar; niet langer dan ruim een jaar overleefde hij zijn vader, en dus niet langer dan één jaar heeft hij pet Koninklijk wapen mogen voe ren van „Hof-artiest!" Daar was dan eindelijk hun achterklein zoon, en kleinzoon, en zoon David Tobias Bamberg, de overledene; maar deze was al lang het hoofd van een nieuw, uitgebreid geslacht van goochelende Bambergen, als Theo!en Emile!en Eduard! die al weer grootvader is van den kleinsten Bam berg, weer een David. In bet geslacht der goochelende Bamber gen was het immer, van vader op zoon, een eer, om een goochelende Bamberg te heeten. En wanneer men met den ouden heer Da vid Tobias Bamberg in aanraking kwam, dan was het hem een beroepslust, zijn eigen Bambergschap weg te tooveren, om hetzij zijn roemrijk voorgeslacht, dan wel illoster nageslacht met een handige „volte" te cban- geeren hetgeen natuurlijk allebei gooche laars-vaktermen zijn. Daarom staan wij berustend bij dit sterf bed van den populairsten Nederlandschen goochelaar. Papa Bamberg stierf doch er leven jonge Bambergen. De oude David Tobias Bamberg is weggetooverd, een jonge Tobias David zal zich in zijn plaats te voorschijn tooveren. De goochelaar is dood leve de gooche laar! Een middel tegen vliegen. Een der lezers van het H. Crt. raadt het volgende middel om vliegen op een gemakkelijke manier zelf te van gen (wat ieder in het belang der gezondheid verplicht is) met een vliegenvanger, die bijna niets kost en in ieders bereik is, en dien ieder een zelf maken kan. Men bezigt daarvoor een stok, waarmee met het plafond kan bereiken (liefst een van bamboe van een viscbbengel). Zet boven in dezen stok een glaasje zonder voet, (z.g. diendersglaasje), vult dit glaasje tot op een derde met petroleum en de vliegen vanger is gereed om minstens 100 vliegen per minuut te vangen. Men gaat nu met dit instrument op jacht, liefst bp avond. Zoodra het licht brandt, zal men zien, dat de vliegen zich grootendeels tegen het plafond ter ruste hebben gezet; men laat ze dan rustig zitten, doet het licht wat lager branden, doch zoo, dat men de vliegen aan het plafond goed kan onderscheiden. Men neemt nu den stok met glaasje op, en nadert voorzichtig de vlieg, die rustig blijft zitten, en tot zijn groote verbazing zal men iets ongelooflijks zien. Als het glaasje op 1 of 2 centimeter de vlieg genaderd heeft, laat de vlieg zich los, valt in de petroleum en is oogen- blikkelijk dood. Als een ieder zoo eiken avond een kwartier besteed in zijn eigen huis, dan is men zeker, dat men des nachts niet wordt wakker gestoken en millioeneu vliegen gedood worden, voordat ze haar opvolgers de wereld in gestuurd hebben. Barbaarsch Nederland. Door een ingeze tene van Harderwijk werd een prentbriefkaart ontvangen, afkomstig uit Beieren, geadres seerd: ,.Aan. in Barbaarscher Holland." De post, ook de buitenlaudsclie, twijfelde geen oogenblik, want door een Duitsche beambte werd met forsche hand in rooden inkt aan het adres toegevoegd: „Harderwijk" met twee uitroep- teekens. Mislukte slimmigheid. Onlangs is, naar het N. v. D. meedeelt, te Amsterdam een examen afgenomen, uitgaande van een bekende Vereeniging aan wier boekhouders-diploma veel waarde wordt gehecht. Eenige dagen vóór het examen plaats had werd de drukker van de examenopgaven inter communaal opgescheld en kreeg de volgende lastgeving:. „U spreekt met X (de. naam van een der examinatoren). Ik ben bier te H. voor een vergadering; heb een exemplaar opgave noodig. Zend 't maar poste-restante H." De drukker voldeed aan de opdracht, maar man van zaken zijnde, telegrafeerde hij tege lijkertijd aan den heer X.: „Heb beden poste- restante H. ex. examenopgaven verzonden." De examinator begreep er niets van en stelde zieb met den drukker in verbinding, waarvan de slotsom was dat men begreep te zijn beetge nomen. Dat moest natuurlijk een dergenen ge daan hebben, die zich voor bet examen hadden opgegeven. Ik ben er reeds aa» gewoon geraakt, dat mijn handelingen door jou als afschuwelijk en gemeen betiteld worden, onderbrak de her tog kalm. Toch ben ik ditmaal vast besloten om mijn wil door te zetten. We hebben drie weken lang de gastvrijheid van den hertog genoten, we mogen niet langer meer op Has tings-Castle blijven. Ik heb bovendien den hertog en lady Carlyle reeds den dag van ons vertrek medegedeeld. Maar de hertog heeft ons toch verzocht ons bezoek tot het einde van de maand te Verlengen, en En ik heb die uitnoodiging niet aange nomen. Wees toeth eenst een keer verstandig Melusine! Kort en goed, twee dagen na de jacht gaan we naar Hereford-house terug. En ik zeg je, dat we niet gaan! riep Me lusine uit, terwijl ze in baar woede de fijne zijden zakdoek in flarden trok, ik.... ik wil het niet! Je hebt mijn besluit vernomen, antwoord de sir Ralph, en het wordt niet meer veran derd ik wensch en ik hoop, dat je je naar mijn wil zult schikken Neen, dat zal ik niet! zeide Melusine boos, wanneer jij lust hebt, ga dan maar al leen terug naar je bouwvallig krot, ik blijf hier. Nn was ook sir Ralphs geduld ten einde. Sar mij niet langer meer, sprak bij drei gend. Je zult met me meegaan, ik gelast het je en ik hoop, dat je me voor het vervolg suit willen verstaan. Wat je verwijten tegen Hereford-house en mijn armoede betreft, ik acht het beneden mijn waardigheid, daarop te antwoorden. Dat heb je allemaal geweten, toen je mijn hand aannam en me.... bedroog. Men ging informeeren aan bet postkantoor te H. en vernam dat juist een oogenblik te voren de brief was afgehaald. Hoe de afhaler zich dan gelegitimeerd bad, daar immers de brief aan den beer X, geadresseerd was? Wel, hü had gezegd de beer X. zelf te zijn en ten bewijze daarvan zijn portemonnaie getoond, waar bin nenin een papiertje geplakt was, met den naam van dezen erop. Hoe nu den schuldige te ontdekken! Dat ging zooBij het binnenkomen in de zaal, wer den alle examinandi ongemerkt gadegeslagen door de twee beambten, die aan bet loket poste- restante hadden dienst gedaan. En zij wezen onmiddellijk den dader aan. Deze probeerde eerst nog te ontkennen, maar dat ging niet erg goed. Want toen bij zijn por temonnaie moest vertoonen, was bet papiertje met den valschen naam er wel uit verwijderd, maar niet zonder dat een paar moeten waren achtergebleven, waarop nog duidelijk eenige let ters van den naam van den beer X. zichtbaar waren. Toen viel hij maar door de mand. De examencommissie oordeelde dat het blij ven kon bij bet ongemakkelijke standje dat zij liet jongmenseh toediende en bij bet fiasco dat bij gemaakt bad, want die commissie was na tuurlijk ook niet van gisteren en bad aan de examinandi een heel stel nieuwe vragen voor gelegd. Maar het muisje zal misschien toch nog een staartje hebben. Want, naar wij vernamen, moet de gefopte drukker niet bereid zijn de ge schiedenis zoo maar te laten afloopen en zou hij er een justitiezaakje van willen maken. Die nieuwigheden! Een boerin uit Zuid- Beveland wil naar Scbeveningen. Gaat niet. De tram staakt, vertelt iemand baar. O, zie je nou wel, tegenwoordig met al die nieuwigheden? Dat heb je nou van de elec- triciteitI Heb je ooit van staken geboord? Staakten vroeger de paarden samen? „Leeuw. Crt." Door 'n „Indianentroep" bij den neus ge nomen. Men heeft de Amsterdammers Zondag middag op de wielerbaan flink bij den neus gehad. De directie bad haar terrein verhuurd voor een „Wild West Show" te geven door „Texas Tex en zijn beroemden Indianentroep" Om twee uur zou de vertooning aanvangen, doch anderhalf uur lang kon het ongeveer 3000 man groote publiek zich vermaken met bet sta ren naar een samenstel van lappen en stokken op het middenterrein; de wigwam. Zoo nu en dan deed ook de motorrijder Roos een rondje over de baan. Om half vier begon eindelijk bet grootsche schouwspel, nadat eerst eenige erg ongeduldi- gen bun geld aan de kassa hadden terugge- eischt en soms zelfs gekregen. De séance be gon met eenige lassoworpen van Texas Tex te paard en te voet. Toen zou bij in volle vaart eenige doeken van den grond oprapen, doch dit deed bij zoo handig, dat weldra het paard en ruiter beiden op den grond lagen, waarbij Texas Tex gewond raakte. Het publiek had de aardig heid al spoedig doorzien en daar de rest van het programma, dat ook slechts voor de helft werd uitgevoerd, eveneens beneden alle critiek was, gaven velen bun afkeuring luidde té ken nen; reeds herhaalde malen had de politie de al te nieuwsgierigen van bet middenterrein moe ten verdrijven, doch ten slotte waren de men- schen, die hunne centen voor dergelijke voor- den-gek-houderijen hadden geofferd, niet meer te houden. Een jongen die een bezoek wilde brengen aan de wigwam, kreeg van een der „Indianen" een echten Hollandschen muilpeer, en dit was het sein voor eenige bonderden, om zich onder krijgsgeschreeuw op hen te werpen, een hevig gevecht dreigde te ontstaan tusschen roodhui den en bleekgezichten. Met groote moeite bracht de politie de zaak weer tot rust. Na een klein uur wacbtens kwam toen bet laatste nummer van het programma, de ren tusschen paarden en motor, waarbij in vlie genden galop bij iedere ronde ten minste 40 keer van paard zou worden gewisseld. Doch wat men toen te zien kreeg, was zoo flauw en de bedriegerij lag er weer zoo dik op, dat men te kwart over zes verre van voldaan huiswaarts keerde. We leeren het nooit! Van den Haegben schrijft in de Nieuwe Courant; Dit ie geen roman in zee deelen het is wellicht niet overbodig dit, ter geruststelling, onmiddellijk voorop te stellen! Maandagmiddag, kwart na vijf, op het Ge vers Deynootplein, voor het Kurhaus, hij het beginpunt van lijn 8. Nu weet leder ïïaagiscïïe, Ieder Hagenaar(vervolg). De ridders van de Molenheide. Het genoeg, nietwaar? We speelden queuetje, zoo- als kleine kinderen vadertje en moedertje spelen. Er heefscht bij beide spelletjes een merkwaardige overeenkomst; beide beginnen aardig, eindigen onverbiddelijk met ruzie. Met ruzie. Met katjesspel is het immers ook niet anders? Daar stonden we dan, zoo'n paar honderd tramgragen te wachten; wat bleef die lijn 8 weer lang uit! Toen lijn 8 den hoek bij Hotel les Galeries omzwenkte, ging er, met een zucht van verlichting, een rilling van wan ordelijkheid door de rijen. Dat beloofde wat! Langzaam draait lijn 8 rondom de Kur- haus-bar; sneller dan de tram gaat, neemt de wanorde in de queuetje-spelende menseben- massa toe. Wanneer de tram een'twintigtal jongske (vervolg). Uit de verhalen van meneer Klein. Door strijd tot overwinning (slot). Freule Iris. Inhoudsopgave. RESERVE-OFFICIEREN RIJ DE MILITAIRE INTENDANCE. Bij Kon. besluit! zijn bepalingen vastgesteld omtrent de benoeming, enz. van reserve-offi cieren van de militaire intendance. Deze benoeming geschiedt in den rang door den betrokken officier laatstelijk bekleed of indien daartoe termen worden gevonden, in den naast hoogeren rang tot en met den rang van reserve-kolonel. Daarvoor komen in aan- meters vóór het nieuwe beginpunt van lijn 8 merking stilscbokt, heeft vadertje ruzie met moeder-1 lo. eervol ontslagen officieren van het leger tje gekregen. Wanneer lijn 8 eindelijk op het hie» te lande; en punt van vertrek is aangekomen, is het edbt- j 2o. eervol ontslagen of gepensioneerde offi- scheidingsproces tusschen vadertje en moe-1 eieren van het legler in Nederlandsch-Indië. dertje in vollen gang. i Benoembaar zijn: a. tot reserve-kolonel, zij Duwen, dringen, rukken, trekken, stompen; die den rang van kolonel, dan wel ten minste voor den buitenstaander, die geen baast had gedurende 2 jaren dien van luitenant-kolonel én in het geheel slechts „een geval", een hebben bekleed; b. tot reserve-luitonant-ko- dankbaar geval voor de krant zag, was bet lonel, zij die den rang van luitenant-kolonel 'n onverdeeld genoegen de statige Haagscre, de deftige Hagenaars, zoo aan den gang te zien. Mits op een afstand en vijf, liever nog tien meter, buiten de woeling van de baren. We hebben ons Zaterdag en Zondag alle maal een beetje ongerust gemaakt over de komst van zooveel honderd Rotterdamsche bootwerkers. Waarom eigenlijk? Omdat, zoo zeide men mij. dit zulke onge manierde, ruwe, onbehouwen kerels zijn. Best mogelijk! Wie Maandagmiddag, kwart na vijf, op het Gevers Deynootplein, voor bet Kurhaus, bij het beginpunt van lijn 8, heeft gestaan, weet thans met volkomen zekerheid, dat niet de Rotterdamsche bootwerkers daarvan het mo nopolie bezitten. Het stemt droef dit te moeten erkennen, maar in de queue staande, staan wij dadelijk met alle beenen weer uit de queue. Leeren we bet dan nooit? Wel neen!.... De Arbeidswet. De N. Crt. schrijft: Nu kort geleden weer vele kinderen de la gere school verlieten, hetzii met of zonder loffelijk ontslag, schijnt *t gewenscht de aan dacht zoowel van ouders als van werkgevers er op te vestigen, dat art. 4 van de Arbeids wet nog steeds wordt gelezen, alsof een niet meer leerplichtig kind beneden 13 jaar ar beid zou mogen verrichten. Deze verkeerde opvatting wordt versterkt wanneer voor zulk een kind een arbeidskaart is verkregen, niettegenstaande op de achter zijde van die kaart een duidelijke waarschu wing is afgedrukt, waaruit bet verbod om te arbeiden blijkt, tenzij een verklaring van het hoofd der school kan worden vertoond, dat voor het kind geen gelegenheid meer is ver der onderwijs te ontvangen. Daar deze om standigheid zich alhier niet voordoet, kan hier gezegd worden, dat kinderen, die nog geen 18 jaar zijn, ook al hebben zij een loffe lijk ontslag van de school en een arbeidskaart verkregen, geen werkzaamheden, geen arbeid mogen verrichten voor eenige onderneming. Buiten ondernemingen of buiten bedrijven zyn alleen werkzaamheden, welke in de ge wone buishouling voorkomen of veldarbeid toegestaan. Echter geen huisarbeid, geen veenarbeid, geen eikschillen e.a. arbeid, die niet voorkomt." DE KATHOLIEKE ILLUSTRATIE i PLATEN: Overste Thomson's uitvaart te Amsterdam (3). „Mij is de wrake". Weer een Fransche onderzeeër vergaan. Na den vorsten moord te Serajewo. Hoe 'n Kardinaal te Rome zijn titelkerk in bezit neemt. De begrafenis van den Italiaanschen gezant Pollio. De Haagsche tramstaking (4). Een hulde aan wijlen aartsher tog Frans Ferdinand van Oostenrijk. De uit vaart en begrafenis van overste Thomson (4). Interessante kiekjes uit Siam (6). Typische I foto's, ons uit Jeruzalem toegezonden. De Chris- I telijke Charitas in het Turksche Jeruzalem. Jhr. I Mr. J. J. Röell. De lijkstoet van wijlen overste I Thomson op de de Ruijterkade te Amsterdam. Audiëntie op straat. Een zeldzaam eeuwfeest te Wageningen. Zuid-Afrik, landbouwers in ons land. Het eerste Nationale Congres van Jongens patronaten, de vorige week te Utrecht gehouden (3). De groote legerrevue te Parijs. De Eerw. Broeder Laurentius f. W. van der Rut. Ver pleegsters voor de pestbestnjding op Java. De ijverige propagandisten voor „Herwonnen Le venskracht" te Maasniel. De anti-Home-Rule-op- stand in Ulster in beeld. TEKST: De eerste schoof. Mij is de wrake dan wel ten minste gedurende 2 jaren dien van majoor hebben bekleed; c. tot reser ve-majoor, zij die den rang van majoor, dan wel ten minste gedurende 4 jaren dien van kapitein hebben bekleed; d. reserve-kapitein zij 'die den rang van kapitein, dan wel ten komt. Doch er kan nog meer gedaan worden 0$ dit gebied. Immers de geldelijke bezwaren mogen geen onoverkomelijke hinderpalen zijn, nu het een groot belang voor de mijnstreek geldt en pro vincie en rijk het handelsonderwijs subsidieeren, als de gemeenten maar voor willen gaan. De leerkrachten, waar tot nu toe nog slechts m zeer geringe mate over kon beschikt worden, zullen gaandeweg wel toenemen. Ook hierin kunnen de gemeentebesturen nog een handje helpen. Zij kunnen medewerken door voor de onderwijzers, die een cursus voor boekhouden oi dergelijke willen volgen, de werkzaamheden zoo in te richten, dat van die gelegenheid te Sittard gebruik kan gemaakt worden. Zij kunnen mede werken door aan onderwijzers met een diploma op handelsgebied een even groote salarisverhoo- ging toe te kennen als voor het bezit eener akte in een der vreemde talen. Voor de onderwijzers zou er een nieuwe bron van inkomsten door geopend worden; in de gemeenten zou een geschikt leeraarcorps voor eventueel op te richten handelsscholen en ham delscursussen gevormd wordende Limburg- sche jeugd zou zich de noodige kennis vooi kantoordiensten gemakkelijk kunnen verwerven; de mijndirecties zouden voor hun kantoor personeel niet meer op vreemdelingen alleen aangewezen zijn en Limburg zou er wel b( varen. De EX. ZEEVAARTKUNDE M. O. Minister van Binnenlandsche Zaken minste gedurende 8 jaren dien van luitenant bïengt ter algem6eno kenniSi dat dit j;mr hebben bekleed het mondeling gedeelte van do akte-examens De reserve-officieren van de militaire m- in de zeevaartkunde m. o. (I.), voor zooveel tendance gemeten eene toelage berekend per hel gedeelte „wiskunde" betreft, zal worden f 500 in den hoofdofficiersrang en afgekomen té' 'sGravLhïr/^SengracM I in Hpti V'n.mrp,in«irpm.oi i\ -vu&iuuui jaar van van f 400 in den kapiteinsrang. In geval van mobilisatie worden aan deze reserve-officieren één paard en een harnache- menb verstrekt, op de wijze als voor de ove rige dan bereden wordende officieren is voor geschreven no. 4), op 29, 30 en 31 Juli a.s., telken: van 9.30 uur v.m. tot 12.15 van 1.30 tot 3.45 uur n.m. uur n.m. er PARACHUTE-ONGELUK. Omtrent het parachute-ongeluk op het. vlieg veld van Stockel, bij Brussel, meldt het „N. v. d. D." nog het volgende: Ongeveer kwart voor zes steeg de vlieger Champel met mad. Gayat de Castella en haar parachute op. Zij ging hare reekelooze neerdaling per para chute herhalen. De mecaniciens brachten mo tor en schroef in werking en de biplan rolde zachtjes weg. Langzaam steeg het. toestel in v,fr°0ot° en vloog in breede en wijde krin- nemingsgeest reecis tot stand gebracht werd enoen rend het plein en de omliggende velden wordt, doet ons met vertrouwen de toekomst en Do®scnen steeds hoogor en hooger. I>6 duizenden toeschouwers volgden met °*e- spannen aandacht den sierlijk zweven den In plan en wachtten met angstig kloppend had het oogenblik Af, waarop mad. Oayat de Cas tella uit den biplan ging springen. Het toestel zweefde te 6 uur juist boven de hippodroom op eene hoogte van minstens 500 meters. De lucht was overtrokken met grauwe onweera wolken en in de verte zag men den bliksem flikkeren en hoorde men den donder romme len. De witte biplan toekende zich duidelijk op het zwarte luchtruim af en men kon mot het bloote oog de vlucht van het toestel goed HANDELSONDERWIJS. We lezen in de „Kerkr. Crt.": De snelle ontwikkeling der mijnindustrie heeft groote materiëele voordeelen aan Zuid-Limburg gebracht. De algemeene welvaart neemt toe, de immer aangroeiende bevolking vindt in en door het mijnbedrijf een ruim bestaan. Moge in den woningnood nog op lange na niet voorzien zijn, wat met voortvarenden onder- tegemoet zien en de hoop koesteren, dat de Lim- burgsche mijnstreek na verloop van tijd op mate- riëel gebied een der meest bevoorrechte streken der mijnindustrie zal worden. Een groote schaduwzijde dezer snelle ontwik keling is, dat zoovele vreemde elementen Zuid- Limburg overstroomen en den eenvoudigen, ge- loovigen geest onzer bevolking dreigen te ver pesten. 't Is een algemeen verschijnsel, dat de inheemsche bevolking zoo licht de fouten en ge breken der van elders komenden overneemt zon der hun goede eigenschappen te adopteeren. Elke invasie van vreemdelingen niet slechts j yéigéiT van arbeiders maar ook van meer ontwikkelden, fens'klaps zag men eene zwarte massa uit is meesta1 reeds een ramp voor het overstroomde;^ y Het d c gebied en deze ramp wordt des te grooter wan-0aBteiii, die. m*,t Kaar p,,r,,.hut„ neer de vreemden met slechts m karakter Wfftaeh het WaTgS ontwikkeling maar ook in godsdienstige over-duizeIingwekkencg vaJ. D,it ^rschnkte de toe. tuiging met de ingezetenen verschillen schouwers in het begin niet al te zeer, daar Daarom is het zoozeer te betreuren, dat op de zij ien hadden d|t Zond en Maa'ndag bureaux der mijnen Zooveel ja op enkele Bijna mad c t de Ca.stella ook ee?n duizelmgwék- uitslmtend vreemd personeel werkzaam isdat kenden yal deed 50 tot 60 Metei| eer een Limburger een uitzondering is bij de admi-de parachute zich 0penspreidde en de neer- mstratie der mijnen Hoe dit te verklaren WordtdaliQg zachtjes begon. de Limburger stelselmatig geweerdLigt er j verwachtte- men dat de parachute, na systeem in de handelwijze der directies, die de een val van een vijftigtal Meters, zou open- betrekkingen van eenige beteekening bijna uitslui-j g^aQj doch het gebeurde niet. De verschrik- tend aan niet-Limburgers geven? j lelijke val duurde voort in duizelingwekkende Wij zullen ons wel wachten dit als de eenigesnelheid en de parachute spreidde zich niet reden der achterstelling aan te nemen, te meeropen daar meestal een andere verklaring terecht of i Ue toeschouwers begrepen dat er een vree- ten onrechte gegeven wordt. selijfc ongeluk ging gebeuren en velen vluchtl- Zuid-Limburg zou nl. te weinig technisch j ten, als waanzinnig van schrik en luide kre- ontwikkelden tellen, bekwaam om de gewichtige ten slakende. Op hetzelfde oogenblik plof- betrekkingen op de bureaux der mijnen te be- kleeden. Daar de mijnindustrie in Limburg nog een grooten vooruitgang wacht, is het zaak, dat aan deze bewering elke schijn van gegrondheid wordt ontnomen, omdat in de toekomst ons niet langer alle goede betrekkingen voor den neus worden weggekaapt onder voorwendsel, dat wij geen geschikte krachten hebben. Wij juichen het daarom toe dat door de han delsdagscholen te Maastricht, Sittard, Venlo en Rolduc en door de handelscursussen te Roer mond, Venlo, Maastricht, Sittard, Echt, Gennep, Weert en Heerlen aan de jeugd de gelegenheid geboden wordt de kundigheden te verwerven voor de werkzaamheden op de kantoren vereischt. Was de mijnstreek tot voor korten tijd geheel te de ongelukkige vrouw als ©ene massa op het middenplein van de hippodroom. De slag! was zoo geweldig, dat hij op verren afstanc gehoord werd. De gendarmen van dienst op het plein, da vliegers en talrijke toeschouwers kwamen naar de plaats der ramp gesneld. Een vreeset- lijk schouwspel trof hunne verschrikte blik- ken. Gansch uiteen getrokken en verscheurd lag daar, bet bebloed lijk vau mad. Cayat d< Castella. De gendarmen hadden alle moeite ter we- reld om de menigte op een afstand te hou den. Op het plein heerschte de grootste op schudding. De parachute werd over het lijk der ongelukkige vrouw gespreid. Men ver- Je hebt me bedrogen met je zachtmoedigheid en gewaande toegenegenheid, want als ik je ware karakter bad gekenid, indien ik gewet ten bad, dat de goudblonde krans om je voor hoofd slechts ertoe diende om duivelsche plannen te verbergen, dan waart ge nu Lady Hereford niet. Neen, wel echter hertogin van Hastings, klonk bet van Melusine's lippen terug.... te laat zag ze baar onvoorzichtigheid in. Een dieproode blos kwam op baar schoon gelaat. Sir Ralph keek zijn gemalin met vasten, vorsehenden blik aan, doch hij wist zich te beheerschen. Uiterlijk volkomen kalm zei bij; Ik kon onmiddellijk een verklaring over deze eigenaardige mededeeling van je eiseben, maar je zoudt toch maar met een leugen antwoorden, zooals je me steels be logen hebt Ik zal dus hierover mijn licht op steken, daar waar het mij niet geweigerd zal worden en daarvan zal het afhangen of we nu op staanden voet vertrekken of eerst na twee dagen.... Met deze woorden verliet sir Ralph de ka mer, Melusine in een onbeschrijfelijke woede en haat achterlatend. De baron ging rechtstreeks naar den her tog; het was hem nu totaal onverschillig welk antwoord hij daar zou ontvangen; nu had hij nog slechts zijn eigen eer en goeden naam voor oogen, want het betrof hier voor hem een eerezaak. Hij trof den gelukkigen bezitter van Has- tings-Castla in zijn werkkamer, druk bezig brieven en afrekeningen van zijn rentmees ter na te kijken. Sir Ralph vroeg of hij mis schien stoorde, maar de hertog schudde van neen en schoof hem een stoel hij. Ik kom slechts om een vraag aan n te doen, mylord, en ik zal het kort maken: ken de u mijn vrouw, toen zij 110ff mies Holwell heette? Maar zeer zeker, antwoordde de hertog openhartig, ik was dikwijls in de abdij in Schotland de gast van sir Robert Carr Hol well en kende lady Melusine,toen ze» om zoo te zeggen, nog in_ de kinderschoenen stond. Wist u dat dan niet, sir Ralph? Neen, antwoordde Je baron even open hartig, Melusine (heeft me er nooit iets van gezegd. Maar nog iets, mylord.^ waarom vond n dan toch noodig dat u aan mijn vrouw werd voorgesteld? U zult me moeten toegeven, dat dat toch al zéér eigenaardig is! Lang wachtte de hertog niet met zijn ant woord. Zijn gast recht in bet gelaat ziende, zeide hij: Ik was zeer ontstemd over uw gemalin, sir Ralph, en ik wilde haar als vreemde behandelen. Maar ik begrijp ten volle, wat lady Melusine weerhield u de juiste toedracht der zaak te verteilen ik daarentegen geef u gaarne het bewijs van mijn vertrouwen, door u dat te vertellen, waarop gij reeht hebt te weten. Melusine was vóór den dood baars vaders in stilte met mij verloofd. Ik beminde Melusine. Onze verloving was dus in 't ge heim, want mijn vader had voor mij een an dere dame op het oog. Hij kon zich met mijn keuze niet vereenigen en zon nooit zijn toe stemming geven. De redenen waarom doen hier niets ter zake. De dood maakte aan mijns vaders tegenstand echter een onverwacht einde. Mijn vader stierf aan een beroerte en ik vroeg Melusine, vóór ik weer vertrok, mij van degelijk handelsonderwijs verstoken, met j wittigde het parket, terwijl de gendarmen rond vreugde zien we dat ook hierin verandering bet lijk de wacht hielden. 'KimmseiÊaÊm^wmÊ^----n ..j»- jaar zou terugkomen, want ik vond het onge-1 reeds was een jaar verloopen, en zonder past en oneerbiedig jegens den ontslapene mijn voorkennis, want ik laat haar de volste reeds in den rouwtijd aan verloving en huwe lijk te denken. Ik beloofde haar, na een jaar te zullen terugkomen en vertrok naar het vasteland. Dat jaar was bijna om, en reeds maakte ik me gereed om naar mijn vader land terug te keeren, toen ik bericht ontving, dat een geliefde oom, de broer van mijn va- vrijheid an de keus der gasten, noodigde mijn tante om haar vriendin mrs. Bane een plezier te doen, u en uw gemalin met Fre- derik uit en tegen dit fait accompli was niets meer nit te richten. De reeds lang overwon nen wrok tegen lady Melusine kreeg toer weer in mij de overhand en ik besloot haaï Indië was, ernstig ziek was en mü vóór zijn dood wenschte te spreken. Dadelijk koos ik zee naar Indië, want aan mijn oom was ik zeer gehecht, niet omdat i!k zijn erfgenaam was, maar omdat ik hem zéér hoogachtte. Ik smaakte het genoegen mijn oom, hoewel zeer verzwakt, nog levend weer te zien. De dood keek hem nit de oogen en ik kon aan zijn smeekbeden om aan ziin ziekbed te blij ven, niet weerstaan ofschoon er maanden verliepen vóór de dood aan het vreeselijk lij den een einde maakte. 'tWas een droeve tijd, dien ik in Indië moest doormaken. Einde lijk dan drukte ik mijn oom de oogen toe, en toen ik weer in Engeland terugkwam, was anderhalf jaar verstreken. Niets vermoedend van hetgeen intusschen was gebeurd en eek zonder iemand van mijn bekenden te spreken, reisde ik in een stak door naar Schotland en.... vond de abdij in andere handen overgegaan. Sir Robert was gestorven en ik moest er ook vernemen, dat miss Holwell met u naar Hereford-house was vertrokken en sinds eenige dagen uw ge malin was. Bespaar mij n de gevoelens te schilderen, die toen mijn hart bestormden Melusine was mij ontrouw, zij was voor mij trouw te blijven tot ik na verloop van een een onbekende geworden. De tijd verging en der, kolonel lord Carlyle, wiens regiment in i als onbekende te ontvangen. Pas vóór eenige - dagen bekende zij mij dat mijn wegblijven haar tot het vermoeden, ja tot de zekerheid had gebracht, dat ik haar had vergeten en» zich dus geheel vrij voelende, nam zij nw» hand aan. Zoo zit, sir Ralph, de zaak in el kaar ik heb er niets van verzwegen, noch voegde ik er iets aan toe. En dat lady Melu sine dus vau mij gescheiden is door een kloof die niet meer te overbruggen valt, wil ik u hier wel op mijn woord van edelman ver zekeren. Ik geloof n ook zonder dat. antwoordde sir Ralph hartelijk, terwijl hij opstond. Kon ret feitelijk ook anders hij een zoon van mijn trouwen, onvergelelijken vriend? Melusine had me er wel iets van mogen zeg gen, maar wie kent en begrijpt het gevoel eener vrouw?! Aanvaard mijn innigen dan* voor nw openhartige mededeelingen ge zu" me daardoor nog dierbaarder geworden date ge reeds waart! (Wordt vervolgd)-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1914 | | pagina 6